KSniEKK^EBI TT Snoep en Santo in speelgoedland pVAN DIT EM YAM DAT... Een verliespartij van dr. Euwe Voetbalverslaggever in Como is niet overleden Or.s vervolgverhaal De zeven Kabouters van Sneeuwwitje „Er is niets te zien buigen," ver klaarde Knorrepot, terwijl hij beefde en vervolgde, „en toch staat er een groot pak voor de deur. En net toen ik het pak wil de opnemen, kreeg ik een sneeuw bal tegen mijn neus. Kijk maar." De neus van Knorrepot was inöer daad opgezet. De elfjes keken de kabouters en de kabouters keken de elfjes aan. Dat was een vreem de historie. Ten slotte behaalde de nieuwsgierigheid de overhand en Zonderhaar en Hummeltje zou den met zijn tweeën gaan kijken. Voorzichtig deden ze de deur open en zagen inderdaad een groot pak. Toen ze het wilden op nemen werden ook zij bekogeld met sneeuwballen en ijlings sto ven ze naar binnen. En het vreemdste was, dat ze niets ge zien hadden. In de kamer raak ten allen in de grootste opwin ding. Langbaard. Wijsneus. Krom 'been en Welgemoed verklaarden, dat ze niets geloofden van de ver halen over onzichtbare sneeuw ballengooiers en ze spraken af, dat ze met zijn vieren naar bui ten zouden gaan. Twee zouden scherp uitkijken en de andere twee zouden snel het pak naar binnen halen. Zo gezegd, zo gedaan. Wijsneus en Welgemoed stonden uit te kij ken en Langbaard en Krombeen bogen zich voorover. Jammer ge noeg ging Krombeen toen juist op de baard van Langbaard slaan en het gevolg was, dat die een schreeuw gaf van pijn en schrik. Een ogenblik letten Wijsneus en Welgemoed niet op en meteen werden ze onthaald op een lawi ne van sneeuwballen. Ze werden er letterlijk onder bedolven en ze wisten niet, hoe snel ze naar bin nen moes'.en vluchten. En inmiddels stond het grote pak nog steeds voor de deur van de kabouTers. De kabouters zelf za'-en moedeloos om het vuur. De elfjes daar en tegen redeneerden zo druk, dat horen en zien ver ging. Er moest iets met dat pak aan de hand zijn. Wat wisten ze niet. maar het was ongetwijfeld iets heel bijzonders. Herhaalde lijk spoorden ze de kabouters aan, om toch nog een keer *e gaan kijken, maar die moss en niet hebben. Eindelijk kreeg een der elfjes er erenoeg van. Ais de kabouters dan zulke ban gebroeken waren, zij niet. Ze liep naar de deur. opende ze en keek naar buiten in de stralende zon neschijn. Wa; was het mooi in het bos. De bomen waren bedek1 met een dikke sneeuwlaag. De lucht was blauw en het zonnetje schsen helder. Ja. daar stond het pak. Alleen kon ze het ech er vast niet dragen. Ze behoefde echter dé andere elfjes niet meer te roepen, want die stonden ook al in de deur te kijken. En toen riep een elfje, dat achteraan stond en dus over de anderen heen moest kijken: ..Kijk daar eens daar in die boom" Alle elfjes keken naar boven en ln een hoge boom. vlak bij zagen ze twaalf eekhoorns zitten, alle maal een sneeuwbal klaar Maar naar de elfjes goo'dpn ze nie1 In tseendeel ze begonnen te lachen en 1'eten de sneeuwballen vallen ..Hp' pak is voor jullie." riepen ze ..Wisten jullie niet. dat we er voor zouden zorgen, dat jullie n'euwe kleren zouden krijgen? Haal het maar spoedig naar bin nen en kijk wat er m zit."» De elfjes stonden te dansen van de pret en dat vonden de eek hoorns zo aardig, dat ze naar be neden kwamen en mee wilden dansen. Voor ze er echter aan toekwamen, werd de deur op nieuw geopend en traden zes ka bouters naar buiten, die wel een beetje streng keken, toen de eek hoorns met