Sabine Uurier KAPPIE Twintig jaar Wieringermeer Dempen of droogleggen ONS W EERPRAAT JE WAT ZAL ONS DE KOMENDE ZOMER BRENGEN? Verzet in Oekraïne streeft naar een zelfstandige staat LAND UITZEE Ket boek „Zuiderzeeland", geschre ven door mr. A. F. Kamp. oud-secre taris van de afd. Algemeen Bestuur yan de Wieringermeer Directie, heeft bfj de verschijning niet die waarde ring gehad, die we er thans 13 jaar later wel voor hebben. Tot deze erken tenis zijn we gekomen, nu we het boek. in verband met het twintig ja rig bestaan van de polder, nog eens doorgeleden hebben. Dit boek ia toch wel een stuk docu mentatie van de eerste zeven jaar van de Wieringermeer. (Mr. Kamp eloot het in 1937 af). Het is naar wij zeker weten niet meer in de handel, en een herdruk is er niet van ver schenen. Nu ons land weer in het teken van Zuiderzeewerken staat, er zal dit jaar immers een aanvang worden gemaakt met het bedijken van de Z.W. Polder, terwijl wij ons in de Wieringermeer opmaken om het 20 jarig bestaan te gaan herdenken, lijkt het on§ niet on geschikt als we zo nu en dan eens uit „Zuiderzeeland" van mr. Kamp een hoofdstuk lichten. Wij hebben voor deze maal onze keus laten vallen op het hoofdstuk: Misverstanden, met als onderkop: Dempen of droogleggen. De schrijver leidt dit hoofdstuk als volgt in: „Bij hun bezoek aan de Zuiderzee werken gingen vaak bezoekers, vol komen begrijpelijk, van totaal ver keerde voorstellingen uit, buiten landse couranten, onbekend met het begrip „polder" bevatten herhaalde lijk misleidende berichten over onze droogleggingstechniek. Misverstand no 1 In de loop van de vele jaren, waar In de Directie van de Zuiderzeewer ken bezig was met de bouw van de afsluitdijk en van de Wieringexmeer- dijk. ontving zij van tijd tot tijd. voor Al uit Duitsland, brieven van ongeveer de volgende inhoud: Düsseldbrf, datum postmerk. Mijne Heren, „Gehoord hebbende van de door u Ondernomen dempingswerken aan de Zuiderzee .haasten wij ons u mede te delen, dat wij de beschikking hebben over ettelijke tonnen afval, die wij tegen ongetwijfeld scherp concurre rende prijzen voor uw doel ter be schikking kunnen stellen. Aangezien een werk ,als door u on dernomen wordt, nog niet in de prak tijk onzer firma is voorgekomen, ver zoeken wij u beleefd ons een project be willen doen toekomen, opdat wij in de gelegenheid worden gesteld, u een vrijblijvende offerte aan te bie den." Hoogachtend, enz. Hier heeft men misverstand no. 1 ten voeten uitl Men dempt een put als het kalf ver dronken is en men is in de meeste gevallen al een aardig eind op weg. door het kalf er in te laten liggen men dempt een Rokin, als men het er ten naaste bij over eens is gewor den. dochmen legt een Zuiderzee droog door inpoldering, d:'. wil zeg gen: indijken ea bemaling. Dempen is volgens het woordenboek: „aan plempen .aanvullen met zand of puin' hetgeen niet gebeurt om Zuiderzee polders te krijgen. Waf is een polder Het is wellicht niet overbodig hier een instructief stukje polder wijsheid over te nemen van de grootste des kundige, die wij op dit gebied bezit ten, dr. A. A. Beekman. „Een stuk lands waarvan het water door kaden of op enige andere wijze van het water in de aangrenzende landen is afgescheiden en dat men daardoor dus in eigen macht heeft, noemt men een polder. Het woord polre (is polier, polder) werd. voor zover ik heb kunnen nagaan, het eerst gebruikt voor de aan zee of beneden rivieren ingedijkte aangewassen gron den. Waarschijnlijk hangt het