Lezende mensen zijn gelukkige mensei, Snoep en Santo in speelgoedland „Dat vervelende huiswerk altijd". Puzzlen UIT DE NATUUR &k> De grote plaag Misschien hebben jullie wel in de kran; gelezen, da: er in ver schillende streken van ons land 'n veldmulzenplaag is. Vcoral in Braban. is het soms heel erg en komen op een vierkante meter 'al van muizen voor Da: is natuur lijk veel te erg en dan zi-'en de mensen in zak en as en moeten se duizenden guldens uitgeven, om de muizen te verdelgen. En als je er goed over nadenk:, is he: ons eigen schuld, da' de muizen zo welig voort tieren. Want hebben t? veel van hun natuurlij ke vijanden verdelgd. Onze stre ken zijn Je „beschaafd" gewor den. De sperwers, de havikken. de buizerds, de uilen, de hermelij nen, de wezel.% d:- bunslngs, we zien ze haast niet meer. In sommi ge streken zün ze helemaal ver dwenen. En da: waren de natuur li1ke .vijanden van de veldmuizen Nie: de mensen. De mens ls te dom om ze te vangen. DatJcHnkt niet erg aangenaam In onze oren. maar toch ls hei zo. Onze handen ziin grof. onze zintuigen slecht. We kunnen bijna geen dier met onze handen vangen. We kunnen sipoht zJpn. slecht horen en slecht ruiken. En bovendien zijn we erg onoplettend. We zien de veldmui zen eerst, als we sr schade van ondervinden En d<>u In last. Wan; we kunnen moeiliik ©vrral vorietjes eaan zetten. En dus hebben we onze toevlucht moeten nemen tot twee heel nare middelen Vergif en het water. Er ziin honderden kilo's vervlf ui'ee strnoid en dat is iets. waar ik me 2oreen over maak. wan; ik ben bane.- da? ook de vogels van dat v»rg!f zuilen e'en En de boeren d:° vetdoffen wn"d°n don* de veld mn»zenniaag trekken zi«*h daar niets van aan. Integendeel. Z° h°hben geWk met de mu'zen ook een hekel aan d° vogels gekregen en do* onrpdaMik En dan he: water. Grote S're ken hebben de irenvn voor een paar daeen onder water gezet P"n waran da mnizeg y/l'c1 wenen. IV maas'en znlipr» wal verdron kan ziin. maar Ik ga'oof. da; er ooir nog hapl wat zunpn zitn wnt ««ar,: Pn die traan dan endere S»*Mcpn Traar not cfr\ hazoaV ver e"°n Maar ooV aa« daf vo-fMnken zitten hr^rwarpn Wont gaWk m°i mtji7an vprdH«Vpn *»ile apdare d'°ren in de b^dorn. B.v. de wor m°n. En een b^dam vond»r wor i« ff non po°do H^-dorn 7^ fflnr* jnPie. dat d° m°ns ri'n gaw»'or>*e om alle roofvogels en roofdieren ntt to roaian diwiiTs dunv moef ba*o1pn. Hebben iolü» wel een* veldmui zan ga-den9 Hat mmdst ri'n zp in e«n niet al *e d'abf K'V da* pmnsi aau aan ko"env®1dip Al« JpTü° dat hier snmS weet da»> ka« jp daar vast veld of ho*m"Hen tK*n pn dan ln©™» v.*t de moei'a ©m er eens een middag en een avond heel stil te gaan zl'ten. Als Ja maar rns'lg bent. komen op 't laa'st de bosmuizen te vrwschlln. Eerst zie Je een sn?lle grijze flits. Wat later weer een. Het gaat zo snel, da. je ze niet eens kunt vol gen. Want ze zijn zich bewust, dat er le'-s in het bos is, dat ge vaarlijk voor hen zou kunnen zijn. Da; ben Jij dan natuurlijk. De bosmuizen weten nl niet, dat je ze Joch nie: kunt vangen. Als er dan niets gebeurt, over winnen ze ten slotte hun schuw held en dan kan he; gebeuren, dat je prachtige toneeltjes ziet. Want ze houden on'zetend van gezelligheid. In de winter, als alles hard ge vroren en onder de sneeuw