KAPPIE
Inwoonster van Hoogmade roept vissen
en... ze eten uit haar hand!
In de treinen heerst een luxe en
comfort, gelijk aan een hotel
Wijsheid in Dichtvorm
HAAR KONINKRI]K
Baars en paling laien zich uit
water nemen
het
Aan de Blauwkade 2 te Hoogmade,
een dorpje in Zuiaholland onder de ge
meen te Woubrugge, staat een huisje,
dat van de Veenpolderkade slechts met
een roeiboot is te bereiken. Langs dit
huis loopt de Schooiersvaart, maar
door de drie eeuwen, dat hier een lam.
Spijker woont, spreekt men in het al
gemeen var. Spijkersloot. Vijftien jaar
geleden zat Marie Spijker aan de stoep
sloot uitkomende op deze spijkersloot.
Zij keek naar het aquarium: de sloot
m:t haar natuurlijk groen: de sloot met
haar vissen: de sloot bij zonneschijn en
bij regen. Zij zag toen zo vertelt
mejuffrouw Spijker ons een baars,
die haar bijzondere belangstelling had.
Zij wierp hem een worm toe en sinds
dat ogenblik kwam de baars iedere dag
aangezwommen om een of meer wor
men in ontvangst te nemen!
Langzamerhand begon deze vis er
aan te wennen ooi een worm. even bo
ven het water gehouden, uit de hand
van zijn milde geefster weg te zuigen.
Eerst toen zij de baars uit het water
nam. hem even in haar handpalm Het
spartelen en daarna weer in het water
terugwierp was de vriendschap gesloten
Want de baars liet zich niet alleen
uit het water halen: hij nam er ook
genoegea mee. dat mejuffrouw Spijker
hem fci een teiltje water, in de woonka
mer ne~rgezet Het rondzwemmen. De
eerste baars was gepromoveerd tot
huisdier.
In 'de stoepsloot teruggeworpen, heef'
de vis zijn wederwaardigheden vermoe
delijk aan andere soortgenoten verteki
er kwamen steeds meer baarzen de slo'p
sloot kigezwommen en daarna zat juf
frouw Spijker heel veel bij de sloot,
wierp wormen in het water en keek
met belangstelling hoe de visen de kron
kei nde diertjes gulzig opzogen.
Ook palingen gaven acte de présence
Als spoedig wisten deze dieren, evenals
de baarzen, e n worm uit de vingers
van juffrouw Spijker op te slokken.
Toen zij op deze wijze enige jaren met
de vissen omging, was zij zover gevor
derd. dat zij de baarzen en palingen
afzonderlijk voederde: wanneer zij de
baarzen ri-p. kwamen deze in sierlijke
stoet, als gold het een receptie, naar
haar toegezwommen en zogen één voor
één hun worm op. Ook de palingen kre
gen op deze manier dagelijks hun rant
soen toebedeeld en slokten, ond r be
langstelling der baarzen de baars is
nieuwsgieriger dan de paling 'n worm
uit juffrouw Spijkers hand-
Nadat het vast stond, dat er geen
ongelukken gebeurd n. werden ook de
grotere vissen minder schuw en kwa
men ruisvorens. karpers, zeelt en bra
sem dichterbij zwemmen: zelfs de snoek
werd minder verlegen!
Al spoedig ging juffrouw Spijker er
toe over haar baarzen nam~n te geven:
grote baars en kleine baars noemde zij
haar vissen aanvankelijk: paling en pa
liokle: maar wanneer ook het op deze
wi|ze van voedrren sleur werd. ging zij
het experiment voortzetten: zij gaf de
baarzen haar lievelingsvis afzon
derliike namen en noemde h~n: baarsje
een. twee en drie.
