KfniEKKêERI
1
De toverheks van Almersdorp
Clubvrienden zonden in
Vacantie
ONS RAADSELHOEKJE
BON
Ous vervolgverhaal
De zeven Kabouters
van Sneeuwwitje
EINDELIJK was dan toch de lang
verwachte dag aangebroken. De elf
jes en de kabouters zouden met el-
icaar gaan trouwen. Knorrepot en
Hummeltje stonden zich voor de spie
gel te bezichtigen. Ze hadden zich ge
rost en geboend, hun baardjes bijge
knipt en hun jasjes schoongeborsteld.
Ze waren echt tevreden over zichzell.
Langhaard en Zonderbaar stonden
met elkaar in de deur te kijken naai
:1e mooie blauwe lucht en naar hun
glimmende zwarte laarzen. Wijsneus
en Krombeen hielpen elkaar een spin
ternieuwe das omdoen en Welgemoed
zong het hoogste lied. De elfjes wa
ren op het grasveld dat in de mor
genzon lag te glinsteren. Bruin de
beer en Unk Wunk lagen voor de
stoep. Ze waren erg moe. want ze had
den tot laat in de nacht gesjouwd,
maar nu was alles dan ook piekfijn
voor elkaar. Over een uur konden de
gasten uit elfenstad worden verwacht
Oe hele weg door het bos stonden
vogels op post om de lange stoet de
weg te wijzen en reeds was het eer-
üe bericht doorgekomen, dat de stoet
meer en meer naderde. Eindelijk was
het dan zo 'ver.
Een prachtige stoet was het. In tien
tollen koetsen met gelaarsde katten
er voor, kwam de stoet het grote gras
veld oprijden. De elfjes jubelden en
<le kabouters riepen hoera en de va
ders en moeders van de elfjes spron
gen uit de koetsen en snelden op de
elfjes toe en omhelsden ze en toen
kregen de kabouters een beurt, die
dat niet zo erg prettig vonden, want
hun buisjes werden er kreukelig vi
Maar daar trok niemand zich iets van
aan. En zelfs de ooms en tantes volg
den het voorbeeld van de vaders en
moeders na en ze huilden van aan
doening, zodat Langhaard ten slotte
mompelde: „Als het nog erger wordt,
drijven we nog weg. Al die tranen,
het is bijna een meer".
Eindelijk had iedereen een goede
plaats gekregen en toen kwamen de
dieren uit het bos aanlopen en vlie
gen. Voorop de vogels, die de weg
hadden gewezen, daarna de zangvo
gels. die het koor zouden vormen,
«oen de andere vogels, die hadden
meegeholpen om alle lekkernijen btj
elkaar te slepen, daarna de hazen, de
reeen, de eekhoorns, de konijnen, de
mollen, de herten en heel achteraan
de vossen, die wel niet op de bruiloft
mochten komen, maar die vanuit dc
verte toch een kijkje wilden nemen.
Wat was er een drukte op het gras
veld.
Nu zou de plechtigheid dan einde
lijk plaatsvinden. De elfjes traden
naar voren, de kabouters traden naar
voren, de ouders van de elfjes ston
den er achter en de burgemeester van
elfenstad stond er voor. Hij trok zijn
gezicht in een ernstige plooi en
schraapte de keel: „Nu ik jullie bier
allemaal voor me zie staan en ik het
huwelijk zal voltrekken tussen de ze
ven kabouters en de zeven elfjes, die
zo ondeugend zijn geweest om van
huis weg te lopen
Toen hield de burgemeester plotse
ling op. Hij sperde zijn ogen open
telde met uitgestrekte arm tot zes en
vond toen eindelijk de kracht om te
stamelen: „Er zijn maar zes kabouters
en zes elfjes. Waar zijn de andere?"
Hij had het nauwelijks gezegd, of
daar kwamen Hummeltje en zijn elf
je achter een struik vandaan. Hum
meltje bloosde en het haar van het
elfje was m de war. Ze hadden een
haast om er bij te komen, maar ze
trokken zich van de toornige blikken
van de burgemeester en Knorrepot
niets aan. Want ze hadden een be
langrijke boodschap opgevangen, die
op de golven van de wind door de
bomen was komen aanzingen.