is. hebben de veldmuizen hun holen waarin ze voorraden hebben aan gelegd. En dan graven ze gangen onder de sneeuw en leggen bezoe ken bij elkaar af. Misschien denken jullie, dat oom Rob fantaseert en vragen Jul He je zelf af hoe ik dat wee*. Dat kunnen Jullie ook weten. Maar daarvoor ls nodig, dat Je veel buiten bent en sporen in de sneeuw leer; lezen. Maar dat is een hoofdstuk apart. Misschien dat ik daar een andee keer nog wel eens over schrijf. Als JuÜie er tenminste belang ln stel'en. Wan; ik schrijf alle weken wel 'n stukje ui; de natuur, me if mis sehien houden Jullie er helemaa1 niet van. Enfin, dat moeten Jullie me dan maar eens schrijven. Neet Hany vertelt Zazou keek moedeloos. ..Wie helpt me toch van m'n verkeerde armen af?" klaagde hij. Allemaal gingen ze nu, ln een kringetje, om Zazou staan. ..Licht je armen eens voorzichtig op." zei Vadertje Schaar legen Zazou Deze gehoor zaamde en ditmaal lukte het hem werkahik om biina zonder ongeluk ken ziin armen omhoog te krll een All?en krabde hij korporaal Kwast, die een bee'je te dicht bij hem stond om alles goed te kun nen zien. per ongeluk ln zijn haar dos. ..Hawali". schreeuwde de kor noraal verschrikt. wan: zün haf dos was z'n eroo'ste trots en W kon slecht ve'en. dat er i-mand aan kwam **nar m ai oor •Q"Vw,pv mes siste: f^ü. en toen zei Kwas mear p'ets R9CT. Vadertje 8chaar keek In'nssen goed. bnp da anuen van Zazou aan d'ens lüf -a'en. ..Ik zie het al«ei hü ,.'t 7M vast mei draad" ..Wat draad." hoorden ze ou eens een hard* stem. ..We»: den ken inlüe w°lf Tk hen eaen o-w ne draad. *ük* hoor. jv hen IJzer draad en lk heb een Hzeren W' Wa: ik vast heb hou ik vast." .Maar zoodi U niet zo vriend" Hjk wtüen zijn om de armen van Zazou los te laten?" vroeg 8chaar vriendelijk. „Nee, Knipschaar," zei IJzer draad, die een heel slechte onvoe ding scheen te hebben genofen. JJE redactie vraagt mij, oi het huiswerk van de scholen de vrue-tüdsbesteding niet te veel belemmert. Het antwoord op deze vraag is niet eenvoudig en zeker niet zo eenvoudig als de maatregel van de Belgische minister van Onderwijs, waarbij het huiswerk afgeschaft werd, zou doen verwachten. Deze maatregel lijkt mij, omdat zij het andere uiterste aangeeft, on verstandig. Het is heel goed mogelijk huiswerk en vrye-tydsbesteding te doen samenvallen. Er zijn op drachten genoeg, die in het vlak van prettige, nuttige bezigheden liggen, die uitstekend in de vrije avonduren kunnen worden uit gevoerd. In deze sfeer zie ik in hoofdzaak het huiswerk voor de lagere school, naast het leren van aardrijkskunde en geschie denis. Ik geloof zeker dat vele ouders het prettig vinden, wan- »ec- de school hun kinderen deze bezigheden voor de avond uren verstrekt. In het algemeen is de situatie zo en behoort ze ook zo te zijn, dat er ruimte blijft voor het vrije spel. Dit komt het lagcre-schoolkind toe, het hoort by zijn leeftijd. Voor het Middelbaar en Uit gebreid Lager onderwijs ligt deze zaak anders, al moet ik da delijk toegeven dat hier eerder sprake is van een te veel dan van een te weinig. Indertijd heb Ik er reeds de aandacht op ge vestigd dat deze scholen meer werkplaatsen dan luister- en do- ceerscholen behoren te zyn. Het zou onredelijk zijn de leerkrachten te verwijten, dat dit niet