Baarrje drie was de kleinste. Zij
oefend" en oefende en na talloze malen
herhalen wist zij. dat wanneer zij baars
je één riep, u'tsluitend d-ze baars een
worm uit haar hand wegzaag. AH? baa*
zen en pal innen lieten zich gewillig uit
het wa'er halen en kwamen in de slool
teruggeworpen, we«r naarstig aanzwem
men om. als beloning voor de prestatie
opnieuw een worm in ontvangst te hap
pen
De snoeken waren er op uit het
bleek naar mnte zij ste ds minder be
schroomd werden om een einde aan
de proefnemingen te maken, althans
deze te willen bederven. Vaak gebeurde
het, dat een snoek, die te vrij werd,
op een baars toeschoot, juist op het
moment, dat d.ze voor een worm ia aan
merking kwam. Wanneer op een zon
nige dag plotseling baarsje drie o de
snoekraaag verdween, besloot juffrouw
Spijker de roofvis te vangen. Zij aam
haak en worm, maar ving daarmee
baarsje één. die, ho-wel direct in het
water teruggeworpen, niet meer terug
kwam! Sindsdien probeerde zij de snoe
ken te strikken, doch tot heden zonder
resultaat.
Ondanks de tegenstand dezer rovers
wist zij de omgang met de vissen te
verstevigen, temeer daar het rantso-n
van levend gedierte werd uitgebreid
n«et kaas en havermout.
Op e?n dag. dat de vis schaars en
duur was en men van andere zijde er
op uit was haar polsdikke paling te
vangen, werd ten huize Spijker beslo
ten, deze niet in de fuik van visser te
doen b landen, maar zelf op te eten.
Op aandrang der huisgenoten en de
noodzaak inziende heeft juffrouw Spij
fcer toen de paling, die de vorige dag
nog kaas van haar had gekregen, uit
het water gehaald
In de loop der jaren kwamen steeds
rarer belangstellenden voor de exPeri
menten. Zelfs een visser met «en em
mer vol vis verscheen bij de slorp
sloot. Maar toen juffrouw Spijker over
de rand van het hengselvat keek. be
merkte zij tot haar grote schrik, dat een
harer baarsjes en een paling zich moei
zaara daarin voortbewogen. Ze riep de
baars, die op haar stem snel naar boven
schoot als verwachtte hij redding. Dan
riep zij de paling, die op haar stem
geluid van onder uit de emmer de kop
omboog stak. Natuurlijk moest de vis
ser er wel mee accoord gaan, dat belde
vissen in het water van de stoepsloot
hun vrijheid weer herkregen!
Dit alles vertelde mejuffrouw Spijker
ons, toen wij haar bezocht-n en baar
en paling in en boven de stoepsloot
hebben gezien. Op een afstand zwom
men de grotere vissen: ruisvooms en
karpers. Een tweetal jonge snoeken
stond onbeweeglijk in h-t water. Eén
baars werd op deze wilze gedurende 9
jaren achtereen gevoerd.
Tegen de wint-r gaat de paling fïe
modder in: wanneer de koude niet te
streng is, zullen de baarzen echter r-ge!
matig komen aanzwemmen om gevoe
derd te worden.
Van de grote viss~n is een zeelt al
vlak bij de worm geweest, maar juffr
Spijker hoopt het volgend seizoen meer
in het bijzonder met de grote vissm te
experimenteren
(Uit „De Dordtenaar")
Hoe men in Amerika reist
Het is koud in New York. U stapt
huiverend uit de kanariegele taxi en
betreedt de enorme marmeren hal
van 't Grand Central Station. Boven
de gonzende menigte klinkt een
vreemd-aantrekkelijke meisjesslem,
die de aankondiging der treinen
haast gelijk een jazz-refrein voor
draagt. De Miarni Queen. de 20th
Century. Ook de uwe, die iets min
der romantisch De Zuiderling blijkt
te heten. New YorkNew Orleans.
30 uur in een treincoupé denkt u.
Geen pretje.
U heeft u bij de rij wachtenden
gevoegd voor het ijzeren hek dat
even later open draait. Natuurlijk
bent u het nummer van uw gereser
veerde plaats vergeten, maar juist
als u uw paperassen te voorschijn
hebt gehaald, schiet er een reusach
tige geüniformeerde neger op u at
die uw biljet vluchtig bekijkt, uw
koffers overneemt en u verzoekt hem
maar te volgen. U loopt de trein
langs; een zilveren rups waarvan de
locomotief onherkenbaar gestroom
lijnd is. Binnen ziet het er nog ver
rassender uit. Als een vliegtuigcabi
ne. denkt u. Een breed middenpad
met aan beide zijden ruime armfau-
teuils, de bekleding in roze en crème.
