KAPPIE 2) Wat doen we voor onze jeugd? De Bataafse Republiek in Westfriesland f ,e Amateur-Gentleman Opofferende arbeid is nodig Oppervlakkig beschouwd moet de Nederlandse jeugd niet ontevre den zijn. We zorgen voor hun ge zondheid. Reeds in het eerste le vensjaar trekken de moeders met de baby's op naar de consultatie- bureaux. We hebben het genees kundig schooltoezicht, de school- tandverzorging, we laten de kin deren inenten tegen pokken en diphterie en roodvonk. Nee. dat is nog niet zo gek. Bo vendien stellen we ze in de gele genheid om wat te leren. We hebben uitstekende lagere scho len. en dan de inrichtingen, waar ambachts- en nijverheidsonderwijs wordt gegeven, de MULO scholen en het hoger onderwys. als we zo alles bezien, is er reden tot zeer grote tevredenheid en kunnen we wel met de handen over de buik gevouwen bij de haard blijven zit ten. En dan zijn we precies daar aangeland, waar we niet moeten zijn. Er is n.l. geen en kele reden om met de handen over elkaar te gaan zitten. De Nederlandse jeugd heeft, niet genn"n aan een aoed" acovd- heidszorg en een gelegenheid om onderwijs te genieten. Deze dingen zijn zeer belangrijk en ze kunnen niet gemist worden. Maar voldoende zijn ze niet. Want de jeugd brengt een groot deel van haar tijd door bulten de schoolbanken. Laten we niet ver geten dat die tijd ten slotte voor een groot deel beslist over de vorming van hun karakter, min stens even sterk als het onderwijs op de scholen. Er ls ln het onderwijs ln de laatste Jaren een verandering ge komen. waa'-dooT mper gelet wordt oo de karaktervorming. waarmee we een stap ln de goede richting hebben gedaaan. Maar wat voor aandacht besteden we hieraan, als <ïe kinderen eenmaal de school hebben verlaten? Het is ons wel goed. We trekken ons er niets van aan. Tenminste veelal. Er zijn geluk kig ook anderen .die zich met de opvoeding, met 't organiseren van de Jeugd regelmatig bezig houden. In de grotere plaatsen meer dan op het nlatteland. Hebben we b.v. in Alkmaar niet verschillende jeugdverenigingen, welke een be- z''"n van geactiveerd Jeugdle- v»^? Maar hoe staat het ln de kieinet-a nlaatsen? De katholieken pntntooten p* een hewon*ereos- activiteit, maar de rest gelooft bet. «^el Op een enkele uit zondering u«> Fr behoefte aan leiders We hadden onlangs een gesnrek met ieimod. die tot dl° uitzonde ringen behoort. Die afkomstig is uit een plaats, waar iets voor de Jeugd gedaan wordt en waar de jeued blUken geeft, dat ze dit waardeert. Waar het werk ook re sultaten afwerpt, wil doelen hier op de door de A.N.G O.B. afdeling Nieuwe Niedorp eesti"*>te jeugd groep. Dat. gesnik henft tot rpsul taat gehad, dat we nu een uitvoe rig schril ven en een reeks docu menten voor ons hebben liggen. Een schrijven .waarin ons verteld wordt, boe dit jeugdwerk ls be gonnen en welk een belangstelling er onder de jongeren zelf voor be staat. maar waarin we tevens ken nis maken met moeilijkheden, waarmee de eigenlijke organisato ren hebben te worstelen. De brief van de heer Grootcs spreekt er van. Het ls voornamelijk een ge brek aan leiders. Een gebrék, dat zich niet alleen tot N. Niedorp bepaalt, maar dat overal voorkomt. En dat ls dan ook de reden, dat we er zo veel aandacht aan beste den. Want dit jeugdwerk, dat de bedoeling heeft de jeugd op te voeden tot gemeenschaps zin, verantwoordelijkheidsge voel en zelfstandigheid, ver dient aller belangstelling. We hebben