Weslfriesland in de nacht
Brieven van Mr. Willem Eland
«Voor ieder uur
een ander toilet
YUmjuaxA, uit
ONDER DE MENSEN
Amice,
Of het komt, dat ik mijn woning
Inclusief kantoor aan de Prinsen
gracht heb, weet ni6t, maar ik
krijg in mijn practijk heel wat
scheidingszaken op te knappen.
Daar zijn natuurlijk ,ook sensatio
nele bij, en zo is het wel 66118
beurd, dat Adèle. ondanks haar
flinke portie standsgevoel en cor_
pulentie, hijgend van nieuwsgierig
heid over de balustrade hing om
een glimp er van op te vangen!
Maar in de regel, och, de meeste
scheldingszaakjes verlopen maar
zo'n beetje in de vervelende amb
telijke sleur. Vandaag beleefde ik
evenwel iets nieuws op scheldings-
gebied. dat ik mij haast je te ver_
tellen: ik werd door een vroeger
gescheiden man op mijn nummer
gezet. Hij is een soort filosoof, dat
is mij wel gebleken. Als ik zeg filo
soof, denk je natuurlijk aan een
oude schipper of aan een suppoost
van het Rijksmuseum, want belde
soorten mensen kennen „de stilte'',
beiden zijn binnenvetters en daar
om wijsgéren. Maar nee, ik stond
tegenover een gewezen predikant,
een man die ik mij van vroeger
nog best herinner, iemand van zes
voet lang. en een boom van een
kerel. Niet een van die predikan
ten. die door altijd onder de lamp
te studeren een huiskleur hebben
gekregen, méér iets van een ge
weldenaar.
Ik kom eens praten, zei hij. met
de deur in huis vallend, ik ben
vroeger predikant geweest in X. Ik
hoor. dat u echtscheidingen aan
de lopende band voltrekt, o.a. is
gisteren Willembij u geweest.
M'sschien kan ik met hulp van u
een dolle daad voorkomen.
*k nodigde de ex-dominee uit in
fn"n mooiste armstoel te gaan zit
ten en bedacht onderwijl een aan
tal dingen, waardoor ik hem zou
kunnen doen b^vrijpen, dat hij me
in mijn practiik moest vrijlaten
en ni°t d« cteohiseerm^s-
t°r moest soelen. Maar daar ging
dQ kolos niet mee accoord. Die
V""em. zo zei hij. mij streng aan
ziend'dat had 7°*rar "oer van
zijn ke^kelbk ambt. overgehouden)
nu>e* niét v^n zijn vrouw scheiden.
Trouwens, biina geen van de men
sen. die u zo gemakkelijk van el-
k"nd*r helpt, moesten scheiden.
Wil ik u eens wat zeggen, die Wil
is een van mU en.
Pardon .mijnheer, onderbrak ik
h"m, maa- Vio-jnn— ir;'
go*d uit predikantentijd ,u is toen
Immers zelf van een vrouw en
drie, voor een deel nog kleine kln-
d°ren gescheiden en daarom is u
trouwens als dominee afgetreden.
Wolk recht van spreken heeft u
dan?
De man stond op en liep naar 't
r- --■> Wij soi-ippn een ogenblik in
de huizen aan de overzijde van de
raam. Hij scheen een ogenblik in
gracht verdiept, maar het was
maar een kort ogenblik. Zijn schou
ders schokten onwillig, hij draai
de zich om. wandelde regelrecht
oo mij af en zei: Waar wat u
z°gt. Precies zo is het gegaan.
Maar juist dacircmi heb ik. juist ik
rc'n van spreken.
Dus heeft het u ten slotte be
rouwd. indertijd gescheiden te zijn.
voeg ik.
Nee niéts berouwd, blafte hu nnj
toe. Heeft u berouw, als de blik
sem in uw huis slaat en alles in
het lichterlaaie komt te staan?
Mijnheer Eland, daar zit hem
r r'o (.-n^ory .Te mag volgens mij
n o o i t. in 't geval je gewone gees
telijk-gezonde mensen bent, wel
bewust vrouw en kinderen verla
ten. Maar het kan gebeuren, dat
een mens door een te sterke
stroom word meegevoerd, en dat
merkt hij dan heel goed zelf. en
dan komt hij niet bij een ander
om raad, dan wordt hij meege
voerd en weggevoerd. Wat dunkt u,
ik. een oredikant en een vader,
d'e van ziin kinderen hield, mijn
goede vrouw verliet eenvoudig.
