WAT MOET UW KIND WORDEN? Is gewestelijke samenwerking tussen cultuur-minnende verenigingen mogelijk? De heer van Blyenhurah meent van wel enwijst een weg DE ELFSTEDENTOCHT VAN JIMMY BROWN 34 Dagen op een reddingsvlot Een gaaiie voor de verhoogde vermakelijkheidsbelasting Het onderhoud, dut wy met de heer r. Blyenburfh hadden over swarte p rij/en in de kunst, weer gegrven in ten vorig artikel, bracht, behalve de be/varen van de heer v. BI., ook dos andere dingen ter tafel. liet begon met een gesprek over de geringe belangstelling, die er in het algemeen is voor de werkelijke cul tuuruitingen en dot «eer zeker niet alleen in arbeiderskringen maar minstens even sterk Ja vaak mis schien nog sterker In de beter gesi tueerde kringen en bij de Intellectu elen. Wel amusement, maar geen cultuur. Er is over het algemeen veel te doen. Men kan aan het amusement gijn geld wel kwijt. Maar het ia amu sement, dat van wel heel licht gehalte Is. waarvan niets opbouwends uitgaat. Amusement Is er vaak genoeg, maar de goede kunst komt vaak te weinig tiaar voren. Men zoekt teveel LOL niet pret, We lezen gewoonlijk: de speler? deden de mensen in 4» giste- van de lach en waarmede bfrelkten re dat? En dat alles niet alleen op het ge bied van tcnee! en wat voor eabater gioet doorgaan, maar op ieder ter rein. Deels komt dat wellicht door de geringe belangstelling, deels ook door grote onwetendheid Deze onwetend heid is niet uitsluitend de schuld van het publiek zelf. De overheid, de staat heeft hier feitelijk een taak en wel het stimuleren van cultureel werk. Dat wil zeker niet zeggen, dat de •verheid als het ware cultuur moet ach-ooen. (de staat zelf in immers een cultuuruiting), noch dat de overheid een cultereel menu moet .samenstel len. waarvan de massa dan moge smullen. Integendeel, dat zou abso luut niet mogelijk zijn, want dat heb ben we gehad in het Derde Rijk. Maar wel zou de overheid min of meer de taak hebben op verschillende plaatsei (CentcaJn plaatsen) Bu- reaux voor cultureel en maatschappe lijk werk mogelijk te maken. Bu reau x. die over al deze zaken, de culturele verzorging van ons volk be treffende. van advies kunnen dienen •n uitvoering mogelijk zouden kun nen maken, en cultureel werk zouden moeten stimuleren. Dit zou zeker geen particuliere instelling (met wlnstbe- kunnen of mogen zijn (geen im presariaat). Samenwerking noodzaak. Er zou in de verschillende gemeen ten 'dorpen, etc.) meer samenwerking moeten komen tussen allerlei instan ties die thans maar al te vaak leder op eigen (kleine financiële) krachten Wat organiseren. Het gevolg is. dat biet steeds gevraagd wordt, welke avond het best verantwoord is. We gens te klein budget wordt dan nood gedwongen met minder kwaliteit ge noegen genomen Terwijl bovendien de besturen (organisatoren) maar al te vaak In het geheel niet thuis zijn op het gebied, waar ze zich nu op fnoe'en begeven. Wie kennen ze? Wat moet gebracht? Waar moeten ze zoe- kc, ohz. enz. Samenwerking, aldus de heer van Bleyenburg IS mogelijk. Hier zou een grote taak liggen voor de leiders van bovenbedoelde bureaux. Zij toch kun nen trachten „overkoepeling" te be reiken. Zij toch kunnen kunstavonden adviseren, die voor iedere organise rende instantie te kostbaar zouden rijn. maar door samenwerking moge lijk zouden worden. Want behalve een kwestie van organisatie is het vooral ook een kwestie van opvoeding van het publiek. Deze samenwerking kan zich uit strekken tot een groep van plaatsen maar ze kan ook veel verder gaan. Eelfs hele provincies omvatten, (zoals b.v. thans in Zeeland, in Overijsel en elders