n§EKK®EKIE
HET W0IDER10ER VI BAAS WELGEMOED
^££ÜJ{
DE AVONTUREN VAN HAANTJEZWET5
1
Baas Welgemoed was met zgn
vrouw naar de stad geweest. Ze
moesten enige inkopen doen en nu
was de baas in een winkel terecht
gekomen, waar een oude Chinees
woonde, die hem een middeltje had
verkocht. Als je er van at, dan
groeide je wel zo ontzettend hard,
dat er geen houden aan was.
En omdat Welgemoed zelf nogal
klein was, had hij zich voorgenomen
eens een proef te nemen. Hg wilde
graag een hoofd groter worden dan
zijn vrouw, want die was nu juist
een hoofd groter dan hg. Daar had
de baas nogal eens de smoor over in.
Maar Welgemoed was tegelijkertijd
een voorzichtig man. Daarom slikte
hij dat middeltje niet direct zelf in.
Eerst dacht hg er over om het
zijn vrouw stilletjes in te laten ne
men, maar toen hij er aan dacht, hoe
ze dan nog groter zou worden dan ze
al was, liet hg dat plan spoedig va
ren. Toen kreeg hij een ander denk
beeld. Hij had zes kippen. Zien jul
lie er hier nog maar vijf getekend?
kis jullie dit verhaal uit lezen, zul
len jullie weten hoe dat komt.
Welgemoed meende, dat er een kip
bij was, die wat kleiner was dan de
andere. En die kip liet hij eten van
het middel, dat hij van die oude Chi
nees gekocht had. De gevolgen wa
ren heel erg. Nog nooit van zjjn le
ven was hg zó geschrokken. Toen hg
de kip het doosje voorhield, begon ze
gverig te pikken. Zo gulzig, dat ze
veel meer nam, .dan Welgemoed haar
had willen geven. Plotseling begon
ze te kakelen en rende het nacht
hok in.
bij zgn oor een kip enorm hard stond
te schreeuwen.
„Tok, tok, tokklonk het zó
luid, dat horen en zien verging.
In de kamer was echter mets te
zien.
Welgemoed wist niet wat hg er
aan had. Voorzichtig deed hg het
doosje dicht, stopte het in zgn zak
en ging naar binnen om een slaapje
te doen. Verdrietig dacht hij, dat hg
wel weer bedrogen zou zgn. Voor
niets had hg zgn geld uitgegeven.
Het duurde niet lang, of hg was
mopperende ingeslapen.
Misschien had hg een kwartier ge
slapen, toen hg wakker werd van 'n
vreemd geluid. Het was of er vlak
Terwijl Welgemoed de slaap nog
uit zgn ogen wreef, kwam zgn vrouw
aanstormen.
„Klaas", riep ze ontsteld, „kom
gauw. Wat er nu gebeurt weet ik
niet. Het is verschrikkelg'k!"
Op een draf liep ze weer naar
buiten, terwg'1 Klaas met een angstig
voorgevoel achter haar aankwam.
Toen hg de buitendeur open had ge
daan, leek het of de stem van een
reus maar. steeds „tok, tok, tok"
riep. Het lawaai was oorverdovend.
Het geluid kwam uit het kippenhok,
waar zgn vrouw handenwringend bg
stond.
Met twee sprongen was Welge
moed er bg en rukte het deurtje
open. Met een schreeuw van schrik
sloeg hij het weer dicht. Wat hg' ge
zien had, was vreseigk. De kip was
gegroeid en ze groeide nog steeds.
Het was Zondagmorgen en erg
rustig. Mijn 25 vrouwen allemaal
mooie kippen, hoor! scharrelden
over het erf en pikten hier en daar
een wormpje uit de grond. Over het
tuinmuurtje geleund was de baas in
gesprek met de buurman.
„Ja, buur", zei hg, „ik heb een
mooi toompje blauwe kippen, maar
er is er één bij, die eieren eet. Ik
heb het al tegen m'n vrouw gezegd
en als i,. die snap, dan draai ik 'r
nek om!"
De buurman keek de baas met
grote ogen aan en vroeg onthutst:
„Je vrouw de nek omdraaien?"
