Canada, land van belofte voor Nederlandse boeren YUjuuwJl uit (U d^eAwirJcel Kent U het leven van deze vogels '2# Zal export op coöperatieve basis mogelijk zijn? 34 Dagen op een reddingsvlot Naar verre landen In Iwee jaar kan een emigranl daar een eigen bedrijf hebben In verband met dt volkomen on mogelijkheden om al de grondzoeken- de boeren ook ipaar ooit te kunnen helpen is de emigratie van boeren dringend. Weliswaar zal onze indu strie mettertijd in staat blijken te zijn de boeren-zondrr-land op te nemen, doch daarmee is de boerenzoon niet tevreden. Een boer in een fabriek voelt rich merendeels als een schip per op de wal; bet mag aardig zijn voor een korte poos bevrediging schenkt het r.iet. Hoewel ook andere vreemde landon Ir. min cf meer beper- te mate mogelijkheden bieden voor on- ae boeren en tninders, is het toch voor al Canada, dat zijn grenzen vrijwel onbeperkt beeft opengesteld voor Ne derlandse boerenmens. En, het mag gezegd, worden, zij m*ken er een ruim gebruik van. In de eerste helft van 1948 zullen er wederom ongeveer 8990 Nederlandse boerenzoons (inclu sief hun familieleden) naar Canada vertrekken, om er een nieuw, beter bestaan op te bouwen, een bestaan op een eigen farm in een land, dal bene sen heeft vaderland te kunnen z-'ju In enkele artikeltjes zullen we een en ander vertellen over Canada, hel land zelf. zijn geschiedenis, histori- bevolkmg en zijn boerenstand. „IK 4V1L NAAR CANADA?" Hel merendeel der adspirant-emi- 2rant?n is nog niet op de hoogte van de weg. die zij moeten bewandelen Op de allereerste plaats schrijven men naar de Stichting Landverhuizing Nederland. Lange Voorhout 20 te Den Haag. Men ontvangt enkele formu lieren ter invulling cn daarmee is dan de eerste stap gezet Het emigratie wagentje rolt dan wel verder. Men kan belet vragen op het Canadese lm migratie-kantoor, Sophialaan lb Der. Haag. Dit kantoor is een afdeling van de Canadese Legatie. Ook hier ver schaft men vele inlichtingen. Vanzelf sprekend moet men over een pas be schikken. een bewijs van Goed Ge drag. een gezondheidsattesl, plus een paar honderd gulden voor de over tocht. Loopt emigratie naar andere landen vaak spaak op de geringe passage-mo gelijkheden, anders is het met Canada waarop ook in de lente van 48 weer speciale emigratieschepen gaan va ren. Het vervoer betekent dus geen moeilijkheden. Anders is het met de deviezen. De Nederlandse Bank, die op advies van eerder genoemde stichting een devie- zenvergunning verleent is erg zuinig en veelal liet Nederland zijn beste zonen in hun hemd staan. Overi gens. zolang een pionier een hemd aan heeft, mag hij nog niet klagen. Overigens schijnt ook hierin enige verandering te zullen komen. Van wel ingelichte zijde vernamen wij dezer dagen. da', de kans groot is. dat de boe ren. d:c wensen te emigreren, wat rui mer met deviezen worden uitgerust. Laten wc het hopen. «ch blijkt er veel misvatting te heersen over emigratie in het alge meen. Al te gemakkelijk denkt men: ik heb tien duizend gulden èn daar mee ga ik in Canada eens een aardig boerde.-; beginnen. Da« gaat niet wart. (he tienduizend gulden zult pc grotendeels achter moeten laten. 