dergelijke stichtingen reeds Werken.) Het zou natuurlijk, gezien de provincie Noord Holland, niet doen lijk zijn heel Noordholland te gaan een bepaald aantal dagen aaneen in omvatten, daarvoor is de provincie te groot, terwijl vooral Amsterdam en b.v. Haarlem reeds culturele centra hebben. Maar een bureau dat b.v. van af Castricum tot Den Helder zou kun nen gaan werken (en zoiets op gang maken, eist natuurlijk veel. heel veel tijd, daar vooral in het begin iedere gemeente bezocht en geïnventariseerd zal moeten worden. Zo'n bureau zou reeds zegenrijk werk kunnen verrich ten. Moeilijkheden in de practyk? Op onze verdere vraag of de heer v. Blyenburgh in de practijk geen grote moeilijkheden verwachtte bij de verwezenlijking van deze ideëen. in verband met de verschillend» politie ke en godsdienstige geaardheid van ons volk, die samenwerking op schier alle gebied tot een ontzaglijk moei lijke taak maakt, antwoordde deze. dat er inderdaad wel eens enkele keer een moeilijkheid zou kunnen zijn. maar geenszins onoverkomelijk. Hij vertelde daarbij iets over het werk in arbeiderskampen, waarop wij bin nenkort nog terug komen. Cultuur toch is het bezit van het gehele volk (een uitvinding b.v. kan pas dan tot cultuur gerekend worden als de gemeenschap ze bezit) en cul tuur moet aan het gehele volk ge bracht worden. Het culturele werk dat onderscheidene verenigingen in verschillende gemeenten brengen, moet niet alleen ten goede komen aan een bepaalde groep, maar aan allen. Drt is van het grootste belang voor de gehele gemeenschap, want alleen oo deze manier zal men el kaar leren kennen, beter begrijpen en hopenliik ook waarderen. Cultuur kan een bepaald godsdienstig of politiek karakter dragen, maar in de meest# gevallen heeft de kunst noch met de politiek, noch zodanig met gods dienst iets te maken, dat dit niet door het gehele volk genoten kan worden. Economische noodzakelijk In ons vorig artikel hebben we er reeds terloops op gewezen, dat sa menwerking in economisch opzicht grote voordelen kan bieden, alleen al door besparing van reiskosten. Het moet toch mogelijk zijn in een be paald rayon een kunstavond te doen geven op allerlei plaatsen op aan eensluitende avonden (hier juist weer de overkoepelende en adviserende taak van het bureau). Een ensemble of een kunstenaar, die weet, dat hij een zekere omgeving kan geven, zal heel anders zijn honorarium bereke nen als voor één avond nu eens hier in N. Holland en de volgende avond in Groningenb.v. Er zit heel, heel veel aanlokkelijks in het denkbeeld van de heer v. Bi. als we daarbü nog bedenken, dat der gelijke tournée's of afzonderlijke kunstavonden, uitgestippeld door des kundige personen, het beste van het beste zouden kunnen opleveren. Nu is het nog maar al te vaak zo, dat een vereniging op goed geluk af een avond in elkaar zet.... en vaak ach teraf blijkt het een mislukking. Verantwoordelijk. Het spreekt vanzelf, dat dit werk buitengewoon verantwoordelijk werk is, en niet te licht mag worden op gevat. Dit is geen werk voor dilet tanten en ook niet voor een particu- lier-winstbejag bureau. Hier moet de leider volkomen onafhankelijk en vrij staan tegenover leder gezelschap en tegenover Iedere kunstenaar, of spre ker of wat dan ook. Daarom zou het een bureau moeten zijn; a.h.w. een semi-overheidsinstelling. En geen di lettanten, die dit gaan doen. Dilettan ten kunnen vaak wel aardig werk ver richten, maar uiteindelijk moet dit werk verricht worden door een des kundige, die zich geheel daaraan ge ven kan. Dit alles zal natuurlijk geld kosten (misschien ware de verhoogde