ine lliirner KAPPIE BRIEF UIT CANADA Een avontuurlijke reis in een bestelwagentje van Noord naar Zuid Ontario Afstand 2240 km. Een interessant relaas van de familie Brugman Het noodlot van ,'i Is voor kinderen moeilijker 'i Hollands ie behouden als 'i Engels ie leren F W; De familie J. Brugman, voorheen woonachtig op een tuindersbedrijf aan de Schagerweg te Slootdorp. emi greerde voor een jaar terug naar Ca nada. Wij ontvingen van de heer en mevr. Brugman een brief -over hun er varingen in dat ene jaar. Bij de brief voor de lezers van Herrijzend Wierin germeerland ,wa3 tevens een particu lier schrijven van mevr. Brugman, waarin wij enige mededelingen aan troffen, die ons belangrijk leken om ook aan onze lezers voor te zetten. Aangezien de familie Brugman ons blad ook in dat verre land nog steeds leest en mogelijk met nog veel meer Interesse als toen zij nog in de polder woonden, zijn ze hierin tot de ontdek king gekomen dat het emigreren uit de Wieringermeer nog steeds plaats beeft en dat de meesten zich in On tario vestigden. „Nu die mensen zijn dan werkelijk 't best af(. als 't zich tenminste bepaalt tot Zd. Ontario". gchrijftt mevr. Brugman, ,,'t is het meest gecultiveerde deel v. Canada. Voor ons Nederlanders valt 't heus jaiet mee om zich b.v. in de nog, in allerlei opzichten wat ruw aandoende ►rairie gebieden thpis te voelen." anneer mevr. Brugman over haar kinderen schrijft dan zegt zij: «Over huis houden we ons aan het Hollands. Hoewel we wel gezinnen ontmoeten Waar kleine kinderen .voorlopig nog niet aan de schooljaren toe. geen Hol lands woord kennen. Wij van onze kant zeggen: t Is voor kinderen mori lijker 't Hollands te behouden als t Engel* te leren. Dus houden we ons Ook vooral met hen vast aan de va derlandse taal" Wij laten nu verder de volgende brief, die voor de krant bestemd is. WaarvVn mevr. Brugman het eerste gedeelte heeft geschreven, terwijl haar man later een beschrijving geeft van de „verhuizing". Een tegenvaller Hoewel aangevraagd voor Zd. Onta rio .werden we door de „Emigratie" ln Maniloba geplaatst en wel 50 km ten noorden van de grote stad Winni peg 't Viel wel even af, maar we redeneerden zo. dat als ons jaar om was, konden we gaan en staan waar we wilden. Een begintoon van 75 dol lars per maand .zoals alle emigranlen dus twee en een half keer zoveel gul dens .een aardig bedragje in een land waar 't wel goedkoop zou zijn. Ja. ja, ro redeneert men als er nog geen stap Op Canadese bodem is gezet. Dat ae practijk moeilijker is dan de theorie Is al vaak gebleken. Zo ook in dit 'geval. Eerlijk gezegd .viel 't ons ont zettend tegen, 't begin in het nieuwe vaderland. Je zegt dat natuurlijk niet ln ronde woorden maar de familie en kennissen leren wel tussen de re gels door te lezen. *t Was een hele grote graanfarm, eigendom van schatrijke lui uit Win- hipeg, zodat er een bedrijfsleider was De mensen waren in de omgang heel geschikt, zelfs zeer joviaal. Van per soon tot persoon beviel 't dan ook goed en hadden ze ons graag willen nouden, op betere condities. Maar we Wilden onder geen enkele voorwaarde in Manitoba blijven. Zoals ik al eerder zei viel 't óns erg af toen we onze toekomstige woonplaats zagen. Klein en laag huisje, plat dak, dus enorm heet in de zomer. Geen enk'ele beschutting van bomen rondom tegen de hete zonnestralen en felle koude in de Winter. We ondervonden 't ook al Spoedig. Bovendien stond 't huisje moederziel verlaten op de grote vlak te plm. driekwart mijl van de farm. Geen levende ziel werd men gewaar. In de zomer soms een enkele auto