EKK#EKI
Kwade rakkers
De antwoorden van de
Kerstpuizles
De
nieuwe opgave
Lajos Zietzoveel, onze eigen speurder
BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN IN 1949
SS hemTe^ae'te'i^L^
;fnXn'e„N^rhr^
ra Ja" dac«
Ons vervolgverhaal
De zeven Kabouters
van Sneeuwwitje
Unk Wunk had zijn buik dik ge
getcn aan het Kerstmaal "bij de
elfjes en de kabouters en hU was
al weer op weg naar zijn hol. De
elfjes begonnen te gapen en de
kabouters praattener reeds over
•m het bed op te zoeken toen ze
plotseling een luid gesuis ln de
lucht hoorden. Natuurlijk moes
ten ze weten wat er aan de hand
was en nieuwsgierig deden ze de
deur open. In de met sterren be
zaaide hemelwas een geruis te
horen of er veel vogels aan het
vliegen waren. Plotseling daalden
twaalf grote uilen uit de lucht
neer op het grasveld, dat nu m?t
sneeuw bedekt was. Verschrikt
stoven de kabouters en de elfjes
hun huis binnen. Wat zou er nu
weer aan de hand zijn?
Angstig gluurden ze door het
raam en daar zagen ze. dat de «1
len onbeholpen door de sneeuw
waadden en op de deur afkwa
men. Even later werd er getikt
aan de deur.
„Niet open doen." fluisterde een
elfje en dadelijk vielen de ande
ren haar bij. Niet open doen Dat
was Hummeltje toen te geleerd
en nadat er 3 maal geklopt was
verzekerde hij, dat hij dr deur
opendeed, er gebeurde wat er ge
beurde. En zo stapte Hummeltje
naar de deur toe. Het was hele
maal niet vreselijk wat hij daar
zag. De uilen hadden zich in 2
rijen van zes opgesteld en bogen
eerbiedig toen de deur open ging.
Hummeltje was direct op zijn
gemak. Die beesten zagen er niets
kwaadaardig uit. „Komt u bin
nen," zei Hummeltje eindelijk,
wilt misschien wel even bij
h-t vuur komen om u te war
men."
En dus hipten de uilen de drem
pel over en stonden al spoedig
ln de hulskamer der kabouters te
gen het licht van de lanaarns te
knipperen. De kabouters stonden
op en hoopje ln de hoek van het
vertrek en de elfjes stonden hele
maal achter hen weggescholen.
Eerst toen ze zagen, dat Hum
meltje niets was overkomen, kre
gen ze wat moed en langzaam
kwamen ze te voorschijn.
„Wie is uw opperhoofd?" kras
te toen plotseling een uilestem.
Ze schrokken er zo van, dat ze
over elkaar onderste boven rol
den. Alleen die dappere Hummel
tje bleef lachend staan. Hij wees
op Knorrepot, die met zijn b nen
omhoog lag. Gelukkig konden de
allen niet zo goed zien in het
lamplicht. Anders hadden ze het
opperhoofd vast uitgelachen.
Trouwens opperhoofden zijn heel
dikwijls belachelijk. Nu kwam de
oudste uil deftig naar voren en
overhandigde aan de overeind ge
krabbelde Knorrepot een brief.
Nieuwsgierig maakte Knorrepot
die open. Toen klapte hij ln de
handen en begon te juichen.
..Een uitnodiging om met de
Oudejaarsavond bij Sneeuwwitje
op bezoek te komen." riep hij.
„We worden met het vliegtuig ge
haald. Is me dat even fijn."
De hele avond vierden ze vro
lijk feest met de uilen en de hele
week hadden ze nodig om alles
klaar te maken voor de reis. Wat
waren ze zenuwachtig, toen eln
delijk het vliegtuig aankwam en
ze op d? besneeuwde weide instap
ten. Even later zaten ze allemaal
ln de luchtkoets en daar ging het
over de besneeuwde bos.ven en
velden, over de bevroren rivieren
Na een uurtje zagen ze de stad
ld en de machine ging lager vlie
gen. cirkelde een paar maal, om
ten slotte te landen. De auto's
stonden al klaar in snelle vaart
ging het naar het palels van
Sneeuwwitje. Die stond al op het
bordes te wuiven en naast haar
stond de prins, waar ze mee ge
trouwd was. Maar wat keek
Sneeuwwitje verwonderd toen ze
de elfjes zag uitstappen
En de elfjes keken hun ogen uit
naar Sneeuwwitje. Zo Iets moois
en liefs hadden die nog nimmer
gezien.
