KAPPIE Inwoonster van Hoogmade roept vissen en... ze eten uit haar hand! In de treinen heerst een luxe en comfort, gelijk aan een hotel Wijsheid in Dichtvorm HAAR KONINKRI]K Baars en paling laien zich uit water nemen het Aan de Blauwkade 2 te Hoogmade, een dorpje in Zuiaholland onder de ge meen te Woubrugge, staat een huisje, dat van de Veenpolderkade slechts met een roeiboot is te bereiken. Langs dit huis loopt de Schooiersvaart, maar door de drie eeuwen, dat hier een lam. Spijker woont, spreekt men in het al gemeen var. Spijkersloot. Vijftien jaar geleden zat Marie Spijker aan de stoep sloot uitkomende op deze spijkersloot. Zij keek naar het aquarium: de sloot m:t haar natuurlijk groen: de sloot met haar vissen: de sloot bij zonneschijn en bij regen. Zij zag toen zo vertelt mejuffrouw Spijker ons een baars, die haar bijzondere belangstelling had. Zij wierp hem een worm toe en sinds dat ogenblik kwam de baars iedere dag aangezwommen om een of meer wor men in ontvangst te nemen! Langzamerhand begon deze vis er aan te wennen ooi een worm. even bo ven het water gehouden, uit de hand van zijn milde geefster weg te zuigen. Eerst toen zij de baars uit het water nam. hem even in haar handpalm Het spartelen en daarna weer in het water terugwierp was de vriendschap gesloten Want de baars liet zich niet alleen uit het water halen: hij nam er ook genoegea mee. dat mejuffrouw Spijker hem fci een teiltje water, in de woonka mer ne~rgezet Het rondzwemmen. De eerste baars was gepromoveerd tot huisdier. In 'de stoepsloot teruggeworpen, heef' de vis zijn wederwaardigheden vermoe delijk aan andere soortgenoten verteki er kwamen steeds meer baarzen de slo'p sloot kigezwommen en daarna zat juf frouw Spijker heel veel bij de sloot, wierp wormen in het water en keek met belangstelling hoe de visen de kron kei nde diertjes gulzig opzogen. Ook palingen gaven acte de présence Als spoedig wisten deze dieren, evenals de baarzen, e n worm uit de vingers van juffrouw Spijker op te slokken. Toen zij op deze wijze enige jaren met de vissen omging, was zij zover gevor derd. dat zij de baarzen en palingen afzonderlijk voederde: wanneer zij de baarzen ri-p. kwamen deze in sierlijke stoet, als gold het een receptie, naar haar toegezwommen en zogen één voor één hun worm op. Ook de palingen kre gen op deze manier dagelijks hun rant soen toebedeeld en slokten, ond r be langstelling der baarzen de baars is nieuwsgieriger dan de paling 'n worm uit juffrouw Spijkers hand- Nadat het vast stond, dat er geen ongelukken gebeurd n. werden ook de grotere vissen minder schuw en kwa men ruisvorens. karpers, zeelt en bra sem dichterbij zwemmen: zelfs de snoek werd minder verlegen! Al spoedig ging juffrouw Spijker er toe over haar baarzen nam~n te geven: grote baars en kleine baars noemde zij haar vissen aanvankelijk: paling en pa liokle: maar wanneer ook het op deze wi|ze van voedrren sleur werd. ging zij het experiment voortzetten: zij gaf de baarzen haar lievelingsvis afzon derliike namen en noemde h~n: baarsje een. twee en drie. Baarrje drie was de kleinste. Zij oefend" en oefende en na talloze malen herhalen wist zij. dat wanneer zij baars je één riep, u'tsluitend d-ze baars een worm uit haar hand wegzaag. AH? baa* zen en pal innen lieten zich gewillig uit het wa'er halen en kwamen in de slool teruggeworpen, we«r naarstig aanzwem