"'at ik böt nou eens veel pretti
Gaat f'overinoa te ver?
Ir. O. J. Cleveringa. rijksland-
bonwconsulent vcor hef bodemon-
d°rzoek in algemene dienst, pro
pageert op het ogenblik meer in
tensieve bemesting met organi
sche mes om biivoorbeeld uitmer
geling van de bodem in velerlei
onzichten tegen te gaan. het blo-
lo-^sch evenwicht te bewaren en
zakten van plant en dier te voor
komen
Tr. Cleveringa verklaarde on
langs nog geen tegenstander van
het gebrnik van kustmest te zijn.
mits dit gebruik in harmonie met
de bodemgesteldheid en de daarop
Co kweken producten geschiedt.
De Rijkslandbouwvoorllchtings-
dmnst is eveneens overtuigd van
het nut van organische bemes
ting. doch ook van de noodzake
lijkheid en het belang van ge
bruik van kunstmeststoffen. Deze
dienst gaat. naar het Ministerie
van Landbouw mededeelt, uit van
de resultaten van haar weten-
scaooeüjk onderzoek. Deze onder
zoekingen geven, volgens deze
mededeling, in ons land. noch in
het buitenland, aanleiding tot gro
tere waardering van organische
meststoffen, dan thans het geval
Is
Hoewel, aldus deze mededeling
van het Ministerie, de zienswijze
van de heer Cleveringa geenszins
overeenstemt met het standmmt
van de rijkslandbouwvoorlich-
tingsdienst, bestaat er geen aan
leiding hem de gelegenheid te ont
nemen in zijn functie zijri per
soonlijke inzichten in deze materie
kenbaar te maken.
ger vond met een ander? Ik kón
niets anders, mijnheer, en dat is
het wat ik Willem gisteren gezegd
heb. Hij kwam bij mij, hij vroeg
niet waar om raad aan de oom. die
zelf gescheiden is. Niét schelden,
antwoordde ik hem. Ja maar, stot_
terde hij, u heeft nog niet eens
naar de redenen, die ik heb, ge
luisterd. Die kunnen mij niet sche
len. antwoordde Ik hem. je bent
getrouwd, je hebt kinderen, en als
je scheidt zal in het ene kind meer
in het andere minder, met de Ja
ren een angel tegen je scherper
worden, want Jil zult de vader zijn
en blijven, die „moeder verliet".
Dat die kinderen zo voelen zal
pijnlijk zijn voor Jou. zeer zeker,
maar het is veel erger, dat het
pijnlijk zal zijn voor hén, zij im
mers zullen jaren lang in de ont
wikkeling van hun gevoelsleven
een onverdiende smart moeten ver
werken. Maar oom, zei Willem mij,
en mijnheer Eland, dat dacht u
mij zostraks ook voor te houden,
hebt u, zei hij, al dat verschrik
kelijke dan zelf niet gevoeld, want
u is toch zelf gescheiden? Wél
gevoeld .antwoordde ik hem, en
JMst. Haarorn zfg ik: 1e mag niet
scheiden. Het feit. zei ik. dat Je
bij mij. Je oom. om raad komt. be
wijst namelijk al, dat je het als
het moet kunt laten, en wie het
nog laten kan moét het laten. Ziet
u. mijnheer Eland, er zijn geval
len. waarbij de verhouding tussen
man en vrouw zodanig vergiftigd
is. dat een scheiding, die altijd erg
is voor de kinderen, nog het min
ste der kwaden blijkt. Maar in die
gevallen heb je niet met normale
rechtvaardige mensen te doen. AI3
't anders is zeg ik altijd: Je mag
niet scheiden: wat gebeuren kan
is, dat Je door het teven met ge
weld gescheiden wórdt.
A^lce. dlu bezoek van de ex-
dominee is mij niet in miin koude
advocatenkleren gaan zitten, ik
erken het Je eerlijk Adèle en ik
hebben ei' nog lang over nage-
ITA 7Pf 70 Iriin i n
andere zaken 00 Ie nemen dan die
vreseWke echtscheidingen?
