UIT DE NATUUR Sporen zoeken Van vrouw tot vrouw I g Iedere vrouw, iedere moeder moet de vrede willen... YUmwA uit de iJie&luutiÊeZ „Kees heb ut op z'n heupe" Ik heb jullie enkele weken gele den beloofd, dat ik jullie eens iets zou vertellen over het spoorzoeken En geloof nu maar niet, dat Oom Rob voor Indiaantje gaat spelen. Zo erg is het niet. Het spoorzoe ken kan je alle dagen van het Jaar doen. Maar dan is het vreselijk moeilijk. Dan moet je helemaal een natuurmens zijn en die vindt je in Nederland bijna niet. Daarom gaan wij spoorzoekenals er sneeuw ligt. Die er op het ogenblik dat Ik dit schrijf nog wel niet. maar en dan moet je er iets van weten, het kan elke dag gaan sneeuwen Zal ik jullie nu eens meenemen op een speurtocht? We gaan bij voorkeur niet te dicht bij stad of dorp Hoewel, als je het treft, dan kan je daar ook heerlijke avontu ren beleven. Maar je moet geoe fend zijn. omdat er te veel sporen zhn en de kans niet uitgesloten moet worden geacht, dat Je een he le morgen aansjouwt achter het spoor van een kat. Als Je een paar kilometer van het dorp of van de stad bent, dan is dat de eerste dag dat er sneeuw ligt, uitgesloten. Dan gaan de kat ten nog niet zo ver van huls. Daar wandelen we dus door de sneeuw. Des te verder we komen, de te rustiger wordt het en dus te mooier wordt de wereld. Zie Jul lie daar dat oude damhek in het land? Daar gaan we heen. Bij ep oud damhek is.dikwijls wat te zier Dat komt, omdat er dikwijls oude buizen zijn van een riool waarin allerlei dieren een schuilplaats vin den Daarom letten we ook goed op de ereppelkanten. En nu maar goed uitkijken. Ja «le je wel. We hebben al geluk. Daar is een spoor in d? sneeuw Let nu eens op, wat een wonderlijk spoor dat is. Het is. of het dier in de sneeuw geploft is Het begint plotseling, met een diepe brede in druk. Dan enkele diepe sporen, die even verder overgaan in ondiepere Wel lntereressant om naar te kij ken, maar we vinden er niets door. Alleen kan je er Iets uit leren. Dat is nu duidelijk het spoor van een vogel. Hij is als het ware uit de lucht komen vallen, raakte in de sneeuw even zijn evenwicht kwijt, gaf een paar sprongen, waardooi de ci'epe sporen ontstonden hipt toen een paar keer, wat Je kunt z!cn aan de weer iets ondiepere eporen en is eindelijk beginnen te stappen. Laten we het voor de aar dieheid eens even volgen. Want we hebben nu juist het begin van het spoor gevonden. We blijven dus naar het spoor lopen. Het is niet lau;, Mischien een meter of Mjf tien. O, kom nu toch eens gauw kiiken. Daar Is iets Interessants te «ien. Rechthoekig op het vogel spoor loopt een ander spoor. Zie je wel. dat het een heel andere prent is? Prent noemen we een voetafdruk van een dier. En als je nu iets van spoorzoeken wist, zou je weten, dat hier bijna een drama ls geweest. Want het tweede spoor ls van een wezel of hermelijn. Ga Ik h-b r een brief ont i mevrouw K. En de op merking die U er in maakte dat ik er misschien wel weer aanleiding in zou vinden om er over-te schrij ven was volkomen Juist. Wat ligt ons vrouwen misschien nog beter gezegd, wat ligt ons moeders dlch te: aan het hart dan d? vrede. De vr:'de te behouden, de vrede te ver «ekeren en de oorlog en het mili tf'-'sme uit te bannen. Wp hebben het voor de tweede w-'-eldoorlog ernst''*- geprobeerd. W* hadden onze vrouwen vredes