Aanmeldingsplicht
DE LUCHTROOVERS VAN HOITIKi
haodel eo ambacht
ROYALE ZORG VOOR ONZE
OORLOGSINVALIDEN
Radioprogramma
Hoofdredacteur: J. KEESMAN, Schagen
voor
BEDRIJFSLEVEN INGEDEELD IN ZES
HOOFDGROEPEN. WIE WEL EN
WIE NIET ONDER DEZE REGE
LING VALLEN.
's-GRAVENHAGE, 21 Oct. In de Ned.
Staatscourant is onlangs gepubliceerd een
beschikking van de organisatie-commissie,
regelende -de verplichte aanmelding van den
handel en het ambacht. Teneinde de strek
king van deze beschikking te kunnen begrij
pen, dient men zich enkele feiten in herin-
Jiering te roepen.
Bij besluit van den secretaris-generaal van
het departement van Handel. Nijverheid en
Scheepvaart van 31 Oct. 1940 werd de basis
gelegd voor den opbouw van een zelfstandige
organisatie ter ontwikkeling van het bedrijfs
leven. De taak om den opbouw tot stand te
brengen is opgedragen aan de organisatie-
commisie (de commissie-Wolterson). De wij.
ze van opbouw is destijds geregeld in een
aantal hesluiten. In een dier besluiten zijn
de hoofdlijnen aangegeven, welke bij de in
deeling van het bedrijfsleven zijn te vol
gen. Zoo bxat dit besluit de bepaling, dat
het bedrijfsleven zal worden ingedeeld in zes
hoofdgroepen, namelijk voor de industrie,
het ambacht, den handel, het bankwezen,
het verzekeringswezen en het verkeer. De
aldus gevormde hoofdgroepen worden ieder
naar producten of werkzaamheden onder
verdeeld in bedrijfsgroepen en deze naar ge
lang van de belangrijkheid weer in vak
groepen, c.p. ondervakeroepen. Binnen de
hoofdgroep industrie zijn naar men in
de dagbladen heeft kunnen lezen reeds
een aantal organisaties ingesteld. Bij de be
schikkingen van de organisatie-commissie
op grond waarvan deze organisaties werden
ingesteld, werd steeds aan alle ondernemin
gen. behoorende tot dien tak van industrie
de vernlichting opgelegd zich 'bii de nieuw
ingestelde organisatie aan te melden.
In de afoeloonen maanden Is de
noodzakelijkheid nevoeld ,een beter
inzicht te krijgen in die feitelijke ver
houdingen on het oebied van den
handel en het ambacht, alvorens een
definitieve orqanisatievorm voor den
handel en het ambacht In het leven
te roepen. Als voorbereidende maat
regel is thans verschenen de be
schikking. op grond waarvan een
Ieder, die den handel of het am
bacht uitoefent, verplicht is zich aan
te melden. Deze aanmelding vindt
plaats bij een centraal punt en wel
gelijktijdig voor alle ondernemingen.
Deze methode, beteekent een aanmerkelij
ke vereenvoudiging voor het bedrijfsleven,
•daar thans ondernemingen, welke onder
meer dan één groep moeten worden georga-
seerd (b.v. onder groothandel en kleinhandel
of onder kleinhandel en ambacht) in het al
gemeen wel kunnen volstaan met éénmalige
aanmelding.
De verschillende rubriceeringen, welke in
deze beschikking worden genoemd, loopen
echter niet vooruit op de t.z.t. in het leven
te roepen organisatievormen voor den han
del en het ambacht.
De beschikking legt dus In het algemeen
de verplichting tot aanmelden
op aan alle ondernemingen en ondernemers,
behoorende tot den handel of ambacht en
geeft voorts een omschrijving van de ver
schillende categorieën van aanmeldings-
plichtigen.