Amice, ik geloof wevv*iyk. da*
je dnar eens een enquête in je
omgeving over moest houden: w?'
denken de mannen en moeders er
van? Als altiid je W. E.
Schiphols Vrijheidsstraat
verdwenen
Uit planken en spijkers ontstond vlak
na de bevrijding in 1945 op Schiphol een
hnrakje oui de eerste diensten te herber
gen; later kwam er nog een burakje en
noé een en utog een. Zo ontstond een ge
liele rij van barakken, die de naam
kreeg van Vrijbeidsstrnat.
Thans, vier jaar later, is de laatste
barak van de Vrijheidsstraat onder s!o
pershnnden gevallen. Drie jaar en zeven
maanden lang heeft het hart van Schip
hol geklopt in dit barakkendorp; in de
loop van de jaren werd dij primitieve
complex van gebouwtjes, dat deed den
ken aan een goudzoekerskamp, langzaam
maar zeker overschaduwd door dat gro
tere complex van metaal, steen en "beton,
dat er achter verrees, het nieuwe stati
onsgebouw. Enige maanden geleden is
dit gebouw in gebruik genomeu en kwam
de ene barak na de andere in de Vrij
heidsstrant leeg te staan. Het werd er
stil en eenzaam. Nog eenmaal kwam er
leven, toen mannen met hamers en
breekijzers aan de slag gingen en de
ene barak na de andere tegen de vlakte
ging. Betonmolens kwamen en gingen
malen, terwijl pneumatische boren het
hobbelige betonvlalc dreunend kapot sloe
gen. De Vrijheisstraat is thans verhuisd
naar de Nederlandse luchtvaarthistorie;
waar zii eens stond, zullen straks over
het vernieuwed en uitgebreide platform
de luchtreuzen af en aanrollen. Maar
de Schipholler» denken nog wel eena te
rug aan die tüd. toen het begon met een
paar houten huisjes aan de Vrijheid»
straat.
Zuive'fab ieken maken een
wintsje
Te Roosendaal kwamen voor de
eerste maal ln jaarvergadering
bijeen de verenigde coöperatieve
suikerfabrieken.
De voorzitter verklaarde, dat
men termg kan zien op een zeer
bevredigend eerste jaar van de
combinatie, waarbij de fabrieken
te Dlnteloord. Roosendaal en Ze
venbergen zijn betrokken. De
eerste balans vertoont een 2eer
gunstig beeld, daar als waarde
van de verschillende fabrieken
hleroo een gulden vermeld staat.
De voorzitter wees nog oo de bij
zondere nos'tie van de raffinade
rij te Dinteioord en kondigde aan
dat men tlidjg maatregelen zal
weten te treffen voor de zeer grote
bietencampagne, welke men in Oc-
tober van dit jaar verwacht.
Aparie schoonheid in hei lichi
van de
De schoonheid van Westfriesland
is reeds in velerlei toonaarden be
zongen. Wat is ons vlakke land
mooi ln het voorjaar, wat is het
mooi ln de zomer, in de herfst en
ln de winter. We hebben-ontboeze_
mingen gelezen over het geurende
hooi, of de „kruidig riekende mest"
en we hebben beschrijvingen ge
had over het heerlijke kleurenspel
in het voorjaar.
Kwam er dan een winter met
sneeuw en ij zei, dan konden we ln
de couranten foto's zien en be
schrijvingen lezen, hoe schoon
Westfriesland wel was.
Is het dus zo verwonderlijk, dat
we onze schouders ophaalden, toen
men ons vroeg of er niet eens e<^
reportage gemaakt kon worden
over Westfriesland zo als het nu is.
We hebben het al zo veel gehad.
Het wordt ..ouwe keis", zoals de
Westfriezen het zelf zouden zeg
gen. Je zoMdt desnoods een Je-
gang van vorig jaar voor de dag
kunnen halen en laat het maar 'n
keer afdrukken.
Tot een onzer het er over had
om eens een Toeschrijving te geven,
hoe Westfriesland er in de nacht
uitziet. Rn daarmee bedoelde hij
niet. de beschrijving van een nach
telijke hospartij. maar een be
schrijving van Westfriesland zelf.
