Ruilverkaveling EERBIED VOOR DEN BODEM De indroging der veengronden SCHAGER S SNIKJES Wapeosmeders van het Duitsche rijk van den Eilandspolder Vrijdag 7 November 1941 DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER Tweede blad WILLY MESSERSCHMITT, 1>E GE- iNIALE VLIEGTUIGBOUWER. (V.P.B.) De naam Messerschmitt is lang jamerhand tot een begrip geworden en nau welijks beseft men nog, als in de Duitsche legerberichten de Messerschmitt-jagers ge noemd worden, dat de constructeur van deze maéhines onvermoeibaar voortwerk aan de yervolmaking der bestaande types. De luchtvaart zit Willy Messerschmitt in het bloed. Reeds op jeugdigen leeftijd hield hij zich bezig met de constructie van zweef vliegtuigen en in 1922 behaalde hij zijn eer ste succes met een zweeftoestel, dat volgens geheel nieuwe gezichtspunten ontworpen Was. Wereldberoemd werd hij echter door de „Taifun", het toestel, waarmede Elly Beinhorn verschillende groote -vluchten maakte. Toen Messerschmitt technisch leider der Bayersche- Flugzeugwerke. die spoedig in Messerschmitt A.G. omgedoopt werden, was geworden, legde hij zich op de constructie van militaire vliegtuigen toe en ook op dit gebied verwierf hij terstond een vooraan staande positie. Bekend zijn vooral ie jagers ME. 109 en het gevechtsvliegtuig ME 110. Met de ME 109 werd het snelheidsrecord voor landvliegtuign'op 775 km. per uur ge bracht en dit record is nog steeds niet over troffen. Aan dezen jager heeft de Duitsche luchtmacht tijdens den huidigen oojlog haar superioriteit in de lucht mede te danken. Men vraagt zich af waarom juist deze vlieg tuigbouwer een zoo 'succesvolle loopbaan heeft. Ongetwijfeld moet dit aan twee eigen schappen die Messerschmitt in hooge mate bezit worden toegeschreven. Niet alleen is hij uiterst vindingrijk. Zoodat tot nu toe on gekende prestaties met de door hem gecon strueerde toestellen kunnen behaald worden, maar tevens Slaagt hij er in de voor verwer kelijking van zijn ideeën noodzakelijke or ganisatie op te bouwen. JNfiet tevreden met het reeds bereikte werkt hij in stilte voort aan de Constructie van nieuwe toestellen, qpdat de Duitsche luchtvaart zijn voor sprong kan behouden. Het Amsterdam-Rijnkanaal Straks zal Nederland een be langrijken waterweg rijker zijn. Nog altijd wordt gewerkt aan een van de belangrijkste scheepvaartverbindingen in ons •land: Het Ams'terdamRijnkanaal. Sinds 1931, toen tot den aanleg van de verbeterde verbinding met den Boven-Rijn besloten werd, is er reeds veel tof stand gekomen, waarop Nederland trotsch kan zijn. Water wegen werden verbreed, sluizen complexen kwamen gereed, bruggen werden gebouwd en eigenlijk rest er niet zoo#heel veel ar beid meer voor men het grootsche werk be ëindigd zal hebben. Waar het nieuwe kanaal bovendien aan belangrijkheid nog gewonnen heeft, omdat het aansluit op de groote plannen, ^velke in het buitenland worden uitgevoerd en die een directe verbinding beoogen tusschen Noordzee en Zwarte Zee, is het goed nog eens de 'aandacht op dezen scheepvaartweg te vestigen. De tegenwoordige scheepvaartverbinding van Amsterdam met den Rijn kwam in Au gustus 1892 tot stand. Reeds spoedig na de opening bleken de afmetingen te gering en het\kanaal kon dan ook niet het steeds toe nemende verkeer verwerken. Daarom werd in 1915 door den toenmali- gen minister van waterstaat een commissie van advies ingesteld, die in 1917, na een grondige bestudeering, adviseerde 'den nieu- l'wifh scheepvaartweg in te richten voor sche pen van een maximum type van 110 meter lengte, 13% meter breedte, 3 meter diepgang en een laadvermogen van 3000 ton. Geruimen tijd heeft het nog geduurd voor een definitieve keuze uit de verschillende plannen kon