De voedselvoorziening in Nederland Halve eeuw geleden: opkomst van „de Wognummers 34 Dagen op een reddingsvlot Ranisoenverminderingen waren noodzakelijk om een voedselcrisis Ie voorkomen Bijna twee eu een half jaar na het einde van de tweede grote wereld brand is de mensheid nog ver verwijderd van één der aan geallieerde zUde gestelde vredesdoelen, namelijk een samenleving' vrij van gebrek. En bü de plannen tot verbetering van de materiële welvaart dacht men in de eerste plaats aan een wereld, waarrin voor honger geen plaats meer mocht zijn. Aan pogingen om uit de moeilijkheden te geraken, heeft het ook in 1947 niet ontbroken. Op talrijke internationale conferenties stond direct of in meer verwijderd verband de voedselvoorziening op de agenda. Voedselproblemen tributiestelsel moet stabiliteit genoemd worden, die, ondanks het feit, dat wij voor belangrijke terreinen van import afhankelijk zijn, steeds gehandhaafd kon worden. Deze stabiliteit is het resultaat van een voorzichtige politiek Zo scheen in het voorjaar van 1947 de distributie op bon van melk overbo dig te worden. Hoewel producenten en handelaren op opheffing van deze distributie aandrongen, achtte de Mi nister van Landbouw, Visserij en Voe- selvoorziening het met het oog op mogelijke, nog slechts te vermoeden moeilijkheden in de toekomst niet raadzaam aan deze drang gevolg te geven. De laatste maanden hebben duidelijk gemaakt hoe dit voorzichti ge beleid thans in ons voordeel is Doordat de distributie in tact geble ven is kon althans tot heden de ern stige terugslag in de melkproductie op gevangen worden in een betrekkelijk kleine rantsoenverlaging. Met de rantsoenverlagingen, die enkele maanden geleden noodzakelijk waren, zijn we er wel nog niet he lemaal. Enkele door de graanpositie opgelegde veranderingen op het ter rein van de distributie van meelpro- ducten, die sedert de laatste twee jaar zonder bon verkrijgbaar waren. Als een symptoon van de grote en urgênte voedselproblemen in 1947 kan gewezen worden op de in de afgelo pen zomer in allerijl gehouden graan- conferentie te Washington en de FAO conferentie te Génève. Daarbij bleek wel in wat voor een crisis de graan- voorziening in Europa was gekomen. De ongemeen strenge winter, gevolgd door een droogteperiode in de zomer maanden van ongewoon lange duur hadden op de oogsten van ongetcis- terd werelddeel eén funeste invloed De bedoeling van het overleg was de tekorten enigermate te dekken om al thans de smalle basis van de rant soenen te kunnen handhaven. De af hankelijkheid van het dichtbevolkte West-Europa van de grote agrarische productie-gebieden als de beide Ame- rika's Canada en Australië, welke af hankelijkheid vóór de laatste oorlog weliswaar ook bestond, maar afge kocht werd uit een ruime beurs, voel den debiteurenlanden onder de na oorlogse omstandigheden sterk. Hot geslonken wereld-export-surplus kan niet meer door Europa tot elke prijs gekocht worden. Europa wordt daar uit mede bedeeld met de hongerende Aziatische volken. De situatie in Nederland Er kan dus zeker voor Europa, met uitzondering van het gebied van de Sovjet-Unie. waarover nauwkeurige gegevens ontbreken, van een voed- selcrisis gesproken worden. Ook Ne derland is tot vermindering van rant soenen moeten overgaan om de moei lijkheden het hoofd te kunnen bieden Alleen op deze wijze was het mogelijk de basis van onze rantsoenering niet fundamenteel aan te tasten. Nederland had dit jaar n.1. een oogst derving van enkele honderduizenden tonnen graan, een tekort, dat niet uit verhoogdi import kon worden aange vuld. Dit graantèkort beïnvloedde de consumptie van graan van mens zo - Wel als van dier, zodat