vermakelijkheidsbelasting daarvoor los te peuteren Red.) maar aan de an dere zijde zou dit geld terugkomen door de kleinere uitgaven die dan ge daan youden kunnen worden. Wij ma ken ons sterk, dat reeds zeer vele organisaties nu al gaarne gebruik van zulk een instelling zouden willen maken bij het opstellen van hm pro gramma's. Deskundige hulp reeds mogelijk?? In ons gesprek met de heer van Bleyenburg bleek het ons, dat de Commissie Wieringermeer de beschik king heeft over zeer talrijke gegevens over onze besta gezelschappen, ar- tisten en sprekers en we vermoeden, dat de heer van BI. als secretaris on getwijfeld wel bereid zal willen zijn om samenwerkende organisaties of zij die willen samenwerken tot het bereiken van goede, cultureel verant woorde dingen van vóórlichting te dienen. Voorwaar een uitermate belangrijke zaak. Over het werk der Commissie in de Arbeiderskampen hopen we binnen kort. vergezeld van onze tekenaar on der leiding van de heer van BI. een reportage te brengen. S. Een dier baanvegers zag er echter wel heel armoedig uit. Zijn knieën en ellebogen staken dwars door *ljn kleding. HU droeg een slob berige, geruite jas, die eens heel lang geleden blijkbaar aan een pi keur had toebehoord. ZUu tenen ke ken uit de kieren van zijn schoenen en op zjjn hoofd droeg hy een wollen muts vol motgaten. Om dit gebrek goed te maken had hij er een grote pauweveer opgezet, die aeer bijdroeg tot de potsierlijkheid van zijn verschij ning. te die geest, maar we hebben even zeer verwonderd gestaan over de men taliteit. die er onder de jeugd heerst. Niet dat het sukkels waren! Om de drommel niet. Maar we konden aan voelen, dat het in de ambachtsschool te Alkmaar goed was. We hadden een ogenblik zelfs moeite ons voor te stel len, dat dit dezelfde jongens waren, die buiten zulke grote praatjes heb ben. Hier heerste een uitstekende sfeer. En dat is voor een school als deze wel uiterst noodzakelijk, wan neer men weet. dat de school op dag en avondcursussen door meer dan In Alkmaars ambachtsschool (I) Vakmensen zijn gewild en verhogen de welvaart Een van de vraagstukken, waarmee ouders en kinderen worstelen, als ze in de periode zijn gekomen, dat de kinderen de lagere school verlaten is ongetwijfeld dat der beroepskeuze. Gaan de kinderen verder en bezoe- zoeken ze een school voor uitgebreid lager onderwijs, dan staat de zaak wat anders, maar een groot deel onzer kin deren krijgt niets meer dan lager on derwijs. Naar de ambachtsschool Dan moeten ze maar naar de am bachtsschool! Waneer we dit zinnetje neerschrijven, houdt dit veel in. Want nog maar al te dikwijls is het zo, dat door velen dat ambachtsonderwijs niet wordt gewaardeerd en dat de am bachtsschool beschouwd wordt als een instelling, waarin de kinderen worden ondergebracht, omdat ze nog geen geld kunnen verdienen. O heilige onnozelheid! Wat een mis vatting! Want immers is het nog altijd zo. dat het ambacht in hoge eer be hoort te staan en vooral tegenwoordig eist de tijd, wil men wat presteren en vooruitkomen in de wereld, dat de grondslag goed moet zijn. Over het leggen van die grondslag wilden we ons met eigen ogen overtuigen en daarom zijn we naar de ambachts school gegaan, om ons te overtuigen van wat daar nu eigenlijk te koop is. Laten we direct zeggen, dat we er buitengewoon hartelijk zijn ontvangen zowel door de directeur, de heer Ar- noldus, die ons eerst in sneltreinvaart door het gebouw heeft geleid en met wie we later nog 'n onderhoud moch ten hebben, als door de adjunct-di recteur, de heer Kohnert, met wie we ruim drie uur in het gebouw hebben rondgedwaald