„Er moei nog even gewacht wor
den", riep Hummeltje opgewonden
tegen de burgemeester. Sneeuwwitje
heeft van het feest gehoord en is in
aantocht. Over een half uur kan ze
hier zijn".
De burgemeester, die nooit van
Sneeuwwitje gehoord had, werd vre
selijk boos. Wat was dat nu voor een
toestand. Maar de kabouters en de
elfjes legden hem spoedig uit. dat dit
iets heel gewichtigs was en toen de
burgemeester dat hoorde, was hij na
tuurlijk dadelijk zijn hele boosheid
vergeten. Stel je voor. dat hij als bur
gemeester van Elfenstad kennis zou
maken met vorstelijke personen. Hij
atreek zich de snorren op en besloot
een nog veel mooiere toespraak te
houden dan hij eerst wilde doen. Wie
weei kon hij niet eens minister woi-
den aan 't hof van Sneeuwwitje. Na
een half uur hooide men op ie wei
he'. gezoem van een vliegtuig.
Knorrepot werd bleek van schrix.
Hij had er helema; i niet aan gedach'
dat de wei ontruin d moest worden.
Anders kon het vliegtuig immers niet
landen. En nu was het et laat. De
wei was immers vol stoelen en tafeis
elvenvaders en moeders en dieren.
Wanhopig trok hij zich de haren uit
he' hoofd. Maar dat gaf natuurlijk
n et want reeds cirkelde het vliegtuig
ovei de wei. De piloot zag natuurlijk
dadelijk dat hij zo niet landen kon.
irok de machine op, vloog daarna
hoog over het veld en toen zagen de
elfjes en de kabouters ploseling iels
uit het vliegtuig vallen. Even later
ging er een parachute open en statig
en langzaam daalde Sneeuwwitje naa,
beneden. Haar rokken flapperden in
de zomerwind en haar lange haren
hingen als een sluier achter haar. De
burgemeester was zo onder de indruk
dat hij vergat op zij te springen en
zo daalde Sneeuwwitje precies op de
burgemeester van Elfenstad.
Toen Oom Rob een
jochie was
VORIGE WEEK heb ik jullie ver-
leid van een avontuur, dat ik eens op
de kermis heb beleefd en deze week
moet ik weer een avontuur vertellen
hoewel ik er bijna de brui aan zou
willen geven. Want laat ik me nu toch
van een vriendin en een vriend de
vraag krijgen, 'of ik werkelijk zoveel
beleefd heb. of dat ik al die verhalen
maar fantaseer.
TSeb je nou toch ooit zo'n brutali
teit meegemaakt. Neen vrienden, ai
deze avonturen zijn werkelijk beleefd
Soms niet allemaal door me zelf. maar
dan was ik er toch in ieder geval bij
En nu hoop ik maar, dat jullie dat
niet erg vindt. Het gaat immers om
het verhaal. En een rakker was ik
vroeger Wat dat betreft ben ik heel
wat veranderd.. Nu ben ik een oude,
ingetogen Maie oom geworden. Maar
genoeg daarvan. Als de twee brief
schrijvers, en ik zal jullie wantrou
wende namen niet noemen, dit lezen,
hoop ik, dat ze tevreden gesteld zijn.
Is het zo? Beschouw jullie Oom Rob
Sprookjes uit West-Friesland
lTl.KI.An i I 1 n W.l. - J
Hebben jullie wel eens gehooid van
Almersdorp? Zo noemt men een plaats
in de nabijheid van Opperdoes, aan
de Westfriese zeedijk gelegen tussen
Medemblik en Aartswoud. Een dorp
is het niet. Maar wel moet er in de
tegenwoordige Wieringermeer vroeger
en dorp hebben gestaan, dat later door
de golven Ls verzwolgen en dat de
naam Almersdorp heeft gedragen. Zo
v/erd het mij ten minste verteld. En
het zal wel waar zijn. Er is zo veel
land door de zee opgeslokt in vroeger
eeuwen en vooral de Zuiderzee stond
in een kwade reuk. In dat oude Al
mersdorp dan, meer dan duizend, mis
schien wel vijftienhonderd jaren ge
leden, leefde een schone jonkvrouw.
