ine lliirner
KAPPIE
BRIEF UIT CANADA
Een avontuurlijke reis in een bestelwagentje van
Noord naar Zuid Ontario Afstand 2240 km.
Een interessant relaas van de
familie Brugman
Het noodlot van
,'i Is voor kinderen moeilijker 'i Hollands
ie behouden als 'i Engels ie leren
F
W;
De familie J. Brugman, voorheen
woonachtig op een tuindersbedrijf
aan de Schagerweg te Slootdorp. emi
greerde voor een jaar terug naar Ca
nada. Wij ontvingen van de heer en
mevr. Brugman een brief -over hun er
varingen in dat ene jaar. Bij de brief
voor de lezers van Herrijzend Wierin
germeerland ,wa3 tevens een particu
lier schrijven van mevr. Brugman,
waarin wij enige mededelingen aan
troffen, die ons belangrijk leken om
ook aan onze lezers voor te zetten.
Aangezien de familie Brugman ons
blad ook in dat verre land nog steeds
leest en mogelijk met nog veel meer
Interesse als toen zij nog in de polder
woonden, zijn ze hierin tot de ontdek
king gekomen dat het emigreren uit
de Wieringermeer nog steeds plaats
beeft en dat de meesten zich in On
tario vestigden. „Nu die mensen zijn
dan werkelijk 't best af(. als 't zich
tenminste bepaalt tot Zd. Ontario".
gchrijftt mevr. Brugman, ,,'t is het
meest gecultiveerde deel v. Canada.
Voor ons Nederlanders valt 't heus
jaiet mee om zich b.v. in de nog, in
allerlei opzichten wat ruw aandoende
►rairie gebieden thpis te voelen."
anneer mevr. Brugman over haar
kinderen schrijft dan zegt zij: «Over
huis houden we ons aan het Hollands.
Hoewel we wel gezinnen ontmoeten
Waar kleine kinderen .voorlopig nog
niet aan de schooljaren toe. geen Hol
lands woord kennen. Wij van onze
kant zeggen: t Is voor kinderen mori
lijker 't Hollands te behouden als t
Engel* te leren. Dus houden we ons
Ook vooral met hen vast aan de va
derlandse taal"
Wij laten nu verder de volgende
brief, die voor de krant bestemd is.
WaarvVn mevr. Brugman het eerste
gedeelte heeft geschreven, terwijl haar
man later een beschrijving geeft van
de „verhuizing".
Een tegenvaller
Hoewel aangevraagd voor Zd. Onta
rio .werden we door de „Emigratie"
ln Maniloba geplaatst en wel 50 km
ten noorden van de grote stad Winni
peg 't Viel wel even af, maar we
redeneerden zo. dat als ons jaar om
was, konden we gaan en staan waar
we wilden. Een begintoon van 75 dol
lars per maand .zoals alle emigranlen
dus twee en een half keer zoveel gul
dens .een aardig bedragje in een land
waar 't wel goedkoop zou zijn. Ja. ja,
ro redeneert men als er nog geen stap
Op Canadese bodem is gezet. Dat ae
practijk moeilijker is dan de theorie
Is al vaak gebleken. Zo ook in dit
'geval. Eerlijk gezegd .viel 't ons ont
zettend tegen, 't begin in het nieuwe
vaderland. Je zegt dat natuurlijk niet
ln ronde woorden maar de familie
en kennissen leren wel tussen de re
gels door te lezen.
*t Was een hele grote graanfarm,
eigendom van schatrijke lui uit Win-
hipeg, zodat er een bedrijfsleider was
De mensen waren in de omgang heel
geschikt, zelfs zeer joviaal. Van per
soon tot persoon beviel 't dan ook
goed en hadden ze ons graag willen
nouden, op betere condities. Maar we
Wilden onder geen enkele voorwaarde
in Manitoba blijven.
Zoals ik al eerder zei viel 't óns
erg af toen we onze toekomstige
woonplaats zagen. Klein en laag
huisje, plat dak, dus enorm heet in
de zomer. Geen enk'ele beschutting
van bomen rondom tegen de hete
zonnestralen en felle koude in de
Winter. We ondervonden 't ook al
Spoedig. Bovendien stond 't huisje
moederziel verlaten op de grote vlak
te plm. driekwart mijl van de farm.
Geen levende ziel werd men gewaar.
