De voedselvoorziening in Nederland
Halve eeuw geleden: opkomst van
„de Wognummers
34 Dagen op een
reddingsvlot
Ranisoenverminderingen waren noodzakelijk
om een voedselcrisis Ie voorkomen
Bijna twee eu een half jaar na het einde van de tweede grote wereld
brand is de mensheid nog ver verwijderd van één der aan geallieerde
zUde gestelde vredesdoelen, namelijk een samenleving' vrij van gebrek. En
bü de plannen tot verbetering van de materiële welvaart dacht men in
de eerste plaats aan een wereld, waarrin voor honger geen plaats meer
mocht zijn. Aan pogingen om uit de moeilijkheden te geraken, heeft het
ook in 1947 niet ontbroken. Op talrijke internationale conferenties stond
direct of in meer verwijderd verband de voedselvoorziening op de agenda.
Voedselproblemen tributiestelsel moet stabiliteit genoemd
worden, die, ondanks het feit, dat wij
voor belangrijke terreinen van import
afhankelijk zijn, steeds gehandhaafd
kon worden. Deze stabiliteit is het
resultaat van een voorzichtige politiek
Zo scheen in het voorjaar van 1947 de
distributie op bon van melk overbo
dig te worden. Hoewel producenten
en handelaren op opheffing van deze
distributie aandrongen, achtte de Mi
nister van Landbouw, Visserij en Voe-
selvoorziening het met het oog op
mogelijke, nog slechts te vermoeden
moeilijkheden in de toekomst niet
raadzaam aan deze drang gevolg te
geven. De laatste maanden hebben
duidelijk gemaakt hoe dit voorzichti
ge beleid thans in ons voordeel is
Doordat de distributie in tact geble
ven is kon althans tot heden de ern
stige terugslag in de melkproductie op
gevangen worden in een betrekkelijk
kleine rantsoenverlaging.
Met de rantsoenverlagingen, die
enkele maanden geleden noodzakelijk
waren, zijn we er wel nog niet he
lemaal. Enkele door de graanpositie
opgelegde veranderingen op het ter
rein van de distributie van meelpro-
ducten, die sedert de laatste twee
jaar zonder bon verkrijgbaar waren.
Als een symptoon van de grote en
urgênte voedselproblemen in 1947 kan
gewezen worden op de in de afgelo
pen zomer in allerijl gehouden graan-
conferentie te Washington en de FAO
conferentie te Génève. Daarbij bleek
wel in wat voor een crisis de graan-
voorziening in Europa was gekomen.
De ongemeen strenge winter, gevolgd
door een droogteperiode in de zomer
maanden van ongewoon lange duur
hadden op de oogsten van ongetcis-
terd werelddeel eén funeste invloed
De bedoeling van het overleg was de
tekorten enigermate te dekken om al
thans de smalle basis van de rant
soenen te kunnen handhaven. De af
hankelijkheid van het dichtbevolkte
West-Europa van de grote agrarische
productie-gebieden als de beide Ame-
rika's Canada en Australië, welke af
hankelijkheid vóór de laatste oorlog
weliswaar ook bestond, maar afge
kocht werd uit een ruime beurs, voel
den debiteurenlanden onder de na
oorlogse omstandigheden sterk. Hot
geslonken wereld-export-surplus kan
niet meer door Europa tot elke prijs
gekocht worden. Europa wordt daar
uit mede bedeeld met de hongerende
Aziatische volken.
De situatie in Nederland
Er kan dus zeker voor Europa, met
uitzondering van het gebied van de
Sovjet-Unie. waarover nauwkeurige
gegevens ontbreken, van een voed-
selcrisis gesproken worden. Ook Ne
derland is tot vermindering van rant
soenen moeten overgaan om de moei
lijkheden het hoofd te kunnen bieden
Alleen op deze wijze was het mogelijk
de basis van onze rantsoenering niet
fundamenteel aan te tasten.
