KuriiEKB^E^i BON TT ONS RAADSELHOEKJE Een paar leuke opgaven Verborgen plaatsnamen Een kleine les Een grapje van Madeliefje }ns vervolgverhaal De zeven Kabouters van Sneeuwwitje Tien de vogels hoorden, dat allemaal werden uitgenodigd om ('op de bruiloft te komen, als de ka bouters en de elfjes zouden trouwen, KMjn het gejuich geen einde. Ten slot 'te moest Knorrepot verzoeken om nu iheen te gaan, want de zon begon on 'dier te gaan en het werd fris buiten. :Toen gingen alle vogels naar hun bo- men en Unk Wunk en Bruin wan delden het bos in. Eindelijk waren de elfjes en de ka bouters alleen. Plotseling nam Knor repot zijn elfje bij de hand en be gon de rondedans. De anderen wer den door dat dansen van Knorrepot ko aangestoken, dat ze ook allen een elfje bij de hand namen en zo werd het een hele grote vrolijke kring op de wei voor het kabouterhuis. Ze dansten tot de zon helemaal onder was en juist toen 'ze in huis wilden gaan hoorden ze een luid gesuis in de lucht. Er kwam een koppel prach tige witte zwanen die neerstreken op de wei. In het kleine beetje licht dat de wassende maan verspreidde, wa. h£t een heerlijk gezicht. Statig kxtaSn de aanvoerder der zwanen aanwag gelen en vroeg aan Knorrepot of ze «iet voelden voor een tochtje door de lucht. Het was immers al zo lang ge leden. dat ze een luchtreis hadden gemaakt en het was er nu zulk prach tig weer voor. Knorrepot had er niet veel zin in Hij wilde liever naar binnen om eens lekker te eten en dan met de elfjes over de toekomstplannen te praten en ook de andere kabouters hadden liever de avond bij elkaar doorgebracht, maar dan moest je net de elfjes hebben. Die waren dol op een luchtreis. En de kabouters durf den toen natuurlijk niet tegen te stribbelen. Fluks haalden ze allemaal hun jas fes van bont en even later zaten allemaal op de rug van een zwaan. Dat hadden ze deze winter ook al .eens gedaan, maar toen was het vreselijk koud, dat ze nergens naar keken en in de veren van de zwanen wegkropen. Maar nu hadden ze volop gelegenheid om te kijken. De veer tien zwanen vlogen in V-vorm daar achter de aanvoerder, die niets droeg. Daar vlogen ze nu boven het bos. De maan was iets hoger geklommen eu ze konden iets zien van wat er beneden onder hen wegschoof. Eens klaps zagen ze Bruin de beer op een open vlakte scharrelen en toen ze heel goed keken, zagen ze ook Unk Wunk nog. Hummeltje gaf een luide schreeuw en geloof, dat die Hummel tje schreeuwen kon. Bruin schrok .zich een hnoHia- mot srnla cnmn - gen verdween het tweetal m net kreu pelhout. En voort ging de tocht weer. Na een hele poos kwamen ze aan de rand van het bos en toen zagen ze de open vlakte voor zich liggen. Heel ver twinkelden de lichtjes van elfenstad. Ze maakten er een tocht over heen, maar zo hoog, dat ze nie mand konden herkennen. Toen draai den de zwanen weer om en ze be gonnen nog veel sneller te vliegen. Zo snel. dat de kabouters en de elf jes haast niets konden onderscheiden. En dat was die ongelukkige Krom- been te erg. Ongelukkig zul jullie zeggen, waarom ongelukkig? Nou, die Krombeen was zo nieuwsgierig, dat te veel voorover boog en plotse ling van zijn zwaan tuimelde. En nie mand had er erg in. dat Krombeen naar beneden viel. Ook de zwaan niet Pas een heel