„Nee, die kip natuurlgk!", lachte
de baas en hg vervolgde even later,
argwanend naar Rooinek, de haan
van de buren, kgkend: „Of jouw
aan moet 't em lappen?" En hg
wees mrt zijn duim naar Rooinek,
m'n doodsvijand, die juist bezig was
z'n snavel te scherpen. De buurman
wees op mg en zei: „Die jongen
vertrouw ik anders ook niet!" Als
antwoord strekte ik lui een poot
langs m'n vlerk en klapwiekte eens.
^en uurtje later zag ik Rooinek
op de rand van een valnest een dutje
doen. Dit was de kans van m'n le
ven en onverwacht duwde ik hem
in het valnest. Hg ging nogal wat te
keer, vooral omdat zg'n kop in het
valdeurtje bekneld zat. Hg schraap
te, sprong en schreeuwde zo angstig
dat de kippen luid kakelend het land
in renden. Zo vond de baas hem. Nou,
toen kreeg hg er van langs, dat de
veren er af stoven. „Wat doe jg'
pats!! met je hanepoten
pats!!in dat nestpats!!...
zeker eieren etenpats, pats,
pats!!! Wat had ik een schik! Dat
begrgp je!
,s Middags zat ik rustig op het
drempeltje van de schuur in de scha
duw en pikte een luis onder m'n
borstveren vandaan.
Daar hoor ik opeens een tumult
en zie ik Rooinek, omringd door m'n
diverse eg a's, heftig aan een dikke
worm trekken. In een oogwenk wierp
ik me vol woede op het andere eind
van de worm, en trekken, jongens!!
Als een olifant! Met uitgespreide po
ten stampte ik af en toe heftig op
de grond en weldra bemerkte ik, dat
ik langzaam terrein won.
Plotseling liet Rooinek de worm,
die later een kapotte gummiring van
een inmaakfles bleek te zgn, schie
ten enPppééénnngggü! daar
kreeg ik het uiteinde vengnig hard
in m'n oog!
Toen ik weer bg m'n positieven
kwam, hoorde ik juist de buurman
zeggen: „Kijk eens naar je haan,
buur. Die heeft te hoge bloeddruk,
want hg tolt over de grond! Dat
komt zeker van het eieren eten
Ze had ogen zo groot als schoteltjes
en een kam die wel een gebergtt
scheen. En poten! Het leken wel oli
fantspoten.
Het werd nog veel erger. Mis
schien haden Klaas en zgn vrouv
daar een minuut of vgf gestaan, ter
wgl de buren kwamen aanrennen.
Toen was het of er met een groti
hamer binnen in het hok werd ge
slagen. Dat hield maar niet op. A
spoedig vloog een plank aan splin
ters. Nog één en nog één. Toet
kwam er een monsterachtige kop t»
voorschijn. Even later barstte hef
hele hok uit elkaar. De buren vlogetf
aan het erf kf, Klaas en zg'n vrouv
stormden hun huis binnen en kekei
voor de ramen angstig naar de reu
zenkip, die nog maar steeds groeidt
en nu een meter of drie hoog waa
De kat, die, niets vermoedend, i:
de zon lag te slapen, werd opgegetei
of het een worm was.
Alsof er niets gebeurd was, begor
de kip te fladderen en te vliegen. Z<
ging hoger en hoger en ze is nooi!
meer teruggezien.
Klaas Welgemoed had geleerd on
nooit geen vreemde middeltjes meei
te kopen. En zo hield hg maar vijl
kippen over. Die zie je nu op het
plaatje.
Wie tekent dit uit 't
Wanneer jullie dit wonderlgk
verhaal gelezen hebt en er is in
de vacantie een regenachtige
dag, hebben jullie dan zin om
je fantasie eens te laten wer
ken Maak dan eens een
mooie tekening en stuur die
aan mij op.
Dan hebben jullie wat te
doen. En als de tekening heel
mooi is, wie weet, komt ze dan
nog niet in de „Kinderkoerier"
Vraag desnoods maar of va
der of moeder of oom of tante
je helpen. Eerst zullen ze wei
een beetje mopperen, want dat
doen ze toch met regenachtig
weer, maar op het laatst krij
gen ze er nog aardigheid in
Ik heb gemerkt, dat er ook
oudere mensen mee helpen mer
de postzegelactie. Dat doet me
goed. Als we allen helpen kun
nen we veel bereiken.
Stuur dus maar op!