Nederland had dit jaar n.1. een oogst
derving van enkele honderduizenden
tonnen graan, een tekort, dat niet uit
verhoogdi import kon worden aange
vuld. Dit graantèkort beïnvloedde de
consumptie van graan van mens zo -
Wel als van dier, zodat terugslag op
enkele gebieden van de voeding merk
baar werd. Het broodrantsoen moest
omlaag, melk en kaas moesten minder
beschikbaar worden gesteld en maat
regelen-tot beperking van de uitvoer
waren noodzakelijk. De veehouderij
had minder voeder beschikbaar, zodat
de boeren het vee in groter aantallen
gingen "n. waardoor de vlees
voorziening tijdelijk wat ruimte was,
maar het is duidelijk, dat dit maar
een schijnbare verruiming was.
Vergelijking
Een vergelijking van de toestand
in Nederland met Oost-Europese lan
den zou geflatteerd zijn voor ons land
omdat in deze afzonderlijk staande
groep de verhoudingen geheel anders
liggen, de ontwrichting dikwijls gro
ter is en de organisatie van de dis
tributie meestal minder efficiënt is.
Ook de productielanden in de Nieuwe
Wereld, waar een ruime consumptie
uit eigen voortbrenging mogelijk is
dienen buiten beschouwing te worden
gelaten. Stellen we echter de rantsoe
nen in Nederland b.v. naast die van
Frankrijk, België, Groot-Brittannie
en Denemarken dan blijkt, dat wij er
niet ongunstig voorstaan.
Stabiliteit
Een van de meeste kenmerkende ei
genschappen van het Nederlandse dis
hebben inmiddels hun beslag gekre
gen maar gezegd mag worden, dat
over het geheel door de tijdige maat
regelen werkelijk ingrijpende ver
slechteringen voor zijn.
Een gunstige omstandigheid is, dat
naast de normale distributie aan hen,
die door arbeidsprestaties of physie-
ke omstandigheden aan de normale
rantsoenen beslist niet voldoende
hebben, speciale toeslagen worden
verleend. Dit jaar kon zelfs aan de
toeslagen voor bijzondere arbeid me
de door 'n fijnere differentiatie ver-
de soorten arbeid een zekere verrui
ming worden gegeven.
Van de meeste producten, die niet
op de bon gedistribueerd worden, is
de voorziening over het algemeen re
delijk. Door speciale maatregelen was
in de voorgaande strenge winter de
aardappel-aanvoer voldoende. Hoewel
thans in het begin van de winter nog
weinig met zekerheid omtrent de voor
ziening in de komende maanden ge
zegd kon worden, was er voorhands
geen aanleiding tót herinvoering van
de aardappeldistributie over te gaan.
Het na de bevrijding nu en dan op
tredende tekort aan bepaalde groen
ten blijkt geheel overwonnen en in
de vorm van vis. met name haring,
is eiwit- en vetrijk voedsel als regel
ruim voorhanden Inlands fruit, straks
weer aangevuld met uit import ver
kregen verse zuidvruchten, verhoogt
weliswaar het voedselpakket niet in
belangrijke mate. maar levert belang
rijke waarden aan vitaminen.
Betere verhoudingen nodig
Nu bepaalde rantsoeneringsmaatre
gelen tezamen met prijsmaatregelen
voor velen het vetrantsoen nagenoeg
geheel uit margarine doen bestaan, is
de "Overheid er weer toe overgegaan
de margarine te vitamineren met eén
Hef wonder van „Jacob Kwasl''
Het was in het jaar 1897. juist een
halve eeuw geleden, dat in Enkhui-
fen een muziekfeest van de Noord
Nederlandse Muziekboud werd gehou
den. Op dat feest drong zich plotse
ling een tot dusverre onbekende ver
eniging naar voren. Een vereniging,
die in de daar opvolgende vijftien
jaren tot ongekende hoogten zou stij
gen en als het ware half Europa ver
overde.