samen met „pol", Fries .polle" dat in 't alge meen iets aanduidt dat boven een be paald vlak uitsteekt, b.v. buitendijks aangewassen gronden, eilandjes meren, het min of meer aangehoogde «rf waarop een huis staat. „Hij komt hast net fen de polle" (hij zit meestal thuis) is een Fries gezegde". De Wieringermeer Bij de Wieringermeer is men als volgt te werk gegaan: eerst con etrueerde men een dijk, lopende van Den Oever naar Medemblik, tevens werden gemalen gebouwd, die het wa ter uit de Wieringermeer in de over gebleven Zuiderzee omhoogvoerdi r Het spreekt vanzelf, dat onze eerste Zuiderzeepolder lager ligt dan het om ringende land. Hoewel de afritten zo glooiend mogelijk gemaakt zijn, be merkt men dit bodemverschil toch bij het binnenrijden van de polder, alleen men moet er op letten. Het best is dit te zien wanneer men van het voormalige eiland Wieringen, bij t gemaal Leemans of van Houkes de Wieringermeer binnenrijdt. Ook het verschil in waterstand is bij de sluis naast genoemde gemaal, duidelijk te constateren, terwijl eveneens bij Kol- hora en op andere plaatsen hoogtever schil merkbaar is. De Wieringermeer zelf vertoont hoog te verschillen. Die indx-uk krijgt de be zoeker nu wel niet dadelijk, want het is alles vlakte wat zich aan zijn oog ontrolt bij een blik uit het omringen de land. Toch was het verschil in hoog te in de voormalige zeebodem de diepte van de Zuiderzee dus zo be langrijk, dat men de polder onder verdeelde in afdelingen. Van land bouwkundige zijde was namelijk reeds lang voor de drooglegging de wens te kennen gegeven aan de water bouwkundige ingenieurs: Zorg voor een polderwaterstand zó, dat het peil in alle delen van de polder 1.40 m be neden het maaiveld wordt gehouden, dus beneden het arbeidsvlak van de boer. Wanneer men voor de gehele pol der één polderpeil had moeten aan houden, zou dit voor de hoger gelegen zandgronden ten zuiden van Wierin gen te laag geworden zijn. Wij willen er op deze plaats nog even aan her inneren, dat bij de oude zeeinpolderin gen met bijna altijd lager liggende gronden meestal nog naast het pol derpeil sprake is van het zogenaam de boezempeïl. In een boezem komt het water, afkomstig uit de sloten, sa men en wordt door het gemaal opge- pomp en uitgemalen. In de Wieringer meer ontbreekt het boezembegrip ten enenmale, omdat de kanalen zo diep gebaggerd zijn. dat de sloten kunnen afwatei-en op de tochten, die weer in open verbinding staan met de kana len. De „watergang" in de Meer is aldus: van de gi-eppels in de kavel- sloten, van de kavelsloten in de toch ten, van de tochten in de kanalen, via de kanalen naar de gemalen en van daar in het IJsselmeei', van het IJs- selmeer door de sluizen bij Kornwer derzand of Den Oever naar de Wad denzee, voor zover 't water al niet onderweg is verdampt. Het hoogsteverschil Wat nu de hoogteverschillen in de bodem betreft: voor het land zijn die geen bezwaar, doch het spreekt van zelf, dat het water niet zonder meer met die hoogteverschillen kan mee doen. Of, px-eciezer gezegd, het water zou wel bereid zijn hier en daar een smakelijk watervalletje te vormen, doch de scheepvaart zou daartegen voorlopig nog gegixmde bezwaren kun ner. aanvoeren. Men zag zich dus ge noodzaakt tussen de verschillende polderafdelingen, maar ook bij over gang van waterwegen van het oude naar het nieuwe land. sluizexi te bou wen. Zulke schutsluizen vindt men te Medemblik, Kolhorn, Houkes, bij het gemaal Leemans en voorts in de pol der zelf bij Slootdorp en Medemblik, terwijl die bij Wieringerwerf in ver band met de gemeenligging van de 3e en 4e polderafdeling openstaat. Polderafdelingen De polderafdelingen zijn in het ver kavelingsplan als le, 2e, 3e en 4e pol derafdeling aangegeven, met een op pervlakte van respectievelijk 2950. 