WAT MOET UW KIND WORDEN?
Is gewestelijke samenwerking tussen
cultuur-minnende verenigingen mogelijk?
De heer van Blyenhurah meent van wel
enwijst een weg
DE ELFSTEDENTOCHT VAN JIMMY BROWN
34 Dagen op een
reddingsvlot
Een gaaiie voor de verhoogde vermakelijkheidsbelasting
Het onderhoud, dut wy met de heer
r. Blyenburfh hadden over swarte
p rij/en in de kunst, weer gegrven in
ten vorig artikel, bracht, behalve de
be/varen van de heer v. BI., ook
dos andere dingen ter tafel.
liet begon met een gesprek over de
geringe belangstelling, die er in het
algemeen is voor de werkelijke cul
tuuruitingen en dot «eer zeker niet
alleen in arbeiderskringen maar
minstens even sterk Ja vaak mis
schien nog sterker In de beter gesi
tueerde kringen en bij de Intellectu
elen.
Wel amusement, maar geen cultuur.
Er is over het algemeen veel te
doen. Men kan aan het amusement
gijn geld wel kwijt. Maar het ia amu
sement, dat van wel heel licht gehalte
Is. waarvan niets opbouwends uitgaat.
Amusement Is er vaak genoeg, maar
de goede kunst komt vaak te weinig
tiaar voren.
Men zoekt teveel LOL niet pret, We
lezen gewoonlijk: de speler? deden
de mensen in 4» giste- van de
lach en waarmede bfrelkten re dat?
En dat alles niet alleen op het ge
bied van tcnee! en wat voor eabater
gioet doorgaan, maar op ieder ter
rein. Deels komt dat wellicht door de
geringe belangstelling, deels ook door
grote onwetendheid Deze onwetend
heid is niet uitsluitend de schuld van
het publiek zelf. De overheid, de staat
heeft hier feitelijk een taak en wel
het stimuleren van cultureel werk.
Dat wil zeker niet zeggen, dat de
•verheid als het ware cultuur moet
ach-ooen. (de staat zelf in immers een
cultuuruiting), noch dat de overheid
een cultereel menu moet .samenstel
len. waarvan de massa dan moge
smullen. Integendeel, dat zou abso
luut niet mogelijk zijn, want dat heb
ben we gehad in het Derde Rijk.
Maar wel zou de overheid min of
meer de taak hebben op verschillende
plaatsei (CentcaJn plaatsen) Bu-
reaux voor cultureel en maatschappe
lijk werk mogelijk te maken. Bu
reau x. die over al deze zaken, de
culturele verzorging van ons volk be
treffende. van advies kunnen dienen
•n uitvoering mogelijk zouden kun
nen maken, en cultureel werk zouden
moeten stimuleren. Dit zou zeker geen
particuliere instelling (met wlnstbe-
kunnen of mogen zijn (geen im
presariaat).
Samenwerking noodzaak.
Er zou in de verschillende gemeen
ten 'dorpen, etc.) meer samenwerking
moeten komen tussen allerlei instan
ties die thans maar al te vaak leder
op eigen (kleine financiële) krachten
Wat organiseren. Het gevolg is. dat
biet steeds gevraagd wordt, welke
avond het best verantwoord is. We
gens te klein budget wordt dan nood
gedwongen met minder kwaliteit ge
noegen genomen Terwijl bovendien
de besturen (organisatoren) maar al
te vaak In het geheel niet thuis zijn
op het gebied, waar ze zich nu op
fnoe'en begeven. Wie kennen ze? Wat
moet gebracht? Waar moeten ze zoe-
kc, ohz. enz.
Samenwerking, aldus de heer van
Bleyenburg IS mogelijk. Hier zou een
grote taak liggen voor de leiders van
bovenbedoelde bureaux. Zij toch kun
nen trachten „overkoepeling" te be
reiken. Zij toch kunnen kunstavonden
adviseren, die voor iedere organise
rende instantie te kostbaar zouden
rijn. maar door samenwerking moge
lijk zouden worden. Want behalve een
kwestie van organisatie is het vooral
ook een kwestie van opvoeding van
het publiek.
Deze samenwerking kan zich uit
strekken tot een groep van plaatsen
maar ze kan ook veel verder gaan.