men om. als beloning voor de prestatie opnieuw een worm in ontvangst te hap pen De snoeken waren er op uit het bleek naar mnte zij ste ds minder be schroomd werden om een einde aan de proefnemingen te maken, althans deze te willen bederven. Vaak gebeurde het, dat een snoek, die te vrij werd, op een baars toeschoot, juist op het moment, dat d.ze voor een worm ia aan merking kwam. Wanneer op een zon nige dag plotseling baarsje drie o de snoekraaag verdween, besloot juffrouw Spijker de roofvis te vangen. Zij aam haak en worm, maar ving daarmee baarsje één. die, ho-wel direct in het water teruggeworpen, niet meer terug kwam! Sindsdien probeerde zij de snoe ken te strikken, doch tot heden zonder resultaat. Ondanks de tegenstand dezer rovers wist zij de omgang met de vissen te verstevigen, temeer daar het rantso-n van levend gedierte werd uitgebreid n«et kaas en havermout. Op e?n dag. dat de vis schaars en duur was en men van andere zijde er op uit was haar polsdikke paling te vangen, werd ten huize Spijker beslo ten, deze niet in de fuik van visser te doen b landen, maar zelf op te eten. Op aandrang der huisgenoten en de noodzaak inziende heeft juffrouw Spij fcer toen de paling, die de vorige dag nog kaas van haar had gekregen, uit het water gehaald In de loop der jaren kwamen steeds rarer belangstellenden voor de exPeri menten. Zelfs een visser met «en em mer vol vis verscheen bij de slorp sloot. Maar toen juffrouw Spijker over de rand van het hengselvat keek. be merkte zij tot haar grote schrik, dat een harer baarsjes en een paling zich moei zaara daarin voortbewogen. Ze riep de baars, die op haar stem snel naar boven schoot als verwachtte hij redding. Dan riep zij de paling, die op haar stem geluid van onder uit de emmer de kop omboog stak. Natuurlijk moest de vis ser er wel mee accoord gaan, dat belde vissen in het water van de stoepsloot hun vrijheid weer herkregen! Dit alles vertelde mejuffrouw Spijker ons, toen wij haar bezocht-n en baar en paling in en boven de stoepsloot hebben gezien. Op een afstand zwom men de grotere vissen: ruisvooms en karpers. Een tweetal jonge snoeken stond onbeweeglijk in h-t water. Eén baars werd op deze wilze gedurende 9 jaren achtereen gevoerd. Tegen de wint-r gaat de paling fïe modder in: wanneer de koude niet te streng is, zullen de baarzen echter r-ge! matig komen aanzwemmen om gevoe derd te worden. Van de grote viss~n is een zeelt al vlak bij de worm geweest, maar juffr Spijker hoopt het volgend seizoen meer in het bijzonder met de grote vissm te experimenteren (Uit „De Dordtenaar") Hoe men in Amerika reist Het is koud in New York. U stapt huiverend uit de kanariegele taxi en betreedt de enorme marmeren hal van 't Grand Central Station. Boven de gonzende menigte klinkt een vreemd-aantrekkelijke meisjesslem, die de aankondiging der treinen haast gelijk een jazz-refrein voor draagt. De Miarni Queen. de 20th Century. Ook de uwe, die iets min der romantisch De Zuiderling blijkt te heten. New YorkNew Orleans. 