MET DE ROEIBOOT ER OP UIT PAASFEEST 7 De Engel des doods ging voorbij r~ r BELEVENISSEN IN EEN HEVIGE VOORJAARSSTORM De mens is van nature materialistisch. Hij hecht aan lekker eten en drinken en aan een gemakkelijk leventje. Wie zal het hem kwalijk nemen. Maar toch komen er telkens weer perioden in het leven, die niet gevuld kunn en worden met de beste maal tijd Dat Is het essentiële verschil tussen de mens en het dier. Aan het dier gaan alle gebeurtenissen vrijwel emotieloos voorbij, terwijl de mens ze beleeft. Opstanding Wanneer wij dan ook onze fees ten vieren, al doen velen dit op materialistische wijze, door b.v. met Kerstmis een vette gans te slachten, op het Paasfeest haas en eieren te eten en met Pinksteren weer iets anders, dan is er toch een diepere ondergrond. De bedoeling van deze feesten is niet het uitsluitend doen vullen van de buik. Een goede sigaar mo ge nog zo verrukkelijk zijn, ze schenkt slechts een ogenblik ge not. x En als we dan ook heden het Paasfeest gaan vieren, dan is het niet voldoende dat we de recep ten voor Pasen raadplegen. Dan is het niet voldoende, dat we ons neerzetten aan een Paasdis, die zo als afbeelding in de krant kon worden gezet. Een welvoorziene dis op een smetteloos tafellaken waarop het tafelzilver prijkt. HET IS NOODZAKELIJK, dat we ons bezinnen op de diepere gees telijke betekc lis van de verschil lende feesten. En dan doen we al ras de ontdekking, dat het niet de uitsluitende bedoeling is geweest om feest te vieren op deze dagen. Dan komen we tot de copclusie, dat er een tendens aanwezig is. die helaas verloren is geraakt. Is het verloren gaan van deze tendens soms een terugvallen op de gebruiken van onze voorvade ren? Was 't niet zo, dat dezen tij dens de kortste dag feestvierden en omstreeks Pasen de komst van de lente luidruchtig begroetten, zonder enige andere bijbedoeling? Het heeft er dikwijls alle schijn van. Niet alleen bij de mensen, die alle contact met de kerk hebben verloren, al valt wel sterk in het oog. dat de Christelijke feestdagen voor hen uitsluitend materiële be tekenis hebben gekregen. Een ma teriële onderbreking van het da gelijkse sleurleven. Het verschijn sel doet zich ook voor bij tal van mensen, die zich tot de gelovigen rekenen. Ze gaan ter kerke, maar als ze er uit komen, is er van be zinning geen sprake meer en trach ten ze in te halen, wat ze op de anderen tekort gekomen zijn. dood in het afgelopen jaar niet aan uw deur geklopt heeft. Het kan ook zijn, dat men stil neerzit en terug denkt aan de dag, waar op de Engel des doods binnentrad. Maar zelfs in de vreugde, kunt ge medeleven met uw broeders, die zwaarder getroffen zijn dan gij zelf, omdat eenmaal ook uw deur geopend wordt. VOORAL IN DEZE TIJD, nu het leven ten gevolge van de oorlog in Indonesië en ten gevolge van de talloze verkeersongevallen zo broos is geworden en het elke mi nuut kan afknappen, heeft het zijn nut, zich op de hoogtijdagen niet te ongebonden te laten gaan in feestvreugde. We zullen ons moeten bezinnen op het voorbij gaan van de Engel des doods en we zullen hebben te bedenken, dat er is een opstanding. Tegenover de Engel des doods staan we menigmaal machteloos. Hoe gaarne we onze deur ook ge sloten willen houden, daarover hebben we niet te beschikken. We zullen onze geliefde doden ook niet op kunnen laten staan. Maar wel zullen we het Paasfeest als het feest van de Opstanding kunnen vieren. Want ziet. onze geest is dor en doods geweest. We hebben ons om het geestelijke niet bekommerd. Maar we zullen voor ons zelve de