Kerm. de liaan liij ons vindt l' Van dit en van dal YhuuuA uit de. A. BRAAF Hoeden vanaf f 10.50 Een fout van Oom Rob Ik heb vorige week een ernstige fout gemaakt. En als je een fout maakt, moet je daar eerlijk voor uitkomen. Dat vindt jullie toch ze ker ook? Jullie .ebt natuurWk allemaal gelezen dat d»1 kinderen bedankt werden voor de postzegels, die ik van Jullie gekregen heb en die ik heb pneezondou naar het Natio naal Postzegelfonds. Ik had die mHnheer een brief geschreven, op bviefoao1er waarop stond ,.De Nieuwe Schaver". En nu bedankte M1 de kinderen van „De Nieuwe Sc^aeer". Dat is natuurlek een grote fout. d'e door Oom Rob gemaakt is. W^nt hetzelfde geldt ook voor mün talloze vriendinnen en vrien den van ..De Vile Alkmaarder". Dus clubgenoten, wees daarom niet boos. De fout is nu hersteld en we zuilen hopen, dat we niet meer zo dom ziln. En postzegels worden als steeds weer graag ingewacht door OOM ROB. Postbus 3, Schagen. P S. De kinderen die in Alkmaar wonen kunnen de postzp^pls daar bezorven od ons bu~e°u RMderstr. boek Ondevraotit. M*ar denkt er aan. doe er een briefje voor Oom Rob bij. Jube'cantafe Terwijl ik in miin bed lig en de slaap is me ontvloden, door dat een in de ngbilheid gelegen hoen derpark tekenen van leven begint te geven en net doet alsof er reeds in het donker eieren worden geionr^ 2ie jij de dageraad lang zaam groeien. De eerste sch°mer dringt door de gordijnen. Rusteloos woel ik heen en weer, inwend'°r de kip pen vervloekend. 7e schijnen in- midd°lsw°er ingedememld, want er is «-een gekakel meer te horen. Ma er mün slaan is verdwenen. Dan hoor ik plotseling 'n vreemd soortige kreet.. Ik kan direct vast- s+eüen. dat h°t van een vogel is. Terwijl ik mün g°heug°n raad pleeg welke vogel het mag zün. herhaalt de k-°et zich. Het ls een soort scvel gefluit. Nee". Ik kan het niet thuis tven- ppn. F°t ls geen wnln. poen bonte piet. Dan gaat, het fluiten lang zaam over in lubden. M°teen ben ik n!o*«seHng klaar wakker. Ais ik de gordünen opentrek, zie ik on het dak van een tegenover- liegend huis een uister zitten, die het voorjaar Inluidt. E°rgt gaat het af en toe nog 'n beetle haperend. Alsof het nog moet wennen. Fen lange zwiig- z^am doorgebrachte winter heeft de sfem wat roestig gemaakt. Aüenes gaat het echter beter en na er>k«ie minuten krijg ik een ju- beicantate te horen, die ons he laas veel te dikwüls ontgaat. Langer dan een kwartier duimt dit concert. Even plotseling als h°t begonnen is. houdt het on. De rust keert, weer, maar ik priis me ge lukkig, dat ik dit niet, gemist heh. Het mooie jaargetij is weer in aantocht.. Wie oren heeft om te horen, die hore. Wie ogen heeft om te kijken, hij kijke. HOLLAND Ingezonden door Gerrie Moot Een hekje en een molentje, Een koeitje en een volentje, Een wegje en een groene wei, Dat maakt -mün Hollands harte blij. Een bruggetje, een watertje. Een schuitje en een snatertje, Een maaire met een zonnehoed Dat doet mün Hollands harte goed. Twee wilgen aan den waterkant Een wasje dat te drogen hangt S'illeven daar men 't leven ziet Mijn Hollands hart er van geniet Een torentje in 't ver verschiet. Dat mensen en dat God bediedt Een rost die waarlijk rustig is Mijn Hollands hart dndr lustig is. Een zonnetje, dat ondergaat, Dat al dafr moois nog mooier maakt. Een avondklokje, bedeklank Dat roept mijn Hollands hart