Wat hadden ze elkaar een boel
te vertellen, toen ze aan tafel za
ten om het oudejaarsfeest tt vle
ren. En toen de klok twaalf uur
sloeg, kregen dt elfjes tranen ln
de ogen. want ze dachten aan el
fenstad en hun ouders. En toen
Sneeuwwitje dat hoorde en van
de rouwplannen en de grote brul
loft, moesten ze haar natuurlijk
beloven, dat ze op de bruiloft
mocht komen.
Het moest een heerlijke avond
zijn geworden, en toch was Hum
meltje niet tevreden. Hij zat
maar te luisteren, tot ten slotte
Sneeuwwitje vroeg, wat er aan
scheelde.
Het 1b of ik geregeld hoor schle
ten in de verte, zei Hummeltje.
Sneeuwwitje werd bleek van
schrik en ook de prins schrok he
vig. Toen vertelde Sneeuwwitje,
dat het misschien wel een vijan
delijk leger was. die de stad wilde
overvallen. Even later hoorden ze
het al dichter bij Wat een ru
moer.
Plotseling werden de deuren
van het paleis opengeworpen en
er stormden kwaad uitziende men
sen binnen. Ze begonnen Sneeuw
witj? en de Prins gevangen te ne
men. De elfjes en de kabouters
jammerden, maar toen ontdekte
Hummeltje, dat hij de toverfluit
van berkenbast nog bij zich had.
Hij bl'es er lang en h^d op.
UIT DE NATUUR
Ja, dat zijn het, de kraaien
Kwade rakkers. Ze stelen en ro
ven en plunderen en moorden en
de kleinere dieren zijn niet veilig
voor ze. Je zoudt dus zeggen, dat
is geen vogel, waar je veel van
moet houden. Wat is er erger, dan
dat een vogel steelt en moordt en
wat al niet meèt En toch houd ik
van die vogel.
Er wordt soms zo veel overdre
ven En al is het dan ook waar, dat
hij wel eens steelt, dat hij de eie
ren uit de kippenhokken rooft en
dat hij jonge vogels met huid en
haar opeet, ik kan er niets aan
doen, ik houd van die kraaien.
Misschien omdat hij zo veel durft
Heb jullie hem wel eens zien vech
ten? Het is een indrukwekkend ge
zicht, als hij zich tegen aanvallers
verweert, of als hij zelf aanvalt.
Ik heb eens een troep kraaien ge-
tig maakten. Er waren misschien
ten veertien of vijftien kraaien en
ze hadden een kerkuil betrapt, ter
wijl hij in een boom zat te soezen.
Meteen had er een schel alarm
signaal geklonken en uit alle hoe
ken vandaan kwam kraaien aan
stormen. De uil werd wakker, knip
te rret zijn ogen en zette zijn ve
ren op. Wat was de uil boos. Dat
koe je zo arn hem zien. En een
boze kerkuil is een vreselijk beest
Dat weten de kraaien ook wel,
maar ze trekken zich er niets van
a?n. Ze vliegen om de uil heen. ge
ven hem een lik hier. een houw
daar en maken een kabaal, dat ho
ren en zien vergaat. Zulke toneel
tjes kan je steeds in de natuur
v tuien. In de regel echter zien jul
lie ze niet Maar dat is eigen schuld
War»! als jullie lawaai hoort, dan
g?an jullie er haast je rep je naar
to». zonder op iets te letten. En
a' v at je dan ziet, is een warre
ling van vogels, die haastig weg-
vLegen. Want zo verdiept zijn ze
niet ln hun spel of gevecht, of er
is er een onder hen. die belast is
met toezicht op mogelijke andere
gevaren. En ze hebben de mens als
het grootste gevaar leren kennen.