In de zomer soms een enkele auto
Over t karrespoor (want meer was V
niet waaraan onze woning lag). De
pomp 25 meter van de deur af. Rond
Om droog pralrlegrr.?, waarin legers
jnuskieten huisden. Van 's morgens
tot 's avonds bestookten die ondieren
Ons. Kortom 't was geen pretje. Ik
Voor mij verlangde naar de winter.
Opdat we van dat ongedierte bevrijd
gouden zijn. Dat was dan zo natuur
lijk. Doch wat een felle koude heb
ben we meegemaakt en wat een
sneeuw. M'n man ging iedere dag
met paard en slee naar de farm. We
hebben temperaturen meegemaakt van
^uim 75 gr. Fahrenheit vorst Toe-
i Vallig troffen we ook net een srrenge
'winter. Niet wat betreft extra lage
j temperaturen maar wel dat deze zo-
i lang aanhielden. Dat was men er niet
ie woon. Na een dag of drie strenge
j yorst kreeg men weer een paar da
gen om wat op verhaal te komen, doch
lit jaar duurde 't soms weken ach-
ereen. Stormde hel, dan was *t bin-
en haast niet warm te krijgen, by
ïebrek aan een windsingel. Tegen
Cerst hebben we voor het laatst be-
toek gehad.
Geïsoleerd tot 1 Mei
L Dat isolement duurde tot de le Mei
I tóen we vertrokken. Hoewel ik in die
tijd nog wel een keer of twee drie
naar de farm ben gesleed of gelopen
met de kinderen, en de bedrijfsleider
ons naar bijv. een andere Hollandse
familie bracht, zo'n 12 a 15 km van
ons af.
U zult zich misschien afvragen wat
er In de winter dan wel op zo'n farm
te doen is, dat men daar nog ied-
dag naar toe moet. Dan worden dt
schuren en woonhuis, voor zover aan
het laatste iets gedaan moet worden,
opgeknapt. Zodat je naast het farm-
werk, ook de timmerkunst machtig
moet zijn. Veel wordt zelf gedaan. Zo
bouwt men zelf z'n schuren en ma
chinebergplaats, waarvoor men dan
meestal de tekeningen van het gou
vernement bekomt, en alle onderdelen
los kan kopen. Eigenlijk net als een
bouwdoos voor de kinderen. Ook
wordt veel zelf een huis gebouwd,
met voorlichting, die zijn zo gemaakt,
dat er later heel geschikt een of meer
kamers aangebouwd kunnen worden.
Prairiewolfen
Vergat ik nog even de aanwezig
heid van prairiewolven te noemen.
Meerdere malen zagen we ze op de
grote sneeuwvlakte rondscharrelen.
Ze zijn evenwel niet kwaadaardig.
.Leven van hazen, konijnen enz. Toch
werd ons verteld, als de winter lang
duurt en ze hongerig worden, komen
ze wel in grotere of kleinere groepen
en dan schijnen ze; voor kinderen
bijv., lang geen denkbeeldig gevaar
te zjjn.
Berucht zijn in deze streken or
sneeuwstormen. Door de strenge vors'
1» de sneeuw ontzettend droog, bij
harde wind begint ze te stuiven en
al* er dan ook nog een flinke lading
van boven komt is *t zaak om stie-
kum thuis te blijven, want men vindt
onmogelijk de goede weg. dwaalt en
dwaalt en aangezien dat niet lang vol
te houden is begrijpt u wel. dat de
dood 't einde is.
Meerdere malen is ons een derge
lijk verhaal verleid, zelfs wel dat 't
op eigen erf gebeurde wanneer men
bijv. 's avonds nog even naar de schu
ren ging.
Zo gauw mogelijk weg
Al met al vonden we het er geen
aanlokkelijke omgeving. Daarbij nog
de verregaande slechte wegen ge
voegd, zodat we al heel gauw waren
besloten het met alles zo zuinig mo
gelijk aan te leggen opdat we 't vol
gend jaar naar Zuid Ontario zouden
kunnen gaan. Daar komt nog wel
even wat voor kijken. De afstanden
zijn heel groot en de wegen niet wat
ze in Holland zijn. Ook viel t me
dadelijk niet zo erg mee om flink te
sparen want je kuni in heel veel ge
vallen een dollar wel tegenover een
gulden zetten. Natuurlijk zijn er ook
dingen die werkelijk goedkoper zijn,
vooral als we de Hollandse na-oorlop.
se prijzen nagaan. Voor de rest dient
1 dan aanbeveling niet te veel de
grote warenhuizen te bezoeken. Want
er zijn veel dingen, die erg handig
en oh zo snoezig zijn. Voor ons was
maar één doel weg te komen van
hier. We begrepen al gauw als we
weg gaan zonder een .plaats" te heb
ben. dat er dan een autotje zou moe
ten komen Zo is 't dan ook gebeurd.
