Weslfriesland in de nacht Brieven van Mr. Willem Eland «Voor ieder uur een ander toilet YUmjuaxA, uit ONDER DE MENSEN Amice, Of het komt, dat ik mijn woning Inclusief kantoor aan de Prinsen gracht heb, weet ni6t, maar ik krijg in mijn practijk heel wat scheidingszaken op te knappen. Daar zijn natuurlijk ,ook sensatio nele bij, en zo is het wel 66118 beurd, dat Adèle. ondanks haar flinke portie standsgevoel en cor_ pulentie, hijgend van nieuwsgierig heid over de balustrade hing om een glimp er van op te vangen! Maar in de regel, och, de meeste scheldingszaakjes verlopen maar zo'n beetje in de vervelende amb telijke sleur. Vandaag beleefde ik evenwel iets nieuws op scheldings- gebied. dat ik mij haast je te ver_ tellen: ik werd door een vroeger gescheiden man op mijn nummer gezet. Hij is een soort filosoof, dat is mij wel gebleken. Als ik zeg filo soof, denk je natuurlijk aan een oude schipper of aan een suppoost van het Rijksmuseum, want belde soorten mensen kennen „de stilte'', beiden zijn binnenvetters en daar om wijsgéren. Maar nee, ik stond tegenover een gewezen predikant, een man die ik mij van vroeger nog best herinner, iemand van zes voet lang. en een boom van een kerel. Niet een van die predikan ten. die door altijd onder de lamp te studeren een huiskleur hebben gekregen, méér iets van een ge weldenaar. Ik kom eens praten, zei hij. met de deur in huis vallend, ik ben vroeger predikant geweest in X. Ik hoor. dat u echtscheidingen aan de lopende band voltrekt, o.a. is gisteren Willembij u geweest. M'sschien kan ik met hulp van u een dolle daad voorkomen. *k nodigde de ex-dominee uit in fn"n mooiste armstoel te gaan zit ten en bedacht onderwijl een aan tal dingen, waardoor ik hem zou kunnen doen b^vrijpen, dat hij me in mijn practiik moest vrijlaten en ni°t d« cteohiseerm^s- t°r moest soelen. Maar daar ging dQ kolos niet mee accoord. Die V""em. zo zei hij. mij streng aan ziend'dat had 7°*rar "oer van zijn ke^kelbk ambt. overgehouden) nu>e* niét v^n zijn vrouw scheiden. Trouwens, biina geen van de men sen. die u zo gemakkelijk van el- k"nd*r helpt, moesten scheiden. Wil ik u eens wat zeggen, die Wil is een van mU en. Pardon .mijnheer, onderbrak ik h"m, maa- Vio-jnn— ir;' go*d uit predikantentijd ,u is toen Immers zelf van een vrouw en drie, voor een deel nog kleine kln- d°ren gescheiden en daarom is u trouwens als dominee afgetreden. Wolk recht van spreken heeft u dan? De man stond op en liep naar 't r- --■> Wij soi-ippn een ogenblik in de huizen aan de overzijde van de raam. Hij scheen een ogenblik in gracht verdiept, maar het was maar een kort ogenblik. Zijn schou ders schokten onwillig, hij draai de zich om. wandelde regelrecht oo mij af en zei: Waar wat u z°gt. Precies zo is het gegaan. Maar juist dacircmi heb ik. juist ik rc'n van spreken. Dus heeft het u ten slotte be rouwd. indertijd gescheiden te zijn. voeg ik. Nee niéts berouwd, blafte hu nnj toe. Heeft u berouw, als de blik sem in uw huis slaat en alles in het lichterlaaie komt te staan? Mijnheer Eland, daar zit hem r r'o (.