5880, 7090 en 3490 a, terwijl de peilen, tot welke zij wox-den bemalen, zijn vastgesteld ten opzichte van N.A.P. op voor een 4.60 m en voor twee 5.30 mdrie en vier hebben voorlopig 't zelde peil, namelijk 6.10 m. Deze polderafdelingen hebben in tussen ook elk een Zondagse naam, al wordt die, zoals gewoonlijk, nim mer gebruikt. Deze namen zijn: Polderafdelïng 1, Het Hoge Land; hierin zijn de hoog ste gedeelten van de polder gelegen Poldei-afdeling 2, Het Oude Land, hier in is het voormalige land gelegen; Polderafdeling 3, Het Nieuwe Land; in tegeixstelling met afdeling 2; Pol derafdeling 4, Het Lage Land; hierin ligt het laagste land van de polder. Hei begrip „hoog" Een Zwitser zou er waarschijnlijk in blijven van plezier bij de betite ling „hoog" voor enkele tientallen centimeters hoger dan de omgeving liggend stukje vlak onder zeespiegel gelegen land, doch men doet nu een maal wat men kan en alles is geluk kig relatief, ook de hoogte van de bergen der Zwitsers. Bovendien, die zelfde Zwitser van zoeven vindt 't toch maar erg merkwaardig, dat hij in Middenmeer wandelt ongeveer 4 m onder N.A.P., en hij voelt zich weer wat veiliger, wanneer hij van de pol der uit bij voorbeeld Wieringerwaard binnenrijdtalsof ook daar niet al hel land onder de zeespiegel ligt! Doch niet alleen de buitenlanders, ot k vele Nederlanders kijken op weg naar de Wieringermeer uit n_ar het ingepolderd gebied, mis schien onbewust, dat zij. juist in die kop van Noordholland, rijden door of langs .npolderingen en droogmake rijen der 15e tot en met 19e eeuw. Want.. de Burghornpolder bij St. Maarten is van 1456, de Zijpe werd in I59i. de Wieringerwaard in 1610 bedijkt, de Boekelermeer in 1700 drooggemalen, de Waard en Groet in lf44.'3, de Anna Paulownapolder in I8->6 7, tenslotte die Wieringermeer in 19SG Na deze poldertocht door de eeuwen is nu toch wel overtuigend en duide lx.K gebleken, dat van dempen geen sprake is bij onze Zuiderzeewerken. Z >aat ..misverstand no 1" thans ge acht mag worden voorgoed te zijn om nals gebracht en begraven. Amateurs geven hun mening gt wijselijk De Bilt ZWl (.Van onze weerkundige medewerker) Hoewel de seizoenswisseling naar de zomer eei'st 21 Juni plaats heeft, wordt, meteoi-ologisch gezien, de zo mer van 1 Juni tot 1 September ge rekend, n.1. de maanden Juni, Juli en Augustus. Donderdag 1 Juni is dus de zomer aangebroken en velen zul len zich al wel eens hebben afge vraagd wat deze zomer zal brengen veel warm zonnig weer of de ene oceaandepx'essie na de andere. Helaas is deze tak van wetenschap nog niet zover gevorderd, dat met vrij grote zekerheid een dergelijke seizoensverwachting kan worden ge geven. Of wij ooit nog eens zo vei komen, wij betwijfelen het. Het KNMI zelf heeft zich tot op heden over het weer in de komende zomermaanden nog niet uitgelaten, hetgeen misschien ook maar het wijste is, want veron derstel. dat het u een warme Juli- of Augustusmaand belooft enhet is elke dag koel en regenachtigJa. die kans loopt u dan. doordat het weer zich op langere termijn nog niet met zekerheid laat voorspellen. Toch zijn er amateurs, die zich door ver gelijking enz. wel eens aan voor spellingen wagenwelke ook niet altijd