terugslag op enkele gebieden van de voeding merk baar werd. Het broodrantsoen moest omlaag, melk en kaas moesten minder beschikbaar worden gesteld en maat regelen-tot beperking van de uitvoer waren noodzakelijk. De veehouderij had minder voeder beschikbaar, zodat de boeren het vee in groter aantallen gingen "n. waardoor de vlees voorziening tijdelijk wat ruimte was, maar het is duidelijk, dat dit maar een schijnbare verruiming was. Vergelijking Een vergelijking van de toestand in Nederland met Oost-Europese lan den zou geflatteerd zijn voor ons land omdat in deze afzonderlijk staande groep de verhoudingen geheel anders liggen, de ontwrichting dikwijls gro ter is en de organisatie van de dis tributie meestal minder efficiënt is. Ook de productielanden in de Nieuwe Wereld, waar een ruime consumptie uit eigen voortbrenging mogelijk is dienen buiten beschouwing te worden gelaten. Stellen we echter de rantsoe nen in Nederland b.v. naast die van Frankrijk, België, Groot-Brittannie en Denemarken dan blijkt, dat wij er niet ongunstig voorstaan. Stabiliteit Een van de meeste kenmerkende ei genschappen van het Nederlandse dis hebben inmiddels hun beslag gekre gen maar gezegd mag worden, dat over het geheel door de tijdige maat regelen werkelijk ingrijpende ver slechteringen voor zijn. Een gunstige omstandigheid is, dat naast de normale distributie aan hen, die door arbeidsprestaties of physie- ke omstandigheden aan de normale rantsoenen beslist niet voldoende hebben, speciale toeslagen worden verleend. Dit jaar kon zelfs aan de toeslagen voor bijzondere arbeid me de door 'n fijnere differentiatie ver- de soorten arbeid een zekere verrui ming worden gegeven. Van de meeste producten, die niet op de bon gedistribueerd worden, is de voorziening over het algemeen re delijk. Door speciale maatregelen was in de voorgaande strenge winter de aardappel-aanvoer voldoende. Hoewel thans in het begin van de winter nog weinig met zekerheid omtrent de voor ziening in de komende maanden ge zegd kon worden, was er voorhands geen aanleiding tót herinvoering van de aardappeldistributie over te gaan. Het na de bevrijding nu en dan op tredende tekort aan bepaalde groen ten blijkt geheel overwonnen en in de vorm van vis. met name haring, is eiwit- en vetrijk voedsel als regel ruim voorhanden Inlands fruit, straks weer aangevuld met uit import ver kregen verse zuidvruchten, verhoogt weliswaar het voedselpakket niet in belangrijke mate. maar levert belang rijke waarden aan vitaminen. Betere verhoudingen nodig Nu bepaalde rantsoeneringsmaatre gelen tezamen met prijsmaatregelen voor velen het vetrantsoen nagenoeg geheel uit margarine doen bestaan, is de "Overheid er weer toe overgegaan de margarine te vitamineren met eén Hef wonder van „Jacob Kwasl'' Het was in het jaar 1897. juist een halve eeuw geleden, dat in Enkhui- fen een muziekfeest van de Noord Nederlandse Muziekboud werd gehou den. Op dat feest drong zich plotse ling een tot dusverre onbekende ver eniging naar voren. Een vereniging, die in de daar opvolgende vijftien jaren tot ongekende hoogten zou stij gen en als het ware half Europa ver overde. Een vereniging, die het zangleven tot het uitbreken van de oorlog bijna volkomen beheerste. Niet alleen, dat de ogen van heel West Friesland op haar gericht wa ren. Gans Nederland, ja zelfs vele landen in Europa, die van het bê- staan van West Friesland niet afwis ten, waren in verrukking over de zang. die door deze eenvoudige boe renmensen ten gehore werd gebracht. Het was de zangvereniging „Jacob Kwast" uit Wognum, onder leiding van de helaas te vroeg overleden heer Willem Saai. die dit volbracht. En zelfs nu