en door de diverse le raren, die ons alle mogelijke inlich tingen hebben verschaft. Een prachtige teamgeest Wat ons wel bijzonder heeft getrof fen en wat ons van verschillende kan ten werd bevestigd, was de prachtige geest, die er onder de leraren onder ling heerste. Een geest, die, dat kan wel niet anders, het onderwijs ten zeerste moet bevorderen. Niet alleen onder de leraren heers- WR He.0&£M OOK. 6EPRS>BPp/ %UBT PK /V 0££>6 1300 leerlingen bezocht wordt, en dat 28 leraren overdag en 50 leraren 's avonds in de weer zijn om de jeugd de nodige kennis bij te brengen. Een uiterst vermoeiende taak! We denken wel eens. als we over het woord leraar horen spreken, dat dit Iemand is die maar gemakkelijk aan zijn kostje komt. Maar we heb ben nu ervaren, dat het anders is. En we kunnen niet nalaten om de mensen, die in dit vak bezig zijn, on- hulde te brengen. Want onder de 1300 leerlingen zitten de meest ver schillende typen, terwijl de algemene ontwikkeling gedaald is. tengevolge van de moeilijkheden, die het Lager Onderwijs gedurende de bezettingsja ren heeft ondervonden en waardoor het ontwikkelingspeil der leerlingen minder is geworden. Materlaalschaarste Als men dan bovendien nog weet, dat er aan de ambachtsschool maar verstrekt en men voortdurend moet worstelen om met het weinige, dat er is rond te komen, waardoor niet ge werkt kan worden, zoals men dat wel graag zou willen, dan voelt men. dat ook hier al weer een factor is, die voor een goede gang van zaken niet bevorderlijk is. Wij zouden dan ook van deze plaats alle ambtelijke instanties die het aanga.tt en de regering willen toeroepen: „Zorgt, dat er voor de ambachtsscholen voldoen de materialen beschikbaar worden gesteld. Het is in het belang van de jeugd en het is in het belang van^ het land. Want goede vaklie den verhogen het welvaartspeil van het volk. Verkeerde begrippen Als men over de ambachtschool hoort praten, denkt men wel eens. dat die er eigenlijk alleen maar is, voor timmerlieden en smeden. Het Is een verouderde opvatting. Want op onze rondgang zijn we zoveel beroe pen tegengekomen, dat het ons bijna begon te duizelen. Wilt U een kleine opsomming? Timmerlieden, metselaars, smeden, machinebankwerkers, electriciëns, au toreparateurs, monteurs, banketbak kers. schoenmakers, kleermakers, meu belmakers, we zagen de metaalbewer kers, de lassers en wat al niet meer En steeds maar weer werd er de nadruk op gelegd, dat het er niet om ging om volslagen vaklieden af leveren. De grondslag echter moet goed zijn. De leerlingen moeten wat weten over het materiaal waar ze mee omgaan. Over het gereedschap, dat ze hanteren over de mogelijkheden, die het vak biedt. Vergeten we ten slotte niet, dat het leren op deze ambachtsschool de lust om de kennis te vermeerderen in ho ge mate bevordert. Zoals de directeur, de heer Arnoï- dus het zo kernachtig uitdrukte: „De ouders menen wel eens, als mijn zoon naar de ambachtsschool gaat, wordt hij niet meer dan een werk man. Het is niet zo! Als er wat in die jongen zit, wordt bij ons de grondslag gelegd, waarop hij verder kan gaan. Wil hij vooruit komen, dan biedt het ambachtsonder B&m osfj-ro -reufZ. f 1 kamper VIT öuQ&'efZ BRjjG wijs, eerst op de dagcursus en daarna op de avondcursus, gevolgd door de MTS hem grote kansen. Hij heeft min stens zoveel vooruitzichten als 'n HB S-er. Of. zoals de heer Kohnert het zei: ..Wanneer jongens van de ambachts school en van de HBS driejarige cur sus. naar een MTS gaan. krijgen de jongens van de ambachtsschool aan vullend onderwijs ln taal. wiskunde, enz. en de Jongens van de HBS