Haar vader en moeder waren overle
den en ze woonde alleen in een scha
mel huisje vlak tegen de dijk. Bij het
huisje was een stukje grond, waar ze
haar eigen eten verbouwde, en op de
dijk weidde ze een koe, die haar het
gehele jaar van melk voorzag. Met
de mensen in Almersdorp bemoeide
ze zich niet veel. Z<i hield van de na
tuur, ze zwierf door de velden en de
bossen, ze sprak met de wilde dieren
en vogels, ze keek naar de luchten.
Ze was enigszins eenzelvig.
In dat zelfde Almersdorp woonde
een jongeling die een trotse natuur
had en die. nadat bij Brunhilde een
maal gezien had, een vurige genegen
heid voor haar had opgevat en be
sloot, dat zij de zijne zou worden.
Maar al zijn pogingen faalden.
Brunhilde wilde niets van hem we
ten en zo als dat meer gaat, verkeer
de de liefde in haat. Na enkele maan
den kon hij van het meisje geen
goeds meer horen en zo hevig begon
hij haar te haten, dat hij wenste, dat
ze uit het leven zou verdwijnen.
Nu had Brunhilde een opmerkelij
ke gave. Ze kon als het ware in de
toekomst zien. Misschien weten jullie,
dat er enkele van die mensen zijn.
Mensen, die een gave apart hebben
en die voelen, dat er iets op komst
is. Of soms voelen dat er op grote
afstand een ongeluk gebeurt. Zo was
het ook mei Brunhilde. Door dat ze
steeds mei de natuur in aanraking was
en die was in die dagen veel groot
ser en woester dan tegenwoordig,
lette ze op veel dingen. Meermalen
gebeurde het, dat ze boeren ging
waarschuwen, dat ze het vee binnen
dijks moesten halen, omdat er plot
seling hoog water kwam opzetten. Of
ze raadde een boer aan om niet on
der een hoge eik te gaan zitten, daar
die door de bliksem zou worden ge
troffen. Dat is in onze ogen helemaal
niet wonderlijk. Wij hebben daar al
zo veel over gehoord en we hebben
in die eeuwen zo veel geleerd, dat
wij veel meer van het weer en de
natuut af weten. Maar in die dagen
gold het als een wonder.
O. dat was zo gevaarlijk voorBrun
hilde. Want toen er in Almersdorp
enkele ongelukken gebeurden die 'n
beetje raadselachtig waren, was de
tonge'.ing die Brunhilde bemind had.
dadelijk klaar om het vuur aan te
blazen, door te zeggen, dat Brunhilde
een toverheks was. Daar heb jullie
na'uurlijk wel \4m gehoord. Tegen
woordig geloven we daar niet aan.
Maar in de Middeleeuwen was men
zo licht geneigd om iemand als heks
te brandmerken. En zo gebeurde ten
slotte, wat Brunhilde met angst in *t
hart had voelen aankomen: Er werd
een aanklacht tegen haar ingediend
wegens tovenarij. Ze moest voor de
vierschaar komen en ze werd veroor
deeld tol de waterproef.
Dat was iets vreselijks, want. dege
ne die de waterproef moest onder
gaan, bracht het er niet levend af.
Men dompelde zo iemand onder wa
ter, tot ze verdronken was. Was dat
niet het geval, dan was de tovenarij
bewezen en volgde een nog veel erger
straf. Laten we blij wezen, dat we
niet meer in de Middeleeuwen leven.
