Het Evangelie in hout I I Kerstfeest 1949 Ét UIT BOOMSTAMMEN EN AANGESPOELD HOUT K; fi rn fi M ll TN het matte licht van de late winterdag kuieren oud-zee lieden in hun blauwe duffel- tjes op het ga- ion van de Prins Hendrikstichting te Egmond aan Zee. Zelfs op deze Zater dagmiddag is de voornaamste ftraat van deze badplaats schier uitgestorven. Een schaarse tv iuei aarster. vragen wij naar „een mijnheer Wijker", die hier In Egmond moet wonen. De naam geeft moeilijkheden. De Wij kers blijken in Eg mond even tal- ning, het midden houdend tussen een kleine villa en een burger- woonhuis. Fris rood en wit ge schilderd hout werk, een ste nen schuurtje opzij van het huis. Diem", een wo- rijk als in Dur- gerdam de Por- siussen ex\ in Landsmeer de Goedes. Maar als wy verduidelijken: „Cor Wijker, de beeldhouwer", is het raadsel spoe dig opgelost. En even later staan wij voor „Carpe Wyker is thuis. Hij ontvangt ons in zijn warmgetinte woonkamer, waar de donkere panelen, vlak onder de zware eikenhouten zolde ring, reeds getuigen van zijn kunst. Wijker is een beeldhouwer van het hout. En een beeldhouwer van het Evangelie Terwijl zijn vrouw bedrijvig de koffiepot hanteert en wy ons warmen na de koude reis, loopt het gesprek eerst over koetjes en kalfjes. Dan over de stukken aan de wanden. Wijker uit zich moei lijk als hij oyer zijn kunst spreekt. Langzaam en aarzelend vormt hij zijn zinnen, langzaam ook zijn de gebaren van zijn sprekende handen, waarmee hij zijn woorden wil verduidelijken. Zijn handen. De handen, waarmee hij de hamer en beitels han teert, als hij het ruwe hout bewerkt tot de prachtige Bijbelse voor etellingen, dié nu zijn wanden sieren. Vinden wy zijn handen weer in het fraaie paneel „Abraham's offer", dat boven de schouw staat? Berustend is de hand, waarmee de aartsvader zijn zoon Isaac vast houdt, terwijl de andere zich vastberaden klemt om het heft van het mes. waarfoee de dodelijke steek zal worden toegebracht. Daar de engel, die tussenbeiden komt en het verlossende woord spreekt.- Wijker gaat aldus te werk. Hy leest zyn Bijbel. Leest en herleest een gedeelte. Dan gaat de voorstelling voor hem leven. Hij bestu deert de mensen, die hij ontmoet: hun gelaat, hun houding, hun handen en voeten. Tot hij de gehele voorstelling, die hij wil houwen, in de geest overziet. Dan neemt hij het hout, waarin Hij reeds bij voorbaat de voorstelling heeft gezien. Dan hakt hij- Links, rechts of in het midden. Het is gelijk Hij weet precies de volgorde van de figuren En zijn materiaal? Voornamelijk eikenhout. Hout, afkomstig van de sloop. Koppen van oude palen. In zyn atelier, het stenen schuur tje naast het huis, ligt een brok stam van een notenboom, daarnaast «en stuk tropisch hout, dat op het strand aanspoelde. En voor ieder stuk onbewerkt materiaal leeft in het brein van deze kunstenaar reeds een voorstelling. Cox Wijker in zijn werk plaats aan de arbeid. Hout ron de sloopKoppen van oude palen "tlIER in het atelier staan ook bewerkte taferelen uit hët Oude. doch vooral uit het Nieu- Testament. Toch ook genrestuk ken met andere strekking. „Eva- ciiotie", geïnspireerd op een krantenbericht tijdens de Spaan se burgeroorlog. De stranding van de „Drente" Hierop zien wij de reddingboot uitvaren. Deze stranding en redding door Wijker gadegeslagen, heeft op de beeld houwer een grote indruk ge in ia kt, die hij later in het hout beeft vastgelegd. Het ontroeren de in dit houwwerk is weer de eenvoudige manier van vertellen, ontstaan uit een edel en eerlijk gemoed