eens zitten snuffelen ln de verschillende maandpro- gramma's en we hebben gezien, dat deze aan de Jeugd iets aan trekkelijks bieden. Maar we heb ben tevens gezien, dat de hoeveel heid arbeid, die er door de leiders voor moet worden verricht, niet door twee of drie mensen kan wor den gedaan. En nu: De moeilijkheden Deze jeugdgroep, die een vijftig leden telt dreigt te moeten wor den opgeheven, omdat de leiders het niet meer kunnen volhouden. Er moeten meer mensen komen, die bereid zijn en dat is natuurliik nog belangrijker, ook in staat zijn om een deel van die leiding over te nemen. Eti natuurlijk gratis. Dit is geen sp°claal Niedorps probleem. Dit probleem doet zich voor in geheel Noordholland en ouder bijna alle groeoerlngen. die niet op confessionele grondslag staan. Het is beschamend, maar 't van Signor Rlvaldi 6. Nadat hö geheimzinnige taak in de machinekamer had volbracht, kwam de uitvinder weer naar boven en nadat de mast en de schoorsteen ge streken waren, wat een vreemd gezicht was zo midden op zee, begon hij met be hulp van Kappie, de doorzichtige zeil doeken kap over de Krna.k t« trekken en aan de verschansing vast te maken. Kappie die wel lnsag, dat er toch niets anders opzat, dan Riraldl zijn zin te geren, begon er nu langzamerhand zelfs plezier in te krijgen. Stel je voor, dat het nu eens lukte, dacht hij bij zichzelf wat zouden die klonten van reders da opkijken. Maat dacht er andera over. Hij stond met een ongelukkig gezicht te kijken en bromde: „Gen schande is het, dat se van een behoorlijk schip zoiets maken. Daar kan nooit iets goeds van komen. Ik wou, dat ik maar thuis zat, want van mijn prentbriefkaarten komt met al die gekheid ook niets te recht. Allemaal ellende en narigheid. Ik voel het aankomen". Ja, de KrAak zag er wel heel vreemd uit onder haar kap, doch Signor R1 vnldi was vol goede moed. „Nog enkele minuuteeoonden", jubelde hij „dan gaan wij onder die waterzee". is zo. Er zijn duizenden mensen, die week ln week uit hun vrije Zon dagmiddag opofferen om naar 'n voetbalwedstrijd te gaan kijken. Er zijn even zo veel duizenden, die twee. drie maal in de week hun partijtje pandoer spelen. Het zij een ieder van ganser harte ge gund. Maar is het niet treurig, dat werk vn-. r de jeugd zou moe ten wardQn ontheven, omdat er geen mensen zijn, die zich er voor willen geven'' We willen niet spre ken van: Jeugd in nood. Zo erg Is het gelukkig niet. Maar wel is het zo. dat we ons van de jeugd te weinig aantrekken. We zijn dol op onze eigen kinderen. En we menen, dat we al voldoende doen. ais we het zaakje in huis maar recht houden. Zo ls het niet. Het kind. de jeugd blijft niet in huis. Het gaat naar buiten. De 11a tuur In. En zou het ons niets kun nen schelen, hoe dat kind, hoe de Jeugd die tijd doorbrengt? Als dat zo zou zijn, zou het er slecht uitzien. We geloven niet dat het zo is. We geloven, dat tal van mensen, die aan het jeugdwerk leiding zouden kunnen geven, zich eenvoudig niet bewust zün. dat het nodig is. Moge dit schrijven er toe bijdragen, dat hun belangstelling wordt gewekt. Want anders zal on ze jeugd ten achter komen bii een ander deel van ons volk. waar klaarbhikelijk meer opoferlngsge- zlndheid is. Een vergoeding voor de beurtschipper van Niedorp Na vijf jaar jaar nog een betaling voor gevorderde paarden Het is een bewogen tijd geweest voor onze voorvaderen, zo om streeks het einde van de achttien de en de