tot dank. Toen Oom Rob een jochie was Toen ik twaalf jaar was, begon nen ze bij ons oo het dorp een beetje aan voetbellen te doen. En vanzelf waren we er direct dol van. Dat wil zeggen, we mochten nog geen lid van de club worden, want vroeger was voetballen meer een sport, waaraan je begon als je een jaar of zestien, zeventien was. En toen gingen wij op straat voet ballen. O, wat hebben we een plezier ge had. maar ook wat een narigheid. Want het kostte beslist elke week een paar klompen. Bij de meisjes net zo goed als bil de Jongens. Wat de meisjes vonden het ook een erg prettige sport. Maar het was plotseling uit met de n-et. Dat kwam zo: Op een middag waren we weer aan het voetballen met een klein gum mi balletje en op de straat na tuurlijk, vlak tecenover het raad- huls. De veldwachter had ons al eens gewaarschuwd dat het niet mocht, maar er was een mooie ruimte voor het gemeentehuis en de veldwachter was in velden noch ween te zien, dus wij gingen voet ballen. Helaas schoot op een bepaald moment, de klomp van mijn voet. Ze maakte een luchtreis, schoot door het ra°m van het gemeente huis en plofte neer op het bureau van de burgemeester. Ik weet niet wie er meer schrok, de burgemees ter of ik. Ik wist niet hoe snel ik weg hollen zou. Wil jullie geloven, clubcennten. Ik wist me geen raad. Ik kwam hevig ontdaan thuis en kroon meteen in h°d tot, grote ver wondering van mijn vad°r en moe der die de dokter al wilden halen. Maar toen een uurtle later de veldwachter met grote stappen kwam aanlopen, met een klomp in ziin hand. waarin mün naam ge brand stond, beerepen ze wat er aa^ de hand was. Wat heb Ik er van gelust. Dat kan ju11!e begriinen. Wrant ik mo^st, natuurïük het raam betalen en miin spaarpot was daar niet, eens toereikend voor. dus vader moest er nog wat bii betalen. En het voetballen on straat was afgelopen. Want als de veldwach- zou worden gedaan, dan was hij er als de kippen bij en de bal waren we kwijt. Gelukkig was de burge meester een verstandig man en hij zorgde er voor, dat er een terrein - tje achter de school kwam, waar wij naar hartelust konden spelen.- Daar ls dan ook wat afgespeeld. Misschien vertel Ik jullie daar een andere keer eens over. OOAf ROB. Oom Rob antwoordt Daar gaan we weer beginnen. Aller eerst mün hartelüke dank voor de vele postzegels, die al weer mocht ontvan gen. Daar was een zending van Truus Lobrecht, Sohagerbrug van Groetje Vrugt uit Sint Maartensbrug, van Hen nie Rens uit Burgerbrug, van Ineke Prins uit Stolpen, van Petronella Slo terdijk uit Sint Maartensbrug en een hele zending van de schoolclub uit Oude Niedorp, die Tineke van Zoonen me stuurde. Tenslotte nog een doos vol van A. Wilms, K. van bet Veerstraat, Alk maar, die ik ook hartelfk dank zeg. We beginnen al weer prachtig te ver zamelen, fün hoor! Marijke Pauw feliciteer ik nog met vaders verjaardag. Hlllle Geertsema is hartelük welkom in de club Des te meer zielen, des te meer vreugde! Hetzelfde geldt voor Rie Eriks uit Bur gerbrug, die 12 jaar is en graag met een vriendinnetje wil corresponderen. Wie schrüft haar? En ook Gerie Moot wil met een vrien dinnetje schreven. Ze is 13 jaar en woont in Burgervlotbrug, De laatste twee stuurden me weer een paar aar dige gedichtjes. En van Douwe Kroes ontving ik een paar aardige raadsels, die ik eens zal gebruiken Dan mrg je zelf niet