opstanding, de herrijzing van die geest kunnen bereiken. Daarvoor is echter iets anders nodig dan Paaseieren en Paashaas. Wesifriese humor De Aprilmop Arie werkte op de eerste April, niet van dit Jaar, maar reeds tal van jaren geleden, op een boer derij. Arie hield van de leut. In dat opzicht is er nog niets ver anderd in de wereld. Het is dus niet te verwonderen, dat hij zon op een grap. En wie zou daarvoor geschikter slachtoffer zijn. dan Aaltje, de nieuwe meld. Al een paar uren had Arie lopen piekeren over een geschikte mop. Het moest niet zo flauw zijn, zo alledaags. Een gat in je kous of zo, dat was wat voor kinderen. Maar de mop, die Arie wilde, moest alles overtreffen, wat hij tot dusverre in zijn vindingrijk brein geproduceerd had. En dat was niet weinig. Eindelijk meende hij het te heb ben gevonden. Met een ernstig ge zicht ging hij naar Aaltje. En toen sprak hij als volgt: „Aaltje, het is zo mooi weer en ik wou graag op ut land an ut werk. Want elke dag is er len. Maar ja. nou staat de bles er zo voor. dat er over een paar uur wel een vooltje komme ken. Als jij er nou een ougie op houwe, en me direct waarskouwe. den kon ik nog wel een paar uurtjes ut land ln gaan." Aaltje was een gewillige maagd, dus ze had er niets op tegen en ze beloofde grif, dat ze segelma- tig naar de Bles zou gaan kijken, en Arie trok met een gerust hart het land in. Wel twintig maal liep Aaltje die morgen naar het paard, maar het beest stond rustig. Als Aaltje in de stal kwam. keek het eens om. hinnikte, werd dan gestreeld en Aaltje ging weer aan het werk. Arie stond ii het land. Zün ge zicht straalde van hemelse genoeg doening en af en toe begon hij luidkeels te zingen. Tegen twaal ven ging hij naar de boerderij, waar de meid in de deur stond. De baas en de vrouw waren niet te zien. Die hadden de eerste Pasen: De bollenvelden prijken ov eral weer in volle pracht. We plaat sen hier een foto van de beroemde Hortus Bulborum. April altijd een gastdag. ..Nou," vroeg Arie. „is er nog niks an de hand?" Aaltje schudde mistroostig het hoofd. „Welnee, ik ben er wel twintig maal weest. Ut ken nag wel een dag dure. Dat geflort is gien har den." Toen kon Arie zien niet langer goed houden. H'j begon te bulde ren van het lachen. Hij sloeg zich op de knieën, hij kraaide en ten slotte liepen de tranen hem over de wangen. Toen hij eindelijk wat bedaarde, kreeg hij er met moeite uit: ..Moid wat ben jij er in vlogen Het beist kan gien vooltje kroiee Ut is een ruin. Ut is vandaag *en April." Elke keer als Arie de mon er- telt, buldert hij weer van 't lachen En steevast zegt hij: „Wat zei die meid keken hewwe. Wat 'n sufferd, sufferd." HEEFT HET DUS NOG WEL enige zin om te spreken over diepere be tekenis van het Paasfeest? Is het mensdom wellicht te nuchter ge worden om te geloven aan een op standing? Denken we alleen in technische termen en menen we soms ons er van af te kunnen ma ken, met de opmerking, dat de wet van de zwaartekracht een opstan ding verhindert, als men niet in het bezit is van vliegtuigen of luchtschepen? Wellicht, dat we in deze tijd in staat zijn, technisch een opstanding te bewerkstelligen. Geestelijk echter zeker niet. Zijn er niet duizenden jongeren, die geen antwoord weten te geven, als men hen vraagt wat de bete kenis is van het Paasfeest? Is het niet evenzo met Pinksteren? Wat betekent het Paasfeest voor de Jeugd? Een tocht op de fiets of de motorfiets is nog het beste. Veelal een hospartij op de een of andere kermis WE BFHOEVEN HET LEVEN niet steeds te zwaar op te nemen. Maar het zou toch