30 uur in een treincoupé denkt u. Geen pretje. U heeft u bij de rij wachtenden gevoegd voor het ijzeren hek dat even later open draait. Natuurlijk bent u het nummer van uw gereser veerde plaats vergeten, maar juist als u uw paperassen te voorschijn hebt gehaald, schiet er een reusach tige geüniformeerde neger op u at die uw biljet vluchtig bekijkt, uw koffers overneemt en u verzoekt hem maar te volgen. U loopt de trein langs; een zilveren rups waarvan de locomotief onherkenbaar gestroom lijnd is. Binnen ziet het er nog ver rassender uit. Als een vliegtuigcabi ne. denkt u. Een breed middenpad met aan beide zijden ruime armfau- teuils, de bekleding in roze en crème. Goedkeurend zinkt u weg In de aangeduide plaats, u bekijkt nieuws gierig de binnenkomende medereizi gers. Uw hand die op de leuning rust heeft een knopje gevonden. Gedach teloos drukt u er op en met een ruk schiet u achterover. De rugleu ning staat bijna horizontaal. Haastig krabbelt u overeind, maar de mede passagiers geven geen teken van ver bazing en u bemerkt zowaar dat ook anderen een zelfde liggende houding hebben aangenomen Overal weelde De trein vertrekt en glijdt een don kere tunnel in om pas een half uur later aan de overzijde der Hudson- rivler weer op te duiken in de troos teloze vlakte van New Jersey. U wilt nog even een blik werpen op de ach terliggende wolkenkrabbers. Maar de ramen zijn hermetisch gesloten. De trein is ..air-conditioned". U verdiept u in een krant, een ba gatel van 50 pagina's en wanneer u enige tijd later opkijkt, ziet u een aardig meisje in vlot uniform naast u staan. Vrouwen-hulpkorps of iets dergelijks? Nee, zij blykt de „train- hostess" te zijn, wier enige taak h" is de passagiers de reis zo aange naam mogelijk te maken. Op haar advies begeeft u zich naar de clubcar. Swing-muziek schaft u tegemoet. Overal luie stoelen, lage tafeltjes en waarachtig een bar, com pleet met hoge krukken, barman, en een indrukwekkende rij flessen. U bestelt een whisky. Sorry, Sir, zegt de barman, «ve zijn nu in de stait North Carolina. Hier mag ik niet schenken. Komt u over een uurtje terug. Dan zitten we in de volgende staat. Er zijn dus toch wel grenzln in het land der onbegrensde moge lijkheden. En u denkt aan Jim Crow de denkbeeldige lijn even voorbij Washington, waar het „donker- Zui den" begint en de anti-negerwetten hun invloed beginnen te doen gelden. Avond, nacht Het is avond geworden en In uw wagon maakt ieder toebereidselen voor de nacht De negerbediende draagt stapels witte hoofdkussens aan, waarvan iedere passagier er een in ontvangst neemt Het licht gaat uit Slechts hier en daar branden lampjes, vernuftige lichtjes die van uit de zoldering hun schijnsel op uw krant of boek werpen zonder uw huurman maar enigszins te storen. Volkomen uitgerust staat u de vol gende morgen op en begeeft u naar de wasgelegenheid. Dit blijkt een ver trek te zijn. gevuld met kolossale le ren rustbanken en een lange rij was tafels. Warm water, zeep handdoeken zijn In ruime mate aanwezig. Zelfs het stopcontact voor uw electrisch scheerapparaat is niet vergeten. Wel gemoed laat u zich door de bediende uw schoenen poetsen en uw kleren boMelen, waarna u in de richting van de restauratiewagen stapt Een neger in wit uniform begeleidt u naar uw plaats, maar verwijdert zier. zonder een bestelling op te ne men U kijkt eens rond. Op iéder keurig gedekt tafeltje liggen vier EN DE WONDERLIJKE SCHELP 7. Signor Rivaldi overnachtte aan boord van de „Kraak"(, en toen de zon alleen nog maar het kruintje van zijn hoofd liet zien, vertrokken ze. „Wij kiesvaren nu het ruim water- sop!" riep Signor Rivaldi. die met uitgespreide armen voorop de Kraak stond. „De ochtend-uur-stond hebben