Wat er nodig is voor de „Centraal Instituut voor opleiding van Sportleiders" WANNEER WE iedere dag in de kran ten de verslagen lezen van die monsterrit door Frankrijk, dan moeten we respect voelen, respect voor die pezige kerels als Bartali, Kir- chenr De Hoog, Lapébie en hoe ze verder mo gen heten. De ene dag smelten ze bijkans van de hitte, de andere dag zwoegen ze over fan tastisch steile cols in de Alpen of de Pyre neeën, waar de handen stijf worden van de kou en waar de modderkluiten hen bij de af daling om de oren vliegen. Dat is mannen werk, waar alleen de allerbesten aan mee kunnen doen Onze „Ronde van Nederland" is dan ook in geen enkel opzicht te vergelijken met die beroemde Tour de France, waarmee sportliefhebbers in heel ons werelddeel en misschien daarbuiten een maand zoet zijn. We hebben intussen gemerkt, wat er komt kijken voor de organisatie van een derge lijke rit. We denken slechts aan de tweede etappe Groningen—Enschede, toen eigenlijk alles fout liep omdat de begeleidende motorpolitie een ver keerde weg insloeg. Maar die Ronde van ons is een goed stuk propaganda geworden voor de wie lersport, waarvan ons persoonlijk de wegwedstrijd toch het meest na aan het hart ligt. GOEDGESMEERD „BEDRIJI HONDERDUIZENDEN hebben de „karavaan door ons vlakke landje zien trekken met de tien tallen volg-auto's en de trailer, waarop het mate riaal was geladen. Maar heeft U er eigenlijk wel een voorstelling van, wat daar allemaal meege sleept wordt over dat traject van meer dan 5000 km. door alle hoeken van Frankrijk, waarbij meer dan 700 steden gepasseerd moeten worden? Zo'n Tour de France vergt een voorbereiding, waar van men eenvoudig versteld staat! Wanneer over enkele dagen deze Tour achter de rug is, dan begint men reeds weer met de organisatie van de volgende. Er zijn heus geen dagen te ver liezen! Honderd-en-dertig renners startten er in Parijs, doch meer dan 800 personen in enkele honderden wagens waren er nodig om voor publiciteit en orde zorg te dragen. Om al die mensen onderdak te geven moest men het dan ook vooraf met 528 hotelhouders, 200 garagehouders en 180 burge meesters „op een accoordje gooien"! Materiaal gaat mee in een tiental grote vracht wagens: we noemen slechts de 3000 bandjes, 2000 petjes, 8000 veldflessen. Iedere groep van renners wordt vergezeld door twee werktuigkundigen, twee masseurs en verscheidene adviseurs. Een waar hospitaal op wielen vormt een belangrijk onderdeel in de enorme karavaan: 200 liter al cohol, 1500 windsels, 2000 compressen, 400 rol len leucaplast, 300 pak watten, 3000 pleisters en 70 liter aether waren er in dit ziekenhuisje te vinden. Overigens zal men begrijpen, dat de Tour in v de loop der jaren verdacht veel op een bedrijf is gaan lijken, een onderneming, waarin een bedrag aan francs is belegd, dat voor dit jaar 45 millioen beloopt! Enfin, dat zal we' niet ander kunnen. Je kunt nu eenmaal niet smelter en bevriezen zonder dat er iets tegenover staat. Vijf-en-veertig- millioen francs is een heleboel geld, maar er zijn dan ook millioenen Fransen (en buitenlanders) die de renners van deze beroemdste rit ter wereld toejuichen. FRANSE REVANCHE Millioenen Engelsen gaan naar voetbalwedstrij den kijken, millioenen toeschouwers trekken ook de beroemde paardenrennen. In Ascot waren onlangs een millioen mensen bijeen tijdens de beroemde races in deze plaats. Voor de Engel se nationale trots hebben paardenrennen dan ook ongeveer evenveel betekenis als de groot ste veldslagen uit de geschiedenis. Sinds enkele jaren zijn het vooral Franse paarden, die de grote prijzen uit Engeland van daan slepen. Een (ongetwijfeld Fransepaar densportenthousiast merkte na de laatste over winning van een Frans paard in Ascot gees tig op: „Ascot is voor Frankrijk een jaarlijkse „revanche"' voor de Slag bij Waterloo gewor den". Een opmerking, die raak is, want de rennen en Ascot en de herdenking van de be roemde slag tussen de Britten en Napoleon vallen wat de data betreft samen! Unicum in West-Europa Promotie-degradatie wedstrij den feitelijk overbodig! In de Afdeling Noordholland is men er toe over gegaan de promotie-degradatiewedstrijden af te schaffen en wij hebben dat toegejuicht als een verstandige maatregel. Een ploeg, die in de com petitie al dan niet overtuigend kampioen is ge worden, heeft o.i. reeds getoond uit te blinken en een elftal, dat uiteindelijk het loodje heeft gelegd, wós de zwakste. Dat hebben 18 of 20 competitiewedstrijden bewezen. In de KNVB houdt men vast aan de promotie degradatie, hoofdzakelijk, omdat de le klassers tégen afschaffing gekant zijn en die G6 vereni gingen in de bondsvergadering