bond. waarin we ijverden voor de vrede. En w: weren er stellig van ©"'"•tuied. (fat we er wel resultaat ron konden bereiken. Als we er m°ar voor zorgen, dat we onze buiten d? p^l'tiek hielden, de vrede was geen zaek vno" de politiek Zo redeneerden v- 'mnofg 0p v=ie van onze verga d':n?en. Het ls ook niet onjuist De vre d° 's geen zaak van politiek Mag al hans geen zaak van politiek z'iii Maar ze is zo goed een zaak van politiek geworden als de oorlog een zaak van politiek is. tnm'ddels is onze vrouwen vre d"bond ter ziele. Ze is in de *>er e oorlogsdagen van Mei 1940 .net. een geruisloze knal verdwenen en Ik heb er nooit meer van gehoord. Zoals we van zo veel d'ngen n'et ir°;r hebben gehoord. Wat hebben we 4n de jaren 1925 tot 1930 niet meermalen heftig betoogd voor ont rree dan zal ik je vertalen wat Ik uit de prenten lees. Hier aan de slootkant heeft de wezel een hoi. Daar is hij uitgeko men. Je kunt de sporen prachtig volgen. Hier heeft hij een poosje stil gestaan. De prenten zijn iets dieper. Waarschijnlijk heeft hij de vogel in de sneeuw zien neerplof fen. Kijk eens, hoe anders de spo ren worden. Je kunt duidelijk zien, dat hij geslopen heeft. Zijn buik sleepte over de grond. Hier heeft hij een poos volkomen stil gelegen En dan plotseling als de prent van de wezel de prent van de vogel na dert, zie je, dat de sporen veel die per worden en verder van elkaar af staan. De wezel hoopte met een paar sprongen de vogel te bemach tigen. Keren we nu even terug naar het vogelspoor. Verscheidene m ters is de vogel zich geen kwaad- bewust. Hij stapt wat door de sneeuw Maar vlak voor de plek waar de sporen ophouden is het of we aan de sporen zien, dat de vogel hef tig is geschrokken. Een diepe in druk en verder een plek, waar de wezel bij zijn sprong is neergeko men. Hij heeft gemist en de vogel is ontkomen. Maar het heeft weinig gescheeld. Zie je daar die paar veer tjes liggen? En zie daar dat fijne .Uchte spoor ,dat verder loopt? Dat is van de wezel, die dus niet naar zijn hol is te ingekeerd, maar zijn zwerftocht verder uitstrekt. Misschien ls het ook niet eens zijn hol geweest, maar een tijdelijke schuilplaats, toen hij door de sneeuw overvallen werd Maar heb nu Jammer genoeg geen ruimte meer om de speurtocht door de sneeuw verder te vervolgen OOM ROB Toen Oom Pr»v> een iochie was Het was een keer in de winter. Niet zo'n ellendige kwakkelwinter als we nu heben ,maar in een felle winter met veel vorst en sneeuw, dat oom Rob een avontuur beleef deg, dat hij niet zo heel gauw zal vergeten. Het had al een poosje ge vroren en we waren natuurlijk alle dagen op de ijsbaan bezig aan het schaatsrijden. Elke middag als de school uit was vermaakten we ons daar en veelal werden e* wedstrij den gehouden. Soms voor ouderen en heel dikwijls voor de scnocl jeugd. Op ten keer was er h ar Lijden voor jongens en natuurlijk deden we allemaal mee. Wie blijft er nu aan de kant staan, als er zo iets te doen is. Maar er was ook een jon gen. die helemaal niet hard kon schaatsen ïijacn en de vo i de wapening. Wjat ben ik niet menig maai naar ten demonstratie ge gaan met het gevoel, dat k bezig was voor mijn kinderen een we reld te veroveren, waarin oorlog uitgebannen zou zijn. Het heeft niet zo mogen zijn. De ontumte rig is spoedig gekomen. En ze was grondig. En nu schrijft u me. geachte me