wel wenselijk zijn, dat we een weinig overnamen van de oude Israëlieten. We behoeven niet uitsHiitend het ongezuurde brood te eten. We behoeven ons ook niet met as te bestrooien. Maar wel zouden we st.il kunnen staan bij de gedachte, die aan hun Paas feest ten grondslag ligt. Ze vierden het Paasfeest ter herinnering aan het voorbijgaan van de Engel des doods aan hunne deuren. Men kan dat tweeledig opvatten. Men kan verheugd zijn, omdat de PARADE DER FILMDIVA'S De voorbereiding voor het twee de Festival voor Film en Schone Kunsten in België vorderen in snel tempo. Op het ogenblik wordt het programma der verschillende fees ten samengesteld. Verschillede grote filmmaatschap pijen hebben de uitnodiging van de Belgische regering aanvaard en deelname toegezegd aan de film- wedstrijd van het Festival, dat, zoals bekend, te Knokke-Zoute v. 18 Ju Ai tot 10 Juli zal worden ge houden. GEEN BILJARTKAMPIOENEN. Wegens gebrek aan voldoende deelnemers heeft de Nederlandse Biljartbond besloten het kam pioenschap hoofdklasse groot bil jart. cadre 47-1, niet te laten doorgaan. Olympische toekomstdromen Onlangs hebben de VS. het Olym pisch Comité officieel uitgenodigd om de zomerspelen van 1956 te Detroit in Mic'nigan te organise ren. Thans is bij het congres een voorstel ingediend om aan het Olympisch Comité te verzoeken voor de winterspelen van datzelf de jaar Lake Placid aan te wijzen. Ook ln 3932 zijn de winterspelen fohouden te Lake Placid. Paasv/andeling in het rietveld „SOMMIGE MENSEN willen met Pasen een artikel in de krant met een geestelijk tintje, terwijl anderen iveer meer een be schrijving van de natuur omstreeks Paas op prijs stellen", aldus luidde het oordeel van de redactie en het gevolg was, dat uw verslaggever de eervolle opdracht kreeg om een stemmingsvolle reportage te maken over icat er op het ogenblik in de natuur te beleven valt. - We vonden de opdracht enigs zins lastig, daar we reeds enkele malen een Paaswandeling hebben beschreven en dc dotters dit jaar even geel zijn als het vorige, ter wijl de lammetjes ook, al geen an dere capriolen maakten. Het een voudigste zou geweest zijn, om de vorige jaargangen van de krant op te zoeken en de Paaswandellngen door elkaar te mixen. Dat gaat echter beter met drank als met krantenartikelen en dus zonnen we op iets nieuws. We hebben geluk gehad. Want toen we laatst op een avond bezig waren met een verslag van een weinig emotievolle raadsvergade ring klaar te maken, kwam Hein binnen. U kent Hein natuurlijk niet. Wij des te beter. Een kerel m^t een hart van goud. Maar een vrijbuiter, die aan regelmatig werk een broertje dood heeft. Dan doet hij dit. dan dat. maar het grootste deel van de tijd brengt hij door met jagen en vissen en zwer ven in de natuur. Iemand, die de natuur door en door kent en er van houdt. Ons hart springt op Hein zat nog maar een ogenblik, toen h?1 ons een voorstel deed, dat ons bijna hartkloppingen van vreugde bezorgde, want meteen wisten we, waarover onze Paasbe- schrijving zou gaan. Hein had een niéuwe roeiboot aangeschaft en hij nodigde ons uit om er een dag op uit te trekken. Want hij weet, dat ook wij liefhebbers van de natuur zijn. Over onze liefhebberij in vis sen spreken we niet, want het is gesloten seizoen en we maken ons niet graag schuldig aan stroperij. Toen we dan ook op de bewuste morgen in de roeiboot stapten, hadden we geen hengels mee, al willen we wel bekennen, dat het ons zwaar viel. een dag op het wa ter te moeten doorbrengen en geen dobber te zien wegschieten, waar aan een driftige en