nog. ettelijke jaren la ter, met de verschrikkingen van twee wereldoorlogen achter ons. brengt al leen het noemen van de naam ..Jacob Kwast" véle tongen in beweging. Het moet dus wel iets bijzonders geweest zijn. Dat dit inderdaad het geval is. ontdekten wij in het onder houd. dat wij met "enkele oud-leden van dit koor hadden. We hadden het geluk in Alkmaar iemand te ontmoeten, die vanaf haar dertiende jaar. toen ze de schoolban ken verliet, tot haar trouwdag de eer- se période van de ..Wognummers" heeft meegemaakt. De tijdi waarin nog geen sprake was van buitenland se reizen, maar tevens de periode, waarin het koor alleen bestond uit Wognummers, in tegenstelling met la ter, toen velen uit heel het Noorden er m meezongen. De liefde tot de zang werd de Wog- nuiumers als het ware gedurende de schooljaren met de paplepel ingege ven, vertelde ze ons. De grondslag werd gelegd door meester van de A- beelc. die sinds jaar en dag de kinde ren elke schooldag liet beginnen en eindigen niet zingen en ze in de noten thuis maakte. Op die grondslag kon Willem' Saai verder bouwen, toen hij directeur werd van „Jacob Kwast", 'ook al een Wognummer. die jaren eerder in Wognum zijn sporen op mu- zikal gebied had verdiend. WILLEM SAAL Een eenvoudig monument houdt in Wognum nog de herinnering levendig aan deze fruitkweker, tuinder en boer. die een uitzonderlijke gave moet heb ben gehad om zijn koor tot zulk een hoogte te kunnen brengen. Een man. die onbewust moet hebben geweten van „mental training". Want tot vlak voor het scherm opging, be reidde hij zijn koor voor, zodat niets hun aandacht kon verstoren. Het gro te moment als de Wognummers geheel geconcentreerd (zonder te moeten zoe ken in muziek of iets dergelijks) hun kunst voor de jury en het publiek ten gehore brachten. Het moet inderdaad een mooi ge zicht zijn geweest, als de zangeres sen. allen.in het Westfries, met de gouden kap op. voor het voetlicht traden. Ook vrat dat betreft, wist de directeur waar- hij staan moest. WILSKRACHT EN OPOFFERING Onder het genot van een kopje thee werd het ons duidelijk, dat het niet alleen de leiding van de directeur is geweest,; die het succes bewerkstellig de. Er moet daar ongeveer 'een halve eeuw terug een groep vrouwen en vitamine A preaparaat, waardoor de betekenis van het product voor de voeding in belangrijke mate wordt vergroot en het belangrijkste verschil in gebruik tussen margarine en boter een kwestie van smaak is geworden. Een rescent opinie-onderzoek wees jnmiddels uit, dat ons volk voor ver reweg het grootste deel van oordeel is dat het in het afgelopen jaar genoeg te'eten kreeg. Daarmee wil allerminst gezegd zijn, dat men het voedingspeil niet aanzienlijk zou willen opvoeren. De verhoudingen van de verschillen de voedingsstoffen in ons diëet zijn niet ideaal eh zullen, al naar gelang dit mogelijk wordt, moeten worden ge wijzigd ten gunste van meer vet en eiwit, terwijl voor een ideale voeding uiteraard ook de hoeveelheden zullen moeten worden verhoogd. Temidden van de grote moeilijk heden van Europa, waarvan de voed selvoorziening zeker niet de gering ste oplevert, biedt Nederland op voe- dingsgebied een beeld van betrekkelij ke rust. Het is zeker geen land van over vloed, maar wel een land, dat alle middelen gebruikt om ieder zo goed mogelijk het zijne te geven en in dat streven in redelijke zin slaagt. PRETTIG VOORUITZICHT Waltèr Wincliell, de be kende Amerikaanse publi cist, heeft Zondagavond te New-York voor de Ameri can Broadcasting Company voorspeld, dat indien een deel van het Rode leger Griekenland zou binnendrin gen. Europa zijn eerste atoombom zou krijgen. mannen geweest zijn, die alles