Goedkeurend zinkt u weg In de
aangeduide plaats, u bekijkt nieuws
gierig de binnenkomende medereizi
gers. Uw hand die op de leuning rust
heeft een knopje gevonden. Gedach
teloos drukt u er op en met een
ruk schiet u achterover. De rugleu
ning staat bijna horizontaal. Haastig
krabbelt u overeind, maar de mede
passagiers geven geen teken van ver
bazing en u bemerkt zowaar dat ook
anderen een zelfde liggende houding
hebben aangenomen
Overal weelde
De trein vertrekt en glijdt een don
kere tunnel in om pas een half uur
later aan de overzijde der Hudson-
rivler weer op te duiken in de troos
teloze vlakte van New Jersey. U wilt
nog even een blik werpen op de ach
terliggende wolkenkrabbers. Maar de
ramen zijn hermetisch gesloten. De
trein is ..air-conditioned".
U verdiept u in een krant, een ba
gatel van 50 pagina's en wanneer u
enige tijd later opkijkt, ziet u een
aardig meisje in vlot uniform naast
u staan. Vrouwen-hulpkorps of iets
dergelijks? Nee, zij blykt de „train-
hostess" te zijn, wier enige taak h"
is de passagiers de reis zo aange
naam mogelijk te maken.
Op haar advies begeeft u zich naar
de clubcar. Swing-muziek schaft u
tegemoet. Overal luie stoelen, lage
tafeltjes en waarachtig een bar, com
pleet met hoge krukken, barman, en
een indrukwekkende rij flessen. U
bestelt een whisky. Sorry, Sir, zegt
de barman, «ve zijn nu in de stait
North Carolina. Hier mag ik niet
schenken. Komt u over een uurtje
terug. Dan zitten we in de volgende
staat. Er zijn dus toch wel grenzln
in het land der onbegrensde moge
lijkheden. En u denkt aan Jim Crow
de denkbeeldige lijn even voorbij
Washington, waar het „donker- Zui
den" begint en de anti-negerwetten
hun invloed beginnen te doen gelden.
Avond, nacht
Het is avond geworden en In uw
wagon maakt ieder toebereidselen
voor de nacht De negerbediende
draagt stapels witte hoofdkussens
aan, waarvan iedere passagier er een
in ontvangst neemt Het licht gaat
uit Slechts hier en daar branden
lampjes, vernuftige lichtjes die van
uit de zoldering hun schijnsel op uw
krant of boek werpen zonder uw
huurman maar enigszins te storen.
Volkomen uitgerust staat u de vol
gende morgen op en begeeft u naar
de wasgelegenheid. Dit blijkt een ver
trek te zijn. gevuld met kolossale le
ren rustbanken en een lange rij was
tafels. Warm water, zeep handdoeken
zijn In ruime mate aanwezig. Zelfs
het stopcontact voor uw electrisch
scheerapparaat is niet vergeten. Wel
gemoed laat u zich door de bediende
uw schoenen poetsen en uw kleren
boMelen, waarna u in de richting
van de restauratiewagen stapt
Een neger in wit uniform begeleidt
u naar uw plaats, maar verwijdert
zier. zonder een bestelling op te ne
men U kijkt eens rond. Op iéder
keurig gedekt tafeltje liggen vier
EN DE WONDERLIJKE SCHELP
7. Signor Rivaldi overnachtte aan
boord van de „Kraak"(, en toen de
zon alleen nog maar het kruintje van
zijn hoofd liet zien, vertrokken ze.
„Wij kiesvaren nu het ruim water-
sop!" riep Signor Rivaldi. die met
uitgespreide armen voorop de Kraak
stond. „De ochtend-uur-stond hebben
goud in die mondkeel! Aaaahso-
lario del ora!" „Die man is niet goed
wijs!" dacht de maat, die op de brug
stond. „Wat een ellende kunnen we
daar nog mee beleven!". Signor Ri
valdi kreeg honger, en hy liep naar
de kombuis, om te zie of er al iets
te krijgen was. Ah Sing had juist 'n
stevige havermoutpap met boter en
suiker en een snufje kaneel bereid
en roerde die met een grote pollepel
om het niet te doen aanbranden.