Eelfs hele provincies omvatten, (zoals
b.v. thans in Zeeland, in Overijsel en
elders dergelijke stichtingen reeds
Werken.) Het zou natuurlijk, gezien
de provincie Noord Holland, niet doen
lijk zijn heel Noordholland te gaan
een bepaald aantal dagen aaneen in
omvatten, daarvoor is de provincie te
groot, terwijl vooral Amsterdam en
b.v. Haarlem reeds culturele centra
hebben. Maar een bureau dat b.v. van
af Castricum tot Den Helder zou kun
nen gaan werken (en zoiets op gang
maken, eist natuurlijk veel. heel veel
tijd, daar vooral in het begin iedere
gemeente bezocht en geïnventariseerd
zal moeten worden. Zo'n bureau zou
reeds zegenrijk werk kunnen verrich
ten.
Moeilijkheden in de practyk?
Op onze verdere vraag of de heer
v. Blyenburgh in de practijk geen
grote moeilijkheden verwachtte bij de
verwezenlijking van deze ideëen. in
verband met de verschillend» politie
ke en godsdienstige geaardheid van
ons volk, die samenwerking op schier
alle gebied tot een ontzaglijk moei
lijke taak maakt, antwoordde deze.
dat er inderdaad wel eens enkele
keer een moeilijkheid zou kunnen zijn.
maar geenszins onoverkomelijk. Hij
vertelde daarbij iets over het werk
in arbeiderskampen, waarop wij bin
nenkort nog terug komen.
Cultuur toch is het bezit van het
gehele volk (een uitvinding b.v. kan
pas dan tot cultuur gerekend worden
als de gemeenschap ze bezit) en cul
tuur moet aan het gehele volk ge
bracht worden. Het culturele werk
dat onderscheidene verenigingen in
verschillende gemeenten brengen,
moet niet alleen ten goede komen
aan een bepaalde groep, maar aan
allen. Drt is van het grootste belang
voor de gehele gemeenschap, want
alleen oo deze manier zal men el
kaar leren kennen, beter begrijpen en
hopenliik ook waarderen. Cultuur kan
een bepaald godsdienstig of politiek
karakter dragen, maar in de meest#
gevallen heeft de kunst noch met
de politiek, noch zodanig met gods
dienst iets te maken, dat dit niet door
het gehele volk genoten kan worden.
Economische noodzakelijk
In ons vorig artikel hebben we er
reeds terloops op gewezen, dat sa
menwerking in economisch opzicht
grote voordelen kan bieden, alleen al
door besparing van reiskosten. Het
moet toch mogelijk zijn in een be
paald rayon een kunstavond te doen
geven op allerlei plaatsen op aan
eensluitende avonden (hier juist weer
de overkoepelende en adviserende
taak van het bureau). Een ensemble
of een kunstenaar, die weet, dat hij
een zekere omgeving kan geven, zal
heel anders zijn honorarium bereke
nen als voor één avond nu eens hier
in N. Holland en de volgende avond
in Groningenb.v.
Er zit heel, heel veel aanlokkelijks
in het denkbeeld van de heer v. Bi.
als we daarbü nog bedenken, dat der
gelijke tournée's of afzonderlijke
kunstavonden, uitgestippeld door des
kundige personen, het beste van het
beste zouden kunnen opleveren. Nu
is het nog maar al te vaak zo, dat
een vereniging op goed geluk af een
avond in elkaar zet.... en vaak ach
teraf blijkt het een mislukking.
Verantwoordelijk.
Het spreekt vanzelf, dat dit werk
buitengewoon verantwoordelijk werk
is, en niet te licht mag worden op
gevat. Dit is geen werk voor dilet
tanten en ook niet voor een particu-
lier-winstbejag bureau. Hier moet de
leider volkomen onafhankelijk en vrij
staan tegenover leder gezelschap en
tegenover Iedere kunstenaar, of spre
ker of wat dan ook. Daarom zou het
een bureau moeten zijn; a.h.w. een
semi-overheidsinstelling. En geen di
lettanten, die dit gaan doen. Dilettan
ten kunnen vaak wel aardig werk ver
richten, maar uiteindelijk moet dit
werk verricht worden door een des
kundige, die zich geheel daaraan ge
ven kan. Dit alles zal natuurlijk geld
kosten (misschien ware de verhoogde
vermakelijkheidsbelasting daarvoor los
te peuteren Red.) maar aan de an
dere zijde zou dit geld terugkomen
door de kleinere uitgaven die dan ge
daan youden kunnen worden. Wij ma
ken ons sterk, dat reeds zeer vele
organisaties nu al gaarne gebruik
van zulk een instelling zouden willen
maken bij het opstellen van hm pro
gramma's.