voor hun vereniging over hebben gehad. Onze zegsvrouwe had nimmer een repetitie over geslagen. Slechts één keer was het gebeurd, dat ze een kwartier te laat was. En niet alleen zij. Dit gold voor het hele koor. Feesten werden or om uit gesteld. Slechts op bepaalde avonden mochten de vrijers komen, want als er repetitie was, moest al het andere wijken. Dat was niet zo maar één avond in de week. Herhaaldelijk werd er drie maal gerepeteerd. Slechts als de. generatie van tegen woordig zich óok eens zulke opoffe ringen wil getroosten kan er weer iets grofits tot stand komen. 1 Zei werd de koorzang steeds vol maakter, waar nog bij kwam, dat men in de persnon van Grietje Slagter over een solozangeres beschikte van bui tengewoon formaat. WOGNUMMERS BRENGEN HET PALEIS VOOR VOLKSVLIJT IN VERVOERING Door deze volharding kwam het uit een veertigtal leden bestaande koor zo ver, dat het kon deelnemen aan de Nationale zangwedstrijd. „Wat voelden we ons nietig, toen we achter de coulissen stonden en er op het toneel van die reuzenkoren optraden, die over zo veel meer ge luid beschikten dan wij. Bestuur en directeur waren drnk in de weer ons te kalmeren en gerust te stellen. Ein delijk was het dan zover. We zongen onze twee nummers: „De Zee" en ..Woudgedachten". Ik ken ze nog. De zee was niet helemaal vlek keloos. maar in Woudgedachten wa ren we er reusachtig in. vooral Griet je Slagter. De menigte in 't „Paleis scheen dol. zo werden we toegejuicht. In zenuwachtige spanning werd de uit. slag van de jury afgewacht. Toen de uitslag luidde: „Jacob Kwast, de eer ste prijs" waren we niet meer te hou den. DE INTOCHT IN WOGNUM Nadat 's avonds in Amsterdam was gezongen op de ere-avond, waar ova tie na ovatie werd gebracht, kwamen de Wognummers de volgende ochtend Iets over linkshandige kinderen 2 In de lagere klassen zien we deze omkeringstendenz dan ook vrij sterk optreden. Doordat het kind langza merhand een duidelijke en heldere voorstelling krijgt van wat het moet zeggen en schrijven, wordt dit gere geld minder. Maar bij ongunstige om standigheden, b.v. vermoeidheid, als dus de wilskracht om het goed te doen verslapt, treedt de oude neiging weer op en komt de omkering weer fe voorschijn. Door het maken van deze en ande re vergissingen en het herhaaldelyk gewezen worden op zijn „onhandige" gedoe, is het niet onmogelijk, dat de linkshandigen een gevoel van minder waardigheid krijgt. Dikwijls doet hij de dingen ook „stunteliger" dan de rechtshandige, niet, omdat hij stunte liger is, maar omdat het gereedschap waarmee hij moet werken, gemaakt is voor rechtshandig gebruik. Als het werkelijk, bij een uitgebreid onderzoek, zou blijken dat het aantal linkshandigen bv 10 pCt. zou bedra gen is er niet een aardig werkobject voor de fabrikanten van diverse ge reedschappen, om ook „linkse" ge reedschappen te maken. Het móge een troost zijn voor alle linkshandigen, dat een der onderzoe kers met zekerheid meent te hebben mogen vaststellen, dat linkshandigheid steeds met meer of minder artistiek talent of zelfs met genialiteit gepaard zou gaan. Hij noemt de namen van veel ge nieën. die allen links zouden zijn ge weest. Of dit werkelijk alleen een neven verschijnsel van de linkshandigheid is, of dat ook overcompensatie, d.w.z de drang om onder het juk van de minderwaardigheid vandaan te komen en daaraan met zoveel wilskracht te werken, dat men ver boven de rest uitsteekt, een rol speelt, is moeilijk te zeggen. Volgens deze onderzoeker zouden, om maar een paar namen te noemen: Michel Angelo. Leonardo da Vinei, Goethe, Nietzsche. Holbein. Heine. An- dersen en vele andere anderen links zijn geweest Hoe het zij. het is