gulzige baars trekt. ..Ik zou maar een andere jas halen", mopperde Hein, toen hij ons in een dun regenjasje zag. „Er is slecht weer op komst en het zal koud zijn in de boot". Hein moet aan ons gezicht ge zien hebben, dat we niet in het bezit waren van een Jas. die er op berekend was om slecht weer te trotseren, want woordeloos stapte hij de boot uit om even later aan te komen met een olie jas, waarin uw verslaggever bijkans verdronk en een oude Zuidwester. Toen kon de tocht beginnem We vonden een plaats op het achter bankje en Hein had de riemen reeds in de handen en trok de boot de ringvaart op. Hier in de luwte van het dorp was het uit te hou den, maar toen we een bocht maakten en Hein de boot het bre de kanaal in roeide, bleek er een storm te staan. Dit wordt dus geen verhaal van die heerlijke natuur, waarin de vrolijke Paashaasjes eitjes verven in een malse wei en het zonnetje op hun fraaie huidje schijnt We zeilen Hein had geen zin om tegen de wind in te roeien. Hij had zelfs geen zin, om de riemen te gebrui ken. Hij beduidde me, dat ik naast hem moest komen staan op het middenbankje. Met een weinig schroom gaven we gevolg aan zijn uitnodiging. Het ging prachtig. We deden dienst als een levend zeilen de storm dreef het bootje snel voort, terwijl Hein met een riem de gpede richting hield. We kunnen niet zeggen, dat het bijzonder prettig was. Tenminste de eerste minuten niet. Het water was donker. De golven spatten te gen het bootje en de wind bulderde onheilspellend. Voorzichtigheids halve klampten we ons aan Hein vast, die een beetje minachtend op ons neerkeek. Na een poos voelden we de moed weer terugkomen. We durfden weer om ons heen te kijken. Het was een imposant gezicht, zoals ive daar voortdreven op het wijde wa ter. Het bootje huppelde en danste op de golven, die schuimkoppen hadden. De lucht in het Noordwes ten leek inktzioart. De meeuwen die de storm trotseerden, contras teerden er fel mee. Het land was uitgestorven. Hoe wel we midden in het drukke landwerk zitten, was er geen land man te bekennen. Het was ook niet mooi meer. Plotseling hoorde ik 'n schreeuw in mijn oor. „Kijk. een buizerd". Hein wees met zijn arm en na epig zoeken had ik de vogel ook spoedig in het oog. Vlak boven het land worstelde de vogel tegen de storm ln. Het was hem zeker ook te erg. want in een dor rietveld lief hij zich neer. Hoe we ons ook Inspanden, we kregen hem niet in het oog en we werden bijna het slachtoffer van onze nieuwsgierig heid. Hein had namelijk het roer vergeten en plotseling stootte de boot tegen de rietoever. Even later lagen Hein en uw verslaggever op hun rug in de boot. Gelukkig hadden we ons niet bezeerd en spoedig waren we weer overeind gekrabbeld. Na een half uurtje hadden we 'n groot rietveld bereikt. Het oude va-geelde riet stond nog overeind en het veld bood vrij wat beschut ting. In de luwte lagen we de boot vast. We waren blij, dat we einde lijk het gegons om en in onze oren niet meer hoorden en voelden. En we zochten troost bij een weinig tabak in een hemmetje ge draaid. Hein vloekte hoorbaar, toen hij de tabak uit zijn ver kleumde handen liet vallen. Het was ook afschuwelijk. Daar in de luwte hadden we er nog meer erg in. dan in de open wind. En de te rugtocht zou wel heel moeilijk we zen. In weer en wind Terwijl we zo een sigaret rook ten. nam de wind nog in hevigheid toe. Natte sneeuw en hagel gesel den ons, zodat we dieper in pnze olie jassen doken en de Zuidwes ters aanhaalden. Als er mensen waren, die ons hadden gezien, zou den ze ons wel beklaagd hebben. En