goud in die mondkeel! Aaaahso- lario del ora!" „Die man is niet goed wijs!" dacht de maat, die op de brug stond. „Wat een ellende kunnen we daar nog mee beleven!". Signor Ri valdi kreeg honger, en hy liep naar de kombuis, om te zie of er al iets te krijgen was. Ah Sing had juist 'n stevige havermoutpap met boter en suiker en een snufje kaneel bereid en roerde die met een grote pollepel om het niet te doen aanbranden. „Wat ruikgeurt mijn neus!" riep hij. „Pappie van de havelmout en lekkeh boteh!" zei Ah Sing blij. „Ikke Sig- nol een boldje smulle late!". Signor Rivaidi at drie diepe borden vol van de havermout-pap tot grote vreugde van Ah Sing, en vervolger* spreidde hij aan dek een ligstoel voor zich zelf uit, zamelde alle kussens, die er aan boord waren bij elkaar, pakte vervolgens al Kappie's boeken, zette die op een stapel naast zich en pakte er één van af. „De kust-sleepvaart" heette het. „Dat een nutvol studeer- leerboek!" mompelde Signor Rivaldi tevreden. pchi ijfblokjes met potloden. U be grijpt dat die niet voor bridgen be doeld zijn. In een helder ogenblik r«.mt u een potlood ter hand en be gin» te schrijven. Terstond komt de bediende naast uw tafel staan, wacht rustig af tot u de maaltijd hebt samengesteld, neemt het velletje papier van u aan en verdwijnt weer zonder een woord te zeggen. De bedoeling van deze pantomime is duidelijk. U krijgt op gediend wat u besteld heeft en mis verstand is uitgesloten. 80 mijl De trein glijdt kalm voort Bijna geruisloos zonder schudden. De snel heid valt u eigenlijk wat tegen en wanneer u op een van uw wandelin gen de trainhostess tegen komt kunt v niet nalaten haar dit te vertellen. 71' antwoordt glimlachend dat de trein nu ongeveer 80 rijdt en t knikt dal u dit wel gedacht had. Tot het U opeens invalt dat zij zich natuur lijk in mijlen uitdrukt. Meer dan 120 km dus. Tegen het vallen van de avond min dert de trein voor de laatste maal vaart U bent er! De stad van palm bomen, Mardi Gras en Louis Arm- strong. De stad waar blank en zwart gescheiden zijn. New Orleanst Ge kunt met familie wél drinken en eten. Ge moet echter niet met hea tellen en meten Ge moet het, mannen, zó beschouwen: De we-eld is het boek der vrouwen. Heus, ik roddel niet gouw. Dus geloof mij gerust: Een boosaardige vrouw Is een zee zonder kust. Niet allen moeten samen slapen. Die vrinden eenmaal samen gapen Blijf vooral niet lang. als d'echtgcnoot niet thuis is; Buurman inocht eens denken, dat er iets aiet pluis is. Het woord van een man? ach, dat zeg ik U later: Het woord van een vrouw ts een bundeltje water. De weelde, m'n vriend, is een dronken makend feest; Gebrek, daarentegen, de slijpsteen van de geest. Een Deense primeur Leerschool voor het huwelijk Te Kopenhagen is 's werelds eerste leerschool voor het huwelijk ge opend. Onder de leuze „beter een verbroken verloving dan een geruïneerd huwelijk" streeft deze school er naar, jonge lieden van beiderlei kunne wetenschap en ervaring bfj te brengen opdat ze crisis in het huwelijk zullen kunnen doorstaan of. nog beter, kunnen voorkomen. Een aantal vooraanstaande Deense opvoedkundigen behoort tot de staf van instructeurs. Voorts zijn er bijvoorbeeld een vermaarde geneesheer, een beroemde vrouwelijke advocate en de presidente van het Deense huisvrouwenverbond aan de school verbonden. Het hoofd van deze unieke school is ds. Carl