vrouw, dat u het zo nodig oorde lt dat de vrouwen zich weer moeten laten horen ln en over het werk van de vredescomm'teés M'sschien geraak ik nu op glad ijs. Want zo als vroeger de Vrouwen vredes bond zich n'et wilde bezig houden met de pollt'ek, zo heeft de ooli t'ek z'rh nu van de vrede bediend. Ten minst* zo z'e lk het .F" z"n de laatste tiid heel wat con gressen voor de vrede erev~ud i Er z*in h'e- en da?" vredescomitps opgericht. Ik heb er met belang yo~n»«. van g°nomen Maar lk heb me zelf nog niet zo vrorm to 'rHttrpn (fat ik er aan mee doe Wet omdat lk niet geloof in de wap*""*ht.'f*e vredeswM van ve'en. die rich voo" deze vrp d'scongre^sen of com'tés beü v ren. Ooy niet. omdat ik niet hartstochten! k naar wereldvrede verlang Als Ik mijn kinderen aan kiik. dan wordt het me soms b? bedenk dat ze misschien onnieuw een oor log zullen meemaken. TUo-,r wo-eid i" 'n 1940 bijna h?t slachtoffer geworden van een wedstrijd begon, tigen me zei: „Let eens op Rob, ik win de prijs". Ik moest er vreselijk om lachen, maar hij hield vol en ten slofte ver klaarde hij, dat ik het ook niet van hem zou winnen. Als jullie nu weet dat ik veel harder rijden kon dan hij. dan begr'in je wel. dat ik er de spot mee stak. En- toch heeft die jongen de prijs -gewonnen die middag. Het was een wonderlijk geval. Om jul lie de waarheid te zeggen begrepen we er niets van. Pas de volgende dag hebben we het ontdekt en toen hebben wa hem mst zijn allen ln de sneeuw gerold, dat hij op het laatst wel een sneeuwpop geleek. Die jongen, laten we hem Klaas noemen, had een voordeel. Hij kon ontzettend snel wegkomen. Daarin was niemand hem de baas Maar na een vijftig meter was h?t af ge lopen. Dan gingen we hem alle maal voorbij- Behalve die ene mid dag. Het eerste rit dat Klaas moest rij den was tegen een heel grote jon gen. dje toevallig ook laas heette Korte Klaas en Lange Klaas. I - ge Klaas lachte de korte uit. Hij Het hem rustig vooruit schieten. Hij zou hem wel inha'en. Maar dat kwam deze ke?r eens heel anders af. Juist toen Lange Klaas korte Klaas zou inhalen, viel hij en schoof over de baan. Geen kans 1 meer. En het tweede rit verliep evenzo. Korte Klaas had de eerste serie gewonnen. Toen kwam de twe.de serie. En het was of de duivel er mee speel de telkens op het moment als rijn tegenstander hem voorbij wilde schieten, viel hij languit en rolde over het ijs. Ook de tweede serie had Klaas gewonnen. De derde s? rie behoefde hij niet eens te ln nen. want hij lootte een stilstaand nummer. Dat is een oneven getal, waardoor Je vanzelf in de volgende serie komt. Er heerste een zenuwachtige stemming onder de jongens. "V waren er nu nog maar vier over en ze hadden vast een prijs. Alleen was de vraag welke. Ik zelf Iobt t? tegen een jongen net zo groot groot als ik en Klaas tegen een an j dere, die iets kleiner was. En wa; rempel, elke ke r viel zijn tegen stander. Klaas had zijn serie op nieuw gewonnen. Ook ik won de mijne en nu zou dan de grote strijd komen omde eerste en twee de prijs. Lustig wapperden de vlag gen in het stevige Oostewindje. Het ijs was prachtig glad. maar ik zelf was helemaal niet In een prachtige stemimng. Ik was vreselijk zenuw achtig. Stel Je voor. dat ik ook eens zou vallen. Dan had die Klaas wa rempel nog kans om de eerste prijs te winnen. Ik zal jullie niet langer in span eenzijdige