KuniE ONS RAADSELHOEKJE Een andere opgaaf Als de ganzen trekken ///^-^ Ons vervolgverhaal De zeven Kabouters van Sneeuwwitje Toen de walt met zulke valskijken- de ogen zei, dat hij wel trek had in zu">k «en dikke kabouter, werden alle kabouters bleek van schrik. Alleen Hummeltje niet. Die was er zeker van, dat er uitkomst zou komen. Al was hij dan ook misschien een beetje te vroeg in een geruste buL Knorre pot begon te hakkeren. En dat was anders zijn gewoonte niet. „D.d.d.d dat zul je t.t.t-toch zeker wel laten," bibberde hij. Zonderhaar pinkte een traan weg en zei dat het eeuwig zonde zou zijn van de elfjes. Welgemoed maakte zijn dikke buik zo klein mogelijk en verklaarde, dat er aan hem niets te kluiven viel. Krom been sidderde als een riet en wist geen woord meer uit te brengen. Langhaard stak zijn baard in de lucht en liet die wapperen van ontsteltenis en Wijsneus viel op zijn knieën en smeekte om genade. De ganzen, de hazen, de eekhoorns, de vogels drongen allen in een hoek. De vossen likten zich de bek af en de wolf geeuwde opnieuw zo angstwek kend, dat Knorrepot een gü gaf. Toen stond de wolf langzaam op. rekte een poot uit, daarna nog een, gaf een grauw die de kabouters door merg en been ging en stapte met stij ve poten op de kabouters af. Dat werd een paniek. Ze wilden als razenden door de hut beginnen te hol Jen. Daar zouden ze natuurlijk niets mee bereikt hebben, want een wolf is drie maal zo vlug als een kabouter. Maar toen kwam het kleine dappere Hummeltje tusen beide. Hij trok een brandende tak uit het vuur en gaf de wolf daarmee een tik op zijn neus. Dat bracht tenminste enige opluch ting. Want wolven zijn heel txtiauwd voor vuur. Maar deze wolf werd na tuurlijk vreselijk boos .omdat hij de neus verbrand had en met een woe dende snauw sprong hij op Hummel tje af. Hummeltje zwaaide met de brandende tak en wist zich de wolf van het lijf te houden. En toen, terwijl •1 zijn bibberende makkers achter hem stonden, riep hij met een stem die toch wel een beetje oversloeg van angst: „Schaam jij je niet, wolf. om de wet van de wildernis te schen den. Je mag niet andere wezens do den als er nood is. Maar wacht maar Je zult nog wat beleven. Onze vriend het koolmeesje ls Bruin de Beer wak ker gaan maken. Elk ogenblik kan hij hier zijn. En als het dan blijkt, dat je een van ons een haar gekrenkt hebt, dan zal er met jou wat gebeuren." Wat dat niet flink van die kleine Hummeitle? Want je. hij rekende er wel op. dat het koolmeesje Bruin wak ker had kunnen krijgen, maar stel Je v«or. dat Bruin niet kwam. of te laat kwam De kabouters kregen weer wat moed en Knorrepot baste met een van woe de knorrende stem: „Dan zal er wat met je gebeuren, wolf." En Zonder- haar werd nog veel moediger. Hij sprong voor Hummeltje en bood zich de wolf aan. „Ja, doe me nu eens wat," schreeuwde hij en zijn stem •loeg zenuwachtig over. „Doe me nu eens wat, lelijke schavuit, die je bent Dan zal het je er naar vergaan. En tegelijkertijd spuwde hij de wolf in zijn snuit. De wolf was niet weinig geschrokken van het dreigement van Hummeltje. Want als er een dier in het bos is, waar hij bang van was, dan was het wel de beer, die zo ontzag lijk sterk is en die hem heel lang zou achtervolgen. En dus stak hij zijn ©ren naar voren, kwispelde even met zijn staart, veegde het spuug van Zon derhaar weg en overwoog wat hij zou doen. .Dan moet Ik een haas hebben," zei hij plotseling. En de hazen begonnen al te bibberen. Ze lieten hun lange ©ren op de grond hangen. Toen Hum rueltje dat zag, stak hij opnieuw e>»n tak in het vuur en