Over t karrespoor (want meer was V niet waaraan onze woning lag). De pomp 25 meter van de deur af. Rond Om droog pralrlegrr.?, waarin legers jnuskieten huisden. Van 's morgens tot 's avonds bestookten die ondieren Ons. Kortom 't was geen pretje. Ik Voor mij verlangde naar de winter. Opdat we van dat ongedierte bevrijd gouden zijn. Dat was dan zo natuur lijk. Doch wat een felle koude heb ben we meegemaakt en wat een sneeuw. M'n man ging iedere dag met paard en slee naar de farm. We hebben temperaturen meegemaakt van ^uim 75 gr. Fahrenheit vorst Toe- i Vallig troffen we ook net een srrenge 'winter. Niet wat betreft extra lage j temperaturen maar wel dat deze zo- i lang aanhielden. Dat was men er niet ie woon. Na een dag of drie strenge j yorst kreeg men weer een paar da gen om wat op verhaal te komen, doch lit jaar duurde 't soms weken ach- ereen. Stormde hel, dan was *t bin- en haast niet warm te krijgen, by ïebrek aan een windsingel. Tegen Cerst hebben we voor het laatst be- toek gehad. Geïsoleerd tot 1 Mei L Dat isolement duurde tot de le Mei I tóen we vertrokken. Hoewel ik in die tijd nog wel een keer of twee drie naar de farm ben gesleed of gelopen met de kinderen, en de bedrijfsleider ons naar bijv. een andere Hollandse familie bracht, zo'n 12 a 15 km van ons af. U zult zich misschien afvragen wat er In de winter dan wel op zo'n farm te doen is, dat men daar nog ied- dag naar toe moet. Dan worden dt schuren en woonhuis, voor zover aan het laatste iets gedaan moet worden, opgeknapt. Zodat je naast het farm- werk, ook de timmerkunst machtig moet zijn. Veel wordt zelf gedaan. Zo bouwt men zelf z'n schuren en ma chinebergplaats, waarvoor men dan meestal de tekeningen van het gou vernement bekomt, en alle onderdelen los kan kopen. Eigenlijk net als een bouwdoos voor de kinderen. Ook wordt veel zelf een huis gebouwd, met voorlichting, die zijn zo gemaakt, dat er later heel geschikt een of meer kamers aangebouwd kunnen worden. Prairiewolfen Vergat ik nog even de aanwezig heid van prairiewolven te noemen. Meerdere malen zagen we ze op de grote sneeuwvlakte rondscharrelen. Ze zijn evenwel niet kwaadaardig. .Leven van hazen, konijnen enz. Toch werd ons verteld, als de winter lang duurt en ze hongerig worden, komen ze wel in grotere of kleinere groepen en dan schijnen ze; voor kinderen bijv., lang geen denkbeeldig gevaar te zjjn. Berucht zijn in deze streken or sneeuwstormen. Door de strenge vors' 1» de sneeuw ontzettend droog, bij harde wind begint ze te stuiven en al* er dan ook nog een flinke lading van boven komt is *t zaak om stie- kum thuis te blijven, want men vindt onmogelijk de goede weg. dwaalt en dwaalt en aangezien dat niet lang vol te houden is begrijpt u wel. dat de dood 't einde is. Meerdere malen is ons een derge lijk verhaal verleid, zelfs wel dat 't op eigen erf gebeurde wanneer men bijv. 's avonds nog even naar de schu ren ging. Zo gauw mogelijk weg Al met al vonden we het er geen aanlokkelijke omgeving. Daarbij nog de verregaande slechte wegen ge voegd, zodat we al heel gauw waren besloten het met alles zo zuinig mo gelijk aan te leggen opdat we 't vol gend jaar naar Zuid Ontario zouden kunnen gaan. Daar komt nog wel even wat voor kijken. De afstanden zijn heel groot en de wegen niet wat ze in Holland zijn. Ook viel t me dadelijk niet zo erg mee om flink te sparen want je kuni in heel veel ge vallen een dollar wel tegenover een gulden zetten. Natuurlijk zijn er ook dingen die werkelijk goedkoper zijn, vooral als we de Hollandse na-oorlop. se prijzen nagaan. Voor de