UIT DE NATUUR
Sporen zoeken
Van vrouw tot vrouw I
g
Iedere vrouw, iedere moeder
moet de vrede willen...
YUmwA uit de iJie&luutiÊeZ
„Kees heb ut op z'n heupe"
Ik heb jullie enkele weken gele
den beloofd, dat ik jullie eens iets
zou vertellen over het spoorzoeken
En geloof nu maar niet, dat Oom
Rob voor Indiaantje gaat spelen.
Zo erg is het niet. Het spoorzoe
ken kan je alle dagen van het Jaar
doen. Maar dan is het vreselijk
moeilijk. Dan moet je helemaal
een natuurmens zijn en die vindt
je in Nederland bijna niet. Daarom
gaan wij spoorzoekenals er sneeuw
ligt. Die er op het ogenblik dat
Ik dit schrijf nog wel niet. maar
en dan moet je er iets van weten,
het kan elke dag gaan sneeuwen
Zal ik jullie nu eens meenemen
op een speurtocht? We gaan bij
voorkeur niet te dicht bij stad of
dorp Hoewel, als je het treft, dan
kan je daar ook heerlijke avontu
ren beleven. Maar je moet geoe
fend zijn. omdat er te veel sporen
zhn en de kans niet uitgesloten
moet worden geacht, dat Je een he
le morgen aansjouwt achter het
spoor van een kat.
Als Je een paar kilometer van
het dorp of van de stad bent, dan
is dat de eerste dag dat er sneeuw
ligt, uitgesloten. Dan gaan de kat
ten nog niet zo ver van huls.
Daar wandelen we dus door de
sneeuw. Des te verder we komen,
de te rustiger wordt het en dus
te mooier wordt de wereld. Zie Jul
lie daar dat oude damhek in het
land? Daar gaan we heen. Bij ep
oud damhek is.dikwijls wat te zier
Dat komt, omdat er dikwijls oude
buizen zijn van een riool waarin
allerlei dieren een schuilplaats vin
den Daarom letten we ook goed op
de ereppelkanten.
En nu maar goed uitkijken. Ja
«le je wel. We hebben al geluk.
Daar is een spoor in d? sneeuw
Let nu eens op, wat een wonderlijk
spoor dat is. Het is. of het dier in
de sneeuw geploft is Het begint
plotseling, met een diepe brede in
druk. Dan enkele diepe sporen, die
even verder overgaan in ondiepere
Wel lntereressant om naar te kij
ken, maar we vinden er niets door.
Alleen kan je er Iets uit leren.
Dat is nu duidelijk het spoor van
een vogel. Hij is als het ware uit de
lucht komen vallen, raakte in de
sneeuw even zijn evenwicht kwijt,
gaf een paar sprongen, waardooi
de ci'epe sporen ontstonden hipt
toen een paar keer, wat Je kunt
z!cn aan de weer iets ondiepere
eporen en is eindelijk beginnen te
stappen. Laten we het voor de aar
dieheid eens even volgen. Want we
hebben nu juist het begin van het
spoor gevonden. We blijven dus
naar het spoor lopen. Het is niet
lau;, Mischien een meter of Mjf
tien. O, kom nu toch eens gauw
kiiken. Daar Is iets Interessants te
«ien. Rechthoekig op het vogel
spoor loopt een ander spoor. Zie
je wel. dat het een heel andere
prent is? Prent noemen we een
voetafdruk van een dier. En als je
nu iets van spoorzoeken wist, zou
je weten, dat hier bijna een drama
ls geweest. Want het tweede spoor
ls van een wezel of hermelijn. Ga
Ik h-b r een brief ont
i mevrouw K. En de op
merking die U er in maakte dat ik
er misschien wel weer aanleiding
in zou vinden om er over-te schrij
ven was volkomen Juist. Wat ligt
ons vrouwen misschien nog beter
gezegd, wat ligt ons moeders dlch
te: aan het hart dan d? vrede. De
vr:'de te behouden, de vrede te ver
«ekeren en de oorlog en het mili
tf'-'sme uit te bannen.
Wp hebben het voor de tweede
w-'-eldoorlog ernst''*- geprobeerd.