Een vereniging, die het zangleven
tot het uitbreken van de oorlog bijna
volkomen beheerste.
Niet alleen, dat de ogen van heel
West Friesland op haar gericht wa
ren. Gans Nederland, ja zelfs vele
landen in Europa, die van het bê-
staan van West Friesland niet afwis
ten, waren in verrukking over de
zang. die door deze eenvoudige boe
renmensen ten gehore werd gebracht.
Het was de zangvereniging „Jacob
Kwast" uit Wognum, onder leiding
van de helaas te vroeg overleden heer
Willem Saai. die dit volbracht.
En zelfs nu nog. ettelijke jaren la
ter, met de verschrikkingen van twee
wereldoorlogen achter ons. brengt al
leen het noemen van de naam ..Jacob
Kwast" véle tongen in beweging.
Het moet dus wel iets bijzonders
geweest zijn. Dat dit inderdaad het
geval is. ontdekten wij in het onder
houd. dat wij met "enkele oud-leden
van dit koor hadden.
We hadden het geluk in Alkmaar
iemand te ontmoeten, die vanaf haar
dertiende jaar. toen ze de schoolban
ken verliet, tot haar trouwdag de eer-
se période van de ..Wognummers"
heeft meegemaakt. De tijdi waarin
nog geen sprake was van buitenland
se reizen, maar tevens de periode,
waarin het koor alleen bestond uit
Wognummers, in tegenstelling met la
ter, toen velen uit heel het Noorden
er m meezongen.
De liefde tot de zang werd de Wog-
nuiumers als het ware gedurende de
schooljaren met de paplepel ingege
ven, vertelde ze ons. De grondslag
werd gelegd door meester van de A-
beelc. die sinds jaar en dag de kinde
ren elke schooldag liet beginnen en
eindigen niet zingen en ze in de noten
thuis maakte. Op die grondslag kon
Willem' Saai verder bouwen, toen hij
directeur werd van „Jacob Kwast",
'ook al een Wognummer. die jaren
eerder in Wognum zijn sporen op mu-
zikal gebied had verdiend.
WILLEM SAAL
Een eenvoudig monument houdt in
Wognum nog de herinnering levendig
aan deze fruitkweker, tuinder en boer.
die een uitzonderlijke gave moet heb
ben gehad om zijn koor tot zulk een
hoogte te kunnen brengen.
Een man. die onbewust moet hebben
geweten van „mental training". Want
tot vlak voor het scherm opging, be
reidde hij zijn koor voor, zodat niets
hun aandacht kon verstoren. Het gro
te moment als de Wognummers geheel
geconcentreerd (zonder te moeten zoe
ken in muziek of iets dergelijks) hun
kunst voor de jury en het publiek
ten gehore brachten.
Het moet inderdaad een mooi ge
zicht zijn geweest, als de zangeres
sen. allen.in het Westfries, met de
gouden kap op. voor het voetlicht
traden. Ook vrat dat betreft, wist de
directeur waar- hij staan moest.
WILSKRACHT EN OPOFFERING
Onder het genot van een kopje thee
werd het ons duidelijk, dat het niet
alleen de leiding van de directeur is
geweest,; die het succes bewerkstellig
de. Er moet daar ongeveer 'een halve
eeuw terug een groep vrouwen en
vitamine A preaparaat, waardoor de
betekenis van het product voor de
voeding in belangrijke mate wordt
vergroot en het belangrijkste verschil
in gebruik tussen margarine en boter
een kwestie van smaak is geworden.
Een rescent opinie-onderzoek wees
jnmiddels uit, dat ons volk voor ver
reweg het grootste deel van oordeel is
dat het in het afgelopen jaar genoeg
te'eten kreeg. Daarmee wil allerminst
gezegd zijn, dat men het voedingspeil
niet aanzienlijk zou willen opvoeren.