Het is een Evangelie verkondiging, die door een inner lijke belevenis- is geheiligd. En daar de kunstenaar Wijker een zeer zuivere weergave geeft van he. eenvoudige, haast kinderlijke geloof van de mens Wijker is het werk ontroerend rijk aan expres sie Maria geeft het Kind aan de Wereld". Het Kerstgebeuren trilt ln de aderen van het hout. Ie dere kop, de houding van elk fi guur elk detail is op zichzelf be zien een geheel en staat tot het overige gedeelte en tot de ande re figuren in een knap psycholo gisch verband. Zo is in de „Ge vangenneming van Christus'de Christuskop geïdealiseerd. Klein en fijr. besneden. He' werk van Wijker is eigen- Mji* in tweeën te verdelen: laag- relief dat zijn de voorstellin gen die in panelen of in het wor- teipeaeelte van een eikendeel wilden gehouwen; de figuren bhiven hierbij vast aan de ach tergrond en hóogrelief. Hier bij komen de figuren gedeelte lijk „van de achtergrond". Een dieptewerking treedt op. Als ma teriaal gebruikt Wijker hiervoor de stukken boomstam en aange spoeld hout. Dit werk is niet ge- poivchromeerd. In dit hoogrelief lijt' dr meeste stukken gemaakt. Stokken die Wijker soms zes maanden arbeid vroegen. Het sloophout veelal prach tig eikenhout met een edele vlam en met een merkwaardige gloed. Zo zelfs, dat men de indruk krijgt alsof bet bewerkte hout met was is gewreven. Merkwaardig is ook, dat Wijker de stof, die zich op he* relief vormt, niet verwijdert. De groen-grijze stofdeeltjes ge ven de beelden een eerbiedwaar dige luister. Eén keer per dag de zee zien Maa'. dan is het tijd voor de avondwandeling van onze gast heer .Hij moet elke dag minstens één keer de zee zien", zegt zijn vreuw glimlachend. Later staan wy oo de pas aangelegde boule- Hieronder: Maria geeft het Kind aan de Wereld. Het kerstgebeuren trilt in de ade ren van het hout Lor Wijker is gemeenteop- richter te Egmond Voordien xoas hij 23 jaar werkzaam als opzichter bij het Centraal Ge nootschap van Kinderkolo niën. Als ovrijetijdsbesteding dient hij de beeldhouwkunst. Per week xoerkt hij ruim achttien uur hieraaneen kunst geboren uit liefde tot de kerkversiering en gexoor- den tot een voor altoos in hout vastgelegde gedachten - gang. Wijker verkoopt geen van zijn stukken. Wellicht is dii de oorzaak dat deze kunste naar nog zeer onbekend is. Slechts aan enkele, hem na aan het hart liggende vrien den gaf hij uit zijn grote col lectie enige stukken xveg. Vele bewonderaars van deze kunst en vrienden van deze „Volks kunstenaar", zoals Kasper Niehuis hem noemde trek ken telkenmale naar Carpe Diem", Is het te verwonde ren, dat deze door en door Hervormde kxinstenaar onder de Rooms Katholieken vele vrienden telt? Kunst maak je niet voor de verkoop. Kunst wordt dan pas Kunstwanneer, het tot stand komt uit een innerlijke drang tot scheppenis zijn mening. En daar Wijker deze schep pingsdrang niet graag geleid ziet door de Mammon, voor al niet. omdat zijii werk een sterk godsdienstig karakter draagtverricht h\j, tot hel verkrijgen van het dagelijkse broodandere en voor hem niet minder belangrijke arbeid vaid voor de vuurtoren. Het is he1 g. Het uitzicht is gering. Ook in Egmond heeft de oorlog zijn wrede sporen nagelaten. Het rustieke, oude gedeelte met zijn gekalkte huisjes, nietig en scheef gezakt, met zijn labyrinth van straatjes, is door de Duitsers ge sloopt En dit specifieke kust- do^pdeel wordt niet meer in ou de trant opgebouwd. Nieuwe hui zen, ruim en practisch ingericht, verrijzen er in brede, vlakke stra- ter:. Voor de bewoner