De 25e Maart kochten we een bestel
wagentje, m'n man moest toen nog
chaufferen leren dat ging nogal vlug
zodat we dan werkelijk ook. zoals 't
plan was de le Mei konden starten
De meubels sloegen we op in Winni-
peg, en 't hoogst nodige wat je eer
bij de hand moest hebben ging mee.
Beddengoed, pannen, kleren enz. Zo'n
karretje kost toch nog 400 dollars, en
dan moet dit nog eens vernieuwd
worden en dat nog eens nagekeken,
dus komt er nog een aardig bedragje
bovenop. Maar we hebben 't er graag
voor over gehad. We wonen nu in 'n
prachtige streek dat he.bben we er
mee bereikt. Hoe de reis is verlopen,
volgt nu.
2240 km. voor de boeg
Nadat we Maandagmiddag 1 Mei
van onze plaats te Balmoral ongeveer
55 km ten Noorden van Winnipeg wa
ren vertrokken naar de zelfde stad.
om daar van enige kennissen afscheid
te nemen en te overnachten startten
we Dinsdagmorgen 2 Mei voor onze
grote reis waarvan we Toronto voor
lopig als einddoel hadden gesteld en
een afstand van 2240 km door Noord
Ontario stond voor de boeg. Er is een
kortere weg met goede wegen door
de V.S., maar na informatie bij de
Am. consul kregen we te horen dal
hy ons, omdat we niet over Canadese
papleren beschikten, geen vergunning
kon geven om door de V.S. te reizen.
De reis ging eerst tot de grens van
Ontario door landbouwgebied, maar
in de loop van de middag ging het
landschap over in bos, rotsgebergten
en meren wat nog erg winters aan
deed. want de meren waren nog dicht
gevroren en met een dikke sneeuw
laag bedekt; ja de lente bleef dit jaar
heel lang uit wat de grote overstro
mingen zoals men in Canada rond
Winnipeg nog nooit had meegemaakt,
tot gevolg had. We reden tot donker
toe en waren Kemora 50 km gepas
seerd toen we langs de weg een ge
schikt plekje vonden om ons eerste
bivak op te slaan, hoewel wat on
wennig, viel het slapen in de auto
ons niet tegen en de volgende mor
gen startten we weer welgemoed en
zouden proberen Port Arthur te ha
len. Behoudens een laagvlakte waar:
we weer farms zagen bleef het land
schap hetzelfde en passeerden we het
ene meer na het andere, ging het berg
op en af waarvan sommigen tamelijk
hoog en stijl waren en er wel eens
wat van de motor gevergd werd. Wa
ren we de vorige dag nog door ver
scheidene plaatsjes gereden dit was
nu veel minder en werd het erg een
zaam en verlaten met weinig verkeer
de wegen werden ook slechter en
moesten onze vaart wel wat vermin
deren. dan kregen we wel eens een
heel stuk asphalt en we weer aardig
opschoten maar zo was het weer af
gelopen en was het meer kuil dan
weg en hob.belden we met een klein
gangetje verder. We haalden die
avond dan ook niet Port Arhtur on
geveer 75 km daar vandaan eindigden
we onze weede dag. De weg die be
kend staat onder Highway no 17, was
in de richting van Port Arthur omge
bogen naar het Zuiden zou dan weer
naar het Noorden om vervoglens
weer recht het Oosten in te gaan.
Men maakt op die manier een tame
lijk grote omweg maar het is de enige
weg door Noord Ontario dus heb je
geen andere keus. Deze hoofdweg
wordt in de komende jaren een lange
weg van de Atlantische Oceaan tot
de Stille Oceaan, een ontzaglijk werk
want men heeft nu eenmaal een weg
van enige duizenden kilometers leng
te niet zo maar klaar.