vredespolitiek. Er wa ren in de wereld toen staten, die aan de bewapening weinig auga ven. Het waren landen waarin de roep om vrede het luidst klonk En er waren landen die in de toenmalige Volkenb >nd volle dige ontwapening voorstelden Dat waren de landen, die zich het meest op de oorlog voorbereiden. Die landen haden het bijna gewon nen. En wat zou het vooruitzicht v..o u wereld gewe st zij", als i:«t ii derdaad zo was gewetso En nu? Wat gebeurt er nu? Jk snak naar de vrede. Ik snair naar het tijdperk, waarin het „Niet nut de wapenen der barbalen" werke lijkheid zal Zijn geworden. Maar tegelijkertijd geloof ik niet aan de wil tot vrede, ook niet van d'e lan den, die vo'eens uitlatingen op v~c descongressen de meest vredelle vende volkeren ter aarde zijn. Het vo'k. de volkeren zullen in de regel wel vrede willen Voor zo in een sfe°r van „Wij zijn het uit verkoren vo'k" e.d. Maar het volk heeft nog niet zo bi zonder veel t? ve-tei'en. Er gebeurt nog zo veöl teaen de wil van het volk in. Vooral a's het vo'k geen voldoende ge'^enheid- krijgt om z'eh zonder omwegen over vragen van orvloqr of vrede t° uiten. En toch moeten we de vrede heb hor), owiit ik ev even als u van ovp'du'gd hen. dat een volden do norioor in z'ch draagt tfo oodor^ancr van de we'-eld'. Dof ïriinnoYi we doen door overal w***r w? ma°v bunnen r*e vr°doR o^doohte tè prediken. Maar laten we dan he<r!rvnen möt n'et on het •>*o~*nunt te trgsn staan, dat e- slechts een bemaalde groen ls die ria wMa w'1 en dat de rest uit oor ïrvrsb'fe-ors bestaat. Want dan heb hor» we de o<*en n'et, geboel mee»* onen. voor de eevoren. die ons om Fen vre^o«b*wewing kan ciooh^s een zijn, waaraan een leder deelneemt. ning houden. Klaas heeft de wed strijd gewonnen. Twee maal viel languit op het ijs en daarna was er natuurlijk geen kans meer om Klaas in te halen. O, o. wat was die Klaas trots. En wat hadden wij de p in. Dat kan Je begrijpen. Toen ik die avond in mijn bed lag kreeg lk plotseling ten sch' Was het niet verwonderlijk, d - allen die tegen Klaas gereden den, op hun neus waren gevalle! Hoe kon het dat ik gevallen was? Ik herinnerde me, dat het plotse ling was of ik op iets stroefs recht was gekomen. Ds volgende morgen sprak ik er met de andere jongens over en die hadden ook gevoel gehad. Even later k Klaas aan. Hij lachte uitbundig maar tut was spoedig afgelepe Want hij werd aangrepen en toen we in zijn zak voelden was daar nog zand ln. Hij had telkens een beetje zand op het ijs gegooid en daardoor waren wij gevallen. Wat hebben we dat die Klaas lngepe perd. Ons vervolgverhaal De zeven Kabouters van Sneeuwwitje De uil ging in een boom zitten. Er sponden zeven oiboe*ende eif Jes, die er in de nog maar schams ic dageraad treurig uitzagen. En Bruin de Beer zat op zijn achter ste, de voorpoten slap hangend. Toen de uil uitgeknipperd was, uilen kunnen zo langdurig knip oggen, begon Bruin: „Beste wijze uil, die all.weet. wat er in het bos gebeurt, die al les ziet wat er in d3 schemering en in de nacht voorvalt, kunt u misschien ook zeggen, waar de 1 boutsrs beland zijn? Hebt ge ze de ze nacht nog gezien?" Het werd angstig stil. Men hoor de alleen het suizelen van de wind ln de bomen. In de verte af en toe een geluld of er een pistool werd afgeschoten. Dat waren de bomen, die knapten van de vorst. De ui. zat in de