'Cc kunt er enkele nieuwe costuumr vnn aanschaffen, het laatste dwang bevel opvolgen en de rest-.ten ge schenke geven aan goede vrienden In Canada zult ge opnieuw moeten be ginnen. Behalve degenen, die er door een familielid te paard worden ge zet. moet d,> Nederandse boerenzoon die naar Canada vertrekt, er op re kenen, dat hij een paar jaartjes in loondienst zal moeten werken. Van zijn loon moet hij zoveel mogelijk spa ren en met dat geld kan hij dan zijn eigen gedoetje beginnen. „Ut zcl urn wel an moin leggc", zoi Kees. „maar ik ken ut niet meer bai- houwe. Ut iene ouger.b'ik lees je u! zo en ut are is ut net weer rarie- contrarie Een weck of wat leden stonde er gcole verbale in de krant, dat de sigerette duurder worre zou- we. Afoin, prak bezeerde ik bai m'r oigen. den. koup ik nou op al m'r bonne sigerette. Dat ik heb dat een week of wat dein. Een segaartje er bai en ik heb een beetje zuinigies an dein. dat ik doch*, as die dinge nou duurder worre; den ben ik ze op voor en den rouk ik toch nag een toidje s^edkoMpere sigerotte as een aar Maar leit me deer nou een dag of wat leden in de krant staan, dat de sigerette niet duurder worre zelle. maar goedkouper. ïk bad toch oigeluk verlegen de straal in toe ik ut las." W.ai kenne Kees en we wete. dat-ie naga! op de penning is, dat wai hadde lol. dat "voel je Maar Klaas gaf Kees geloik. Weer ut um zit, weet ik niet." zoid- le maar ze loike wel gek. Das nou met de prois van de sigerette zo. Maar hoeven! keer zouwe die dinge nou al niet van de bon gaan hewwe Den weer wel en den weer niet. En nou een toidje leden stong er zo'n berichie in de krant, dat de suk- kelaadreoe zou je zo koupe kenne as ze vult wazze. De rest bleef op de bon. Persies twei dagen later lees je weer. dat de sukkelaadpositie zo slecht is. dat je allien maar gevulde repe op de "bon kroige kenne. De rest hiUemaa-1 niet. Nou. knoup er maar een touw an vast." „Ut is ut toppunt", zoi de barre- bier noidig. .Want nou hewwe jullie ut nag maar over berichte van sige- 'rette en sukkelaad. Maar over be- langroiker dinge is ut al net zo. Neem nou die jöos, die uit Indië terugkom- me zouwe Op die en die dag zouwe ze ofzwoie. Alle mogelukke maatrC- gele wazze al nomen om de demobi lisatie zo vlot mogeluk verlope te lcitcn. Efkos later komme de berichte in de krant, dat ut toch nag wel efkes dure ken. Gevolg, die jöos noidig, de frtnilte noidig en oigeluk alleman nodig. Want wat is dat nou weer voor een gezanik? De mensen rake op de non." „En je zouwe zo wel deur gaan ken ne," bromde Kees. „Ut brood wordt slechter, ut brood wordt beter. De ougst zei slecht weze. de ougst zei best weze. Er;zelle te kort eerappels weze. of er zelle er le veul weze Je zouwe razend worre op die kraofe- kirrels.' ..Die krantekirreis?" zoi de ba-iC- bier. „Die krantekirreis? Docht je dat ut um deer zat? Ut is mogeluk Vaar ik gelouf veul perder. dat ut urr in de beroerde voorlichting zit. die ze an die krantekirreis geve. En meskien benne er wel te veul bero's. want den hei je ut nag al detus. dat ut iene bero ut zo zoit en ut are zo. Maar dat benne we tooft wel sla gaar met mekaar iens. dat ut za een rommeltje is en dat we zo oigeluk nergens meer op an kenne. Want as je nou weer ut ien of are bericht in de krant leze over proisverho.uging of verleiging. den begin je al bai je oigen te zeggen: „Ut kon wel derus net aarsom weze as ze ut skroive. As ik nou wist, dat een brief niet al te lang werk had om bai de Voorlichtings dienst te kommen, voelde ik er toch wel vooi" om' er een lcccr over te skroiven." „Den kon je d'r wel bai skroive. dat' de lui uit de skeerwinkel d'r loif vol hewwe van alle voorbarige berichies. We houwe er niks van elke keer be lazerd le won-" besloot Janus de timmerman. FIGARO. HET VALT WEL MEE Nu' moet men de spaar-mogelijkhe- den en het noodzakelijke beginkapi taal in Canada niet vereenzelvigen met die in Nederland. De Winkelbe diende die van zijn overgespaarde cer.t jes 'n zaakje wil beginnen in ons g6e- de (maar doodarme) vaderland, zal doorgaans twee mensenlevens nodig hebben om zijn droom te kunnen ver wezenlijken. In Canada daarentegen verdient men niet alleen een goed loon. doch de