KAPPIE
r?€f'HcWmH
De kiemen voor nieu ve oorlog
De strijd om Koning Leopold
Abonneert U op
dit blad
OVER DE GRENS
Denke ich am Deutslaod ia der Nacht
Dann bin ich um der Schlaff gebracht
(Heine)
In deze wilde bewogen wereld zyn
we te licht geneigd om onze blikken
te wenden naar de plekken, waar de
meeste sensatie is. Is de toestand in
Indonesië op een bepaald ogenblik
zeer gespannen, dan vergeten we alles
om ons heen. We letten uitsluitend op
Indonesië. Gebeurt er iets in Palestina
dat de wereld in beroering brengt, dan
verengt onze horizon zich tot het Pa
lestijnse probleem. Al was niet bepaalt
schokkend is. zijn we ras vergeten. We
denken er niet eens aan, dat er ook
nog zo iets in de wereld is als een
Duits probleem. Een probleem, dat in
belangrijkheid en Indonesië en Pale
stina en China en Griekenland verre
overtreft. Een probleem, dat zo belang
rijk is, dat de Veiligheidsraad er in het
geheel geen weg mee zou weten en
dat in de Ver. Naties niet tot een oplos
sing kan worden gebracht. Een pro
bleem, waar ook de overwinnaars mee
In hun maag zitten.
BELANGENTEGENSTELLINGEN
Het vredesverdrag met Italië leverde
nog geen onoverkomelijke moeilijkhe
den op, maar ten aanzien van Oosten
rijk lag de situatie al anders. Hier
raakten het Westen en het Oosten el
kaar. In nog veej sterker mate is dit
het geval in Duitsland. Er wordt niet
aan het belang van het Duitse volk ge
aach'. D;t belang wordt verwaarloosd
oi behartigd al naar belang de bezetters
geloven, dat ze er zelf van kunnen pro
fiteren. Het Duitse volk is speelbal gé
worden en het Duitse Rijk dreigt te
zullen worden ingekrompen op een
wijze, waarbij Versailles nog maar kin
derspel was. W.e de kaart ziet, waarop
de vermoedelijke Duitse grens is af
gebakend en nog steeds bezield is van
een grimmige haat tegen al wat Duits
is, kan een glimlach van voldoening
niet onderdrukken. Het zal een hele
poo, duren, voor Europa weer vrees
vo.or. .ja. zal behoeven te hebben
En zo zweert het Duitse gezwel in
het midden van Europa verder.
Een onoplosbaar Berlijns conflict.
Een grens met Polen, die nimmer be
vrediging zal kunnen schenken. Het
Rührgebied onder controle, het Saarge-
bied verloren. Een machteloos gemaakt
Duitsland, overheerst door even mach
teloos verdeel-"e overwinnaars. In de
bijna vierjarige periode na de oorlog is
er door deze overwinnaars nog niets
constructiefs tot stand gebracht, in
hoofdzaak doordat de Russische vrees
voor het Westen aan de Russen een
politiek heef ingegeven, gebaseerd
qp wantrouwen, die elke overeenstem
miji3_tot de onmogelijkheden doet be
horen.
Een geslagen Duitsland. Een vernie
tigd Duit.Een verminkt Duitsland
Een Duitsland dat volkomen machte
loos is. Behoeven we ons daarover be-
-e.SJ te maken? Behoeft Duitsland zo
als we dat hierboven schetsten, ons
slapeloze nachten bezorgen?