het geval is, omdat we niet moeten vergeten, dat de eindexamens hun eisen stellen en dat de ouders verwachten, dat hun kinderen er zo veilig mogelijk naar toe en doorheen worden geloodst Dat het huis werk vaak een rem is op bepaal de terreinen der vrije-tijdsbeste- ding, zal niemand willen ontken nen. Laten we ons t-ot één be langrijk terrein beperken: Het is van onschatbare waards dat het meisje of de jongen, naast het gezin en de school, deelneemt aan een of anders vorm van jeugdbeweging oJ jeugdvereniging, dus het zoge naamde derde milieu. Dit milieti is voor de vorming van de a.s Toen Oom Rob een jochie was Ik wi Jullie deze week eens iets vertellen over een avon uur. da; ik vroeger heb gehad met een ket Weet jullie wat een ket, ls? He- lijkt op een paard Alleen is het dieF heel wat kleiner Wij hadden een ke; en een wagen er bij Het was een aardig klein stelle.je Maar de ket was niet aardig Die was af en toe heel vervelend Als ik hem 's avonds als het. werk afgelopen was naar het land bracht en ik liet hem lopen, had hij de onhebbelijke gewoonte om te proberen me een 'schop te ge ven als hij het land inrende Ik moes; als de droihmel opzij sprin gen Julie begrijpt, dat ik dan spin nijdig was Maar daar trok de ket zich niets van aan Als ik hem 's morgens ophaalde, dan liep hij steeds zo ver als hij maar kon Nu da. vond ik nie: zo erg Want ik hield het vror gewoonte, om op zijn rug te klimmen en dan moset hij me terug dragen En daar had hij een duchtige hekel aan. Maar hij is nool* zo slim geworden, dat hij bij de dam ging staan. Daarvoor had hij een te grote hekel aan werken. Op een keer moest ik me; de k~.' tenwagen er op uit. Het was de eerste keer. da; lk alleen me: de wagen zou rijden, dus je begrijot. dat ik de nodige vermaningen meekreeg. Ik moes nlei te hard rijden en de zweep niet gebruiken en dit niet doen en dat nie; doen. Enfin naar wa; ik er van gehoord heb. ,Jk zei al, wat lk vast heb hou lk vast." ,.U doet Zazou daar anders geen plezier m?e." zei majoor Scheer mes, die ook een dui; in 't zakje wou doen. .Die is diep ongeluk kig. omdat u zo vasthoudend bent!" ..Bemoei Je er niet mee. lang b^n." zei IJzerdraad bru'aal. Toen werd maioor Scheermes vreseliik boos. ..Wel alle baard koppels nog aan toe." zei hii woe dend, „ik heb stugge baardharen versloten, zou ik nu zo'n ijzers draadje niet de baas kurmenflj Scheer je weg!" siste hij opeens woedend tegen IJzerdraad. Die keek verbaasd naar de majoor en begon toen hard te lachen. „Hoor me zo'n ouwe ijzervreter eens! Scheer Jezelf maar weg. langbeen." riep hij vro'ük. Ma foor Scheermes stond paf. Zoiets was hem nog nooit overko men. Lord Zeepstaaf begon hard te lachen, toen hij het be* enterde ge zich' van de majorr zag. „Ha ha ha", gierde hij. „moe* je dat eens zien. 'l Is om te schuimbekken van 't lachen. En ik dacht, nog wel, majoor, da; u zo geslepen was!" Majoor Scheermes keek erg don ker. want hij werd niet erg graag uitgelachen. „U is vreselijk ongemanierd." zei hij kribbig to; lord Zeepstaaf. Deze hield geschokken op mei lachen en zei gauw: „Neem me niet kwalijk, majoor. Tc Heb er niet zo bij nagedacht, wam ik ben nogal luchtig van na'.ure, ziet u" „Goed, goed, pvafen we niet meer over," zei de majoor toege vend. „Intussen hebben we nog s'eeds Zazou niet kunnen helpen! We moeten een list verzinnen om IJzerdraad tot annere gedachten ie brengen." burger in een democratische sa menleving van zeer groot be lang. Naast het gemis aan vor ming der handvaardigheid, niel alleen voor meisjes maar ook voor jongens, brengt de over waardering der zuiver intellec tuele vorming, ook de vorming van de sociale mens in gevaar. Hoe goed de H.B.S.