-n^ory .Te mag volgens mij n o o i t. in 't geval je gewone gees telijk-gezonde mensen bent, wel bewust vrouw en kinderen verla ten. Maar het kan gebeuren, dat een mens door een te sterke stroom word meegevoerd, en dat merkt hij dan heel goed zelf. en dan komt hij niet bij een ander om raad, dan wordt hij meege voerd en weggevoerd. Wat dunkt u, ik. een oredikant en een vader, d'e van ziin kinderen hield, mijn goede vrouw verliet eenvoudig. "'at ik böt nou eens veel pretti Gaat f'overinoa te ver? Ir. O. J. Cleveringa. rijksland- bonwconsulent vcor hef bodemon- d°rzoek in algemene dienst, pro pageert op het ogenblik meer in tensieve bemesting met organi sche mes om biivoorbeeld uitmer geling van de bodem in velerlei onzichten tegen te gaan. het blo- lo-^sch evenwicht te bewaren en zakten van plant en dier te voor komen Tr. Cleveringa verklaarde on langs nog geen tegenstander van het gebrnik van kustmest te zijn. mits dit gebruik in harmonie met de bodemgesteldheid en de daarop Co kweken producten geschiedt. De Rijkslandbouwvoorllchtings- dmnst is eveneens overtuigd van het nut van organische bemes ting. doch ook van de noodzake lijkheid en het belang van ge bruik van kunstmeststoffen. Deze dienst gaat. naar het Ministerie van Landbouw mededeelt, uit van de resultaten van haar weten- scaooeüjk onderzoek. Deze onder zoekingen geven, volgens deze mededeling, in ons land. noch in het buitenland, aanleiding tot gro tere waardering van organische meststoffen, dan thans het geval Is Hoewel, aldus deze mededeling van het Ministerie, de zienswijze van de heer Cleveringa geenszins overeenstemt met het standmmt van de rijkslandbouwvoorlich- tingsdienst, bestaat er geen aan leiding hem de gelegenheid te ont nemen in zijn functie zijri per soonlijke inzichten in deze materie kenbaar te maken. ger vond met een ander? Ik kón niets anders, mijnheer, en dat is het wat ik Willem gisteren gezegd heb. Hij kwam bij mij, hij vroeg niet waar om raad aan de oom. die zelf gescheiden is. Niét schelden, antwoordde ik hem. Ja maar, stot_ terde hij, u heeft nog niet eens naar de redenen, die ik heb, ge luisterd. Die kunnen mij niet sche len. antwoordde Ik hem. je bent getrouwd, je hebt kinderen, en als je scheidt zal in het ene kind meer in het andere minder, met de Ja ren een angel tegen je scherper worden, want Jil zult de vader zijn en blijven, die „moeder verliet". Dat die kinderen zo voelen zal pijnlijk zijn voor Jou. zeer zeker, maar het is veel erger, dat het pijnlijk zal zijn voor hén, zij im mers zullen jaren lang in de ont wikkeling van hun gevoelsleven een onverdiende smart moeten ver werken. Maar oom, zei Willem mij, en mijnheer Eland, dat dacht u mij zostraks ook voor te houden, hebt u, zei hij, al dat verschrik kelijke dan zelf niet gevoeld, want u is toch zelf gescheiden? Wél gevoeld .antwoordde ik hem, en JMst. Haarorn zfg ik: 1e mag niet scheiden. Het feit. zei ik. dat Je bij mij. Je oom. om raad komt. be wijst namelijk al, dat je het als het moet kunt laten, en wie het nog laten kan moét het laten. Ziet u. mijnheer Eland, er zijn geval len. waarbij de verhouding tussen man en vrouw zodanig vergiftigd is. dat een scheiding, die altijd erg is voor de kinderen, nog het min ste der kwaden blijkt. Maar in die gevallen heb je niet met normale rechtvaardige mensen te doen. AI3 't anders is zeg ik altijd: Je mag niet scheiden: wat gebeuren kan is, dat Je door het teven met ge weld gescheiden wórdt. A^lce. dlu bezoek van de ex- dominee is mij niet in miin koude advocatenkleren gaan zitten, ik erken het Je eerlijk Adèle en ik hebben ei' nog lang over nage- ITA 7Pf 70 Iriin i n andere zaken 00 Ie nemen dan die vreseWke echtscheidingen? Amice, ik geloof wevv*iyk. da* je dnar eens een enquête in