Sabine Uurier
KAPPIE
Twintig jaar Wieringermeer
Dempen of droogleggen
ONS W EERPRAAT JE
WAT ZAL ONS DE KOMENDE
ZOMER BRENGEN?
Verzet in Oekraïne streeft naar
een zelfstandige staat
LAND UITZEE
Ket boek „Zuiderzeeland", geschre
ven door mr. A. F. Kamp. oud-secre
taris van de afd. Algemeen Bestuur
yan de Wieringermeer Directie, heeft
bfj de verschijning niet die waarde
ring gehad, die we er thans 13 jaar
later wel voor hebben. Tot deze erken
tenis zijn we gekomen, nu we het
boek. in verband met het twintig ja
rig bestaan van de polder, nog eens
doorgeleden hebben.
Dit boek ia toch wel een stuk docu
mentatie van de eerste zeven jaar
van de Wieringermeer. (Mr. Kamp
eloot het in 1937 af). Het is naar wij
zeker weten niet meer in de handel,
en een herdruk is er niet van ver
schenen.
Nu ons land weer in het teken van
Zuiderzeewerken staat, er zal dit jaar
immers een aanvang worden gemaakt
met het bedijken van de Z.W. Polder,
terwijl wij ons in de Wieringermeer
opmaken om het 20 jarig bestaan te
gaan herdenken, lijkt het on§ niet on
geschikt als we zo nu en dan eens uit
„Zuiderzeeland" van mr. Kamp een
hoofdstuk lichten. Wij hebben voor
deze maal onze keus laten vallen op
het hoofdstuk: Misverstanden, met als
onderkop: Dempen of droogleggen.
De schrijver leidt dit hoofdstuk als
volgt in:
„Bij hun bezoek aan de Zuiderzee
werken gingen vaak bezoekers, vol
komen begrijpelijk, van totaal ver
keerde voorstellingen uit, buiten
landse couranten, onbekend met het
begrip „polder" bevatten herhaalde
lijk misleidende berichten over onze
droogleggingstechniek.
Misverstand no 1
In de loop van de vele jaren, waar
In de Directie van de Zuiderzeewer
ken bezig was met de bouw van de
afsluitdijk en van de Wieringexmeer-
dijk. ontving zij van tijd tot tijd. voor
Al uit Duitsland, brieven van ongeveer
de volgende inhoud:
Düsseldbrf, datum postmerk.
Mijne Heren,
„Gehoord hebbende van de door u
Ondernomen dempingswerken aan de
Zuiderzee .haasten wij ons u mede te
delen, dat wij de beschikking hebben
over ettelijke tonnen afval, die wij
tegen ongetwijfeld scherp concurre
rende prijzen voor uw doel ter be
schikking kunnen stellen.
Aangezien een werk ,als door u on
dernomen wordt, nog niet in de prak
tijk onzer firma is voorgekomen, ver
zoeken wij u beleefd ons een project
be willen doen toekomen, opdat wij
in de gelegenheid worden gesteld, u
een vrijblijvende offerte aan te bie
den."
Hoogachtend, enz.
Hier heeft men misverstand no. 1
ten voeten uitl
Men dempt een put als het kalf ver
dronken is en men is in de meeste
gevallen al een aardig eind op weg.
door het kalf er in te laten liggen
men dempt een Rokin, als men het
er ten naaste bij over eens is gewor
den. dochmen legt een Zuiderzee
droog door inpoldering, d:'. wil zeg
gen: indijken ea bemaling. Dempen
is volgens het woordenboek: „aan
plempen .aanvullen met zand of puin'
hetgeen niet gebeurt om Zuiderzee
polders te krijgen.
Waf is een polder
Het is wellicht niet overbodig hier
een instructief stukje polder wijsheid
over te nemen van de grootste des
kundige, die wij op dit gebied bezit
ten, dr. A. A. Beekman.
„Een stuk lands waarvan het water
door kaden of op enige andere wijze
van het water in de aangrenzende
landen is afgescheiden en dat men
daardoor dus in eigen macht heeft,
noemt men een polder. Het woord
polre (is polier, polder) werd. voor
zover ik heb kunnen nagaan, het eerst
gebruikt voor de aan zee of beneden
rivieren ingedijkte aangewassen gron
den. Waarschijnlijk hangt het samen
met „pol", Fries .polle" dat in 't alge
meen iets aanduidt dat boven een be
paald vlak uitsteekt, b.v. buitendijks
aangewassen gronden, eilandjes
meren, het min of meer aangehoogde
«rf waarop een huis staat. „Hij komt
hast net fen de polle" (hij zit meestal
thuis) is een Fries gezegde".
