Streven naar
SPELLINGSREGELS
voor
TUSSEN WIT EN ZWART
te
■s
ff
Voor onze
partijspelers
hei iA/.eA.tfrii&it dio-tect
ZOUDT U denken, dat een oudere
inwoner van, laat ons zeggen: Ur-
sem een geregeld gesprek zou kun
nen voeren met een landbouwer uit
Zuid-Limburg? Het zou op grote
moeilijkheden stuiten en zeer waar
schijnlijk zouden zij elkander vrijwel
niet verstaan. Tenzij beiden niet al
te lang geleden de schoolbanken ver
laten hebben, want de op school ge
leerde „taal", het zogenaamde „Al
gemeen Beschaafd Nederlands" zou
den beiden kunnen spreken en alle
moeilijkheden verdwenen als sneeuw
voor de zon!
Deze op school .geleerde cultuur
taal heeft de 6-jarige echter als een
moeilijke taal in de oren geklonken
en gedurende zijn jongensjaren en 'n
steeds langere tijd daarna kent hij
eigenlijk twee taien, welke hy beur
telings spreekt, ai naar gelang van
de toehoorders: het dialect van zijn
omgeving, dat hij in zyn eerste zes
levensjaren leerde spreken en hem
zeer vertrouwd werd, én de op school
geleerde „Nederlandse taal". Totdat
het Nederlands weer verdwijnt en
hij zich nog alleen goed in het eigen
dialect kan uitdrukken.
VROEGER HAD iedere stad, ieder
dorp zijn eigen dialect. En iedere
stads- of dorpsgenoot kende het, ter
wijl een klein aantal van hen (de
meer ontwikkelden) min of meer on
bewust maar actief deelnam aan de
groei, aan het ontstaan in nog vroe
ger jaren, van wat nu het Algemeen
Beschaafd Nederlands heet.
Dat Nederlands moeten we zien
als een soort grootste gemene deler
van de verschillende in de lage lan
den gesproken talen en dialecten. Al
heeft het „Hollands" (dat is d>- taa:
die men sprak in de huidige provin
cie Zuidholland en het Zuidelyke deei
ónze provincie door de cultureel
èn economisch overwegende invloed
van dit gewest) de Allergrootste bij
drage tót dit „Nederlands" geleverd.
VROEGER HAD ook elke schrijver
van de taal (schrijver als kunste
naar, als boekstaver of als corres
pondent) zijn eigen spelling. Doen
ook hier was er groei en kwam na
soms heftige strijd geleidelijk cle zo
noodzakelijke nationale eenheid in
spelling, om daarna nog enkele ma
len gewijzigd te worden (hetgeen
meestal weer met strijd gepaard
ging, denk maar eens aan de spel-
llngsstrijd van de laatste 15 jaar!).
En nu spreken alle kinderen op
school één soort Nederlands, schrij
ven ze dit Nederlands allen op de
zelfde wijze en trachten alle ouderen
op dezelfde wijze als ze op school
leerden te spreken en te schrijven.
ook hierbij dialect-kenmerken
OP DE H.B.S. had ik een leraar Ne
derlands, die van dialecten .en spe
ciale studie had gemaakt. Deze H.B.
S. was gelegen in een streek voor
forensen en gepensioneerden en het
was voor hem een aardigheid aan
de spréak of aan het gebruik van
sommige woorden vast te stellen uit
welk deel van ons land de leerlingen
oorspronkelijk kwamen. Hij slaagde
daar bovenmate in en toen wij ouder
werden en eens twijfel durfden uiten
{er was nog zo iets als een te raad
plegen schooladministratie!) bewéés
hy zijn theorie door ook hem wild
vreemden na een kort gesprekje over
koetjes en kalfjes thuis te brengen
naar streek of stad waar de betref
fende proefV M'jnsn geboren korwen
altkans lange jaren had<"en vertoefa
DUS: oo' -n-dicn men hóóg-Neder
lands spr'»"t' zijn er in de ge
sproken uitdrukkingen te
vinden, diö vs^en naar de omgeving
waaruit men komt. Bent U eens op
een congres of iets dergelijks, dan
moet U er eens op letten: U zult bij
zeer „beschaafde" sprekers woorden
en klanken opmerken, die U zelf niet
gebruikt, al moet men „kenner" zijn
om hieruit conclusies te kunnen trek
ken.