- of UX.O- clubs ook zijn, zij kunnen de jeugdbeweging of jeugdvereni ging niet vervangen. De jeugd vereniging, vaak steunend op een levens- of wereldbeschou wing, al is dit niet noodzakelijk, wil de jeugd uit zeer uiteenlo pende milieu's en van verschil lende scholen samenbrengen. Zij wil op haar terrein het voorpor taal zijn voor het maatschappe lijk leven. Aan de geregeld te rugkerende avondbijeenkomsten en week-end verplichtingen, die deze verenigingen opleggen, kan de studerende jeugd door het huiswerk vaak niet voldoen. Hiermede hangt onder meer sa» men het grote gebrek aan jeugd leiders, die Juist uit de kringen der studerende jeugd moeten voortkomen. Dit is jammer, èn voor de opgroeiende jeugd èn voor de samenleving van mor gen- C. J. ROL. is da: nog wel zo ongeveer het zelfde gebeven als vroeger en krijg jullie ook wel eens de nodige aan wijzingen als je iets moe: doen, dat je voor de eerste keer doe-'. En oom Rob was vroeger pre cles als Jullie nu. Hij beloofde al les. Je kon je geen deugdelijker kind wensen. Maar alleen vergat hij heel spoedig wat hij beloofd had. Als moeder dus zei: Rob zal Je hierom denken, dan was het antwoord al-ijd. Ja moeder. En om dat er in de regel geen ongeluk ken gebeurden, kon lk later met een gerust hart zeggen, da lk overal aan gedacht had. Al was het in de regel niet zo. Daar ging lk dus met de ke* aan de reed. Het was een mooie zomerdag en de ke.t liep vlijtig. Af en toe sloeg hU niet de siaart de vliegen weg. Dat bracht me op 't denkbeeld, dat lk hem wel helpen kon de muggen ie verjagen. En dus nam ik de zweep ter hand. Ik klapte er mee en streelde hem over de rug. Dat was echter hele maal niet naar de zin van de ket. Hij legde de oren plat ln de nek en begon me te lopen, dat het vuur uit de straatstenen sloeg. Ik legde de zweep t(-hielijk neer. Wan ik had alle moeite om de teugels s'rak te houden. Maar de ijver van de ket bedaarde heel snel Toen vond ik da; h:t draven toch wel aardig was geweest en opnieuw nam ik de zweep ter hand En nu was ik zo dom om hem een tik te geven. Het was of de doerak daarop gewacht had. Want nauwelijks had hij de zweep maar even gevoeld, of hij gooide de achterpo'en omhoog en sloeg met een daverende slag te gen de voorkant van de wagen aan. Ik schrok me een hoedje en wa/e het engste wasi lk liet de zweep vallen. En die ket hollen Of ik aan de leidsels trok, of ho riep. de schelm trok zich nergens wat van aan. Hij rende door tot aan huis toe. En vlak bij huis verviel hij in het gewone sukkeldraf'/ Toen we thuis kwamen stonden vader en moeder me al op te wach'en. Ik hield me heel groot en d ed ne' of er niets gebeurd was. maar ik had dp sfr1empu on mün hande« zo had ik die ket moeten houden Toen werd er plotseling on'dekt dat ik de zweep nie' had. Ja. dar wist ik zelf ooic. Natunrlük ver'el de ik maar niet. da; ik