poosje later ontdekte Krombeens elfje, dat hij er niet meer was Ze gilde van schrik, maar al dat gillen gaf niets. Krombeen was ver dwenen. De kabouters en de elfjes en de zwanen waren helemaal in de war eu de zwanen daalden op een gras veld neer. Wat was er intussen met die arme Krombeen gebeurd? Toen hij van zijn zwaan viel werd hij eerst bijna be wusteloos van schrik. Het eerste wat hij dacht, was: Ik val dood. En dat wilde Krombeen niet. Hij wilde eerst nog met zijn elfje trouwen en nog heel veel van het leven genieten. Toen kreeg hij een goede inval. Als de weerga trok hij vallende voort zijn jasje uit. nam de mouwen tussen zijn tenen en de slippen in de handen en maakte^zo een kleine parachute. Het was wél niet helemaal goed. maar toch viel- Krombeen niet meer zo snel En toen hij nog bewegingen begon te maken, alsof hij bij de lucht op wilde klimmen., werd het vallen dra gelijk. AJleen zou het nog wel een iiele smak geven als hij op de aarde terecht kwam. Nou. dat kwdm ook weL zo af. Maar toch had die Krom been een ongelofelijk geluk Moet jullie rekenen, dat zwartrok, de gro te mol net geweldig druk aan het wroeten was. Hij had een ontzaglijke molshoop gegraven en dat is van die heerlijke zachte aarde. Daar viel Krombeen nu precies in. Het was wel niet prettig, maar de armen en benen bleven tenminste heel en alleen was de val nog zo hard. dat Krombeen helemaal in de hoop verdween en een massa modder in zijn hals. zijn ha ren, zijn oren en zijn neus. ogen en mond kreeg. Want Krombeen had zijn mond «pen. omdat hij schreeuwde toen hij die zwarte heuvel zo snel dichterbij zag komen. Maar toen hij er helemaal in verdween was het plotseling stil. Heel stil. De mol was van schrik diep in de aarde gekropen en Krom been moest eerst eens uitblazen. „Verdubbelkme". praatte hij bij zich aelf, ik leef nog. En als ik de modder uit mijn mond gespuwd heb, kan ik weer praten ook. En kijken VAN DIT EN VAN DAT.. Oom Rob antwoordt AAN JULLIE ALLEMAAL Wat ben ik vorige Zaterdag toet» boos geweest, toen ik de krant mün handen kreeg. Laat me daar nu toch een advertentie in de krant staan dat ik jarig was. En ik had het nog wel zo geheim willen houden! Woe dend was ik. Maar nu niet meer hoor. Want wat heb ik een massa gelukwensen ge had. k kan ze niet allemaal opnoe men. Maar ik dank jullie allemaal hartelijk hoor! En nu de brieven! Dan begin ik deze keer met Loes den Uyl Petten Daar stond me nu toch je naam weer verkeerd in de krant Loes. Ben je er niet boos om? Michaël Burm Anna Paulowna Nou hebben wij samen een geheim Michaël. En reken maar dat het bij mij goed bewaard is! Je hebt weet kranig gekeept. Jogchum Ypma Dirkshor» Als- jij later een kippenfarm hebt Jogchunv, kom ik eens bij je kijken. Echt leuk hè zo'n hoop dieren om huis. Dirkje Bouwman Winknl Flink Dirkje, dat jij nu de huis houding waarneemt. Ik hoop dat moe der weer gauw thuis zal zijn. Over de feestavond bij Igesz stuur je me maar eens een brief. Zusjes Rezelman N. Niedorp Jullie was nog precies op tijd hoor, al heb je dan ook geen prijs gewon nen. Marga Wit Lutjewinkel Prettige dagen hebben jullie gehad Marga. Heerlijk zo'n wandeling in de duinen hè? Ali Hoep A. Paulowna Een heerlijk spel. dat schuiizoek Ali. Jullie hebt in de