zonder succes zijn, zoals b.v. de verwachte zachte winter en de te koude Aprilmaand. Wanneer wij voor Juni, Juli en Augustus de gemiddelde temperaturen eens even bekijken, zien wij, dat deze in De Bilt over de afgelopen 10 jax-en voor Juni 5 keer boven normaal lagen, voor Juli 6 keer en voor Augustus 7 keer; het gemid delde maximum vertoonde dezelfde afwijkingen. Wanneer het weer zich dit jaar nu eens aan regelmaat zóu houden, dan zouden wij mogen ver wachten dat de voorzomer warmer zal worden dan de nazomer, daar vooral Augustus maar liefst 7 van de 10 laatste jaren te warm was. Wat de neerslag betreft, komt Juni over de afgelopen 10 jaren wat achteraan met 7 van de 10 te dx-oge jaren. Op vele stations is de Julimaand sinds 1942 nog niet weer te nat geweest. Dat Juli dit jaar eens weer een vrij natte en koele maand wordt, lijkt ons dan ook in het geheel niet onwaarschijn lijk. De Enkhuizex* Almanak denkt er weer anders over: deze voorspelt een vrij koele Junimaand en een warm Juli- en Augustusmaand. U ziet du- dat de meningen van de amateur over de komende zomer uiteenlopen Laten wij dus maar met goede moer de zomer beginnen. Tot op hed-.- zijn wij nog niet verwend en de sta tistiek leert, dat na een betretckett koud voorjaar de kans op een warme zomer groter is dan na een warm voorjaar. Wal het weer op de feest dagen van dit jaar betreft (Paser. Hemelvaartsdag en Pinksteren), doen wij het bcs*e dit maar gauw te ver geten. daar geen dezer dagen, in te genstelling met verleden jaar, mooi droog en overwegend zonnig weer heeft gebracht. Hoe het voorjaar in zijn geheel is geweest, zullen wij u de volgende keer met enkele cijfers weergeven. Zomers was het in geen geval. (Nadruk verboden). DE DESKUNDIGEN", die er indertijd aan twijfelden of West Wolhynië en Oost Galicië de Oekrainse gebieden, die tussen de beide wereldoorlogen by Polen behoorden en nadien door Rusland zijn ingelijfd zich gemak kelijk in het nieuwe gareel zouden voegen, hebben gelijk gekregen. Nu, vijf jaar na de oorlog, wordt er nog altijd een zij het intussen versplinterd verzet gepleegd; vage aanduidingen in de Russische pers wijzen erop, de Oekrainse emigranten in Amerika bevestigen het. Die deskundigen hadden het wei gezegd: de Oekrainers van het Wes ten, die twintig jaar lang de Poolse onderdrukking hebben bevochten, hebben hun onafhankelijkheidsver- langcn veel levendiger en strijdbaar der bewaard dan hun broeders die al langer in de Sovjet-republiek had den geleefd. Wat deed het ertoe, dat daar monumenten waren opgericht voor de dichter Sevtsjenko, de Oe krainse vrijheidsheld, die een goede honderd jaar geleden zijn volk tot de strijd riep? Zijn erfenis was ex- slecht beheerd. Nationalisme en com rnunisme waren er in dezelfde bed ding tezamen gestroomd en wat er de stelselmatige zuiveringen en volks verplaatsingen had overleefd was weinig meer dan wat culturele zelf standigheid, weerloos tegenover een veel listiger russificatie dan die wel ke de tsarentijd had opgeleverd. Neen, de nalatenschap van Sev tsjenko werd zorgvuldiger behoed in de „Poolse" gebieden, waar zelfs het gebruik van de woorden „Oekraine" en .Oekrainers" verboden was. Daar werden de Oekrainers niet in slaap gesust met tegemoetkomingen halver wege; ze werden er eenvoudig onder di-ukt Het Oekx-ainse grootgrondbe zit werd er verdeeld onder Poolse ko lonisten het Oekrainse onderwijs werd steeds verder teruggedrongen en voor de millioenen Oekrainers was er naast een beperkt