de ket ge slagen had en dat we biina op hol waren geweest. Ik hield er op aan. dat hij van de wagen was «- vallen. En ik zou hem e-aan zoe ken. Laat lk julie vertellen. ik minstens een half uur heb moe ten loDen. voor de zweep weer had. Wat was ik nijdig op d'e ket We hebben nooi; meer goed r elkaar overweg gekund Ons vervolgverhaal goed aan wek gevaar ze ontsnap: waren. Toen ze een kwartier-Je gerust hadden en het Inmiddels hele maai donker was geworden, weric te Hummeltje zich naar de uit gang. Wat doe je k>ch, bromde Zon derhaar. die naast hem zat jv heb het zo koud. klaagde Hum me'.je. Ik geloof, da; Ik proberen zal de ingang met sneeuw dicht te maken. Wijsneus za: ook te rillen. Op de tas; kroop hij naar Hummeltje ?oe. Ik zal Je wel helpen, zei hij. Buiten de sn'eeuwhut was he: niet zo vreselijk donker. Ze konden elkaar tenminste nog zien. Voorzichtig metselden ze met sneeuw de Ingang dicht. He; was vreselijk lastig, wan' toen er nog- een klein gaatje over was. moes ten ze daar eerst weer door krui pen en toen van binnen uit ver der bouwen. Maar he* ging en 't was een reuze verbetering Want de ijskoude vrieswind kon nu niet meer naar binnen dringen. De stu'vende sneeuw maakte de hut steeds groter en na een paar uur was he: een flinke heuvel gewor den. Niemand zou van buiten af zeggen, dai er zeven kaboute/s in lagen tP snurken. Want da: d°den ze. Ze waren heel erg vermoeid en toen het in de hut een bee'je warmer werd. kropen ze dicht te gen elkaar aan en sukkelden zo ln slaap. En intussen zaten de pifiec 'huls ln grote ongerustheid. T^en het schemerig begon te worden, liepen ze naar bulten om te kij ken of de kahou^e's nog niet aan kwamen. Ze hadden de hele mld dag gewerkt en het huls zag er nu uit. om door een rincetie te halen Od de grofe kachel dfe ze !n de haard hadden geze en waarin een stevig houtvuur brand dt. stond een pan broodsoen te pruttelen, wan ze rekenden er op. dat de kabouters wel honger zou den hebben, als ze thuis kwamen. Maar ze kwamen niet thuis. Al Hepen de elfjes ook twintig maal naar d" deur Eers; ria^Ven ze noe-, dat ze elk oeenhük uit de duisternis zouden kunnen korren nndagen. maa»- fopo he' helemaal donker was geworden en er een eomnlete sneeuwstorm woei. be p-repen de eTfies. dat de kabouters d'e nacl)t i« ieder eeval r'e' nver 'huis zouden komen En m's sehien wel noo'. maer. Want wat. »on er in 7.0'n "^.t w«d nie* '-nn rtpn ppbrnrpn, Vo eHend° ü^tpri ze de karhui ui'eaan. De lamn bratiddp niet mew pp toen ?rVn »even elfjes als zieïlee hoonles on °-eluk te schreien en tr treuren. Na 'n poosje »aren ze zo door en door koud. dat ze maar in hun *ed!os kronen. Mo-"- ook d«ar ha^ 7P Zflnr wet Tr>PU fcroPff het °lfje van Hummeltle een Idee. Ik ga Bmin de beer waarschn wen. riep ze. VAN DIT EN VAN DAT... Oom Rob antwoordt Marijke Pauw, Kwakelpad 7, Alle maar Darfc je nog hartelijk voor de 1296* pos-zegels, hoor, Ma rijke. Dat ^as een verrassing. En ik heb ze goed ontvangen, hoor! Alleen duurde het even langer voor lk aan het beantwoorden vén brieven toekwam. En wie wil er een correspondentievriendinnetje van Marijke worden? Schrijf haar dan aan bovenstaand adres. Koos Nool, Dijk A 7. Alkmaar span: deze keer de kroon. 