KfntEKKOESflER
m
^^-—7=
Burgemeester Verstandig
kon niet lezen
OOK EEN BRIL HIELP NIET
au\i
*s «.ec
Burgemeester Verstandig was een
flinke burgervader, maar één ding
ontbrak aan zijn talent. Hij kon
schrijven noch lezen. Eingenlijk ook
niet rekenen. Maar dat was niet zo
heel erg. Hij had immers alle tien
vingers en dié hielpen hem door alle
moeilijkheden heen. Maar schrijven
en lezen! Een ding troostte hem. Be
halve de secretaris en de schoolmees
ter verstond niemand in Toronto die
kunst. Als hij soms een acte moest
lezen, wist de loze burgemeester zich
er uit te redden door te zeggen„Uit
zulke hanepoten kan ik niet wijs wor
den. Inktmop, dat laat ik aan jou
over!" En als hij iets ondertkenen
moest, zette hij heel genoeglijk drie
kruisjes er onder en voegde er
lachend aan toe: „Mijn naam schrijf
ik niet, want dan zouden mijn ge
meentenaren de akte verscheuren, al
leen maar, om een stukje geschre
ven schrift van hun beroemde bur
gemeester als aandenken in hun be
zit te hebben."
Als het gemis hem te machtig
werd, stortte hij zijn hart bij zijn
vrouw uit.
„Ik weet raad!", riep zijn vrouw
plotseling op zekere dag: „Je moet
een bril kopen". Hij kleedde zich on
middellijk aan en liep naar de bril-
lemaker, om zich zo'n nuttig voor
werp aan te schaffen. De koopman
zei, dat de burgemeester verschillen
de brillen moest passen. „Gaat u
maar zitten, past u deze bril eens en
kijk eens of u door deze bril kunt
lezen". Daarop hield hij hem op een
kleine afstand een bedrukt papier
voor. „Kunt u dat lezen?"
„Neen", antwoordde de burgemees
ter.
„Hm!" mompelde de koopman en
haalde een papier met grotere let
ters te voorschijn. „Nu toch zeker
wel?"
De burgemeester schudde 't hoofd.
„Ik kan geen letter lezen", sprak
hij.
Toen nam de koopman een stuk
papier met reuze letters en sprak:
„Deze letters moet u kunnen lezen,
als u niet blind bent".
Toen werd de burgemeester woe
dend en riep driftig:
„Wat? Ik blind? Je lijkt wel gek,
kerel, mijn ogen zijn uitstekend".
Toen keek de koopman hem ver
baasd aan en vroeg:
„Maar waarvoor hebt u dan een
bril nodig?"
„Omdat ik niet lezen kan", ant
woordde Verstandig steeds woeden
der.
„Dan hebt u zeker nooit lezen ge
leerd en
„Dat heb ik inderdaad niet!" viel
de burgemeester hem in de rede.
„Ja, meneer de burgemeester",
sprak toen de koopman, zijn schou
ders ophalend, „dan spijt het mij
zeer, maar dan kan ik u niet hel
pen. Wie geen lezen geleerd heeft,
kam ook met een bril niet lezen. Dan
moet u niet bij mij zijn, maar bij de
schoolmeester'
„Ik zou je danken!" gilde de bur
gemeester woedend. „Dat zou wat
moois zijn. Een burgemeester, die
van een schoolmeester iets leren
moet. Als u mij geen bril kunt le
veren, waarmee ik lezen kan, dan
bent u een grote prul". Na deze
woorden sloeg hij de winkeldeur hard
achter zich dicht.
(Uit.' Slimme Burgers)
Wanneer jullie soms denken, dat
op deze foto mijn huis staat afgebeeld
met aan de deur een plakkaat: „Geen
sigarenbandjes verkrijgbaar', dan
hebben jullie het toch mis.
Zo'n bericht heb ik niet aan m'n
deur hangen, maar dat wil niet ^eS
gen, dat ik wel sigarenbandjes heb.
Sommige kinderen vragen mij er
vaak om, maar werkelijk: ik heb ze
niet en kan jullie er niet aan helpen.
Hoe je aan sigarenbandjes moet
komen? Plaats in de Kinderkoerier
een gratis „Koeriertje" en vraag
daarin sigarenbandjes te ruil voor
postzegels of iets anders. Natuurlijk
kun je ook sigarenbandjes te ruil
aanbieden.
Stuur je „Koeriertje" gelijk met
je briefje op aan:
OOM ROB, PostbusS, Sehagen.
Toen ik 's morgens wakker derd
en me uitrekte, zag ik tot mgn
schrik, dat ik niet in mgn eigen kip
penhok was, doch in de keuken van
de baas.
Nu herinnerde ik mg, dat ik de
vorige dag haast verdronken was
en de baas me in m'n natte plunje
in de keuken had gzet. Het beviel
me er maar matig en ik begon wat
meer belangstelling voor mgn omge
ving te betonen.