rest dient 1 dan aanbeveling niet te veel de grote warenhuizen te bezoeken. Want er zijn veel dingen, die erg handig en oh zo snoezig zijn. Voor ons was maar één doel weg te komen van hier. We begrepen al gauw als we weg gaan zonder een .plaats" te heb ben. dat er dan een autotje zou moe ten komen Zo is 't dan ook gebeurd. De 25e Maart kochten we een bestel wagentje, m'n man moest toen nog chaufferen leren dat ging nogal vlug zodat we dan werkelijk ook. zoals 't plan was de le Mei konden starten De meubels sloegen we op in Winni- peg, en 't hoogst nodige wat je eer bij de hand moest hebben ging mee. Beddengoed, pannen, kleren enz. Zo'n karretje kost toch nog 400 dollars, en dan moet dit nog eens vernieuwd worden en dat nog eens nagekeken, dus komt er nog een aardig bedragje bovenop. Maar we hebben 't er graag voor over gehad. We wonen nu in 'n prachtige streek dat he.bben we er mee bereikt. Hoe de reis is verlopen, volgt nu. 2240 km. voor de boeg Nadat we Maandagmiddag 1 Mei van onze plaats te Balmoral ongeveer 55 km ten Noorden van Winnipeg wa ren vertrokken naar de zelfde stad. om daar van enige kennissen afscheid te nemen en te overnachten startten we Dinsdagmorgen 2 Mei voor onze grote reis waarvan we Toronto voor lopig als einddoel hadden gesteld en een afstand van 2240 km door Noord Ontario stond voor de boeg. Er is een kortere weg met goede wegen door de V.S., maar na informatie bij de Am. consul kregen we te horen dal hy ons, omdat we niet over Canadese papleren beschikten, geen vergunning kon geven om door de V.S. te reizen. De reis ging eerst tot de grens van Ontario door landbouwgebied, maar in de loop van de middag ging het landschap over in bos, rotsgebergten en meren wat nog erg winters aan deed. want de meren waren nog dicht gevroren en met een dikke sneeuw laag bedekt; ja de lente bleef dit jaar heel lang uit wat de grote overstro mingen zoals men in Canada rond Winnipeg nog nooit had meegemaakt, tot gevolg had. We reden tot donker toe en waren Kemora 50 km gepas seerd toen we langs de weg een ge schikt plekje vonden om ons eerste bivak op te slaan, hoewel wat on wennig, viel het slapen in de auto ons niet tegen en de volgende mor gen startten we weer welgemoed en zouden proberen Port Arthur te ha len. Behoudens een laagvlakte waar: we weer farms zagen bleef het land schap hetzelfde en passeerden we het ene meer na het andere, ging het berg op en af waarvan sommigen tamelijk hoog en stijl waren en er wel eens wat van de motor gevergd werd. Wa ren we de vorige dag nog door ver scheidene plaatsjes gereden dit was nu veel minder en werd het erg een zaam en verlaten met weinig verkeer de wegen werden ook slechter en moesten onze vaart wel wat vermin deren. dan kregen we wel eens een heel stuk asphalt en we weer aardig opschoten maar zo was het weer af gelopen en was het meer kuil dan weg en hob.belden we met een klein gangetje verder. We haalden die avond dan ook niet Port Arhtur on geveer 75 km daar vandaan eindigden we onze weede dag. De weg die be kend staat onder Highway no 17, was in de richting van Port Arthur omge bogen naar het Zuiden zou dan weer naar het Noorden om vervoglens weer recht het Oosten in te gaan. Men maakt op die manier een tame lijk grote omweg maar het is de enige weg door Noord Ontario dus heb je geen andere keus. Deze hoofdweg wordt in de komende jaren een lange weg van de Atlantische Oceaan tot de Stille Oceaan, een ontzaglijk werk want men heeft nu eenmaal een weg van enige duizenden kilometers leng te niet zo maar klaar. De volgende morgen