Wat nog al wat verschilt.
Gezien door de nuchtere ogen
van een Journalist. Wat nog weer
iets anders is. dan door de ogen
van een paar Jonge verliefden, die
elkaar onder de bloeiende appel
bomen een kuske op de lippen
drukken. Vlmt, voor hen is West
friesland schoon. Al zoemen de
muskieten ook om hen heen en
wordt de atmosfeer verontreinigd
door de kweWke geuren van mest
hopen en kulleras.
Om u de waarheid te zeggen,
^adden we weinig aardigheid ln
bet geval. Wat kan er nu in de
nacht te beleven vallen. En ten
slotte ging het niet om de beleve-
ONDANKS haar jeugdige
leeftijd stelt het schoolmeis
je er prijs op goed gekleed
te gaan. Een eenvoudig jurk
je flatteert haar het meest.
Het meisje links boven
draagt «model „Sweet seven-
teen". Het mouwloos japon
netje is van lichtblauw ka
toen gemaakt en gegarneerd
met een wit organdie bob-
bedkraagje en wit organdie
zakken. Wij kunnen het in
ons land, met zijn wispeltu-
klimaat, 's zomers niet
zonder een wollen jurk stel.
len. Het deux-pièces in het
midden bestaat uit dunne
wollen stof met een fijn
zwart streepje. Het kraagje,
de manchetten aan de drie
kwart mouw en de knopen
zij nook zwart gehouden. Dit
model is voor iedere leeftijd
geschikt. Alleen de oudere
dames doen beter een stof te
kiezen met een licht streepje tegen een donkere achtergrond, lichte garnering en een strakke rek met
strepen in de lengte. Er is geen prettiger dracht in de vacantie dan een eenvoudig linnen jurkje.
Dior vervaardigde speciaal hiervoor een bordeaux-rode japon met aangeknipte mouwen en vlotte steek
zakken (rechts boven). De gelukkigen, die deviezen hebben gekregen voor Frankrijk en daar naar een
badplaats gaan. moeten niet verzuimen een strandjurk mee te nemen De lichtblauw katoenen strand.
Jurk met witte bloemen, links onder, is zeer elegant. Een parasol van hetzelfde materiaal dient er o.m.
voor de bezitster te beschermen tegen zonnesteek. Iedere vrouw houdt er van een middagje te „stad-
ten". Het wit-zliden japonnetje met geplisseerde rok en losse bolero (midden onder) is heel mooi. maar
tevens uiterst besmettelijk. Practischer is de donkergrijze zijden japon met witte strepen en stippen.
Bij de diep uitgesneden vierkante hals dient wel een kralen snoer, dat tegen de hals aanligt, te wor
den gedragen. Tot slot een lichtgroene organdie japon met parasol, die alleen op bijvoorbeeld een
garden party of een concours d'élégance dienst kan doen.
„Een lekker zacht regentje"
Deer begon ut mee. Een heel
vreedzaam begin zo op ut eerste
gezicht. Maar ut liep goed fout. De
weerlum nou. Je moet rekenen, dat
Wullera er mee begon.
Die zol zo teugen Klaas: „Een
lekker regentje weest buur".
Klaas was vezelf nergens op
verdocht, dat die gaat er op ln
en die zoit: „Ut zal wel gaan. De
hele boel is er van opgroend".
En deer begint Wullem te groin_
zen op een onplezierige menier"
dat Klaas voelt metien, dat 6?
vuillghold achter zit en ut gezicht
betrok. Wullem trok z'n olgen er
niks van an en die zoit er vlakweg
achteran: „Dat bedoel lk niet. Ik
bedoel ut lintjesregentje".
En deer begon de herrie. Want
je moet rekene we hewwe ln de
skeerwinkel linkse en rechtse en
den kroige de linkse een douw en
den de rechtse; dat op ut lest lou-
pe ze allegaar met de straal in
over die skeerwinkel. Maar dat
mag de pret niet drukke.
En nou is Wullem nagal links.
Puur links. En Klaas verbeeldt z'n
oigen ok, dat ie links is. En nou
wul dat tussen die twei nooit erg
buttere.