Edward Dam-Hendriksen. Deze welbekende Deense pred'"'-ant verklaart, dat de school op zo breed mogelijke basis tracht te werken. „Het is niet mogelijk huwelijks problemen op te lossen door wat bij belteksten om zich heen te strooien" zegt hij glimlachend. Men kan prac- tisch overal alles leren, maar er is slechts één plaats ter wereld waar men leren kan, hoe men een goede huwelijkspartner worden kan. en dat is in Kopenhagen. Onze school wil alle problemen van het huwelijksle ven grondig behandelen". Niet op een briefje Het is niet de bedoeling om de jongelieden een soort recept te ver strekken voor een gelukkig huwe lijksleven. Een algemeen voorschrift op dit gebied bestaat namelijk niet. Een niet onbelangrijk deel van het onderwijs zal gewijd zijn aan de be oefening van de kookkunst. De De nen houden van goed eten en zij zijn er zich wel van bewust, dat een ge lukkig huwelijk mede gebaseerd is op goed voedsel, behoorlijk toebereid en smakelijk opgediend. De cursus omvat verder weten schappelijke voorlichting op het ge bied der verhouding tussen de sexen voorts psychologie, aangename om gangsvormen en zelfs „eerste hulp". In het algemeen kan men zeggen dat alle factoren van het huwelijksleven ontleed zullen worden en afzonder lijk bestudeerd. Het gehele onderwijsplan is er op berekend, dat ook de „leerlingen" iets zullen bijdragen tot de cursus. Ds. Dam-Hendriksen zegt, dat zortfer de actieve medewerking van de leer lingen de leergang weinig of geen nut kan hebben. D-ï school staat zo wel voor gehuwden als voor onge- huwden open. Onder de leerlingen van de eerste cursus bevinden zich twee weduwen. Grote behoefte Ds. Dam-Hendriksen gelooft, dat de school in een vitale behoefte zal voorzien. Maar al te veel huwelijken mislukten naar zijn mening, omdat vele jonge mannen en vrouwen na de oorlog onvoorbereid een huwe lijksverbintenis aangingen. Vele ge huwde paren zyn volmaakt onge schikt als echtelieden of, wat nog veel belangrijker is. als ouders. Een onderwijzer moet vele jaren studeren voordat hem wordt toege staan, zijn vak te beoefenen, maar een jonge vader kan de opvoeding van een kind op zich nemen, zonder dat hij daartoe enige bekwaamheid verwierf. De verwarring in de jaren na de oorlog maakt de behoefte aan deugdelijke voorbereiding des te noodzakelijker. Ds. Dam-Hendriksen vertelde, dat hij uit het buitenland vele verzoeken om inlichtingen ontving. Het jongste verzoek van deze aard bereikte hem uit India. Dit, aldus zijn conclusie, bewijst, dat de behoefte aan een leer school voor het huwelijk niet slechts tol Denemarken Is beperkt. DNSDAG 24 JANUARI Hilversum L 301 m 7.00 en 800 Nieuws; 9.00 Voor de vrouw; 9-35 Licht baken: 10.15 Gr.pl. 10.40 Voor de scho len; 11.00 Voor de vrouw: 11-30 Gr.- pl.: 12.00 Lunchconcert: 13.00 Nieuws; 13.20 Polltiekapel: 14.00 Zangrcital; 14.30 Kamermuziek; 1500 Schoolradio 16.00 Voor de zieken: 17.00 Jeugduitz. 