De volgende morgen passeerden we
Port Arthur. een grote havenstad aan
het Superiormeer waar ai het graan
van midden Canada wordt vescheept
via de grote meren en waar men dan
ook reusachiige graansilo's ziet staan.
Die dag hadden we goede wegen en
een streek met veel bevolking tot 1
plaatsje Nippigon waar het weer min
der werd. Die avond bereikten we
bijna Geraldton en hadden al een
aardig stukje afgelegd. De volgende
morgen was het slecht weer en het
goot van de lucht, het was de eerste
regen na zes maanden. De eerstvol
gende garage liet ik een band repa
reren de gehele reis hebben we vier
lekke banden gehad. Van de monteur
hoorden we dat we nu een vreselijk
slechte weg zouden krijgen. Dat zag
er niet best uit. Evenwel vertelde hij
ons, mochten we in de modder blij
ven steken, we er door een vracht
auto van het Departement of Higway
uit zouden worden getrokken. Derge
lijke wagens zijn er op verschillende
posten gestationneerd (in totaal 3
over de gehele lengte). Een keer
daags meestal 's morgens rijden ze de
gehele weg af om te zien of hulp no
dig is. Dat gaf tenminste moed. we
zouden er dus door komen. Het eerst
volgende plaatsje was Longlac. hier
stond een bord. waarop we lazen dat
de weg onbegaanbaar was en men
voor eigen risico verder kon gaan.
Zoiets doet eigenaardig aan als men
weet dat het de enige weg is.
Het lieve leven begint
Hier begon dus hel lieve leventje.
De nu komende 200 km bestond uit
een vreselijk slechte weg met geen
bevolking in de omtrek behalve een
houthakkerskamp. benzinestation en
voornoemde posten dat was alles. Aan
teruggaan werd natuurlijk niet ge
dacht. Ondertussen was de regen wel
erger maar niet minder geworden.
Het begin viel nog niet af. hoewel, er
af en toe heel slechte plekken waren,
wisten we het toch rijdende te hou
den. Zo kwamen we aan de eerrt
post. even verder zaten we in een
modderpoel nog een klein stukje en
toen was het afgelopen. Tot de assen
zat de wagen in de prut. Ik was juist
op weg naar de. post toen de auto er
aan kwam, hij hielp ons er uit en
vertelde dat het nu voorlopig wel
ging. Voor ons, uit tegenovergestelde
richting, zaten twee auto's op zijn
hulp te wachten.
22 kilometer in 24 uur
We konden weer verder en nader
den zonder ongelukken het pompsta
lion dat op de helft van dit onher
bergzame traject stond. Eerst tanken,
want het koste nogal benzine op de
opgedooide weg die alleen maar uit
zand en grint bestond. Het ging weer
goed tot de volgende post. Ik ging
hier heen om drinkwater. Ze vertel
den ons dat we beter terug konden
gaan, want de volgende 25 km waren
onmogelijk om er door te komen. We
waren blij dat we al zo ver waren en
zeiden dan ook dat we niet van plan
waren om terug te gaan. „Dan moe
ten jullie het maar riskeren" was het
antwoord.
De mensen hadden niets te veel ge
zegd. Het werd verschrikkelijk, en 5
km verder was het gebeurd. Daar za
ten we geen mens te zien en midden
in de eenzaamheid .een betrekkelijk
smalle weg met aan beide kanten
sombere pijnbomenbossen. Het was 4
uur in de middag en er zat niets an
ders op dan te wachten tot de volgen
de morgen de patrouilleauto ons uit
onze benarde positie zou verlossen.