wilt u wel geloven, dat we dat toch niet waren. Integendeel, Want plotseling kwamen enkele wilde eenden in pijlsnelle vaart aanstuiven, dwars voor de wind af en ploften op nog geen dertig me ter afstand van ons in het water neer. Ze hadden ons niet bemerkt, eer ze in het water waren en toen waren ze meteen weer op de wie ken. Een heerlijk gezicht deze wil de vogels. Ze trotseerden elke weersomstandigheld. Alleen bij fel le vorst zijn ze soms verlegen, hoe wel ze dan altijd nog de zeekant kunnen opzoeken. De sigaretten waren op en Hein zei: „Laten we het rietveld Ingaan Er is altijd wel wat te beleven". Hij had gelijk. Er was wat te be leven. Je had moeite om tegen de storm in te tornen. Je moest over al op letten, want er waren som mige plekken in het veld en het duurde dan ook niet lang. of de minst geroutineerde dook voor over. Gelukkig hadden we laarzen aan, en wisten we de voeten droog te houden. Des te dieper we de wildernis indrongen, des te opmerkelijker werd het vogelleven. In de lucht was praktisch niets te zien ge weest. Ze hadden verscholen geze ten in het beschuttende riet. maar nu werden ze opgeschrokken door de mens. die wreed de rust ver stoorde. Ettelijke houtsnippen vlo gen voor ons op en zigzagden weg. Waterhoentjes slopen door het oude riet naar het veilige water. Meerkoeten, de witte bles fier om hoog tuimelden de waterhoentjes achterna. Dan greep Hein me bij de arm en wees voor zich uit. Aan derand van een open plek was een buizerd bezig zijn prooi te verslinden. Het was een machtig gezicht. De vo gel had ons niet ontdekt en we sloegen hem wel vijf minuten ga de, terwijl hij langzaam zijn prooi, we konden niet onderscheiden vat het was, verslond. We voelden geen wind cff koude. Toen het maal op was. hief de vo gel traag zijn kop op. Een ogen blik keek hij ons aan met een felle blik in de lichtgele ogen. Zwijgend steeg hij op en wij ver volgden onze weg. tot we aan het eind van het rietveld kwamen, waar een hoge stapel bossen opge tast lag. Voor ons lag het zwarte akker land. gedeeltelijk reeds bebouwd en bewerkt. Hein keek de akkers af. terwijl !k me omdraaide, want mijn ogen traanden van de wind. „Kievietseieren", zei Hein. „Op de derde akker". OUDSTRIJDERS BEZOEKEN ONS LAND. Op 23 en 24 April a.s. zullen ruim 200 Belgische en Luxemburgse oudatrijders ons land bezoeken, teneinde een groet aan de Neder landse kameraden te brengen. In gevolge een verzoek van de min. van oorlog heeft de Koninklijke Nederlandse Vereniging „Ons Le ger" een werkcomité gevormd om de ontvangst van die bezoekers voor te bereiden en te leiden. erecomité van een groot aantjü burgerlijke en militaire „Benelux1' autoriteiten staat onder het ere- presidium van Z.K.H. Prins Bem- hard. Het programma op 23 April om vat o.a. samenkomsten in Den Haag, waar tevens om 9 uur dei avonds op het Plein een grote militaire taptoe zal worden gehou den. Deze plechtlgneid zal wor den bijgewoond door Z.KH Prins Bernhard. Op 24 April zal o.m. 'n tocht naar de bloembollenvelden worden gemaakt BELGISCHE VERKIEZINGEN UITGESTELD? Het Is waarschijnlijk, dat de Belgische verkiezingen, die in be_ ginsel waren vastgesteld op 19 Ju ni, pas een week later, op 26 Juni zullen worden gehouden. Op ld Juni hebben nJ. overal in België processiefeesten plaats en ln Ka tholieke kringen voelt men weinig voor verkiezingen op deze dag. BLOEMEN OP UW TAFEL Wat is het gezellig een bloemetje op uw tafel ter gelegenheid van het Paasfeest. Een ieder is nu in staat om daarvoor te zorgen. Het is nu immers tulpentljd en