aantal weekbla den maar één krant, die dan nog on der strenge censuur stond. Had Po len de Volkenbond niet moeten be loven de nationale rechten der Oekrai ners te eerbiedigen, dan zouden die wellicht niet eens hun stem in het parlement hebben kunnen verheffen. Daar zijn intussen méér bittere woor den gevallen dan dat van Batsjinskv in 1928: „Uit de gevangenis zullen de beste grondvestex-s van de Oekrainse jstaat te voorschijn komen". Liefde en haat. Vux-iger dan in de Sovjet-Oekraine zong het volk hier zijn eeuwenoude, zwaarmoedige vrijheidsliederen; hier wex-d „onze arme Oekraine" nog zo vurig bemind als door Sevtsjenko. „die er God voor zou willen verwen- jsen", en de onderdrukker zo diep ge haat als in zijn bekendste gedicht: „Als Hij het bloed der vijanden van de Oekraine naar de blauwe zee zal voeren, dan eerst zal ik God gaan bidden. Tot die stonde zal ik Hem niet kennen". Die liefde en die haat jaren achtereen aangewakkerd door clandestiene toevloed van patriotti sche lectuur, afkomstig van de uitge weken Oekrainers in Praag, Wenen en Berlijn, gx-oeiden gelijk op met de onderdrukking en het verzet k- al gauw na de annexatie van West- Oekraïne door Polen een „terroris tisch" karakter; tenslotte werd het be teugeld, niet uitgeroeid, door de schrik barende srafexpeditie van het Poolse leger, dat er in 1930 eens „voorbeel den" wilde stellen, hele landstreken verwoestte en zich vergreep aan tal loze onschuldige boeren, vrouwen en kinderen. Vergeefse pogingen Diep is in de ziel van deze Oekrai ners de wrok ingevreten. Het lot is hard voor hen geweest. Hun leiders zwoeren in de jaren dertig met de Duitsers tegen de gehate Polen sa men, maar bij de Poolse deling van 1939 werden ze in de steek gelaten en aan Rusland overgeleverd. Teleur gesteld verbonden sommigen van hen zich met de Poolse ballingen en dx-oomden met dezen, dat Duitsland en Rusland elkaar zouden vernieti- *en. zodat Polen en de Oekrc nog onafhankelijke staten zouden kun nen worden; een nog grotere teleur stelling was hun deel. Anderen pro beerden het in de bezettingstijd van 1941 tot 1944 nóg eens met ^de Duit sers in een poging hun deze keer te slim af te zijn; maar kapitein Ben dero, die voor hen het U.P.A., het Oekrainse pax-tisanenleger, organiseer de. werd geairesteerd zo gauw ze er achter waren dat hij minder „End- sieg" dan wel de Oekrainse onafhan kelijkheid op het oog had. Nóg is het verzet niet dood: het reikt zo ver terug in het verleden en is door zo veel leed van dit ge slacht en vroegere gelouterd dat het op te geven voor vele Oekrainers 'n nationale schande zou zijn. Rondom de resten van het U.P.A. heeft het zich gekristalliseerd. De toekomst biedt geen hoop. want zoals het de Sovjet-Unie gelukt is het nationalis me in de oorspronkelijke Oekrainse sovjet-republiek in te kapselen, zo zal het haar zonder twijfel ook in de voox-malige Poolse Oekraine gelukken Maar waar ter wereld heeft een ver zetsbeweging zich afgevraagd of het wel zin heeft zich te verzetten? Ia haar sfeer ziet men geen keuze tus sen nuttig en nutteloos, zeker niet ie de Oekrainse, die doortrokken is van het romantische nationalisme van haar dichterlijke voorgangers; hier geldt slechts, dat het beter is met ere te sterven dan in knechtschap voort te leven. De vlag in top De landbouwer G. L. de Smit aan de Oudelanderweg kon Donderdag zijn noodwoning verlaten en de herbouwde woning voor de boerderij betrekken. Uit pure vreugde over dit feit stak bij reeds 's