worden gemaakt. In Maart 1931 werd echter besloten tot den aanleg. De verbinding zou worden verkregen door het verruimen van het Merwedekanaal tus schen Amsterdam en de spoorlijn Utrecht Gouda en een nieuw'kanaal ten westen van Utrecht tot Jutphaas, vervolgens naar de Lek bij Wijk bij Duurstede en naar de Waal bij Tiel. Even na de kruising van den Vaart- schen_ Rijn kwam dan de zijtak naar Vrees wijk voor de scheepvaart naar Rotterdam en Zeeland. De lengte van het kanaal van Amsterdam naar de Waaï werd gesteld op 72,5 km., van Amsterdam naar Vreeswijk op 4-6,4 km. Het kanaal zou dan op een zoodanig niveau ko men te liggen, dat tusschen het Noordzeeka naal en de Lek bij Vreeswijk of bij Wijk bij Duurstede slechts éénmaal geschut behoeft te worden. Vaart veel korter. Het gedeelte van het kanaal tusschen de spoorlijn UtrechtGouda en de Lék bij Vreeswijk is op 4 Augustus 1939 in gebruik genomen, zoodat dus reeds se dert eenige jaren de verbinding tusschen Amsterdam en de Lek belangrijk verbe terd is en de vaart op dit kanaal veel korter is-geworden. De nieuwe sluizen te Vreeswijk waren in Maart 1938 al in gebruik gesteld. Vermoedelijk zal het geheele werk binnen Biet al te langen tijd/gereed komen. Dit. AmsterdamRijnkanaal- is de groote scheepvaartverbinding van de Amsterdam- sche haven met het achterland en wel in het bijzonder met den Boven-Rijn, doch ook met «otterdam en de zuidelijke provinciën. Echter zal het ook een schakel zijn in de verbinding van de Noordzee met de Zwarte Zee, wanneer binnen niet al te langen tijd de verbinding MainDoriau -geheel voltooid zal zijn. Voor oep onbelemmerde ontwikkeling van de zeehaven is het van het grootste belang, dat het^Merwedekanaal kan voldoen aan de eischen, die de Rijnvaart stelt. Wanneer het kanaal dus gereed is, zal Ne derland een uiterst belangrijk waterwerk* nij ver zijn géworden. Elly Beinhorn, die door haar lange afstands- vlucht de deugdelijkheid van de Messen schmitt bewees. (Foto Pax). Een vergelijking met het plan voor het Geestmerambacht. De polder tusschen Schermer en Beemster, de Eilandspolder, ter grootte van ongeveer 1500 H.A. ,is thans—het onderwerp v.an de belangstelling van de Centrale Cultuurtech nische Commissie. Een verzoek tot ruilverkaveling is inder tijd gedaan door een aantal belanghebben- den( die het groote bezwaar inzagen var de groote waterrijkdom van den polder. Tot land omgewerkt zou dit voor velen de mo-, gelijkheid openen tot uitbreiding of stichting van een bedrijf. Het grootste gedeelte van den polder wordt ingenomen door grasland en de veeboeren Tiouden liever, wat zij heb ben, dan dat zij het land zouden scheuren om^-het uit te geven voor tuinbouwbedrijven. Dat er wel land aan te winnen is, blijkt wel uit het ingediende plan. Van de 830 H.A., welke voor verkaveling in aanmerking komt is slechts 620 H.A .grasland en bouwland. Het overige is water. Dus zou men bij door gang van de ruilverkavelfhg rond 200 H.A. land kunnen aanwinnen. Bij de tuinbouwersbevolking bestaat dan ook wel belangstelling voor dit plan en wan neer het van hen zou afhangen, gaat de ruilverkaveling door. Maar er zijn- nog de veehouders, die ongeveer 2/3 gedeelte van het te verkavelengebied in bezit hebben. Onder de veehouders zijn tegenstanders, maar ook voorstanders, zoodat de stemming welke op 24 November a.s. wordt gehouden, met belangstelling wordt tegemoetgezien. Het lijkt ons wel aardig, de kostenbereke-' ning van deze verkaveling te_publioéèren en te vergelijken met die, welke voor de ver kaveling van het eerste blok van het Geest merambacht is gemaakt. Dan kan mén eens zien, welk een verschil het uitmaakt, wan neer, zooals hier in den Eilandspolder, een groote oppervlakte