Het was een lange tijd in een vol
gepropte atito met twee kleine kin
deren. 's Morgei%s begonnen we al
vroeg te luisteren naar enige gerucht
Eindelijk tegen negen uur kwam er
zo'n zware wagen aan die ons hielp
en moesten we het maar weer op
eigen kracht proberen. De chauffeur
moest op een bepaalde tijd ergens zijn
en kon ons niet verder helpen, maar,
zei hij. er komt dadelijk nog een wa
gen en die zou ons de gehele weg
begeleiden. En dat was ook zo. H
ging otn en om. dan weer een stukje
op eigen kracht en dan weer een
eind getrokken. Maar toen we bijna
aan het eind waren, durfde hij niet
verder te gaan, zijn benzine raakte
op en moest eerst naar de post 25 km
verder om kettingen om de wielen te
laten leggen. Ik ging met hem mee
en anderhalf uur later waren we weer
terug bij onze auto. De rest was nu
een peuleschil, een paar km en we
waren uit de misère vandaan. Hulp
was nu niet meer nodig, de weg was
niet ideaal, maar we behoefden niet
meer bevreesd te zijn voor ongeluk
ken. Het was nu ruim vier uur in de
middag, dus hadden we 24 uur over
22 km gedaan. Bij deze laatste post
s>or«d een flinke woning waar de baas
van de wegen dienst in woont, 't Wa
ren aardige mensen, ze hadden nogal
met op? te doen, zodat we binnen wer
den gehaald, onze handen konden war
men en van een en ander eetbaars
t werden voorzien. Vooral voor de kin
deren vonden ze 't erg. Nu nemen
kinderen in Canada een belangrijke
plaats in. wat ons in de korte tijd,
dat we hier verblijven, reeds meer
malen is opgevallen.
Het is nog steeds koud
Na wat op verhaal te zijn gekomen
vervolgden we onze tocht, met blij
gevoel De nu komende plaats was
Hearst, een echt houthakkersdorp, *n
beetje rommelig en groezelig aan
doend. Gemengde bevolking o a. Tsje
chen en Polen enz. Al met al liep het
al weer naar de duisternis, zodat het
tijd werd onze traditionele slaapplaats
op te zoeken. Onze weg ging nu door
open, vlak land, er bevonden zich
vele boerderijen met een Frans spre
kende bevolking. Aan een zijpad sloe
gen we ong bivak op. Intussen werd
het al kouder en kouder en begon 't
ook nog hard te waaien. We konden
haast niet warm worden die nacht.
Het vroor dan ook best en een busje
met water in de auto was tot ijs ge
worden. We waren van plan de vol
gende morgen vroeg te starten, de
weg was mooi hard. maar de auto
wilde niet starten. Op een farm werd
gevraagd of ze ons wilden helpen.
Dat viel ook niet mee want het waren
Frans sprekende Canadesen en het
duurde even voor we elkaar begre
pen. Tenslotte werden we met een
span prachtige schimmels op gang ge
trokken. We zouden het echter kalm
aan moeten doen, want door de mod
der waren de remmen vastgevroren.
Het einddoel nadert
Onze weg zou van nu af aan naar
het Zuiden leiden. Het weer werd
steeds beter en warmer, de sneeuw
die nog overal tussen de bomen lag.
vooral als we wal hoger kwamen,
werd steeds minder en tenslotte was
het helemaal verdwenen. We gingen
langzaam maar zeker van het koude
Noorden naar het warme Zuiden over
Plotseling ging onze weg over een
stuwdam, waar het water met donde
rend geweld naar beneden stortte
door de zon prachtig gekleurd en de
zijleuning met een dikke ijslaag be
dekt.
Het landschap begon in de loop van
de middag steeds mooier te worden.
We zagen mooie farms met grote hui
zen en prachtig jong groen gras. Die
avond zaten we 100 km ten Noorden
van North Bay. De volgende ochtend
passeerden we die srad en reden we
eigenlijk" Zuid Ontario binnen. F
weer was aangenaam en we genoten
van het landschap, golvend en heuvel
achtig, wat een verschil met Manito
ba. We kwamen die avond 125 kir
ten Noorden van Toronto en hadüet.
bijna ons einddoel bereikt. In Toronto
kregen we het even te kwaad met de
remmen die geen 100 procent meer
waren. Toronto is een oude stad, voor
Canada tenminste, met smalle straten
en een ontzettend druk verkeer. Vele
malen moet voor verkeerslichten ge
stopt worden en dat vond vaak plaats
op een hellend vlak. blaar we wisten
er door te komen en gingen rr'
gauw naar 't op 20 km verder gelegen
dorp Coohsville. hier woonden kennis
sen van bootvrienden van ons. Hoe
wel we totaal vreemden waren voor
elkaar werden we reuze hartelijk on-
vangen en ons onderdak verleend. De
vrouw des huizes moest weg. doch
wees ons waar alles stond en konden
we ons zelf een maaltijd klaar maken.
Begrijpelijk dat we dat bijzonder op
prijs stelden. Doch eerst hebben we
ons eeng heerlijk verfrist, want dr
was hard nodig na zo'n week. Tn
hebben we 2340 km afgelegd. Wij al
len waren erg verreisd, behalve de
jongste die blijkbaar nergens erg in
had.