aanvang van de negen tiende eeuw Het rustige Westfries land, dat sedert de victorie van Alkmaar geen oorlogsgeweld meer had gezien, lag weer ln het mid den van het strijdgewoel. De Enge Isen en Russen vielen immers ons land binnen, teneinde de Fransen te bevechten. Het rustige leven vt>n d° West- friese boer was voorbij. We heb ben in enkele artikelen reeds een beschrijving gegeven, van de alles verwoestende cfrjjd ]ar*es de duin kant. we hebben u aan de hand "en authentieke gegevens verteld, hoe de burgers van Wierfnger- waard de Fn^elsen en F.n«sen za gen komen, door bemW'iH'ng van onze vriend, de heer M»Vken ee- rflflkten we nu in het bezit v*n enkele schrifturen die ons een k'ik geven op de gebeurtenissen. mf*«»r meer nog op het lev>n van die tiid. Kleine besoanes We willen het deze ke°r niet heb ben over grote verwoestingen of bloedige striid. We stellen ons voor in dit artikel de kleine beslomme ringen te behandelen, die deze tiid met zich meebracht. Fn de daaruit voortvloeiende administratieve verwikkelingen. De beurtschipper Jonker, die een dienst met de trekschuit onder hield, van Nieuwe Niedorp naar Alkmaar, deed in de maand Auqus tus een onplezierige ontdekking. Hij kon plo+.cli'w d.e gewone rnu- te over Oudkarpel niet nemen, want tengevolge van de gevechts handelingen en de daarmee ver band houdende troepen-transpor ten was er een schipbrug gelegd ln de ringvaart nabij Oudkarspel. Het verkeer te water was dus ge stremd en de schipper moest nu zijn tocht maken via Oude Niedorp de Langereis. Spanbroek en Rus tenburg. In een brief van de mu- nicipaliteit van Nieuwe Niedorp aan de Raad van Oorlog van de Bataafse Republiek wordt van de ze moeilijkheden gewaagd. Ten gevolge van de oorlogshan delingen hadden de schippers het enorm druk gekregen. Ze waren ln geschakeld bij het vervoer van al le mogelüke materiaal en dienten gevolge dag en nacht ln de weer. De reis duurde voor schipper Jon ker nu echter nog eens zo lang en met twee paarden en twee knechts was dat een dure historie. De Ba taafse republiek was met haar vergoeding niet scheutig en vol gens tarief zou aan Jonker daar voor een gulden en tien rent per dag moeten worden betaeM. Daarvoor was bH dus zelf ln de weer. twee knechten, twee paar den en moest W1 *Un schuit af staan. De munfeioftitteft van N. wiedoro h«d dan ook besloten om de vergoeding te brengen op drie gulden per dag. En ze had die vergoeding tege- Ulkertüd maar aan Jonker uitbe taald ook. Ze kreeg natuurlijk een schrobbering en een verzoek van bericht en raad. In een uitvoerig schrijven ant woordde ze. De lange weg Er waren inmiddels drie Jaren verlopen. De brief gedateerd 6Sep tember 1802 toont aan. dat er an- dephalve eeuw geleden reeds een ambtelijk apparaat was. dat wel uiterst secuur werkte, maar dat aan die securiteit de snelheid van een schildpad paarde. In dat opzicht is er weinig ver anderd. Trouwens, we zullen u straks aantonen, dat het nog er ger kon. Hit de brief lichten we een ci taat: ....Dan, onze. volksschuit heeft, volgens ons stedellik reglement vier stuivers van Iedere passagier *n ffvs acht stuivers heen en we der. Daar nu uit een der bons hHikt dat hll heeft gevaren met derHfln arrestanten, beha1»* de wacht en officiers, die dezelven vergezelden, met nog wel een hal ve lading goed heeft teruggebrach* zouden ons bedenken, dat f 1.10 veel te wljnlg sijn. En wensende deze aanmerking genoeg doende