Tot den handel in den zin van bedoelde
beschikking behooren:
a) de groothandel, omvattende alle in
Nederland gevestigde natuurlijke of
rechtspersonen, die hun beroep er van
maken voor eigen rekening en risico goe
deren te koopen en zonder dat deze goe
deren be- of varwerking ondergaan an
ders dan in den handel gebruikelijk deze
te verkoopen aan wederverkoopers alsme
de aan koopers, die deze goederen in hun
onderneming aanwenden,
b) de koloniale producenten, om
vattende: alle in Nederland gevestigde
natuurlijke of rechtspersonen, die er hun
beroep van maken de door henzelf in één
der Nederlandsche overzeesche gebieds-
deelen voortgebrachte producten te ver
koopen, of als verkoopers krachtens ver
tegenwoordiging van of in andere ver
houding tot een producent uit één der
gebiedsdeelen of in beiderlei hoedanig
heid optreden,
c) de tusschenpersonen, omvatten
de: alle in Nederland gevestigde natuur
lijke of rechtspersonen, die er hun beroep
van maken hun bemiddeling te verleenen
bij de totstandkoming van handelstrans
acties,
d) de kleinhandel, omvattende: alle in
Nederland gevestigde natuurlijke of
rechtspersonen, die er hun beroep van
maken goederen te verkoopen in den
regel door uitoefening van een winkelbe
drijf of in den markt- of straathandel
aan verbruikers, niet vallende onder de
koopers, bedoeld sub a.
Ingrijpend karakter.
Alle ondernemingen en ondernemers, val
lende onder één of meer der hierboven ge
noemde omschrijvingen zijn derhalve tot
aanmelding verplicht. De aanmelding moet
geschieden voor ondernemingen, welke hier
te lande zijn gevestigd. Dit moet aldus wor
den opgevat, dat het gaat om ondernemin
gen, welke hier te lande hun bedrijf uit
oefenen, hetzij op het gebied van den groot
handel, van den kleinhandel, van het am
bacht of als tusschenpersoon. Hierbij doet
het niets ter zake of de onderneming al dan
niet statutair in Nederland is gevestigd.
Waar het om gaat is de vraag, of een on
derneming hier te lande, onder welken
rechtsvorm dan ook, werkzaamheden ver
richt, die binnen het bereik van de aanmel
ding vallen.
Uit de gegeven opsomming blijkt
reeds het ingrijpende karakter van
de beschikking. Zoo valt onder de
bepalingen van de beschikking de
geheele detailhandel, ongeacht of de
ze wordt uitgeoefend In een winkel,
in een gesloten huis, op de markt of
door venten op straat. Ook het klein
ste bedrijfje, waarbij de eigenaar
voor eigen rekening regelmatig langs
de straat goederen uitvent (b.v. visch,
groenten, petroleum enz.) wordt dus
beschouwd als onderneming in den
handel en is daarom aanmeldings-
plichtig.
Aanmeldingsplichtig is ook de geheele
groothandel, in welken vorm ook uitge
oefend (dus ook import, export en grossier-
derij).
Tot het ambacht wordt geacht te be
hooren niet alleen wat men vanouds am
bacht pleegt te noemen (b.v. een smederij),
maar ook de in modernen vorm uitgeoefende
kleinnijverheidsbedrijven. De eigenlijke in
dustrie, het fabrieksbedrijf valt er buiten.
Ontheven van de verplichting tot aanmel
ding zijn vanzelfsprekend ook die onderne
mingen en ondernemers, die reeds op grond
van een desbetreffende beschikking van de
organisatie-commissie bij één der tot de
hoofdgroep behoorende ondergroepen zijn
georganiseerd.
Tot het ambacht worden voorloopig ook
gerekend de zg. dienstverleenings-
ondernemingen, voorzoover deze niet zijn
verkeers- of transportondernemingen. De
aanmelding behoeft dus niet te geschieden
door autobusondernemingen, bode- en be
zorgingsdiensten, maar wel door bv. glazen-
wasscherijen, zuiveringsbedrijven, rijwiel
stal lingsbèdrij ven, begrafenisondernemingen
e.d.
Ook makelaars enz.
Tot de tusschenpersonen moeten in den
geest van deze beschikking allen gerekend
worden, die hun bemiddeling verleenen bij
de totstandkoming van handelstransacties.
Tot deze categorie behooren dus ook make
laars in onroerende goederen, houders van
verhuurkantoren, vendumeesters, houders
van advertentiefoureaux, e.d.