passeerden we Port Arthur. een grote havenstad aan het Superiormeer waar ai het graan van midden Canada wordt vescheept via de grote meren en waar men dan ook reusachiige graansilo's ziet staan. Die dag hadden we goede wegen en een streek met veel bevolking tot 1 plaatsje Nippigon waar het weer min der werd. Die avond bereikten we bijna Geraldton en hadden al een aardig stukje afgelegd. De volgende morgen was het slecht weer en het goot van de lucht, het was de eerste regen na zes maanden. De eerstvol gende garage liet ik een band repa reren de gehele reis hebben we vier lekke banden gehad. Van de monteur hoorden we dat we nu een vreselijk slechte weg zouden krijgen. Dat zag er niet best uit. Evenwel vertelde hij ons, mochten we in de modder blij ven steken, we er door een vracht auto van het Departement of Higway uit zouden worden getrokken. Derge lijke wagens zijn er op verschillende posten gestationneerd (in totaal 3 over de gehele lengte). Een keer daags meestal 's morgens rijden ze de gehele weg af om te zien of hulp no dig is. Dat gaf tenminste moed. we zouden er dus door komen. Het eerst volgende plaatsje was Longlac. hier stond een bord. waarop we lazen dat de weg onbegaanbaar was en men voor eigen risico verder kon gaan. Zoiets doet eigenaardig aan als men weet dat het de enige weg is. Het lieve leven begint Hier begon dus hel lieve leventje. De nu komende 200 km bestond uit een vreselijk slechte weg met geen bevolking in de omtrek behalve een houthakkerskamp. benzinestation en voornoemde posten dat was alles. Aan teruggaan werd natuurlijk niet ge dacht. Ondertussen was de regen wel erger maar niet minder geworden. Het begin viel nog niet af. hoewel, er af en toe heel slechte plekken waren, wisten we het toch rijdende te hou den. Zo kwamen we aan de eerrt post. even verder zaten we in een modderpoel nog een klein stukje en toen was het afgelopen. Tot de assen zat de wagen in de prut. Ik was juist op weg naar de. post toen de auto er aan kwam, hij hielp ons er uit en vertelde dat het nu voorlopig wel ging. Voor ons, uit tegenovergestelde richting, zaten twee auto's op zijn hulp te wachten. 22 kilometer in 24 uur We konden weer verder en nader den zonder ongelukken het pompsta lion dat op de helft van dit onher bergzame traject stond. Eerst tanken, want het koste nogal benzine op de opgedooide weg die alleen maar uit zand en grint bestond. Het ging weer goed tot de volgende post. Ik ging hier heen om drinkwater. Ze vertel den ons dat we beter terug konden gaan, want de volgende 25 km waren onmogelijk om er door te komen. We waren blij dat we al zo ver waren en zeiden dan ook dat we niet van plan waren om terug te gaan. „Dan moe ten jullie het maar riskeren" was het antwoord. De mensen hadden niets te veel ge zegd. Het werd verschrikkelijk, en 5 km verder was het gebeurd. Daar za ten we geen mens te zien en midden in de eenzaamheid .een betrekkelijk smalle weg met aan beide kanten sombere pijnbomenbossen. Het was 4 uur in de middag en er zat niets an ders op dan te wachten tot de volgen de morgen de patrouilleauto ons uit onze benarde positie zou verlossen. Het was een lange tijd in een vol gepropte atito met twee kleine kin deren. 