je omgeving over moest houden: w?' denken de mannen en moeders er van? Als altiid je W. E. Schiphols Vrijheidsstraat verdwenen Uit planken en spijkers ontstond vlak na de bevrijding in 1945 op Schiphol een hnrakje oui de eerste diensten te herber gen; later kwam er nog een burakje en noé een en utog een. Zo ontstond een ge liele rij van barakken, die de naam kreeg van Vrijbeidsstrnat. Thans, vier jaar later, is de laatste barak van de Vrijheidsstraat onder s!o pershnnden gevallen. Drie jaar en zeven maanden lang heeft het hart van Schip hol geklopt in dit barakkendorp; in de loop van de jaren werd dij primitieve complex van gebouwtjes, dat deed den ken aan een goudzoekerskamp, langzaam maar zeker overschaduwd door dat gro tere complex van metaal, steen en "beton, dat er achter verrees, het nieuwe stati onsgebouw. Enige maanden geleden is dit gebouw in gebruik genomeu en kwam de ene barak na de andere in de Vrij heidsstrant leeg te staan. Het werd er stil en eenzaam. Nog eenmaal kwam er leven, toen mannen met hamers en breekijzers aan de slag gingen en de ene barak na de andere tegen de vlakte ging. Betonmolens kwamen en gingen malen, terwijl pneumatische boren het hobbelige betonvlalc dreunend kapot sloe gen. De Vrijheisstraat is thans verhuisd naar de Nederlandse luchtvaarthistorie; waar zii eens stond, zullen straks over het vernieuwed en uitgebreide platform de luchtreuzen af en aanrollen. Maar de Schipholler» denken nog wel eena te rug aan die tüd. toen het begon met een paar houten huisjes aan de Vrijheid» straat. Zuive'fab ieken maken een wintsje Te Roosendaal kwamen voor de eerste maal ln jaarvergadering bijeen de verenigde coöperatieve suikerfabrieken. De voorzitter verklaarde, dat men termg kan zien op een zeer bevredigend eerste jaar van de combinatie, waarbij de fabrieken te Dlnteloord. Roosendaal en Ze venbergen zijn betrokken. De eerste balans vertoont een 2eer gunstig beeld, daar als waarde van de verschillende fabrieken hleroo een gulden vermeld staat. De voorzitter wees nog oo de bij zondere nos'tie van de raffinade rij te Dinteioord en kondigde aan dat men tlidjg maatregelen zal weten te treffen voor de zeer grote bietencampagne, welke men in Oc- tober van dit jaar verwacht. Aparie schoonheid in hei lichi van de De schoonheid van Westfriesland is reeds in velerlei toonaarden be zongen. Wat is ons vlakke land mooi ln het voorjaar, wat is het mooi ln de zomer, in de herfst en ln de winter. We hebben-ontboeze_ mingen gelezen over het geurende hooi, of de „kruidig riekende mest" en we hebben beschrijvingen ge had over het heerlijke kleurenspel in het voorjaar. Kwam er dan een winter met sneeuw en ij zei, dan konden we ln de couranten foto's zien en be schrijvingen lezen, hoe schoon Westfriesland wel was. Is het dus zo verwonderlijk, dat we onze schouders ophaalden, toen men ons vroeg of er niet eens e<^ reportage gemaakt kon worden over Westfriesland zo als het nu is. We hebben het al zo veel gehad. Het wordt ..ouwe keis", zoals de Westfriezen het zelf zouden zeg gen. Je zoMdt desnoods een Je- gang van vorig jaar voor de dag kunnen halen en laat het maar 'n keer afdrukken. Tot een onzer het er over had om eens een Toeschrijving te geven, hoe Westfriesland er in de nacht uitziet. Rn daarmee bedoelde hij niet. de beschrijving van een nach telijke hospartij. maar een be schrijving van Westfriesland zelf. Wat nog al wat