morgens om vijf uur de vlag uit. We kunne- ons de vreugde van de familie de Smit voorstellen. Mogen er spoedig nog meer van deze spontane utingen van vreugde te vermelden val len. De eerste aardbeien De heer V. Vermaal, landbouwer aan de Zeugweg te Wieringerwerf, heeft de eerste aardbeien van de kou de grond geoogst. Dit mag gezien de achter ons liggende koude periode, wel als erg vx-oeg worden geacht. MAANDAG 5 JUNI 1950 Hilversum I NCRV: 7.00 en 8.00 Nws, 8.45 Muziek bij het werk, 9.15 Voor de zieken, 9.35 Morgenconcert, 10.30 Morgendienst, 11.00 Gi*am.muz., 11.40 Pianorecital, 12.10 Musette-ork., 12.33 Sans Souci, 13.00 Nws, 13.15 Sweelinck-kwartet, 16 00 Bijbellezing. 17.00 Voor de kleuters, 17.15 Orgelspel 17.45 De Zakapara's, 18.20 Koorzang, 13.35 Bach-concert, 19.00 en 20.00 Nwi 20.05 Omroéporkest, 20.55 Hoorspel, 21.40 Discovax-ia, 22.10 NCRV-koor 23.00 Nws, 23.15 Orkest Paul White man. Hilversum n AVRO: 7.00 en 3.W Nws, 8.55 Voor de vrouw. 9.00 Klass, muziek, 9.30 Dansmuziek. 10.00 Mor genwijding, 10.15 Arbeidsvitaminen, 11.00 Op de Uitkijk. 11.15 Kerk- en Torenklanken, 12.00 Metropole-orkest, 12.38 Cowboysongs, 13.00 Nws, 13.15 Promenade-orkest, 14 00 Wat gaat er om in deze wereld?, 14.20 Saxophoon kwartet, 15 00 Kamermuziek. 15.45 Voor de vrouw, 16.45 Musicalender, 17.30 Voor de padvinders, 18.00 Nws, 18.30 Strijdkrachten, 19.00 Filmkrant, 1.9.30 Muzikale causerie. 20.00 Nieuws. 20.05 Radioscoop. 23.00 Nws, 23.15 Swing-corner. EN DE STAD VAN IVOOR De meester was naar de maat toe gelopen. „Man. wat zit je daar!" zei hij .Waarom ben je eigenlijk weggelopen!! Je bent niet goed wijs! Weet je wie er nu stuurman geworden is? Dat ver waande stuk van een bediende van de Baron. Je moet niet denken da: Kap p:e dat leuk vindt! Zijn gezicht sf.aat tenminste op S:orm uit het Zuidwesten Sraks varen we uit, en dan is het te laad Ik g3 niet! ze; de maat. Ik ben ont s!agen! Niemand begrijpt nxe... ieder een laat mij maar ';obben. En nu moet ik boer worden, maar dat valt ook niet mee! Terwijl de meester naar de sombere woorden van de maa': luisterde, zat Kappie in zijn hut. Hij keek zorgelijk voor zich uit. „Dat wordt een reis van niks!" dacht hij. „Die kerel van een bediende wee': me veel te veel! Maar ze moeten niet denken, dat ik niet meer op de brug zal komen en hier in mijn hut ga zitten klaverjassen. Orde en gezag moet er zijn. en daarvoor is de k ipitein. Dat die klont van een maa': nu ook zo naar in de steek laat! Nu zit ik met zo'n verwaande kerel van een bediende in mijn maag!' De deur van Kappies hut werd openge rukt. en de meeS.er kwam naar binnen stormen. „De maat is er weer!' riep hij Hij zit daar bjiten op een kis':, en durft niet aan boord te gaan, maar ik weet zeker, da": hij wel wil, anders zat hij daar niet. Hij heeft natuurlijk spijt, dat hij weg is gelopen!" Het noodlot van Pepperill kuipte juist met zijn vin-gerd door de Roodhuiden in plaats gers een stofje weg van de linkar mouw van zijxx nieuwe, donkerblau we rok. Hij ergerde zich over de stof waarop elk stofdeeltje te zien was en had zich heilig voorgenomen weer terug te keren naar een bruine rok. Zijn ergenis over dit kledingprobleem belette hem echter niet de heer Collin beminnelijk te ontvaugen; ofschoon hij wei even verbaasd was over het verwilderde uiterlijk vau zijn bezoe ker, die zich, alsof hij geen tien kon tellen op de aangeboden stoel liet vallen, wachtte hij rustig tot Collin genoeg bijgekomen scheen om op vra gen te antwoorden. ,,Wat