land kan worden aange- wdhnen. Evenals in het Geestmerambacht worden de arbeidsloonen geheel voor rekening van het Tijk genomen. De provincie geeft voor dit olyect van ruipi 800 H.A. een bijdrage van f224.000 in de bijkomende kosten en voor het Geestmerambacht, voor ongeveer 300 H.A. een bijdrage van f283.000, dit is per H.A. berekend dus heel wat meer voor het Geestmerambacht. Maar toch zijn de ruilver- kavelingskosten in dén Eilandspolder totaal f 200 per H.A. of f 10 ruilv.erkavelingsrente per jaar en per H.A. gedurende 30 jaren, te gen een totaal van kosten voor het Geest merambacht van pl.m. f 1000 per H.A. of een ruilverkavelingèrente van f50 'per H.A. en per jaar gedurende dertig jaren. Bij de ruilverkaveling in den Eilandspol der kan dan ook gerekend worden met een landaanwinst van ongeveer 200 H.A.. welke begroot is op een waarde van f600.000, ter wijl bij de verkaveling van het Geestmer- EN ZIJN BEWERKER Dampend gaan de ploegpaarden door de stoppelvelden. Bedachtzaam loopt de boer achter het blin kende ploegijzer, hij ziet hoe de aarde open splijt en bij het keeren van den ploeg houdt hij het span een oogenblik in. Hij bukt zich en neemt eerbiedig een brokje grond tus schen de vereelte vingers en verkruiipelt 't langzaanf. Dan keert hij den ploeg voor de nieuwe voor. Honderden malen heeft hij dezen bodem geploegd, die zijn vader ploegde vóór hem en daarvoor zijn grootvader. Honderden malen heeft hij de kaarsrech te voren getrokken door de rulle aarde en nog altijd ondergaat hij het wonder van het land. En met het wonder het diepe begrip eiri de band. Voor hem is het land meer dan een schei kundige analyse en voor hem zijn er hoo- gere waarden dan het phosphorgehalte. Nitraten zijn het land niet, zoomin als phosfaten; en de hoogte van de halm en het gewicht van de graankorrels is het land niet. Daarom loopt hij zoo bedachtzaam over den akker, daarom werpt hij aandachtig met wijden armzwaai het zaad in de voren en daarom verkruimelt hij eerbiedig de aarde tusschen de vereelte vingers. Maar de boer, die denkt in tractoren en formules en droomt van een gespecialiseerd boerenbedrijf; slechts fruit of alleen suiker bieten en geen vée, zelfs geen 'kleinvee, is losgeslagen van den bodem. De man op den tractor ruikt niet, hoe de aarde kan ruiken, wanneer de pldegde stoppel scheurt. Hij voelt de kracht en de wartnte van de aarde niet onder zijn voeten, hij tilt het handvat van een ploeg niet be dachtzaam op, om over een veldsteen te glijden. Hij neemt geen handvol aarde op. aan het einde van de vore en hij knielt niet op den grond neer om zijn brood te eten. Hij ploegt het veld af, in korten tijd en zonder veel inspanning. Het is z<4> gerTïhk- kelijk en zoo economisch. Zoo gemakkelijk, dat het wonder van het land verloren gaat. zoo economisch, dat de band met de aarde verbroken wordt. En in' den boer op den tractor zal de verachting groeien, die alleen een vreemde ondervindt, die weinig begrip en geen land heeft. Wij leven in dagen van strijd en wij zien de moeizame geboorte van een nieuwen tijd. Wij zien ook, hoe oude en eeuwige waarheden in den tijd, die achter ons ligt, verloren dreigden te gaan. M&aif wij zien ook, hoe thans deze vergeten waarden nieuwen en dieperen zin verkrijgen. Bn zoo ^en wij ook de weder-, geboorte van den boerenstand. Om deze wedergeboorte te helpen bevorderen, om de oude waarden, welke het diepste wezen van den boerenstand uitmaken te beschermen en hoog te houden, is de Nederlandsche Landstand in het leven geroepen. DE KOSTRN VAN DE SOCIALE VER ZEKERING. In een inleiding, welke* Mr. C. F. Haar man,, directeur van de federatie voor onge vallenverzekering in de provincie Gronin gen, heeft