verschilt. Gezien door de nuchtere ogen van een Journalist. Wat nog weer iets anders is. dan door de ogen van een paar Jonge verliefden, die elkaar onder de bloeiende appel bomen een kuske op de lippen drukken. Vlmt, voor hen is West friesland schoon. Al zoemen de muskieten ook om hen heen en wordt de atmosfeer verontreinigd door de kweWke geuren van mest hopen en kulleras. Om u de waarheid te zeggen, ^adden we weinig aardigheid ln bet geval. Wat kan er nu in de nacht te beleven vallen. En ten slotte ging het niet om de beleve- ONDANKS haar jeugdige leeftijd stelt het schoolmeis je er prijs op goed gekleed te gaan. Een eenvoudig jurk je flatteert haar het meest. Het meisje links boven draagt «model „Sweet seven- teen". Het mouwloos japon netje is van lichtblauw ka toen gemaakt en gegarneerd met een wit organdie bob- bedkraagje en wit organdie zakken. Wij kunnen het in ons land, met zijn wispeltu- klimaat, 's zomers niet zonder een wollen jurk stel. len. Het deux-pièces in het midden bestaat uit dunne wollen stof met een fijn zwart streepje. Het kraagje, de manchetten aan de drie kwart mouw en de knopen zij nook zwart gehouden. Dit model is voor iedere leeftijd geschikt. Alleen de oudere dames doen beter een stof te kiezen met een licht streepje tegen een donkere achtergrond, lichte garnering en een strakke rek met strepen in de lengte. Er is geen prettiger dracht in de vacantie dan een eenvoudig linnen jurkje. Dior vervaardigde speciaal hiervoor een bordeaux-rode japon met aangeknipte mouwen en vlotte steek zakken (rechts boven). De gelukkigen, die deviezen hebben gekregen voor Frankrijk en daar naar een badplaats gaan. moeten niet verzuimen een strandjurk mee te nemen De lichtblauw katoenen strand. Jurk met witte bloemen, links onder, is zeer elegant. Een parasol van hetzelfde materiaal dient er o.m. voor de bezitster te beschermen tegen zonnesteek. Iedere vrouw houdt er van een middagje te „stad- ten". Het wit-zliden japonnetje met geplisseerde rok en losse bolero (midden onder) is heel mooi. maar tevens uiterst besmettelijk. Practischer is de donkergrijze zijden japon met witte strepen en stippen. Bij de diep uitgesneden vierkante hals dient wel een kralen snoer, dat tegen de hals aanligt, te wor den gedragen. Tot slot een lichtgroene organdie japon met parasol, die alleen op bijvoorbeeld een garden party of een concours d'élégance dienst kan doen. „Een lekker zacht regentje" Deer begon ut mee. Een heel vreedzaam begin zo op ut eerste gezicht. Maar ut liep goed fout. De weerlum nou. Je moet rekenen, dat Wullera er mee begon. Die zol zo teugen Klaas: „Een lekker regentje weest buur". Klaas was vezelf nergens op verdocht, dat die gaat er op ln en die zoit: „Ut zal wel gaan. De hele boel is er van opgroend". En deer begint Wullem te groin_ zen op een onplezierige menier" dat Klaas voelt metien, dat 6? vuillghold achter zit en ut gezicht betrok. Wullem trok z'n olgen er niks van an en die zoit er vlakweg achteran: „Dat bedoel lk niet. Ik bedoel ut lintjesregentje". En deer begon de herrie. Want je moet rekene we hewwe ln de skeerwinkel linkse en rechtse en den kroige de linkse een douw en den de rechtse; dat op ut lest lou- pe ze allegaar met de straal in over die skeerwinkel. Maar dat mag de pret niet drukke. En nou is Wullem nagal links. Puur links. En Klaas verbeeldt z'n oigen ok, dat ie links is. En nou wul dat tussen die twei