Vele takken van bedrijf, welke men
misschien tot den handel zou wil
len rekenen, vallen buiten den aan
meldingsplicht, omdat zij niet bij
den handel, maar t.z.t. afzonderlijk
worden georganiseerd. Hiertoe be
hooren de tusschenpersonen in het
verzekeringsbedrijf, alsmede het
hotel-, café- en restaurantbedrijf.
De aanmelding geschiedt door invulling
en in levering in tweevoud van een vragen
formulier. dat verkrijgbaar is bij alle Ka
mers van Koophandel en in bepaalde plaat
sen ook op de postkantoren en ter gemeen
te-secretarie. De wijze van beschikbaarstel
ling van de formulieren wordt voor elk
district door de K. van Kooph. in de pers
bekend gemaakt.
De aanmeldingsformulieren moeten wor
den ingezonden aan de Commissie voor de
Organisatie van het Bedrijfsleven te 's-Gra-
venhage en wel, volgens de beschikking,
vóór 26 October a.s. Naar mag worden ver
wacht, zal deze termijn met veertien dagen
worden verlengd.
Voor de toezending kan gebruik gemaakt
worden van de portvrije enveloppe, die bij
elk stel formulieren wordt verkrijgbaar ge
steld.
De kosten.
Zoodra aan de verplichting tot aanmelden
is voldaan, wordt aan den inzender van
het formulier onder rembours een ontvangst
bevestiging toegezonden, waarvoor een be
drag verschuldigd is. dat varieert naar de
grootte van de onderneming. Voor de be
paling van dit bedrag worden de onderne
mingen ingedeeld in een drietal klassen,
namelijk ondernemingen, wier omzet in-
1940 bedroeg:
1) minder dan f 500 (aanmeldingsbedrag
f 0.75):
2) van f 5000 tot 25000 (aanmeldings
bedrag f 1.25)
3) boven f 25000 (aanmeldingsbedrag
f2.75).
De aandacht van de belanghebben
den wordt er op gevestigd, dat deze
ontvangstbevestiging het bewijs
vormt, dat aan de verplichting tot
aanmelding is voldaan. Zij moet
derhalve goed worden bewaard. Kan
men bij contróle deze bevestiging
niet toonen. dan wordt men geacht
in overtreding te zijn met alle ge
volgen van dien.
4 Hoewel de vraagstelling van het formu
lier zoo eenvoudig mogelijk gehouden is, is
het denkbaar, dat betrokkenen met de in
vulling van bepaalde vragen moeilijkheden
ondervinden. Door elke Kamer van Koop
handel zal daarom voor haar district een
regeling worden Betroffen t.a.v. de voor
lichting bij de invulling. Aan deze regeling
zal voldoende ruchtbaarheid worden gege
ven. Zoo bestaat b.v. de mogelijkheid, dat
de Kamer in enkele gemeenten van haar
district zitdagen houdt, waar alle aanmel-
dingsplichtigen voorlichting bij de invulling
kunnen ontvangen.
Op een enkel punt. dat tot misverstand
aanleiding zou kunnen geven, mag hier nog
worden gewezen. In het aanmeldingsformu
lier wordt onder meer gevraagd naar de
omzetcijfers van de ondernemingen. Hier
kan een moeilijkheid rijzen, wanneer de
omzet in den transitohandel moet worden
opgegeven. Ter verduidelijking zij daarom
vermeld, dat het de bedoeling is, dat het
omzetcijfer wordt gegeven van de transac
ties, welke bier te lande tot stand gekomen
zijn, ongeacht of de goederen inderdaad
door ons land zijn gevoerd of in transitover-
keer buiten ons land omgaan. Buiten het
opgegeven omzetbedrag valt dus de omzet
verkregen door in het buitenland of in over
zeesche gebiedsdeelen afgesloten transacties.
Niet aanmelding strafbaar.
"Wordt, aan de verplichting tot aanmelding
niet voldaan, of wordt op ander wijze in
strijd met de beschikking gehandeld (waar
toe ook behoort het niet naar waarheid in
vullen van het formulier) dan kan een ge
vangenisstraf worden opgelegd van ten
hoogste een jaar of een geldboete van ten
hoogste tienduizend gulden. Verwacht wordt
evenwel, dat een dergelijke strafoplegging
nimmer zal behoeven te geschieden en dat
de belanghebbenden zoodanig van het nut
en de noodzaak van de onderhavige aan
melding overtuigd zijn. dat zij hun volle
medewerking zullen verleenen. Op deze
medewei-king wordt, voorzoover noodig. bij
dezen nog eens een krachtig beroep gedaan.