18.00 Amusementsorkest: 19.00 en 20 00 Nieuws; 2012 Nederlandse solowerken 21.45 Quartetto di Roma: 72.15 Cello spel: 23.00 Nieuws. Hilversum II. 415 m. 7.00 en S-00 Nieuws; 9.00 Hersengymnastiek; 10.15 Arbeidsvitaminen; 11 00 Kamermuziek; 12.00 Parade d. jongeren; 13-00 Nws.; 13.20 Harmonetta: 14.00 Voor de vr.; 14.20 Opera; 16.30 Jeugdprogramma; 17-30 Daasorkest; 18.00 Nieuws; 18.30 RVU; 19.10 Kamermuziek; 20.00 Nws.: 20.15 Bonte Dinsdagavoodtrein: 21.30 Pianospel: 22.00 Orgelspel; 22 30 Mu ziekjournaal; 2300 Nieuws. Roman naar het Engels door Ida Boyd 15. Toen Wanda eindelijk weg ging en Loutje haar naar beneden begeleidde, keerde Arthur zijn ge- zich naar het vuur en steunde met zijn kin op zijn hand. Loutie kwam spoedig terug in 'n soort extase. „Da's er een van de bovenste plank hè?" zei hij. Arthur antwoordde niet. Het hele geval was zulk een duidelijk exposé van de natuur van dit meisje, aan wie hij zijn eerste jeugdliefde ver spild had. Ze was getrouwd met een rijk man om wie zij niet gaf ze had hem (Arthur) op straat genegeerd omniet in moeilijkheden te komen had hem geen woord van spijt of van medelijden doen toekomen. En nu was ze met haar rijkdom, haar bont en juwelen, haar schoonheid komen praten in zijn armelijk verblijf ongevraagd, ongewenst. Zij had niets van Linda's bevende smartelijke tederheid. Niets van haar medegevoel, haar onverander lijke vriendschap, haar trouw, haar kiesheid. Het was niet anders dan frivole, zelfzuchtige jacht naar een nieuwe prikkel. Arthurs ogen plotseling geopend door een onbegre pen enverachtten. Maar Loutje was totaal ingepalmd. Hij kon niet uitscheiden over Ad- thurs vriendinnen. Prachtig, onbe schrijfelijk verrukkelijk, van de bo venste plank. Deze tweede vooral had hem binnenste buiten gekeerd, nad hemenz. enz. Hij was onuit puttelijk in zijn lofuitingen. „En ze zei, dat ze zou terugkomen" riep de ongelukkige Loutje. „Zou ze het doen? Zou ze t waarachies doen? Ik zeg tegpn d'r...." „Was die rommel nou af, jo", viel Arthur hem In de rede. „En sta daar niet te kletsen als een verliefde schooljongen". HOOFDSTUK VIL Wanda keek naar alle kanten om zich heen naar de vreemdeling, die haar.naar Cretton Strutts begeleid had. Hij was nergens U zien en toen zU op haar terugweg by de nau we zijstraatjes kwam, waaruit hy te voorschijn was gekomen, ging zij die in, om te zien. waar die heen leidde. Het was een tamelijk lang straatje en het leidde naar een soort pleintje, dat Gaunt Square heette. Dat pleintje zag er onmiskenbaar beter uit dan Cretton Strutts en Cretton Street. In het midden lag 'n grasveldje met hier en daar struiken omgeven door een laag, ijzeren hek, dat betere dagen gekend had. De wei nige huizen, die het pleintje vormden hadden een beter aanzien dan die van Cretton Street. Wat was het dan dat Wanda eea rilling bezorgde, toen ze het pleintje betrad? Y/as het de sfeer van ver latenheid, die er hing? De meeste huizen schenen onbewoond te zijn. Tussen de straatstenen groeide mos een vuile aanslag van mist en stof lag over alles. De stoepen der huizen leken kleverig en vies van die aanslag. En over alles lag een stilte een vreemd-sinistre stilte, die 'n onmiskenbare indruk gaf van gevaar. Het leek of de weinige bewoners van het pleintje zich verborgen hielden; een waakzame, zwijgende geheimzin nigheid omgaf de huizen, de trottoirs de bomen. Wanda was niet begiftigd met een overmatig rijke fantasie, maar niettemin vond zij dit pleintje met z'n stille suggestie van huive ringwekkend gevaar iets ontzettends. Ze keerde zich om en wilde zo gauw mogelijk naar Cretton Street terug gaan. toen haar oog op een huis in de hoek van het pleintje viel. Het zag er beter uit dan een van de an dere, de vensterruiten waren schoon en er hingen nette gordijnen voor. De schuifluiken aan de