nooit erg buttere. Dat Jullie begroipe, toe Wullem begon over die lintjesregen, hielde wal ons tone krom. En hai gong deur. Tot grote ergernis van Klaas maar tot grote vreugde van are, die in een beetje hoibel groeie. „Je koike er van op, wie er teu genwoordie een lintje kroige. Niet dat die mense dat niet verdiend hewwe, maar ik miende altoid, dat ze er vroeger niet mee loupe wou- we. Nel, ik ken er niet bal Klaas. Deer hel je nou Alberda en zo. Vroeger zo Marksistlsch as ik weet niet, h06 6n n°u benne ze vereerd met een lintje. Ut is een klucht. En hai niet alleen. Een hele houp are ok. Je zouwe je be- glere". We keke allegaar ne! Klaas. Want W6 dochte wel. dat die ut niet op um zitte leite zou. Want Ja. die is nagal van dat soort. En nou ken je zegge wat Je wulle, maar as ze je zoks voor je skene goole. den kroig je toch een raar gevoel in je loif. En as je er goed inkomme is er ok nag al wat veranderd. Wal zelle ons er niet over uitlelte of ut goed of niet goed is. Deer skiet ons ver stand te kort voor. Maar Klaas pakte ut verkeerd an. Hai begon zo'n beetje te skel- maan nissen. Want die konden we dan nog wel afzonderlijk vermelden. Neen, we moesten een beschrijving geven van Westfriesland In de nacht, zoals het landschap er uit ziet. Het was nog klaarlichte dag, toen we in Alkmaar aankwamen om er enkele besprekingen te voe_ ren. Terwijl we over het Waag- plein liepen, speelde het carillon op de Waagtoren weer lustig, dat we merken moesten, hoe sterk de vijand alles in het werk stelde om ons van onze vrijheid te beroven. We glimlachten tegen de slanke toren. „Dat is afgelopen oude jon gen", dachten we. JAN KOMT OP TIJD Toen werden we ruw wakker geschrikt door piepende remmen. Een auto dreigde een einde te maken aan ons broze aardse be staan en terwijl wij schielijk zij waarts sprongen, werd er een deur opengesmeten en werden we ver welkomd met de sympathieke uit roep: „Zo ouwe aap. daar had ik je bijna te grazen". Het wa« Jan. U weet niet wie Jan Is. Wij des te beter. Jan heeft veel met ons meegemaakt in de achter ons liggende jaren. Hij is reeds lang uit onze contreien ver trokken, maar een enkele keer zien we hem nog weer eens in de kaasstad en nu had het toeval het zo gewild, dat we bijna gesneuveld waren bij het naar boven blikken. Even later dronken we koffie en zagen uit over het Waagplein. Om zichtig vertélde ik hem van de op dracht en meteen was hij warm. Wat een bof. Een auto tot mijn beschikking en een kameraad mee. Dat was beter dan op de fiets. Het was tegen elven, toen de tocht begon. Wat we in die tussen tijd gedaan hadden, gaat u niet aan. Het is niet onplezierig ge weest. We puisden door de Lanee- straat en waren in een wip op de Rijksstraatweg. De tocht was niet uitgestippeld. We hadden een bij na volle tank en zouden maar op goed geluk af gaan Wilt u geloven, dat Heiloo en Bergen ons niet ziin meegevallen. Het uitzicht was niet goed. Je keek tegen de bomen aan of je reed er onder. Alleen als er een bloeiende pere- of appelboom on der een lantaarn stond, werd je even stil. Maar dat was ten slotte toch niet wat we zochten. Neen, Heiloo en Bergen moeten we over dag nog eens nemen. Beter ging het al in Schoorl. Toen we er door waren en bij Schoorldam uitstap ten om eens een kijkje te nemen, lag het landschap in volle schoon heid voor ons. Rechts Schoorl. links wegwijkend Groet, daarachter de stevige dui nenrij