Zo gebeurde het dat in een plech
tige zitting het vonnis werd geveld,
Menig bewoner van Almersdorp kon
zijn aandoening niet bedwingen, toen
de schone Brunhilde met opgeheven
hoofd voor haar rechters stond en
haar onschuld bezwoer. Maar nie
mand durfde haai- partij opnemen,
vooral niet toen haar felste belager,
de teleurgestelde jonkman telkens
meer beschuldigingen aandroeg.
Brunhilde anwoordde er niet eens
op. Maar wel wierp ze alle andere
beschuldigingen van de hand. In onze
dagen zouden we om al die dingen
lachen, maar nu werd ze beschouwd
als een gevaarlijk misdadigster.
Over vier dagen zou het vonnis
voltrokken worden en wenende werd
Brunhilde door de rakkers van de
schout in het hok opgesloten.
Eenzaam zat ze daar te peinzen.
Licht drong er in het naargeestige
hok bijna niet door. Maar buiten
hoorde ze de vogels fluiten en praten,
in de nach tsjilpten de vleermuizen
en vertelden dat er slecht weer op
komst was. Ze beluisterde de stem
men van de ratten, die vertelden, dat
er grote holen in de dijk waren ge
graven door mollen en bunsings en
ze hoorde dat de ratten de vlucht gin
gen nemen, omdat, voor het vier en
twintig uur later was, Almersdorp
door de zee zou zijn verzwolgen.
De angst schroefde haar keel bijna
dicht. Want al hadden de Almersdor-
pers haar groot onrec/t aangedaan,
ze wilde niet. dat allen het zelfde el
lendige lot zouden delen, dal men
haar beschoren had. En toen de ge
vangenbewaker haar een bezoek
bracht om haar voedsel te geven,
smeekte ze hem. dat hij een bood
schap naar de schout zou brengen,
dat ze deze dringend wilde spreken
De bewaker, die in zijn hart geen
kwade kerel was, deed het en de
schout kwam Brunhilde in haar cel
opzoeken, waar hij hoorde wat ze
hem voorspelde Maar de schout werd
slechts gesterkt in zijn geloof, dat hij
he met een boze tovenares te doen
had en hij verliet haar, ontstemd, dat
ze de moed had om in haar grote
nood nog zulke lelijke dingen te zeg
gen.
Almersdorp ondergaan? Trots keek
de schout naar de hoge dijk. waarte
gen de woedende golven schijnbaar
machteloos aanstormden.
Met een glimlach op de lippen ging
de schout slapen. En met hem alle Al
mersdorpers, die verblijd waren, dat
ze op een nacht als deze niet bevreesd
maar als een avonturier. Nou, daar
gaan we dan.
Er is een tijd in het jaar. tenminste
dat was vroeger in ons dorp zo, dat'
de jongens gaan touwtje springen en
de meisjes er geen zin meer in heb
ben. Is dat tegenwoordig ook zo? Ik
zie, als ik zo door Westfriesland
zwerf, wel meisjes touwspringen,
maar nooit geen jongens. Die gevoe
len zich zeker te gewichtig voor die
sport. Nou. wij hebben er pleizier ge
noeg mee gehad. Maar het bleef niet
altijd bij het bochtspringen.'Als we
dat eens een week hadden gedaan,
dan gingen we andere spelletjes met
het touw doen.
Nu herinner ik me, dat we aan
veelal gingen touwtrekken. We maak
ten twee ploegen die zo ongeveer
even sterk waren en dan trekken
maar. Op het plein van de school
trokken we een streep en dan ging
het er maar om. welke groep het
eerste over de streep werd getrokken
Het was een buitengewoon spannend
werk en het was een goede spier-
oefening, want ik verzeker je, dat er
wat bij kwam kijken.
Meisjes deden aan het touwtrekken
niet mee. En toch hebben twee meis
jes ons eens een poets gebakken, die
ik nu weer goed voor me kan halen.
Wij probeerden telkens iets nieuws
uit te vinden. En we hebben het vo
rige maal gehad over de volksspelen,
die er met de kermis werden gehou
den en waarbij we over een balk
moesten lopen, die over een sloot lag.