2305 postzegels stuurde Koos me. Mijn hartelijke dank. hoor, Koos. En wat waren ze keurig verpak; en opgestuurd. Oom Rob dacht: Wat' zal me nu overkomen, een aange tekende brief. Maar gelijk heb je. Het zou jammer zijn als ze weg geraak; waren, want Je zul: er wel een tijd over gedaan hebben om ze bij elkaar te krijgen. DE TEKENWEDSTRIJD. Dat is weer achter de rug. Eer lijk gezegd is het aantal inzendin gen me nie; meegevallen. De eer ste paar dagen stroomden de bin nen en toen was het pio'sellng af gelopen. Toch heb ik er een heel werk aan gehad om ze »e beoordelen. Want dat is een moeilijk werk. Ik heb er echter een deskundige bij gehaald en samen kwamen we tot het resultaat, dat d1* volgende inzenders een prijs hebben gewon nen: Arie Zeeman, Langereig A 23, Hoogwoud. Tjüske Engelsman. Verlaa: 99, Oude Nledorp, Arie van Dop. Molenbuurt, Oude sluis, die de pnjs echter moet de len met zijn zusje NelHe. Zijn Jullie soms tweelingen, da: Je alle bei 12 jaar bent? En niet er om kibbelen hoor! JuïMe -kenineen waren even mooi. En dan de laatste prijswinnaar. Die heeft een tekening Ingezon den zo mooi Buitengewoon. Het was Gre Dubbeld, Jisperweg 124, Beemster. Ook zü krüe; natuur lijk een prijs toeges uurd. want je was nog ne; op tiid Gré! Een extra priis stel ik nog be schikbaar voor W Riesebosch. Wa RenmaWss'raa*. 1, Alkmaar. Heel mooi. TVim Oom Rob. postbus 3. Schagen. To: slot van deze rubriek een gediebtie. dn' werd ingezonden door Mariike Pauw. BKIFF.1E AAN LOESJE I.'eve Loesle. z^.g klein «noesje Kom Je morsen op de fhee Breng als gezelschap voor mün Peter Dan louw trouwe Woncsn m°e Hü kan dari nr> Pe'er T>fl««pv» Tprwül ik lekker met lom" «"ppt Nu lot morsen dan h*"- LoosJ© Kom dan stellis nie; te laat De zeven Kabouters van Sneeuwwitje Halt, riep Knorrepot. We komen er nie Ik weet niets meer van de weg af. Er is geen spoor meer te zien. We zijn afschuwelijk ver dwa&ld. De kabouters s:onden dicht bij een. De wind huilde in de bomen, de sneeuwjacht stoof door he: bos. Over een kwartier zou he donker zijn. Wat moesten ze dan beginnen. Zouden ze van de kou omkomen in de win-ernacht? Het huilen s ond de kabouters nader dan het lachen. Ik wee: wat, riep Knorrepot, la ;en we een sneeuwhut maken. Dan kunnen we daar de nac\ ln doorbrengen en dan zullen we morgen wel weer zien. Zo snel ze konden, gingen ze aan het werk. Op een beetje rui me plek, waar veel sneeuw lag,, schepten ze met de sneeuwschoe nen. die ze van hun voeten had den gedaan iw?e hoge wallen van sneeuw. Ze gunden zich bijna geen ü>d om adem te halen, want o, wat werd het snel donker. Toen ze de wallen klaar hadden leek bet nc» een loopgraaf. Vlug wer den de sneeuwschoenen er over h en gelegd. De ene kant, waar de wind op stond, werd me: sneeuw dicht gegooid, toen sneeuw over he. dak van sneeuwschoe nen en de sneeuwstorm zelf wel voor de rest zorgen. Ze konden biina nie s meer zien, toen het eindelijk zo ver was, dat ze in de sneeuwhui kon den gaan zitten. He. he, zuchtte Langhaard, dat was op he; nippertje. Als we nog langer hadden gewacht, ha^ den we eeen sneerg/hv» kunnen m-»ken en dan hadden we d1 naeb; !n he: bos mo°t«m zwerven. Ik mag €r nie; aan denken We waren misschien wel niet meer levend thuisgekomen. Nu begrepen de kabouters p DOEKEN zijn altijd c vrienden. H< onze