mee doen hoor Douwe! Tot volgende week! OOM ROB. WIE RAADT ER MEE? Jullie herinnert je natuurlijk nog wel die voetbalwedstrijd tegci België. Niet één h"d de uitslag goed geraden. En ik zit dus nog met de prijs. Maar er is een kans. dat ik er binnenkort afkom. Want ik m$en, dat er op 23 April weer een internationale wedstrijd Is. En wel Holland tegen Frankrijk Heb jullie lust om nog eens te ra den? Ik stel er weer een prijs voor beschikbaar. Laten we dus afspre ken dat jullie me voor 23 April schrijft, hoe of de uitslag van de voetbalwedstrijd Holland -Frank rijk zal zijn. Daarom heb ik de termijn van de verborgen plaats namen ook zo ru'm genomen. Dan kun jullie er rustig over nadenken en ze allebei tegelijk Inzenden. Want ik weet dat onze club ook veel voetbalvrienden en misschien nog meer vriendinnetjes heeft. Inzenden aan OOM ROB, postbus 3, Schapen. De vrienden uit Alkmaar kun- slaap is me ontvloden, door dat het kantoor brengen. houwe wou. Hal kwam nag niet an *nd. Want Kees begon te mumme len. „Ik denk er persies zo over as Janus. Ik heb dat zaakkie ok uit plozen en ik moet Je zegge, dat ut me verlegen teugen staat. Ut is persies zo as ie ut verteld heb. As je ze eerst hoorde, ut was ver- skrikkeluk, die joos en moide bal mekaar. Maar nou hindert ut niet meer. Ze hewwe ze bai bossies vari are skole ofhaalt. En toe hewwe ze ze nel' ut klooster stuurd. De kln- dere weunde nag gien vier kilome ter van ut Veld of van de Waard of Ut gaf niks. Ze zouwe van die skool of en nei ut klooster toe. Ut zei misskien volgens de wet wel magge. maar ut heb er toch oigen- luk niks van. En toe vroege ze an de raad van Ouwe Nierup nag of die baidrage wouwe in de buskoste. Nei je moe- te maar lef hewwe. Gelukkig toonde die raad regge- graad en ut gong niet deur. Maar, ut geval Is toch wel tekenend." „As Je dat zo hore," zol Klaas, „den vraag je je zelf toch oigen- luk of, of de raad van Nuuwe Nie rup wel zo heel erg mis weest is. Je kroige zo een heel are kolk op de zaak." „Hores," zoi Janus, „leite wal ons deer niet mee bemoeie. Wai zitte hier in de skeerwinkel en we be moeie ons niet met zake, die ons niet angaan. Wal dranze zo maar een beetje den over dut en den ove rdat. En al magge sommige ut den verveulend vinde, ze moete maar zo rekene, ut is goed bedoeld. Want in ons hart benne we niet kwaad." De barrebier begon met een ver- ongeloikt gezicht an. een nuuwe klant. FIGARO. DE CROKUS BLOEIT. Ingezonden door Rie Erike. De Orokus bloeit uit zwarte aarde en grü'sgroen gras! een stille pracht van frisse kleuren of 't Lente was! De Crokus bloeit! de trage bomen nog dromen in winterrust; de schuchtere zon het tere wonder er onder als open kust! Het voorjaar naakt! Natuur ontwaakt in stage groei van bloesems en van blanke bloei!! Verborgen plaatsnamen Ik heb nog nooit zo veel inzen dingen gehad als voor de wedstrijd waarin Jullie mochten raden welke plaatsnamen verborgen waren In verschillende zinnen. Wel een bewijs, dat er veel lief hebberij voor was. En sommigen schreven, dat ze het helemaal niet moeilijk vonden. Dat komt wel om dat jullie allemaal zo knap bent. Maar ik heb nu nog eens een ze vental zinnen opgeschreven en daar zitten weer plaatsnamen in verborgen. Ze zijn deze keer moei lijker dan de vorige, dus doe Jullie best. Ik stel er weer een paar mooie prijzen voor beschikbaar. Heeft