méér stemmen mogen uitbrengen, dan al die honderden andere verenigingen samen. En toch promotie-degra datiewedstrijden hebben weinig zin. Over het al gemeen promoveert de kampioensploeg na de vier of zes zenuwslopende wedstrijden toch, hetgeen mede inhoudt, dat de onderaanstaande ploeg toch in de lagere klasse terecht komt. Die lijn zit er al jaren en jaren in en voor de aardigheid hebben we eens een overzicht gemaakt van de resultaten van de promotie-degradatiecompetities in ons dis trict I. Alkm. Boys en ZVV als onderaanstaande 2e klassers moesten het hoofd buigen en van de zes onderaanstaande 3e klassers wist zich slechts één van de zes te handhaven! Van de laaggeplaatste 4e klassers kon geen enkele ploeg zich handhaven en'dat waren er... twaalf! Van de zes onderaan geëindigde le klassers kon alleen Helmond zich handhaven (na beslissingswedstrijden), de overige vijf moesten wijken. Hier hebben de betrokken verenigingen over het algemeen slechts financiële voordelen geboekt tijdens de prom.-degradatiecompetitie. Komt men tot een werkelijk gezond competitie-systeem, op gebouwd volgens een pyramide, dan zal het nóg gezonder worden, indien men tegelijkertijcTde pro- motie- en degradatiewedstrijden uitbant. We hebben het idee, dat daardoor ook de strijd om de voetbalbeker aantrekkelijker zal worden. In Engeland kent men ons systeem niet en daar vormen de Cupwedstrijden altoos hoogtepunten, vatting voor de volle 100 procent juist is. Maar iets zeggen doet 't wèl! We willen daarmee niet bewijzen, dat onze op- Welk een enorme plaats sport in de hedendaag se maatschappij is gaan innemen, mag wel bekend worden verondersteld. We willen ons niet ver diepen in de vraag, wat hiertoe heeft medege werkt. Onlangs lazen wjj ergens, dat sinds 1890 de vrye tjjd van de werkende mens is vervier voudigd en het gros der mensen is (gelukkig) niet zó, dat het deze vrjje uren gaat verslapen of verluieren. Men zoekt verpozing in studie en sport en we geloven daarmee de kern reeds ge raakt te hebben. De overheid is langzamerhand volkomen over tuigd van het belang van sport, van lichamelijke opvoeding en zo zijn er b.v. in landen als Zweden en Finland reeds jarenlang instituten, waar de regering medewerking verleend bij de opleiding van sportleiders. De resultaten in de Scandinavi sche landen zijn buitengewoon goed, en dat is Het Surinaamse elftal zal op 24 Juli uit Paramaribo per K.L.M. naar Nederland vertrekken. De spelers uit de West zullen hier te lande tegen verscheidene Neder landse elftallen uitkomen. mede voor onze regering aanleiding geweest het ZweedsFinse voorbeeld na te volgen. Wil men de sport en de lichamelijke opvoeding in goede banen leiden, dan moet men beschikken over men sen; die de jeugd werkelijk op het goede pad bren gen. In ons land heerst nog een ontstellend gebrek aan volwaardige sportleiders. Slechts een kleine categorie vindt er dagelijks werk in, kan een boterham verdienen. Het diletantisme viert hoog tij Over enkele maanden zal te Overveen op het uitgestrekte landgoed „Duinlust" het „Centraal instituut voor opleiding van sportleiders" de poort openen. Dit kamp is er gekomen op initia tief van de afd. Lichamelijke Opvoeding van het ministerie van O.K. en W. en gesticht om sport leiders te vormen, die een belangrijk aandeel zul len hebben in de taak de Nederlandse Jeugd bui-" ten schoolverband lichamelijk op te voeden. De duur van de cursussen waajaan 170 candida- ten gelijktijdig kunnen deelnemen en waarvan de kosten 1200 gulden per jaar per persoon bedra gen is twee jaar. Anderhalf jaar wordt be steed aan de algemene opleiding en de laatste zes maanden kan de candidaat-sporleider zich ontwikkelen in die tak van sport, waarvoor hij het meest geschikt is. Men moet om tot de cursus te worden toege laten tenminste een ULO-diploma bezitten en 18 jaar oud zijn. Zij, die niet in staat zijn het bedrag van 1200.te betalen, kunnen gedeeltelik vrij gesteld worden of zelfs een renteloos voorschot van het Rijk ontvangen! Dit kamp is het eerste in West-Europa en een flinke stap in de goede richting. De sportbonden hebben in de loop der jaren reeds ontzaggelijk veel bereikt op het gebied van opleiding, doch dit nieuwe instituut iedereen zal het moeten toegeven voorziet in een behoefte, waarin de bonden onmogelijk kunnen voorzien. De sportlei ders ontvangen immers na afloop van de cursus een wettelijk beschermd diploma, hetgeen een waarborg is, dat op de duur knoeierij op het ge bied van de lichamelijke opvoeding tot het verle den gaat behoren. Waarover we ons oprecht mo gen verheugen!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1948 | | pagina 9