boom, streek 'af en toe met een poot over de veren van zijn hals en zweeg. De elfjes wer den ongeduldig en wilden de vraag van Bruin herhalen. Bruin legde echter een vinger op de mond ten teken, dat ze de uil niet moesten storen. Hij was aan h.t denken, dat zijn hersens er van knetterden. Eindelijk begon de uil te sj>re ken. „Ik herinner rae, dat lk gister middag op de bosbaan zeven ka bouters heb zien schaatsenrijden. Ze werden door ds sneeuwstorm overvallen. Toen de storm begon heb ik mijn holle boom opgezocht Wat er deze nacht gebeurd ls weet ik niet. De nacht is voor „Nou, wat hew ik jullie zoid", vroeg Kees inet een triorafanteluke lach ora de liPpe- Wat hew ik jullie zoid?" Das een rare menier, as je al derus ut grootste woord hewwe. om den te vrage wat je zoid hewwe. Kees heb in de jaar of wat dat de skeerwinkel er is nag al heel wat zoid, dus wete wai den wat ie bedoelt? Dat Klaas werd den ok verlegen vals op Kees. „Doen nou maar gewoon", zoid ie. „Doen nou maar niet net of je zo'n baas benne. Een enkele keer hei ie ut wel deru3 bai ut rechte end, maar ut weet maar heel veul beure, dat je er glad naast benne. Zeg nou maar wat je bedoele". „No, toe dat de vloisdisterbusle op heven werd. Hew ik toe niet zoid, dat we er meskien nag wel minder vlois deur ete zouwe in plaas van meer. Ut begint er a! pittig op te loiken. Koe vlois is meist al niet meer te betalen. En den zou je miend hewwe, dat je goedkoupe varkenslappies ete konne, maar niks oor. Een paar w$ke. En nou moet je meemake, clat de Menister de subsidie ofskaft en de lappe weer een paar dubbeltjes ut pond duurder vvorre. Ik heb ut wel zoid. We beleve ut niet meer, dat we ons loif erus lekker vol ete kenne met vlois. Ut zei wel eeuwig duur bloive. De told van een koekop voor de arme mense komt nag weer terug". Die Kees, die ken toch zo overdroive dat wai neme ut niet ernstig meer en den beginne wai um uit te lachen en den wordt Kees wild. Den ken le toch zokke rare brokke spale. Wouwe Jullie soms nag zegge dat ut niet ken"» brieste Kees, „Let op kabouters de tijd .waarop ze ir hun elfjes in huis moeten zijn Maar toen lk deze morgen ln de vroege schemering door hst bc zweefde ,is het mij opgevallen, dat op een afstand van vier uur 1 r pens hier vandaan, ten minste 4 uur voor die kleine elfjes, een sneeuwheuvei lag. die me zeer vreemd aandeed. De mogelijkheid zou kunnen bestaan, dat de kabou ters daarin een onderkomen voor de nacht hebben gevonden. De mo gelijkheid is echter ook niet uitge sloten, dat zij er in .ijn omgeko men en dat het hun grafheuvel is geworden. Hum, ugh, hum. De elfjss begonnen t. jammeren en de uil vond dat zulk een vrese lijk geluid, dat hij al de veren opzet te en weg wilde vliegen. Maar dat was Bruins bedoeling niet. Hij moest precies wsten. waar de heu vel was Eerst toen de uil hem dat had aangeduid, was hij tevreden, en toen begaf het hele gezelschap zich op weg H:t weer was gelukkig beter dan de vorige dag en nacht Het was helder en al vroor het ook geducht de zon scheen en de elfjes konden het op de rug van Bruin mst hun bontjassen aan best uithouden. Het ging in een heel snelle vaart. Want Bruin had zich wel een beetje bang gemaakt bij het uilenvevhaal. Ze waren misschien een paar uur on derweg, toen ze plotseling de scha duw van de uil op de sneeuw zagen Hij vloog vlak boven