Voor de ouderen was er dan veelal
touwtrekken en tussen de twee par
tijen was dan ook een sloot. Maar als
ze voelden dat ze het niet konden
houden, dan lieten de mannen het
touw los. want ze voelden er niets
voor om" door de sloot getrokken te
worden.
Dat hadden wij afgekeken en toen
wij weer naar school gingen, wij een
lang touw gemaakt, door twee Boch
ten aan elkaar te knopen en elke par
tij aan een kant van de sloot. Wat
hebben we daar van genoten. Dagen
lang deden we in het speelkwartier
niet anders en de onderwijzers en on
derwijzeressen stonden er naar te kij
rfcen en ons aan té vuren.
Maar we wisten zo langzamerhand
hoe sterk de ploegen waren en we
kozen zo. <*a» er maar heel weinig
krachtsverschil tussen was en als je
de sloot naderde, verdubbelde je je
inspanning. En ook wij lieten het
touw tijdig los als we vreesden door
de sloot te worden gesleurd.
Dat is weer een hele inleiding, maar
als ik dat niet allemaal vertel begrijp
jullie het eind van het verhaal niet.
Op een mooie zomerdag waren we
weer bezig. We hadden twee prach
tige ploegen. Om ons heen stondei
alle meisjes van de school, die ons
met vurige kreten aanmoedigden.
Maar hoe ze ons ook aanmoedigden,
geen van de beide partijen slaagde er
in ook maar enige voorsprong te be
halen. Dan ging de ene ploeg een
pasje vooruit, dan de andere, we pro
beerden het door plotseling het touw
te laten vieren, waardoor de tegen
partij op de grond tuimelde, maar ze
stonden weer snel op en leverden ons
het zelfde kunstje een ogenblik later.
„Weet je wat dacht ik. ik bind dat
touw met een losse lus om mijn mid
del dan kan ik meer kracht zetten.
Ik stond heel aan het eind en dat
kon dus. Maar o, wat kwam dat slecht
af. Opnieuw begonnen we en er was
geen sprake van dat een der partijen
merkbaar voordeel kon behalen. En
toen sprongen plotseling twee meisjes
naar voren en begonnen de partij te
helpen trekken, waar ik met mijn
ploeg tegenover stond. Toen was het
evenwicht verbroken. Eerst ging het
vrij langzaam, maar ten slotte sneller,
ondanks onze woedende protesten en
onze wanhopige pogingen.
Wat streefden we tegen. Ik was zo
in actie en moedigde de jongens aan,
zo hard ik maar kon, maar het gaf
niet. Langzaam r-an werden we naar
de sloot getrokken en toen moest de
behoefden te zijn voor de heks Brun
hilde.
Door de dijk sijpelde het water.
Sneller en sneller. Een gaatje werd
een gat. een gat werd een geul. Over
de dijk sloegen gulpen water en nog
steeds waren de Almersdorpers zich
niet bewust van het gevnar dat hen
bedreigde. In haar cel gilde Brun
hilde omdat ze 't water nader voelde
komen. Maar niemand luisterde naar
haar. Toen gebeurde het. De dijk be
zweek en met een donderend geweld
stroomde het water het land binnen.
Almersdorp werd verzwolgen. De in
woners kwamen om het leven. Hun
huizen werden weggespoeld en in
haar cel wachtte Brunhilde een vre
selijke dood. En toen geschiedde het
wonder. Een zware balk stootte het
dak van de cel open en Brunhilde kon
ontkomen. Ze kon ergens geen rust
meer vinden. Elke nacht zwierf ze
over de Zuiderzee, om de vissers te
waarschuwen als er storm op komst
was. En eerst toen de Zuiderzee ge
temd was en IJselmeer geworden,
vond Brunhilde de rust die ze ver
diend had.
jongen die aan de kant kwam het
touw los laten .Daardoor werd de te
genpartij nog veel sterker en nu ging
het sneller dan ik kan beschrijven
De een na de ander liet het touw lof
en o hemel daar vergat ik toch de lus
los te maken, waarmee ik vastgebon
den was. Jullie snapt wel wat het ge
volg was hè. Oom Rob werd finaal
door de sloot gesleurd en happend
naar lucht en onder de modder kwam
ik er aan de andere kant weer uit,
uitgelachen door alle jongens en meis
jes van de hele school. Wie is er nu
ook zo dom, om zich vast te gaan
hinden, als je touw trekt met eeo
sloot er tussen.