De verhoudingen van de verschillen
de voedingsstoffen in ons diëet zijn
niet ideaal eh zullen, al naar gelang
dit mogelijk wordt, moeten worden ge
wijzigd ten gunste van meer vet en
eiwit, terwijl voor een ideale voeding
uiteraard ook de hoeveelheden zullen
moeten worden verhoogd.
Temidden van de grote moeilijk
heden van Europa, waarvan de voed
selvoorziening zeker niet de gering
ste oplevert, biedt Nederland op voe-
dingsgebied een beeld van betrekkelij
ke rust.
Het is zeker geen land van over
vloed, maar wel een land, dat alle
middelen gebruikt om ieder zo goed
mogelijk het zijne te geven en in dat
streven in redelijke zin slaagt.
PRETTIG VOORUITZICHT
Waltèr Wincliell, de be
kende Amerikaanse publi
cist, heeft Zondagavond te
New-York voor de Ameri
can Broadcasting Company
voorspeld, dat indien een
deel van het Rode leger
Griekenland zou binnendrin
gen. Europa zijn eerste
atoombom zou krijgen.
mannen geweest zijn, die alles voor
hun vereniging over hebben gehad.
Onze zegsvrouwe had nimmer een
repetitie over geslagen. Slechts één
keer was het gebeurd, dat ze een
kwartier te laat was.
En niet alleen zij. Dit gold voor het
hele koor. Feesten werden or om uit
gesteld. Slechts op bepaalde avonden
mochten de vrijers komen, want als
er repetitie was, moest al het andere
wijken.
Dat was niet zo maar één avond in
de week. Herhaaldelijk werd er drie
maal gerepeteerd.
Slechts als de. generatie van tegen
woordig zich óok eens zulke opoffe
ringen wil getroosten kan er weer iets
grofits tot stand komen.
1 Zei werd de koorzang steeds vol
maakter, waar nog bij kwam, dat men
in de persnon van Grietje Slagter over
een solozangeres beschikte van bui
tengewoon formaat.
WOGNUMMERS BRENGEN HET
PALEIS VOOR VOLKSVLIJT IN
VERVOERING
Door deze volharding kwam het uit
een veertigtal leden bestaande koor
zo ver, dat het kon deelnemen aan de
Nationale zangwedstrijd.
„Wat voelden we ons nietig, toen
we achter de coulissen stonden en er
op het toneel van die reuzenkoren
optraden, die over zo veel meer ge
luid beschikten dan wij. Bestuur en
directeur waren drnk in de weer ons
te kalmeren en gerust te stellen. Ein
delijk was het dan zover.
We zongen onze twee nummers: „De
Zee" en ..Woudgedachten". Ik ken ze
nog. De zee was niet helemaal vlek
keloos. maar in Woudgedachten wa
ren we er reusachtig in. vooral Griet
je Slagter. De menigte in 't „Paleis
scheen dol. zo werden we toegejuicht.
In zenuwachtige spanning werd de uit.
slag van de jury afgewacht. Toen de
uitslag luidde: „Jacob Kwast, de eer
ste prijs" waren we niet meer te hou
den.
DE INTOCHT IN WOGNUM
Nadat 's avonds in Amsterdam was
gezongen op de ere-avond, waar ova
tie na ovatie werd gebracht, kwamen
de Wognummers de volgende ochtend
Iets over linkshandige
kinderen
2
In de lagere klassen zien we deze
omkeringstendenz dan ook vrij sterk
optreden. Doordat het kind langza
merhand een duidelijke en heldere
voorstelling krijgt van wat het moet
zeggen en schrijven, wordt dit gere
geld minder. Maar bij ongunstige om
standigheden, b.v. vermoeidheid, als
dus de wilskracht om het goed te doen
verslapt, treedt de oude neiging weer
op en komt de omkering weer fe
voorschijn.