binnenzijr der ramen waren half gesloten, zo dat men van buiten af niet in tyet huis kon kijken. Een seconde bleef ze staan. Het huis maakte een indruk van zekere welgesteldheid en orde lijkheid. Maar het ontkwam niet aan de sfeer van het pleintje. Ook van dat huis was het. of uitdrukkingloze ogen haar gadesloegen, bespiedden. Ze merkte, dat haar adem snel ging. toen ze in Cretton Street terug was. Het lawaai, de drukte, de schreeuwende kooplui, het was alle maal als een opluchting. Ze voelde zich weer veilig, maar tot haar schrik zag ze, toen ze het straatje uitkwam, aan de overzijde van Cretton Street, de vreemde met de sombere ogen staan. Hij stond naar haar te kijken en nu zij aarzelde, stak hij de straat over en kwam naar haar toe. Hij sprak beleefd, doch er was een tintje van bestraffing in zijn toon: „Bent u weer de weg kwijtge raakt?" Ze wist onmiddellijk, dat hij wist, dat ze naar hem uitgekeken had. Dat gaf haar een gevoel van schaamte. „Ik ben een meesteres in het kwijt raken van de weg", antwoordde ze met gemankte luchthartigheid, waar op hy geen antwoord gaf. maar zwij gend met haar opliep naar de bus halte. Daar aangekomen, zei hij zacht: „Ik zou u graag mijn kaartje geven. Mis schien kunt u iets doen om mij aan patiënten te helpen t zou een menslievende daad zijn. Ik ben hier vreemd in Londen. En als ik u ooit van dienst zou kunnen zijn....". Hij stak zijn hand uit en nam de hare en keek diep in haar ogen. Ze had hem geen hand willen geven en dus maakte het haar verlegen en toch vond ze het prettig. Hij hield haar hand iets te lang vast. Het wasavontuur. Toen ze in de bus wegreed, keek ze op het kaartje. Dr. D. RODER Neur. Psych. 33 Gaunt Square. Gaunt Square! Wanda rilde. „Hij heeft onbeschrijfelijk diepe ogen", zei Wanda tegen lady Betty. „Ik geloof, dat hU alles uit je zou kunnen halen wat hij maar wilde. Dat is trouwens hun manier van be handelen, nietwaar? Ze laten je alles en alles vertellen". Lady Betty leed aan tja, nie mand wist eigenlijk precies, waaraan ze leed. Rustkuren, sanatoria, zonne baden. enz., hadden haar geen gene zing kunnen brengen. En nu dacht ze over psycho-analyse. En toen ze over dat idee sprak met Wanda Bul- lingham, haalde die jonge dame het kaa'tje van dr. Roder uit haar tasje. .Weet je eigenlyk iets van hem?" vroeg lady Betty. wie de naam en de beschrijving wel aanstonden. .Neen", zei Wanda. „Ik heb hem kort geleden voor het eerst ontmoet. Dat is alles". „Gaunt Square mompelde lady Betty. „Is daar niet eens een moord gepleegd?" „Daar weet ik niets van", zei Wanda. „Er gebeuren zoveel moor den. Ik ben blij, dat Fred zelden of nooit moordzaken behandelt". Maar in haar hart was het net an dersom vond ze het jammer, dat Fred geen aangrijpender en opwin dender dingen in zijn praktijd had. Dan had ze hem minder vervelend gevonden. „Heb je in het ochtendblad over die moord op Hempstead Heath gele zen?" vroeg lady Betty. ,.Ik geloof, dat zijn vrouw het gedaan heeft. Denk je niet?" „Het lijkt er wel op", ant oordde Wanda. „maar je kunt nooit iets zeg gen van te voren. Er komen altijd zulke wonderlijke dingen te voor schijn „Ja dat is wel zo. Je weet noot." zei lady Betty, half in gedachten. „Laat ik het adres van die dokter Roder even opschrijven". Ze schreef het op. (Wordt vi .-d).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1950 | | pagina 3