En nu maar weer tot volgende keer
OOM ROB
HUISWERK
Die nare sommen, wat verdriet!
Ik kan tb niet en 'k maak ze niet!
Ze denken maar, dat je alle3 weet
En nooit een snars vergeet.
Je hebt tienduizend kapitaal
Dat lees ik nu al Nvintigmaal
Tienduizend gulden, ik? Dat *s kak
Ik heb geen duit op zak.
Laat A. maar zoeken naar procent
Scheelt jou 't. als je platzak bent?
t Zijn goocheltoeren met 'n breuk.
Nooit vind-j'reis: die is leuk.
Die nare sommen, wat verdriet!
Ik kan ze niet en 'k miak ze niet!
En buiten schijnt de zon zo blij
Is dat geen plagerij?
Ingezonden door
Geeske Boomsma
HET GESCHEURDE BROEKJE
Broertje fief, wat ik toch zie
Zo een scheur daar op je knie
Foei! je bent een stoute huid
Voer je zeker weer iets uit.
Ik wou daar even. beste Mien,
Naar de frisse roosjes zien
Maar de doorns pakten mij
En mijn broekje was er bij.
Nee Louis, dat jok je mis
Je keek niet naar de roosjes fris!
Jij wou naar het nestje gaan
Dat het vinkje daar heeft staan.
Ja. zusje, dat is waar
Al vijf eitjes liggen daar
Het vinkje zelf zat op het nest
Toen ik kwam, vloog het weg
Ik wed. als vader daar van hoort
Wordt hij vast op jouw verstoord
En ik wed dat moeder je ""vooral
Een lesje lezen zal.
Och zusje, zeg het niet
Spaar je broertje zulk verdriet
Haal maar gauw je naaigeriet
En.herstel het astublief.
Ja broertje, dat doe ik graag
Maar.kom niet meer bij die haag
Dan naai ik fijn en vlug en licht
Het scheurtje van je broekje dicht.
Ingezonden door
Michael Bunn,
A. Paulowin,
WEES ZUINIG OP JE VOET
Een automobilist had een man over
zijn voet gereden. De aangeredene
eiste op luide toon vijfhonderd gul
den schadevergoeding.
„Wal!" zei de verschrikte automan.
„Vijf honderd gulden voor een be
zeerde voet? U ziet me toch niet voor
een millionnair aan?"
„Dat niet", zei de man. ..maar umoet
ook niet denken, dat ik een duizend
poot ben".
Ingezonden door
Lijny de Jong
VAN DIT EN VAN DAT.
Oom Rob antwoordt
Michael Burm, Anna Paulowns
Dat gedicht van de Centra kon ik niet
plaatsen Michael, want dal was een
reclame en die houd ik uit de Kiti-
derkoerier. Het gedicht dat je me au
stuurde gebruik ik.
Fata Morgana
Dal zwemmen is een heerlijke sport
Maak maar dat je het zo spoedig mo
gelijk goed leert en je broertje ook.
Wat een cijfer voor je aardrijkskunde
Doornroosje, Oudesluis
Bedankt voor de ansicht hoor. Ben j*
nu nog steeds in het ziekenhui* of
ben je al weer thuis? Schrijf je rui
zelf weer? Fijn hoor!
Annie Smit, Winkel
Hartelijk welkom Annie. Veel pleizier
op je schoolreisje. Schrijf er maar
eens een stukje over. En ook over js
Franse vriendinnetje.
Lijny de Jong, Middenmeee
Dat weet ik niet met jou Lijnjr. Waa
die mooie correspondentiekaart wel
van je zelf? Of was je postpapier op?