u hard gereden burgemees ter? Willem merkte niet dat hij beet ge nomen werd. Jan lust geen gelei denk Ik. Wat stak die angel een stuk In mijn vlees. Geef mij een envelop. Ik heb er niet meer. Het was een somb're dag. Heb jij nog een hengel over? Mijne heeft een losse ring. In de eerste en in de laatste zin schuilen twee verborgen plaatsna- 'men. Ik vind, dat ik ze nu toch wel heel moeilijk heb gemaakt. Ik ben benieuwd of jullie ze zult kunnen oplossen. Inzendingen voor 23 Anril aan OOM ROB, postbus 3, Schagen. BEGIN Ingezonden door Agnes Cysouw Ik reisde laatst naar Amsterdam Langs het luierweggetje. Men vroeg mjj of ik luieren kon. Ik zei van neen, maar meende ja En ik luierde weldra Dat was wel duizend gulden waard Daarvoor kocht ik een heel mooi paard Als het niet echt was. dan was het vals Zonder kop en zonder hals. Zonder botten en zonder been. Op dat paard reed ik alleen, TTit zün bek hing toen zijn tong Tot zün buik in tweeën sprong Daaruit sprong een jonge haan Die aan het kraaien is gegaan. Op zün kon had hü een kam. Met het Wapen van Amsterdam. Het mooie weer heeft de vrouw er toe gebracht om alvast met de grote schoonmaak te beginnen. De baas was er een beetje kwaad om. „Ik heb geen tijd om je te helpen, hoor", zei hij tegen haar en gewa pend met een wieder ging hij de akker op. „Je hoeft niet te helpen", riep zijn vrouw hem achterna. ..ik zal het wel aan Opa vragen, die doet het. wat graag". En zo was Opa gekomen en daar waren wij heel blij om. Ooa was niet meer zo scherp van gezicht en hij gooide wel eens meer graan neer dan de baas Hef was. Ook de kraal mocht zich geluk kig priizen dat Opa niet zo goed zag. Laatst kwam opa met een ge weer naar buiten en schoot op de gitzwarte vogel, die oo dat mo ment met een scheef hoofd naar een el van Klokkie loerde. Het schot was mis. maar de kraal schrok zich haast wit. „Ik krijg je wel", zei opa en be gon op het keukenstraat.le de ka chel schoon te maken. Roolnek en ik stonden er zo'n beetje pij en za- een toe hoe opa het roet uit de kachelpijp tikte. Opeens spuwde de oude man een klein, bruin propje uit. waarop hij al geruime tijd had staan kauwen. Roolnek en ik doken er gelijk op af, maar Rooinek was eerder en schrokte haastig het pruimpje naar binnen. „Huil je", vroeg lk. toen ik zag dat de oogjes van Roolnek vochtig glansden. „Och nee, Haantjezwets", zei Roolnek en hij veegde de tranen uit zijn spleetoogjes, „Ik heb be rouw dat ik Jou ook niet een stuk je heb gegeven". Dat vond ik toch aardig van hem, maar ik nam me zelf voor om straks even beter uit te kijken en Rooinek voor te zijn. Tot mijn verdriet gooide opa zijn tweede pruimpje precies in het kromme elleboog je van de kachelpiiD. Nu zou Rooinek me niet te vlug af zijn en ik dook er direct achter aan. Met heel veel moeite en na lang wringen wist ik het bruine propje te bemachtigen maar owee wat smaakte dat afschuwe lijk. Ik hikte er van en ik wilde haastig uit de kachelpijp krui pen.... Alle bedorven wormpjes nog aan toe, dat lukte me niet. Hoe lk ook wrong en drong. En tot overmaat van ramp begon Roolnek in het roet te schrapen, zodat lk er in minder dan geen tijd uitzag als een neger in een kolenmiln. Hoenders nog aan toe. wat voelde lk me ellendig. En die tabaksprop lag als een gloeiende prop in mijn krop te branden, zo dat ik er misselijk van werd. „Hou