de elfjes wilden gaan dansen. Dus kwam er van het dansen niets. Maar het mooiste elfje nam plotseling een eekhoorn in haar armen en zoende hem op zijn harige wangen. De eekhoorn bloosde door zijn ruige baard heen, maar hij vond het niet on pleizierig, want hij huppelde naat een ander elfje, ten teken, dat hij meer wilde hebben. En zo kregen alle eekhoorns van alle elfjes zoe nen die klonken als een klok. Toen was het feest plotseling ten einde, want de aanvoerder van de eekhoorns riep ze bij el kaar. Ze gingen op een rij s'aan. maakten een buiging en waren een minuut later in een wilde warreling verdwenen. Eerst toen kon het grote pak naar binnen worden gesjouwd. En daar zat me wat schoons in. UIT DE NATUUR m>M> m> m> Liefde voor de dieren Ik heb deze zomer verschillen de vogels en dieren beschreven. Ik heb er merkwaardigheden over verteld en mischien hebben jullie wel bemerkt, dat het mijn bedoe ling is geweest door deze s'ukj-s bij jullie de liefde voor de natuur maar nog meer de liefde voor het dier aan te moedigen. Misschien vragen "jullie ie zelf af: Is dat wel nodig? Nou! En of! Want. o, jongens en meisjes, maar ook ouderen kunnen soms heel wreed zijn voor dieren. Mis schien niet eens me: het opzet om te plagen. Het gaat veelal on bewust. Ik kreeg naar aanleiding van deze stukjes uit de nal.uur laatst een brief van een dame. die me het volgende verhaal deed: Iemand had enkele jonge katies ln het wa er gegooid. De bedoe ling was ze te verdrinken, want hij wilde geen zeven of acht kat ten in huis hebben. Dat kan ik me voors' ellen. Maar hoe kon men ze dan zo maar In het water gooien. Het duurde ontzaglijk lang. voor de beesTen verdronken en ze martelden en schreeuwden dat het niet was om aan te zien. Nu waren er enkele jongens in de buurt en die begonnen de jon ge kapjes met kluiten modder te emmer» Ze moesten immers dood Gélukkig was er ook een jongen bij, die het vreseliik vond en een katje wist te redden en mee naar hids nam. Tot zo ver het verhaal van deze dame, die het me wel niet kwa lijk zal nemen, dat Ik het verkort weergeef, om er dan van mijn kan; nog wat van te zeggen. Ik geloof, dat de man, die de jonge katjes in het water gooi!, dat niet doe; met de vooropgezet te bedoeling om die dieren ie mar telen. Anders zou het een on mens zijn. Maar waarschijnlijk heeft hij zelf het land aan hel baantje. Vindt hij het naar om de beesten ln een zak te doen me1 een steen er ln en dus gooit hij ze in de sloot en verdwijnt zo snel mogelijk. En wat zijn nu de gevolgen? Daar denkt zo iemand niet aan. Een die is. reeds als het pasge boren is, heel anders dan een ba by. Een baby is volkomen hulpe! loos. Maar een jonge kat zwemt j een uur nadat ze geboren is. Die katten verdrinken dus niet. Die zwemmen, tot ze nie; meer kun nen en eerst dan verdrinken ze. Of ze bereiken de wal, waar ze dan van uitputting' moeten stej* ven. En nu nog ie's over de handel wijze van die jongens. Dat. zijn geen vrienden van Oom Rob. Want daar heb ik maar weinig i goede woorden voor over. Als je een bees; in nood ziet, moet je 't niet nog radelozer maken. En in dit geval was het natuurlijk al heel miserabel om die weerloze katjes met kluiten te gooien. Al moesten ze dan ook dood. Weet jullie waar dit verhaal me nu zo heel sterk aan herinnert; Aan da; van een soldaat, die in de oorlog neergeschoten werd door een vliegenier. Die vlie genier had eerst die soldaat opge jaagd. In het open veld had hij enkele