aan vullend practisch onderwijs. Zijn z« echter een paar jaar op de MTS. dan slaan de jongens van de ambachts school een uitstekend figuur". Aan de hand van het bovenstaande kunt ge opmaken, dat de verschillen de rondgangen door de ambachtsschool ons min of meer opgetogen hebben ge stemd. Inderdaad. Wij hebben de volle overtuiging gekregen, dat het in het belang van Uw jongen is. wanneer hij een ambacht wil gaan uitoefenen, dat gU hem van dit onderwijs laat profi teren. Deze tak van onderwijs verdient de belangstelling van allen, die het wel menen met de toekomst van het werkende volk. In een volgend arti kel spreken wij over de opleiding, zo als die thans Is en zo als ze eigenlijk DINSDAG 20 JANUARI 1948 Hilversum I 301 m. 7.00 en 8.00 Nieuws: 7.30 Morgengebed; 7.45 en 8.15 Gram. platen; 9.00 Lichtbaken; 9.30 Vioolrecital: 10 00 Voor de kleuters; 10.15 Licht orkestconcert; 10.40 Voor dracht: 10.50 Gram. p1aten; lï.30 Als de ziele luistert: 12.03 Pianorecital; 12.33 en 13.20 Omroepkoor- en orkest? 13.00 Nieuw:; 14.00 Tïït NeerTands glo rietijdperk: 14 30 Onder ons: 15.00 Vi ool recital: 15.25 Dansmuziek Hilversum II 415 meter 7 hl en 8.00 Nieuws: 7.15 en 8.15 Grom rdo«en- 7 Dagopening: 8.45 Klassieke nlafen: 9.15 Morgenwijding: 9 35 Arbeidsvitaminen: 10.35 Gram. ula^en: 10.50 Voor de kleu ters: 11.00 Orgelconcert: IMS Voor dracht: 12.00 De Papavers: 12.33 Voor het platteland: 12.4* en 13.15 Vaude ville-orkest; 13.00 Nieuws: 14.00 Met naald en schaar: 14.30 Radiomatinee. DINSDAG 20 JANUARI 1948 N A 16 UUR Hilversum I 301 mete- 16.00 De Zonnebloem: 16 30 Ziakenlof: 17.00 Na schooltijd: 17.15 Elck wat wils: 18.00 Franse chansons: 1820 StvortDraatJe; 18.30 Ned. Striidkrachten: 19 00 Nieuws 19.15 Orgelmuziek: 19.30 Radiogenes, relaas van een jonge aethevschnimer; 20.00 Nieuws: 20.12 Radio-Phllharmo- nisch orkest (Havdn. De Bourguignon Roussel): 21.50 Liederen; 2.T5 Avond gebed: 2.30 Nieuws: 23 50 25e Piano concert y»Ti Hilversum H 415 meter 16.30 Gram muziek: 16.40 De Schoolbel: 17.00 Dat kun jij ook Neerlands beste musici spelen voor de jeugd: 17Sü Stafmu- ziek der A'damse politie: 18 00 Nieuws 18.15 Tom Erich. piano: 18.30 Verant woordelijkheid in deze tijd; 19.05 Tom Poes: 19.15 De Serenade in de kamer muziek: 19.45 Radiokrant voor de werkende vrouw; 20 A0 Nieuws: 20.15 Bonte DinsdJfeavondtrein met Hen- viëtte Davids en Sylvain Poons; 21.30 Contact: 2.15 Buitenland- weekover- zicht; 22.30 Beroemde FEUILLETON door ROBERT TRUMBULL U Zolang we voldoende lappen aan boord hadden, gooide ik van tijd tijd een strook in het water, zo ver mogelijk voor ons uit, om dan te tel len een-en-twintig, twee-entwintig en *0 voort, waarbij het uitspreken van elk getal ongeveer een seconde duur de. Zolang we voldoende lappen aan boord hadden, gooie ik van tijd tot Hjd een strook in het water, zo ver mogelijk voor ons uit om n te tel len terwijl te langs de volle lengte van het vlot dreven; hetgeen dan de bekende grootheid opleverde. Op die manier kon ik vaststellen dat een windsnelheid van 12 knopen het vlot een snelheid gaf van ongs- veer 2.5 een windsnelheid van 6 kno pen een snelheid van een knoop. Hoe dan ook, ik vond deze me thode tenslotte niet bijzonder bevre digend. In de boot bevond zich tevens een sterke kabel van een meter of tien Ik sneed er een stuk van ruim ander- halven meter af en verzwaarde het eind ervan met het metalen naam plaatje dat Tony aan zijn sleutelring placht te dragen. Het andere einde bevestigde ik aan de zijde van het vlot en wierp het touw vervolgens over boord. Het naamplaatje was enigzins concaaf