ALS DE BLADEREN VALLEN.
De tuinders werkten in de bruine hoven,
De wereld was verlaten van gerucht.
En het oneindig naiaar spande erboven
De paarlen sfeer van een gelaten lucht.
Zo was het hier, zo moest het elders wezen;
Hertstland en mensen in een stil verband.
Waarboven, in berusting uitgerezen,
Een overal gelijke hemel spant.
Wat dan te doen, grijs landschap grijze luchten,
Uit de oudste dromen van de ziel gsmaak',
Wat met dit hart te doen, welks diepste zuchten
Al haast niet meer naar deze dingen haakt?
J. C. BLOEM
Een Herfsigezichi aan de Langedijk. De zuurkool-
campaqne, pas begonnen, zat binnenkort op volle
loeren draaien. Hierbij een beeld van hel schoon
maken van de kolen, bij een ware berg van dil
veel-gegelen product
Plots rimpelt zich het wa'ervlak
Ik hoor een zacht gesnater.
Een zwanenstoet glijdt langs mij heen
Heel statig, op het water.
Hsrfstsiormen zijn berucht langs de zeekust. Daar
om wordI er Ihans druk gewerkt aan de controle
en zo nodig herslel van de zware zeedijken.