polder prachtige bollenvelden! Folkert Gouma A. Paulowna Zal je in 't vervolg er bij schrijven waar je woont Folkert. Tk vermoed weet ik het niet. "*"~J Abclien Dgkhof Oudesluis Je weet nu wanneer ik jarig ben Abelien. Onze hond heet Puk. Gezel lig hè, zo'n hond. Betsie en Elly Pipping Alkmaar Bedankt voor de postzegels hoor. Het was een hele poos geleden dat ik wat van jullie gehoord heb. Maart je Kooy Ook al weer geen adres. Dat is las tig voor me hoor! Dat verhaal van Sneeuwwitje gaat nog een poos door hoor Maartje. Ik moet geen poes heb ben. Klaas Kleimeer Veenhuizen Lsatlk je vertellen dat ik dikwijls in de Berkmeer geweest ben Klaas en ook wel in de molen van je groot vader. Leuk hè. Wat de Berkmeer be treft heb je gelijk. Die ligt aan de andere kant. En woont er nog vo' in het oude huisje midden in de pol der? Gert de Vries N. Niedorp Wat heb jij fijn meegedaan met de puzzlerit Gert. Misschien heb ik jc wel gezien. Ik heb tenminste een massa rijders voorbij zien komen. Prachtig werk dat knikkeren Vooral als je zo wint. Cces de Vries N. Niedorp Het is nu prachtig overal Cees. De pruimen zijn al weer uitgebloeid, maar nu de peren en appels. Jannic Honing Schagen Welkom hoor Jannie. Blijf een re gelmatig inzender voor onze krant meid. Wim v. d. Wal Oudesluis Wat heb jij een mooie zwaluw voor me getekend Wim. Echt leuk! Doornroosje Oudesluis Wat jammer dat je nog niet beter bent Doornroosje. Ik hoop dat het nu toch niet al te lang meer duurt hoor. Hoe kon nu dat ene viertje op je overigens prachtig rapport komen? Wie schreef er nu voor je? Riet.'e Boer Middenmeer Ik ben niet op de Keukenhof ge weest Rie. Maar jij hebt er heerlijk genoten. Wat een mop met je Duitse les! Gre Bijvoet Julianadorp Bedankt voor de postzegels hoor Gré. Ben je een nieuw vriendinnetje of behoor je tot de oude garde? Tini van der Schar* Winkel vanie. dat leek er op Mooi land hè? Af en toe ontvang ik van clubvrien- den raadseis. met de bedoeling dat ik deze in de krant zet en dat jullie ze dan oplost. Dat vind ik heel prettig Niet omdat het mij werk bespaart, maar wel omdat er uit blijkt, dat jullie met onze krant meeleeft. Maar ik kan ze niet altijd plaatsen. Som mige zijn ongeschikt Daar moet jul lie niet boos om zijn hoor. Ik laat nu weer een paar opgaven volgen: Het is weg. het blijft weg en tóch is het er. Ra ra. wat is dat" En nu de volgende Eerst wit als was. dan groen als gras. dan rood als bloed, smaakt het alle vrienden van de club van Oom Rob goed. Deze raadsels waren van: BarUia Hartman. En ik dacht eerst, dat ik er voor moest betalen, want Bartha stuurde ze me op een nota. bestemd voor Oom Rob. En jullie wilt wel geloven, dat ik dat niet doe hè? Het gaai ons alles gratis. STRIKVRAGEN. DUS OPLETTEN Waarom koopt een kok een witte muts? Wanneer neemt ieder mens zijn hoed af? Deze strikvragen waren van: Geri Vetman, Winkel Hebben jullie Nel's tas ook gezien? De peddels van de kano waren weg. Die knappe jongen heeft twee klassen overgeslagen Het water loopt langs de ruit De denneboom groeide best Wij lusten wel een hele tros druiven Deze verborgen plaatsnamen waren van: Madeliefje, Nieuwe Niedorp Inzendingen vóór 17 Mei aan Oom Rob. postbus 3, Schagen kan ik ook, ik zie de sterren boven me. Tjonge