Een eereschuld wordt ingelost
75. Voor hij er echte
op bedacht was, la^h1
al over boord. Hij greej
de zakken, die meege.
gleden waren, maar dii
zonken steeds diepe;
weg, naarmate hij
als reddingboei trachtte
te gebruiken. Met
moeite wist de maa
die roeide, hem beet
pakken en> naast
boot te houden.
76. Piet greep de rand,
trok zich op en gleed
tenslotte als een glibbe
rige visch languit op
den bodem. Dat is me
wat moois, bedacht
Piet. nu heb ik al drie
zakken wijn verloren
doen gaan, oei, daar
zal wat voor me op
zitten. Hij hield zich
nu maar verder stevig
aan de beenen van den
roeier vast. Als ze dan
weer zoo'n schuiver na
men. had hij tenminste
een steunpilaar.
Met het besluit om eenige honderden oor
logsinvaliden in Overheidsbedrijven te plaat
sen, wordt een eereschuld van het Neder
landsche volk jegens mannen die hun leven
veil hebben gehad en hun gezondheid heb
ben gegeven in dienst van het vaderland,
ingelost.
Hierbij moet tevens met voldoening gecon
stateerd worden, dat men zich niet beperkt
heeft tot degenen die in de vijf Meidagen van
1940 gewond zijn, doch het begrip „oorlogs
invaliden" uitgebreid heeft tot allen die na
11 April 1939 invalide zijn geworden. Dit is
de dag van de „buitengewone oproeping
uitwendige veiligheid", de mobilisatie van
de grensbataljons in verband met de toen
ernstig toegenomen spanningen in Europa.
Een tweede beperking is. dat iedere invalide
oud-militair als oorlogsinvalide wordt aan
gemerkt, die in en door den dienst zijn inva
liditeit heeft gekregen of wiens invaliditeit
hierdoor is verergerd.
Zooals b.v. bij het verleenen van geldelij-
ken steun en herscholing, is de Overheid
ook bij deze nieuwe regeling uitgegaan van
den grondregel, dat de Staat voor de oor
logsinvaliden alles doet wat noodig of ge-
wcnscht is, zonder in luxe te vervallen. De
belangen der oorlogsinvaliden worden op
royale wijze behartigd, gelijk van den aan
vang af met de geneeskundige behandeling
het geval is geweest en welke zoo noodig
uitgestrekt wordt tot verschaffing van een
invalidenwagentje, kunstledematen en onbe
perkte verpleging en verzorging, zoolang de
opgeloopen verwonding of kwaal niet gene
zen, dan wel verholpen is, of weder hinder
gaat veroorzaken.
Wanneer een oorlogsinvalide naar
menschelijk vermogen lichamelijk
en geestelijk geheel geholpen is,
komt nu de uitvoering van deze jong
ste maatregel, waartoe thans het
principebesluit genomen is. Er komt
een verordening, waarbij de secreta
ris-generaal van Binnenlandsche
Zaken gemachtigd wordt aan open
bare lichamen de verplichting op te
leggen, oorlogsinvaliden in dienst te
nemen tegen een nader door het
departement vast te stellen bezoldi
ging. Zoo noodig kan zelfs het be
noemen van oorlogsinvaliden boven
de gewone personeelsbezetting ver
plicht worden gesteld. Zooveel moge
lijk zullen de menschen in of in de
omgeving van hun woonplaats wor
den tewerkgesteld.
Vele gewonden hebben reeds werk
gevonden, zoodat l\et departement
meent, dat thans nog ongeveer 1000
personen geholpen zullen, moeten
worden.