De volgende morgen ging ik naar
een soort arbeidsbureau in Toronto.
Men gaf mij daar een adres vlak in
de buurt. Ik werk nu op een grote
groente- en fruitfarm. Je merk
dat je meer in de „wereld" zit. we
hebben electrisch licht en waterlei
ding, de leveranciers komen aan c'
deur evenals de post. Ieder huis heeft
een z.g. postbox aan de weg. Dat is
een soort zinken bns op een paal en
daar deponeert de besteller de mail
in. Heb je zelf iets le posten dan leg
je dat er ook in. t Is handig, -
nu behoeven ze niet steeds de erven
op en af.
We zijn heel blij dat we d"
gewaagd hebben. Het is een pii
land, 't werk verschilt natuur»,
enorm met een graanfarm. maar het
werk bevalt me uitstekend, de groen
teteelt is bekend werk voor me en
het fruit dat leer je wel. Hoe het le
ven hier is en de wijze waarop zo'n
farm hier bewerkt wordt, dat een
volgende keer.
Met hartelijke groeten voor al de
lezers. van de fam. Brugman.
Gids Proefboerderij
Door de Stichting Proefboerderij „Prof
dr J. M. van Bemmelenhoeve" Wierin
germeer is voor 1950 wederom een
beklopte handige gids verschenen, waar
ra op overzichtelijke wijze een ÜeschrlJ
vng wordt gegeven van de proefvelden
die rijn aangelegd op kavel 62 en 63,
waaruit dit bedrijf bestaat. Links en
rechts van de folder zijn de kavels aan
fltjtven met de genummerde proefvel
der. Voor de vele bezoekers de cm ge
twij'eld dit jaar ook het bedrijf weer
zullen bezoeken is het een goede hand
leiding bij de rondgang.
MAANDAG, 1» JUNI 1550
HILVERSUM I NCRV 7.00 en 8.00
Nws 8.15 Muziek bij het werk
8.45 Pianoercital 9.15 Voor de zie
ken 9.35 Symph. concert 10.30
Morgendienst 11.00 Hoboconcert
kk 20 Van oude en nieuwe schrijvers
11.40 Zangrecital 12.10 Lunch
concert 12.33 NCRV koor 13.00
Nws 13.15 Metropole-orkest 14.00
Schoolradio 14.35 Bonbons bij de
thee 15.00 Causerie 15.30 Swee-
linckkwartet 16.00 Bijbellezing
16.45 Gram. 17.00 Voor de kleuters
17.15 Populair orgelspel 17.45
De Zakapara'» 18.05 Disconoviteiten
1835 Bachprogramma 19.00 Nw»
19.15 Ensembie Lachman n 20.00
Nw* 20.05 Met band en plaat voor
u paraat 20.40 La Rosarpa 21 DO
Hoorspel 21.45 Kamerorkes 22.45
Avondoverdenking 23.00 Nws
23.15 Promer.adeconcert
HILVERSUM TI *VRO 7.00 en 8.00
Nws 8.15 OperM»*fctankeu 9.00
Ochtendconcert Q "insrauziek
10.00 Morgenwijn J0.I5 Arbeids
vitaminen 11.00 Op de uitkijk
11.15 Bekends orkestwerken 12
Vrouwenkoor 1258 Surinaamse
volksmuziek 13.00 Nws 13.15
Harmonetto 14.00 Voor d« wande
laars 14.20 Kamermuziek 14.45
Liefdesverellingen 1500 Pianospel
15.30 Causerie 15.45 Voor de
vrouw 16.30 Voor de kleuters
16.45 Musicalender 17.28 Voor de
padvinder 18.00 Nws 18.30 Strijd
krachten 1900 Filmprogramma
19 30 Pianospe* 20.00 Nws
Fries zangspel 21.20 Politiekape!
21J50 Duetten programma 22
Bach cyclus 23.00 Nw» Tfi'
Swing corner
EN DE STAD VAN IVOOR
20. ..Er was daar een slang!" vertel
de- de maat. „Een grote, slang met een
lange gemene kopik had wel
dood kunnen zijn-! Wanneer ik niet
heel langzaam en voorzichtig achter
uit was gekropen, had er de grootste
ellende kunnen gebeuren!"