terwijl hij met de brandende tak boven de kop van de wolf zwaaide, riep hij: „Dat moet je eens wagen, om in ons huis een haas ©p te eten...." Verder kwam Hummeltje niet. Want toen kwam er plotseling een vogeltje door de schoorsteen. Het was net kool meesje. Het wilde net Hummeltje wat Jn het oor fluisteren, toen er zo luid op de deur gebonsd werd, dat Hum meltje daar alleen maar aandaent. voor had. Met drie sprongen was hij bij de deur en deed die open. En daar kwam die goede oude Bruin de Beer naar binnen. Maar het ieek wel ecu ijs beer. Zulk vreselijk weer was het buiten. Er woedde een complete sneeuwstorm en de sneeuw vroor di rect aan Bruins huid vast. Hij hijgde naar adem. 7t> hard had hij gerend. En alle slaperigheid was uit zijn ogen verdwenen. „Ik behoef niet te vragen wat er hier gebeurd is." zei hij op dreigende toon tegen de wolf. Ik geloof, dat ik net op tijd gekomen ben om een vre selijke misdaad te verhinderen. Weet jij niet hoe de wet luidt?" De wolf kroop angstig achteruit. „Doe de deur open, Knorrepot," commandeerde Bruin. En nauwelijks was de deur open of Bruin gaf de I wolf zulk een schop, dat hij drie maal achtereen over de kop stoof en in de witte kolkende sneeuwstorm ver dween. De vossen likten hun baard ook niet meer af. Ze keken schuw. Bruin stap te op hen af. „En jullie hadden zeker wel mee willen doen, hè? Jullie vind ik dit voorjaar wel!" Toen Oom PoH een jochie was Ja, we zouden het nog eens over het bok springen hebben, hè? Dat heb ik jullie een paar weken geleden be loofd. En bij ons zeggen ze altijd, wat je belooft, moet je doen. We hadden verschillende soorten bokspringen. Soms vormden we een lange rij. Dan stonden er een twin tig* achter elkaar. Jongens en meisjes. Want die kunnen net zo goed doen. Of ze moeten van die lange sleepjurken aan hebben, die op de grond slieren. Dan kunnen ze natuur lijk niet springen. Maar ze kunnen even goed bok staan. Alleen vrees ik, dat ze daarvoor bedanken. Een werd er gekozen, die mocht be glunen te springen. En daar ging het dan. De bokken moesten op zo'n af stand staan, dat je als je eenmaal over de een gesprongen was, direct weer over de ander kon springen. Het was een hele kunst en je werd er in het begin vreselijk moe van. Als je dan bij de laatste aangekomen was moest je zelf gaan staan en dan begon num twee. Veel gemakkelijker was het echter als je een meter of wat tussenliet. Dan kon je zo springende de hele dorps straat wel afloppen. En dan was er de manier, waarop er een bok moest staan, en een ander zat. maakte ie van je hand een lepel, een schaar of een hakmes en dan op zijn rug sprong. Als je op de rug mocht degene die bok stond raden. Raadde hij goed. dan was hij ver lost enmoest je zelf staan. Ik verzeker jullie, dat het helemaal niet leuk was VAN DIT EN VAN DAT Oom Rob antwoordt Trientje Buning, Anna Paulowna Hartelijk dank voor de 120Ó postze gels. Trien. Dat was een mooie col lectie. Aiois Vanacker. Anna Faulowna Welkom in onze kring, hoor, Alois. Wel bedankt voor je mooie tekening. Rektle Keetman. Street Welkom in ons midden, Reinie. Handige ma nier om zo een raadsel op te lossen. Maar liever heb Ik er een briefje bij. Dini Grin, Barslngerhorn -— Wat schrijf jij keurig. Dini. Graag krijg ik nog wees eens een briefje van je. En de tekening vond ik prachtig. Jaap en Hennie Stuurman, Lutje winkel. Hartelijk welkom in de club. Maar ik vraag geen zilverpa pier, hoor. Alleen postzegels. En ge stempelde hoor. Gewone gebruikte postzegels. Die duiven weet ik heus geen raad op. J. W. de Leeuw, Wieringerwa&rd Hartelijk