De Wieringermeer
Bij de Wieringermeer is men als
volgt te werk gegaan: eerst con
etrueerde men een dijk, lopende van
Den Oever naar Medemblik, tevens
werden gemalen gebouwd, die het wa
ter uit de Wieringermeer in de over
gebleven Zuiderzee omhoogvoerdi r
Het spreekt vanzelf, dat onze eerste
Zuiderzeepolder lager ligt dan het om
ringende land. Hoewel de afritten zo
glooiend mogelijk gemaakt zijn, be
merkt men dit bodemverschil toch
bij het binnenrijden van de polder,
alleen men moet er op letten. Het
best is dit te zien wanneer men van
het voormalige eiland Wieringen, bij
t gemaal Leemans of van Houkes de
Wieringermeer binnenrijdt. Ook het
verschil in waterstand is bij de sluis
naast genoemde gemaal, duidelijk te
constateren, terwijl eveneens bij Kol-
hora en op andere plaatsen hoogtever
schil merkbaar is.
De Wieringermeer zelf vertoont hoog
te verschillen. Die indx-uk krijgt de be
zoeker nu wel niet dadelijk, want het
is alles vlakte wat zich aan zijn oog
ontrolt bij een blik uit het omringen
de land. Toch was het verschil in hoog
te in de voormalige zeebodem de
diepte van de Zuiderzee dus zo be
langrijk, dat men de polder onder
verdeelde in afdelingen. Van land
bouwkundige zijde was namelijk reeds
lang voor de drooglegging de wens
te kennen gegeven aan de water
bouwkundige ingenieurs: Zorg voor
een polderwaterstand zó, dat het peil
in alle delen van de polder 1.40 m be
neden het maaiveld wordt gehouden,
dus beneden het arbeidsvlak van de
boer.
Wanneer men voor de gehele pol
der één polderpeil had moeten aan
houden, zou dit voor de hoger gelegen
zandgronden ten zuiden van Wierin
gen te laag geworden zijn. Wij willen
er op deze plaats nog even aan her
inneren, dat bij de oude zeeinpolderin
gen met bijna altijd lager liggende
gronden meestal nog naast het pol
derpeil sprake is van het zogenaam
de boezempeïl. In een boezem komt
het water, afkomstig uit de sloten, sa
men en wordt door het gemaal opge-
pomp en uitgemalen. In de Wieringer
meer ontbreekt het boezembegrip ten
enenmale, omdat de kanalen zo diep
gebaggerd zijn. dat de sloten kunnen
afwatei-en op de tochten, die weer in
open verbinding staan met de kana
len. De „watergang" in de Meer is
aldus: van de gi-eppels in de kavel-
sloten, van de kavelsloten in de toch
ten, van de tochten in de kanalen, via
de kanalen naar de gemalen en van
daar in het IJsselmeei', van het IJs-
selmeer door de sluizen bij Kornwer
derzand of Den Oever naar de Wad
denzee, voor zover 't water al niet
onderweg is verdampt.
Het hoogsteverschil
Wat nu de hoogteverschillen in de
bodem betreft: voor het land zijn die
geen bezwaar, doch het spreekt van
zelf, dat het water niet zonder meer
met die hoogteverschillen kan mee
doen. Of, px-eciezer gezegd, het water
zou wel bereid zijn hier en daar een
smakelijk watervalletje te vormen,
doch de scheepvaart zou daartegen
voorlopig nog gegixmde bezwaren kun
ner. aanvoeren. Men zag zich dus ge
noodzaakt tussen de verschillende
polderafdelingen, maar ook bij over
gang van waterwegen van het oude
naar het nieuwe land. sluizexi te bou
wen. Zulke schutsluizen vindt men te
Medemblik, Kolhorn, Houkes, bij het
gemaal Leemans en voorts in de pol
der zelf bij Slootdorp en Medemblik,
terwijl die bij Wieringerwerf in ver
band met de gemeenligging van de 3e
en 4e polderafdeling openstaat.
Polderafdelingen
De polderafdelingen zijn in het ver
kavelingsplan als le, 2e, 3e en 4e pol
derafdeling aangegeven, met een op
pervlakte van respectievelijk 2950.