We horen het u zeggen. Ja, waarde
lezer. Juist omdat Duitsland maken we
ons zorgen. Niet alleen omdat slechts
een Duitsland in een gezond Europa het
oude Werelddeel van ontzaglijk veel
nut kan zijn. Vooral echter omdat er
reeds weer 't gevaar dreigt. Wie het
maandrapport van generaal Clay leest,
hoe de Nazi idee weer opleeit, wie het
toenemende verzet aanscnouwt tegen
de ontmanteling der Duitse fabrieken,
wie het sterke verzet waarneemt tegen
hoe de Nazi idee weer opleeft, wie het
onhoudbare Duits—Poolse grens, wie
met angst in het hart constateert, hoe
er steeds meer door de doorsnee Duit
ser gefuisterd wordt, over het trium-
phale tijdperk, dat Hitier en zijn tra
wanten enkele jaren hebben gekend,
maakt zich zorgen. Men zal het Duitse
Rijk kunnen verminken. De Duitsers
en de Duitse geest blijven echter. Is
hef niet in de richting van het extre
misme gdreven, zo gebeurt het ook
thans weer. maar nu reeds voor er een
vredesverdrag is gesloten. Alle ver
kiezingsuitslagen ten spijt. De Duitser
zaj weer een bron van onrust worden
in Europa. Tot schade van zich zelf.
Maar evenzeer tot schade van ons.
Misschien is dit alles onontkoombaar-
Elke oorlog draagt immers de kiem
tot een nieuwe oorlog in zich. Vooral
als die kiemen worden gekoesterd en
opgekweekt, als nu het geval is.
Wil Europa, wil de wereld echter tot
rust komen, dan zal een politiek van
begrip en verstand ten opzichte van
Duitsland noodzakelijk zijn.
Overwinning
De menst icfiercontacten meldt heden
dat ia to.aal 330 TNI officieren zich
sinds 19 December j.1. in de verschil
lende gebieden hebben gemeld. Hier-
onoer bevinden ^ch 4 generaals en een
aantal hoofdofficieren. Van dit aantal
ANi officieren hebben zich alleen al
ia. Djogja 372 bij de Nederlandse au
toriteiten gemeld. Uit de tot dusver ont
vangen gegevens blijkt, dat reeds de
eerste dagen van de actie grote hoe
veelheden oorlogsmateriaal door de
Nederlandse troepen in beslag zijn ge
nomen. Deze omvatten ondermeer: 318
-mortieren,- 157 mitrailleurs, 1427 gewe
ren, 303 stenguns, 8 stuks veldgeschut,
20 stuks luchtdoel- en pantserafweei-
geschut, 563 pistolen, 317'/^ ton muni
tie, 1472 vliegtuigbommen en land
mijnen, 1300 handgranaten en een gro
te hoeveelheid uitrusting stukken. De
opsomming is niet volledig, daar nog
niet alle gegevens zijn binnengekomen
en bovendien de hoeveelheden elke
dag aangroeien. De wapenen en de
munitie waren van Japanse en diverse
andere makelij.
en de
Chinese
Mandarijn
10.) De reis verliep verder rustig, ondanks de stekende eksteroog
en de jeukende neus van de maat en de kunsten die de fakir met
hem uithaalde en zo bereikten ze tenslotte de haven van bestem»
ming. De Mandarijn Lah Tie Pang stond met de fakir aan de ver
schansing, toen ze binnen voeren.
„Ziet gij deze ring, Uwe Hoge Doorluchtigheid?" zei de fakir.
„Deze ring bevat een kleine scherf van de steen, dewelke ik voor
U zal gaan halen bij de Opperste der Fakirs. Met behulp van die
steen zult ge alle macht kunnen krijgen, die gij wenst"
„Zouden de kisten met al die onwaardige rommel genoeg zijn om
daarmee de Opperste der Fakirs voor zijn edele hulpvaardigheid te
kunnen vergelden?" vroeg de Mandarijn.
„Zonder enige twijfel" stelde de fakir hem gerust.
De „Kraak" was intussen vastgemeerd en de maat was bezig de
loopplank uit te leggen. Terwijl hij dit werkje ingespannen en nauw.
keurig deed .voelde hij ineens iets over zijn hoofd heen suizen en
toen hij met een kloppend hart opkeek, zag hij dat het de fakir
was.
„Ik weet het niet", dacht Kappie bij zichzelf „maar ik vertrouw
die kerel niet-... en ik geloof dit bult Praatjes die hij heeft, ook
niet".
Katholieke peis doet onthullingen
NEDERLAND—FRANKRIJK
IN ROTTERDAM
Naar gemeld wordt zal de landen-
wedstrijd tussen Nederland en Frank
rijk, waarvoor als datum 23 April was
vastgesteld, in het Feyenoord-Stadion
te Rotterdam worden gespeeld.