keren boven die arme blik sem gecirkeld. De soldaat probeer de op alle manieren om te ont komen en zich te verbergen. Hij' was radeloos van angst, want hij kon aan die dood niet ontsnap pen. En ten slotte werd hij dan ook neergeschoten. Zo is het ook .als dieren in het water voor hun leven vechten en er jongens op de kant s'aan. dié ze de dood weer injagen. En nu zullen de katten het niet zo bele ven als die arme soldaat. Maar de jongens, die op de kant hun bedrijf ui'o?fenen. zijn even mi se rabel als de vliegenier in het jachtvliegtuig. Dus vrienden, als er dieren in nood verkeren, piinig ze dan niet nog eens extra. En ouders als ge dieren h?bt, die opgeruimd moe ten worden, en we kunnen nu eenmaal niet alle dieren houden, doe het snel. doe het zo nijnloos mogelijk en doe het zo. dat het eeen schouwspel voor d? jeugd wordt. OOM ROB Toen PoH een iochie was We hadden bii ons vroeger op het dorp een s^uk of wat jongens, die zo ongeveer allemaal tegelijk leerden fietsen. Ik heb Jullie daar al eens eerder over verteld, maar denk nu niet, dat oom Rob een koe wordt, die gaat herkauwen, want zo is het niet. Dit is weer heel iels anders. Toen we dan met zijn zessen een paar maan den hadden gefietst, meenden we natuurlijk, da; ons nimmer iets kon overkomen. En als we een vrije middag hadden, dat was in de regel Woensdag of Zal er dagmiddag en soms ook op Zon dag, dan moest het gebeuren. Hardrijden op de fiets. Een re glemeni was er niet. Maar wel was er een winnaar. En die win naar, dat was helaas oom Rob niet. La en we die jongen maar Henk noemen. Geweldig zoals die kon fietsen. Hij^ was ons steeds enkele meters voor. Tegenwoordig zou hij ongetwij feld wel ontdekt worden en bin nen enkele jaren meedoen ln wegwedstrijden. Toen was daar nog niet zo veel sprake van. in ieder gevael is Henk nooit een na tionale beroemdheid geworden. Maar een dorpsberoemdheid was hij wel. Niet zo zeer. omdat hij zo hard kon fietsen, maar omdat hij gedurende die race de wonder lijksle geluiden voortbracht. Hij blafte als een hond, miauwde als een poes, loeide als een koe en «og veel meer. Ook dat had hij bij ons voor. Want ook wij maak ten rare geluiden gedurende die wegwedstrijden, maar ze geleken nergens op. Alleen op het gebrul en gebler van kwajongens. Suc ces had je daarmee nooit. Maar als Henk kwam aanracen en er liep een wandelaar, dan wist het meermalen te gebeuren, dat hij de man een paar meter in de lucht deed springen, alleen al van de schrik, omdat hij plotse ling als een woedende hond ach tér hem begon te blaffen. Als Henk dan voorbij reed, schudde hij van het lachen. iEn wij, die daar weer achter kwa men, gierden van de pref. 1<,De kruik gaat ecv>'-?r zo lang te «ater tot ze breekt Een keer ioopt het fout. En dat ondervon den we op een keer op erg hard handige wijze. Er woonde op hel ,dorp een rentenier, die we al een paar maal aan het schrikken hadden gekregen. Het is dus te begrijpen, dat de man een weinig wraakzuchtig was Toen we nu weer zo'n wegwedstriid hielden. Henk voorop, wandelde die man op de weg buiten het dorp. Had den we goed opgelet, dan hadden we aan zijn manier van lopen wel kunnen merken, dat er geen argeloos man liep. Maar wij let ten daar niet op. We naderden stiel, We reden met zijn zessen en we waren maar een naar meter achter Henk. Toen Henk voorbij «norde. loeide hii als een koe. Hii r^akt echter niet eens uitgeloeid. Want juist toen Hein lachend voor wiide gaan, sfak