gehouden voor. de hoofdbesturen van de Groninger Maatschappij van Land bouw over de recente wijzigingen op het ge bied der sociale verzekering, komt hij, wat de kosten van het verzekerd loon ^etreft. tot de navolgende berekening: a. ziekte- en ongevallenverzekering b. invaliditeitsverzekering c. bijzondere ongevallenfonds d. kinderbijslagregeling e. ziekenverzorging f. vereveningsheffing g. imponderabilia 3 4 0.1 1 4 4.5 0.4 Tezanfén 17 Tot de imponderabilia rekent de- heer Haarman oun. de uitbreiding van het onge- ambacht slechts een land-aanwinst van 5 H.A. kon worden berekend, ter waarde van f15000. De grond zal ookin den Eilandspolder een intensieve bewerking ondergaan. De on der de teeltlaag aanwezige modder vanjmin- dere kwaliteit wordt Weggegraven. Daarmee worden de slooten gedempt. Het gevolg hier van'zal zijn, dat het polderpe.il met 60 cm. verlaagd zal worden. VERBETERING VAN GROOT BELANG VOOR ONZE VOEDSELVOORZIENING. Herontglnning de eenige oplossing. Belangrijke proeven te Mijdrecht In verschillende droogmakerijen, voorna melijk in de provincies Zuid- en Noord-Hol land en Utrecht,' heeft men te kampen met het verschijnsel der irreversibiliteit, d.i. het indrogen van den grond, waardoor hij geen water meer opneemt. 'Daar dit vraagstuk voor onze veehouderij met hét oog op de veevoederpositie van het grootste belang is, •heeft een vertegenwoordiger van het ANP. zich tot den promotor ervan, prof. Ir. J. Hu- dig te Wageningen, gewend om nadere toe lichting, „Dit is een probleem", aldus prof. Hudig, „dat niet van vandaag of gisteren dateert. Integendeel, zoolang de droogmakerijen be staan, bestaat ook de indroging, daar een te diepe ontwatering een der oorzaken is. Doch eerst dezen tijd heeft dit vraagstuk een brandende actualiteit gekregen, omdat de voedselvoorziening er ten nauwste mee samenhangt. Deze indroging manifesteert zich namelijk in hoofdzaak op de grasland- bedrijven in de z.g. kleiveengebieden,en grasland was vöpr den oorlog iets, waaraan men zich weinig gelegen liet. De veenhoude- rij immers dreef voornamelijk op den invoer, van krachtvoederl De oorzaken. Op de vraag naar de oorzaken van deze indroging, werd geantwoord, dat o.m. eeh te diépe ontwatering tot de indroging aanlei ding kan geven, doordat de grondwaterstand beneden de zg. onderlatende laag (in den ondergrond) (komt, waardoor het gras van het ondergrondsche water is afgesloten en in de droge periode daarvan dus niet kan profiteeren. Doch ook eenige droge zomers kunnen reeds de oorzaaik van deze indro ging worden. Bij de irreversibel indrogende gronden valt de veenlaag onder de graszode tot stof uiteen, verpulvert en neemt geen water meer op, waardoor de voor de plantengroei nood zakelijke capillaire opstijging van het water achterwege blijft Is- het met den grond een maal zoo ver gekomen, dan heeft bemesting 'geen zin meer, daar de waterige zoutoplos singen geen tijdige binding van de grond- deeltjes kunnen bewerkstelligen. Bij gron den, die nog niet geheel ingedroogd zijn4 constateert men, dat zij ha de eerste hooi- periode geen gras meer leveren, hetgeen overeenkomt met een halve oogst. Eerst na de voorjaarsregens begint het.gras weer te groeien. Hoe te verbeteren! Over de wijze van verbetering dezer gron den", aldus prof., Hudig, „valt veel te zeg gen. Een der moeilijkheden, welke daarbij wordt ondervonden, is gelegen iit de orga nische bemesting (stalmest en compost). Wij leefden in een periode, waarin alles was ge concentreerd op de kunstmest. De stalmest, die door de overdadige krachtvoedering bui tengewoon rijk en overvloedig was, werd bijna in zijn geheel op de weide gebracht. Nu is bier niets tegen, integendeel, maar men moet zorgen