op met stuiven, Rooinek". kukelde lk doodsbenauwd en sprong als 'n dronken kikvors met de kachelpijp om me heen over 't straatje, wat een leven maakte of er een kippen markt of tier. tege lijk aan de gang waren. Eindelijk met een wanhopig--, sprong wist lk me te bevrijden. Pullen, pullen, wat zag ik er uit. Zo zwart als een kraai. Woedend zocht ik Rooinek. doch deze was in geen velden en wegen te zien. Door al die herrie, die ik gemaakt had, kwam Opa buiten om te zien wat er aan de hand was. Nauwelijks had hij mij gezien of hij stapte het huis weer in. terwijl hij uitriep: „Daar Is die kraai weer, hier vlak op het straatje." Ik schrok me een ongeluk en rende weg, zo hard Ik kon, maar Opa was toch vlugger dan lk en richtte het geweer op me. „Ho. ho. ho. ho. lk ben Haan tjezwets," gilde ik zenuwachtig. „Péénng De veren stoven van mijn lijf, maar het was gelukkig een schampschot. Ik wachtte niet op 'n tweede schot en via een emmer met kalk en een bus teer spurtte ik naar het hok toe. waar ik alt een dolle neger kwam binnenren nen. „Vergeet vooral niet te stoppen," zei Rooinek on zijn lijmerige ma nier van kukelen. En Klokkie. haar snaveltje vlezig optrekkend, voeg de me toe: „Zeg. zou je eerst Je voeten niet vegen?" Ons vervolgverhaal De zeven Kabouters van Sneeuwwitje Het was een onbeholpen gezicht, Unk Wunk in de beek. Hij roeide met zijn korte pootjes zo hard hij maar kon, maar hij schoot slecht op. Bruin de beer schudde van de pret. Hij liep over een boomstam, die over een beek lag en toen hij er midden op stond, begon hij Unk Wunk te bespotten. Arme Bruin. Had hij het maar niet gedaan. Want toen hij zich voorover boog om Unk Wunk eens goed aan te kijken, gleed hij uit en hij plofte ook midden in de beek, boven op het stekelvarken. Een ogenblik wa ren ze allebei kopje onder. Toen kwam Unk Wunk het eerst weer boven. Hij spoog water en haastte zich om op de wal te komen. Even later kwam de grote kop van de beer, die ook al water uitspoog. En wat keek Bruin benauwd. Toen hij ook op de wal geklommen was, trok hij voorzichtig twee pennen uit zijn bil De kabouters konden haast niet meer van hét lachen. Ze sloegen el kaar op de schouders en sprongen in cn uit de beek en het hele bos schalde van het gelach. Maar ein delijk kwam er toch 'n eind aan en gingen ze zich aankleden. Bruin en Unk Wunk lagen in het gras tegen elkaar te schelden. Toen de kabou ters bij hen kwamén liggen, hiel den ze echter schielijk op. „Ik zou wel wat lusten," begon Knorrepot. Dat hoefde hij niet eens te zeggen, want zijn maag knorde even hard als zijn mond. En ook de andere kabouters ram melden van de honger. Het leek wel een verzameling rammelend* emmers. „Nou, laten we dan naar het hol gaan." zei Bruin. „Daar hebben jullie genoeg liggen." Heb Je ooit zo'n brutaliteit mee gemaakt. Daar hadden de kabou ters pas nog tegen de twee schavui ten gezegd, dat ze er niet aan mochten komen en nu wilden ze kalmweg de hele boel maar gaan. opeten. (Wordt vervolgd). Over skoo'stroid en nag wat „Je kenne van moin zegge wat Je wulle," zoi de barrebier, „maar ik vind dat de ouwers er recht op hewwe, dat ze voor de kindere uc onderwols kieze kenne, wat ze wulle. Ik houw van de vraihoid en den met ieder deer ut recht toe bewwe". En dat zoi de barrebier met een heel rood houfd en vrai heftig, dus Jullie begroipe, dat