een geluk- kig heil, voor de geboren Egmon- denaar en dorpsminnaar een weemoedige ergenis. Wijker vertelt. Zo moeilijk het hem valt over zijn beeldhouw kunst te spreken, zo gemakkelijk vloeien hem de woorden uit de mor.d als hij spreekt over zijn dagelijks werk als gemeenteop zichten. Hij vertelt van zijn po gen het oude Egmond weer te doen leven, dat hij oude voor werpen verzamelt, die bij het graver, van de bouwputten ge vonden worden: mUnten, tegels, pijpekoppen, waaronder bijzonder fr-j.ai besneden exemplaren. Wijker hoopt, dat er in de toe- komst een klein gemeentemuseum za komen. Voor de badgast en voor jong Egmond vooral! Weer thuisgekomen laat Wijker ons een bouwkundige tekening zien van een kansel, die in de Ge reformeerde kerk te Egmond zal worden geplaatst. Het bijzondere is, dat hij in de panelen voor stellingen zal houwen, nl. van de kruisd ragende Christus. De fraaie altaar- en kerk ver sieringen van de vroege Middel eeuwen vonden hun verloop in de Hervorming. Men noemde het „beeldenverering" en in de tij den. die volgden, verdween het versierend werk geheel. Het Oude Woord en <fe Evan gelieverkondiging zijn wederom levend geworden door de hand van een scheppend kunstenaar. Wijker zal in volle zuiverheid van het gemoed het stugge hout be werken God en Zijn Woord ter ere Dit overpeinzen wij, als wij weer in de bus zitten, die ons naar Alkmaar brengt en een be genadigd kunstenaar achterlaten in zijn gezellige huis, waar lief de er. een stil godsvertrouwen wonen. Voor de jongeren. Robert Schumann T T kent hem alleen als groot componist, maar dit heel eigen genie was ook dichter en criticus, hij gaf twaalf jaar lang een tijdschrift uit en schreef boeken. Zijn vader was een uit gever en boekhandelaar, die als eerste van zijn tijd een encyclo pedie voor kooplieden had uit gegeven, evenals een handels- en fabrieksadresboek voor Saksen 11792). Hij gaf Robert een goede opvoeding en zo liepen bij Ro bert het letterkundige en het muzikale parallel. Beroemd zijn Schumann's essays: „Het leven van de dichter", „Monument voor Beethoven" en „De sonaten van Conté di Pocci". Het is jammer, dat ik niets uit „het leven van de dichter" kan aanhalen, maar de hele roman tiek van dezë meest romanti sche aller musici ligt in dit werk. Eén woord maar: „Zo leeft de dichter een gelukkig leven: donker en verward wordt zijn oog in het lawaai van de werkdag, maar helder en sereen ontwaakt het in de eenzaamheid van de natuur: het laatste restje uit de gelukzalige arcadische tijden. Dat Robert Schumann. dia slechts 46 jaar oud werd (1810 1356), met Clara Wieck trouwde, is een der grote genaden, die de ze romanticus ten deel vielen! Clara Wieck was de dochter van zijn muziekonderwijzer. Deze was tegen het huwelijk, dat toch een zo groot succes werd. Clara werd een wereldberoemde pia niste. Na Robert's dood heeft Clara als tolk in alle hoofdsteden van Europa het werk van haar man gespeeld en bekend ge maakt. In Londen werd ze in de Albert Hall voor 8000 enthou siaste toehoorders door Koningin Victoria onderscheiden. Ze leef de van 1819 tot 1896 en heeft een ongelooflijk levenswerk verzet, een der grootste voorbeelden als wonderbaarlijk fijne moeder van zeven kinderen, als toegewyde echtgenote, als gastvrouwe, als beschermster van Johannes Brahms. En Robert Schumann zou niet de grote onsterfelijke componist zijn geworden zonder deze heerlijke vrouw! Als er weer eens een sympho- me gespeeld of liederen van Schumann gezongen -worden, luister dan eens goed. J. H. P. JEUGD-E.H.B.O. Personen van 14 tot 18 jaar zul len weldra een cursus in EHBO kunnen volgen, waarvoor een speciaal getuigschrift wordt uit- geieikl. Dokter J&c. Creyghton heeft een handleiding geschreven, waarin vooral ongevallen wor den beschreven, die de jeugd vaak oploopt. 