Van de zijde van het bestuur van de
KNVB kon men Zondagavond geen
bevestiging van dit bericht geven.
Wereldvakverbond
wankelt
De B.-itse voorzitter van het Wereld
Vakverbond. Dedhin heeft verklaard
dat hij aan het Britse voorstel om het
werk van het Verbond voor een jaar
op te schorten zal vasthouden.
De Russische afgevaardigde Koeznet-
sof heeft om verzoeningsbesprekingen
gevraagd, maar de Engelsen en Ame
rikanen zien hierin slechts een aflei-
dingsmanouvrC, waarop ze niet willen
ingaan.
De Tsjecho Slowaakse vakvereni
gingen hebben tegen het Britse voor
nemens geprotesteerd, daar de „een
heid van de werkende klasse" in de ge
hele wereld er door zou worden ver
nietigd.
ZO ALS MEN HET BEKIJKT
De uitlatingen van twee buitenland,
se staatslieden te Washington typeren
de verschillende meningen ten aan
zien van de Indonesische kwestie.
Toen aan de eerste minister van
Nieuw Zeeland, Fraser, na een confe
rentie met president Truman door pers
vertegenwoordigers werd gevraagd of
hij de Inonesische kwestie met de
president had opgenomen, antwoordde
hij: Er zijn belangrijker zaken dan
Indonesië. Kort voor het bezoek van
Fraser ontving president Truman de
voormalige premier van Transjordanië
Samir Refai Pasha. Toen hem ge
vraagd werd of hij de Palestijnse
kwestie met Truman had besproken,
zeide Refai: „Er zijn belangrijker za
ken dan Palestina.».. Indonesië by-
voorbeeld".
Een telegram van Churehill, waarin
deze na de Duitse inval van Mei 1940
Koning Leopold van België dringend
uitnodigt met zijn gezin naar Enge
land te komen, heeft de Koning nooit
bereikt, aldus meldt het Belgische R.K.
blad "La Libre Belgique".
Churehill had admiraal Keyes ver
zocht alles te doen, wat In zijn ver
mogen lag, om koning Leopold te over
reden naar Engeland te komen, doch
admiraal Keyes ontving het telegram
niet, voordat hij zelf reeds enkele dagen
in Engeland terug was.
„Toen ik de minister president en het
kabinet onmiddellijk na mijn terugkeer
te Londen ontmoette, was er geen sPra
ke van, dat koning Leopold gelaakt
aldus schreef admiraal Keyes „Hoe
kan men hem laken, daar het laatste
telegram van de minister president, dat
koning Leopold 36 uur, voordat hij een
besluit nam, had moeten bereiken, dui
delijk vaststelde, dat wij op het punt
stonden, de Belgen in de steek te la
ten. Koning Leopold gaf zijn leger be
vel de linie aan de Leye tot de laatste
man te verdedigen. Er kan geen twijfel
aan bestaan, dat van het ogenblik af.
dat het duidelijk werd, dat de Britse
expeditionaire macht niet van plan was
het Belgische leger te hulp te komen,
dit laatste de moed verloor. Het schijnt
mij afkeurenswaardig oneerlijk, alle
schuld op de Belgen te "schuiven en
te trachten hun Koning tot een zonde
bok voor de Fransen en Éngelsen te
maken", aldus Keyes in een schrijven,
dat tot dusver geheim gehouden werd.
26 Mei stelde koning Leopold voor.
dat de Britse expeditionaire macht een
tegenaanval zou verrichten tussen de
Scheldemond en de Leye. Het voor
stel werd bij verschillende gelegenhe
den aan Lord Gort doorgegeven, doch
geen antwoord werd ontvangen. In een
telefoongesprek met Churehill toonde
admiraal Keyes zich „verbaasd", dat
Lord Gort hem koning Leopold niet
direct van dit besluit In kennis had ge
steld.
„Wanneer de wereld al de feiten
kent, zal de verantwoordelijkheid voor
het lijden, dat uw leger moet doorstaan
en voor de nederlaag van het Belgi
sche leger zeker op andere schouders
gelegd worden dan op die vna Koning
Leopold", aldus Keyes in zijn brief
Gort.