Krombeen. daar ben je goed afgekomen, zei hij bij zich zelf. Maar hoe kom ik nou weer bij de anderen terecht. Dat zal een hele toer worden". En op een grasveld, een heel stuk verder zaten de kabouters, de elfjes, de zwanen en keken elkaar aan en huilden tranen met tuiten. Want ze dachten niet anders of Krombeen zou wel dood zijn. Oplossingen van 22 April M kim v a D e r h o n De r d b e g E r e n v r o L ij k e v e r B a a 1 stUur e R g G Van boven naar beneden in 't midden MIDDELBURG. En van de 2de opgave kon je maken ..KINDERKOERIER" De prijzen werden deze keer gewon nen door: Grietje van der Hat A. Paulowna TVim van der Wal Oudesluis Klaas Kleimeer Veenhuizen Rietje Boer Middenmeer In de loop van de week zend ik de prijzen toe Oom Rob. Er worden me soms de wonderlijk ste vragen gesteld. Laatst vroeg een van mijn vrienden me of ik een sikkie droeg en met een wandelstok liep en een ander of ik soms Leonard Rog geveen was. Een derde was nieuws gierig of ik schoolmeester was ge weest en een vierde hoe oud ik ban. Ik vind het reuze-lollig dat jullie zo nieuwsgierig bent en ik wil jullie dan ook een en ander van mezelf vertellen. Ik ben niet Leonard Roggeveen, ik ben geen onderwijzer, ik draag geen sikkie. ik gebruik geen wandelstok, ik ben niet oud en ik ben niet jong Daar heb jullie niet veel aan. Want nu weten jullie wel wat ik niet ben, maar verder ook nog niets. Wat ik nu wèl ben? Ik ben jullie aller vriend en op dat jongeren een oudere in de regel oom noemen, noemen ze me Oom Rob Verdei niets. Een doodgewoon man netje hoor. Alleen heb ik me zelf be loofd dat we van de Kinderkoerier een gezellige kleine krant gaan ma ken, tenminste zo lang de directie en de redactie van de krant het goed vinden. En des te meer er mee doen. des te liever. Maar nu moet ik jullie een klein lesje geven. Net als een echte school meester. Ik kan de Kinderkoerier pas gezellig maken als jullie me allemaal meehelpen door zelf echt leuk te schrijven. Want geloof nu maar niet, dat ik het zo prettig vind, als ik een brief of een briefkaart krijg, waarop alleen een oplossing staat. Ik vind 't wel leuk. dat jullie dan het raadsel Grielje van der Ham A. Paulowna Aardig Grietje die schooltuintjes. Doe je best maar. Ik hoop dat je de prijs wint. Jan Buisman Schagen Dat rapport van jou dat kan goed mee door hoor Jan. Komt het gezaaide goed op? Er zijn geen boek jes van Kappie en Jimmv Brown. De krant heb ik niet meer. Die moet je zelf bewaren Jan. Dat doet je vader toch immers ook! Zonder naam Wieringcrmeer Ik weet niet hoe je heet. Want je had vergeten je naam op de envelop pe of onder de brief te zetten. Post stempel was Slootdorp en er zaten twee plaatjes in de brief. Ra ra wie ben je? Klaas Langedijk Dirkshorn Bedankt voor de postzegels Klaas. Wat zal dat een prachtig gezicht zijn, zoveel kuikens. Als ik tijd had, kwam ik eens aan. Marian Floor N. Niedorp Neem me niet kwalijk Marian. Heb je soms een tante die Maap heet? Joop Koopman Terdiek Dat was een leuk versje Joop. Mis schien gebruik ik het wel eens. Wil Bremer Oudesluis: Wat een prachtig rapport heb jij. Wil. Gemiddeld 8. Keurig hoor. Vraag maar eens hulp aan een ander bij 't raadsel. Wim en Marjan Honingti Winkel: Bedankt voor de postzegels, die me