levensmiddelen zijn er ook vrij goedkoop, zodat men wel de gelijk knap kan sparen. Bovendien krijgt een goede boer gemakkelijk hoge credieten. Het leven is*er inderdaad ook iets duurder geworden. Voor hetgeen men in 1939 100,- moest betalen, telt men nu ongeveer 160.neer. maar het loon hield hiermede gelijke tred zodat ook de eenvoudige arbeider er op een hoge weistandsgrens leeft. Da lor.en in het boerenbedrijf lopen sterk uiteen. Een gemiddelde is moeilijk te geven. Een loon van 25.voor een flinke boerenknecht is echter zeker normaal. Uit briefwisseling met Neder landse emigranten blijkt nu. dat men voor ongeveer 7.een prima kost huis heeft en dat S 6 per week ruim voldoende zijn om kleren aan te schaf fen, zijn biertje te drinken, een si garetje te roken een klein uitstapje te maken enz. Een boemelbaron komt natuurlijk handen vol geld te, kort, doch de normale mens. die weet daarvoor hij werkt kan vrij eenvou dig gemiddeld 12.— per weck over houden. In 2 jaar vormt dit een oaar- centje van 1248.en als men dan in die periode blijken heeft gegeven zijn vak te verstaan, krijgt men zeker voldoende credict om een eigen boer derij te kunnen beginnen. In deze berekening is dan geen reke ning gehouden met de bijzonder hoge weeklonen, die in de drukke oogsttijd worden betaald. Kan men bovendien in eigen gezinsverband leven en werkt moeder de vrouw af en toe een handje mee. of zijn de kinderen al volwassen, dan kan men in 2 jaar tijd nog aan- mi w M r, tr» >W. iwSBp fiSEJ a.' In het Oranjehotel te Bergen zal 27 Januari een lezing met lichtbeelden worden gegeven over het natuurleven in de omgeving. Ook de hierboven afgebeelde vogels zullen worden besproken. Kent U ze? 27 Januari zult U alles van hen te weten kunnen komen! zienlijk meer hebben gespaard. Zo ziet men dat inderdaad de moge lijkheden wel degelijk aanwezig zijn. DE BEVOLKING De Nederlander voelt zich in Ca nada zeker niet als een kat in een vreemd pakhuis. Wat U niet wist is dat er al 220.000 Nederlanders in Ca nada wonen en dit aantal neemt thans nog jaar in jaar uit toe. Maar daar over de volgende keer. Mocht U spe ciale vragen hebben, da.i schrijft U maar weer naar de emigratie-redac tie van dit blad. Afgesproken? (wordt vervolgd) Ontevredenheid onder bollenkwekers Nodig is het, want de winst komt nu niet bij de kweker I Naar aanleiding van het onderhoud, dat we onlangs hadden met de heren Amels en Koorn over de tentoonstel ling van tulpen in Winkel en waarbij ook andere zaken ter sprake kwamen, die de bollenkwekerswereld in beroe ring brengen, hebben we ons licht nog eens opgestoken bij de secretaris van de afdeling Winkel, de heer Koorn. BAAS IN EIGEN HUIS. Evenals onder andere groepen tuin ders (wij denken aan de oprichting van een coöperatieve zuurkoolfabriek te Avenhorn) heerst hier ontevreden heid. Het zijn nu de bollenkwekers. Men verdraagt het slecht, dat de win sten der handelaren en exporteurs zo hoog zijn, terwijl de noeste arbeid op het land moet worden verricht. Reeds tal van jaren is het zo ge weest. dat men voor het veilingge bouw. b.v. te Hillegom, reeksen van do meest luxueuse auto's ziet staan, terwijl de bollenkwekers, mede ten gevolge van de saneringsmaatregelen, het dikwijls niet best hebben. Het geeft inderdaad te denken, dat de winst op de geëxporteerde bollen niet minder dan veertig percent be draagt, terwijl de export naar Ame rika een winst oplevert van zestig percent! Niet alleen dat het Hollandse product daardoor in het buitenland nodeloos duur wordt, waardoor de invoer in die landen kleiner wordt dan wenselijk is, maar o.i. kon van deze exportwinst gemakkelijk een deel der saneringsmaatregelen worden gefinancierd, die