gewenst, onze linkshandige kinderen het besef bij te brengen, dat zij niet minder, doch slechts anders zijn, dan hun rechts handige makkertjes. in Wognum aan. Vermoeid, maar wel voldaan. Het hele dorp was in feesttooi. Van alle huizen wapperde de vlag, terwijl het muziekcorps ter ontvangst aanwe zig was. We waren allen één. Niet alleen de leden van de zangvereniging maar heel Wognum. Het is de hele dag feest geweest. Niemand werkte! ..Jacob Kwast", de Wognummers waren met een slag geworden tot een middelpunt van het zangleven in Ne derland. TOURNEE IN NEDERLAND Een drukke tijd kwam toen voor ons aan. In vele plaatsen van het land werden we uitgenodigd. Allereerst na tuurlijk in Noordholland, maar daarna in Arnhem, waar we heerlijke dagen doorbrachten en o.a. ook in het bos en op het kasteel zongen', in Maas tricht, waar de gasten waren van de „Maarstrichter Staar", kortom te veel om op te noemen. De echte glorietijd, de tijd van de buitenlandse reizen maakte ik ech ter niet mee. Het leven riep. we stap ten in het huwelijksbootje en ik ging uit Wognum weg. Maar deze tijd is één van de mooi ste van mijn leven geweest. Dat was met allen zo, die door omstandighe den ook de repetities en de uitvoerin gen moesten missen. Want nog na zo veel jaren is het zo, dat als oud-leden elkaar ontmoeten," ze direct de stem ming terug hebben, die jaren lang in „Jacob Kwast" heerste. Dan voelen we ons weer jong worden. Het is on vergetelijk geweest. Jan de Hariog verbiedt een opvoering van „Skipper next to God" Volgens de „Daily Express" heeft da Nederlandse auteur Jan de Hartog te legrafisch 'n weldadigheidsvoorstelling van zijn toneelspel „Skipper n'ext to God" te New-York afgelast, daar da opbrengst door de hoofdrolspeler John Garfield, een aanhanger van de Liga van Ben Hecht voor een vrij Palesti na. aan deze'liga zou worden afgedra gen. Toen de Hartog in de „Daily Ex press" deze uitvoering zag aangekon digd, telegrafeerde hij direct naar New-York, dat hij niet wilde, dat het stuk voor Anti-Britse propaganda wordt gebruikt. Inmiddels heeft de Hartog te Londen bericht ontvangen, dat de weldadig heidsvoorstelling niet door gaat. De gewone voorstellingen vinden wel voortgang.. De toneelschrijver Ben Hecht, de belangrijkste figuur in de liga voor vrij Palestina, heeft eens gezegd, dat de Amerikaanse Joden iedere dag. dat 'een Engelsman in Palestina wordt ge dood. als een feestdag beschouwen. De Hartog's toneelstuk gaat over een schip met Joodse emigranten, op weg van Duitsland naar de VS. Wanneer hun geen toestemming tot landen wordt gegeven, laat de kapi tein het schip zinken, daar een Ame rikaans oorlogsschip in zicht is. in d« hoon dat de passagiers opgepikt zul len worden en zo toch in de VS zul len komen. I rbdWrogrammc DINSDAG 6 JANUARI 1948. NA 16 UUR. Hilversum I - 301 m. 16.00 De Zonnebloem; 16.30 Zieken- lof; 17.00 Voor de jeugd; 1715 En semble „Alma Musica"; 17.45 en 18.30 Regeringsuitzending; 18.00 Franse dans orkesten; 18.20 Sportpraa'Jë* 19.00 Nieuws; 19.15 Internationale chan sons; 19.30 Radiogenes. avo*-*-—~n van een jonge aetherschuimer; ,ft ^-ge- ringsuitzending; 20.00 Nieuw 20.12 .Liefdes Listen en lagen, vroli zang spel van Henk Badings; 2215 Avond gebed: 22.30 Nieuwsberichen; 23.00 Hongaars strijkkwartet. Hilversum II - 415 m. 16.40 De scholbel; 17.00 Dat kun jij ook, Neerlands beste musici spelen voor de jeugd; 17.30 The Skymasters; 18.00 Nieuws; 18.15 Tom Erich, piano; 18.30 Lezing RVU; 19.15 Beroemde lie derreeksen; 19.45 Radiokrant voor werkende vrouwen: 20.00 Nieuws: 20.15 Bonte Dinsdagavor.dtrein; 21.30 Contact; 22.15 Buitenlands weekover zicht; 22.30 Beroemde liederreeksen: 