„Wat ruikgeurt mijn neus!" riep hij.
„Pappie van de havelmout en lekkeh
boteh!" zei Ah Sing blij. „Ikke Sig-
nol een boldje smulle late!". Signor
Rivaidi at drie diepe borden vol van
de havermout-pap tot grote vreugde
van Ah Sing, en vervolger* spreidde
hij aan dek een ligstoel voor zich
zelf uit, zamelde alle kussens, die er
aan boord waren bij elkaar, pakte
vervolgens al Kappie's boeken, zette
die op een stapel naast zich en pakte
er één van af. „De kust-sleepvaart"
heette het. „Dat een nutvol studeer-
leerboek!" mompelde Signor Rivaldi
tevreden.
pchi ijfblokjes met potloden. U be
grijpt dat die niet voor bridgen be
doeld zijn. In een helder ogenblik
r«.mt u een potlood ter hand en be
gin» te schrijven.
Terstond komt de bediende naast
uw tafel staan, wacht rustig af tot
u de maaltijd hebt samengesteld,
neemt het velletje papier van u aan
en verdwijnt weer zonder een woord
te zeggen. De bedoeling van deze
pantomime is duidelijk. U krijgt op
gediend wat u besteld heeft en mis
verstand is uitgesloten.
80 mijl
De trein glijdt kalm voort Bijna
geruisloos zonder schudden. De snel
heid valt u eigenlijk wat tegen en
wanneer u op een van uw wandelin
gen de trainhostess tegen komt kunt
v niet nalaten haar dit te vertellen.
71' antwoordt glimlachend dat de
trein nu ongeveer 80 rijdt en t knikt
dal u dit wel gedacht had. Tot het
U opeens invalt dat zij zich natuur
lijk in mijlen uitdrukt. Meer dan 120
km dus.
Tegen het vallen van de avond min
dert de trein voor de laatste maal
vaart U bent er! De stad van palm
bomen, Mardi Gras en Louis Arm-
strong. De stad waar blank en zwart
gescheiden zijn. New Orleanst
Ge kunt met familie wél drinken
en eten.
Ge moet echter niet met hea tellen
en meten
Ge moet het, mannen, zó beschouwen:
De we-eld is het boek der vrouwen.
Heus, ik roddel niet gouw.
Dus geloof mij gerust:
Een boosaardige vrouw
Is een zee zonder kust.
Niet allen moeten samen slapen.
Die vrinden eenmaal samen gapen
Blijf vooral niet lang. als d'echtgcnoot
niet thuis is;
Buurman inocht eens denken, dat er
iets aiet pluis is.
Het woord van een man?
ach, dat zeg ik U later:
Het woord van een vrouw
ts een bundeltje water.
De weelde, m'n vriend, is een
dronken makend feest;
Gebrek, daarentegen, de slijpsteen
van de geest.
Een Deense primeur
Leerschool voor het huwelijk
Te Kopenhagen is 's werelds eerste leerschool voor het huwelijk ge
opend. Onder de leuze „beter een verbroken verloving dan een geruïneerd
huwelijk" streeft deze school er naar, jonge lieden van beiderlei kunne
wetenschap en ervaring bfj te brengen opdat ze crisis in het huwelijk
zullen kunnen doorstaan of. nog beter, kunnen voorkomen.
Een aantal vooraanstaande Deense opvoedkundigen behoort tot de staf
van instructeurs. Voorts zijn er bijvoorbeeld een vermaarde geneesheer,
een beroemde vrouwelijke advocate en de presidente van het Deense
huisvrouwenverbond aan de school verbonden.
Het hoofd van deze unieke school
is ds. Carl Edward Dam-Hendriksen.
Deze welbekende Deense pred'"'-ant
verklaart, dat de school op zo breed
mogelijke basis tracht te werken.