W* hadden onze vrouwen vredes
bond. waarin we ijverden voor de
vrede. En w: weren er stellig van
©"'"•tuied. (fat we er wel resultaat
ron konden bereiken. Als we er
m°ar voor zorgen, dat we onze
buiten d? p^l'tiek hielden,
de vrede was geen zaek
vno" de politiek Zo redeneerden
v- 'mnofg 0p v=ie van onze verga
d':n?en.
Het ls ook niet onjuist De vre
d° 's geen zaak van politiek Mag
al hans geen zaak van politiek
z'iii Maar ze is zo goed een zaak
van politiek geworden als de oorlog
een zaak van politiek is.
tnm'ddels is onze vrouwen vre
d"bond ter ziele. Ze is in de *>er
e oorlogsdagen van Mei 1940 .net.
een geruisloze knal verdwenen en
Ik heb er nooit meer van gehoord.
Zoals we van zo veel d'ngen n'et
ir°;r hebben gehoord. Wat hebben
we 4n de jaren 1925 tot 1930 niet
meermalen heftig betoogd voor ont
rree dan zal ik je vertalen wat
Ik uit de prenten lees.
Hier aan de slootkant heeft de
wezel een hoi. Daar is hij uitgeko
men. Je kunt de sporen prachtig
volgen. Hier heeft hij een poosje
stil gestaan. De prenten zijn iets
dieper. Waarschijnlijk heeft hij de
vogel in de sneeuw zien neerplof
fen. Kijk eens, hoe anders de spo
ren worden. Je kunt duidelijk zien,
dat hij geslopen heeft. Zijn buik
sleepte over de grond. Hier heeft
hij een poos volkomen stil gelegen
En dan plotseling als de prent van
de wezel de prent van de vogel na
dert, zie je, dat de sporen veel die
per worden en verder van elkaar
af staan. De wezel hoopte met een
paar sprongen de vogel te bemach
tigen.
Keren we nu even terug naar het
vogelspoor. Verscheidene m ters is
de vogel zich geen kwaad- bewust.
Hij stapt wat door de sneeuw
Maar vlak voor de plek waar de
sporen ophouden is het of we aan
de sporen zien, dat de vogel hef
tig is geschrokken. Een diepe in
druk en verder een plek, waar de
wezel bij zijn sprong is neergeko
men. Hij heeft gemist en de vogel
is ontkomen. Maar het heeft weinig
gescheeld. Zie je daar die paar veer
tjes liggen? En zie daar dat fijne
.Uchte spoor ,dat verder loopt?
Dat is van de wezel, die dus niet
naar zijn hol is te ingekeerd, maar
zijn zwerftocht verder uitstrekt.
Misschien ls het ook niet eens zijn
hol geweest, maar een tijdelijke
schuilplaats, toen hij door de
sneeuw overvallen werd Maar heb
nu Jammer genoeg geen ruimte
meer om de speurtocht door de
sneeuw verder te vervolgen
OOM ROB
Toen Oom Pr»v> een
iochie was
Het was een keer in de winter.
Niet zo'n ellendige kwakkelwinter
als we nu heben ,maar in een felle
winter met veel vorst en sneeuw,
dat oom Rob een avontuur beleef
deg, dat hij niet zo heel gauw zal
vergeten. Het had al een poosje ge
vroren en we waren natuurlijk alle
dagen op de ijsbaan bezig aan het
schaatsrijden. Elke middag als de
school uit was vermaakten we ons
daar en veelal werden e* wedstrij
den gehouden. Soms voor ouderen
en heel dikwijls voor de scnocl
jeugd.
Op ten keer was er h ar Lijden
voor jongens en natuurlijk deden
we allemaal mee. Wie blijft er nu
aan de kant staan, als er zo iets te
doen is. Maar er was ook een jon
gen. die helemaal niet hard kon
schaatsen ïijacn en de vo i de
wapening. Wjat ben ik niet menig
maai naar ten demonstratie ge
gaan met het gevoel, dat k bezig
was voor mijn kinderen een we
reld te veroveren, waarin oorlog
uitgebannen zou zijn. Het heeft
niet zo mogen zijn. De ontumte
rig is spoedig gekomen. En ze was
grondig.