hen. „Daar," kraste hij met een schor re stem. „Daar r?cht voor Je uit. Z.e je die heuvel?" Daar was inderdaad een verho ging van sneeuw. Op een hsuvel geleek het echter niet veel. AI3 de uil niet mee was geweest, hadden ze er nog een hele poos naar kun nen zoeken. Nu holde Bruin zo hard als hij maar kon De elfjes wei den raar op en neer gesmakt op zijn rug Eindelijk waren ze bij de verhoging Er was niets te zien dan sn euw en nog eens sneeuw Verslagen keken ze elkaar :.an Het werd heel st'1. En in die stilte. De elfjes hoorden een bekend ge luid. Het was het regelmatig gr snurk van zeven kabouters, dat zelfs door het dikke sneeuwkleed heen ts horen was. En Bruin hoorde h t ook. Hij werd zo enthousiast, dat hij zich hals over kop in de grote sneeuw hoop stortte. Die was natuurlijk niet op zo veel geweld berekend ën hst hele geval tuimelde in elkaar. Het was een ruïne. De sneeuwschoe nen van de kabouters staken Bruin in de ribben, de kabouters z-lf wer den met schrik wakker en hieven een hels geschreeuw aan. de elfjes sprongen pardoss te midden van die ruine en elk greep een kabouter raoin woorde, we gaan er al weer aar dig nei toe. En nou kenne ze van moin zegge, dat er heel wat dein wordt voor de arme mense en dat er eeu goeie ouwe dag voor die lui ls, lelt lk nou raaar ln de contramine weze en zegge, dat ut nag een rommel ls. Doodgewoon En je hewwe hillegaar gien commenist te wezen om dat te zeggen. Want ja, nou wulle ze de arbaijers volf percent meer geve. Das alles goed en wel en rel wel nodig weze ok. Maar wat hew we nou de ouwe mense deer an? Wat hewwe die kloine middenstandertjes en die tulndertjes er an? Wat hewwe die pensioentrekkers er an?" „Hou efkes, maat", riep Klaas er tussen deur. „Je vergete dat dc arme mense die pensioen hewwe van Drees ok volf percent meer kroige. En de raid denstanders verdiene weer efkes meer, want des te duurder de boel is. des te groter de winst". „Deer hoor ik je", bromde Kees. „Deer hoor ik Je. Je wete wel, dat ik een bewonderaar ben van dc Noodwet van Droes. Er benne een houp mense een beetje beter an toe raakt. Maar leite we ut nou niet zo voorstelle, of ze de hemel op aarde hewwe. Zo is ut nag niet hillegaar. Ut leven is in de paar jaar dat de Noodwet bestaat al weer een gnap endje duurder worren. En den kenne ze van moin de statestiek er bal hale en zegge, dat ut maar een heel beetje skcelt, deer hew ik lak an. Maar neem jij nou maar een paar van die menskes, die deer niet mekaar ln een hulske zitte. En er benne er nagal wat oor. As ze een vakvereniging oprichtte, werd ut de bij zijn baard en zoende hem, dal het klapte. In de boom zat de uil wijsgerig toe te kijken. Bruin was de eerste, die weer nuch ter werd Hij wilde als de drommel naar huis, want hij had in de eer ste plaats honger en Li de Lveede plaats slaap Het was al bijna een maand geleden dat hij gegeten had en als een Beer na een maand wak ker wordt, heeft hij een geweldige trek In optocht en luid zingend gin gen ze naar de hut van de kabou ters. De herten staken hun koppen rond de bomen en de eekhoorns ke ken uit hun holen. Spelletjes op winteravonden Waarom zouden we eigenlijk al le weken een raadselhoekje er op na houdèn. We kunnen toch ook wel eens een keer iets anders doen Raadsels ls heel aardig maar ge zelschapsspelletjes in de winter is nog aardiger. Doen