Crocus. Wieringerwaard
Wij hebben hier een fijne kermis,
maar ik ben ook wel eens in Wierin
gerwaard op de kermis geweest en
daar was het ook lang niet gek. Ik
kan me voorstellen dat je er pleizier
hebt gehad.
Cor Cornelissen, Breezand en
Jan Kuiper, Petten
Van jullie wil ik graag eens wat
meer horen. Jullie zijn zeker nieuwe
lingen hé? Nou dat vind ik fijn hoor,
maar ik moet een beetje van mijn
clubvrienden weten.
En hoe slaat het met jullie vacati-
tieplannen? Er zijn een paar vrien
den geweest, die een advertentie plaat
sten, dat ze een vriend of vriendia
wilden hebben te logeren in de va
cantie of dat ze zelf wilden logeren,
maar het loopt nog niet hard. Mis
schien is het nog te vroeg .hoewel
over een week of vier is 't al weer
zo ver. Lokt het idee jullie niet aan?
Zouden de clubvrienden uit de Wie
ringermeer niet eens een paar dagen
aan het strand willen zijn of in Scha
gen of Alkmaar willen ronddolen en
omgekeerd?
Weet je wat ik jullie raad. bespreek
dit eens met jullie vaders en moeder»
Het spreekt wel vanzelf, dat die er
ten volle mee moeten instemmen.
Doen ze dat, dan kun jullie prachtig
uitwisselen. Soms doen hele scholen
dat, waarom zou jullie het dan niet
kunnen doen.
En schrijf me vooral over jullie v^i
cantiebelevenissen. Schrijf nooit, te
lang. schrijf zo netjes mogelijk en aan
één kant van het papier. Als het ge
schikt is, krijgt 't een plaatsje in de
krant. OOM ROB
Help me even!
Willen jullie me deze week even
helpen? Ik heb een paar dagen gele
den iemand op bezoek gehad, die liet
zijn visitekaartje achter. En nu heeft
er op de redaktie iemand dat kaartje
aan stukken gescheurd. En in zulke
kleine stukjes, dat ik er geen wijs uit
kon worden. Ik heb nog getracht de
stukjes aan elkaar te passen, maar ik
had er geen lijd meer voor. En toch
moet ik dat visitekaartje weer in or
de hebben. Help jullie even mee?
eerste regel:
nH k de B Ja endri oer
tweede regel:
de ikant la fabr choco
derde regel:
ster dam Am
Probeer maar of jullie het kunt
vinden.
PLAATSEXRAADSEL
Er zijn in ons land heel wat plaat
sen, waar het woord kerk in voor
komt. Ik weet er zo al verscheidene
Jullie ook? Doe er je best eens op
Wie de meeste plaatsnamen weet te
vinden zal ik belonen.
Oplossingen van raadsels inzenden
vóór aanstaande Zaterdag aan
OOM ROB.
postbus 3. Scha gen
VOOR 'X GRATIS ADV
(zonder deie bon wordt
ERTENTIE IX DE K INDIK KOERIER
geen advertentie meer aangenomen!
Jan Buisman, Xes G 38, Sc hagen
heeft 2 postzegels. 20 sigarenband
jes en 7 Meurisse punten; vraagt
20 Meurisseplaatjees.
Leny de Jong, Oudelanderweg C
10, Middenmeer
heeft 5 Van der Plaats en vraagt
10 Kwattasoldaatjes of 5 Flipjes.
Annie Smit, Weereweg 67, Winkel
heeft 120 Piggelmee. 4 Smith en 2
Haka; vraagt 30 Kwatta en 55
Flipjes.
Cor Cornelissen, Meerweg 25. te
Breezand
heeft filmserie 28 van Flipje era.
vraagt aannemelijk bod Douwe
Egberts punten.
Jan Kuiper, Korfwater, Prtten
heeft voetbalplaatjes - Peereboom,
36 30 93 64 39; vraagt t 5 10 12 13
21 24 32 34 42 46 47 51 55 5« 69 1*
76 87 90 94