de man zijn wandelstok tussen Henks spaken. Wat er toen gebeurde. ging razend snel. Henk was plot seling uitgelachen. Hij tuimelde als een zoutzak op de w?g. En wij konden onze vaart niet meer hou den. Vijf jongens rolden over Henk heen. Het was een ruine. En we brulden allemaal om he' hardst. Alleen de man, die deze ramp had veroorzaakt, brulde niet. Hij lachte zachtjes en toen we ons zelf weer hadden opge zocht, zei hij met een heel vrien delijk gezicht. „Zo Jongetjs. Wie het laatst lacht, lach' het best. Ik denk, dat jullie het nu wel zul; laten om vreedzame wande laars de stuipen op het lijf te ja gen. En anders heb ik nog wat- anders voor jullie in het vet." We waren natuurlijk bar nieuws gierig, wat dat was, maar we heb ben toch nooit de moed kunnen vinden ,om nog meer van die stre ken uit te halen. Want behalve schrammen en builen, kostte het onze vaders nog geld. Neef Harty vertelt Terwijl Snoep en Santo zo op bezoek waren bij majoor Scheer mes en zijn vrienden, moest Snoep plotseling denken aan die arme Zazou. wiens handen ver keerd stonden. Opeens kreeg ze 'n idee. Majoor Scheermes, zei ze verlegen, mag ik u iets vragen? Natuurlijk, jongedame, zei dcze galant. Weet u geen manier om ons vriendje Zazou, wiens han den verkeerd staan, te helpen? Van die vraag keek de majoor een beetje vreemd op. Daar vraag je me iets, zei hij. Hoe zou ik dat moeten doen? Ik ben wel erg knap maar om een manier te vinden om Zazou te helpen is heel moei lijk. Weet jij er iets op. korporaal Kwast? Korporaal Kwast keek bedenke lijk. „Ik zou erg diep moeten na denken om daarop iets te vinden, majoor", zei hij. „maar van den ken word Je kaal. zegt men." De korporaal keek bedrukt en vervolgde: ,.Als ik. korporaal Kwast, m'n haardos zou verliezen zou ik me geen raad meer weten. Ik zou niets meer kunnen doen! 'k Zou me gewoonweg g-en Kwast meer voelen!" „Korporaal Kwast is bang z'n wilde haren te verliezen." spo te lord Zeepstaaf. De korporaal wou alweer opstuiven, doch een gebie dende blik van majoor Scheer mes weerhield hem van zijn voor nemen. „Ik geloof, dat ik wel een mid dei weet om Zazou te helpen." zei lord Zeepstaaf nadenkend. „Kijk, de poppenmaker heeft bij de ge boorte van Zazou diens armen verkeerd aan zijn lijf geplaatst. Als wij nu die armen er weer af halen stuurt onze baas Zazou na tuurlljk terug naar de popnenma ker en dan zet die de armen na tuurlijk goed aan het lijf van Za zou. Snoep en Santo zuchtten van bewondering om die knappe lord Zeeps'.aaf, maar korporaal Kwas* vroeg: „Hoe moeten we dan dig armen van Zazou halen?" „We gaan gewoon naar Vadej tje Schaar en vragen of die ze er af wil knippen," antwoordde Zeen staaf. Dat was een goed idee. „W gaan meteen op weg om het plail uit te voeren," zei majoor Scheer mes. En daar ging het hele stel, de majoor voorop, daarachter kor poraal Kwast, vervolgens Snoep en Santo en tot slot Lord Zeep staaf. Toen ze villa Stopmand na derden zagen ze Vadertje Schaar, die voor zijn huis een pijpje wol stopte. Het werd een hartelijke begroeting. Majoor Scheermes schudde Vadertjp Schaar de hand Naald en Draad sprongen om die rare Korporaal Kwast heen en Lord Zeepstaaf boog deftig tooi* Vingerlje Hoed. Oom Rob antwoordt Ik kreeg deze week een verzoek, of ik niet eens wat over padde stoelen kon schrijven. En degeen, die me dat schreef, zei, dat het zo jammer was. dat de kinderen de paddestoelen zo onnadenkend stuk schoppen, omdat er zo'n gro te