Men kan deze regeling beschouwen als de
bekroning van de bemoeiingen der A.V.O.,
de vereeniging „Arbeid voor onvolwaardi-
gen", welke meer incidenteel, reeds voor
treffelijke resultaten heeft weten te berei
ken wat betreft het bezorgen van passen
den arbeid aan oorlogsinvaliden. Hiernaast
zorgde het „Bureau Oorlogsgewonden" van
het Departement van Defensie voor een fi-
nancieele overbrugging, doordat b.v. gewon
den, na het hospitaal te hebben verlaten,
nog een half jaar hun militair tractement
of gage konden behouden. Ook de kosu
van herscholing neemt de Staat voor f
rekening, evenzeer als de bijdrage in j
aanschaffing van gereedschap en dergeliji
voorzieningen met het oog op het gaan
oefenen van een nieuw beroep.
Het publiek opgeruid
Een maand gevangenisstn]
Voor den vrederechter stond een jongemi'
terecht, die in Februari van dit jaar m
had schuldig gemaakt aan opruiing. H
had op den N.Z. Voorburgwal bij het Spil
toen de politie troepen menschen wilde
spreiden, geroepen: „Blijf staan, menschen
„Massa, verzet u." „Wij willen geen jodo
vervolging door die fascistenbenden". Dep
litie wist hem tenslotte te arresteeren.
Thans ontkende de man deze woorden
sproken le hebben. Hij had alleen geroew
„Weg met de fascisten'.
De officier van justitie eischte een mail
gevangenisstraf. De vrederechter veroordi
de den man conform den eisch.
DONDERDAG 23 OCTOBER.
Hilversum I. 415,5 m.
6.45 Gramofoonmuzlek. 6.50 Ochtendgymnastiek.
Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B.l
Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuzlek. 9.15 Vooi
huisvrouw. 9.25 Gramofoonmuzlek. 10.30 Viool en pl
11.00 Voor den boer. 11.20 Zang met pianobegeleiding,
Intermezzo: Pianovoordracht (opn.). 12.00 Amabile-se
12.40 Almanak. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en economisch!
richten. 1.00 De Ramblers. 1.30 Musette-orkest en se
2.00 Gramofoonmuzlek. 2.30 Kerkorgelconcert (opn.),
Ensemble Bandi Balogh. 3.30 Voor de zieken. 4.00 C,
„De eeredienst der kerk". 4.20 Gramofoonmuziek,
Ensemble Jonny Kroon. 5.15 B.N.O.: Nieuws-, econ
sche- en beursberichten. 5.30 Omroeporkest en 60
6.30 Sport en lichamelijke opvoeding. 6.45 Gramofooi
ziek. 7.00 Actueel halfuurtje. 7.30 Omroepsymphoni
kest. 8.15 Filmpraatje. 8.30 Berichten (Engelscb).
Omroepsymphonie-orkest en solist, 9.30 Berichten
gelsch). 9.45 B.N.O.: Nieuwsberichten. 10.00—10.15 BJ
Engelsche uitzending: National Features of the Ne
lands.
Hilversum 301,5 m.
6.45—8.00 Zie Hilversum I. 8.00 B.N.O.: Nieuwsberlc
.15 Gramofoonmuzlek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Qt
foonmuziek. 10.40 Voordracht. 11.00 Ensemble Jacl
Kinderen en solist. 11.40 Orgelconcert. 12.00 John B
en z(Jn orkest en soliste. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en e
mische berichten. 1.00 Salonorkest. 1.45 Voordracht
J.N.O.: Nieuws-, economische- en beursberichten.
Trio „Pro Musica". 6.15 Sociale zorg. 6.30 Zang
pianobegeleiding en gramofoonmuzlek. 7.00 Actueel
uurtje 7.30 Gramofoonmuzlek. 7.45 „Brandende kwes
causerie. 8,00 Klaas van Beeck en zijn orkest. 8.25 F
tooneel. 8.45 De Romancers. 9.25 Gramofoonmuzlek
B.N.O.: Nieuwsberichten. 1000 B.N.O.: Toelichting 0
Weermachtsbericht. 10.1010.15 Avondwijding.
FEUILLETON
door
AKSEL SANDEMOSE
10.
Nat weertje vandaag, zei de heer des
huizes.
Verduiveld nat, stemde de dokter toe.
Hierna stokte de conversatie voorloopig,
terwijl de dokter een sigaret rolde en nog
maals onderzoekend iedereen aanzag.
Iemand ziek hier?
Nee, eerwaarde.