welkom, nieuwe vriend. Zo, du3. jij bent postzegelverzame laar. Dat is een fijn werk, hè? Je rapport ls heel goed hoor. Dat schrij ven doe je nog maar wat je best op. Ankie Tamsma, Wierlngerwerf Wat leuk, dat je twee verjaardagen achter eikaar hebt. Zal je de vrien dinnetjes feliciteren van Oom Rob? Doe met de postzegels je best maar. Arie Keppel, St. Maartensbrug Waar heb jullie zo om gelachen, Arie? Dat schreef je er niet bij. En ik ben erg nieuwsgierig. Nan Tüsen, Dirkshorn Jij mag je prijs ruilen hoor, Nan. Ik schrijf je persoonlijk een brief. Wat dat kruis woordraadsel betreft, de moeilijkheid is, dat we er geen cliché van hebben. Heden viert ons kleinste prinsesje Marijke haar 3e vjrjaardag. Oom Rei) en zijn vriendjes van de kinde.-koerier wensen haar waarmee van harte geluk! als er een stuk of tien op je rug sprongen. En die kans had je toch. Maar het mooiste werk vond ik al tijd het voeten. Wat heb ik dat ont zettend veel gedaan. Als je met zijn tienen was werd er om afgetakeld, wie het eerst bok moest staan. Die ging dan staan bij een streep en dan sprongen de anderen er over. Na de eerste ronde ging de bok een voet van de streep staan. En weer begon het springen. Daarna twee voet van de streep, drie voet, vier voet en nog meer. Maar je mocht nooit over de streep staan als je sprong, want dan was je af. En je mocht ook de bok niet omspringen, want dan was je ook af. Wat werd er soms een spannende strijd geleverd. Want som3 brachten we het tot zès a zeven voet. En dat is een hele sprong, als je dan nog over een bok heen moest. En bjj een van die wedstrijden heb ik eens een heel onpleizierig avontuur gehad. Als de afstand zo groot wordt, kan er licht iets gebeuren. En daarom raad ik jullie aan, als je gaat voeten, ga dan niet op de straatweg of een hard schoolplein, maar ga op een gras veld of ln het zand. Dan val je je niet zo gauw zeer. Om nu naar dat avontuur terug te keren, we hadden die middag een fij ne ploeg. We waren flan elkaar ge waagd en de zeven voet was gepas seerd. Toen ging het om een afstand van acht voet En dat hadden we nog bijna nimmer gehaald. Jullie begrijpt, wat een spanning er was. Ik nam mijn aanloop. Wel een dertig meter. Want je moest een geweldige vaart hebben. Daar naderde ik de streep. Ik maakte een verrukkelijke sprong en toen maakte de bok plotseling een be weging. Dat is het verschrikkelijkste Tjeerd de Bruin. Kolhorn Mooie oplossing, hoor, Tjeerd. Beter op een briefje dan in de krant. Maar dat tot ziens, dat zal nog wel niet gaan. 't Is eerder: tot schrljvens! Jan Arie Bruin, Kolhorn Een goe de oplossing, Jan, maar een beetje kaal, met geen briefje er bij. Schrijf me eens! AH Bos, Sbwtdorp Wees maar ge rust, hoor, Ali. De schrijffouten tel ik niet mee. Oom Rob Ls geen school meester. Jan Buter, Anna Paulowna Een aardige tekening. Jan. Maar een prijs win je er niet mee. want er was geen tekenwedstrijd. Fijn dat GerI een correspondentievriendinnetje heeft. Louise Rrmpt, Alkmaar Een keu rige oplossing, Loul3e. Maar ook voor jou geldt, dat er wel wat bij ge schreven kon zijn. Kerrit Kossen, St. Maartensbrug. Hartelijk welkom in de club, Gerrlt. En bedankt voor de postzegels, hoor! Albert Wittlnk, Wieringerwerf Ook jij hartelijk welkom, Albert. Schrijf me maar eens wat er in de Meer te beleven valt. Nan, St\jn(e, Tine en Jaap Beult. Winkel Al weer zo'n massa post zegels. Wat was ik daar blij mee. Jullie doen je best hoor! N. N. Ook u weer hartelijk be dankt voor de postzegels. Al bent u dan ook onbekend. Jan Schoneveld. Middenmeer Fijn dat je ook gaat