thans op de ruggen der verbouwers worden afgewenteld. Het is dus begrijpelijk, dat de bol lenkwekers vurig verlangen zelf te gaan uitvoeren en de afdeling Win kel heeft dit idee. die trouwens al 1 eerder door anderen is gepropageerd, in een vergadering van de boilenkwe- kersvereniging „West Friesland", op- piouw voorgedragen. Grote moeilijkheden. De heren ontveinsden zich niet. dat er grote moeilijkheden te overwinnen zouden zijn, daar de handel de export geheel in handen heeft, tengevolge van een verordening, die onder een vo rige minister is ingesteld en die nog steeds van kracht is. De tegenwoor dige minister staat echter niet on sympathiek tegenover de gedachte van coöperatieve export. Verordeningen worden echter nooit voor eeuwig vastgesteld en ook hier in kan dus verandering komen. Maar„. Ook dan zullen er nog vele moeilijkheden zijn. Want in de bol- lenhandel kruipen enorme bedra gen en men moet in de buiten landse handel goed ingevoerd zijn om resultaten te bereiken. Dat bewijst alleen reeds het feit, dat op het ogenblik niet minder dan 57 reizigers uitgestuurd zijn naar Amerika om daar afzet voor de bollen te vinden! Als men dan nog weet. dat de twee voornaamste uitvoerende firma's voor twee en een half millioen uitvoeren en Westfriesland alleen reeds meer dan het dubbele voortbrengt, dan be grijpt men. dat er ontzaglijke vraag stukken opgelost zullen moeten wor den. te meer, daar de vereniging prak tisch geen vergunning om te expor teren in handen kan krijgen, anders dan door aankoop. En men begrijpt tevens, dat de bol- lenexporteurs niet gaarne genegen zullen zijn om een vergunning uit handen te geven, die een coöperatie in handen zou vallen. Men haalt toch immers niet graag het paard van Troje binnen! Het is dus nog geenszins zo. dat het voorstel van de afdeling in een vloek en een zucht verwerkelijkt zal worden. Maar als symptoom achtten wij het uitermate belangrijk. De landbouw ontwaakt. Alle grote dingen hebben immers een moeilijke geboorte. Wellicht zal het zelfs zo zijn. dat de resultaten niet direct bemoedigend zijn. Daar kunnen de coöperatieve zuivelfabrie ken één en ander over vertellen. Dat is echter geen reden om bij de pak ken te gaan neerzitten. Integendeel. Misschien zal het nog jaren duren eer de gedachte van de bollenkwekers werkelijkheid is geworden. Er is een tijd geweest, dat minister Steenberge kwam spreken op een vergadering van bollenkwekers. Hij was een beetje laat. En het gevolg was dat hij voor zijn auto bijna geen plaats kon vinden. Zoveel auto's van han delaars en exporteurs stonden er. De vergadering ging over het verlenen van Rijkssteun aanhandelaars en exporteurs Nog steeds rijden de grote bollen- mannen in schitterende wagens. Nog steeds is de bollenh^ndel voor een groot gedeelte winsthandel en steeds wordt getracht de grote winsten voor zichzelf te houden en de verliezen op anderen af te wentelen. Anderen. Dat zijn in dit geval de mensen, die het product voortbren gen. Het streven in de landbouw, om te komen tot coöperatieve zuurkbolfabri- cage, tot coöperatieve groentehandel. tot coöperatieve bollenexport is een symptoom voor de ontwakende land en tuinbouw, dat wij met grote be langstelling en sympathie gadeslaan. Om met een variant van Zola te eindigen: „Dé gedachte aan het baas in eigen huis zijn is op weg. Niets aal haar kunnen tegenhouden." Over de sanering in het bollen- bedrijf hopen we in een volgend arti kel een en ander te vertellen. (Wordt vervolgd.) Goede oriizen te Londen voor Hollandse meesters De veilingen van Christie en Solne- by te Londen hebben in 1947 een om zet van drie mililoen pond gehad. De Nederlandse meesters hebben