5880, 7090 en 3490 a, terwijl de peilen,
tot welke zij wox-den bemalen, zijn
vastgesteld ten opzichte van N.A.P.
op voor een 4.60 m en voor twee 5.30
mdrie en vier hebben voorlopig 't
zelde peil, namelijk 6.10 m.
Deze polderafdelingen hebben in
tussen ook elk een Zondagse naam,
al wordt die, zoals gewoonlijk, nim
mer gebruikt.
Deze namen zijn: Polderafdelïng 1,
Het Hoge Land; hierin zijn de hoog
ste gedeelten van de polder gelegen
Poldei-afdeling 2, Het Oude Land, hier
in is het voormalige land gelegen;
Polderafdeling 3, Het Nieuwe Land;
in tegeixstelling met afdeling 2; Pol
derafdeling 4, Het Lage Land; hierin
ligt het laagste land van de polder.
Hei begrip „hoog"
Een Zwitser zou er waarschijnlijk
in blijven van plezier bij de betite
ling „hoog" voor enkele tientallen
centimeters hoger dan de omgeving
liggend stukje vlak onder zeespiegel
gelegen land, doch men doet nu een
maal wat men kan en alles is geluk
kig relatief, ook de hoogte van de
bergen der Zwitsers. Bovendien, die
zelfde Zwitser van zoeven vindt 't
toch maar erg merkwaardig, dat hij
in Middenmeer wandelt ongeveer 4 m
onder N.A.P., en hij voelt zich weer
wat veiliger, wanneer hij van de pol
der uit bij voorbeeld Wieringerwaard
binnenrijdtalsof ook daar niet al
hel land onder de zeespiegel ligt!
Doch niet alleen de buitenlanders,
ot k vele Nederlanders kijken op
weg naar de Wieringermeer uit
n_ar het ingepolderd gebied, mis
schien onbewust, dat zij. juist in die
kop van Noordholland, rijden door of
langs .npolderingen en droogmake
rijen der 15e tot en met 19e eeuw.
Want.. de Burghornpolder bij St.
Maarten is van 1456, de Zijpe werd
in I59i. de Wieringerwaard in 1610
bedijkt, de Boekelermeer in 1700
drooggemalen, de Waard en Groet in
lf44.'3, de Anna Paulownapolder in
I8->6 7, tenslotte die Wieringermeer in
19SG
Na deze poldertocht door de eeuwen
is nu toch wel overtuigend en duide
lx.K gebleken, dat van dempen geen
sprake is bij onze Zuiderzeewerken.
Z >aat ..misverstand no 1" thans ge
acht mag worden voorgoed te zijn om
nals gebracht en begraven.
Amateurs geven hun mening
gt wijselijk
De Bilt
ZWl
(.Van onze weerkundige medewerker)
Hoewel de seizoenswisseling naar
de zomer eei'st 21 Juni plaats heeft,
wordt, meteoi-ologisch gezien, de zo
mer van 1 Juni tot 1 September ge
rekend, n.1. de maanden Juni, Juli en
Augustus. Donderdag 1 Juni is dus
de zomer aangebroken en velen zul
len zich al wel eens hebben afge
vraagd wat deze zomer zal brengen
veel warm zonnig weer of de ene
oceaandepx'essie na de andere.
Helaas is deze tak van wetenschap
nog niet zover gevorderd, dat met
vrij grote zekerheid een dergelijke
seizoensverwachting kan worden ge
geven. Of wij ooit nog eens zo vei
komen, wij betwijfelen het. Het KNMI
zelf heeft zich tot op heden over het
weer in de komende zomermaanden
nog niet uitgelaten, hetgeen misschien
ook maar het wijste is, want veron
derstel. dat het u een warme Juli- of
Augustusmaand belooft enhet is
elke dag koel en regenachtigJa.