En nu schrijft u me. geachte me
vrouw, dat u het zo nodig oorde lt
dat de vrouwen zich weer moeten
laten horen ln en over het werk
van de vredescomm'teés M'sschien
geraak ik nu op glad ijs. Want zo
als vroeger de Vrouwen vredes
bond zich n'et wilde bezig houden
met de pollt'ek, zo heeft de ooli
t'ek z'rh nu van de vrede bediend.
Ten minst* zo z'e lk het
.F" z"n de laatste tiid heel wat con
gressen voor de vrede erev~ud i
Er z*in h'e- en da?" vredescomitps
opgericht. Ik heb er met belang
yo~n»«. van g°nomen
Maar lk heb me zelf nog niet zo
vrorm to 'rHttrpn (fat ik er
aan mee doe Wet omdat lk niet
geloof in de wap*""*ht.'f*e vredeswM
van ve'en. die rich voo" deze vrp
d'scongre^sen of com'tés beü
v ren. Ooy niet. omdat ik niet
hartstochten! k naar wereldvrede
verlang Als Ik mijn kinderen aan
kiik. dan wordt het me soms b?
bedenk
dat ze misschien onnieuw een oor
log zullen meemaken.
TUo-,r wo-eid i" 'n 1940 bijna
h?t slachtoffer geworden van een
wedstrijd begon, tigen me zei: „Let
eens op Rob, ik win de prijs".
Ik moest er vreselijk om lachen,
maar hij hield vol en ten slofte ver
klaarde hij, dat ik het ook niet van
hem zou winnen. Als jullie nu
weet dat ik veel harder rijden kon
dan hij. dan begr'in je wel. dat ik
er de spot mee stak.
En- toch heeft die jongen de
prijs -gewonnen die middag. Het
was een wonderlijk geval. Om jul
lie de waarheid te zeggen begrepen
we er niets van. Pas de volgende
dag hebben we het ontdekt en toen
hebben wa hem mst zijn allen ln
de sneeuw gerold, dat hij op het
laatst wel een sneeuwpop geleek.
Die jongen, laten we hem Klaas
noemen, had een voordeel. Hij kon
ontzettend snel wegkomen. Daarin
was niemand hem de baas Maar
na een vijftig meter was h?t af ge
lopen. Dan gingen we hem alle
maal voorbij- Behalve die ene mid
dag.
Het eerste rit dat Klaas moest rij
den was tegen een heel grote jon
gen. dje toevallig ook laas heette
Korte Klaas en Lange Klaas. I -
ge Klaas lachte de korte uit. Hij
Het hem rustig vooruit schieten.
Hij zou hem wel inha'en. Maar dat
kwam deze ke?r eens heel anders
af. Juist toen Lange Klaas korte
Klaas zou inhalen, viel hij en
schoof over de baan. Geen kans 1
meer. En het tweede rit verliep
evenzo. Korte Klaas had de eerste
serie gewonnen.
Toen kwam de twe.de serie. En
het was of de duivel er mee speel
de telkens op het moment als rijn
tegenstander hem voorbij wilde
schieten, viel hij languit en rolde
over het ijs. Ook de tweede serie
had Klaas gewonnen. De derde s?
rie behoefde hij niet eens te ln
nen. want hij lootte een stilstaand
nummer. Dat is een oneven getal,
waardoor Je vanzelf in de volgende
serie komt.
Er heerste een zenuwachtige
stemming onder de jongens. "V
waren er nu nog maar vier over
en ze hadden vast een prijs. Alleen
was de vraag welke. Ik zelf Iobt
t? tegen een jongen net zo groot
groot als ik en Klaas tegen een an j
dere, die iets kleiner was. En wa;
rempel, elke ke r viel zijn tegen
stander. Klaas had zijn serie op
nieuw gewonnen. Ook ik won de
mijne en nu zou dan de grote
strijd komen omde eerste en twee
de prijs. Lustig wapperden de vlag
gen in het stevige Oostewindje. Het
ijs was prachtig glad. maar ik zelf
was helemaal niet In een prachtige
stemimng. Ik was vreselijk zenuw
achtig. Stel Je voor. dat ik ook eens
zou vallen. Dan had die Klaas wa
rempel nog kans om de eerste prijs
te winnen.