mee doen. Jan. En schrijf me maar eens wat je allemaal beleeft in die grote Meer. Gre Polet, Anna Paulowna Doe je ook met ons raadselhoekje mee, Gre? Dat vind ik fijn hoor. Schrijf me maar trouw. Kees Hollander, Anna Paulowna Nou en of jij mag meedoen met de club, hoor. Kees. Dank je wel voor de postzegels, hoor. En je schrijft al keurig. Doe je best maar, hoor! Truus Lobrecht, Schagerbrug. Be dankt voor de postzegels, hoor, Truus Ik ben er echt blij mee. En als jij even gezond bent als Oom Rob, dan zal het wel los lopen met ons. Dag allemaal! OOM ROB. wat je met bokspringen kan overko men als de afstand zo groot is. Ik kon tijdens de sprong niets meer doen, maar toen ik de bok wilde grijpen, was het mis. Met een vreselijke smak kwam ik op de grond terecht. En het was niet zulk een plezierige grond. Het was een grindplein. Mijn handen zaten vol met kleine steentjes en mijn kousen waren op de knieën kapot, terwijl ik grote schaafwonden had. Met de bok was het echter nog er ger gesteld. Die had in volle vaart een klomp tegen zijn hoofd gekregen en lag voor dood op het veld. Geluk kig was hij niet dood. Hij kwam weer bij, maar zijn hoofd zag er vreselijk uit. Schuld hadden we eigenlijk allebei met. Hij was even afgeleid geweest en had me niet zien aankomen. Zo was het ongeval ln een wip gebeurd. Later gingen we op kousen lopen als we gingen bokspringen, want op blote voeten dat mocht natuurlijk in de da gen van Oom Robs jeugd nog niet. Als jullie het gaat doen, op een grasveld en blootvoets. Dan is het fijn. En dan hadden we ook nog het bok springen, dan mocht de bok proberen om je af te werpen als je over hem heen sprong. Daar kon Je ook dol ple zier mee hebben. Je had er bokken bij, die je zo meesterlijk konden op zwiepen, maar het gebeurde ook wel, dat de bok zelf het slachtoffer werd en met zijn neus voorover dook. Zie zo, nu weet Jullie tenminste iets af van bokspringen. En als je er meer van weten wilt, vraag het dan maar aan vader of moeder. En nu maar weer tot volgende keer, OOM ROB. Gezellig puzzelen We gaan deze week weer eens een ■echt gezellig raadselhoekje maken. En omdat ik weet, dat jullie daar nog al van houdt, beginnen we met verborgen plaatsnamen. Daar komt 'n stelletje: Wat een mooi opgezette valk Maartje. daar in die winkeL (Twee plaatsen). Dat vind jullie niet naar. denk ik. In Haarlem merkte ik, dat het regende. Een mark en een franc zijn vreemde geldstukken. Tegen die muur kan ik niet op klimmen. (Twee plaatsen). Ik beschouw het goud als meer waardevol. Ik ben ln het kamp en ik blijf er ook. De neven logen om het hardst. Ziezo. Dat is al weer een heel lijst je. Daar kun jullie al weer weer aar dig je best op doen en in het geheel moet je dus tien plaatsnamen op sturen. We hebben ze bijna gehad in on ze omgeving. hè. de ga; de Dollanrd zijn ze met honderden geweest. Maar het werd niet koud genoeg en dus zakten ze niet verder af. Ze zijn nu alweer vertrokken naar noordelijker streken. En wij zullen ze wel niet meer zien dit jaar. Of mis schien in het voorjaar als ze weer uit zuidelijker streken terugkomen. En daarom wil ik jullie toch iets vertel len over de ganzen. En dan bedoel ik niet de ganzen, die hier in hokken gehouden worden en dat maar vette waggelende vo gels zijn. Neen, de echte wilde gan zen, die in het hoge noorden broe den. Soms kan het gebeuren, als je in het voorjaar in je bed ligt, dat je plotseling een heel onbekend geluid hoort. Het lijkt op een soort trompet geschal. Haar als je er even naar ge luisterd hebt, hoor je er duidelijk het gegak van de wilde