Op een aanrecht zag ik een schaal
tje staan. Nieuwsgierig ben ik niet,
ik wilde alleen maar weten wat er
in zat, dus nam ik een Zweedse
snoeksprong en belandde boven op
het schaaltje, hetwelk door mijn ge
wicht tegelijk omsloeg. Gelukkig zat
er alleen maar stroop in en dat lust
ik niet, dus wandelde ik verder naar
een andere schotel, door welks in
houd ik heen zakte. Het was name
lijk pudding. Nu is dat een glibberige
goedje en daarom gleed ik ook uit,
waardoor ik met het hele geval op
de vloer terecht kwam.
Direct schudde ik me flink af, zo
dat de klodders pudding 'in het rond
spatten. Ik houd nu eenmaal van net
jes en ik zie er graag goed verzorgd
uit.
Op de keukentafel te springen was
een kleinigheidje voor me, hoewel ik
struikelde over het melkkannetje,
waardoor ik de theepot op de grond
kieperde. De inhoud van de suiker-
M
pot verdeelde ik gelijkmatig in het
plasje melk en dit mengsel smaakte
mg best. Een hap uit een kistje ta
bak bezorgde me mondhoekenkramp.
Afschuwelijk, wat smaakte dat le
lijk, daarom deponeerde ik de tabak
maar op de puddingresten.
Ik was nu een halfuurtje wakker
en ik begon me werkelijk al een
beetje thuis te gevoelen in de keuken.
Een grote pan, die al een poosje
mijn nieuwsgierigheid opgewekt had,
wilde ik nu eens aan een nader on
derzoek onderwerpen. Na een paar
pogingen, bg welke gelegenheid ik
per ongeluk een botervlootje en acht
kop en bakjes op de vloer aan dig
gelen liet vallen, schoof plotseling
het deksel met een schril, kletterend
geluid van de tafel. Wat ik toen aan
schouwde, deed mg van ontzetting
haast het bewustzijn verliezen. Daar
voor me, in die vleesschaal, half ver
borgen onder een laagje vet, lag het
bruinrood gebraden lichaam van een
soortgenoot van mij. Met een klein
beetje fantasie meende ik de eigen
wijze lange nek van Rooinek te on
derscheiden. Eeigenlijk hoopte ik een
klein beetje dat hij het was
Plotseling werd de deur van de
keuken opengeworpen, en kwamen de
baas en zijn vrouw, nog in nacht
gewaad, binnengestoven. De baas
nam een stoel en gaf daarmee een
formidabele slag in mijn richting.
Gelukkig deed de hangende lamp, die
in scherve^ uiteenspatte, de' stoel van
richting veranderen en kwam kra
kend naast mij neer. Voor de tweede
aan»al kwam, was ik al met grote
stappen de keuken uitgerend, de
slaapkamer door en via het open
staande raam de tuin ingevlogen.
Ziezo, die aanval had ik afgesla
gen. Dat was iets, wat ik met trots
aan mijn vrouwen kon gaan vertel
len. Met de borst vooruit kwam ik
bg mfla hok aan. De eerste die ik
daar zag, was de doodgewaande
Rooinek
Wel vacantie, maar
tóch postzegels!
FoeiWat is het warmJa, zo kla
gen vele mensen nu. Enkele weken
geleden zeiden we: Bah, wat is het
vies en wa is he koud
Mensen kunnen hard veranderen,
hè En het weer ookKlagen jullie
zelf ook wel eens, dat het warm is
Ik wel, hoor Maar toch moeten we
blij zijn, dat het nu volop zomer is.
Nu kunnen we tenminste van de
vacantie genieten.
Hebben jullie al vacantie Natuur
lijk hoop ik, dat jullie mij niet ver
geten. Deze week kreeg ik van een
van mijn vriendjes een leuke prent
briefkaart. Dat vond ik echt prettig.
Ik be blij, dat jullie mij al heb
ben wo nu al enkele weken „raadsel
vacantie" niet vergeten.
Dat dit zo is blijkt ook uit de en
veloppen met postzegels, die mij ook
nu worden toegezonden voor de t.b.c.
bestrijding. In de afgelopen week Ont
ving ik de volgende hoeveelhden
Eli Vlessing, Alkmaar 700 Piet
van Zoonen, Wieringerwaard 290
Dina Paarlberg, Oudesluis 230 T.
Lammertsma-Bakker, Wieringerwaard
150 Janny Marees, Schagerbrug 150.
Piet van Zoonen stuurde mij ook
nog een hoeveelheid zilverpapier, iets
wat andere kinderen ook wel eens
doen. Jammer genoeg kan ik zilverpa
pier nergens voor gebruiken. Stuur mij
dat dus niet, Want dat kost maar ex
tra postzegels. Alleen onbeschadigde,
gebruikte postzegels zijn welkom voor
de t.b.c.-bestrijdihg.
Jullie gaan toch door met sparen"
Ook al is het nu vacantietijd: zend ze
aan Oom Rob, Postbus 3, Sehagen.
Jongens en meisjes, veel plezier en
de 'hartelijke groeten van jullie
OOM ROB