„Wanneer jij rusig achter het stuur
rad blijft staan, overkomt je niets!"
zei Kappie.
„Mijn diensten zijn zeker voor een
korte tijd niet meer gewenst?" vroeg
de bediende van de baron, terwijl hij
een spottende buiging voor de maat
maakte. „Gaat uw gang. Stuurman!"
„Ehddank.je!" mmpel
de de maat met knipperende ogen.
Kappie en de Baron hakten verder
met hun bijlen en er ontstond tenslot
te een opening. Ze keken er doorheen
en zagen een witte stad met prach
tige gebouwen.
„Dat is de Ivoren Stad!" juichte de
Baron. „We zijn er!"
„Nee maar!" zei Kappie. „Dus die
bestaat toch echi! Alle orkanen nog
an toe!"
..Wat dacht u!" riep de Baron. „Ik
zou u toch niet voor de gek houden.
Dat is de stad, die gebouwd is van
het prachtigste ivoor! Eén muurtje
van zo'n gebouw, dat u daar zeil, is
schatten waard!"
..Dal Is maar goed ook. zo lang uw
gezondheidstoestand nog niet is als
die moet zijn!" antwoordde Colliu.
,.0 maar ik ben ai weer helemaal
beter", riep het meisje terug, „en
zeg me no eerst, maar eens gauw wan
neer er een schip uit Holland koiui?'
,JDat duurt nog wel even", jokte
Collin, ..toevallig hoorde ik gisteren,
dat er nog miusteus twee a drie we
ken mee gemoeid ziju. Waarom kijkt
u nu' zo teleurgesteld? Zie je wel, u
wordt al bleek Maar goed. dat me
vrouw eu de heer Dicey zich om u be
kommeren".
De kleur kwam weer terug op Sa-
bine's wangen.
..Ik ben niet teleurgesteld, m'neor
Colliu", antwoordde zij toen vlug „en
mijn gezondheid laat thans niets te
wensen orer!"
Nahtaniël Collin, die meer lu de
Gekruiste Sleutels" vertoefde dau in
zijn huis, at niet alleen al zijn maal
tijden hier, maar hij dronk er voor
het eten ook z'n grocje, daarbij le
vens de gelegenheid benuttend om ue
nieuwtjes, die de waard in de loop
van de dag opving, te horen.
Toen hij weer op de dag na zijn
bezoek aan Sabine de gelagkamer
van de herberg betrad, kwam de
waard hem snel tegemoet. ,,Ik beb
de groc nog maar niet gereed ge
maakt. m'neer Colliu", zei hij, er is
een dringende boodschap van mijn
heer Pepperill gekomen. Of u direct
naar zijn kantoor komt!"
Collin schrok. ,.ls er een schip aan
gekomen?" vroeg hij.
.Ja. m'neer Collin, tegen het aan
breken van de dag Een Hollan
der!"
Collin wenkte de waard toe dat het
in orde was. maakte rechtsomkeert
en brak zich er tevergeefs het hoofd
over of er met het schip een brief
dan wel een man was meegekomen..
Was er een brief, ja. dan bleef al
les bij het oude. Maar stel dat de
jonge van Waell gekomen was?
Een brief of een man: de gedachte
liet Collin niet meer los. Hij kwam
er bijna toe om op de knopen van
zijn jas af te tellen waarop meer
kans bestond.
Toen eeu klerk van Pepperill de
deur van diens prive-kantoor opende,
wist Collin het antwoord: een man.
Het onwaarschijnlijke was dus ge
schied.
De vreemdeling zat tegenover de
heer Pepperill en Collin nam hem
aandachtig op toen hij binnen trad.
Dat was hem dus, dat was ja. hoe
heette hij ook al weer? hij wist zo
veel van hem af en daar was hij da
naam toch vergeten.
Pepperill stond op en stelde de hu
ren aan elkaar voor.
„Dit is mijnheer van Waell, van
daag met een schip van Rotterdam
de Najade in Boston aangeki-
men en dit is de heer Collin. die u
nog beter over juffrouw Murner kan
inlichten dan ik!"
De jongeman, ook opgestaan, be
groette Collin ietwat Uuks en dat
nam Collin voor hem in. Hij «ag er
ietwat betrokken en overvevmoeiJ
uit, hetgeen stellig aan de reis toe
te schrijven was.
Wordt vervolgd.