Deskundige hulp reeds mogelijk??
In ons gesprek met de heer van
Bleyenburg bleek het ons, dat de
Commissie Wieringermeer de beschik
king heeft over zeer talrijke gegevens
over onze besta gezelschappen, ar-
tisten en sprekers en we vermoeden,
dat de heer van BI. als secretaris on
getwijfeld wel bereid zal willen zijn
om samenwerkende organisaties of
zij die willen samenwerken tot het
bereiken van goede, cultureel verant
woorde dingen van vóórlichting
te dienen. Voorwaar een uitermate
belangrijke zaak.
Over het werk der Commissie in de
Arbeiderskampen hopen we binnen
kort. vergezeld van onze tekenaar on
der leiding van de heer van BI. een
reportage te brengen.
S. Een dier baanvegers zag er
echter wel heel armoedig uit. Zijn
knieën en ellebogen staken dwars
door *ljn kleding. HU droeg een slob
berige, geruite jas, die eens heel
lang geleden blijkbaar aan een pi
keur had toebehoord. ZUu tenen ke
ken uit de kieren van zijn schoenen
en op zjjn hoofd droeg hy een wollen
muts vol motgaten. Om dit gebrek
goed te maken had hij er een grote
pauweveer opgezet, die aeer bijdroeg
tot de potsierlijkheid van zijn verschij
ning.
te die geest, maar we hebben even
zeer verwonderd gestaan over de men
taliteit. die er onder de jeugd heerst.
Niet dat het sukkels waren! Om de
drommel niet. Maar we konden aan
voelen, dat het in de ambachtsschool
te Alkmaar goed was. We hadden een
ogenblik zelfs moeite ons voor te stel
len, dat dit dezelfde jongens waren,
die buiten zulke grote praatjes heb
ben. Hier heerste een uitstekende
sfeer. En dat is voor een school als
deze wel uiterst noodzakelijk, wan
neer men weet. dat de school op dag
en avondcursussen door meer dan
In Alkmaars ambachtsschool (I)
Vakmensen zijn gewild en verhogen
de welvaart
Een van de vraagstukken, waarmee
ouders en kinderen worstelen, als ze
in de periode zijn gekomen, dat de
kinderen de lagere school verlaten is
ongetwijfeld dat der beroepskeuze.
Gaan de kinderen verder en bezoe-
zoeken ze een school voor uitgebreid
lager onderwijs, dan staat de zaak wat
anders, maar een groot deel onzer kin
deren krijgt niets meer dan lager on
derwijs.
Naar de ambachtsschool
Dan moeten ze maar naar de am
bachtsschool! Waneer we dit zinnetje
neerschrijven, houdt dit veel in. Want
nog maar al te dikwijls is het zo, dat
door velen dat ambachtsonderwijs
niet wordt gewaardeerd en dat de am
bachtsschool beschouwd wordt als een
instelling, waarin de kinderen worden
ondergebracht, omdat ze nog geen
geld kunnen verdienen.
O heilige onnozelheid! Wat een mis
vatting! Want immers is het nog altijd
zo. dat het ambacht in hoge eer be
hoort te staan en vooral tegenwoordig
eist de tijd, wil men wat presteren
en vooruitkomen in de wereld, dat de
grondslag goed moet zijn. Over het
leggen van die grondslag wilden we
ons met eigen ogen overtuigen en
daarom zijn we naar de ambachts
school gegaan, om ons te overtuigen
van wat daar nu eigenlijk te koop is.
Laten we direct zeggen, dat we er
buitengewoon hartelijk zijn ontvangen
zowel door de directeur, de heer Ar-
noldus, die ons eerst in sneltreinvaart
door het gebouw heeft geleid en met
wie we later nog 'n onderhoud moch
ten hebben, als door de adjunct-di
recteur, de heer Kohnert, met wie we
ruim drie uur in het gebouw hebben
rondgedwaald en door de diverse le
raren, die ons alle mogelijke inlich
tingen hebben verschaft.
Een prachtige teamgeest
Wat ons wel bijzonder heeft getrof
fen en wat ons van verschillende kan
ten werd bevestigd, was de prachtige
geest, die er onder de leraren onder
ling heerste. Een geest, die, dat kan
wel niet anders, het onderwijs ten
zeerste moet bevorderen.