die kans loopt u dan. doordat het
weer zich op langere termijn nog niet
met zekerheid laat voorspellen. Toch
zijn er amateurs, die zich door ver
gelijking enz. wel eens aan voor
spellingen wagenwelke ook niet
altijd zonder succes zijn, zoals b.v. de
verwachte zachte winter en de te
koude Aprilmaand. Wanneer wij voor
Juni, Juli en Augustus de gemiddelde
temperaturen eens even bekijken,
zien wij, dat deze in De Bilt over de
afgelopen 10 jax-en voor Juni 5 keer
boven normaal lagen, voor Juli 6 keer
en voor Augustus 7 keer; het gemid
delde maximum vertoonde dezelfde
afwijkingen. Wanneer het weer zich
dit jaar nu eens aan regelmaat zóu
houden, dan zouden wij mogen ver
wachten dat de voorzomer warmer
zal worden dan de nazomer, daar
vooral Augustus maar liefst 7 van de
10 laatste jaren te warm was. Wat de
neerslag betreft, komt Juni over de
afgelopen 10 jaren wat achteraan met
7 van de 10 te dx-oge jaren. Op vele
stations is de Julimaand sinds 1942
nog niet weer te nat geweest. Dat
Juli dit jaar eens weer een vrij natte
en koele maand wordt, lijkt ons dan
ook in het geheel niet onwaarschijn
lijk. De Enkhuizex* Almanak denkt er
weer anders over: deze voorspelt een
vrij koele Junimaand en een warm
Juli- en Augustusmaand. U ziet du-
dat de meningen van de amateur
over de komende zomer uiteenlopen
Laten wij dus maar met goede moer
de zomer beginnen. Tot op hed-.-
zijn wij nog niet verwend en de sta
tistiek leert, dat na een betretckett
koud voorjaar de kans op een warme
zomer groter is dan na een warm
voorjaar. Wal het weer op de feest
dagen van dit jaar betreft (Paser.
Hemelvaartsdag en Pinksteren), doen
wij het bcs*e dit maar gauw te ver
geten. daar geen dezer dagen, in te
genstelling met verleden jaar, mooi
droog en overwegend zonnig weer
heeft gebracht. Hoe het voorjaar in
zijn geheel is geweest, zullen wij u
de volgende keer met enkele cijfers
weergeven. Zomers was het in geen
geval. (Nadruk verboden).
DE DESKUNDIGEN", die er indertijd aan twijfelden of West Wolhynië en
Oost Galicië de Oekrainse gebieden, die tussen de beide wereldoorlogen
by Polen behoorden en nadien door Rusland zijn ingelijfd zich gemak
kelijk in het nieuwe gareel zouden voegen, hebben gelijk gekregen. Nu, vijf
jaar na de oorlog, wordt er nog altijd een zij het intussen versplinterd
verzet gepleegd; vage aanduidingen in de Russische pers wijzen erop, de
Oekrainse emigranten in Amerika bevestigen het.
Die deskundigen hadden het wei
gezegd: de Oekrainers van het Wes
ten, die twintig jaar lang de Poolse
onderdrukking hebben bevochten,
hebben hun onafhankelijkheidsver-
langcn veel levendiger en strijdbaar
der bewaard dan hun broeders die
al langer in de Sovjet-republiek had
den geleefd. Wat deed het ertoe, dat
daar monumenten waren opgericht
voor de dichter Sevtsjenko, de Oe
krainse vrijheidsheld, die een goede
honderd jaar geleden zijn volk tot
de strijd riep? Zijn erfenis was ex-
slecht beheerd. Nationalisme en com
rnunisme waren er in dezelfde bed
ding tezamen gestroomd en wat er
de stelselmatige zuiveringen en volks
verplaatsingen had overleefd was
weinig meer dan wat culturele zelf
standigheid, weerloos tegenover een
veel listiger russificatie dan die wel
ke de tsarentijd had opgeleverd.
Neen, de nalatenschap van Sev
tsjenko werd zorgvuldiger behoed in
de „Poolse" gebieden, waar zelfs het
gebruik van de woorden „Oekraine"
en .Oekrainers" verboden was. Daar
werden de Oekrainers niet in slaap
gesust met tegemoetkomingen halver
wege; ze werden er eenvoudig onder
di-ukt Het Oekx-ainse grootgrondbe
zit werd er verdeeld onder Poolse ko
lonisten het Oekrainse onderwijs
werd steeds verder teruggedrongen
en voor de millioenen Oekrainers was
er naast een beperkt aantal weekbla
den maar één krant, die dan nog on
der strenge censuur stond. Had Po
len de Volkenbond niet moeten be
loven de nationale rechten der Oekrai
ners te eerbiedigen, dan zouden die
wellicht niet eens hun stem in het
parlement hebben kunnen verheffen.