IN NRD.-HOLLAND WESTFRIES
NAAST LIEDEN, die meer of min
der geslaagd trachten hoog-Neder-
lands te spreken vinden wij mensen,
die zich steeds bij voorkeur in eigen
omgeving in het eigen dialect uit
drukken. De meesten kunnen daar
naast het Nederlands spreken, er zyn
er echter nog velen, die slechts in
hun dialect zich volkómen Kunnen
uitdrukken, speciaal by het weerge
ven van meer-intieme gevoelens. De
laatstbedoelde categorie neemt ech
ter sinds en twintigtal jaren ferm in
aantal af, speciaal door invloed van
pers en radio, van langer-nawerkend
onderwijs en het steeds in betekenis
afnemen van afstanden. En de ty
pische dialecten van stad en platte
land zyn tot ondergang gedoemd, de
steden en de daar wonende arbeiders
klasse hebben reeds weinig of geen
dialectische eigenaardigheden. Op 't
platteland vinden wy de krachtigste
resten en in Westfriesland, in Noord-
Holland bóven Haarlem-Amsterdam
een dialect of taal, nog door duizen
den 'gesproken en door de gebrui
kers levend gehouden, door belang
stellenden, „geproefd" als horende
tot karakter en stijl van het gewest:
het Westfries!
fries en Westfries
WE SPRAKEN over het hoog-Neder-
lands, als een de streektalen lang
zaam maar. krachtig verdringende
nationale nivellering, gelykschake-
ling. Er is echter één streektaal,
welke zich hiertegen met toenemend
succes verzet, welke zich heeft ont
wikkeld tot een literatuurtaal, welke
is geworden tot een van de krachtig
ste wapenen tegen het verdringen
van het streek-eigene: het Fries!
Het wordt onderwezen op de scho
len, er verschynen omvangrijke peri
odieken in, de Bybel werd in het
Fries vertaald, duizenden spreken
het met trots, voelen, denken, fan
taseren in het Fries. Friezen nebben
aan dit Fries een eigen, uniforme
spelling gegeven en juist die spelling
is het, die het Fries weer gemaakt
heeft tot een verdedigbare taal, ver-
digbaar tegenover het Algemeen Be
schaafde Nederlands. Natuurlijk wil
men dit Nederlands in Friesland niet
vervangen zien door Fries, doch bei
de talen gehandhaafd néast elkan
der. En het is aangetoond, dat dit
mogeiyk is en gewenst.
Ook in Westfriesland heeft men
daartoe een poging gedaan. En wei
als onderdeel van het pogen, ook W.-
Friesland duidelijk te maken, dat het
niet gediend is door een zonder meer
opgaan in vervlakking, in uniformi
teit. Ook uit het verleden kennen wij
dergelyke pogingen, ze hebben allen
iets gemeen: ze zyn doodgelopen, al
thans niet dóórgezet. Het was laat-
stelyk de Westfrieze-Styk, die in
1934 met een oproep kwam: „An de
Westfrieze". Oprichter, promotor,
stuwende kracht was de huidige mr.
dr. A. de Goede, zoon van de popu
laire burgemeester G. J. de Goede
en thans voor zo ver wy weten repe
titor te Utrecht. Deze West-Frieze-~
Styk heeft een gehele serie jaarboe
ken uitgegeven, welke allen op hoog
peil stonden en waarover en waaruit
wy in deze rubriek nog vaak zullen
schryven. Eén van de andere publi
caties van de Styk, welke van veel
betekenis had kunnen worden was
„De spelling van het Westfries",
vastgesteld door de Permanente
Taalcommissie van de Styk o.i.v. mr.
dr. A. de Goede en in 1941 uitgege
ven te Schagen.
De ontworpen spelling-regeis wa
ren wetenschappelijk volkomen ver
antwoord, o.m. was advies verkre
gen van de hoogleraren dr. Jac. van
Ginneken S.J. en dr. G. C. N. de
Vooys, taalgeleerden by uitstek.
Volkomen terecht schreef de sa
menstellende commissie, da', de spel-
lingschaos sedert eeuwen de grootste
schade heeft berokkend aan 't West
fries. En ze voegt hier een kleine
hateiykheid aan toe door te zeggen,
dat deze spellingschaos „door enkele
verenigingen in Westfriesland" werd
en wordt gefavoriseerd!
De Styk zelve heeft >n haar publi
caties de door haar opgestelde spel
ling steeds nauwgezet opgevolgd en
daardoor is gebleken, dat éénheid te
bereiken is. Het Westfries Jaarboek
voor 1944 byv. werd geheel gevuld
met bydragen in het Westfries en de
toepassing van de spellingsregels
was een succes.
Maar na 1944 hoorden we niets
meer van het West-Friese-Styk!