schoonheid in zit. Dat is inderdaad zo. Paddes oe len kunnen heel mooi zijn. En toch schrijf ik er niet over, om dat ik er geen verstand van heb. Als er misschien onder de leze ressen of lezers zijn, die dat wel heeft, zou ik me in r.ijn vingers kunnen snijden. Maar behalve dat, er zit iels riskants aan pad destoelen. Er zijn namelijk heel vergiftige soorten bij. En nu zou ik mijn vrienden deze raad willen geven: Het is helemaal niet no dig„ dat je paddestoelen opze te lijk stuktrapt. Maar het is ook niet nodig, da: je ze aanraakt of er van probeert te eten Want 't zou je slecht kunnen bekomen. EN NU WAT ANDERS. Wat heb ik weinig antwoorden gekregen op de vraag naar de verborgen plaatsnamen. Waren ze te moeilijk? Dat kan ik me niet voorspellen. Of was het weer nog te mooi? Want da; is een feit. des te mooier weer. des te m'nder brie ven ik krijg. De prijs werd d'tm-al gewon nen door: Trini Nobel, Nieuwe weg C 17, N. Niedórp. DE TEKENWEDSTRIJD Op het ogenblik dat ik dï: schrijf beginnen de eers'e tekeninsen binnen te komen. Daar is blijk baar weer liefhebberij voor. Jullie kunt inzenden to; a^rctaa^de Zarerdag. Dat is dus 29 Oc'ober. Je hebt dus nog een b°le w-ek de tijd om wa; te mnken Er zijn twee rubrieken. D? ene rubr'ek voor kinderen tot en met tien jaar. de andere voor k'nderen van tien tot Ja. dat is moei lijk. Laten we zeereen van t*en tot en met tachtig. Dan zo°k ik wel uit. wie er een prijs krügt DE POSTZFOTS. On'evreden ben ik niet. maar toch moet het harder gaan dan deze zomer. Deze weken onfvi"g ik postzegels van een onbekende, 1250 stuks, van Rinkje Meijer 250 stuks, van mevrouw Bonman 250 stuks. Mijn hartelijke dank. OOM ROB. Schak en Als kampioenen verliezen is dit altijd een sensatie, en als Euwe verliest is het. iets bijzonders. In de onderhavige partij, gespeeld ln de Maandag door de Alkmaar se schaakvereniging WV georga niseerde simultaanseance, weet de zwartspeler onze matador in een zeer aardige, combinatierijke partij te verschalken. Een simul taanpartij die niet „grof" is. doch door een geestige offercombinatie in het voordeel van het „slachfof fer" uiiliep. en dat is nu eenmaal de bekoring van een simultaan. Wit; Dr. Euwe, (simultaanspe Ier) Zwart: J. Levendig (Dirkshorn) Spaanse partij. 1. e2e4, e7e5; 2. Pgl—f3. Pb8c6; 3. Lflb5. Pg8— f6: 4. 0—0. Lf8c5; Een zeldzaam gespeelde variant die in elk geval het voordeel heeft dat de zwartspeler eigen we gen kan bewandelen. En in het begin heeft de simultaanspeler nu eenmaal weinig tijd, dus vechten. 5. Pf3 x e5, Pc6 x e5; 6.d2d4.' c7c6; 7. d4 x e5, c6 x b5; 8. *5 x f6. Dd8 x fö; Men ziet het resultaat van de cpeningsschermulselingen. Wit krijgt een pion meer, zwart vrijer spel en het loperpaar. Een kwes tie van smaak, tegen Euwe is een pion achter riskant, maar een ge drukte stelling nog erger. 8. Pblc3, 00: Consequent gespeeld. Zwart wil de betere ontwikkeling behouden en laa; dubbelpion b5 graag in de sieek. 10. Pc3 x b5. Df6c6; 11. Pb5c3. Tf8e8 12. Kgl—hl Euwe verlaat de fixatie van lo per c5 om f3 te kunnen spelen. 1 2b7b6! Moedig gespeeld. Tientallen spelers zouden de d pion naar vo ren hebben gebracht, maar zwart taxeer; juist, dat de loper op de koningsvleugel gerich; een gevaar Jijk wapen wordt. 13. Ddld3? Te vlot gespeeld. De dame staat hier onguns ig. Beter was direcf f3. 1 3Lc8b7 Met a5 had zwart zich. blijkens het vervolg, een tempo kunnen besparen. 