Niet alleen onder de leraren heers-
WR He.0&£M OOK.
6EPRS>BPp/
%UBT PK /V 0££>6
1300 leerlingen bezocht wordt, en dat
28 leraren overdag en 50 leraren 's
avonds in de weer zijn om de jeugd
de nodige kennis bij te brengen.
Een uiterst vermoeiende taak!
We denken wel eens. als we over
het woord leraar horen spreken, dat
dit Iemand is die maar gemakkelijk
aan zijn kostje komt. Maar we heb
ben nu ervaren, dat het anders is.
En we kunnen niet nalaten om de
mensen, die in dit vak bezig zijn, on-
hulde te brengen. Want onder de
1300 leerlingen zitten de meest ver
schillende typen, terwijl de algemene
ontwikkeling gedaald is. tengevolge
van de moeilijkheden, die het Lager
Onderwijs gedurende de bezettingsja
ren heeft ondervonden en waardoor
het ontwikkelingspeil der leerlingen
minder is geworden.
Materlaalschaarste
Als men dan bovendien nog weet,
dat er aan de ambachtsschool maar
verstrekt en men voortdurend moet
worstelen om met het weinige, dat er
is rond te komen, waardoor niet ge
werkt kan worden, zoals men dat wel
graag zou willen, dan voelt men. dat
ook hier al weer een factor is, die
voor een goede gang van zaken niet
bevorderlijk is.
Wij zouden dan ook van deze
plaats alle ambtelijke instanties
die het aanga.tt en de regering
willen toeroepen: „Zorgt, dat er
voor de ambachtsscholen voldoen
de materialen beschikbaar worden
gesteld. Het is in het belang van
de jeugd en het is in het belang
van^ het land. Want goede vaklie
den verhogen het welvaartspeil
van het volk.
Verkeerde begrippen
Als men over de ambachtschool
hoort praten, denkt men wel eens.
dat die er eigenlijk alleen maar is,
voor timmerlieden en smeden. Het Is
een verouderde opvatting. Want op
onze rondgang zijn we zoveel beroe
pen tegengekomen, dat het ons bijna
begon te duizelen. Wilt U een kleine
opsomming?
Timmerlieden, metselaars, smeden,
machinebankwerkers, electriciëns, au
toreparateurs, monteurs, banketbak
kers. schoenmakers, kleermakers, meu
belmakers, we zagen de metaalbewer
kers, de lassers en wat al niet meer
En steeds maar weer werd er de
nadruk op gelegd, dat het er niet om
ging om volslagen vaklieden af
leveren.
De grondslag echter moet goed zijn.
De leerlingen moeten wat weten over
het materiaal waar ze mee omgaan.
Over het gereedschap, dat ze hanteren
over de mogelijkheden, die het vak
biedt.
Vergeten we ten slotte niet, dat het
leren op deze ambachtsschool de lust
om de kennis te vermeerderen in ho
ge mate bevordert.
Zoals de directeur, de heer Arnoï-
dus het zo kernachtig uitdrukte:
„De ouders menen wel eens, als mijn
zoon naar de ambachtsschool gaat,
wordt hij niet meer dan een werk
man. Het is niet zo!
Als er wat in die jongen zit, wordt
bij ons de grondslag gelegd, waarop
hij verder kan gaan. Wil hij vooruit
komen, dan biedt het ambachtsonder
B&m osfj-ro -reufZ. f 1
kamper VIT öuQ&'efZ BRjjG
wijs, eerst op de dagcursus en daarna
op de avondcursus, gevolgd door de
MTS hem grote kansen. Hij heeft min
stens zoveel vooruitzichten als 'n HB
S-er.
Of. zoals de heer Kohnert het zei:
..Wanneer jongens van de ambachts
school en van de HBS driejarige cur
sus. naar een MTS gaan. krijgen de
jongens van de ambachtsschool aan
vullend onderwijs ln taal. wiskunde,
enz. en de Jongens van de HBS aan
vullend practisch onderwijs. Zijn z«
echter een paar jaar op de MTS. dan
slaan de jongens van de ambachts
school een uitstekend figuur".
Aan de hand van het bovenstaande
kunt ge opmaken, dat de verschillen
de rondgangen door de ambachtsschool
ons min of meer opgetogen hebben ge
stemd. Inderdaad. Wij hebben de volle
overtuiging gekregen, dat het in het
belang van Uw jongen is. wanneer hij
een ambacht wil gaan uitoefenen, dat
gU hem van dit onderwijs laat profi
teren.