zullen zijn otn aan te toonen, waar uit en uit wat hoofde wij de dag gebracht hébben op f 3. Wij zijn en blifven met schuldige agting, V. L. Medeburgers. De Municlpaliteit voornoemd, ter ordonnantie van deselve, A. Roaaeveen. secretaris. Het interesseert ons uit de aard der zaak niet veel of Jonker onge stoord in het bezit van zijn drie gulden ls gebleven. Maar we heb ben dit citaat aangehaald, om aan te tonen, dat er een sterke stro ming moet ziin geweest van lieden die de Bataafse Renubliek niet ver trouwden en die deswege ln arrest werden gesteld en naar Alkmaar werden vervoerd. Van vordering en uitbetaling Ook wat dat betreft ls er niets nieuws onder de zon. Voor ons ligt een lijst van verloren gegane wa gens en paarden waarop voor komt de naam van Arlen Bont, te Nieuwe Niedorp. Ariens paard en waeen werden gevorderd op de J?de October 1799 en ze gingen ln de stHid verloren. Dat eing dus vlot. Maar de "est ging klaarbllj- kellik niet zo vlot. Meer dan viif Jaar later Arlen Bont een verklaring afleg gen dat het verloren gaan van oaard en wagen overeenkomstig de waarheid was en dat. hij bereid was om zulks ond*»r m* te bevesti gen. Dat was de 23 Februari 1805. Het zou ons niet verwonderen, indien Arlen de dag waarop rievnr dering plaatsvond, als een der meest onpleizlerlge ven zijn leven beschouwde. Want. hetzou ons niet. verwonderen, indien de schade hem toen nog niet vergoed was. De verklaring van Anen Bont was noa niet voldoendIn oude archieven ls ook nog te vinden de voia»nd* vmrkia*lno' Wit leden van de municlpaliteit van N. Niedorp. v&kJaaren blf desen, op den Eed hll den ann- vanck ontcr hedientrrae nednan, dat het ons ten volle bekend is. dat door den burger Arien Bont, op den 12 October 1799 ten dien ste der Armee is geleverd het bcmenstande en hetselve in en door genoemde dienst verloren is geraakt. Actum te N. Niedorp, de da tum 23 Februari 1805. N.B. De wagens gerekent te gen f 35 en de paarden tegen 1 $0 per stuk. Het, is ons een genoegen om He- ze dingen in ons blad te publice ren. Niet omdat ze feiten van we reldschokkende betekenis onthul len. maar omdat ze een kukje ge ven ln het leven van onze voor ouders. Omdat we nog eens herin nerd wordon aan toestanden en gebeurtenissen, die nog geen an derhalve eeuw geleden gebeurd zijn. Omdat de herinneringen aan de trekschuit die nog maar ru'm vHf tig Jaar verdwenen is. b» ons op komen. En omdat we het noodza kelijk vinden, dat onze lezers een en ander weten omtrent leven en werken van ons voorgeslacht. Want. om met de spreuk van *t Westfries Genootschap te eindi gen. „Wie zijn voorgeslacht niet eert. Is zijn eigen naam niet weerd". En denken we dan eens rustig over een vergoeding van f 3 voor een schuit, de arbeid van d"'* m°n nen en twee paarden, gedurende dftg en na^bt. Fr zal toen èpk wel heel weinig luxe zUn geweest. DINSDAG 22 MAART (949 Hllvarsumf I 301 w. 7.00 en 8.00 Nieuws; 7.90 en 813 Orama mnsiek; 9 00 Lichtbaken: 9.30 0«*hten<iconcert; 1000 Voor de kletiter*: 10.15 Operette selecties: 10.40 Schoolradio: 11 00 Mn «lek houdt fit: 11 40 Baletmmsiek; 1200 Fa nared tak 12 33 7l*eunermi'T'»V 13.00 Nienwa* 19» Vloobmel: 14 00 Snnphonlaeh concert: 14 30 Voor de vrooW jlSOA Schoolradio: 15 30 Musette klanken 10.00 Voor de «lekeu: 17 00 Voor de Jeugd: 18 00 Gram. mnriefc; 18 30 Ned. Strijdkrachten: 19 00 en 20 00 Nieuws: 20.12 KaïrifiriaurieJj: 20.30 Lijdensmeditatie; 21.30 