K HfERRCE^I
Advertenties
MOPPENTROMMEL
j= Oom Rob antwoordt =j
DE AWONTyTEN VAM HAANTJE ZWETS
kunnen ook
in dit blad
geplaatst worden
O
Vraagt Inlichtingen
bij de
administratie
V.
100.000 postzegels
staan klaar
Een grote doos, vol met gebruikte
postzegels, staat klaar om verzonden
te worden!
Hoeveel er precies in zitten, weet
ik niet, maar ik geloof, dat het er
ongeveer 100.00 zijn! Al deze zegels
zijn bijeengebracht door die kinderen,
die mij regelmatig grotere en kleine
re hoeveelheden zonden. Nog deze
week hoop ik ze te verzenden naar
het Nationaal Postzegel Fonds te
Den Haag.
Naar ik zeker meen te weten, ver
koopt dit fonds al deze zegels om zo
doende geld bijeen te krijgen voor de
t.b.c.-bestrijding. Wanneer ik eerst
daags bericht van dit Fonds krijg,
dat de zegels zijn ontvangen, zal ik
dat natuurlijk ook in de Kinderkoe
rier melden. Alle kinderen - ook ou
deren! - die meegespaard hebben om
de 100.000 vol te krijgen, zeg ik har
telijk dank! Natuurlijk wil dit niet
zeggen, dat we er nu maar mee op
houden. Kun je net begrijpen! Het
gaat net zo mooi! We gaan door!
Deze week ontving ik de volgende
hoeveelheden. Ze konden nog net in
de doos:
Fam. B. v. Leijen, St. Maartens
brug 1650 - Freddy en Elly Korver,
Wieringerwerf 1000 - Annie Slikker,
Wieringerwaard 850 - Gilda Wit, St.
Maarten 800 - Annie Wit, St. Maar
ten 300 - Jan en Nanne Benit, Win
kel 250 - Stijne en Tine Benit, Win
kel 250 - Wimmie Honingh, Winkel
222 - Klaas Wagenaar, Groot Scher
mer 202 - Bert Govers, Alkmaar 200
- Trijnie Verschoor, Schoorldam 200.
Wie zendt de eerste zegels voor de
nieuwe doos? Die moet natuurlijk
ook weer vol! Spaart gebruikte, on
beschadigde postzegels voor de be
strijding van de t.b.c. en stuurt ze
aan OOM ROB, POSTBUS 3, SCHA-
GEN.
ROEMERTJE
Grietje van den Berg, 't Wad H 69,
Schagen, oud 11 jaar, wil graag cor
responderen met een meisje van
11 en 12 jaar. Wie haar correspon
dentievriendinnetje wil zijn, moet haar
maar schrijven!
UIT DE
Moeder: „Jan, wil je nog een klein
stukje kip?"
Jan: „Neen, dank U wel!"
Moeder: „Wat? Moet je geen kip?"
Jan: „Ja, wel kip, maar geen klein
stukje!"
Ingez. door Tiny Koning.
Zonnestraaltje
Zonnestraaltje, zonnestraaltje.
Glijdt voorzichtig langs 't gordijn.
Zoekt een gaatje om door te glippen.
Wil zo graag naar binnen glippen!
Wat zou er daar binnen zijn?
Zonnestraaltje, zonnestraaltje.
Zou graag in de kamer zijn!
Hah. daar vindt hij al een reetje!
Zachtjes glijdt het door 't spleetje
In het fleurig kamer-kijn
Zonnestraaltje, zonnestraaltje.
Vindt drie neusjes, haast bedekt.
En die gaat het zachtjes strelen.
Over de gezichtjes spelen.
Tot de meisjes zijn gewekt!
Zonnestraaltje, zonnestraaltje.
Wat jou plagen wel beduidt
Je wilt zeggen „Mee naar buiten!
Bloemen geuren, vogels fluiten!
't Is vacantie! Kom er uit!"
Ingezonden door
Janny den Das.
Beste jongelui,
Er liggen nog enkele briefjes, die
nog beantwoord moeten worden. Daar
om zal ik dat hier maar even doen.
Ik wil jullie nog weer eens zeggen,
dat - al hebben jullie nu vacantie - ik
even goed brieven van jullie wil heb
ben. Schrijf maar gerust, stel maar
vragen en stuur maar versjes; je
kunt er op rekenen, dat je antwoord
in de Kinderkoerier krijgt!
TITIE MOOIJ is nu, geloof ik, de
jongste van onze club. Zij is pas drie
jaar, schreef ze mij. Al ben je nog
heel jong, je mag toch meedoen, hoor!
Ja, kuikentjes en konijntjes zijn heel
lief. Annie helpt je wel bij het schrij
ven, hè?
SNEEUWVLOKJE gaat 26 Juli van
school. Zij is dan jarig ook! Bij voor
baat hartelijk gefeliciteerd, hoor! Ik
vind het fijn, dat je evengoed brieven
naar me zulf schrijven. Die verhalen
over Bartje Kokliko zijn heel leuk,
hè? Ik hoop, dat je een plezierige
vacantie zult hebben, hoewel het nog
geen vacantieweer is.