ganzen door. Want dat getrompet was afkomstig van de wilde ganzen, die weer op trek zijn naar het noorden en vooral in maanlichte nachten het uitjubelen van pleiner, omdat ze straks weer te rug zullen zijn op de plaats, waar ze geboren worden en zijn grootgebracht En als je dat geluid nu hoort, wip dan even je bed uit. Ik maak me sterk dat vader en moeder er geen bezwaar tegen zullen hebben als je hen ver telt. dat Oom Rob ook zulke dwaze dingen doet. Dan zul je in het licht van de volle maan een zo ongelooflijk mooi schouwspel zien, dat je er hele maal geen spijt van hebt. even je warme bed te hebben verlaten. Maar het moet vlug gaan, hoor, want de wilde ganzen vliegen snel en ze zijn spoedig voorbij. Het zijn precies voortglijdende schimmen, schitterend in het maan licht. En opnieuw klinkt de wilde roep, die je vertelt van een levens- En nu voor de kleintjes Ik heb laatst een brief van Zwarte Piet gekregen en die zat in zak en as. Want hij had op zijn beurt weer een brief gehad van een jongetje uit onze buurt en die had hem in die brief elf letters gestuurd. Prachtige letters. En die moest Zwarte Piet op plakken en dan zou hij wel zien wat hij er mee moest doen. Maar o wee, daar kon Zwarte Piet het goede •oord toch niet maken. Die domme Zwarte Plet. En nu schreef hij mij, of ik het aan mijn vriendjes wilde vragen. En dat doe ik dan. Maar al leen aan mijn kleine vriendjes, bene den de tien jaar. Hier komen nu de letters, die zo raar door elkaar waren KSTALSANIRE Kunnen jullie het goede woord er van maken? En wat zou Zwarte Piet er wel mee moeten doen? Inzendingen van al deze raadsels \cor 28 Februari aan het bekende adres, OOM BOB, Postbus 3, Schagen. Et< let er wel op, voor alle drie raadsels stel tk weer mooie prijzen beschikbaar. Ik verwacht ln de ko mende week dus weer veel brieven. En gezellige brieven hoor. OOM ROB. En na c .\s éza andere opgaaf, voor degenen die Giet van verborgen plaatsnamen houden. Dal betekent na iuurlijk riet, dat degenen, die de ver borgen plaatsnamen hebbt-a gevon den, hier niet aan -zouden mogen meedoen. Ik schrijf verschillende na men op van voorwerpen. En dan moet jullie tr weer een ander woord tus sen zeiten, zodat je veer andere voor den er ven maakt. Hier volgt c\ rat een voorbeeld. Peperstuk Als je daar nu. het woord nn:<:t tusen zet, kun je lezen pepermunt, maar ook muntstuk. Begrepen? Het is deze keer moeilijk, maar dan vraag jullie het hele gezin maar orn mee te helpen. Een der vele mooie tempelrulaes, dit we op de AcropoLis ln Athene kunnen vfcden. Een stevige hoed Aage Tharrup, de beroemde hoe- denontwerper van Koningin Elisabeth van Engeland en van de beide En gelse prinsesjes, heeft voor de lentt van 1950 een hoedje vervaardigd, dak met de versiering er bij nog geen ons weegt. Het hoedje heeft de vorm van een kap-baretje en is van paar denhaar-stro gemaakt, dat de indruk maakt van een fijn spinnenrag. Dt versiering bestaat uit borduursel van grof stro en een witte vogel met een staart van stro-veren. Dit lichte hoed je kan als een balletje opgerold in een koffer worden gepakt, zonder zijn vorm te verliezen, een speciale eigenschap van bijna alle hoeden, die dit jaar in de voorjaarscollectie van Aage Tharrup worden gelanceerd Theorie en praktijk... Mr. Sieve Roes. chef van de KLM- persdienst in Amerika, kwam onlangs naar Nederland voor 'n kort bezoek aan het KLM hoofdkantoor te Den Haag. Tijdens zijn verblijf schreef hij 'ri artikel over 't afscheid van mej. A. Abendanon, die in het huwelijk zal treden, hierbij de verzuchting aan halend: „Jullie