Als jp dus komt aanhollen: Een
klein waarschuwingsslgnaal dat je
zelf niet hoort en weg Is de hele
boel.
Wat krijgt de uil het Intusen be-
nauwd. Hij is ziedend kwaad^ maar
kan Zijn aanvallers niet baas wor
den. Dan wil hij het met een snelle
vlucht proberen en tegelijk eenof
twee van de kwelgeesten gnjpen
en in zijn sterke klauwen verme-
lro Hij schiet uit de boom. maar
meteen zit de hete kreaienkelome
hem op de huid. Ze teten hem
geen ogenblik rust en de uil mag
blij zijn. als hij weer In zijn boom
terug kan komen en de storm mee
zich laten uitrazen tot de «cheme-
Dat is een andere kant van de
kraai. Hij is niet alleen een dief.
Ook niet alleen een rover en moor
denaar Hij is een ridder, die ner
gens bang van is en die overal ecn
spel van wil maken. Met elleeo
ridder is hij. Ook komediant
Daar moet jullie eens op letten
als je zon tien tot twintig kraaien
bij elkaar ziet. Dan wordt er dik
wijls een volmaakte comedie opge
voerd. Soms met een stuk linnen,
dat ze bij de een of ander van de
bleek hebben weggekaapt, en als ze
niets hebben om zich te '«-maken,
bedenken ze wel een spel. Al heb
ben ze dan ook geen hersens. Dat
wordt immers altijd beweerd, dat
de dieren geen hersens hebben?
Maar toch zijn ze soms verbazend
slim.
Ik heb eens een stel kraaien ga
degeslagen die op een stuk land
bezig waren. Het was te ver weg.
dan dat ik precies kon zien wat er
gebeurde. Bovendien was het spel
al een poosje aan de gang en er
was geen dekking waarvan ik kon
profiteren. Maar toen ik er een
noos naar had gekeken, heb in
volgende er over gedacht. Er ble
ven steeds twee kraaien op net
land zitten. De anderen vlogen
naar bomen in de omgeving. Dan
gaf een van de kraaien op het land
een rare schreeuw. De ander scheen
daar erg van te schrikken, vloog
weg van de ene boom naar de an
dere alsof ze een boodschap bracht
en dan stormden de kraaien allen
naar de plek waar die ene kraai
zo'n rare schreeuw had gegeven.
Ze hipten er om heen, schenen te
beraadslagen, wisten niet wat zeer
mee moesten, vlogen dan plotseling
allen weer heen. terwijl er tv*ee
kraaien stil bleven zitten. Dat uit
haalde zich een keer of wat. Ik be
gon te geloven, dat de ene kraai,
die zulke rare geluiden maakte,
lang niet in orde was. Niet zodra
had ik me echter vertoond, of hij
vloog nog harder weg dan de an
deren. terwijl hij spottend riep'.
„Ka. ka. ka..."
Ik heb een hele poos zitten na
denken, wat die kraaien deden en
na andere waarnemingen ben ik er
volkomen zeker van: Ze spelen hun
spel. Precies als jongens en meis
jes. En minstens even opwindend.
Al begrijpen wij er ook niets van.
En daarom houd ik van die kraaien..
ONS RAADSELHOEKJE
Hier volgen de oplosingen van de
vorige raadsels
We kregen oom en tante op visite.
Wat is Rob de laatste tijd toch on-
AUMe dat wenst, zal ik Je thuis
brengen.
Meester zou bijna op *ün neus ge
vallen zijn. i
Beste vrienden wat zijn Jullie druk
vandaag I
De mannen en vrouwen verdron
gen zich voor de tent.
Ik ben blij, dat ik ook veel vrien
dinnen heb.
Wat is er een vreselijke wind van
daag.
Vrolijk fluitend ging ik de weg op.
Het Kerstfeest wordt in heel veel
landen gevierd.
Toe, wees nu toch eens een beetje
rustig.
Nu was het toch zeker vrij een
voudig om de zin te vinden hè?
Oom Rob wenst al zijn vrienden en
vriendinnen een vrolijk Kerstfeest
toe.