Radio Pfcfl orkest; 22.45 Avondgebed; 23.00 Nieuwe Hilversum II 413 m. 7.00 en 8 00 Nieuws: 7.15 en 8.15 Gram. platen: 8 55 Voor do vronw; 9 00 Gram. mnziek; 10.00 Morgenwtjdlng; 10.15 Arbeidsvita mlnen; 11.00 Soft and Sweet; 11.30 Voor de zieken; 12.00 Promeoadeorkeat 12.40 Orgelspel; 18 00 Nieuws: 13.20 The Skymasters; 14.00 Met naaid en schaar; 1L80 Radio matinee; 10.40 De Schoolbel: 17.00 Kinderkoor; 1730 Ma scttê orkest; 18.00 Nieuws; 18.80 L® ring over prara psychologe; 19.00 Rndio strip; 19.15 Achter het voetlicht; 19.30 Zang eusamenspel; 20.00 Nieuws; 2015 Bonte DinBdagavondtreln me» e.a. Fran® dn Mee; 21.35 Cllnge Dorenbos; 21.45 I uitenlanda overzkht; 22.00 Plerrr Pal lafs populaire parade; 22.23 Strfc kwar tet; 23.00 Nieuws. JEFFERY FARNOLt Barnabas wil bij de woekeraar Gaunt, berucht in heel Londen, de grote schuld van Ronald Barry- maine (de stiefbroer van Cleone) be talen. Maar haidvochtig als Gaunt is, weigert deze. Er is Barnabas veel aan gelegen zijn missie <op verzoek van Cleone) tot een goed einde te brengen. ..Mijn voorstel is de som van twintig duizend pond, die Barrymaine schuldig is, ts verdubbelen," zoi Barnabas ter. einde raad. Jasper Gaunt's liggende gestalte werd lahgzaam stijf; hij leunde over zijn lesse naar heen en keek vanonder zijn haar- loze oogleden op naar Barnabas. Zelfs kapitein Slingsby bewoog zich en hief zyn zwaar hoofd op. „veertigduizend pond...!" zei «le per Gaunt, bijna fluisterend. „Ja," zei Barnabas, die weer ging zitten cn enigszins aanstellerig zijn ar men over elkaar sloeg. Jasper Gaunt staarde naar de papieren op zijn les senaar maar hij verroerde zich niet, al leen zijn lange, blanke vingers begon nen één voor één zacht op de armen van zijn stoel te tikken. „Ik zal u veertigduizend pond beta len," zei Barnabas. Met één ruk stond Gaunt op, liep naar het raam en bleef daar een tijdje met zijn rug naar de ka mer staan. „En?" vroeg Barnabas eindelijk. „Ik kan niet, mijnheer." „U bedoelt wil niet." „Kan niet, mijnheer." Toen Gaunt zich omkeerde stond Barnabas op en ging naar hem toe tot er nauwlyks een meter meer tussen hen was, totdat hij kijken kon in de ogen, die tussen hun haarloze leden schitterden als de dolk aan de muur. 1 „Heel goed," zei Barnabas, „dan zal ik de som verdriedubbelen. Ik zal u zestig duizend pond betalen. Wat zegt u? Kóm spreek!" Maar nu sloegen de ogen, die zo goed de mensheid kenden, zich neer voor de ontembare vastberadenheid van de on overwonnen Jeugd; met grijpende, ver trokken vingers, terwijl zweetdroppels op zijn voorhoofd parelden, langs zyn wangen rolden en verdwenen. „Spréék!" zei Barnabas. Nog kwam er geen antwoord, maar Jasper Gaunt viel neer in zyn stoel met zijn ellebogen op de lessenaar, zijn lang, bleek gezicht tussen zijn lange, blanke handen en starende in het niet; maar zijn glad voorhoofd was gerimpeld en zijn dunne lippen bewogen zich, alsof hij tot zichzelf gefluisterd had: „Zestigdui zend pondl" „Mijnheer voor de laatste maal neemt u mijn voorstel aan?" Zonder op te kijken of ook maar de richting van zijn wezenloze blik te veranderen, schudde Gaunt driemaal zijn hoofd, een gebaar, dat niet verkeerd uit te leggen was. Toen deed Barnabas een stap terug met zijn gebalde vuist opgeheven; maar op dat ogenblik stond de kapitein voor hem en had hij zijn arm gegrepen. „Beverley!" riep hij met stokkende stem uit „Ben je krankzinnig?" „Neen, maar ik ben