stewardessen trouwen veel te gauw!" Op zijn terugreis nuar New Vork maakte hij In de Constellatie© ken nis met de stewardess Emmj' van Driei. Cupido's pijlen doen blijkbaar c-ok op:9000 meter hoogte hun werk, want nu heeft mr. Roes zich met mej. van Driei verloofd. Het wachten is nu op een 'artikel over het komende af scheid. van deze charmante KLM ste- «arte-s. Wie zal dit schrijven* Markt.... ..taak Me iaën. .stuk Knel.... ...hok Rijk.. Daar kun je pcg. hele poos zoet mee zijn hè? En de avonden zijn au nog lang, dus doe je best. vreugde en een ongebondenheid, dat je er naar zou snakken om mee te trekken! Over die ganzen wil ik jullie nu iets vertellen. Als je ze ziet, vliegen ze altijd in de vorm van een omge keerde V. Een wig zou je het ook kunnen noemen! Dat komt bij de .noes te trekvogels niet voor. Die trekken in wilde, schijnbaar ordeloze zwermen. De ganzen doen dat heel anders. Die zie je nooit bij honderdtallen tege lijk. En ook niet ordeloos. Als je een zwerm ganzen ziet van een dertig, is het al veel. Soms wel enkele van die troepen achter elkaar. En meestal heel hoog in de lucht en zwijgzaam. Van daar dat het een uitzondering is, als we ze opmerken, want we kijken niet dikwijls in de lucht. Anders zouden we tegen iedereen oplopen. Soms echter worden die ganzen luidruchtig. En vooral in maanlichte nachten, als ze laag over komen. k heb het eens meegemaakt, dat een troep ganzen kwam overtrekken, op een winderige heldere dag. Ze trom petten als bezetenen. Daardoor werd ik er opmerkzaam op. Plotseling werd de wigvorm verbroken en even was er een wilde warreling en een woe dend gegak, hoog in de lucht. Ik be greep niet wat er aan de hand was, maar plotseling werd het me duide lijk. Er was een tamelijk flinke wa terplas ln de buurt en de ganzen wa ren vermoeid. Ze wilden uitrn»»»- vorens hun tocht te vervolgen. Ze hielden even krijgsraad, warrelden door eikaar en toen heb ik zo ieU moois te zien gekregen, dat ik het nimmer meer vergeet. De ganzen daalden. En nu zul jullie, die het mi» schien nooit hebt gezien en het mis schien ook nooit zullen zien. je ver baasd afvragen wat of er nu aan is, een groep vogels te zien dalen. In da regel heb je gelijk en is er niets aan. Maar bij ganzen is het iets anders. Ze laten zich niet allen tegelijk ln het water plompen. Óm de drommel niet. Er heerst een orde en een regel- aata .dat een schoolmeester er jalours op zou worden. Als op bevel wordt het ordeloze gedwarrel hoog in de tucht gestaakt. Dan komen ze naar beneden. Jullie weten natuurlijk wat een wenteltrap is. In een vuurtoren heb je een heel grote en dan slingert die trap zo rond de toren de hoogte in. Welnu, het is of de ganzen langs een wenteltrap uit de hemel afdalen. In een ogenblik hebben ze zich in volgorde gesteld en dan komen ze langs die onzichtbare trap aange- zwierd. achter elkaar in volkomen re gelmaat en met een snelheid, die je de adem beneemt Vlak voor ze in bet water neerploffen geven ze een wilde schreeuw en in een minuut tijd zijn. ze allen veilig neergestreken. Dan komen ze tot rust. Even spiedden ze rond. om te zien of er geen vijand in de buurt is. maar als ze gerustge steld zijn. laten ze zich rustig drijven, maken hun tollet, pluizen zich en heb ben na enige tijd de kop in de veren getrokken. Slechts een vogel blijft er waakzaam. Of het de aanvoerder Is? Ik durf het niet te zeggen. O. Ik reu jullie nog veel meer kunnen vertel len van die wilde ganzen. Misschl®».* doe ik het da volgende keer wel. OOM ROK-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1950 | | pagina 3