werden gebracht. Maar kan jullie niet schrijven? Ik herinner me, dat ik jullie vorige keer deze vraag heb gesteld. Janny den Das Petten: Als ik tijd kan vinden, ga ik eens een keer met je oom mee, Janny. Ik heb een fijne dag gehad. Leuk ge zicht. dat gecostumeerd voetballen, hè! Jan Tysen Dirkshorn: Wat heb jij een lollig postpapier. Jan. Je was net nog op tijd. Hennie Slikker Wieringerwaard: Nu weet je het, Hennie. Je bent hartelijk welkom, hoor. Jij zelf en ook vader en moeder nog gefeliciteerd met het feest. \ntou Hurkmans Oudesluis: Bedank vader en moeder. Anton en tloe ze de groeten van me, hoor! De 'hebt opgelost maar we kunnen het ons veel leuker en gezelliger maken, als we eens schrijven wat we be leefd hebben. Dus kom maat voor de dag hoor. Oom Rob. Een van onze clubvrienden, die de schuilnaam Madeliefje heeft aange nomen. schreef me laatst een gezelli ge brief en ze maakte daar een grap je in. nee. wat heb ik daar om moe ten lachen. Of misschien was het wel geen grapje, maar een heel gewone schrijffout, die ook Oom Rob wel eens overkomt. Ze zouden bij hen ter gelegenheid van de Ouderavond een toneelstukje opvoeren on dat heette de Vrolijke schoenmaker. En weet jullie wat Madeliefje nu schreef? Weet je het zelf nog Made liefje? Ik geloof er niets van. Nee, je schreef: De vlorijke schoenmaker. Nou. dat is heel wat anders. En toen ik het las. zag ik in gedachten die schoenmaker a! zitten krabben. Ik hoor nog wel eens van je hoe de uitvoering geweest is hè" Oom Rob. Vacantie voor de club van Oom Rob Nog een paar maanden en de grote vacantie breekt aan. Het spreekt wel 'van zelf, dat jullie er plannen voor maakt. De een gaat hierheen, de an der daar. maa?- er zijn er ook nog heel wat, die geen familie hebben Wat doen die clubvrienden van mij in de vacantie? Vervelen ze zich? Na tuurlijk niet. Daarvoor zijn ze lid van de club van Oom Rob. Die vervelen zich nooit. Zezoeken wel wat anders schrijven ze een brief aan Oom Rob of ze maken een tekening. Of zouden jullie in de vacantie toch wel eens wat anders willen? Op eei andere plaats is het soms leuker als op je eigen dorp of stad. En nu vraag ik me zo af. waarom zouden de clubleden nu niet een dag of wat bij elkaar gaan logeren? Be spreek het eens met jullie ouders. Wat zou het niet ontzettend leuk zijn als jullie zo eens een prettige vacan tie hadden. En nu vraag je je natuurlijk af. hoe komen we dat aan de weet? Nou, als je uit logeren wil of een logeetje wilt hebben, we hebben nu immers onze advertentierubriek. Ik hoop dat het idee jullie zal lijken. Toen Oom Rob een jochie was Nu wil ik jullie deze keer nog eens een fietsavontuur vertellen. Jullie hebt wel om mijn ongeluk ge lachen. maar ik geloof, dat jullie me niet uitgelachen hebt. Als dat zo is. dan moet jullie het maar niet aan me schrijven, want ik kan er niet tegen dat ze me uitlachen. Ik heb in mijn leven al een massa ongelukjes gehad, maar als me iets overkwam, dan was altijd het eerste wat ik deed kijken of niemand er iets van zag. Want die kon me eens uitlachen. En dan sjond je er toch zeker gekleurd op. Neen, een ongeluk is al niet pret tig, maar er om uitgelachen te-wor den is afschuwelijk. Ik ben van nature nog al nieuws gierig. Alles wil ik zien. En dat