Door het maken van deze en ande
re vergissingen en het herhaaldelyk
gewezen worden op zijn „onhandige"
gedoe, is het niet onmogelijk, dat de
linkshandigen een gevoel van minder
waardigheid krijgt. Dikwijls doet hij
de dingen ook „stunteliger" dan de
rechtshandige, niet, omdat hij stunte
liger is, maar omdat het gereedschap
waarmee hij moet werken, gemaakt
is voor rechtshandig gebruik.
Als het werkelijk, bij een uitgebreid
onderzoek, zou blijken dat het aantal
linkshandigen bv 10 pCt. zou bedra
gen is er niet een aardig werkobject
voor de fabrikanten van diverse ge
reedschappen, om ook „linkse" ge
reedschappen te maken.
Het móge een troost zijn voor alle
linkshandigen, dat een der onderzoe
kers met zekerheid meent te hebben
mogen vaststellen, dat linkshandigheid
steeds met meer of minder artistiek
talent of zelfs met genialiteit gepaard
zou gaan.
Hij noemt de namen van veel ge
nieën. die allen links zouden zijn ge
weest.
Of dit werkelijk alleen een neven
verschijnsel van de linkshandigheid
is, of dat ook overcompensatie, d.w.z
de drang om onder het juk van de
minderwaardigheid vandaan te komen
en daaraan met zoveel wilskracht te
werken, dat men ver boven de rest
uitsteekt, een rol speelt, is moeilijk
te zeggen.
Volgens deze onderzoeker zouden,
om maar een paar namen te noemen:
Michel Angelo. Leonardo da Vinei,
Goethe, Nietzsche. Holbein. Heine. An-
dersen en vele andere anderen links
zijn geweest
Hoe het zij. het is gewenst, onze
linkshandige kinderen het besef bij
te brengen, dat zij niet minder, doch
slechts anders zijn, dan hun rechts
handige makkertjes.
in Wognum aan. Vermoeid, maar wel
voldaan.
Het hele dorp was in feesttooi. Van
alle huizen wapperde de vlag, terwijl
het muziekcorps ter ontvangst aanwe
zig was. We waren allen één. Niet
alleen de leden van de zangvereniging
maar heel Wognum. Het is de hele
dag feest geweest. Niemand werkte!
..Jacob Kwast", de Wognummers
waren met een slag geworden tot een
middelpunt van het zangleven in Ne
derland.
TOURNEE IN NEDERLAND
Een drukke tijd kwam toen voor
ons aan. In vele plaatsen van het land
werden we uitgenodigd. Allereerst na
tuurlijk in Noordholland, maar daarna
in Arnhem, waar we heerlijke dagen
doorbrachten en o.a. ook in het bos
en op het kasteel zongen', in Maas
tricht, waar de gasten waren van de
„Maarstrichter Staar", kortom te veel
om op te noemen.
De echte glorietijd, de tijd van de
buitenlandse reizen maakte ik ech
ter niet mee. Het leven riep. we stap
ten in het huwelijksbootje en ik ging
uit Wognum weg.
Maar deze tijd is één van de mooi
ste van mijn leven geweest. Dat was
met allen zo, die door omstandighe
den ook de repetities en de uitvoerin
gen moesten missen. Want nog na zo
veel jaren is het zo, dat als oud-leden
elkaar ontmoeten," ze direct de stem
ming terug hebben, die jaren lang in
„Jacob Kwast" heerste. Dan voelen
we ons weer jong worden. Het is on
vergetelijk geweest.
Jan de Hariog verbiedt
een opvoering van
„Skipper next to God"
Volgens de „Daily Express" heeft da
Nederlandse auteur Jan de Hartog te
legrafisch 'n weldadigheidsvoorstelling
van zijn toneelspel „Skipper n'ext to
God" te New-York afgelast, daar da
opbrengst door de hoofdrolspeler John
Garfield, een aanhanger van de Liga
van Ben Hecht voor een vrij Palesti
na. aan deze'liga zou worden afgedra
gen. Toen de Hartog in de „Daily Ex
press" deze uitvoering zag aangekon
digd, telegrafeerde hij direct naar
New-York, dat hij niet wilde, dat het
stuk voor Anti-Britse propaganda
wordt gebruikt.