Dat Jullie begroipe, toe Wullem
begon over die lintjesregen, hielde
wal ons tone krom. En hai gong
deur. Tot grote ergernis van Klaas
maar tot grote vreugde van are,
die in een beetje hoibel groeie.
„Je koike er van op, wie er teu
genwoordie een lintje kroige. Niet
dat die mense dat niet verdiend
hewwe, maar ik miende altoid, dat
ze er vroeger niet mee loupe wou-
we. Nel, ik ken er niet bal Klaas.
Deer hel je nou Alberda en zo.
Vroeger zo Marksistlsch as ik
weet niet, h06 6n n°u benne ze
vereerd met een lintje. Ut is een
klucht. En hai niet alleen. Een
hele houp are ok. Je zouwe je be-
glere".
We keke allegaar ne! Klaas.
Want W6 dochte wel. dat die ut
niet op um zitte leite zou. Want
Ja. die is nagal van dat soort. En
nou ken je zegge wat Je wulle,
maar as ze je zoks voor je skene
goole. den kroig je toch een raar
gevoel in je loif.
En as je er goed inkomme is er
ok nag al wat veranderd. Wal zelle
ons er niet over uitlelte of ut goed
of niet goed is. Deer skiet ons ver
stand te kort voor.
Maar Klaas pakte ut verkeerd
an. Hai begon zo'n beetje te skel-
maan
nissen. Want die konden we dan
nog wel afzonderlijk vermelden.
Neen, we moesten een beschrijving
geven van Westfriesland In de
nacht, zoals het landschap er uit
ziet.
Het was nog klaarlichte dag,
toen we in Alkmaar aankwamen
om er enkele besprekingen te voe_
ren. Terwijl we over het Waag-
plein liepen, speelde het carillon
op de Waagtoren weer lustig, dat
we merken moesten, hoe sterk de
vijand alles in het werk stelde om
ons van onze vrijheid te beroven.
We glimlachten tegen de slanke
toren. „Dat is afgelopen oude jon
gen", dachten we.
JAN KOMT OP TIJD
Toen werden we ruw wakker
geschrikt door piepende remmen.
Een auto dreigde een einde te
maken aan ons broze aardse be
staan en terwijl wij schielijk zij
waarts sprongen, werd er een deur
opengesmeten en werden we ver
welkomd met de sympathieke uit
roep: „Zo ouwe aap. daar had ik
je bijna te grazen".
Het wa« Jan. U weet niet wie
Jan Is. Wij des te beter. Jan heeft
veel met ons meegemaakt in de
achter ons liggende jaren. Hij is
reeds lang uit onze contreien ver
trokken, maar een enkele keer
zien we hem nog weer eens in de
kaasstad en nu had het toeval het
zo gewild, dat we bijna gesneuveld
waren bij het naar boven blikken.
Even later dronken we koffie en
zagen uit over het Waagplein. Om
zichtig vertélde ik hem van de op
dracht en meteen was hij warm.
Wat een bof. Een auto tot mijn
beschikking en een kameraad mee.
Dat was beter dan op de fiets.
Het was tegen elven, toen de
tocht begon. Wat we in die tussen
tijd gedaan hadden, gaat u niet
aan. Het is niet onplezierig ge
weest. We puisden door de Lanee-
straat en waren in een wip op de
Rijksstraatweg. De tocht was niet
uitgestippeld. We hadden een bij
na volle tank en zouden maar op
goed geluk af gaan
Wilt u geloven, dat Heiloo en
Bergen ons niet ziin meegevallen.
Het uitzicht was niet goed. Je
keek tegen de bomen aan of je
reed er onder. Alleen als er een
bloeiende pere- of appelboom on
der een lantaarn stond, werd je
even stil. Maar dat was ten slotte
toch niet wat we zochten. Neen,
Heiloo en Bergen moeten we over
dag nog eens nemen. Beter ging
het al in Schoorl. Toen we er door
waren en bij Schoorldam uitstap
ten om eens een kijkje te nemen,
lag het landschap in volle schoon
heid voor ons.