en er voor de bloeiende vruchtbomen, alles overspoeld door een zacht maanlicht. Wel was jam mer genoeg de maan nog niet vol. maar ze gaf toch reeds voldoende licht om het landschap volledig tot. zijn recht te doen komen. Het Noord-Hollands kanaal lag rimpelloos. De huizen van Koedijk weerspiegelden in het water Wat ligt <ht Plaatsje daar bekoorlijk. En wat een lengte. Warmenhuizen lieten we liggen. We wilden de Zijpe in. En we heb ben geen spijt gehad van onze tocht, door het Noorden, waar we het geluk smaakten in de mane schijn te zien liggen enkele bloei den. En den toon je je zwak. „Jal benne kif tig omdat jouw kornuite ut niet zo veer brenge kenne Wullem. En dat. komt...." Veerder gong ie. Maar wat ie zoi. was zo lilluk, dat wai ut niet opskroive en ut duurde niet lang of de barrebier kwam tussen boie. Want de barrebier houdt wel van herrie, maar ut moet niet te diep gaan. Deer zou ie klante deur kwoit rake kenne. En das de be doeling niet. Maar ut duurde een heel toidje voor ut suksendeerd was. En toe hield Kees een toespraak. Hai gong er hillegaar voor staan en dat beurt niet veul. „Wullem heb geloik", zoid-ie. „Ut is een wonderluk geval. En ik ken ut me begroipe, dat 6r 6,111 heleboel mense benne, die er gien zin in hewwe. Maar toch gelouf ik dat er niet zo veul kwaad ln steekt. Ik vind dat ut juist heel verkeerd was, dat die lintjes vroe_ egr nooit an vooruitstrevende men se geven werde. Al was ut den meskien omdat ze wiste, dat ze ze niet anneme zouwe. Maar ut is nou ienmaal zo. dat er mensen benne. die een houp voor ut land dein hewwe. of die een zeldzaam jubileum vlere of wat den ok. En nou zien ik ut zo. dat ut land and die mense belang stelling toont, deur een onderskoi, ding. Das oigeluk de gewoonste zaak van de wereld. As ut in een vereniging zo is den maak Je zo'n klrrel erelid. Weerom mag ut Roik dat nou niet doen. Toe wou Wullem wat zegge maar Kees hield voet bai stik. „Wullem, Je redde ut niet van- eivend. Ut maakt niet uit in wat voor land je benne, maar ze hewwe overal van die onderskoidinge. In Rusland persles ut zelfde as hier. Want deer wou Je ut toch over ende bollenvelden met als achter grond een oude boerderij met ee in volle bloei staande appelboor We geloven, dat-het ook overds een heerlijk gezicht zal zUn. Mat schoner dan in de nacht, als all< stil is en de lelijke punten van h( landschap verdoezeld worden is bijkans niet denkbaar. Of heeft de romantiek ons de* nacht bevangen? We hebben mc nigmaal ln de nacht door onz Westfrieze dreven gezworven, zon der gegrepen te worden door d grote schoonheid die hier te vin den is. Zijn de mensen, die d oude boerderijen bouwden 7 kunstzinnig van aanleg gewees dat ze zo precies wisten, waar ee pereboom moest staan, om ee- schilderij te vormen als ze In blo* staat. Kijkt u de nieuwe huize? maar eens aan. Er lijkt geen boor ziin die e- Mi no«t. Het is de bomen er klakkeloos naast ge kwakt zijn. Terwijl ze met de oud boerderijen als vervoeid zijn. O Is het maar verbeelding van ons Offeren we de schoonheid gehee op aan de nieuwere zakelijkheid ei het comfort? Of is het de nach die ons parten speelt? Langzaam en rustig glijdt de aut door de nacht. Boven ons fonkele) de sterren. We hobbelen over d vlotbrug bij het Zand, we pauzerei een ogenblik bij het Oude Veei waarop we in de maneschijn he liefdesspel der meerkoeten zien Dan passeren we Oudesluis, waa- zelfs Daan