trouwe Hoevele ma len zullen wij de waarheid van deze zin al niet hebben onder vonden Nooit beseft men meer de waar wij slechts kunnen dromen. Nooit beseft men meer de waar de van de huiselijke haard dan op de lange winteravond, wan neer het gezin zich bijeen weet. bijeen in de «tilte van het vre dig genieten. Vooral die stilte! Het geluid ls zulk een nietige factor als het gaat om de ge zelligheid, Ru moer dient veel al slechts om gebreken in het geluk te overstemmen, een po ging die op de duur toch geen succes heeft Neen, geef ons een boek, zo'n echte vriend, waarmee je de uren doorbrengt. Het boek is trouw, trouwer nog dan de beste hond ter wereld. Het wacht op» je na de lange werkdag, je weet het veilig itaan op zijn eigen plaats in de kast, het boek onderbreekt je zinnen niet, maar het geeft juist stof tot praten en het berust ai- tijd wanneer je het bjj uiter ste bedtijd dichtslaat om in bed verder te fantaseren over de helden, die door de lectuur in het leven zijn gekomen. Juist doordat de levensstan daard in tien jaren zo is geste gen, kan de gemiddelde liefheb ber slechts sporadisch gevolg ge ven aan zijn kooplust. Toch is de prijs van het boek niet zo sterk gestegen als met het oog op de hogere productiekosten zou mogen worden verwacht. Wel is uit de mindere koop kracht enerzijds en de hogere prijs anderzijds een scherpere belangstelling voor het betere boek te bespeuren. Het publiek is critischer geworden, wil we ten, dat het waar krijgt voor zijn geld. Vandaar de vraag naar .herdrukken van romans uit vroegere jaren. Misschien komt dit wel, doordat de kwaliteit van het heden zo teleurstelt, mis schien door het feit, dat de le zer- denkt: „Ik weet wel wat k heb, maar niet wat ik krijg" la ieder geval: de oorlogsjaren zonder vermaak! hebben ve ler liefde voor het boek ver groot, een liefde, die soms weer is verdrongen door de animo voor fjlm en dansen, maar bij anderen, gelukkig, bestendigd is. Boekhandel en leeszaal ver tellen ons beide hetzelfde: een leeslust, gróter dan in vooroor logse jaren,-vooral in deze maan den, nu de duisternis vroege! valt en de warmte van „thuis" te prefereren is boven de kille buitenlucht. ONVERSCHILLIG voor welkt kiosk men ook staat, steeds ziet men tegeniooordig blaadjes met grillige voorpagina's: de puzzlekrantjes. Gouden tijden beleven de heren, die deze U/d- schriftjes uitgeven. Want wié v puzzelt er tegenwoordig nietl Vader krijgt 's avonds de krant, tenminste zo hoort het. Maar wee hem als er een kruiswoord raadsel in staat. Dan begint de rest ook mee te doen en klinkt het koor: JSen ander woord voor rij wiel *Ach, sufferd, fiets natuurlyk is het vriendelijke antwoord. Zo gaat het de gehele tijd door. Tot men niet verder kan en de strijdlust verflauwt Maar tegen die tijd is het meestal al zó laat, dat de kinderen naar bed zijn en vader eindelijk eens rustig kan zien of er nog wereldnieuws ts. Zo gaat het tenminste in ve'e huiskamers. Diagrammen, tralie* werkpaardensprongenrebus sen, cryptogrammen, letterg p- raadsels, vergelijkingen, sche vierkanten, hersenbn-szs en wat al niet meer bero*:* - Semoederen. Verkeerdeg- rif ïissrhien wel. Maar wie eéns flk" puzzted heef

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1949 | | pagina 4