Rechts Schoorl. links wegwijkend
Groet, daarachter de stevige dui
nenrij en er voor de bloeiende
vruchtbomen, alles overspoeld door
een zacht maanlicht. Wel was jam
mer genoeg de maan nog niet vol.
maar ze gaf toch reeds voldoende
licht om het landschap volledig
tot. zijn recht te doen komen.
Het Noord-Hollands kanaal lag
rimpelloos. De huizen van Koedijk
weerspiegelden in het water Wat
ligt <ht Plaatsje daar bekoorlijk.
En wat een lengte.
Warmenhuizen lieten we liggen.
We wilden de Zijpe in. En we heb
ben geen spijt gehad van onze
tocht, door het Noorden, waar we
het geluk smaakten in de mane
schijn te zien liggen enkele bloei
den. En den toon je je zwak.
„Jal benne kif tig omdat jouw
kornuite ut niet zo veer brenge
kenne Wullem. En dat. komt...."
Veerder gong ie. Maar wat ie
zoi. was zo lilluk, dat wai ut niet
opskroive en ut duurde niet lang
of de barrebier kwam tussen boie.
Want de barrebier houdt wel
van herrie, maar ut moet niet te
diep gaan. Deer zou ie klante deur
kwoit rake kenne. En das de be
doeling niet.
Maar ut duurde een heel toidje
voor ut suksendeerd was. En toe
hield Kees een toespraak. Hai
gong er hillegaar voor staan en
dat beurt niet veul.
„Wullem heb geloik", zoid-ie.
„Ut is een wonderluk geval. En ik
ken ut me begroipe, dat 6r 6,111
heleboel mense benne, die er gien
zin in hewwe. Maar toch gelouf ik
dat er niet zo veul kwaad ln
steekt. Ik vind dat ut juist heel
verkeerd was, dat die lintjes vroe_
egr nooit an vooruitstrevende men
se geven werde. Al was ut den
meskien omdat ze wiste, dat ze ze
niet anneme zouwe.
Maar ut is nou ienmaal zo. dat
er mensen benne. die een houp
voor ut land dein hewwe. of die
een zeldzaam jubileum vlere of
wat den ok. En nou zien ik ut zo.
dat ut land and die mense belang
stelling toont, deur een onderskoi,
ding. Das oigeluk de gewoonste
zaak van de wereld. As ut in een
vereniging zo is den maak Je zo'n
klrrel erelid. Weerom mag ut Roik
dat nou niet doen.
Toe wou Wullem wat zegge
maar Kees hield voet bai stik.
„Wullem, Je redde ut niet van-
eivend. Ut maakt niet uit in wat
voor land je benne, maar ze hewwe
overal van die onderskoidinge. In
Rusland persles ut zelfde as hier.
Want deer wou Je ut toch over
ende bollenvelden met als achter
grond een oude boerderij met ee
in volle bloei staande appelboor
We geloven, dat-het ook overds
een heerlijk gezicht zal zUn. Mat
schoner dan in de nacht, als all<
stil is en de lelijke punten van h(
landschap verdoezeld worden is
bijkans niet denkbaar.
Of heeft de romantiek ons de*
nacht bevangen? We hebben mc
nigmaal ln de nacht door onz
Westfrieze dreven gezworven, zon
der gegrepen te worden door d
grote schoonheid die hier te vin
den is. Zijn de mensen, die d
oude boerderijen bouwden 7
kunstzinnig van aanleg gewees
dat ze zo precies wisten, waar ee
pereboom moest staan, om ee-
schilderij te vormen als ze In blo*
staat. Kijkt u de nieuwe huize?
maar eens aan. Er lijkt geen boor
ziin die e- Mi no«t. Het is
de bomen er klakkeloos naast ge
kwakt zijn. Terwijl ze met de oud
boerderijen als vervoeid zijn. O
Is het maar verbeelding van ons
Offeren we de schoonheid gehee
op aan de nieuwere zakelijkheid ei
het comfort? Of is het de nach
die ons parten speelt?
Langzaam en rustig glijdt de aut
door de nacht. Boven ons fonkele)
de sterren. We hobbelen over d
vlotbrug bij het Zand, we pauzerei
een ogenblik bij het Oude Veei
waarop we in de maneschijn he
liefdesspel der meerkoeten zien
Dan passeren we Oudesluis, waa-
zelfs Daan Pool niet meer wakke«
is. (Wat een wonder. Het was in
middels half drie geworden).