REINA RUITER heeft nu alweer
zin in raadselen. Je zult nog even
moeten wachten, Reina! Na de va-
canties beginnen we weer met raad
sels. Natuurlijk komt er ook een
woordenraadsel bij. Wat heb jij een
cadeaux op je verjaardag gehad! Nee
maar! Je versje ging over het voor
jaar, maar omdat dat allang al voor
bij is, kan ik het nu niet meer in de
krant zetten. Een versje over de
herfst zal beter gaan!
D'r is me van de week wat overko
men wat ik beslist hier vertellen
moet. 'k Liep met mijn 54 kindertjes
zo'n beetje over het erf te kuieren
toen ik aangesproken werd door
Rooinek. Dat heer heeft nu altijd
zo'n eigenaardige manier om een ge
sprek te beginnen. Zo zie je hem niet
en opeens hoor je 'n paar driftige
stappen achter je en geeft hij je ter
begroeting 'n knauw op je kam. dat
de maïskorrels als biljartballen in je
kop ro&dtolien. Juist was ik hem aan
het uitleggen, dat je een vader van
dient aan te spreken en drukte hem
vriendschappelijk met zijn snavel en
'n plasje teer door hem stevig bij zijn
kinlelletje vast te houden, toen me
vrouw Eend met haar kroost het erf
overstak. Ik mag dat vrouwtje niet,
overal steekt zij haar sneb in en die
man van haar is helemaal onuit
staanbaar. Nooit zal hij klare wijn
schenken, altijd praat hij op zo'n ge
heimzinnige, hese fluistertoon. Nee
hoor, daar moeten se bij mij niet mee
ï">',t»»n, ik. hou van helderop, dat kan
dfc >v»rbuurman getuigen. Als ik zo
b* hot krieken van de dag de weer-
utett aankondig, gooit hg ter be
groeting een oude schoen naar mijn
hoofd. Zoals gezegd, duwde ik Rooi
nek omlaag en opeens kreeg hij 'tzo
benauwd, dat hij met een formidabele
sprong in de lucht aan mijn greep
ontsnapte en dwars tussen de eenden
pullen en mijn kinderen door de benen
nam. Och, och, wat schrokken die
kleintjes. Maar het ergste was, dat
die eendkuikentjes naar de sloot ren-
tn en mijn kinderen er allemaal ach-
raan. Ik riep nog wel: „Tok toku,
tok toku, dat gaat verkeerd, dat gaat
STRANDSCHELP JE stelt nog weel
enkele vragen. Die hoop ik de volgen
de keer te beantwoorden, meid! Kon
je veel op het strand of is het je ni
te koud? Daag!
MONTBRETIAII. Ja. ik heb ni
maar een cijfer achter je schuilnaan
gezet, want er was al een Montbre
tia en zodoende kon ik jullie niet uil
elkaar houden. Ik vind het jammer
dat ik je vorige brieven niet beant
woord heb. Misschien komt dat ooi
wel, omdat ik jou Montbretia E
noem? Nu ben je toch niet meer booi
op me? Ik zie al met belangstellinj
uit naar je brief.
Vandaag dus tot ^over. Alle neef
jes en nichtjes, vriendjes en vrien
dinnetjes, thuis of met vacantie, ont
vangen hierbij de hartelijke groetei
van OOM ROB.
Mussen-Michiel
Michiel. een bengel van belang.
Een eerste klas schavuit.
Toog op een keer ter mussenvangst
En had een flinke buit.
Hij borg de vogels in zijn hoed.
En toog naar huis met grote spoed!
Een wand'laar sprak Michieltjc aan
En vroeg „Och. jonge heer!
Wijs mij de weg eens als je wilt.
'k Ben hier voor de eerste keer!
Maar Michiel. bang voor 't mussen
goec
Stapte verder zonder woord of groei
't Bekende spreekwoord heet
Die man - ja. ja. je hebt 't goed!
Heeft stellig mussen in z'n hoed!
Ingezonden doo
Tiny Koning.
verkeerd", maar ach, ze luisterden
niet naar mij. Het was een rampzalig
gezicht, die kleintjes in de sloot te
zien fladderen en nu had ik, om ze
te redden, er wel by kunnen springen
maar ja, meneer Eend is zo jaloers,
zie je. Op mgn hulpgeroep kwam de
baas aansnellen, die mijn kinderen
uit het water haalde.
Intussen was Rooinek een wande
lingetje aan het maken met een van
myn vrouwen. „Jawel", riep ik spin-
ngdig, „dat ook nog" en ik ging naar
hem toe om hem dit eens en voor
altgd af te leren. Nu lag daar een
lege omgevallen ton op het erf, zo'n
melkpoedervaatje weet je.
Daar sprong Rooinek op. Maar o
wee, daar begon de ton te rollen, juist
in mijn richting. Ik probeerde nog
uit te wyken doch dat ging niet meer
en met ton en al kwam ik in de sloot
terecht, Verschrikkeiyk! Hoelang Ik
daar in die sloot heb liggen spartelen
weet ik niet meer; toen het donker
begon te worden en de baas de ton
uit de sloot viste, zag hij me hangen.
Bibberend, kletsnat en door en door
koud heb ik die nacht in de keuken
van de baas mogen doorbrengen.
r'