NEDERLANDS EN WESTFRIES
NAAST HET Nederlands heeft zich
dus het Fries reeds tot een litera
tuurtaal ontwikkeld en men heeft
gepoogd dit ook voor het Westfries
mogelijk te maken. Veel weerklank
heeft deze poging tot heden niet ge
vonden. Het Westfries wordt tot he-
wordt tot heden (wanneer het ge
schreven wordt, wat dan nog meest
al geschied om de burgers eens te
tracteren op dat toch zo smcu-ige
volkstaaltje!) geschreven door lie
den, die slechts het Nederlands leer
den schryven en dus niet in staat
waren, althans niet volledig in staat,
om de gehoorde klanken behooriyk
weer te geven, om het Westfriese
idioom op papier vast te leggen.' Le
ken op het gebied van taalkunde
zullen daar trouwens nooit in sla
gen en wie-het goed voorheeft met
Westfries moet dus bereid zyn zich
te onderpen aan regels, door ter za
ke kundigen vastgesteld!
Heeft streven naar spellingsverbe
tering echter zin en zyn er voor het
Westfries mógelykheden aanwezig?
Laat ons deze vragen in een volgend
artikel nader behandelen.
EMP.
Het doet ons altyd goed. als uit onze lezerskring blyken van belangstel
ling komen. Veeal blijft de belangstelling beperkt tot enkele opmerkingen,
welke ons in persoonlyke gesprekken ter hand worden gesteld en het heeft
ons min of meer getroffen, dat uit onze lezerskring tot nu toe zo weinig
standen tot ons zyn gekomen voor plaatsing in onze rubriek. Van de heer
J. H. van Alphen te Haarlem evenwel mochten wy een serie van 10 door
hem gecomponeerde problemen ontvangen, waarvan wy er hier een tweetal
plaatsen. Het zijn twee werkeiyk zeer mooie vraagstukken, gecomponeerd
op een origineel gegeven en ongetwijfeld zullen onze dammers een genoeg
lijk half uurtje op de beide stellingen zoet kunnen brengen. De heer van
Alphen droeg de beide vraagstukken aan de redacteur persoonlyk op, voor
welke vererende opdracht wy hem hartelyk dank zeggen
De oplossingen zullen wy in de volgende rubriek plaatsen, en inmiddels
stellen wij onze lezers in de gelegenheid de oplossingen in \e zenden. De
goede oplossers zullen worden vermeld. (Ook het eindpel aangeven).
Voor beide problemen geldt: Wit speelt en wint.
Auteur J. H. v. Alphen, Haarlem
Opgedragen aan P. Beers
Auteur -I. H. v. Alphen, Haarlem
Opgedragen aan P. Beers
8
9
Ét
.r
9
p
9
HJ
m
Wi
9
m
9
9
9,
9
9
Ui
w
m
m
9
m
SI
a
B
m
n
w
9,
9
H
iü
9
'w
III
Wj.
"s
ui
m
s
9
wé
m
m
jü
W£,
!P
16^
m
PS
|H
m
Hf
Damrubrlelc o.l.v. P. BEERS,
A 100, NOORDSEHARWOUDE
Toen de huidige wereldkampioen
Gesthem in 1945 een match om de
titel van Raichenbach won (uitslag
146), was het zeer opmerkelyk,
dat Raichenbach juist in het genre,
waarin hij hier te lande als onver
slaanbaar werd geacht, de klassieke
party, werd overweldigd. Reeds in de
eerste partij kwam dit tot uiting en
wy geven hier eens het opmerkelyk
verloop var deze party vanwege de
buitengewoon leerzame wijze, waar
op Gesthem wist te winnen. Dit
soort spel is in ons land nog te wei-
ni gbekend en wy raden onze dam
mers aan de ondervarianten serieus
na te zoeken. De stand in deze party
na de 33e zet van wit was:
Zw. 13 st. op 2, 3, 10, 13. 15, 16,
18, 19, 20, 21, 23, 24.
Wit 13 st. op 27, 28, 30, 32, 33, 3h.
37, 38, 39, 40, 43, 45, 48.
Zwart speelde hier 2025, waarop
wit werkeiyk meesteriyk won:
34: 28—22 25:34; 35: 40—20 15:
24; 36: 33—28 10-^-14; 37: 39—34 14
—20; 38: 49—44 2—8; 39: 44—40 24
—29; 40: 35—30 20—24; 41: 40—35
29:40; 42: 45:34 3—9; 43: 43—39 9
—14; 44: 39—33 8—12; 45: 22—17
23—29; 46: 17:8 29:40; 47: 35:44 1?
:2; 48: 28—22; 24:35, 22:24 en wint