AMERIKAANS—RUSSISCHE
BESPREKINGEN TE BERLIJN
Het blad „People" meldt, dat een
vooraanstaand Amerikaans diplomaat
wiens naam niet wordt genoemd, op
het ogenblik te Berlijn met een verte
genwoordiger van Molotof, van wie
de naam eveneens wordt verzwegen,
geheime besprekingen zou voeren om
de instructies uit te voeren, die door
president Truman aan het Amerikaan
se departement van Buitenlandse Za
ken zijn gegeven, teneinde te trachten
met Stalin tot een accoord te komen
waardoor de vrede tot in 1959 zou
worden gewaarborgd.
BLOKKADEBREKERS
De „Telegraf" het met Britse ver
guning verschijnende Berlijnse blad,
meldt, dat gisteravond vijftien vracht
auto's met steenkolen de Sowjet-blok-
kade van de Westerse sectoren van
Berlijn hebben verbroken.
De auto's begaven zich van de Sow-
jet-sector van Berlijn naar het district
NeuKoln in de Amerikaanse- sector.
Zij werden voorafgegaan door een
auto, waarvan de inzittenden de beide
Duitse politiemannen van de Russische
sector, die het verkeer uit de Oostely
ke sector controleerden, gevangen
hebben genomen. De beide politieman
nen zo voegt de „Telegraf" er aan toe
zijn ontwapend en aan een boom ge
bonden.
SCHUMAN IN ZIJN
KNOLLENTUIN
Robert Schuman, de Franse minister
van Buitenlandse zaken, die gedurende
de twee dagen met zijn Engelse ambts
genoot Emest Bevin te Londen bespre
kingen heeft gevoerd, is naar Parijs te
ruggekeerd. Bevin Ik ben dankbaar
dat hij gekomen is. Wij hebben een
zeer opmerkelijke conferentie gehou
den en veel bereikt, hetgeen niet al
leen voor Frankrijk en Engeland doch
ook voor Europa en de gehele wereld
veel goeds voorspelt".
Schuman verklaarde „Bij mijn komst
was ik zeer optimistisch en ik ben
tevredener dan ik had kunnen ver
wachten".
HET GROOTSTE ARCHIEF
Een oude wet verplichtte de Franse
notarissen alle Originele acten te be
waren. Daar het tenslotte de notarissen
niet langer mogelijk was om deze ber
gen papier in hun kantoren, zolders of
kelders te bewaren, werd door een wet
in 1928 beslist, dat de alleroudste docu
menten in de nationale archieven zou
den worden geplaatst. In de afgelopen
twintig jaar zijn nu 75 millioen Origine
le acten in dit minutenarchief Onderge
bracht.
WOENSDAG 19 JANUARI 1949
HILVERSUM I 301 m. 7.00 en 8.00
Nieuws; 7.15 en 8.15 Gram.muziek; 9.00
Voor de zieken; 9.30 Symphonisch con
oert; 10.30 Morgendienst; 11.15 Het
Huis op de Muur, hoorspel; 12.05 Trio
Fantasia; 12.33 NCRV koor; 13.00
Nieuws; 13.15 Promenade Orkest; 13.45
Werken van Bach; 14.15 Selecta; 14.40
Plantenpraatje; 15.00 Jeugdconcert; 18.00
Voor de jeugd; 17.30 Orgelspel; 18.00
Harmoniemuziek; 18.30 Ned. Strijd
krachten; 19.00 en 20.00 Nieuws; 20.15
Radio Philh. orkest; 21.40 Busch-strÜk
Orkest; 22.15 Orgelconcert; 23.00 Nieuws
HILVERSUM H 415 m 7.00 en 8.00
Nieuws; 9.00 Werken van Tschaikows*
ky en Beethoven; 10.00 Morgenwijding;
10.20 Voor de vrouw; 11.00 Populair
non-stop; 12.00 Accordeola; 12.38 K&l*
ma Hawaiians; 13.00 Nieuws; 13.29 The
Ramblers; 14.15 Jeugdconcert; 15.00
Kermis der ijdelheid, hoorspel; 15.30
Voor de zieken; 16.00 Voor de jeugd;
17.15 Gram.muziek; 18.00 Nieuws; 18.30
RVU uitzending; 19.30 Voor de jeugd!