daarbij een grote rol gespeeld, liet hoogste bedrag voor een schilderij was 6.930 pond voor Rubens' „Heilige Familie met St. John". De geschilderde bloe- menkalender van Jacob van Huysum volgde met 13500 pond voor twaalf stukken. Albert Cuyp's „St. Philip, een eunuch dopend" haalde 5250 pond. Een kleine de Hoogh 3570 pond. een Frans Hals 3360 pond en twee stuk ken van Jan van Os 3045 pond. Eerste helft wereldschaak kampioenschap definitief in ons land Naar wij van de zijde van de Ko ninklijke Nederlandse Schaakbond vernemen is het thans zeker, dat het eerste gedeelte van het schaaktour- nooi om het wereldkampioenschap, dat door loting aan Nederland wae toegewezen, in o .s land zal doorgaan. Waar de wedstrijden in ons land zul len worden gespeeld is nog niet ze ker. Een definitieve beslissing zal t-z.t. worden genomen. DONDERDAG 8 JANUARI 1948. NA 16 UUR. Hilversum I - 301 m. 16.00 Bijbellezing; 16.45 Orgelmu ziek; 17.00 Radio-jeugdjournaal; 17.30 Liederen van Roussel; 18.15 Voor de land- en tuinbouw; 18.30 Regeringsuit zending; 19.00 Nieuws; 19.30 Repor tage; 19.45 Regeringsuitzending; 20 00 Nieuws; 20.15 Studio-steravond; 21.30 De vaart -der volkeyen; 21.50 Met band cn plaat voor U paraat; 22.30 Nieuws; 22.45 Avondoverdenking; 23.00 Piano recital. Hilversum II - 415 m. 16.05 Reprises; 17.00 AVRO-kaleidos- coop: 18.15 Sportpraatje; 18.30 Les gars de Paris; i9.05 Avonturen van Tom Poes; 19.15 Pianomuziek; 19.30 Radio- Volksmuziekschool; 20.00 Nieuws; 20.1S Concertgebouworkest (Mozart, Brahms Martinu. Roussel); 21.30 „De Spion", hoorspel; 22.30 Gram muziek; 23.00 Nieuws. VRIJDAG 9 JANUARI 1948. VOOR 16 UUR. Hilversum I - 361 m. 7.00 en 8 00 Nieuws: 7.30 Morgen gebed; 8.15 Pluk de dag; 9.00 Piano sonate van Beethoven; 9.30 Mis in D, gr. t. van Bruckner; 10.15 Uit het boek der boeken; 10.40 Grerette-klan- ken; 11.00 De Zonnebloem; 11.35 Als de ziele luistert; 12.03 Liederen van Schumann; 12.33 en 13.20 Het orkest zonder naam; 13.35 Orkestmuziek; 13.50 Van man tot man; 14.00 Uit Neder lands glorietijdperk; 14.30 Mikrokos- mos van Bartok; 1500 Elck wat wils. Hilversum II - 415 m. 7.00 en 8.00 Nieuws; 7.15 en 8.15 Gram.platen; 8.50 Voor de huisvrouw; i.OO Klassieke muziek; 10.00 Morgen wijding; 10.30 Voor de vrouw; 10.45 Pianorecital; 11.10 Voorbracht; 11.25 Orgel en zang; 12.00 Pierre Palla; 12.35 The Skymasters; 13.00 Nieuws; 13 15 The Avrolians; 14.00 Kookpraatje; 14.20 Tweede symphonie van Dvorak: 15.00 Ons volk en zijn dichters (Jan Campert); 15.20 Filmmelodieën. FEUILLETON door ROBERT TRUMBULL Kennelijk was ons nietige, en boven dien oranje-gele vlot onzichtbaar op het zilveren pad. dat de ochtendzon over de zee spreidde. Het vliegtuig kwam dichter en dichter bij, tot t ongeveer een halve mijl van ons ver wijderd was. Tenslotte werd het ons duidelijk dal men ons niet had gezien. Het vlieg tuig passeerde ons. het geronk van de «notoren stierf geleidelijk aar weg, als de eindlonen van een dodenmars. Ik liet mij op de rand van het vlot zakken Gene en Tony leunden, met hun handen op de boorden, nog steeds zwakjes wuivend en naar de ver dwijnende machine starend alsof hun gedachten haar terug konden bren gen. De machine was nu nog slechts een vlek aan de hemel en er klonk geen ander geluid dan het gelispel der gol ven tegen het vlot. En dan was ook de vlek verdwenen, en wij voelden ons wanhopig verlaten in onbegrensde een zaamheid van hemel en zee en zon De jongens tieten zich op de bodem van ons vaartuig zakken, hun gezich ten uitdrukkingloos. Het heeft mij gespeten, dat ik op dat ogenblik mijn tong niet beter in bedwang had; het ontsnapte mij werk tuiglijkdenk ik. en ik herinnerde het me niet