voor de noodigé kalkaanvul- ling. En 'dat liet men achterwege, met het gevolg, dat door de, bij het vergaan van den stalmest ontwikkelde, koolzuur de grond verzuurd en ontkalkt werd. En de compost (het stadsvuil, bijzonder rijk aan phosfaten) werd verbrand of m^n dempte er grachten mee, doch de' mestberejding daaruit werd verwaarloosd. Het eerste werk tot de verbetering bestaat in een herontginning. En aangezien de ver hooging van de productiviteit van den bo dem ook uit een oogpuilt van werkloos heidsbestrijding van beteekenis is, werd de hulp ingeroepen van den rijksdienst v.óoi; werkverruiming en met succes. Daar de juiste wijze van herontginning; nog niet bekend is, moeten daarvoor eerst proeven worden genomen. Dat gebeurt nu op een» proefveld in den polder van Mij drecht, waar het waterschap gröot-Mijd|echt een oppervlakte van 1.25 H.A. ter beschik king gesteld heeft. Het grondwerk is onlangs gereed gekomen, waarbij de grond 0.80-1! M. bewerkt is, zoodat we nu kunnen gaan bemesten, waartoe de gemeente Amsterdam groote boeveelhedencompast beschikbaar stelt. Op de akkers zal een laag kalkhoudenr de klei worden gestrooid, 10.000 kg. 'kalk- mergel en een door mij vervaardigd humus- praeparaat. Op deze wijze hopen wij den grond weer wa te raan trek kond te maken. En dan is het waehten op de resultaten van de eerstvolgende oogst." Het is begrijpelijk, dat de pogingen tot vruchtbaarmaking van ongeveer 60.000 H.A. verwaarloosde gronden door de boeren in ons geheele land met groote belangstelling worden gadegeslagen, daar het welslagen daarvan van het allergrootste belang is voor ons g'ansche volk, niet in het minst voor de boeren zelfl valsrisico tot luchtbeschermingsmaatrege len, de regeling van zwangerschap en be valling van ongehuwde vrouwen, toeken ning van een gezinskraamgeld, de veftnin- derde intensiviteit van controle tengevolge van benzine-schaarschte, het verminderd physiek weerstandsvermogen van de ver schillende verzekerden tengevolge van de voedselschaarschte. Voor de recente wijzi gingen bedroegen de sociale lasten 7 (die onder a en bt van het verzekerd loon. Ze zijn dus met ongeveer 10 verhoogde Van deze lasten kunnen ongeveer 3 (1 voor de ziekteverzekering en ongeveer 2 voor de ziekenverzorging) ten laste van de ver zekerde arbeiders worden gebracht. Boekbespreking „BLOKKADE." De heer N. Oosterbaan heeft voor het De partement van Volksvoorlichting en Kuns ten een üitgebreide, geil lus freerde brochure geschreven, w^lke huis aap huis in Neder land ;al worden Verspreid en „Blokkade" genaamd is. Het doel van het blad is de bevolking te wijzen op de oorzaken van het gemis, dat thans op rolerlei gebied wordt gevoeld en in klare taal wordt duidelijk ge maakt dat deze oorzaak'is de hongerblokka- de van Engeland. ,31okkade" stelt op rake, soms geestige wijze de sluwe praktijken van clandestiene slachters, prijsopdrijvers en handelaars aan de kaak. Naast het constateeren van deze nega tieve feiten, wijst „Blokkade" vooral op een positief feit en wel dit, dat de blokkade te gen Nederland mislukken zal, wanneer wij ons allen aaneensluiten om dezen aanslag op' leven en gezondheid van ons en onze kinderen te pareeren. Daartoe heeft een ieder de taak, constateert „Blokkade", loyaal mede te werkfen aan de distributie-politiek van de overheid. Men moet in ,31okkade" geen kost voor litteraire^mulpapen zoeken, de brochure is Schagen, Vrijdagmorgen. Beste Slijntje Nou, dat was, een mooie brief, die je me de laatste keer schreef zeg, mooier dan dat hollebollige weer van de laat ste dagen. Goed visohweer, wat zullen ze daar op Wieringen in hun schik zijn.. Het mag trouwens wel eens, ze hebben daar genoeg beroerdigheid gehad. Je