20.00 Nieuws; 20.20 Omroeporkest?
21.00 George and Margaret, hoorspel?
22.15 Metropole orkest; 23.00 Nieuws.
De aanval van de Italiaanse griep
Omstreeks de jaarwisseling begon de spreekt. Veertig procent van het Itall^
griepepidemie in Noord-Italië, vandaar aanse volk had of heeft nog griep. Dr.
dat men over de „Italiaanse griep" Giovanni Cc-ape-ia van het ministerie
DE CRIEP-EPIDEMIE RAAST
OVER WEST-EUROPA
van Volksgezondheid in Rome heeft
zeven millioen van zijn volksgenoten,
zelfs ernstige grieppatiënten genoemd
Toch is nog nergens deze griep een
kwaadaardig karakter toegeschreven,
en z" is zekor niet zo gevaarlijk als
de „ëpaafise griep", die direct na da
eerste wereldoorlog zo ontzagwekkend
veel slachtoffers gemaakt heeft. Wij
zijn hiertegen op het ogenblik medisch
ook belangrijk beter voorbereid en toe
gerust. De World Healt Organisation
van de UNO volgt vanuit het hoofd*
da
kwartier te Genève de opmars vaa
griepbacil dan ook met een gerust
gemoed.
Toch is het spreidingsgebied van da
griep al zeer groot geworden.
Terwijl In Rome de epidemie ver*
fauwt, bereikte zij juist haar hoogte*
punt in Milaan en Turijn en de bacil
len bleken de Zwitserse douaneposten
al gepasseerd te zijn en niet alleen
Zwitserland, doch ook in Oostenrijk,
binnengevallen te zijn.
In andere richting overschreden da
bacillen de FransItaliaanse grens,
richtten ravage aan in vele streken
van Frankrijk (in de stad Dyon ligt
van elke vier mensen één in bed) en
trokken ook al door België heen en
Nederland binnen. In Engeland en
Scandinavië bereidt men zich than*
ernstig op de verdediging voor. Da
World Health Organisation heeft zo
juist rapporten uit Scandinavië ont
vangen, waaruit blijkt, dat de toestan®
er. op dit ogenblik nog normaal is.
Het aantal mensen, dat door de ïta^,
liaanse griep aangetast Is, is zeker W>1
groot als dat van de beruchte Spaans®
griep heeft geleden, doch het sterfte-;
cijfer is nog zeer laag gebleven (ini|
Frankrijk twee per duizend en daa>
nog zeer jonge kinderen of ouden v
dagen).
rETOTXETON
Jean Vaubaron bewijst
zijn onschuld
KAVItR Ot MGNIEPIN
L
88). Het komt my voor, zeidc hij, dat gij er thans
genoeg van weet.
O, ongetwijfeld, antwoordde de booswicht opgetogen
Gij kunt Blanche doen ontwaken. Zij kan mij iui niets
nieuws meer mededelen.
Wat zullen wij nu gaan doen?
Naar Bretagnc gaan.
Wanneer?
Vandaag nog.
Op welke wijze?
Wel met een postrijtuig natuurlijk, onze toekomsti
ge schatten veroorloven ons deze weelde wel.
Vreest ge niet de aandacht op ons te vestigen?
Wat geven wij daarom? Wij hebben goede pas
poorten. Wy zijn rijke lieden, die voor ons vermaak
reizen. Houdt U verzekerd, dat, wanneer men zich met
•ns bemoeid, het niet anders zal zijn dan met achting en
eerbied.
Blanche zal zeker met ons gaan?
Dat spreekt van zelf; zij zal ons moeten geleiden.
Vermoei haar dus niet langer en doe haar ontwaken.
Ik verlaat u, om alles voor de reis in orde te brengen.
Hoe laat komt ge terug?