eens. lot Tony het later met bitterheid herhaalde: .Jongens, daar gaat onze enige en laatste kans". HOOFDSTUK TWEE Soms tijdens de lange uren van diep stilzwijgen, terwijl we hulpeloos in Zuidelijke richting dreven, dacht ik terug aan mijn laatste maaltijd aan boord van het vliegtuig:moederschip. In de mess van de onderofficieren heerste de gebruikelijke herrie, maar ik. Harold F. Dixon, assistent chef machinist bij de Marine Luchtvaart Dienst der Verenigde Staten, sprak amper. Het was de 11-uur koffietafel, en over drie uur zou ik met een klein bombardements-vliegtuig opstijgen voor routine-vlucht ter verkenning. Ik stond op en wendde mij om. op weg naar het zaaltje waar de piloten hun intructies in ontvangst nemen. Bij de deur bleef ik evenwel staan, draaide mij weer om en keek naar de tafel. We hadden dien dag selderij. De meesten onder ons gaven de voorkeur aan de malse harten, maar ik per soonlijk heb liever de harde stronken. Zonder san iets bepaalds te denken. slenterde ik naar de tafel terug, nam nog twee stronken selderij en at ze langzaam op. Toen ik hier later aan terugdacht, scheen het mij toe dat ik op deze of gene manier e rtoe werd aangespoord mijn lichaam te sterken voor een op komst zijnde beproeving. Dikwijls ook heb ik nadien overwogen hoe vreemd en hoe gelukkig het was dat ik aan dien aandrang gevolg gaf, want dit zou mijn laatste maaltijd zijn voor vier en dertig dagen. Ik kreeg gelegenheid te over om te wensen dat mijn voorgevoel, als het tenminste een voorgevoel was, een stap verder ware gegaan en mij had aangespoord een extra slok water te drinken. Terwijl ik de ziekenzaal" passeerde werd ik staande gehouden door een van de verplegers. „Wil je eens wat zien:" vroeg hij. „Ja," zei ik. „Er ligt een vriend van je hier." zei hij. en opende de deur. Ik keek naar binnen, en ontdekte de man die hij bedoelde. Hij lag plat op zijn rug op bed. wuivend met ar men en benen, en voortdurend tegen zich zelf pratend. Deze man was een van mijn beste vrienden. Hij had een uiterst gevaar lijk baantje jpn boord van het schip, en meer dan eens had hij met mij ge sproken over het risico dat hij liep een lelijke klap te krijgen. Het was inderdaad amper twee dagen geleden dat we er nog over gesproken hadden Hij vertelde mij toen wat hij zou doen in geval een bepaalde kabel brak. En nu. juist op deze morgen, was er iets gebeurd, en hij was lelijk op zijn hoofd terecht gekomen. Hij bevond zich op zijn gebruike lijke post en of de kabel in kwestie nu al of niet brak heb ik nooit ont dekt, maar in ieder geval liep hij een levensgevaarlijke schedelbreuk op. Mijn maag scheen ineen te krintpen Ik had sterk het gevoel dat iets op het punt stond te gebeuren. De dokters waren bezig te trach ten hem te onderzoeken. Hij sloeg al lerlei wartaal uit. Het was onmogelijk te verstaan wat hij zei: maar hij ra telde aan een stuk door, soms luid, en dan weer fluisterend. Ik vroeg de ziekenoppasser of hij dacht dat de patiënt het zou overleven maar de man liet zich er niet over uit en bepaalde zich er toe zijn hoofd te schudden. Opnieuw dat gevoel of mijn maag samenkromp. Ik dacht bij mij zelf: o-. ver enigen tijd bevind ik mij in pre cies denzelfde toestand. Ik kon mij zelf plat op mijn rug zien liggen met mijn benen in de lucht. Dan kwam de gedachte bij mij op: Deze man lijdt, te oordelen naar de manier waar op hij kreunt; er is gees telijk iets met hem niet in de haak e* zijn onderbewustzijn weet het. En ik overwoog bij mezelf; fk zal trachten al m'n lijden door te maken eer mijn geest het opgeeft, en dat ia dan de climax. (Wordt vei - olgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1948 | | pagina 3