kan ik voor u doen?" „Hebt u het nieuws al gehoord o- ver Fort Pilt? Een onbegrijpelijke ramp! Hoe kan dat gebeurd zijn?" Pepperill knikte. „Geheel door In dianen ingesloten, terwijl elk kind wist dat het 't heclUsle bolwerk van de blauken in het Westeu is. Belc- van het feit. dat de bezettiug deze on ordelijke troep Indianen in de pan hakt". ,,U weet het dus ook, zei Collin, tn hebt ti ook gehoord dat vanochtend het schip ,.De Gelderland" van de rederij Yan Waell gearriveerd is uit Amsterdam? Ik hoorde het zo juist in de „Gekruiste Sleutels". Pepperill knikte opnieuw, aandach tig twee pluisjes van zijn rok tip pend. „En bevindt hij zich aan Boord?" „Wie?" „Wie? De Jonge Gerard van Waell" Pepperill seïxuckle het hoofd en Col lin zuchtte verlicht. „Waarom windt U zich daarover zo op??, vx-oeg Pepperill nieuwsgierig. „Weet u dan uieL? Och neen, U hebt gelijk. Dat kunt u niet weten. De jonge van Waell, die niet aan boord van De Gelderland is, is ver loofd met juffrouw Murner. U herin nert zich haar to</h nog?" Weer knikte Pepperill. „Natuurlijk een heel knap meisje. Jammer „Jammer, dat zij met dat individu verloofd is", voltooide Collin de zin. ..Dat wilde u toch zeggen? Zij is he lemaa! naar Bedfort getrokken. Weet u waar Bedfort ligt? Och, u hebt er natuurlijk geen flauw vermoeden vaa Het plaatsje ligt Westelijk van Fort PiU en ook juffrouw Murner is na tuurlijk in het fort. de enige be scherming tegen de Roodhuiden. Ten minste, dat neem ik aan. Best mo gelijk dat Bedfort door de Indianen is bestormd en dat zij nu alleen er gens in de prairie zwerft. Waar zij ook is, zij vex-keert in levensgevaar. En stel je voor dat juist op deze dag de jonge van Waell aangekomen was Dan had hij mij natuurlijk gevraagd, om het adres van de jonge dame voor wie hij de reis ondernam en had ik hem alles moeten vertel len. Ik had hem dan tevens moeten zeggen dat ik niet wist of zij al dan niet in het leven was! Hij zou me te recht gevraagd hebben, waarom ik haar niet tegengehouden had". „Ja, het zou pijnlijk zijn geweest, mijnheer Collin", gaf Pepperill toe. Nog een geluk voor u dat hij niet aangekomen is. Maar tussen twee haakjes: Wat heeft u met deze beide jonge mensen te maken?" „Dat i9 het nu juist mijheer Pep perill. Ik heb me nu eenmaal met hen bemoeid dwz. met juffrouw Mur. ner. Alleen niet zo dat ik heb kun nen verhinderen dat zij haar ongeluk tegemoet ging, een goede leer om je neus niet in andermans zaken te s.e ken. nu ik dat allemaal gedaan heb. moet ik ook consequent zijn. Nooit had ik het meisje naar het Westen moeten laten gaan. Ik had het haar 'energiek moeten beletten. „Hoor eens. wierp Pepperill tegen, bent u zelf soms op haar verliefd?" „Neen" was het antwoord, „als ik twintig jaar jonger was geweest, had ik niet zo lang geaarzeld -als meneer van Waell uit Amsterdam, de camli- daat in de wijsbegeerte." „Is dat ook al een beroep?" vroeg Pepperill. Collin knikte. „Ja, er- zijn grote wijs geeren die zeer veel verstandige din gen hebben gezegd." Pepperill schndde het hoofd. Toen viel hem plotseling iets in. „Dat is waar ook, met „de Gelderland" is een brief voor u meegekomen. Ik heb hem niet aan de postmeester ovar- handigd, omdat, ik er de voorkeur aan gaf hem door een klex-k te laten bren gen." Hij stond op en haalde uit een bureaulade een dikke brief met veel rode zegels te voorschijn. Collin verbrak de zegels en las de brief door

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1950 | | pagina 3