ziet nog al wat hengelaars ook tegen woordig, laatst zag ik meneer Gorter en meneer Roobol heelemaal op Noordschar- wóu, en meneer Holtz is ook neg druk in de vangst Ik heb gehoord dat die een ijzeren net laat maken, want laatst heeft ie zoo'n reuzegroote visoh gevangen aan de Wiel en die had ie natuurlijk in het netje gedaan. Maar de visch had nog geen trek om krap geschoren té worden en die is er weer uitgekropen. Visch is een best eten. Ik begrijp niet dat er men- schen zijn, die er niet van houden. Het kon anders wel eens wezen dat we bin nenkort heelemaal geen visch en vleescb meer krijgen, niet omdat het er niet meer is,ernaar omdat die vdgetariersbond zoo verschrikkelijk groeit, dat heb je wel ge lezen zeker. Als die eenmaal het te vertel len hebben, is het afgeloopen met de soep met balletjes. Toch wel mooi, zulk idea lisme, want er zal natuurlijk niemand van die duizenden nieuwe leden zijn die plotseloos vegetarier wordt omdat hijrdan meer extra toewijzingen van velé goede zaken als boter enzoovoort kan krijgen en er misschien tegen duur geld van eer armen slokker nog. wel een vleesch- kaartje op de kop is te tikken. Zoo zijn we niet, hè? Ik ben al es nieuwsgierig hoe dat pro- ces van de stortgronden afloopt. Dirk had - Piet van der Poll nog gesproken, den bode van dei^ polder, die was ook naar Amsterdam geweest, maar hij had niks genoten. Die twee advocaten hebben 'ver schrikkelijk gepraat zei Piet, maar het leek wel of die heeren van het Hof niet eens luisterden. Af en toe als een van die advocaten een pats met een wetboek op de tafel gaf, werden ze weer wakker, maar het hinderde niet zéi Piet, het stond toch alles op papier en in dé boeken en toen het afgeloopen was, kregen ze dat allemaal cadeau. Maar zoo gaat het na tuurlijk niet, de heeren zullen wel vol aandacht geweest zijn en diep in gedach ten verzonken of ze nu dien armen me neer Doedens of dien armen polder gelijk moesten geven. Zoo, dus juffrouw Kater is weg bij jullie. Ik lees er net 'een mooi verslag over; Dat is dus die juffrouw, die het ook zoo goed deed bij de gymnastièk! Ik- ken haar niet, voor. mijn tijd geweest. Ik hoop dat jullie burgemeester- er weer een goeie heeft uitgepikt, jullie hebt daar een pracht stel schoolmeesters en school- meesterinnen ik kan het niet helpen Stijn, maar in boerenland passen naar mijn smaak alleen schoolmeesters en geen onderwijzers en 't zou zonde zijn wanneer het peil daalde. Een mooie tijdvoor Volksonderwijs zeg. Nicht Mijntje uit Sdhagerbrug zei nog, dat het daar met de propaganda best gaat. Mijnheer Baayens van 't postkantoor, die er eerst nogal te gen was, schijnt er nu ook zoo voor te wezen dat meneer Wiering, het hoofd van de school hem uit dankbaar heid eerelid van de oudercommissie wil maken. Ja er gebeuren tegenwoordig rare din gen. Een landbouwer in de Beemster rooi de een suikerbiet die één mgter en vijf centimeter lang was. Daar had ie zoowat vóer voor de heele winter aan. Trouwens vroeger werden er meer van die reuze- ex em pilaren gedolven hoor. Daar kon Piet Tiel van Oudkarspel zoo'n vijftig jaar geleden 0¥er vertellen. Die had es een zeug die op biggen stond en een stukje bouwland, waar ie mangelwortelen had staan. Op dat bouwland kwam zoomaar een heuveltje, dat al grooter werd. Op een goeie morgen zag Piet dat zijn var ken moeder geworden was, maar het kroost was nergens te vinden. Hij op zoek. Ja, en toen ie op zijn bouw kwam was het heuveltje ook verdwenen/ Daar had een groote magelwortel onder gezeten Maat nou dat varken die wortel hebben opgedolven en het binnenste schoon op gepeuzeld hebbem Maar die mangel- 'vyortel was zoo groot dat ie in-de schil al zijn dertien biggetjes had verstopt. Dus