„Het is niet mogelijk huwelijks
problemen op te lossen door wat bij
belteksten om zich heen te strooien"
zegt hij glimlachend. Men kan prac-
tisch overal alles leren, maar er is
slechts één plaats ter wereld waar
men leren kan, hoe men een goede
huwelijkspartner worden kan. en dat
is in Kopenhagen. Onze school wil
alle problemen van het huwelijksle
ven grondig behandelen".
Niet op een briefje
Het is niet de bedoeling om de
jongelieden een soort recept te ver
strekken voor een gelukkig huwe
lijksleven. Een algemeen voorschrift
op dit gebied bestaat namelijk niet.
Een niet onbelangrijk deel van het
onderwijs zal gewijd zijn aan de be
oefening van de kookkunst. De De
nen houden van goed eten en zij zijn
er zich wel van bewust, dat een ge
lukkig huwelijk mede gebaseerd is
op goed voedsel, behoorlijk toebereid
en smakelijk opgediend.
De cursus omvat verder weten
schappelijke voorlichting op het ge
bied der verhouding tussen de sexen
voorts psychologie, aangename om
gangsvormen en zelfs „eerste hulp".
In het algemeen kan men zeggen dat
alle factoren van het huwelijksleven
ontleed zullen worden en afzonder
lijk bestudeerd.
Het gehele onderwijsplan is er op
berekend, dat ook de „leerlingen"
iets zullen bijdragen tot de cursus.
Ds. Dam-Hendriksen zegt, dat zortfer
de actieve medewerking van de leer
lingen de leergang weinig of geen
nut kan hebben. D-ï school staat zo
wel voor gehuwden als voor onge-
huwden open. Onder de leerlingen
van de eerste cursus bevinden zich
twee weduwen.
Grote behoefte
Ds. Dam-Hendriksen gelooft, dat
de school in een vitale behoefte zal
voorzien. Maar al te veel huwelijken
mislukten naar zijn mening, omdat
vele jonge mannen en vrouwen na
de oorlog onvoorbereid een huwe
lijksverbintenis aangingen. Vele ge
huwde paren zyn volmaakt onge
schikt als echtelieden of, wat nog
veel belangrijker is. als ouders.
Een onderwijzer moet vele jaren
studeren voordat hem wordt toege
staan, zijn vak te beoefenen, maar
een jonge vader kan de opvoeding
van een kind op zich nemen, zonder
dat hij daartoe enige bekwaamheid
verwierf. De verwarring in de jaren
na de oorlog maakt de behoefte aan
deugdelijke voorbereiding des te
noodzakelijker.
Ds. Dam-Hendriksen vertelde, dat
hij uit het buitenland vele verzoeken
om inlichtingen ontving. Het jongste
verzoek van deze aard bereikte hem
uit India. Dit, aldus zijn conclusie,
bewijst, dat de behoefte aan een leer
school voor het huwelijk niet slechts
tol Denemarken Is beperkt.
DNSDAG 24 JANUARI
Hilversum L 301 m 7.00 en 800
Nieuws; 9.00 Voor de vrouw; 9-35 Licht
baken: 10.15 Gr.pl. 10.40 Voor de scho
len; 11.00 Voor de vrouw: 11-30 Gr.-
pl.: 12.00 Lunchconcert: 13.00 Nieuws;
13.20 Polltiekapel: 14.00 Zangrcital;
14.30 Kamermuziek; 1500 Schoolradio
16.00 Voor de zieken: 17.00 Jeugduitz.
18.00 Amusementsorkest: 19.00 en 20 00
Nieuws; 2012 Nederlandse solowerken
21.45 Quartetto di Roma: 72.15 Cello
spel: 23.00 Nieuws.
Hilversum II. 415 m. 7.00 en S-00
Nieuws; 9.00 Hersengymnastiek; 10.15
Arbeidsvitaminen; 11 00 Kamermuziek;
12.00 Parade d. jongeren; 13-00 Nws.;
13.20 Harmonetta: 14.00 Voor de vr.;
14.20 Opera; 16.30 Jeugdprogramma;
17-30 Daasorkest; 18.00 Nieuws; 18.30
RVU; 19.10 Kamermuziek; 20.00 Nws.:
20.15 Bonte Dinsdagavoodtrein: 21.30
Pianospel: 22.00 Orgelspel; 22 30 Mu
ziekjournaal; 2300 Nieuws.