De arts stak z'n sigaret aan en zeide op
ernstige- toon tot den boer:
Ik kan je anders met de grootste stel
ligheid verzekeren, dat je dochter bleekzucht
heeft,
Dat moet je niet zeggen, was het ant
woord.
Het is duidelijk genoeg.
—Nee dat is het niet.
Maar man, hoe wéét je, dat je dochter
geen bleekzucht heeft?
Ik heb geen dochter.
De geleerde liet zich niet van z'n stuk
brengen.
Die jongedame is dan misschien niet je
dochter, maar bleekzucht heeft ze.
Nee, dat heb ik niet. kwam de jonge
dame in kwestie. Je zult me niet aanpraten,
dat ik iets mankeer. Ik ben niet zoo dom als
mrs. Hughes, die je hebt wijsgemaakt, dat
ze galsteen had!
Mrs. Hughes had galsteen, en daar heb
ik haar van genezen, zei de dokter met groo-
ten nadruk.
Eensklaps wendde hij zich tot Rasmus:
Je ziet er slecht uit, vrind.
Ja, kwam de heer des huizes gemoede
lijk, de man was zoo goed als dood.
Van het lachen, weet je!
Iedereen proestte het uit. De dokter ging
op de kachel toe en warmde z'n handen.
Een ieder draagt verborgen ziekten
met zich om, zei hij onverstoord; vroeger of
later openbaren ze zich en richten ernstige
verwoestingen aan, als niet tijdig ingegrepen
wordt door een kundig man. Die jongedame
heeft nu misschien nog geen last van haar
bleekzucht. Maar over vier laten we zeg
gen vijf jaar, kan het haar dood zijn, als ze
er niet spoedig van genezen wordt. Met tien
jaar zal het haar dood zijn, dan is er geen
helpen meer aan. Want bleekzucht is een
gevolg van het ontbreken van aderen in het
bloed.
Doceerend hief hij de hand op:
De aderen zijn het vloeiende, de slag
aderen het vaste. Als er niet genoeg aderen
zijn, kunnen de slagaderen niet vloeien, maar
verstoppen ze de aderen, tot men ineens
sterft aan hartverlamming zonder er op ver
dacht te zijn. Als een dief in den nacht!
Die aanhaling uit de Schrift maakte in
druk op den boer.
Ja, dat is leelijk, zei hg en keek onder
zoekend naar het meisje, als verwachtte hij
ieder oogenblik, haar dood te zullen zien
neervallen als een dief in den nacht. Maar
de patiënte liet zich niet intimideeren:
Mijn bloed vloeit hard genoeg. Gisteren
snee ik me in m'n vinger, en het liep er ge
woon met een straaltje uit. Een beetje bloed
armoede zou voor mij niet kwaad zijn.
Mag ik dien vinger zien? Daar moet je
mee oppassen! Hier buiten, waar er zooveel
water is, leven er bacillen in de lucht, en een
open wond is gevaarlijk, evengoed voor jou
als voor de menschen, wier eten je klaar
maakt. Kom hier...
Ga weg, zei ze.
Je moet bedenken...
Wil je wat naar je hoofd hebben?
Bedroefd ging de medicijnman zitten. Ter
wijl hij voordurend in ontmoedigende bewoor
dingen bleef praten over den gezondheidstoe
stand der aanwezigen, stond Rasmus bij het
raam en bestudeerde zijn wagen, die beschil
derd was met reclames en mededeelingen
over wonderbaarlijke genezingen. Daar ston
den ernstige raadgevingen betreffende maag,
oogen, likdoorns, zenuwen en den boozen
geest, die getuigde van inwendige kwalen en
die het hart der geliefde koud maakte. Ras
mus stapte naar buiten en keek in den
wagen. Die was vol geheimzinnige dingen en
stonk hevig naar zwavel.
De dokter vertrok na een flesch Ameri-
kaansche olie te hebben geleverd en tien pond
wagensmeer..
Rasmus keek eens van terzij naar Eva. Dat
was een vrouw om op een boerderij te heb
ben, daar zat pit in. Gewoonlijk was het de
eenvoudigste zaak van de wereld om een
vrouw wijs te maken, dat ze alle mogelijke
ziektes had, vooral als het zulke bijzondere
dingen betrof als aderen en bloed. Maar nee,
Eva leed niet aan die nieuwmodische ziekte;
zij was prima, van top tot teen. Alleen scheen
ze daar zelf ook van overtuigd te zijn. Een
weinig onwetendheid in dit opzicht zou de
zaak eenvoudiger gemaakt hebben.