Ik zal jullie niet langer in span
eenzijdige vredespolitiek. Er wa
ren in de wereld toen staten, die
aan de bewapening weinig auga
ven. Het waren landen waarin
de roep om vrede het luidst klonk
En er waren landen die in
de toenmalige Volkenb >nd volle
dige ontwapening voorstelden Dat
waren de landen, die zich het
meest op de oorlog voorbereiden.
Die landen haden het bijna gewon
nen. En wat zou het vooruitzicht
v..o u wereld gewe st zij", als i:«t
ii derdaad zo was gewetso
En nu? Wat gebeurt er nu? Jk
snak naar de vrede. Ik snair naar
het tijdperk, waarin het „Niet nut
de wapenen der barbalen" werke
lijkheid zal Zijn geworden. Maar
tegelijkertijd geloof ik niet aan de
wil tot vrede, ook niet van d'e lan
den, die vo'eens uitlatingen op v~c
descongressen de meest vredelle
vende volkeren ter aarde zijn.
Het vo'k. de volkeren zullen in
de regel wel vrede willen Voor zo
in een sfe°r van „Wij zijn het uit
verkoren vo'k" e.d.
Maar het volk heeft nog niet zo bi
zonder veel t? ve-tei'en. Er gebeurt
nog zo veöl teaen de wil van het
volk in. Vooral a's het vo'k geen
voldoende ge'^enheid- krijgt om
z'eh zonder omwegen over vragen
van orvloqr of vrede t° uiten.
En toch moeten we de vrede heb
hor), owiit ik ev even als u van
ovp'du'gd hen. dat een volden do
norioor in z'ch draagt
tfo oodor^ancr van de we'-eld'.
Dof ïriinnoYi we doen door overal
w***r w? ma°v bunnen r*e vr°doR
o^doohte tè prediken. Maar laten
we dan he<r!rvnen möt n'et on het
•>*o~*nunt te trgsn staan, dat e-
slechts een bemaalde groen ls die
ria wMa w'1 en dat de rest uit oor
ïrvrsb'fe-ors bestaat. Want dan heb
hor» we de o<*en n'et, geboel mee»*
onen. voor de eevoren. die ons om
Fen vre^o«b*wewing kan
ciooh^s een zijn,
waaraan een leder deelneemt.
ning houden. Klaas heeft de wed
strijd gewonnen. Twee maal viel
languit op het ijs en daarna was er
natuurlijk geen kans meer om
Klaas in te halen. O, o. wat was
die Klaas trots. En wat hadden wij
de p in. Dat kan Je begrijpen.
Toen ik die avond in mijn bed
lag kreeg lk plotseling ten sch'
Was het niet verwonderlijk, d -
allen die tegen Klaas gereden
den, op hun neus waren gevalle!
Hoe kon het dat ik gevallen was?
Ik herinnerde me, dat het plotse
ling was of ik op iets stroefs
recht was gekomen. Ds volgende
morgen sprak ik er met de andere
jongens over en die hadden ook
gevoel gehad. Even later k
Klaas aan. Hij lachte uitbundig
maar tut was spoedig afgelepe
Want hij werd aangrepen en toen
we in zijn zak voelden was daar
nog zand ln. Hij had telkens een
beetje zand op het ijs gegooid en
daardoor waren wij gevallen. Wat
hebben we dat die Klaas lngepe
perd.
Ons vervolgverhaal
De zeven Kabouters
van Sneeuwwitje
De uil ging in een boom zitten.
Er sponden zeven oiboe*ende eif
Jes, die er in de nog maar schams
ic dageraad treurig uitzagen. En
Bruin de Beer zat op zijn achter
ste, de voorpoten slap hangend.
Toen de uil uitgeknipperd was,
uilen kunnen zo langdurig knip
oggen, begon Bruin:
„Beste wijze uil, die all.weet.
wat er in het bos gebeurt, die al
les ziet wat er in d3 schemering
en in de nacht voorvalt, kunt u
misschien ook zeggen, waar de 1
boutsrs beland zijn? Hebt ge ze de
ze nacht nog gezien?"