er al len en aar an voorof gaan was. We raakte zo maar an ut debatteren over vroi- hoid en demekrasie en skoolstroid en al zoks en zoks meer. Afoin, de barrebier liep een beet je heit an en toe-ie dat zoid had. keek ie de skeerwinkel in de rond te. of ie alleman opvrete wou. En hai kreeg tok. Janus nam ut woord. Bedocht- zaam en bezadigd as altoid. De kalmte in oigen persoon. „Je hewwe geloik beerdskrap- per," begon ie „Je hewwe geloik. En ut zou ok wel gaan, as er maar niet zo veul foefies uithaald wer- de. Maar das nou net ut ongeluk. Ik weet niet of je wel derus hoord hewwe van die skool die ze deer bai ut Klooster van Nierup op richt hewwe? Mense was is er wat om te doen weest. Eerst wou de raad van Nierup niet meewerke. Ze trokke an ut korste end, want de Gedepeteerde vonde dat er een skool komme most. En die skcol is er komme. Kunst- en vliegwerk vezelf ,maar afoin, de skool kwam er. Niet hillegaar zo as ut moet. Er is nag niet voor bouwd, maar ze hadde In ut Klooster nag zo'n ge bouwtje en deer wordt nou onder wols in geven. Drie leerkrachte. Dus je zouwe zo zegge: Alles is in kanne en krui- ke en die raad van Nierup heb lil- luk in z'n vingers sneden, deur zo teugen te werken. Want as er zo- veul principiële ouwers benne die Rooms onderwois hewwe wulle, den hewwe ze deer ok ut volste recht toe." „Precies," viel de barrebier Ja nus in de rede. Begroip dat nou goed. Den kenne we prate." „Houw efkes,' gong Janus deur, „want deer wouw ik ut nou net over hewwe. Er zit meer an vast. We gaan nou efkes nel Ouwe Nie rup. Deer was een Kathelieke akool. Er most een maiskesskool bai komme Niks gien bezweer. Er was skoolruimte tekort zelle we maar zegge en as die mense nou principiële bezwere hewwe, dat de jooskes bai de moidje komme, leit ze den huUIe hart ophale. Maar die zelfde principiële men se hale nou de moldjes weer van die moidjesskool en ze sture ze nei ut Klooster, weer de Jooskes en de moldjes weer bai mekaar zitte. Want ja je moete rekene. er moete toch zoveul mogelijk kinderkes op die skool. Den loikt ut wat ei! Maar je zelle moln toegeve moete, dat ze den toch maar nooit meer ankomme moete met principiële bezwere. Wat aars zou ik zo zegge, dat ze met de principes raar leve." Dat was een hele redevoering voor Janus z'n doen. En er zatte er verskoiene instemmend te knik ken. De barrebier krabde ut houfd. Je konne zien, dat ie nag keep Dacrmeisje gevraagd voor I of 2 dagen per week. J. Wgn, Benedcnweg 8, Sint Paneras. Vteineefbuizen AIKMAA NOORDERODE TELEFOON 24( CAR€L Vï WILD ALKMAAR Direct gevraagd een NeHe huishoudster Leeftijd 60 jaar, bü beer al leen. Zakenman te Alkmaar. Brieven onder no. 824. Uit Voorraad Behangselpapier SrOOIB DESSINS SCHILDERSBEDRIJF WIERIN'GERWAARD Een nieuwe Lente Een nieuwe tas Uit de nieuwe zaak van: fc£«ENSTH.' T Opgericht 1871 De Co5p. Zuivelfabriek „WEST-FRIESLAND" TE LUTJEWINKEL wenst aan te besteden het vervoer van de melkrouto WINKEL—LIMMERSCHOUW— WESTFRIESEDIJK—GROETPOLDER Inschrüvingen in te zenden ten kantore der fabriek, wa*/J ook inlichtingen worden verstrekt, voor 9 April 1949. r~ te Kust en te Keur een grote verscheidenheid artikelen in alle prijzen in de nieuwe modellen fa Uni Kleuren en mod. dessins OVERHEMDEN vanaf f 8.90 HERENMODES - Langestraat 23

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1949 | | pagina 3