Daar zijn intussen méér bittere woor
den gevallen dan dat van Batsjinskv
in 1928: „Uit de gevangenis zullen de
beste grondvestex-s van de Oekrainse
jstaat te voorschijn komen".
Liefde en haat.
Vux-iger dan in de Sovjet-Oekraine
zong het volk hier zijn eeuwenoude,
zwaarmoedige vrijheidsliederen; hier
wex-d „onze arme Oekraine" nog zo
vurig bemind als door Sevtsjenko.
„die er God voor zou willen verwen-
jsen", en de onderdrukker zo diep ge
haat als in zijn bekendste gedicht:
„Als Hij het bloed der vijanden van
de Oekraine naar de blauwe zee zal
voeren, dan eerst zal ik God gaan
bidden. Tot die stonde zal ik Hem
niet kennen". Die liefde en die haat
jaren achtereen aangewakkerd door
clandestiene toevloed van patriotti
sche lectuur, afkomstig van de uitge
weken Oekrainers in Praag, Wenen
en Berlijn, gx-oeiden gelijk op met de
onderdrukking en het verzet k-
al gauw na de annexatie van West-
Oekraïne door Polen een „terroris
tisch" karakter; tenslotte werd het be
teugeld, niet uitgeroeid, door de schrik
barende srafexpeditie van het Poolse
leger, dat er in 1930 eens „voorbeel
den" wilde stellen, hele landstreken
verwoestte en zich vergreep aan tal
loze onschuldige boeren, vrouwen en
kinderen.
Vergeefse pogingen
Diep is in de ziel van deze Oekrai
ners de wrok ingevreten. Het lot is
hard voor hen geweest. Hun leiders
zwoeren in de jaren dertig met de
Duitsers tegen de gehate Polen sa
men, maar bij de Poolse deling van
1939 werden ze in de steek gelaten
en aan Rusland overgeleverd. Teleur
gesteld verbonden sommigen van hen
zich met de Poolse ballingen en
dx-oomden met dezen, dat Duitsland
en Rusland elkaar zouden vernieti-
*en. zodat Polen en de Oekrc
nog onafhankelijke staten zouden kun
nen worden; een nog grotere teleur
stelling was hun deel. Anderen pro
beerden het in de bezettingstijd van
1941 tot 1944 nóg eens met ^de Duit
sers in een poging hun deze keer te
slim af te zijn; maar kapitein Ben
dero, die voor hen het U.P.A., het
Oekrainse pax-tisanenleger, organiseer
de. werd geairesteerd zo gauw ze er
achter waren dat hij minder „End-
sieg" dan wel de Oekrainse onafhan
kelijkheid op het oog had.
Nóg is het verzet niet dood: het
reikt zo ver terug in het verleden
en is door zo veel leed van dit ge
slacht en vroegere gelouterd dat het
op te geven voor vele Oekrainers 'n
nationale schande zou zijn. Rondom
de resten van het U.P.A. heeft het
zich gekristalliseerd. De toekomst
biedt geen hoop. want zoals het de
Sovjet-Unie gelukt is het nationalis
me in de oorspronkelijke Oekrainse
sovjet-republiek in te kapselen, zo
zal het haar zonder twijfel ook in de
voox-malige Poolse Oekraine gelukken
Maar waar ter wereld heeft een ver
zetsbeweging zich afgevraagd of het
wel zin heeft zich te verzetten? Ia
haar sfeer ziet men geen keuze tus
sen nuttig en nutteloos, zeker niet ie
de Oekrainse, die doortrokken is van
het romantische nationalisme van
haar dichterlijke voorgangers; hier
geldt slechts, dat het beter is met ere
te sterven dan in knechtschap voort
te leven.
De vlag in top
De landbouwer G. L. de Smit aan de
Oudelanderweg kon Donderdag zijn
noodwoning verlaten en de herbouwde
woning voor de boerderij betrekken.
Uit pure vreugde over dit feit stak bij
reeds 's morgens om vijf uur de vlag
uit. We kunne- ons de vreugde van de
familie de Smit voorstellen. Mogen er
spoedig nog meer van deze spontane
utingen van vreugde te vermelden val
len.
De eerste aardbeien
De heer V. Vermaal, landbouwer
aan de Zeugweg te Wieringerwerf,
heeft de eerste aardbeien van de kou
de grond geoogst. Dit mag gezien de
achter ons liggende koude periode,
wel als erg vx-oeg worden geacht.