14. f2—f3. a7a5 15. Pc3—d5. Lb7a6 16. c2c4, Lc5d6; Zeer origineel bedacht. Dit „on" positionele veld vormt de sleutel voor de scherpe aanval op de wit te koningsstelling1. 17. b2b3, b6b5 Deze venijnige wet werd tevens nog als tactische toegif; in Ld6 verdisconteerd. 18. Pd5e3. Ld6—f4: 19. Lel—b2. Te8e6; 20. Pe3—f5?. Voor de hand liggend en „chijn baar sterk met het oog op de drei ging Pd4, maar zwart kom; met 'n fraaie combinatie uit de bus 20. b5 x c4: 21 Dd3c2 Hier was vermoedelijk Dd5 nog reddend geweest. 21c4c3; 22. Lb2 x c3, La6 x fl; 23. Pf5d4t Op deze zet had de simultaan speler waarschiinliik gebouwd, maar hij wordt brillan; verrast. 23Lfl x g2tü; Een prachige combinatie, die tot in de finesses klopt. 24. Khl x g2. Te6h6ü; 25. Tal—hl, Dc6g6f 26. Kg2—fl. Ta8c8ü; Alles staat gebonden, en de zwarte figuren hebben een maxi mumwerking. 27. Pd4—f5. Dg6—a6t; 28. Kfl—12. Da6—b6t; 29. Kf2—e2 Db6—c5!: 30. Ke2—<13. Thöd6f 31. Kd3e2 Natuurlijk niet P x d6 wegens De3 mat. 31Td6d2t 32. Dc2 x d2. Lf4 x d2; en Tswart won. Onlangs meldden wij, dat een voetbal verslaggever in Como vermoord was na een scherpe critiek vart zijn zijde op de plaatselijke voetbalclub. Sergio Cabag lio, zo luidt de naam van de ongelukki ge, leeft echter nog en zal zeer waar schijnlijk Zondag weer op de tribune zitten. Hij was door de speler Maesani uitgenodigd met hem te komen praten over de critiek, die Cabaglio had gele verd. Maesani maakte echter al direct gebruik van al te „stevige" argumen ten en aangezien hij drie handlangers bij zich had, vond Cabaglio het raad zamer een winkel in te vluchten, waar na de aanvallers afdropen. De verslag gever kwam er met wat builen en schrammen af. Waarmee bewezen is, dat ons vak nog niet van gevaar is on' bloot! Na de vierde dag van de strijd om het wereldkampioenschap moderne vijf kamp leidt de Zweed Bjurefelt nog steeds met IS punten. Het vierde on derdeel wist hij echter niet te winnen. Het was zijn landgenoot Hall, die de 300 meter vrije zwemwijze in de wacht sleepte in 4 min. 05.1 sec. Bjurefelt won het laatste nummer, de vedlloop. waardoor hij wereldkampioen werd. De Fin Viekke werd tweede. Zweden was eerste in het landenklasse- ment. x Het staat thans vast, dat Luc van Dam op Dinsdagavond 22 November a.s. in de ring zal komen tegen de Fransman Kid Marcel. Giel de Roode zal die avond ook boksen, maar tegen wie is nog niet bekend. Waarschijnlijk wordt dit wel Omar le Noir. De Roode bokst overigens op 31 October a.s. in Parijs tegen Humez. x In Folkstone is het plan gerezen vol gend jaar een estafettcwedstrijd over 't Kanaal te organiseren. Men verwacht voor deze wedstrijd, waarvoor het ge meentebestuur van Folkstone een beker beschikbaar stelde, ploegen uit de Ver. Staten, Frankrijk, België. Egypte en Groot Brittannië. Tevens wordt door de vroede vaderen van Folkstone een beker uitgeloofd voor de snelste per soonlijke overtocht in 1950. x Een voetbalwedstrijd tussen de league elftallen van Ierland en Schot land, welke te Dublin werd gespeeld, is in een 1—0 overwinning voor de Schotten geëindigd, door een doelpunt van Reilly. 20 minuten na de hervatting Voor de finale van het biljartkampi oenschap van Nederland, hoofdklasse cadre 71—2, die van 1 tot en met 4 December a.s. in Amsterdam wordt ge houden, hebben ingeschreven de biljar ters Eichelsheim, Kruithof, De Leeuw, Metz, Van der Pol, De Ruyter en Sweering. LUC. VAN DAM ..Weer werk aan de winkel-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1949 | | pagina 4