Een kwartier later zien we he-
silhouet van de toren van Schagei
Wat is dat een fraai gezicht. z<
van de Dorpen af. Helaas is e
echter ook in Schagen niemanr
meer op en moeten we het zonde
hartversterking doen Bij de on"°
lukkige overweg houden we halt
Jan vraagt verwonderd waarom d
toestand hier nog niet verbeterc
wordt, maar ik heb geen lust on
me in veronderstellingen t» bege
ven en laat hem zwamrrn,i
We rijden door Westf ^slmd
Het zwembad te Oude Nieöc,.p lig
er veelbelovend. Op het hoge lanr'
in Hoogwoud Is het een bloesem
weelde. In de Schermer, als aan df
Oosterkim een weinig licht bepin-
te schemeren, liggen de statief
boerderilen omgeven door hoor
opgaand geboomte, terwijl
Beemster in het zachte maanlicht
een bloesemzee gelijkt.
We rijden door de nacht. Zon
der haast. Zonder doel. Alleen oir
Westfriesland eens te bekijken. On
het eens met andere ogen te zien
dan overdag, als we er door heen
razen met auto of bus of fiets. On
het eens te zien zonder mensen
maar zoals het door mensen ge
maakt is.
Als we tenslotte in Alkmaar over
de Vlotbrug gaan, is het half vijf
De stad ligt als uitgestorven. We
zien de huizen weer. We komen in
de binnenstad, waar de menskei
wonen, dicht tegen elkaar aan
Zonder uitzicht.
Menskes in kooitjes. Maar z-
kunnen er uitvliegen. Ze kunner
de natuur In gaan. Overdag en ooi
in de nacht. Al hebben ze dan geei
auto tot hun beschikking. Wan
ge kunt Westfriesland wellicht de.
nachts nog beter bewonderen pet
fiets als met de auto. Welnu, eg-
bruikt deze maanlichte nachten
als alles in bloei staat. Als de kie
vieten en grutto's gierend door d<
schemer gaan. of de melancholieke
roep van de regenwulp klinkt.
Het zal u niet berouwen. Ge zult
er uw eigen landstreek beter dooi
leren kennen.
Slechts ééir goede raad willen
we u geven. Trek een stevige jat
aan en wanten. Geen handschoe
nen. Die geven niet genoeg voor
de kou. En met deze lichte nacht
vorst kan net geducht koud zijn
hewwe. Deer lees je ok, dat de len
of de aar benoemd is tot held van
de Sovjet-Unie. Of dat ie een orde
kregen heb. Steekt deer nou wal
kwaad in? Maar Jij kenne niet
met je toid meekomme man. Ji;
houwe nag maar vast an die ouwe
ideje. En deer kom je niet mee
klaar"
„Ut mag weze wat ut wul". zoi
Wullem. „maar lk vind ut komiek"
Afoin. as ut zo staat, den ken Je
prate wat je wulle. maar den ken
je wel ophouwe ok. Want den
wordt ut een gevelskwestie. En
den kom Je toch tot gten end.
FIGARO
Op en bij de boferham
STERREKERS OP OE BOTERHAM
De sterrekers wassen, fjjnsuljden o'
fijnknippen, suiker en/of citroeusap 0'
azijn( of peper eu zout) er door mei-
gen en de sterrekers in een flinke inap
op de boterham geven,
STERREKERS MET HARING:
De sterrekers wassen, fijnsnyden er
fjjnknippen. Enige haritigeu sehoonm»
ken en in stukjes snijden. De sterrekere
en de baring Terraongen en er wat sle
saus aan toe roegen.
SCHOEL VAN STERREKERS.
RADIJS EN AARDAPPELEN:
Enige gekookte (koude) aardappelen
peterselie, slasaus, een uitje, sterrekere.
radijsjes.
De gekookte (koude) aardappelen in
plakken snijden eu deze vermengen mei
wat slasaus, gehakte peterselie en gr
hakte ul. De sterrekers wassen en fyr
snjjdcn of knippen en deze om de nare
appelsla heen schikken. De sin verdet
garneren met gewa«sen radijsjes.