Inmiddels heeft de Hartog te Londen
bericht ontvangen, dat de weldadig
heidsvoorstelling niet door gaat. De
gewone voorstellingen vinden wel
voortgang..
De toneelschrijver Ben Hecht, de
belangrijkste figuur in de liga voor
vrij Palestina, heeft eens gezegd, dat
de Amerikaanse Joden iedere dag. dat
'een Engelsman in Palestina wordt ge
dood. als een feestdag beschouwen.
De Hartog's toneelstuk gaat over een
schip met Joodse emigranten, op weg
van Duitsland naar de VS. Wanneer
hun geen toestemming tot landen
wordt gegeven, laat de kapi
tein het schip zinken, daar een Ame
rikaans oorlogsschip in zicht is. in d«
hoon dat de passagiers opgepikt zul
len worden en zo toch in de VS zul
len komen.
I rbdWrogrammc
DINSDAG 6 JANUARI 1948.
NA 16 UUR.
Hilversum I - 301 m.
16.00 De Zonnebloem; 16.30 Zieken-
lof; 17.00 Voor de jeugd; 1715 En
semble „Alma Musica"; 17.45 en 18.30
Regeringsuitzending; 18.00 Franse dans
orkesten; 18.20 Sportpraa'Jë* 19.00
Nieuws; 19.15 Internationale chan
sons; 19.30 Radiogenes. avo*-*-—~n van
een jonge aetherschuimer; ,ft ^-ge-
ringsuitzending; 20.00 Nieuw 20.12
.Liefdes Listen en lagen, vroli zang
spel van Henk Badings; 2215 Avond
gebed: 22.30 Nieuwsberichen; 23.00
Hongaars strijkkwartet.
Hilversum II - 415 m.
16.40 De scholbel; 17.00 Dat kun jij
ook, Neerlands beste musici spelen
voor de jeugd; 17.30 The Skymasters;
18.00 Nieuws; 18.15 Tom Erich, piano;
18.30 Lezing RVU; 19.15 Beroemde lie
derreeksen; 19.45 Radiokrant voor
werkende vrouwen: 20.00 Nieuws:
20.15 Bonte Dinsdagavor.dtrein; 21.30
Contact; 22.15 Buitenlands weekover
zicht; 22.30 Beroemde liederreeksen:
23.00 Nieuws.
WOENSDAG 7 JANUARI 1948.
VOOR 16 UUR.
Hilversum I - 301 m-
7J)0 en 8.00 Nieuws: 7.30 en 8.15
Gram.muziek; 7.45 Een woord voor de
dag; 8.30 Werken van Mozart; 9.00
Op radio-ziekenbezoek; 9.30 Vrolijke
morgenklanken; 10.00 Zangrecital;
10.30 Morgendienst: 11.15 „Straat Ma-
gelhaens", hoorspel; 1215 Stfcfmuziek-
corps der Amsterdamse politie; 13.00
Nieuws; 13.15 Programmatische piano
muziek: 14.00 Continental-quintet; 14.30
Gemengd omroepkoor; 15.15 Ensem
ble „Donauklanken"; 15.45 Voor de
kleuters.
Hilversum II - 415 m.