De landen om de Middellandse
Zee was moeilijker. Vooral als je'n
oude atlas hebt, valt het niet mee.
Maar daar gaan ze dan.
Spanje, Frankrijk. Monaco, Italië
Triest, Yougo Slavië .Albanië, Grie
kenland. Turkije. Syrië, Libanon,
Palestina, Egypte, Libië, Tunis, Al-
gerië en Marokko.
Maar het leukst van allen was
wel de laatste opgave. Hoeveel ver
schillende woorden kan je maken
van het woord paard. Er waren er
die er geen tien woorden van kon
den maken, maar er waren er ook,
die er veel meer konden vinden.
Ik geloof, dat het juist aantal 18 is.
Ik heb tenminste de volgende woor
den kunnen samenstellen:
Aap. aar. aard, ar, ad, AJ»., Aad,
dar, daar. dra, paar, pad, pa, ra, rap
raap, raad. rad. paard.
Dit is een moeilijke opgaaf. Bijna
zo moeilijk als een kruiswoord-
puzzle. Maar als jullie er je best
op doet, vind je het wel.
De gehele zin bestaat uit 26 let
ters en het is een heel bekend
spreekwoord.
Nu geef ik telkens enkele cijfers
op. Voor ieder cijfer moet Je een
letter invullen, dan heb Je het
woord, dat je op weg kan helpen.
Je neemt dus een stuk papier,
waarop je de getallen van 1 tot en
met 26 zet. Heb ja nu het goede
woord gevonden, dan zet je de let
ter die met het getal van de zin
overeenkomt onder de rij cijfers.
Daar gaat ie dan. En vee! succes
3-4-7-5-6 Geen mens.
1-10-10-11-12 Niet goedkoop
8-9-2-13 Een paar.
14-15 Een vrucht.
20-18-19-16-17 Op zij van, terzijde.
26-21-22-23 Rij bomen.
24-25 Iets wat we niet graag meer
zouden hebben.
Zie zo, doe nu Je best en vul
maar in. Dan kan je een prijs ver
dienen. Inzendingen aan
Oom Rob, Postbus 3, Schagen
Omdat Lajos het vorige week n iet verteld heeft zullen wij
maar uitleggen waarom het ver haal van de man. die verklaar
de, dat zijn vrouw door een onb ekende was vermoord, niet
waar kan zijn geweest. De
man vertelde nl dat zijn vrouw een steile trap op liep en van
ach-eren werd neergestoken, d oor een man, die in haast naar
boven rende. Deze z.g. moorden aar zou tenminste één, mis
schlen zelfs twee treden onder de vrouw hebben moeten staan,
terwijl hij naar een bewegend o bject stootte, dat s t e e g De
messteek zou dan nooit op scho uderhoogte kunnen zijn aange
bracht en neerwaarts tot in het hart kunnen zijn gedrongen,
hiervoor had de man tenmlnst e op gelijke hoogte, misschien
zelfs hoger moeten staan.
geen oplossing in het verhaal
ziende, „en verder
Enige lezers habben verklaard,
dat de mysteries van Lajos nogal
moeilijk op te lossen zijn, tja. La
Jos heef moeilijke gevallen ter op
lossing gekregen zoals hij zelf on
bescheiden beweert, anders had
den zijn „minderen" of anderen
het wel kunnen doen. Lajos ls nu
eenmaal onbescheiden en zelf vol
daan. Hier volgt zijn derde presta
tie.
„'t Is een paar Jaar geleden",
begon Lajos zijn verhaal, .jen er
geraakte een vrouw onder een
snel rijdende zware truck. Juist
voor de wielen en op slag gedood.