hier gekomen, om die wissels te kopen en kopen zél ik ze. Is het driedubbele niet genoeg is, dan „Ah!" riep Slingsby, wijzend op het vertrokken gezicht van de woekeraar. „Begrijp je het niet? Raad je het niet? Hij kan niet verkopen! Geen geldschie ter zou aan zulk een aanbod weerstand kunnen bieden. Ik zeg je, dat hij niet kan verkopen, de wissels zij niet van hem! Ga mee „Niet van hem!" riep Barnabas uit. „Van wie dan wel?" „Dat weet ik niet. Maar het is waar kijk maar naar hem!" „Zeg me," riep Barnabas, „wie die wissels in zijn bezit heeft als je een sprankje edelmoedigheid in je hebt zég het dan!" Maar Gaunt gaf geen teken, slechts kropen de krampende vingers over zijn gezicht, over starende ogen en trillende lippen. Dan liet Barnabas zich door ka pitein Slingsby uit de kamer brengen en samen gingen zij de donkere en kronke lende trap af, langs de verschrompeld® klok en de straat op, waarin reeds de gloed van de avond lag. „Het is een groot wonder voor mij," zei de kapitein, „dat niemand nog dat beestmens Gaunt gedood heeft." Oho, voor het stormen van de wind in het haar, voor de rollende donker van galopperende hoeven, nu ecnoënd op de harde, witte eg, dan gesmoord ln bedauwd gras. Oho, voor het paard cn de ruiter en hun glorie; voor de lange, slin gerende gang, die de afstand tot niets reduceert, voor de meesterhand op de teugel, sterk, maar toch zacht als een liefkozing, voor de vaste zit en het even wicht, die een hulp zijn voor spoed en de geboren rijder verraden. En welk paard zou het anders zijn dan Vier voeter, zijn zwarte nek glanzend en glinsterend in de zon, zijn grote ronde hoeven de vluchtende aarde verachtend, één trilling door moed en levensvreug de? En wie zou de ruiter anders zyn dan de jonge Barnabas? Zo rijdt Barnabas voort door dorpen en langs eenzame hutten, langs hagen en hekken en schuren, heuvel op en heuvel af weg van het vuil en het la waai van Londen, weg van zijn vreugden en smarten, weg van zijn schitteringen en ellenden. Geef de sporen en galop peer, Barnabas rijd, jonge man, rijd! Zolang de jeugd nog leeft, zolang de zon nog schijnt rijd, Barnabas, rijd! Voor de ogen van Barnabas <riende de schoonheid der wereld om hem heen al leen om hem te herinneren aan de schoonheid van haar, die samengesteld was uit alle schone dingen de Ene en Enige Vrouw, wier haar goud was als het rijpende koren, wier ogen diep en blauw waren als de eindeloze hemel en wier lippen rood waren als de papaver^ die aan de weg bloeiden. Zo reed Bar nabas voort met het stof achter en de witte weg voor zich, zonder ook maar één gedachte voor Londen of zijn heer lijkheden. Hij was op weg naar Cleone. HU moest haar, na dat bezoek aan Gaunt, noodzakelijk spreken. Het was reeds over twaalven, toen hij voor een herberg afstapte. Hij hield er een wakend oog op, dat Viervoeter goea verzorgd werd, gaf aan een stalknecht met een slaperige stem de nodige aan wijzingen, ging het logement binnen, be stelde een diner en at dat met grote smaak. Toen hij dat gedaan had, kwam de eigenaar een pijp met hem roken een man met een rood gezicht, een ronde buik en heel veel spraakwater. „Een mooi feest daar in het grote huls. mijnheer", begon hij. „Welk huis?" „Wel. ik bedoel Annersley House. Daar begreep Barnabas niets van. In Annersley House woonde Cleone. Wat was er nu weer aan de hand? (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1949 | | pagina 3