23.00 Nieuws. WOENSDAG 7 JANUARI 1948. VOOR 16 UUR. Hilversum I - 301 m- 7J)0 en 8.00 Nieuws: 7.30 en 8.15 Gram.muziek; 7.45 Een woord voor de dag; 8.30 Werken van Mozart; 9.00 Op radio-ziekenbezoek; 9.30 Vrolijke morgenklanken; 10.00 Zangrecital; 10.30 Morgendienst: 11.15 „Straat Ma- gelhaens", hoorspel; 1215 Stfcfmuziek- corps der Amsterdamse politie; 13.00 Nieuws; 13.15 Programmatische piano muziek: 14.00 Continental-quintet; 14.30 Gemengd omroepkoor; 15.15 Ensem ble „Donauklanken"; 15.45 Voor de kleuters. Hilversum II - 415 m. 7.00 en 8.00 Nieuws; 7.15 en 815 Gram.muziek; 8.50 Voor de huisvrouw 9.00 Klassieke muziek; 10.00 Morgen wijding; 10.20 Kookpraatje; 10.45 Voor dracht; 11.00 Populair non-stop' 12.00 Orkest Carlo Carcassola; 1233 Voor het platteland; 12.43 Kilima Hawaiians 13.00 Nieuws; 13.20 Ensemble Vincen- tino; 14.00 Gesproken portretten: Hen- riëtte Roland Holst; 14.15 Jeugdcon- cert uit Alkmaar; 15.09 .Humoer om Dikke Dries", hoorspel voor de jeugd; 15.30 De Roodborstjes; 35.45 De Re genboog. FEUILLETON door ROBERT TRUMBULL HET VLIEGTUIG smakte op de op pervlakte van de zee neer met een klrp als van een reusachtige hand p het water. Meteen overdekte een wa terzuil het glas voor mij, en benam mij zodoende een ogenblik lang alle zicht. Twee harde stoten, en het vlieg tuig kwam tot rust op de traag rij zende en dalende golven. Ik had een uitstekende landing gemaakt. Terwijl ik van mijn zitplaats over eind kwam, plotseling bezorgd over Gene, Tony, het vlot en een hele reeks bijzonderheden die zich in deze overladen seconden alle tegelijk aan mij opdrongen, was ik mij er van be wust dat elk ogenblik een golf een vleugel af kon rukken van de nu kalm op en neer wiegende machine met al de gevolgen van dien. De zee, die «r van boven af zo effen en stevig uit had gezien, was plotseling een graaiend en gulzig monster dat zijn prooi heen en weer schudde alvorens het te verslinden. Ik wist dat onze kleine drie-mans bommer onmogelijk lang kon blijven drijven. Het is niet bijster moeilijk een landvlicgtuig op het water neer te zetten, maar dit zwaar gepantserde oorlogstuig is niet op drijven bere kend. Ik yras dan ook niet van plan langer dan nodig aan boord te blij ven. Ik sprong zo vlug als ik kon op de linkervleugel om het vlot aan te ne men van Tony Pastula, mijn bombar dier, en hij was er al om het my aan te reiken, zonder een ogenblik te ver spillen. Gene Aldrich. mijn telegrafist c- kanonnier, hees zich uit de ge schutstoren en was met zijn uitrus ting bezig. Ik was reeds druk doende de gaskraan van het vlot open te draaien, die vast scheen te zitten. Plotseling was er geen vliegtuig meer. Ik kwam eensklaps tot de ont dekking dat ik al water trappend in myn zwemvest hing. Het zinken van dat vliegtuig leek wel toverij. Het ene moment was het er, en iif het vol gende was het verdwenen; en er bleef in onze wijde, natte, snel donker wor dende omgeving niets anders over dan wij drieën en een stuk rubber, dat nog geen vlot was. Natuurlijk sleurde de machine alles mee wat de jongens in hun wel ge- diciplineerde haast bijeen hadden ge graaid uit de noodvoorraad en de uit rusting. Ik zou al spoedig gewaar wor den dat de worsteling om ons leven af zou hangen van de „rommel" in oir- ze zakken, de aan het vlot bevestigde gereedschappen, waarvan de waarde vrijwel* nul was, en van het gebruik dat we zouden weten te maken van de kleren aart ons lijf. Al die dingen bewezen ons nuttige diensten tot ze ons één voor één werden ontrukt door de grote, ongrijpbare vijand die wij bestreden, en dan bleef ons geen ander wapen dan de geest, tot ook die werd aangetast door het bederf waaraan hij onderhevig