Geen der voorbijgangers had pre
cl?s gezien wat er gebeurde, 't
Was zo tegen de schemering, op
een nogal donker gedeelte van
een smalle straat. Iets licht kwam
er uit een groen'e en fruitzaak zo
op de straat vallen, maar dat
licht was natuurlijk misère. Er
was een andere vrouw bij, die de
volgende lezing gaf. Haar metge
zei was ovar een stukje bananen
schil uitgegleden, had een gil ge
geven en zich nog aan haar pro
beren staande te houden. Ze had
nl getrachtde ceintuur van haar
mantel tegrijpen. doch deze was
losgescheurd en ze was op de rdj
weg gevallen, Juist op het mo
ment dat de truc aankwam. De
ze had haar met de rechtervoor
zijde geraakt en ze was voor de
zware wielen terecht gekomen,
met het noodlottige gevolg. Aan
de omstanders, die spoedig nader
bij snelden, had die vrouw nog de
kapotte ceintuur getoond. Nu was
wel niet te bewijzen dat deze
oelntuur juist kapot getrokken
was. maar het tegendeel viel
evenmin te tonen, zodat de politie
uiteraard geen argwaan koester
de. Wel hebben ze iets omtrent
die begeleidende juffrouw ultge
vist en veel goeds kwam er over
haai- niet los. Ze bleek ook nog
een verre verwante te zijn van de
aangereden vrouw, die verder
geen familie had. en had belang
rijke financiële voordelen van
haar dood. Maar ze konden des
ondanks geen houvast krijgen, 't
zag er nogal toevallig uit en die
verre verwantschap, tja. wat is er
natuurlijker dan dat alleenstaan
de vrouwen zich in die tijd min
of meer aaneensloten om de el
lende van begin '45 samen te
doorstaan."
Lajos zweeg op Interessante ma
nier en begon aan zijn Irriteren
de pijp te zuigen.
„Hm", zei lk. in de verste verte
„Nou ja, wat verder. De oorlog
was over en toen dook er toch
nog een ander ver familielid op.
die eigenlijk meer recht had op
de erfenis, doch het te tragisch
vond om te gaan procederen. Je
voelt wel, familie eer en zo. Maar
ze was bezeten van één idee. dat
het moord was geweest en geen
ongeluk. Ze ls toen op een goeie
dag bij mij gekomen en heeft h«t
verhaal opnieuw verteld. Precies
dezelfde inhoud als ik jou net
gaf. Eerlijk gezegd, lk had er
geen minuut voor nodig om te
weteu dat de metgezellin destijds
gelogen had. In een oogwenk kon
Toen Oom Pob een
jochie was
Toen Oom Rob ln de hoogste
klas van de lagere school zat. wa
ren ze s.eeds met zijn vieren. On
verbrekelijke vriendschap zou Je
het haast kunnen noemen. Later
blijkt, dat het toch nog weer vrij
spoedig uitslijt. Maar in leder ge
val. we konden het toen reusach
tig best met elkaar hebben. Wat
niet wegneemt, dat we eikaar
soms gruwelijk plaagden. Mis
schien doen Jullie dat tegenwoor
dig ook nog wel.
Op een zekere morgen had Jan
ons fLink te grazen gehad. Hij
had school moeten blijven en wij
hadden Riet op hem gewacht,
maar waren weggegaan. Een half
uur later kwam Jan aanrennen
met de boodschap, dat wij om
een uur bij meester moesten ko
men. daar hij graag wilde, dat we
iets voor hem deden. Wij de
smoor in. Want we hadden hele
maal geen hekel aan onze mees
ter, maar het was onze vrije mid
dag. Dus Plet, Klaas en lk trok
ken met loden schoenen en een
lang- gezicht naar het huis van de
meester.
Die zag ons met een doorver
baasd gezlch aan komen stappen
en het werd ons duidelijk, dat we
het slachtoffer waren geworden
van een gosd geslaagde grap van
Jan. O. o. wat lachte meester ons
uit. En wat waren wij boos. Zie
dend gewoon. We liepen de hele
weg langs te mopperen en we be
sloten Jan meteen te gaan opzoe
ken om hem een flinke afstraf
fing te geven.
Vol van boze plannen naderden
we het huls van onze vriend. HIJ
z:If was nog ln geen velden of
wegen te zien.
Dus deden we de deur open en
vroegen aan de moeder van Jan
waar hU was. Het antwoord was
voor ons zeer bevredigend. Jan
was in de bleek. Dat was een
prachtig grasveldje met eten dich
te heg er om heen. Een uitgezoch
te gelegenheid ora te worstelen
en om iemand een flinke wraak
oefening toe te dienen.