Deze tak van onderwijs verdient
de belangstelling van allen, die het
wel menen met de toekomst van het
werkende volk. In een volgend arti
kel spreken wij over de opleiding, zo
als die thans Is en zo als ze eigenlijk
DINSDAG 20 JANUARI 1948
Hilversum I 301 m. 7.00 en 8.00
Nieuws: 7.30 Morgengebed; 7.45 en 8.15
Gram. platen; 9.00 Lichtbaken; 9.30
Vioolrecital: 10 00 Voor de kleuters;
10.15 Licht orkestconcert; 10.40 Voor
dracht: 10.50 Gram. p1aten; lï.30 Als
de ziele luistert: 12.03 Pianorecital;
12.33 en 13.20 Omroepkoor- en orkest?
13.00 Nieuw:; 14.00 Tïït NeerTands glo
rietijdperk: 14 30 Onder ons: 15.00 Vi
ool recital: 15.25 Dansmuziek
Hilversum II 415 meter 7 hl en 8.00
Nieuws: 7.15 en 8.15 Grom rdo«en- 7
Dagopening: 8.45 Klassieke nlafen: 9.15
Morgenwijding: 9 35 Arbeidsvitaminen:
10.35 Gram. ula^en: 10.50 Voor de kleu
ters: 11.00 Orgelconcert: IMS Voor
dracht: 12.00 De Papavers: 12.33 Voor
het platteland: 12.4* en 13.15 Vaude
ville-orkest; 13.00 Nieuws: 14.00 Met
naald en schaar: 14.30 Radiomatinee.
DINSDAG 20 JANUARI 1948
N A 16 UUR
Hilversum I 301 mete- 16.00 De
Zonnebloem: 16 30 Ziakenlof: 17.00 Na
schooltijd: 17.15 Elck wat wils: 18.00
Franse chansons: 1820 StvortDraatJe;
18.30 Ned. Striidkrachten: 19 00 Nieuws
19.15 Orgelmuziek: 19.30 Radiogenes,
relaas van een jonge aethevschnimer;
20.00 Nieuws: 20.12 Radio-Phllharmo-
nisch orkest (Havdn. De Bourguignon
Roussel): 21.50 Liederen; 2.T5 Avond
gebed: 2.30 Nieuws: 23 50 25e Piano
concert y»Ti
Hilversum H 415 meter 16.30 Gram
muziek: 16.40 De Schoolbel: 17.00 Dat
kun jij ook Neerlands beste musici
spelen voor de jeugd: 17Sü Stafmu-
ziek der A'damse politie: 18 00 Nieuws
18.15 Tom Erich. piano: 18.30 Verant
woordelijkheid in deze tijd; 19.05 Tom
Poes: 19.15 De Serenade in de kamer
muziek: 19.45 Radiokrant voor de
werkende vrouw; 20 A0 Nieuws: 20.15
Bonte DinsdJfeavondtrein met Hen-
viëtte Davids en Sylvain Poons; 21.30
Contact: 2.15 Buitenland- weekover-
zicht; 22.30 Beroemde
FEUILLETON
door
ROBERT TRUMBULL
U
Zolang we voldoende lappen aan
boord hadden, gooide ik van tijd
tijd een strook in het water, zo ver
mogelijk voor ons uit, om dan te tel
len een-en-twintig, twee-entwintig en
*0 voort, waarbij het uitspreken van
elk getal ongeveer een seconde duur
de. Zolang we voldoende lappen aan
boord hadden, gooie ik van tijd tot
Hjd een strook in het water, zo ver
mogelijk voor ons uit om n te tel
len terwijl te langs de volle lengte
van het vlot dreven; hetgeen dan de
bekende grootheid opleverde.
Op die manier kon ik vaststellen
dat een windsnelheid van 12 knopen
het vlot een snelheid gaf van ongs-
veer 2.5 een windsnelheid van 6 kno
pen een snelheid van een knoop.