Het werd angstig stil. Men hoor
de alleen het suizelen van de wind
ln de bomen. In de verte af en toe
een geluld of er een pistool werd
afgeschoten. Dat waren de bomen,
die knapten van de vorst. De ui.
zat in de boom, streek 'af en toe
met een poot over de veren van
zijn hals en zweeg. De elfjes wer
den ongeduldig en wilden de vraag
van Bruin herhalen. Bruin legde
echter een vinger op de mond ten
teken, dat ze de uil niet moesten
storen. Hij was aan h.t denken,
dat zijn hersens er van knetterden.
Eindelijk begon de uil te sj>re
ken.
„Ik herinner rae, dat lk gister
middag op de bosbaan zeven ka
bouters heb zien schaatsenrijden.
Ze werden door ds sneeuwstorm
overvallen. Toen de storm begon
heb ik mijn holle boom opgezocht
Wat er deze nacht gebeurd ls
weet ik niet. De nacht is voor
„Nou, wat hew ik jullie zoid", vroeg
Kees inet een triorafanteluke lach ora
de liPpe- Wat hew ik jullie zoid?"
Das een rare menier, as je al derus
ut grootste woord hewwe. om den te
vrage wat je zoid hewwe. Kees heb
in de jaar of wat dat de skeerwinkel
er is nag al heel wat zoid, dus wete
wai den wat ie bedoelt? Dat Klaas werd
den ok verlegen vals op Kees.
„Doen nou maar gewoon", zoid ie.
„Doen nou maar niet net of je zo'n
baas benne. Een enkele keer hei ie ut
wel deru3 bai ut rechte end, maar ut
weet maar heel veul beure, dat je er
glad naast benne. Zeg nou maar wat
je bedoele".
„No, toe dat de vloisdisterbusle op
heven werd. Hew ik toe niet zoid, dat
we er meskien nag wel minder vlois
deur ete zouwe in plaas van meer. Ut
begint er a! pittig op te loiken. Koe
vlois is meist al niet meer te betalen.
En den zou je miend hewwe, dat je
goedkoupe varkenslappies ete konne,
maar niks oor. Een paar w$ke. En nou
moet je meemake, clat de Menister de
subsidie ofskaft en de lappe weer een
paar dubbeltjes ut pond duurder vvorre.
Ik heb ut wel zoid. We beleve ut niet
meer, dat we ons loif erus lekker vol
ete kenne met vlois. Ut zei wel eeuwig
duur bloive. De told van een koekop
voor de arme mense komt nag weer
terug".
Die Kees, die ken toch zo overdroive
dat wai neme ut niet ernstig meer en
den beginne wai um uit te lachen en
den wordt Kees wild. Den ken le toch
zokke rare brokke spale.
Wouwe Jullie soms nag zegge dat
ut niet ken"» brieste Kees, „Let op
kabouters de tijd .waarop ze ir
hun elfjes in huis moeten zijn
Maar toen lk deze morgen ln de
vroege schemering door hst bc
zweefde ,is het mij opgevallen, dat
op een afstand van vier uur 1 r
pens hier vandaan, ten minste 4
uur voor die kleine elfjes, een
sneeuwheuvei lag. die me zeer
vreemd aandeed. De mogelijkheid
zou kunnen bestaan, dat de kabou
ters daarin een onderkomen voor
de nacht hebben gevonden. De mo
gelijkheid is echter ook niet uitge
sloten, dat zij er in .ijn omgeko
men en dat het hun grafheuvel is
geworden. Hum, ugh, hum.
De elfjss begonnen t. jammeren
en de uil vond dat zulk een vrese
lijk geluid, dat hij al de veren opzet
te en weg wilde vliegen. Maar dat
was Bruins bedoeling niet. Hij
moest precies wsten. waar de heu
vel was Eerst toen de uil hem dat
had aangeduid, was hij tevreden,
en toen begaf het hele gezelschap
zich op weg
H:t weer was gelukkig beter dan
de vorige dag en nacht Het was
helder en al vroor het ook geducht
de zon scheen en de elfjes konden
het op de rug van Bruin mst hun
bontjassen aan best uithouden. Het
ging in een heel snelle vaart. Want
Bruin had zich wel een beetje bang
gemaakt bij het uilenvevhaal. Ze
waren misschien een paar uur on
derweg, toen ze plotseling de scha
duw van de uil op de sneeuw zagen
Hij vloog vlak boven hen.