helemaal niet erg, als je maar niet op de fiets zit. want dan is het in de regel mis. Niet alleen, dat je de kans hebt. dat je anderen een onge luk bezorgt, je komt er zelf ook niet zo heel goed af. Nou, hoeveel keer of ik anderen niet omver gereden heb. dat weet ik niet meer. En woe dend dat sommige mensen dan kon den zijn. Meer dan erg. Het was pre cies of ze dachten, dat ik het er om deed. En dat was helemaal niet zo. Ik had èr zelf genoeg het land aan. Maar altijd te laat. Als het onge luk gebeurd was. En Aan had ik nog een lelijke kwaal. Ik kon zelf mijn lachen ook niet houden, als ik weer een onderste boven had gere den. Al bezeerde ik me zelf ook nog zo erg. Het is eigenlijk geen lachen, maar een zenuwreactie. Maar wat dat dat weten jullie toch niet en het wordt tijd, dat ik jullie het avon tuur met de fiets vertel. Ik reed al een paar jaar op de fiets en kon dus geweldig fietsen. Want al zeg ik het zelf, ik was een kunste naar en een kunstemaker op de fiets. Het was een prachtige dag weer. De kleine witte zomerwolkjes dre ven hoog over de bloeiende weiden ik genoot, terwijl ijt Op de fiets zat. Ik zag eigenlijk van alles, maar maar plotseling gebeurde hél- ik Kèe naar een vogel, hoog in de lucht er. toen voelde ik. dat ik niet meer op de weg reed Toen ik omlaag keek. zag ik tot mijn grote ontsteltenis, dat ik met een vaart de berm afreed. En tegelijkertijd zag ik. dat er in het midden van de niet al te brede sloot een paar palen stonden, waar blijk baar vroeger een plank over had ge- Onze jarigen Er zijn er heel veel onder jullie, die me een briefje schrijven, dat ze jarig zijn geweest. En dan kom ik natuurlijk met mijn felicitatie als mosterd na de maaltijd. Ik zal het daarom pleizieriger vinden, als jullie me vóór de grote gebeurtenis schrijft. Want voor jullie is het natuurlijk een grote gebeurtenis. Voor mij niet meer Daarvoor ben ik al te dikwijls jarig geweest en ik krijg toch niets. Houdt je aan die afspraak hoor. legen, zodat men dan van de weg op het land kon komen. Veel vlugger dan ik het jullie kan vertellen ging ik. gezeten op de fleta in de sloot, stak mijn benen omhoog, kreeg met het ene been de wal en met het andere de palei.1 te pakken. Het was een verbazend komisch ge zicht, want mijn benen staken boven het stuur uit en ik had de grootste moeite om mijn evenwicht te bewa ren. En weet jullie wat zo grappig was: De vorige keer waar ik jullie van vertelde heb ik mijn fiets droog gehouden. Weet jullie nog, de fiets lag op de wal en ik stond in sloot en nu was de fiets nat en !k nog droog. Lees goed wat ik je schrijf. Nóg droog. Want ik was er nog niet. Ik moest immers van die fiets af en hoe zou ik dat klaar krijgen? Ik zat daar in een buitengewoon onaangename positie en ik zag geen kans op de wal te komen, zonder in sloot te stap pen. En ik behoef jullie wel niet te vertellen, dat ik daar helemaal niet voor gevoelde. Er kwam iemand opdagen. Het was een vreemde, maar hij vond het een zo gek gezicht, me Zo te zien zitten, dat hij van zijn fiets stapte en me vroeg of ik er soms een speciale be doeling mee had, om zo te blijven te zitten in de sloot, de benen om hoog om toch vooral maar droog te blijven. Nou ben ik erg goedhartig van na tuur, maar ik had toch grote