Roman naar het Engels door Ida Boyd
15. Toen Wanda eindelijk weg
ging en Loutje haar naar beneden
begeleidde, keerde Arthur zijn ge-
zich naar het vuur en steunde met
zijn kin op zijn hand.
Loutie kwam spoedig terug in 'n
soort extase.
„Da's er een van de bovenste plank
hè?" zei hij.
Arthur antwoordde niet. Het hele
geval was zulk een duidelijk exposé
van de natuur van dit meisje, aan
wie hij zijn eerste jeugdliefde ver
spild had.
Ze was getrouwd met een rijk man
om wie zij niet gaf ze had hem
(Arthur) op straat genegeerd omniet
in moeilijkheden te komen had
hem geen woord van spijt of van
medelijden doen toekomen. En nu
was ze met haar rijkdom, haar bont
en juwelen, haar schoonheid komen
praten in zijn armelijk verblijf
ongevraagd, ongewenst.
Zij had niets van Linda's bevende
smartelijke tederheid. Niets van
haar medegevoel, haar onverander
lijke vriendschap, haar trouw, haar
kiesheid. Het was niet anders dan
frivole, zelfzuchtige jacht naar een
nieuwe prikkel. Arthurs ogen
plotseling geopend door een onbegre
pen enverachtten.
Maar Loutje was totaal ingepalmd.
Hij kon niet uitscheiden over Ad-
thurs vriendinnen. Prachtig, onbe
schrijfelijk verrukkelijk, van de bo
venste plank. Deze tweede vooral
had hem binnenste buiten gekeerd,
nad hemenz. enz. Hij was onuit
puttelijk in zijn lofuitingen.
„En ze zei, dat ze zou terugkomen"
riep de ongelukkige Loutje. „Zou ze
het doen? Zou ze t waarachies doen?
Ik zeg tegpn d'r...."
„Was die rommel nou af, jo", viel
Arthur hem In de rede. „En sta daar
niet te kletsen als een verliefde
schooljongen".
HOOFDSTUK VIL
Wanda keek naar alle kanten om
zich heen naar de vreemdeling, die
haar.naar Cretton Strutts begeleid
had. Hij was nergens U zien en
toen zU op haar terugweg by de nau
we zijstraatjes kwam, waaruit hy te
voorschijn was gekomen, ging zij die
in, om te zien. waar die heen leidde.
Het was een tamelijk lang straatje
en het leidde naar een soort pleintje,
dat Gaunt Square heette.
Dat pleintje zag er onmiskenbaar
beter uit dan Cretton Strutts en
Cretton Street. In het midden lag 'n
grasveldje met hier en daar struiken
omgeven door een laag, ijzeren hek,
dat betere dagen gekend had. De wei
nige huizen, die het pleintje vormden
hadden een beter aanzien dan die
van Cretton Street.
Wat was het dan dat Wanda eea
rilling bezorgde, toen ze het pleintje
betrad? Y/as het de sfeer van ver
latenheid, die er hing? De meeste
huizen schenen onbewoond te zijn.
Tussen de straatstenen groeide mos
een vuile aanslag van mist en
stof lag over alles. De stoepen der
huizen leken kleverig en vies van die
aanslag. En over alles lag een stilte
een vreemd-sinistre stilte, die 'n
onmiskenbare indruk gaf van gevaar.
Het leek of de weinige bewoners van
het pleintje zich verborgen hielden;
een waakzame, zwijgende geheimzin
nigheid omgaf de huizen, de trottoirs
de bomen. Wanda was niet begiftigd
met een overmatig rijke fantasie,
maar niettemin vond zij dit pleintje
met z'n stille suggestie van huive
ringwekkend gevaar iets ontzettends.
Ze keerde zich om en wilde zo gauw
mogelijk naar Cretton Street terug
gaan. toen haar oog op een huis in
de hoek van het pleintje viel. Het
zag er beter uit dan een van de an
dere, de vensterruiten waren schoon
en er hingen nette gordijnen voor.