1—iOKKENDE advertenties. Tot kopen dwingende étala ges. Veel hulst, dennengroen en kaarsen met het daarbij behorende rood als prettige combinatie. En daarbij de kalkoenen, ganzen, kippen, konijnen, het kerstbrood en al het andere, dat tot een echte feestdis wordl gerekend. En dan natuurlijk de kerstboom. Die sierlijk ryk opge tuigde denneboom, die in zijn flonkerende pracht bijna huis aan huis achter de vensters zichtbaar is. Zo is er nog meer. Zo zijn er ook de gereserveerde tafel tjes in de grote restaurants. Tafeltjes, al weken van te voren besproken, geflankeerd door metershoge rijk stralen de kerstbomen. In zalen, waar muziek en dans stemming zullen brengen. Schouwburgen en andere inrichtingen van vermaak, waar men ook tijdig bij moet zijn en besproken moet hebben, wil men toegang erlangen. Ja, dat alles is kerstfeest. Behoort er althans toe, maar dan zo, dat het be hoort bij onze vlucht. Ons wegvluchten w, AAROM vluchten wij? Zoeken wij de viering van de blijde boodschap in hulst, dennengroen, kaars? Stellen wij ons in op heerlijk eten en drinken? Schutten wij ons, duiken wij onder in huiselijke gezelligheid? Grijpen wij naar zoveel, dat afleiding, vermaak en nog zoveel meer moet schenken? Waarom geven wij aan al dit hier genoem de, voor 99% plaats? Waarom... Is het. omdat wij het machtige van de kerstbooijschap niet aandurven, niet aan kunnen? Bevreesd zijn voor die geweldige boodschap: „Ziet ik verkondig U, dat TJ heden geboren is, de Zaligmaker"? Voor 99%. O het is niet de schuld van U en mij, dat de 100%- niet vol is. Nooit vol komt. Dat die ene procent zich niet weg laat werken. In ons als een onblusbare vonk blijft gloeien. In staat om ons in een ogenblik en vaak op het alleronverwachtste moment by de ware, meer zuivere kerststemming te brengen. Was en is zonder die vonk de ontsteking mogelijk, die ons optrekt boven alles uit en voert naar de juiste kerst sfeer? Was het zonder dit mogelijk, dat overmoedige en zich met ietwat ruwe taai houdinggevende fabrieksmeisjes stil worden en zingen? Met hun kerstpakketten en de blijd schap van een paar dagen vrij, zijn zij de treincoupé binnen gekomen. Lawaaiig en drUk. Overmoedig geven zij man nelijke passagiers antwoord, totdat de gesprekken de vrije dagen en het kerstfeest naderen. Dan wordt het stil. Een der meisjes zet, aanvankelijk zacht neuriënd „Stille nacht, heilige nacht" in. Spottende opmerkingen worden gehoord, maar vermogen het meisje niet te deren. Iets voorover ge bogen, blikkend in de duisternis, die geen onderscheiding van het landschap meer mogelijk maakt, zïhgt zij door. Aangenaam getroffen door die mooie, warme en volle alt stem luistert men. Tot de andere meisjes het lied overne men, mede zingen. Dan plant de zang zich voort. Zingen tenslotte ook de spotters. En als de trein het Centraal Station binnen rijdt is er geen jachtig gedrang, maar ver laat men zingende de coupé. „Er is uit 's werelds duist're wolken, een licht der lichten opgegaan." Welnu, is de vonk, die aan dat grote licht ontsproten is en in ieder van ons gloeit, niet in staat öns via een eenvoudig fabrieksmeisje tot het grote schijnsel van dat „L i c h t" te voeren. 