voor weinig geld heeft u een mooi bouQuet. DE BELGISCHE FRUITUITVOER NIET VIA NEDERL. HAVENS? Gentse havenkringen hebben er bij het stadsbestuur op aangedron gen de uitvoer van Belgisch fruit naar Groot-Brittannlë niet over de Nederlandse havens te doen ge schieden, zoals voor het komende seizoen wordt verwacht, doch deze over de Gentse haven te lelden. Bij de Belgische regering zouden dienaangaande stappen zijn onder nomen. Wij er op af. Uw verslaggever had eerlijk geen benul, waar hij kievietseieren moest vinden. Hij had zelfs geen kievieten ontdekt. Ze waren er echter wel. Want toen we de akkers opliepen, joegen er dadelijk een paar in de lucht, af en toe neergezwiept door de storm zonder echter de grond te raken Ze gingen erbarmelijk tekeer en 't leek wel of ze op ons wilden sto ten. Wat is dat toch voor een apart zintuig, dat sommige mensen heb ben? Ik maak me sterk, dat ik geen ei gevonden zou hebben. Naar alle waarschijnlijkheid hadden de in de lucht gonzende kievietman nen me wel weggelokt, naar plaat sen, waar niets te vinden was, ter wijl intussen het vrouwtje stil wegsloop. Hein echter trok zich van de boven ons gierende kievie ten niets aan, scheen met onfeil bare zekerheid te weten, waar hij moest zoeken en binnen vijf minu ten had hij zes kievietseieren on der de Zuidwester Dm thuisreis We hebben nog een lange tijd rondgezworven in het rietveld. We hebben nog veel meer gezien van het vogelleven. We hebben gezien, hoe bij de stapel riet een roofdier huisde, we hebben onder een aude knotwilg de braakballen van een uil of van een valk gezien. Dat wil zeggen. Hein zag ze en ze werden ons aangewezen. Want als je er niet op getraind bent. ga je er zonder twijfel aan voorbij. Terwijl we moeizaam tegen de wind in worstelden, bedacht ik, dat het toch zo fijn zou zijn, als onze jeugd wat meer van het le ven in de natuur wist. Wat ligt hier een pracht terrein voor onze onderwijzers. Want wat mist een mens. die geen liefde voor de na tuur heeft, ontzaglijk veel. Laten we nu niet gaan mijme ren. Daar leende het weer zich niet voor. En daar leent deze be schrijving zich ook niet voor. We zouden Immers een reportage voor u maken van de natuur omstreeks Paas. Welnu, we hebben de natuur meegemaakt, deze middag in al zijn woestheid, in al zijn groots heid. We dachten, dat we geen vo gelleven te zien zouden krijgen, maar er was meer. dan we in deze ene reportage konden verwerken. We hebben ons echter aan de in structies van de tfias te h-> 'den: „Zo veel ruimte en niet meer. Ten zij de lezers meer willen hebben". We zijn weer naar huis gegaan. Twee uur hebben we moeten trek ken uit al onze nacht. Beurtelings Eerst Hein en toen ik. Ik geraak te buiten adem. De goiven spatten tegen de boeg, dat het water in ons gezicht vloog. De wind bulder de. de hagel was scherp als naal den. Toen Hein aan de wal stapte, was er niets aan h 'n te ontdek ken. Maar uw verslaggever was af. Totaal op. Blaren in de handen. Een gezicht, dat in brand scheen te staan. Een vreselijke middag gehad? Neen waarde lezers. Een heer lijke middag. Een middag om nooit te vergeten. Als de wind weer bul dert, en dan tegen de ruiten, als de hagelstenen op de straat ram melen, zullen we terugdenken aan deze tocht. En dan zullen we bij ons zelf zeggen: ,lk wou, dat' Hein op dit ogenblik kwam en ons vroeg of we mee wilden om de wildernis van riet en water ln te gaan". Misschien, dat we zelf r^ar Hein toegaan. Zo Heeft ü*£ze ruig# schoonheid ons gegrepen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1949 | | pagina 7