7.00 en 8.00 Nieuws; 7.15 en 815
Gram.muziek; 8.50 Voor de huisvrouw
9.00 Klassieke muziek; 10.00 Morgen
wijding; 10.20 Kookpraatje; 10.45 Voor
dracht; 11.00 Populair non-stop' 12.00
Orkest Carlo Carcassola; 1233 Voor
het platteland; 12.43 Kilima Hawaiians
13.00 Nieuws; 13.20 Ensemble Vincen-
tino; 14.00 Gesproken portretten: Hen-
riëtte Roland Holst; 14.15 Jeugdcon-
cert uit Alkmaar; 15.09 .Humoer om
Dikke Dries", hoorspel voor de jeugd;
15.30 De Roodborstjes; 35.45 De Re
genboog.
FEUILLETON
door
ROBERT TRUMBULL
HET VLIEGTUIG smakte op de op
pervlakte van de zee neer met een
klrp als van een reusachtige hand p
het water. Meteen overdekte een wa
terzuil het glas voor mij, en benam
mij zodoende een ogenblik lang alle
zicht. Twee harde stoten, en het vlieg
tuig kwam tot rust op de traag rij
zende en dalende golven. Ik had een
uitstekende landing gemaakt.
Terwijl ik van mijn zitplaats over
eind kwam, plotseling bezorgd over
Gene, Tony, het vlot en een hele
reeks bijzonderheden die zich in deze
overladen seconden alle tegelijk aan
mij opdrongen, was ik mij er van be
wust dat elk ogenblik een golf een
vleugel af kon rukken van de nu kalm
op en neer wiegende machine met
al de gevolgen van dien. De zee, die
«r van boven af zo effen en stevig
uit had gezien, was plotseling een
graaiend en gulzig monster dat zijn
prooi heen en weer schudde alvorens
het te verslinden.
Ik wist dat onze kleine drie-mans
bommer onmogelijk lang kon blijven
drijven. Het is niet bijster moeilijk
een landvlicgtuig op het water neer
te zetten, maar dit zwaar gepantserde
oorlogstuig is niet op drijven bere
kend. Ik yras dan ook niet van plan
langer dan nodig aan boord te blij
ven.
Ik sprong zo vlug als ik kon op de
linkervleugel om het vlot aan te ne
men van Tony Pastula, mijn bombar
dier, en hij was er al om het my aan
te reiken, zonder een ogenblik te ver
spillen. Gene Aldrich. mijn telegrafist
c- kanonnier, hees zich uit de ge
schutstoren en was met zijn uitrus
ting bezig. Ik was reeds druk doende
de gaskraan van het vlot open te
draaien, die vast scheen te zitten.
Plotseling was er geen vliegtuig
meer. Ik kwam eensklaps tot de ont
dekking dat ik al water trappend in
myn zwemvest hing. Het zinken van
dat vliegtuig leek wel toverij. Het
ene moment was het er, en iif het vol
gende was het verdwenen; en er bleef
in onze wijde, natte, snel donker wor
dende omgeving niets anders over
dan wij drieën en een stuk rubber,
dat nog geen vlot was.
Natuurlijk sleurde de machine alles
mee wat de jongens in hun wel ge-
diciplineerde haast bijeen hadden ge
graaid uit de noodvoorraad en de uit
rusting. Ik zou al spoedig gewaar wor
den dat de worsteling om ons leven
af zou hangen van de „rommel" in oir-
ze zakken, de aan het vlot bevestigde
gereedschappen, waarvan de waarde
vrijwel* nul was, en van het gebruik
dat we zouden weten te maken van
de kleren aart ons lijf. Al die dingen
bewezen ons nuttige diensten tot ze
ons één voor één werden ontrukt
door de grote, ongrijpbare vijand die
wij bestreden, en dan bleef ons geen
ander wapen dan de geest, tot ook
die werd aangetast door het bederf
waaraan hij onderhevig is.
F.indelijk slaagde ik er in het vlot
op te blazen, dat echter onderstebo
ven op het water kwam te liggen.