„Daar," kraste hij met een schor
re stem. „Daar r?cht voor Je uit.
Z.e je die heuvel?"
Daar was inderdaad een verho
ging van sneeuw. Op een hsuvel
geleek het echter niet veel. AI3 de
uil niet mee was geweest, hadden
ze er nog een hele poos naar kun
nen zoeken. Nu holde Bruin zo
hard als hij maar kon De elfjes wei
den raar op en neer gesmakt op
zijn rug Eindelijk waren ze bij de
verhoging Er was niets te zien dan
sn euw en nog eens sneeuw
Verslagen keken ze elkaar :.an
Het werd heel st'1. En in die stilte.
De elfjes hoorden een bekend ge
luid. Het was het regelmatig gr
snurk van zeven kabouters, dat
zelfs door het dikke sneeuwkleed
heen ts horen was.
En Bruin hoorde h t ook. Hij
werd zo enthousiast, dat hij zich
hals over kop in de grote sneeuw
hoop stortte. Die was natuurlijk
niet op zo veel geweld berekend ën
hst hele geval tuimelde in elkaar.
Het was een ruïne. De sneeuwschoe
nen van de kabouters staken Bruin
in de ribben, de kabouters z-lf wer
den met schrik wakker en hieven
een hels geschreeuw aan. de elfjes
sprongen pardoss te midden van
die ruine en elk greep een kabouter
raoin woorde, we gaan er al weer aar
dig nei toe. En nou kenne ze van moin
zegge, dat er heel wat dein wordt voor
de arme mense en dat er eeu goeie
ouwe dag voor die lui ls, lelt lk nou
raaar ln de contramine weze en zegge,
dat ut nag een rommel ls. Doodgewoon
En je hewwe hillegaar gien commenist
te wezen om dat te zeggen. Want ja,
nou wulle ze de arbaijers volf percent
meer geve. Das alles goed en wel en
rel wel nodig weze ok. Maar wat hew
we nou de ouwe mense deer an? Wat
hewwe die kloine middenstandertjes en
die tulndertjes er an? Wat hewwe die
pensioentrekkers er an?"
„Hou efkes, maat", riep Klaas er
tussen deur. „Je vergete dat dc arme
mense die pensioen hewwe van Drees
ok volf percent meer kroige. En de raid
denstanders verdiene weer efkes meer,
want des te duurder de boel is. des te
groter de winst".
„Deer hoor ik je", bromde Kees.
„Deer hoor ik Je. Je wete wel, dat ik
een bewonderaar ben van dc Noodwet
van Droes. Er benne een houp mense
een beetje beter an toe raakt. Maar
leite we ut nou niet zo voorstelle, of
ze de hemel op aarde hewwe. Zo is
ut nag niet hillegaar.
Ut leven is in de paar jaar dat de
Noodwet bestaat al weer een gnap
endje duurder worren. En den kenne
ze van moin de statestiek er bal hale
en zegge, dat ut maar een heel beetje
skcelt, deer hew ik lak an. Maar neem
jij nou maar een paar van die menskes,
die deer niet mekaar ln een hulske zitte.
En er benne er nagal wat oor. As ze
een vakvereniging oprichtte, werd ut de
bij zijn baard en zoende hem, dal
het klapte.
In de boom zat de uil wijsgerig
toe te kijken.
Bruin was de eerste, die weer nuch
ter werd Hij wilde als de drommel
naar huis, want hij had in de eer
ste plaats honger en Li de Lveede
plaats slaap Het was al bijna een
maand geleden dat hij gegeten had
en als een Beer na een maand wak
ker wordt, heeft hij een geweldige
trek
In optocht en luid zingend gin
gen ze naar de hut van de kabou
ters. De herten staken hun koppen
rond de bomen en de eekhoorns ke
ken uit hun holen.