Om drie uur met de postkoets. Houdt u dus ge
reed. Ik zal reiskleren voor Blanche meebrengen.
Wij zullen u niet laten wachten.
HOOFDSTUK VII.
DE SCHATTEN VAN DE HUGENOOT
Hoe de gemoedsstemming van Paul Mercier was. be
hoeven wij niet te zeggen en dat hy niet op de conciërge
lette die, toen hij uitging, hem een brief voorhield,
spreekt van zelf. Toch behelsde die brief voor hem
een geruststellende tijding. De inhoud luidde:
Lieve Paul!
Ik schrijf u in de grootste haast. Zal deze brief in uw
handen komen? God geve het! Horner en Rodille voeren
mij ver van Parijs weg, ik heb hen horen spreken van
Bretagne; Die mannen jagen mij vrees aan. Ik gevoel
wel, dat mij met hen ieder ogenblik een nieuw gevaar
bedreigt. Volg mij, Paul! verdedig mij, wanneer gij
kunt, als gij mij liefhebt
Blanche.
Blanche was dus niet voor hem verloren
Van het ogenblik af. dat zij zich in de handen van de
magnetiseur en Rodille bevond, was hij zeker haar te
rug te zullen vinden.
Uit de rue du Musée komende, haastte Paul zich door
de doolhof van straten en stegen heen naar de wijk
Popincourt, met de flauwe hoop, dat Blanche misschien
nog niet vertrokken zou zijn en het hem gelukken zou
haar vertrek te verhinderen.
Op welke wijze, dat wist hij zelf niet en daarover
bekommerde hij zich ook niet.
Hij liep als een hollend paard.
In zulk een overspannen toestand verkerende, sloeg hy
niet de minste acht op hetgeen rondom hem voorviel.
Hij liep tegen de voorbijgangers aan, zonder hun
klachten te horen of naar hun scheldwoorden te luis
teren.
Elk ogenblik was hij in gevaar door een rijtuig ver
pletterd te worden. Daar hoorde hij op de hoek van een
straat eensklaps het geratel van wielen, paardengetrap
pel en een geroep van zHeidaar! heidaar!
Een vurig paard kwam recht op hem aan.
Hij wilde opzij springen, maar het was al te laat,
Hy hoorde de mensen schreeuwen, een vreemde ge
waarwording maakte zich van hem meester; daarna zag
hij, hoorde hij, gevoelde hij niets meer.
Toen hij weer bijkwam, zat hij in de winkel van een
apotheker in een armstoel; natte doeken waren om zijn
hoofd gewonden.
Een dokter die zich toevallig daar bevond, liet hem
vlugzout opsnuiven en een jong, zeer rijk gekleed man'
stond hem met de grootste belangstelling te beschouwen.
Dit jonge mens, de onwillekeurige oorzaak van het
ongeval, dat eigenlijk alleen aan Paul's eigen onvoor-
zichtigheid kon worden geweten, was de eigenaar vatf
het paard en rijtuig.
Enige minuten waren voor de geneesheer voldoende,
om zich te verzekeren, dat Paul niet ernstig was be
zeerd.
Hierop wendde de deftige jongeman zich tot Paul:
Inderdaad mijn jongen, sprak hij, gij kunt vaa
geluk spreken, dat gij Cr zo afkwam; ieder ander in uw
plaats zou de nek of armen en benen gebroken hebben.
Uw kleren zijn door de val gescheurd en bedorven en.
het is niet meer dan billijk, dat gij mij toestaat de schade
te herstellen.
En zonder Pauls anwoord af te wachten, drukte hij
hem tegelijk met zijn adreskaarjte een kleine beurs in d®
hand, waama hij snel de winkel verliet.
Paul Mercier verwijderde zich nu ook, rood vaa
schaamte over hetgeen hij als een aalmoes beschouwd®
nadat hij eerst de apotheker en geneesheer zijn dank
baarheid had betuigd voor de zorgen, die zij aan hem
besteed hadden.
Toen hy een honderdtal schreden verder was, haalde
hij het kaartje en de beurs uit zijn zak.
(Wordt vervolgd)»