is. F.indelijk slaagde ik er in het vlot op te blazen, dat echter onderstebo ven op het water kwam te liggen. Gelukkig was er een stevig touw aan bevestigd, en zodra het vlot geheel en al opgeblazen was. grepen we ons aan dat touw vast. Ik hing aan de boeg en deed mijn uiterste best om het vlot te keren, terwijl de beide anderen zich er aan vasthielden, zodat wij niet alleen door het lompe vaar tuig, maar tevens door elkanders ge wicht gehinderd werden. Nadat ik een kwartier of twintig minuten ge worsteld had, terwijl de zee mij in het gezicht sloeg en mijn mond met zout water vulde, slaagde ik er ein delijk in het vlot om te wentelen. Ik kan me niet meer precies herinneren of ik al dan niet pogingen deed om aan boord te komen. Ik herinner me slechts dat het vlot kantelde en dat ik vurig verlangde er op te klimmen. Het touw was aan de zijkanten be vestigd en de beide anderen, tegen over mij, hielden zich er krampach tig aan vast. Het vlot woog hoogstens 20 kilo, en hun gewicht deed het op nieuw omslaan, over hen heen. Al mijn werk was voor niets geweest. Ondertussen hadden we reeds een hele tijd spartelend en kuchend in het water gelegen, en raakten aan het eind van onze lfrachten. Zodoende gaven we onze pogingen op en hingen aan het touw om uit te rusten. Inmiddels was het vrijwel donker geworden, doch onze ogen begonnen er aan te wennen en we konden vrU behoorlijk zien niettegenstaande de duisternis. Gene was de eerste die sprak. „Ik weet een manier om 't ding om te keilen", zei hij, nog ietwat buiten adem. Deze kalme woorden, gesproken in de lichtelijk lijzige tongval van Mis- souri en geuit met een onverschillig heid alsof hij het over een weerbarsti ge maalmachine op het bedrijf van zyn vader had, brachten ons probleem tot de juiste proportie terug. „Op de een of andere manier moe ten we een oplossing vinden", zei Ik. Tony kwam tussenbeide. „Natuurlijk", zei hij, een mondvol zeewater uitspuwend. ,.'t Beste ls. dat we onze jassen uittrekken, ze aan el kaar binden, de bundel aan het ene eind van het touw aan de ene kant van de boot vast maken, het hele ge val over de onderkant van de boot gooien, en dat we dan met z'n drieën naar de andere kant zwemmen, en zien of we'm niet om kunnen halen op die manier".. Op het ogenblik zelf dat hij het zei, wist ik, dat het de enig juiste oplos sing* was en ik vond het vervelend dat ik zelf niet op het idee gekomen was. We bonden de jassen aan elkaar zo als Tony had voorgeslagen, ploeterden naar de andere kant ca trokken, «n jawel! het vlot wentelde en kwam met een geruststellende plof op het water neer. „Jullie blijven hier en houden 't ge val vast, terwijl ik aan de andera kant aan boord klim" zei ik. Eenmaal aan boord, hees ik de beida anderen een voor een bij de polsen op en voor het ogenblik althans wa ren we aan het eind van onze moei lijkheden. Ik keek om me heen ea kwam tot de slotsom, dat een troost was nog in leven te zijn, hoewel ik niet weet waarom op dat moment juist die gedachte bij mij opkwam Terwijl we in het duister dicht bij elkaar kropen, probeerden warm ta blijven en de wind ons de doorweekte kleren tegen het lijf drukte, waren we geen van allen mismoedig. De had vertrouwen in de zeewaardigheid van het vlot en de beide anderen waren er van overtuigd, dat we de volgende morgen opgepikt zouden worden. Wel werd er bitter geklaagd over het ver lies van onze cigaretten en lucifer*, die natuurlijk door het lange verbluf in het water onbruikbaar waren ge worden. Zelf had ik ook graag aan sigaret gehad, maar bovenal verlang de ik naar een kop hete koffie. •Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1948 | | pagina 3