Spelletjes op
winteravonden
Waarom zouden we eigenlijk al
le weken een raadselhoekje er op
na houdèn. We kunnen toch ook
wel eens een keer iets anders doen
Raadsels ls heel aardig maar ge
zelschapsspelletjes in de winter is
nog aardiger. Doen jullie thuis ook
wel eens aan gezelschapsspelletjes?
Ja er moeten een paar broertjes
of zusjes bij zijn, maar vader en
moeder mogen ook meedoen en
het is helemaal niet erg als Je het
met een paar vrienden of vriendin
nen doet. Dan kom Je eens een
avond bij elkaar de ene avond bij
de een en de andere eens bij de an
dere.
Weet je wat een verbazend aar
dig spelletje ls? Er zijn soms ge
dichten en uitdrukkingen, die je
moeilijk een keer of wat snel ach
ter elkaar kan zeggen. Ik weet van
een firma op een dorp het is al
heel lang geleden, die heette Kril
Ier en Kleljer.. Maar die hebben
eerst nog al wat herrie gehad of
de naam van de firma moest zijn
Kriller en Kleijer of Kleijer en
Kriller.
Toen spraken ze af. dat de naam
zo zou worden, als het gemakke
lijkst tien keer achter elkaar kon
worden uitgesproken En een beet
je vlug. Het ging op geen enkele
manier. Bij de zesde keer waren
ze altijd in de war Probeer het
maar eens. En er zijn veel meer
van die moeilijke dingen. Wat denk
jullie van het volgende gedichtje:
Er schreed een snip over het
schip en die sneed met zijn b:k
spek van het spit Wie heeft coit
een snip over het dek van een
schip zien schrijden en met zijn
bek spek van liet spit zien snijden,
zoals deze snip deed. die over het
schip schreed én met zijn bek het
spek van het spit sneed.
Houdt eens een wedstrijd wie dat
- v.i r er fouten enkele
achter c'fcaar kan voordra
gen
dan ie's. Je Iaat ien - -
verhaaltje te vertel
len. E dan wijs je er plotseling ten
aan. die het nv
zult eens zien w - -
i? dar krijgt.. En wedden
lat de ouderen ock nog graag mee
er spoedig eens wat
OOM ROB
grooste vakbond van heel Nederland.
Deer ritte die menskes nou.
Sega re? Ja. wat zou de man niet graag
een Paar segafe op een dag rouke. En
jullie benne ut toch zeker met me ieus.
dat ut hillegaar gien weelde weze zou.
Maar das veertien segare In de week
en reken ze maar teugen twintig cent.
Hal zei ut wel uit z n loif leite.
Een paas onskes tebak om een potp
te smoren? Reken ut gekust maar op
een gulden met zestig cent. En as ie
een beetje gnappc hewwe wul twcl
gulden. De aardigoid is er immers of.
Neem nou ut vlois. Veertien dubbeltje»
voor een pondje. En wat is nou een
pondje vlois. Let op moin woorde. As
ut zo deurgaat den kenne zokke mense
binnenkort weer tebakstele rouke en
koeiekoppe en pense en varkensdarme
ete".
„Ja. me jöon'begon de barrebier,
„ut is me ut wereldje wel. En ut zei
voorloupig nag wel zo bloive ok. En
den ken je dat nag zo treurig vinde.
Den ken je je er over opwindc, ut
geeft Je niks. Want den wordt ut geld
in de eerste plaas besteed om je te be
voi'iigen en pas in de tweide plaas om
ut de mense, die er toid had hewwe
en er niet meer verdedige kenne, wat
aangenamer te maken".
„In de tweide plaas", raasde Kees
„In de twaalfde. Want de hele wereld
gaat zo wat voor hullie.".
„Je zouwe er uitloupe. As Je maar
wiste weer nci toe." FIGARO.
ARTURO TOSCANINI, de bekende
dirigent, wien door de Italiaanse senaat
het erelidmaatschap was aangebeden,
heeft aan dit lichaam bericht, dat hij
er geen lust in heeft, zich deze onder
scheiding te laten welgevallen.
DE VROEGERE Amerikaanse gezant
in ons land, dr. Herman Baruch is door
H.M. de Koningin het Grootkruis in de
Orde van de Nederlands» Leeuw to»
gekend.