's Morgei%s begonnen we al vroeg te luisteren naar enige gerucht Eindelijk tegen negen uur kwam er zo'n zware wagen aan die ons hielp en moesten we het maar weer op eigen kracht proberen. De chauffeur moest op een bepaalde tijd ergens zijn en kon ons niet verder helpen, maar, zei hij. er komt dadelijk nog een wa gen en die zou ons de gehele weg begeleiden. En dat was ook zo. H ging otn en om. dan weer een stukje op eigen kracht en dan weer een eind getrokken. Maar toen we bijna aan het eind waren, durfde hij niet verder te gaan, zijn benzine raakte op en moest eerst naar de post 25 km verder om kettingen om de wielen te laten leggen. Ik ging met hem mee en anderhalf uur later waren we weer terug bij onze auto. De rest was nu een peuleschil, een paar km en we waren uit de misère vandaan. Hulp was nu niet meer nodig, de weg was niet ideaal, maar we behoefden niet meer bevreesd te zijn voor ongeluk ken. Het was nu ruim vier uur in de middag, dus hadden we 24 uur over 22 km gedaan. Bij deze laatste post s>or«d een flinke woning waar de baas van de wegen dienst in woont, 't Wa ren aardige mensen, ze hadden nogal met op? te doen, zodat we binnen wer den gehaald, onze handen konden war men en van een en ander eetbaars t werden voorzien. Vooral voor de kin deren vonden ze 't erg. Nu nemen kinderen in Canada een belangrijke plaats in. wat ons in de korte tijd, dat we hier verblijven, reeds meer malen is opgevallen. Het is nog steeds koud Na wat op verhaal te zijn gekomen vervolgden we onze tocht, met blij gevoel De nu komende plaats was Hearst, een echt houthakkersdorp, *n beetje rommelig en groezelig aan doend. Gemengde bevolking o a. Tsje chen en Polen enz. Al met al liep het al weer naar de duisternis, zodat het tijd werd onze traditionele slaapplaats op te zoeken. Onze weg ging nu door open, vlak land, er bevonden zich vele boerderijen met een Frans spre kende bevolking. Aan een zijpad sloe gen we ong bivak op. Intussen werd het al kouder en kouder en begon 't ook nog hard te waaien. We konden haast niet warm worden die nacht. Het vroor dan ook best en een busje met water in de auto was tot ijs ge worden. We waren van plan de vol gende morgen vroeg te starten, de weg was mooi hard. maar de auto wilde niet starten. Op een farm werd gevraagd of ze ons wilden helpen. Dat viel ook niet mee want het waren Frans sprekende Canadesen en het duurde even voor we elkaar begre pen. Tenslotte werden we met een span prachtige schimmels op gang ge trokken. We zouden het echter kalm aan moeten doen, want door de mod der waren de remmen vastgevroren. Het einddoel nadert Onze weg zou van nu af aan naar het Zuiden leiden. Het weer werd steeds beter en warmer, de sneeuw die nog overal tussen de bomen lag. vooral als we wal hoger kwamen, werd steeds minder en tenslotte was het helemaal verdwenen. We gingen langzaam maar zeker van het koude Noorden naar het warme Zuiden over Plotseling ging onze weg over een stuwdam, waar het water met donde rend geweld naar beneden stortte door de zon prachtig gekleurd en de zijleuning met een dikke ijslaag be dekt. Het landschap begon in de loop van de middag steeds mooier te worden. We zagen mooie farms met grote hui zen en prachtig jong groen gras. Die avond zaten we 100 km ten Noorden van North Bay. De volgende ochtend passeerden we die srad en reden we eigenlijk" Zuid Ontario binnen. F weer was aangenaam en we genoten van het landschap, golvend en heuvel achtig, wat een verschil met Manito ba. We kwamen die avond 125 kir ten Noorden van Toronto en hadüet. bijna ons einddoel bereikt. In Toronto kregen we het even te kwaad met de remmen die geen 100 procent meer waren. Toronto is een oude stad, voor Canada tenminste, met smalle straten en een ontzettend druk verkeer. Vele malen moet voor verkeerslichten ge stopt worden en dat vond vaak plaats op een hellend vlak. blaar we wisten er door te komen en gingen rr' gauw