Hoe dan ook, ik vond deze me
thode tenslotte niet bijzonder bevre
digend. In de boot bevond zich tevens
een sterke kabel van een meter of tien
Ik sneed er een stuk van ruim ander-
halven meter af en verzwaarde het
eind ervan met het metalen naam
plaatje dat Tony aan zijn sleutelring
placht te dragen. Het andere einde
bevestigde ik aan de zijde van het
vlot en wierp het touw vervolgens over
boord. Het naamplaatje was enigzins
concaaf van vorm en draaide ter
wijl wij voeren. Hoe sneller wij voe
ren, hoe meer het bewoog, en hoe
dichter het bij de oppervlakte kwam.
Spoedig leerde ik op deze manier on
ze snelheid vrij nauwkeurig te bepa
len.
Ik nam aan dat als ik onze snel
heid en de afgelegde afstand voor
negentig procent nauwkeurig vast kon
stellen, we tenminste niet volkomen
verdwaald zouden raken in het tijds
verloop dat zou moeten verlopen eer
we volkomen verhongerden of van el
lende omkwamen in een van de vele
mogelijke rampen die ons voortdu
rend bedreigden.
In het allereerste begin van onzen
tocht namen we ons voor voortdu
rend de wacht te houden, hetgeen
we gedurende de eerste paar weken
dan ook deden; tot we te zwak en
te uitgeput raakte om lang rechtop
te zitten.
Een klok of een horloge hadden we
niet, maar in den aanvang hielde
we om beurten vier uren lang de
wacht, waarbij we de tijd op goed ge
luk af gisten. Na een week of zo ver
minderde ik de wacht tot twee uur.
Uit de aard der zaak begonnen we
langzaam maar zeker te versuffen,
ons onderscheidingsvermogen werd
meer en meer onbetrouwbaar, en van
erv geregelde wacht was hoe langer
hoe minder sprake. Op zekere dag
stond ik een helen dag zelf in de
brandende zon op de uitkijk. Het
deed de maat overlopen, en ik ver
telde de beide andere precies wat ik
ervan dacht. Het hielp, en van dat
ogenblik af ging het beter.
Gedurende de gehele tocht bleef
de discipline behoorlijk gehandhaafd.
Uiteraard voerde ik het bevel. Ik
greep een geschikte gelegenheid aan
om de jongens er aan te herinneren,
dat ik als kapitein alle gezag in
handen had.
,,'t Is een kwestie van alle voor één
en één voor alle." verklaarde ik,"
maar als 't er op aan komt een be
slissing te nemen die ons alle drie
aangaat, dan heeft de kapitein het
laatste woord".
Tony en Gene, goede zeelui als ze
waren, stemden daar volkomen mee
ln. en van dat ogenbilk af hadden
we in dat opzicht geen moeilijkheden
meer.
Naarmate de dagen voorbijgingen
werd onze prikkelbaarheid niette
min erger. Als oudste van de drie,
en als degene met de meeste erva
ring, neem ik het mUzelf meer kwa
lijk dan een der beide anderen, dat ik
tijdens het laatste deel van de tocht
nu en dan in een driftbui uitbarstte
Ik erken met schaamte dat er ogen
blikken waren waarop ik niets zozeer
betreurde dan de afwezigheid van din
gen om mee te smijten. Niettemin,
alles en alles bij elkaar genomen
schoten we uitstekend met elkaar ep,
en soms sleten we zelfs heel genoeg
lijke ogenblikken, vooral als we er
in slaagde enige afleiding te vinden.
De beide andere waren vooral ln
het begin nogal bang dat onze boot
spoedig zou gaan lekken en zinken.
Zonder de pomp die met de machine
naar de kelder was gegaan, hadden
we absoluut niets om de boot in ge
val van lekkage weer op te pompen.
Ik geef toe, .dat de gedachte aan de
ze mogelijkheid ook mü nu en dan al
lesbehalve prettig stemde.
Voortdurend waarschuwde ik de
jongens op te passen en het gevul-
caniseerde weefsel niet met een of
ander scherp voorwerp of de kno
pen van hun kleren te beschadigen.
Het was van het allergrootste be
lang so voorzichtig mogelyk te zijn
met de luchtcompartlmenten aan
weerskanten van het vlot We namen
dan ook alle mogelijke v^cczorgsen,
wel beseffend dat het eenvoudiger
was het vlot in zijn huiuice uit-
stekennde staat te handkaren, dan *t
op te lappen in gevel van be»chadi-
ging door knopen, het onvoorzichtig
omgaan met gereedschap en zelfs
door ruwe en ondoordachte bewegin
gen, die nodeloze slijtage ven '4 weef
sel veroorzaakte
(Wordt vervolgd)