2RST 1949 in een krank zinnige wereld. In eeti wereld, waarin men elkan der wantrouwend begluurt en bespiedt. Vrees, angst en beklem ming zijn in het leven van de mens een normaal ver schijnsel. Wie de Bijbel bij het begin openslaat, stuit daar al reeds op de angst in het verprutste mensenleven. Daar vlucht het eerste men senpaar al en doet het „Adam waar zijt Gij" twee sidderende mensen bevend naar voren treden. En ver der kenmerken angst en vrees al de eeuwen door het menselijk bestaan. Hoor de psalmdichter als hij het uit roept: „Mijn geroep uit angst en vreze. Klimt tot God het Opperwezen". En nu treedt in onze van angst verwrongen wereld het Kerstfeest. Ja, niet om ons enkele dagen vroom en devoot te stemmen. In onze ryke en door God gezegende jaren waren wij geweldig vroom. Vertoonden onze guldens en rijksdaalders als randschrift „God zij met ons". Maar met die vroom heid behielden wij die gul dens. Verkommerde de ar me, werd aan de Ouden van dagen geen aandacht ge schonken. In Engeland, dat in vroomheid voor ons niet on derdeed, stond op de schat kistbiljetten „De aardè is des Heren, mitgaders hare volheid", maar ook daar werd de arme vergeten, was de sociale rechtvaardigheid zoek. Neen, niet voor twee dagen vroom zijn, komt het geboortefeest van Christus tot ons. Maar om ons te zeggen, ons de zekerheid te schenken, dat wij in onze angst en beklemming niet alleen behoeven te staan. Dat het „Alzo lief heeft God de wereld" in vervulling is gegaan. God in Zijn eigen Zoon de in het paradijs ver scheurde band tussen God en mens weer heeft hersteld. Dat God in Christus onze Vader, onze behoeder wil zijn. Naar Zijn wereld greep en zeide: „En toch is het Mijn wereld." Overmorgen is het Kerst feest. En nu gaat het er om wat dit feest voor u is. U kunt aan de buitenkant blij ven. Dat is: u verlustigen in de pracht van de verlichte boom, de gezellige dis, het pleizier en vermaak. Maar u kunt u ook dit feest toeëige- nen. Dat is'aan de geboorte van Christus als onze Zalig maker, Borg en Verlosser deel hebben. Het gaat er maar om wat Christus voor U is. Velen vieren Kerstfeest. Maar niet zo groot is het ge tal van hen, die in alle een voud de weg van herders gaan. Dat is de weg van er kenning en aanbidding. He rodes wilde ook naar Bethle- hem. Maar zijn doel was niet de aanbidding, maar de ver nietiging van Christus en Zijn Gods rijk. De dwaas. Gelukkig hij, die in dit feest kan beluisteren het „Ere zij God in de hoogste hemelen". Want die hoort ook het „Vrede op aarde, in de mensen een welbehagen" en weet zich dwars door de angsten van deze schrikaan jagende ti?d veilig bij het Kind van Bethlehem, dat na Zijn kruisdood en opstan ding kon zeggen: „Mij is ge geven alle macht in hemel en op aarde". Ik wens u allen een zalig kerstfeest. KERKGANGER DE. GEHEIMZINNIGE KERSTNACHT TALRIJK ZIJN de overleve ringen, die spreken van de ge beurtenissen tijdens de Kerst nacht. De vlier- en de appel», boom bloeit, al het water ver andert in wijn, de onderaardse klokken luiden, al het hout is zoet-hout, en de koeien en paar den op stal spreken in de men selijke taal ln Staphorst is het nog zon derlinger. Wanneer iemand daar tijdens de Kerstxiacht bij de haard gaat zitten met een binnenstebuiten gekeerd hemd naast zich, dan ziet hij het ge zicht van zijn aanstaande of de doodkist. Het zien van hef laatste betekentdat men onge- troxiwd blijft. Al deze sprookjes schijnen overblijfselen te zijn van de Germaanse mythen en sagent die later vermengd zijn mei christelijke gedachten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1949 | | pagina 4