Voorzichtig slopen we er heen
en ja hoor. daar lag de zondaar.
Piet en Klaas wilden hem boven
op zijn lijf springen, maar lk wist
hen te weerhouden. Het was me
duidelijk geworden, dat Jan sliep.
We konden een veel mooiere grap
uithalen.
Ik had een stukje paarse water
verf in mijn altijd behoorlijk ge
vulde zakken en het was mijn
plan daar een grap mee uit te
me direct, toen lk het idzbmbmb
halen. De andere twee begrepen
me direct, toen ik het te voor
schijn haalde. Klaas rende weg
om ln een klomp een beetje sloot
water te halen en Piet diepte uit
zijn zakken een oud stukje pen
seel op.
ik de politie overtuigen. Ze werd
aan de tand gevoeld en viel spoe
dg door de mand. Ze had haar
vriendin op het critleke moment
een duwtje gegeven en beentje
gelicht, om de erfenis te krijgen.
Enfin, ze heeft nu 8 jaar om er
over na te denken."
.Acht Jaar", zei ik.
„Ja. acht Jaar. Overigens wel
verdiend, maar hoe lang moet JU
eigenlijk denken voorda Je zoiets
eenvoudigs hebt ontdekt als die
leugen van die Juffrouw?"
voorrecht Jan het
ren". "togen ..grim»
Jafi,tepervasTUAfhe"iï'1.
was hu "Mameer
P^fz^n-o?haïrT
»«elijk gewoon^gelaten" ZS".
kou «'O", dat'de ÏÏ«ur
ZeVaïZ ZlJ" hadden
™ee paarse appels, zijn wenk
OnZTnZZ klodd^ Paar*
eed roOTl>oofd stond
te llk"«agteken en de rand
jes van ztfn oren waren naar*;»
ornamenten. paarse
Z„°n" hl onae mond
UT Wf bruMc« ï«na
woedend waren en of we hem wil
nte l/n~T,r" "Laar ht ""«Me
vifï We hadden met zi'n
!jfren. d.e grooste pret Dat was
en op on«e vraag of
dad ™Hk hP: T d°rp in' was hll
dadelijk b reid -n- t. vergezel
Dat is een ir.uin».' 01™»
den. Kleme kmderen namen de
vlucht als ze Jan zagen. Groteren
schoten In een lach en Jan had
wm arm?TVlet ta de
wat er aan de hand was. Trou
wens. Wij speelden het spelletje
knap mee. Wij trokken tegen kin
ZZ" groten de raarste g»
alchten en dus kon Jan wel den
ken. dat re om ons lachten. Na
kote poos haddeuwe eenheel ge
Dat was net
voor de winkel ran de abkker. En
de weerkaatsing van de ekala
geruiten ontdekte Jan. eerst.'dat
'5ts "jet zijn gczhht aan de
hand was.
kon «!en- "at hij zich een
hoedje schrok. Hij keek nog erna
goed en wierp toen een woedends
blik op ons. aDt duurde niet lang
want allen die rond ons stonden
hadden zulk een dolle pret, dat
het Jan te bar werd en hij zo
hard hij kon naar huis holde om
zich eens grondig te reinigen
T<*u daar een kwartier la
ter kwamen zat zijn moeder nog
met tranen ln de ogen. Zo had ze
moeten lachen, toen Jan daar
woedend en beschilderd aan
kwam.
Wil jullie geloven, dat we met
eikaar nog een reuze gezellige
midadg hebben gehad?
Tot volgende keer
OOM ROB
ER LIEP EENS
Ei liep eens ein mannetje
v op de weg
Op geel geschilderde klompen
Waar ging hij naar toe met
zyn emmers en juk
A-.aar ziin buurman om
water te pompen
Hei minnetje stapte
van stipper stip stap
zijn k kropen klipklapten
van klepper-klip klap
en fcu'jt man die kalm op
n-ör>. zUn bankje zat
Riep. Kom je om water?
Er is nog wel wat
Ingezonden door:
HlUy Leen. Schoor!