van vorm en draaide ter wijl wij voeren. Hoe sneller wij voe ren, hoe meer het bewoog, en hoe dichter het bij de oppervlakte kwam. Spoedig leerde ik op deze manier on ze snelheid vrij nauwkeurig te bepa len. Ik nam aan dat als ik onze snel heid en de afgelegde afstand voor negentig procent nauwkeurig vast kon stellen, we tenminste niet volkomen verdwaald zouden raken in het tijds verloop dat zou moeten verlopen eer we volkomen verhongerden of van el lende omkwamen in een van de vele mogelijke rampen die ons voortdu rend bedreigden. In het allereerste begin van onzen tocht namen we ons voor voortdu rend de wacht te houden, hetgeen we gedurende de eerste paar weken dan ook deden; tot we te zwak en te uitgeput raakte om lang rechtop te zitten. Een klok of een horloge hadden we niet, maar in den aanvang hielde we om beurten vier uren lang de wacht, waarbij we de tijd op goed ge luk af gisten. Na een week of zo ver minderde ik de wacht tot twee uur. Uit de aard der zaak begonnen we langzaam maar zeker te versuffen, ons onderscheidingsvermogen werd meer en meer onbetrouwbaar, en van erv geregelde wacht was hoe langer hoe minder sprake. Op zekere dag stond ik een helen dag zelf in de brandende zon op de uitkijk. Het deed de maat overlopen, en ik ver telde de beide andere precies wat ik ervan dacht. Het hielp, en van dat ogenblik af ging het beter. Gedurende de gehele tocht bleef de discipline behoorlijk gehandhaafd. Uiteraard voerde ik het bevel. Ik greep een geschikte gelegenheid aan om de jongens er aan te herinneren, dat ik als kapitein alle gezag in handen had. ,,'t Is een kwestie van alle voor één en één voor alle." verklaarde ik," maar als 't er op aan komt een be slissing te nemen die ons alle drie aangaat, dan heeft de kapitein het laatste woord". Tony en Gene, goede zeelui als ze waren, stemden daar volkomen mee ln. en van dat ogenbilk af hadden we in dat opzicht geen moeilijkheden meer. Naarmate de dagen voorbijgingen werd onze prikkelbaarheid niette min erger. Als oudste van de drie, en als degene met de meeste erva ring, neem ik het mUzelf meer kwa lijk dan een der beide anderen, dat ik tijdens het laatste deel van de tocht nu en dan in een driftbui uitbarstte Ik erken met schaamte dat er ogen blikken waren waarop ik niets zozeer betreurde dan de afwezigheid van din gen om mee te smijten. Niettemin, alles en alles bij elkaar genomen schoten we uitstekend met elkaar ep, en soms sleten we zelfs heel genoeg lijke ogenblikken, vooral als we er in slaagde enige afleiding te vinden. De beide andere waren vooral ln het begin nogal bang dat onze boot spoedig zou gaan lekken en zinken. Zonder de pomp die met de machine naar de kelder was gegaan, hadden we absoluut niets om de boot in ge val van lekkage weer op te pompen. Ik geef toe, .dat de gedachte aan de ze mogelijkheid ook mü nu en dan al lesbehalve prettig stemde. Voortdurend waarschuwde ik de jongens op te passen en het gevul- caniseerde weefsel niet met een of ander scherp voorwerp of de kno pen van hun kleren te beschadigen. Het was van het allergrootste be lang so voorzichtig mogelyk te zijn met de luchtcompartlmenten aan weerskanten van het vlot We namen dan ook alle mogelijke v^cczorgsen, wel beseffend dat het eenvoudiger was het vlot in zijn huiuice uit- stekennde staat te handkaren, dan *t op te lappen in gevel van be»chadi- ging door knopen, het onvoorzichtig omgaan met gereedschap en zelfs door ruwe en ondoordachte bewegin gen, die nodeloze slijtage ven '4 weef sel veroorzaakte (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1948 | | pagina 3