Pool niet meer wakke« is. (Wat een wonder. Het was in middels half drie geworden). Een kwartier later zien we he- silhouet van de toren van Schagei Wat is dat een fraai gezicht. z< van de Dorpen af. Helaas is e echter ook in Schagen niemanr meer op en moeten we het zonde hartversterking doen Bij de on"° lukkige overweg houden we halt Jan vraagt verwonderd waarom d toestand hier nog niet verbeterc wordt, maar ik heb geen lust on me in veronderstellingen t» bege ven en laat hem zwamrrn,i We rijden door Westf ^slmd Het zwembad te Oude Nieöc,.p lig er veelbelovend. Op het hoge lanr' in Hoogwoud Is het een bloesem weelde. In de Schermer, als aan df Oosterkim een weinig licht bepin- te schemeren, liggen de statief boerderilen omgeven door hoor opgaand geboomte, terwijl Beemster in het zachte maanlicht een bloesemzee gelijkt. We rijden door de nacht. Zon der haast. Zonder doel. Alleen oir Westfriesland eens te bekijken. On het eens met andere ogen te zien dan overdag, als we er door heen razen met auto of bus of fiets. On het eens te zien zonder mensen maar zoals het door mensen ge maakt is. Als we tenslotte in Alkmaar over de Vlotbrug gaan, is het half vijf De stad ligt als uitgestorven. We zien de huizen weer. We komen in de binnenstad, waar de menskei wonen, dicht tegen elkaar aan Zonder uitzicht. Menskes in kooitjes. Maar z- kunnen er uitvliegen. Ze kunner de natuur In gaan. Overdag en ooi in de nacht. Al hebben ze dan geei auto tot hun beschikking. Wan ge kunt Westfriesland wellicht de. nachts nog beter bewonderen pet fiets als met de auto. Welnu, eg- bruikt deze maanlichte nachten als alles in bloei staat. Als de kie vieten en grutto's gierend door d< schemer gaan. of de melancholieke roep van de regenwulp klinkt. Het zal u niet berouwen. Ge zult er uw eigen landstreek beter dooi leren kennen. Slechts ééir goede raad willen we u geven. Trek een stevige jat aan en wanten. Geen handschoe nen. Die geven niet genoeg voor de kou. En met deze lichte nacht vorst kan net geducht koud zijn hewwe. Deer lees je ok, dat de len of de aar benoemd is tot held van de Sovjet-Unie. Of dat ie een orde kregen heb. Steekt deer nou wal kwaad in? Maar Jij kenne niet met je toid meekomme man. Ji; houwe nag maar vast an die ouwe ideje. En deer kom je niet mee klaar" „Ut mag weze wat ut wul". zoi Wullem. „maar lk vind ut komiek" Afoin. as ut zo staat, den ken Je prate wat je wulle. maar den ken je wel ophouwe ok. Want den wordt ut een gevelskwestie. En den kom Je toch tot gten end. FIGARO Op en bij de boferham STERREKERS OP OE BOTERHAM De sterrekers wassen, fjjnsuljden o' fijnknippen, suiker en/of citroeusap 0' azijn( of peper eu zout) er door mei- gen en de sterrekers in een flinke inap op de boterham geven, STERREKERS MET HARING: De sterrekers wassen, fijnsnyden er fjjnknippen. Enige haritigeu sehoonm» ken en in stukjes snijden. De sterrekere en de baring Terraongen en er wat sle saus aan toe roegen. SCHOEL VAN STERREKERS. RADIJS EN AARDAPPELEN: Enige gekookte (koude) aardappelen peterselie, slasaus, een uitje, sterrekere. radijsjes. De gekookte (koude) aardappelen in plakken snijden eu deze vermengen mei wat slasaus, gehakte peterselie en gr hakte ul. De sterrekers wassen en fyr snjjdcn of knippen en deze om de nare appelsla heen schikken. De sin verdet garneren met gewa«sen radijsjes.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1949 | | pagina 3