MAANDAG 5 JUNI 1950
Hilversum I NCRV: 7.00 en 8.00
Nws, 8.45 Muziek bij het werk, 9.15
Voor de zieken, 9.35 Morgenconcert,
10.30 Morgendienst, 11.00 Gi*am.muz.,
11.40 Pianorecital, 12.10 Musette-ork.,
12.33 Sans Souci, 13.00 Nws, 13.15
Sweelinck-kwartet, 16 00 Bijbellezing.
17.00 Voor de kleuters, 17.15 Orgelspel
17.45 De Zakapara's, 18.20 Koorzang,
13.35 Bach-concert, 19.00 en 20.00 Nwi
20.05 Omroéporkest, 20.55 Hoorspel,
21.40 Discovax-ia, 22.10 NCRV-koor
23.00 Nws, 23.15 Orkest Paul White
man.
Hilversum n AVRO: 7.00 en 3.W
Nws, 8.55 Voor de vrouw. 9.00 Klass,
muziek, 9.30 Dansmuziek. 10.00 Mor
genwijding, 10.15 Arbeidsvitaminen,
11.00 Op de Uitkijk. 11.15 Kerk- en
Torenklanken, 12.00 Metropole-orkest,
12.38 Cowboysongs, 13.00 Nws, 13.15
Promenade-orkest, 14 00 Wat gaat er
om in deze wereld?, 14.20 Saxophoon
kwartet, 15 00 Kamermuziek. 15.45
Voor de vrouw, 16.45 Musicalender,
17.30 Voor de padvinders, 18.00 Nws,
18.30 Strijdkrachten, 19.00 Filmkrant,
1.9.30 Muzikale causerie. 20.00 Nieuws.
20.05 Radioscoop. 23.00 Nws, 23.15
Swing-corner.
EN DE STAD VAN IVOOR
De meester was naar de maat toe
gelopen. „Man. wat zit je daar!" zei hij
.Waarom ben je eigenlijk weggelopen!!
Je bent niet goed wijs! Weet je wie er
nu stuurman geworden is? Dat ver
waande stuk van een bediende van de
Baron. Je moet niet denken da: Kap
p:e dat leuk vindt! Zijn gezicht sf.aat
tenminste op S:orm uit het Zuidwesten
Sraks varen we uit, en dan is het te
laad
Ik g3 niet! ze; de maat. Ik ben ont
s!agen! Niemand begrijpt nxe... ieder
een laat mij maar ';obben. En nu moet
ik boer worden, maar dat valt ook niet
mee!
Terwijl de meester naar de sombere
woorden van de maa': luisterde, zat
Kappie in zijn hut. Hij keek zorgelijk
voor zich uit. „Dat wordt een reis van
niks!" dacht hij. „Die kerel van een
bediende wee': me veel te veel! Maar
ze moeten niet denken, dat ik niet meer
op de brug zal komen en hier in mijn
hut ga zitten klaverjassen. Orde en
gezag moet er zijn. en daarvoor is de
k ipitein. Dat die klont van een maa':
nu ook zo naar in de steek laat! Nu zit
ik met zo'n verwaande kerel van een
bediende in mijn maag!'
De deur van Kappies hut werd openge
rukt. en de meeS.er kwam naar binnen
stormen. „De maat is er weer!' riep hij
Hij zit daar bjiten op een kis':, en durft
niet aan boord te gaan, maar ik weet
zeker, da": hij wel wil, anders zat hij
daar niet. Hij heeft natuurlijk spijt, dat
hij weg is gelopen!"
Het noodlot van
Pepperill kuipte juist met zijn vin-gerd door de Roodhuiden in plaats
gers een stofje weg van de linkar
mouw van zijxx nieuwe, donkerblau
we rok. Hij ergerde zich over de stof
waarop elk stofdeeltje te zien was
en had zich heilig voorgenomen weer
terug te keren naar een bruine rok.
Zijn ergenis over dit kledingprobleem
belette hem echter niet de heer Collin
beminnelijk te ontvaugen; ofschoon
hij wei even verbaasd was over het
verwilderde uiterlijk vau zijn bezoe
ker, die zich, alsof hij geen tien kon
tellen op de aangeboden stoel liet
vallen, wachtte hij rustig tot Collin
genoeg bijgekomen scheen om op vra
gen te antwoorden.
,,Wat kan ik voor u doen?"