Och, het was alles zoo makkelijk, zoolang
je met een man te doen had. Wou je iets van
'em, dan zei je 'em dat; en was er iets niet
in orde en waren woorden niet toereikend,
wel, dan had je altijd nog een paar vuisten.
Mannen konden wat hem betrof hun gang
gaan, zoolang ze hem niet in den weg kwa
men. Vrouwen wilde je niet altijd dat recht
toekennen. Maar daar stond tegenover, dat
je dat niet tegen ze kon zeggen. Rasmus
voelde zich als verlamd, als Eva tegen hem
lachte; dan werden zijn bewegingen onbe
holpen en gekunsteld. De vrouw was een
raadsel een groot raadsel!
Den volgende morgen scheen de zon, maar
Rasmus deed alsof het nooit in de bedoeling
gelegen had, zoo gauw te vertrekken. Eerst
moesten ze nog van alles inslaan, ze kon
den nog best een heele vracht aardappels
meenemen...
Den dag daarop kon Rasmus geen enkel
voorwendsel meer vinden om langer te blij
ven. Maar het was zoo hopeloos, Eva te moei
ten overlaten aan al die cowboys, die telkens
op de ranch kwamen. Bgna iederen zin be
sloot hij met de opmerking, dat hij van plan
was tegen het voorjaar terug te komen, ter
wijl hij overal heen zag, behalve naar den
kant waar Eva zat. Hij vermeed angstvallig
haar oogen.. Langzamerhand begon zij stil te
worden en nam hem onder haar werk door
van terzijde op.
Dan zien we mekaar van 't voorjaar, zei
ze, toen ze hem de harïd tot afscheid gaf.
Ja, antwoordde hg dankbaar. En hij was
zoo blij als nooit te voren, toen hij de zweep
liet knallen en de paarden aantrok. Jensen
daarentegen was zoo knorrig en verslagen,
als niemand hem nog gezien had. Hij was de
ontvangen oorvijg nog niet te boven.
Met Nicoline in wijde kringen om zich heen
dansend, trok de karavaan verder naar het
Westen.
VI.
Boven op een hoogen heuvel hield Rasmus
zijn paard in en keek onderzoekend om
heen. Hun weg voerde door uitgestrekte
schen met groote meren. Na een tijdlan
omgeving te hebben verkend, reed hij nfu
anderen terug.
Hebben jullie het erop begrepen? i
hij. Dat land hier is niet zooals het moei
Pedersen zag naar de wielen van z'n
gen. Ze zakten diep in den grond. Waar
de voeten zette, overal voelde de bodem
en zacht aan.
Het bevalt me niets, zei hij.. We zi
een slecht gedeelte terecht gekomen
Charles stelde hem gerust.
Het duun niet lang.. Zulke gedeelten
je dikwijls op de prairie.
D'r is hier geen levend wezen te b
nen, zei Rasmus Dat benauwt me het i
Geen vlieg, geen konijn, geen vogel. B
hier zoo stil, dat het gonst in je ooren
Ja, zei Charles. Dit is het land vai
dood. Niemand weet waarom. Viermaa
ik hier door gekomen, maar nooit heb il
spoor van leven gezien. De bodem is b
met een laag mos, heele stukken kun j
breken maar de grond is droog. Je
zoo diep graven als je wilt, maar iets a
dan losse turf en takken vind je niet...
Er konden toch dieren zijn, m
Rasmus. Waarom zie je hier zelfs geen
Dat begrijp ik niet.
Charles schudde het hoofd:
Dat begrgpt geen mensch. Ik denl
er hier booze geesten wonen. Plantei
boomen kunnen hier groeien, maar i
kunnen hier niet leven. Die gaan doo(
verdriet en narigheid... en ik wil je wé
!?en. dat het twintig uren rijden is voi
aan goed water komen. Het water i
meren is even zout als dat van den i
Oceaan... (Wordt vervolj