jullie thuis ook wel eens aan gezelschapsspelletjes? Ja er moeten een paar broertjes of zusjes bij zijn, maar vader en moeder mogen ook meedoen en het is helemaal niet erg als Je het met een paar vrienden of vriendin nen doet. Dan kom Je eens een avond bij elkaar de ene avond bij de een en de andere eens bij de an dere. Weet je wat een verbazend aar dig spelletje ls? Er zijn soms ge dichten en uitdrukkingen, die je moeilijk een keer of wat snel ach ter elkaar kan zeggen. Ik weet van een firma op een dorp het is al heel lang geleden, die heette Kril Ier en Kleljer.. Maar die hebben eerst nog al wat herrie gehad of de naam van de firma moest zijn Kriller en Kleijer of Kleijer en Kriller. Toen spraken ze af. dat de naam zo zou worden, als het gemakke lijkst tien keer achter elkaar kon worden uitgesproken En een beet je vlug. Het ging op geen enkele manier. Bij de zesde keer waren ze altijd in de war Probeer het maar eens. En er zijn veel meer van die moeilijke dingen. Wat denk jullie van het volgende gedichtje: Er schreed een snip over het schip en die sneed met zijn b:k spek van het spit Wie heeft coit een snip over het dek van een schip zien schrijden en met zijn bek spek van liet spit zien snijden, zoals deze snip deed. die over het schip schreed én met zijn bek het spek van het spit sneed. Houdt eens een wedstrijd wie dat - v.i r er fouten enkele achter c'fcaar kan voordra gen dan ie's. Je Iaat ien - - verhaaltje te vertel len. E dan wijs je er plotseling ten aan. die het nv zult eens zien w - - i? dar krijgt.. En wedden lat de ouderen ock nog graag mee er spoedig eens wat OOM ROB grooste vakbond van heel Nederland. Deer ritte die menskes nou. Sega re? Ja. wat zou de man niet graag een Paar segafe op een dag rouke. En jullie benne ut toch zeker met me ieus. dat ut hillegaar gien weelde weze zou. Maar das veertien segare In de week en reken ze maar teugen twintig cent. Hal zei ut wel uit z n loif leite. Een paas onskes tebak om een potp te smoren? Reken ut gekust maar op een gulden met zestig cent. En as ie een beetje gnappc hewwe wul twcl gulden. De aardigoid is er immers of. Neem nou ut vlois. Veertien dubbeltje» voor een pondje. En wat is nou een pondje vlois. Let op moin woorde. As ut zo deurgaat den kenne zokke mense binnenkort weer tebakstele rouke en koeiekoppe en pense en varkensdarme ete". „Ja. me jöon'begon de barrebier, „ut is me ut wereldje wel. En ut zei voorloupig nag wel zo bloive ok. En den ken je dat nag zo treurig vinde. Den ken je je er over opwindc, ut geeft Je niks. Want den wordt ut geld in de eerste plaas besteed om je te be voi'iigen en pas in de tweide plaas om ut de mense, die er toid had hewwe en er niet meer verdedige kenne, wat aangenamer te maken". „In de tweide plaas", raasde Kees „In de twaalfde. Want de hele wereld gaat zo wat voor hullie.". „Je zouwe er uitloupe. As Je maar wiste weer nci toe." FIGARO. ARTURO TOSCANINI, de bekende dirigent, wien door de Italiaanse senaat het erelidmaatschap was aangebeden, heeft aan dit lichaam bericht, dat hij er geen lust in heeft, zich deze onder scheiding te laten welgevallen. DE VROEGERE Amerikaanse gezant in ons land, dr. Herman Baruch is door H.M. de Koningin het Grootkruis in de Orde van de Nederlands» Leeuw to» gekend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1949 | | pagina 3