Gelukkig was er een stevig touw aan
bevestigd, en zodra het vlot geheel
en al opgeblazen was. grepen we ons
aan dat touw vast. Ik hing aan de
boeg en deed mijn uiterste best om
het vlot te keren, terwijl de beide
anderen zich er aan vasthielden, zodat
wij niet alleen door het lompe vaar
tuig, maar tevens door elkanders ge
wicht gehinderd werden. Nadat ik
een kwartier of twintig minuten ge
worsteld had, terwijl de zee mij in
het gezicht sloeg en mijn mond met
zout water vulde, slaagde ik er ein
delijk in het vlot om te wentelen. Ik
kan me niet meer precies herinneren
of ik al dan niet pogingen deed om
aan boord te komen. Ik herinner me
slechts dat het vlot kantelde en dat
ik vurig verlangde er op te klimmen.
Het touw was aan de zijkanten be
vestigd en de beide anderen, tegen
over mij, hielden zich er krampach
tig aan vast. Het vlot woog hoogstens
20 kilo, en hun gewicht deed het op
nieuw omslaan, over hen heen. Al
mijn werk was voor niets geweest.
Ondertussen hadden we reeds een
hele tijd spartelend en kuchend in
het water gelegen, en raakten aan het
eind van onze lfrachten. Zodoende
gaven we onze pogingen op en hingen
aan het touw om uit te rusten.
Inmiddels was het vrijwel donker
geworden, doch onze ogen begonnen
er aan te wennen en we konden vrU
behoorlijk zien niettegenstaande de
duisternis.
Gene was de eerste die sprak.
„Ik weet een manier om 't ding om
te keilen", zei hij, nog ietwat buiten
adem.
Deze kalme woorden, gesproken in
de lichtelijk lijzige tongval van Mis-
souri en geuit met een onverschillig
heid alsof hij het over een weerbarsti
ge maalmachine op het bedrijf van
zyn vader had, brachten ons probleem
tot de juiste proportie terug.
„Op de een of andere manier moe
ten we een oplossing vinden", zei Ik.
Tony kwam tussenbeide.
„Natuurlijk", zei hij, een mondvol
zeewater uitspuwend. ,.'t Beste ls. dat
we onze jassen uittrekken, ze aan el
kaar binden, de bundel aan het ene
eind van het touw aan de ene kant
van de boot vast maken, het hele ge
val over de onderkant van de boot
gooien, en dat we dan met z'n drieën
naar de andere kant zwemmen, en
zien of we'm niet om kunnen halen
op die manier"..
Op het ogenblik zelf dat hij het zei,
wist ik, dat het de enig juiste oplos
sing* was en ik vond het vervelend
dat ik zelf niet op het idee gekomen
was.
We bonden de jassen aan elkaar zo
als Tony had voorgeslagen, ploeterden
naar de andere kant ca trokken, «n
jawel! het vlot wentelde en kwam
met een geruststellende plof op het
water neer.
„Jullie blijven hier en houden 't ge
val vast, terwijl ik aan de andera
kant aan boord klim" zei ik.
Eenmaal aan boord, hees ik de beida
anderen een voor een bij de polsen
op en voor het ogenblik althans wa
ren we aan het eind van onze moei
lijkheden. Ik keek om me heen ea
kwam tot de slotsom, dat een troost
was nog in leven te zijn, hoewel ik
niet weet waarom op dat moment
juist die gedachte bij mij opkwam
Terwijl we in het duister dicht bij
elkaar kropen, probeerden warm ta
blijven en de wind ons de doorweekte
kleren tegen het lijf drukte, waren
we geen van allen mismoedig. De had
vertrouwen in de zeewaardigheid van
het vlot en de beide anderen waren
er van overtuigd, dat we de volgende
morgen opgepikt zouden worden. Wel
werd er bitter geklaagd over het ver
lies van onze cigaretten en lucifer*,
die natuurlijk door het lange verbluf
in het water onbruikbaar waren ge
worden. Zelf had ik ook graag aan
sigaret gehad, maar bovenal verlang
de ik naar een kop hete koffie.
•Wordt vervolgd).