lust om die man te zeggen, dat ik daar zat te stekelbaarsjes vangen. Ik bedacht echter, dat hij daar waarschijnlijk boos om zou worden en ik had hulp nodig. Dat ik zette een heel ongeluk kig gezicht en vertelde hem de toe dracht En daar begint me dat mens toch te lachen. Te lachen. Neen clubvrien den, dat was niet mooi meer. Geloof dan ook. dat ik woest was. Maar wat doe je in zo'n geval? Ik vroeg met een deemoedig gezicht of hij me niet op de wal kon helpen, zonder dat ik nat werd. Nou. het bleek toch wel een goed hartige kerel te zijn, want hij was ei dadelijk toe bereid. Hy plaatst» zijn fiets tegen een boom en stak me een hand toe. Ik zette mjjn been schrap tegen de wal en de man trok. En toen greep het noodlot in. N et toen ik veilig en wel op de wal zou belanden, gleed mijn helper in de nood uit en we plompten geza- ïnelijk in de stinksloot. En omdat we languit in vielen, waren we alle bei kopje onder en kletsnat. Toen we weer boven kwamen begon de man vreselijk te mopperen. Hij drukte zich buitengewoon schilderachtig uit en wenste, dat ik wat in mijn broek had gedaan. Fn dat vond ik zo machtig grappig oren gegeven hebben, maar hij zag het grappige van het geval in en daar barstte hii ook plotseling in een lach uit, geweldig. Zo stonden we daar midden in de sloot, onder de modder en we lachten we lachten, ik. de kleine Rob en hij een grote kerel. Toen zei hij plotse ling: „Laten we op de wal gaan staan en daar nog een poosje lachen. Als er iemand aankomt die ons zo ziet, worden we nog uitgelachen ook. En daar voel ik niets voor". Nou. we hebben te samen mijn fiets, op de wal getrokken en toen gin gen \ve elk een kant uit. Het is al jaren geleden gebeurd, maar telkens als ik nu eens tegenove^, een jonge vriend sta. die ik eigenlijk wel een draai om zijn oren zou willen geven denk ik aan die man, zo'n echte ge- zelligerd. En nu maar weer tot volgende keer. Oom Rob. Flip Witsen Schagerbrug F 4 heeft 20 Flipjes en vraagt hiervoor 15 Goalpunten Jan Tijsen Dirkshorn B 59 heeft 850 gram zilverpapier, vraagt 25 Goalpunten van Conodr. Cor Kooij Balgweg U, Anna Paulowna heeft 30 Van Nelle punten; vraagt daarvoor 13 Flipjes. Dirk Braak Torenstraat 3. Mid denmeer heeft Piggelmeepunten; en vraagt Goalpunten. Gert de Vries - B 136 N. Niedorp heeft 5 Indianenplaatjes en vraagt 5 Niemeijer punten. Leny de Jong Oudelander» eg C 41, Middenmeet heeft 1ste serie van Van der Plaats en vraagt hiervoor 26 Flipjes of 28 D.E. punten. 75. Oudesluis v raa gt correspondent ievriendin, omstreeks 11 jaar. Jogclium Ypma Dirkshorn C 20 heeft een krielhaantje en vraagt een mannetjes marmot. J. Buisman Nes G S8. Schagen heeft 1 Kwatta. 2 Smith's. 1 Flipje, 12 Enkhuizer koek-punten; vraagt 15 Meurisse Indianenplaatjes. Joop Koopman Terdiek A 76, Nieuwe Niedorp heeft 10 Piggelmee en 2 Tiktaks- punten en vraagt 10 Niemeijers punten. Folkfrt Gouma Kerkweg 16 te Anna Paulowna heeft 50 D.E. punten en vraagt hiervoor 20 Goalplaatjes. Tiny v. d. Schaar Dorpsstr. 41. Winkel vraagt een correspondentievrien din, leeftijd 67 jaar. {iRVnS ADVERTENTIE IN DE KINDERKOERIER VOOR *N (zinder deze bon wordt geen advertentie meer aangenomen) Oom Rob. vraagt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1950 | | pagina 3