naar 't op 20 km verder gelegen dorp Coohsville. hier woonden kennis sen van bootvrienden van ons. Hoe wel we totaal vreemden waren voor elkaar werden we reuze hartelijk on- vangen en ons onderdak verleend. De vrouw des huizes moest weg. doch wees ons waar alles stond en konden we ons zelf een maaltijd klaar maken. Begrijpelijk dat we dat bijzonder op prijs stelden. Doch eerst hebben we ons eeng heerlijk verfrist, want dr was hard nodig na zo'n week. Tn hebben we 2340 km afgelegd. Wij al len waren erg verreisd, behalve de jongste die blijkbaar nergens erg in had. De volgende morgen ging ik naar een soort arbeidsbureau in Toronto. Men gaf mij daar een adres vlak in de buurt. Ik werk nu op een grote groente- en fruitfarm. Je merk dat je meer in de „wereld" zit. we hebben electrisch licht en waterlei ding, de leveranciers komen aan c' deur evenals de post. Ieder huis heeft een z.g. postbox aan de weg. Dat is een soort zinken bns op een paal en daar deponeert de besteller de mail in. Heb je zelf iets le posten dan leg je dat er ook in. t Is handig, - nu behoeven ze niet steeds de erven op en af. We zijn heel blij dat we d" gewaagd hebben. Het is een pii land, 't werk verschilt natuur», enorm met een graanfarm. maar het werk bevalt me uitstekend, de groen teteelt is bekend werk voor me en het fruit dat leer je wel. Hoe het le ven hier is en de wijze waarop zo'n farm hier bewerkt wordt, dat een volgende keer. Met hartelijke groeten voor al de lezers. van de fam. Brugman. Gids Proefboerderij Door de Stichting Proefboerderij „Prof dr J. M. van Bemmelenhoeve" Wierin germeer is voor 1950 wederom een beklopte handige gids verschenen, waar ra op overzichtelijke wijze een ÜeschrlJ vng wordt gegeven van de proefvelden die rijn aangelegd op kavel 62 en 63, waaruit dit bedrijf bestaat. Links en rechts van de folder zijn de kavels aan fltjtven met de genummerde proefvel der. Voor de vele bezoekers de cm ge twij'eld dit jaar ook het bedrijf weer zullen bezoeken is het een goede hand leiding bij de rondgang. MAANDAG, 1» JUNI 1550 HILVERSUM I NCRV 7.00 en 8.00 Nws 8.15 Muziek bij het werk 8.45 Pianoercital 9.15 Voor de zie ken 9.35 Symph. concert 10.30 Morgendienst 11.00 Hoboconcert kk 20 Van oude en nieuwe schrijvers 11.40 Zangrecital 12.10 Lunch concert 12.33 NCRV koor 13.00 Nws 13.15 Metropole-orkest 14.00 Schoolradio 14.35 Bonbons bij de thee 15.00 Causerie 15.30 Swee- linckkwartet 16.00 Bijbellezing 16.45 Gram. 17.00 Voor de kleuters 17.15 Populair orgelspel 17.45 De Zakapara'» 18.05 Disconoviteiten 1835 Bachprogramma 19.00 Nw» 19.15 Ensembie Lachman n 20.00 Nw* 20.05 Met band en plaat voor u paraat 20.40 La Rosarpa 21 DO Hoorspel 21.45 Kamerorkes 22.45 Avondoverdenking 23.00 Nws 23.15 Promer.adeconcert HILVERSUM TI *VRO 7.00 en 8.00 Nws 8.15 OperM»*fctankeu 9.00 Ochtendconcert Q "insrauziek 10.00 Morgenwijn J0.I5 Arbeids vitaminen 11.00 Op de uitkijk 11.15 Bekends orkestwerken 12 Vrouwenkoor 1258 Surinaamse volksmuziek 13.00 Nws 13.15 Harmonetto 14.00 Voor d« wande laars 14.20 Kamermuziek 14.45 Liefdesverellingen 1500 Pianospel 15.30 Causerie 15.45 Voor de vrouw 16.30 Voor de kleuters 16.45 Musicalender 17.28 Voor de padvinder 18.00 Nws 18.30 Strijd krachten 1900 Filmprogramma 19 30 Pianospe* 20.00 Nws Fries zangspel 21.20 Politiekape! 