De schuifluiken aan de binnenzijr
der ramen waren half gesloten, zo
dat men van buiten af niet in tyet
huis kon kijken. Een seconde bleef
ze staan. Het huis maakte een indruk
van zekere welgesteldheid en orde
lijkheid. Maar het ontkwam niet aan
de sfeer van het pleintje. Ook van
dat huis was het. of uitdrukkingloze
ogen haar gadesloegen, bespiedden.
Ze merkte, dat haar adem snel
ging. toen ze in Cretton Street terug
was. Het lawaai, de drukte, de
schreeuwende kooplui, het was alle
maal als een opluchting. Ze voelde
zich weer veilig, maar tot haar schrik
zag ze, toen ze het straatje uitkwam,
aan de overzijde van Cretton Street,
de vreemde met de sombere ogen
staan. Hij stond naar haar te kijken
en nu zij aarzelde, stak hij de straat
over en kwam naar haar toe. Hij
sprak beleefd, doch er was een tintje
van bestraffing in zijn toon:
„Bent u weer de weg kwijtge
raakt?"
Ze wist onmiddellijk, dat hij wist,
dat ze naar hem uitgekeken had. Dat
gaf haar een gevoel van schaamte.
„Ik ben een meesteres in het kwijt
raken van de weg", antwoordde ze
met gemankte luchthartigheid, waar
op hy geen antwoord gaf. maar zwij
gend met haar opliep naar de bus
halte.
Daar aangekomen, zei hij zacht: „Ik
zou u graag mijn kaartje geven. Mis
schien kunt u iets doen om mij aan
patiënten te helpen t zou een
menslievende daad zijn. Ik ben hier
vreemd in Londen. En als ik u ooit
van dienst zou kunnen zijn....".
Hij stak zijn hand uit en nam de
hare en keek diep in haar ogen. Ze
had hem geen hand willen geven en
dus maakte het haar verlegen en
toch vond ze het prettig. Hij hield
haar hand iets te lang vast. Het
wasavontuur.
Toen ze in de bus wegreed, keek
ze op het kaartje.
Dr. D. RODER
Neur. Psych.
33 Gaunt Square.
Gaunt Square! Wanda rilde.
„Hij heeft onbeschrijfelijk diepe
ogen", zei Wanda tegen lady Betty.
„Ik geloof, dat hU alles uit je zou
kunnen halen wat hij maar wilde.
Dat is trouwens hun manier van be
handelen, nietwaar? Ze laten je alles
en alles vertellen".
Lady Betty leed aan tja, nie
mand wist eigenlijk precies, waaraan
ze leed. Rustkuren, sanatoria, zonne
baden. enz., hadden haar geen gene
zing kunnen brengen. En nu dacht
ze over psycho-analyse. En toen ze
over dat idee sprak met Wanda Bul-
lingham, haalde die jonge dame het
kaa'tje van dr. Roder uit haar tasje.
.Weet je eigenlyk iets van hem?"
vroeg lady Betty. wie de naam en
de beschrijving wel aanstonden.
.Neen", zei Wanda. „Ik heb hem
kort geleden voor het eerst ontmoet.
Dat is alles".
„Gaunt Square mompelde lady
Betty. „Is daar niet eens een moord
gepleegd?"
„Daar weet ik niets van", zei
Wanda. „Er gebeuren zoveel moor
den. Ik ben blij, dat Fred zelden
of nooit moordzaken behandelt".
Maar in haar hart was het net an
dersom vond ze het jammer, dat
Fred geen aangrijpender en opwin
dender dingen in zijn praktijd had.
Dan had ze hem minder vervelend
gevonden.
„Heb je in het ochtendblad over
die moord op Hempstead Heath gele
zen?" vroeg lady Betty. ,.Ik geloof,
dat zijn vrouw het gedaan heeft.
Denk je niet?"
„Het lijkt er wel op", ant oordde
Wanda. „maar je kunt nooit iets zeg
gen van te voren. Er komen altijd
zulke wonderlijke dingen te voor
schijn
„Ja dat is wel zo. Je weet noot."
zei lady Betty, half in gedachten.
„Laat ik het adres van die dokter
Roder even opschrijven".
Ze schreef het op.
(Wordt vi .-d).