je ziet al weer Stijn, er zijn altijd records boven records, Dag hoor je Reintje. geschreven*voor de massa en zal door het vlotte betoog van den schrijver, en de pak kende illustraties de bedoelde psychologi sche uitwerking op die massa zeker h'ehben. Als geheel een zeer lezenswaardige ook. om de nuttige wenken4 aan de huismoeders en geslaagde uitgave. De aantrekkelijkheid ervan is nog ver hoogd door de opname van een raadsel. Goe de oplossers hebben kans op mooie prijzen. (Fred. Groot). TUINHOEKJE BLOEIENDE PLANTEN IN HERFST EN WINTER, Als in den herfst de najaarsstormen woe den, regenvlagen en snijdende MjJnd ons zoo veel mogelijk in huis houden, is het éen genot naar onze planten in de huiskamer te zien. We weten, dat ze teer zijn en de omstandig heden waar ze in verkeeren zijn ongimstig. Daarom wil ik enkele .wenken geven, die voor den groei bevorderlijk zijn. De plant, die nu meër en meer verschijnt,, is de Cyclamen. Zij houdt van een koele standplaats. Men plaatst haar het beste in eep niet of zeer matig verwarmd vertrek. Wel moet ze natuurlijk vórstvrij staan. Is de potgrond droog, dan wordt in het schoteltje warm water gegoten. ,De plant zuigt dit op tot dat de grond van water verzadigd is. Het overtollige water wordt weggeworpen. Heeft men eens vergeten water, te geven, dan waarschuwt zij onss doerdat de bladeren en bloemstelen slap gaan hangen. Ze behoort dan onmiddellijk in een teiltje met lauw wa ter gedompeld te worden. In korten tijd staan dan de stelen .weer geheel recht. Te veel water is ook zeer slecht. Er treedt dan rotting op en de bladeren en stelen vallen om. Evenmin mag de Cyclamen in de volle fn .staan. Ook dan zien wij hetzelfde. Een tweede dankbare kamerplant is de Begonia. In tegenstelling met de Cyclamen houdt de Begonia van een warme stand- pl'.ats. Zij is dus in de verwarmde huiskamer op haar plaats. Wordt de vorst strenger, dan moet zij niet voor het venster blijven staan, maar bijv. op een tafeltje midden in de ka mer gezet worden. Voor licht is de Begonia echter zeer gevoelig. Staat zij te donker, dan laat ze gauw de bloempjes vallen. Toch wil ze ook weer niet in de volle zon staan. De potaarde moet nooit geheel droog zijn, maar het tegengestelde is ook slecht. Is de grond te nat, dan verzuurd ze. Natuurlijk vraagt een bloeiende plant af en toe een Weinig voedsel, dat men kan geven in den vorm van vloeimest of kunstmest. Een plant, die zoowel in de kamer als ih den tuin staat is de Hortensia. Haar bezitter houde het volgende-in het oog. De bloemknop voor het volgende jaar is nu reeds aan het einde van een tak gevormd. Natuurlijk heb ben niet alle takken bloemknoppen. Wie nu de takkei maar lukraak inkort, snijdt daar-> door ook' de bloemknoppen voor het volgende jaar af. Na den bloei worden alleen de uitge bloeide takken weggesneden of diep inge- snoeid. De Hortensia verliest in den winter haar bladeren. Het is dan rusttijd. Daarom wil zij ih huis eveneens rusten. Men kan dit bevor deren door langzamerhand minder water te geven. Ongeveer half December -heeft zij haar bladeren verloren en staat nu een poos droog. Zij wordt tot half Februari of begin Maart op een koele, vorstvrjje plaats gezet. Na dien tijd krijgt ze langzamerhand meer water. Loopt ze in het voorjaar uit, dan be merkt men, dat niet alle takken bloemen zullen dragen. Deze niet-bloeiende takken moeten diep worden ingesnoeid. De zijtak ken, die zich .dan ontwikkelen, zullen in het. volgende jaar de bloeieude .takken geven. Het behoeft geen betoog', dat een plant als de Hortensia, die zich zoc sterk ontwikkelt, veel water en voedsel noodig heeft. A. v. d. LIJN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1941 | | pagina 5