21J50 Duetten programma 22 Bach cyclus 23.00 Nw» Tfi' Swing corner EN DE STAD VAN IVOOR 20. ..Er was daar een slang!" vertel de- de maat. „Een grote, slang met een lange gemene kopik had wel dood kunnen zijn-! Wanneer ik niet heel langzaam en voorzichtig achter uit was gekropen, had er de grootste ellende kunnen gebeuren!" „Wanneer jij rusig achter het stuur rad blijft staan, overkomt je niets!" zei Kappie. „Mijn diensten zijn zeker voor een korte tijd niet meer gewenst?" vroeg de bediende van de baron, terwijl hij een spottende buiging voor de maat maakte. „Gaat uw gang. Stuurman!" „Ehddank.je!" mmpel de de maat met knipperende ogen. Kappie en de Baron hakten verder met hun bijlen en er ontstond tenslot te een opening. Ze keken er doorheen en zagen een witte stad met prach tige gebouwen. „Dat is de Ivoren Stad!" juichte de Baron. „We zijn er!" „Nee maar!" zei Kappie. „Dus die bestaat toch echi! Alle orkanen nog an toe!" ..Wat dacht u!" riep de Baron. „Ik zou u toch niet voor de gek houden. Dat is de stad, die gebouwd is van het prachtigste ivoor! Eén muurtje van zo'n gebouw, dat u daar zeil, is schatten waard!" ..Dal Is maar goed ook. zo lang uw gezondheidstoestand nog niet is als die moet zijn!" antwoordde Colliu. ,.0 maar ik ben ai weer helemaal beter", riep het meisje terug, „en zeg me no eerst, maar eens gauw wan neer er een schip uit Holland koiui?' ,JDat duurt nog wel even", jokte Collin, ..toevallig hoorde ik gisteren, dat er nog miusteus twee a drie we ken mee gemoeid ziju. Waarom kijkt u nu' zo teleurgesteld? Zie je wel, u wordt al bleek Maar goed. dat me vrouw eu de heer Dicey zich om u be kommeren". De kleur kwam weer terug op Sa- bine's wangen. ..Ik ben niet teleurgesteld, m'neor Colliu", antwoordde zij toen vlug „en mijn gezondheid laat thans niets te wensen orer!" Nahtaniël Collin, die meer lu de Gekruiste Sleutels" vertoefde dau in zijn huis, at niet alleen al zijn maal tijden hier, maar hij dronk er voor het eten ook z'n grocje, daarbij le vens de gelegenheid benuttend om ue nieuwtjes, die de waard in de loop van de dag opving, te horen. Toen hij weer op de dag na zijn bezoek aan Sabine de gelagkamer van de herberg betrad, kwam de waard hem snel tegemoet. ,,Ik beb de groc nog maar niet gereed ge maakt. m'neer Colliu", zei hij, er is een dringende boodschap van mijn heer Pepperill gekomen. Of u direct naar zijn kantoor komt!" Collin schrok. ,.ls er een schip aan gekomen?" vroeg hij. .Ja. m'neer Collin, tegen het aan breken van de dag Een Hollan der!" Collin wenkte de waard toe dat het in orde was. maakte rechtsomkeert en brak zich er tevergeefs het hoofd over of er met het schip een brief dan wel een man was meegekomen.. Was er een brief, ja. dan bleef al les bij het oude. Maar stel dat de jonge van Waell gekomen was? Een brief of een man: de gedachte liet Collin niet meer los. Hij kwam er bijna toe om op de knopen van zijn jas af te tellen waarop meer kans bestond. Toen eeu klerk van Pepperill de deur van diens prive-kantoor opende, wist Collin het antwoord: een man. Het onwaarschijnlijke was dus ge schied. De vreemdeling zat tegenover de heer Pepperill en Collin nam hem aandachtig op toen hij binnen trad. Dat was hem dus, dat was ja. hoe heette hij ook al weer? hij wist zo veel van hem af en daar was hij da naam toch vergeten. Pepperill stond op en stelde de hu ren aan elkaar voor. „Dit is mijnheer van Waell, van daag met een schip van Rotterdam de Najade in Boston aangeki- men en dit is de heer Collin. die u nog beter over juffrouw Murner kan inlichten dan ik!" De jongeman, ook opgestaan, be groette Collin ietwat Uuks en dat nam Collin voor hem in. Hij «ag er ietwat betrokken en overvevmoeiJ uit, hetgeen stellig aan de reis toe te schrijven was. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1950 | | pagina 3