„Hebt u het nieuws al gehoord o-
ver Fort Pilt? Een onbegrijpelijke
ramp! Hoe kan dat gebeurd zijn?"
Pepperill knikte. „Geheel door In
dianen ingesloten, terwijl elk kind
wist dat het 't heclUsle bolwerk van
de blauken in het Westeu is. Belc-
van het feit. dat de bezettiug deze on
ordelijke troep Indianen in de pan
hakt".
,,U weet het dus ook, zei Collin, tn
hebt ti ook gehoord dat vanochtend
het schip ,.De Gelderland" van de
rederij Yan Waell gearriveerd is uit
Amsterdam? Ik hoorde het zo juist
in de „Gekruiste Sleutels".
Pepperill knikte opnieuw, aandach
tig twee pluisjes van zijn rok tip
pend.
„En bevindt hij zich aan Boord?"
„Wie?"
„Wie? De Jonge Gerard van Waell"
Pepperill seïxuckle het hoofd en Col
lin zuchtte verlicht.
„Waarom windt U zich daarover zo
op??, vx-oeg Pepperill nieuwsgierig.
„Weet u dan uieL? Och neen, U
hebt gelijk. Dat kunt u niet weten.
De jonge van Waell, die niet aan
boord van De Gelderland is, is ver
loofd met juffrouw Murner. U herin
nert zich haar to</h nog?"
Weer knikte Pepperill. „Natuurlijk
een heel knap meisje. Jammer
„Jammer, dat zij met dat individu
verloofd is", voltooide Collin de zin.
..Dat wilde u toch zeggen? Zij is he
lemaa! naar Bedfort getrokken. Weet
u waar Bedfort ligt? Och, u hebt er
natuurlijk geen flauw vermoeden vaa
Het plaatsje ligt Westelijk van Fort
PiU en ook juffrouw Murner is na
tuurlijk in het fort. de enige be
scherming tegen de Roodhuiden. Ten
minste, dat neem ik aan. Best mo
gelijk dat Bedfort door de Indianen
is bestormd en dat zij nu alleen er
gens in de prairie zwerft. Waar zij
ook is, zij vex-keert in levensgevaar.
En stel je voor dat juist op deze dag
de jonge van Waell aangekomen was
Dan had hij mij natuurlijk gevraagd,
om het adres van de jonge dame voor
wie hij de reis ondernam
en had ik hem alles moeten vertel
len. Ik had hem dan tevens moeten
zeggen dat ik niet wist of zij al dan
niet in het leven was! Hij zou me te
recht gevraagd hebben, waarom ik
haar niet tegengehouden had".
„Ja, het zou pijnlijk zijn geweest,
mijnheer Collin", gaf Pepperill toe.
Nog een geluk voor u dat hij niet
aangekomen is. Maar tussen twee
haakjes: Wat heeft u met deze beide
jonge mensen te maken?"
„Dat i9 het nu juist mijheer Pep
perill. Ik heb me nu eenmaal met
hen bemoeid dwz. met juffrouw Mur.
ner. Alleen niet zo dat ik heb kun
nen verhinderen dat zij haar ongeluk
tegemoet ging, een goede leer om je
neus niet in andermans zaken te s.e
ken. nu ik dat allemaal gedaan heb.
moet ik ook consequent zijn. Nooit
had ik het meisje naar het Westen
moeten laten gaan. Ik had het haar
'energiek moeten beletten.
„Hoor eens. wierp Pepperill tegen,
bent u zelf soms op haar verliefd?"
„Neen" was het antwoord, „als ik
twintig jaar jonger was geweest, had
ik niet zo lang geaarzeld -als meneer
van Waell uit Amsterdam, de camli-
daat in de wijsbegeerte."
„Is dat ook al een beroep?" vroeg
Pepperill.
Collin knikte. „Ja, er- zijn grote wijs
geeren die zeer veel verstandige din
gen hebben gezegd."
Pepperill schndde het hoofd. Toen
viel hem plotseling iets in. „Dat
is waar ook, met „de Gelderland" is
een brief voor u meegekomen. Ik heb
hem niet aan de postmeester ovar-
handigd, omdat, ik er de voorkeur aan
gaf hem door een klex-k te laten bren
gen." Hij stond op en haalde uit een
bureaulade een dikke brief met veel
rode zegels te voorschijn.
Collin verbrak de zegels en las de
brief door