VOOR DE JEUGD Tob nooit HET MOEILIJKE PROBLEEM De ruïnes van Tipasa GEESTELUK LEVEN Beste jongens en meisjes. Van de week wordt het restant van de briefjes behandeld, die de vorige week niet aan de beurt kwamen. Dat beteekent dat we nu weer met een schone lei beginnen en dat jullie allemaal weer een brief kunt inzenden. Het is de laatste jaren steeds zo geweest, dat er in de maanden November en Decem ber een ware stortvloed van briefjes op me loskwam. Dat is ook nu zo. En hoewel ik het verbazend prettig vind, kom ik in een ander opzicht voor een geweldige puzzle te staan. En wel... de papierbezuiniging. Het zal er dus misschien van komen, dat de briefjes een kort antwoord krygen of een keer over blyvy liggen, moeten er voor zorgen, dat de briefjes voortaan uiterlijk Dinsdagavond op 't kan toor zijn. Dat kan best, lijkt me. Houden we dat voor afgeproken? Ik zal nu eerst de gelukkige winnaar be kend maken. Dat is van de week: Kinderen HOENSON, Leek 104, Barsingerhora. En nu de briefjes: Adri Verbmgge Breezand. Dat Is aardig, Adri, dat jullie thuis een geit-hebben. Ik denk, dat je vader beter kan melken dan jy, want anders zou zij toch geen meter in de lucht springen. Maar haar voeren is toch ook al leuk! Zorg maar goed voor haar. Ato Vader, Callantsoog. Natuurlijk mag jij meedoen onder een schuilnaam, Ato. En de naam, die je meent, vind ik mooi. Zoo, zijn je fietsbanden bijna op. Mijn banden zijn ook slecht hoor. En dan moéten we maar lopen, hè! Anneke v. Bale, Den Helder. Leuk, An- .neke, dat jij nu zelf eens naar mij geschre ven hebt. Jij kan ook netjes schrijven, dus moet je het steeds maar zelf doen. Jammer, hè, dat je terug gezet bent, je doet nu maar flink je best. Dag! Marie Noot, Camperduin. Ik kan me begrijpen, dat jullie van jullie vorige woon plaats vertrokken bent, daar zal 't niet rus tig geweest zijn. Ik wil nu geen beslag op je tijd leggen, maar om een klein briefje te schrijven, kun je toch wel wat tijd maken. Dieuwertjc Schouten. Dat was me een feest zeg, je ouders 12% jaar getrouwd. Dat zullen de familie en kennissen zeker wel aardig gevonden, hebben hè, een voordracht en een versje van jullie drieën! En je moet maar geduld hebben, want gerust als je trouw mee blijft doen, dan krijg je ook vast wel eens een prijs! Bep Roos. Nou Bep, die boeken, die jij me daar opnoemt, die zijn prachtig, vooral dat van: „Toen het Lente werd op de Oegehoek", dat is erg mooi, je hebt er ten minste goed aan gedaan om er een catalogus van aan te leggen, want bleken uitleenen is vaak riskant. Broer en Zus de Visser, Woudsend. Ik kan me begrijpen dat jullie popelen wanneer 't weer de tijd is dat je ouders komen. Wat zullen jullie dan veel te vertellen en te vra gen hebben, 't Is maar goed dat ze voor een paar dagen komen, want anders was de tijd nog te kort. L. F. Gieles. Natuurlijk mag je mee doen, hoor! Maar dan de volgende week een langere brief. Jan Muntjewerf. Ben jij er even achter zeg. Je zusje de raadsels meegeven en jfl lek ker thuiszitten achter de kachel! Jan de Graaf, Schoorl." Welkom! En óf hoor, 't regent in Den Helder ook wel eens „pijpenstelen". Ja, in Schoorl Is 't fijn wonen, vooral in de zomer. TIets v. d. Cappelle. Ik zal de groeten overbrengen aan den vorigen Kindervriend. Nou zeg, jij bent even vlug, om 11 uur de krant en om twaalf uur je briefje gepost; dan vond je 't raadsel zeker ook niet zoo moeilijk hè? Tiets, nu moet je de groeten eens doen aan Rina; je kent die toch wel! Jantje Grande, A. Paulowna. Nu ben je dan weer beter, 't Is niet zo leuk, om 2 we ken in een ziekenhuis te liggen, maar om aldoor met een zere keel te lopen is ook niet prettig, hè? Gerrit Vis. Natuurlijk mag je elke week mee doen, en dat heb ik zelfs graag, want een club trouwe vriendjes en vriendinnetjes is veel gezelliger. Het raadsel van de vorige week was niet moeilijk, hè? Piepertje Kleimeer, Veenhuizen. Nee, dat valt niet mee. in de kou naar school fiet sen en dan nog in een koud schoollokaal te zitten, brr. Het Is wel goed als je vooruit wilt op school. Had je voor rekenen, zingen en schrijven hooge cijfers. Maar nu moet je ook eens proberen om voor taal een 8 te krijgen, want je kunt netjes schrijven hoor! Henni© v. d. Mast. Neen Hennie, kinde ren heb ik niet. Wat een mooie boeken heb jij; 't boek van „Alleen op de Wereld" van Hector Malot is prachtig. Dat kim je ook nog lezen wanneer je ouder bent. N. J. Gieles. Gefeliciteerd met je ver jaardag; heb je een prettige dag gehad? Blyf je een trouw vriendje? Annie Koorn. Nee, dat is niet leuk, als de raadsels in jouw boekje staan, want dan moet je er geen moeite voor doen. Ja, de winteravonden zijn zelfs heel gezellig. Corrie Bekebrede. Jij schryft me, dat Je op de Parelweg"-school bent, maar dat moet zeker Parallelweg zyn hè? Ja, Corrie, je zal net als zoveel vriendjes en vriendinne tjes geduld moeten hebben, maar als je trouw je raadsels instuurt, dan heb je tel kens kans dat je een taart of boek wint. Annie Zikkenheimer, Groet. Dus jullie hebben maar 4 dagen school, nu, dan kun je Zaterdags en Maandags fyn je moeder hel pen. Dat doe je toch zeker wel graag, hè? Wies je Coster. Dat zal je Moeder wel fijn vinden zo'n grote dochter, die haar dan al fijn een beetje helpen kan. Jan heeft me toch nog wel een aardige brief geschreven met z'n linkerhand. Ja, ik ben erg benieuwd naar wal je allemaal kryVt met je verjaar dag, dat zal dan wel een lange brief worden, zeg! Corrie van Bale. Nu Is 't weer een groot hoekje hoor, Corrie; .nu hoef je dua niet zo te zoeken. En als jij 14 jaar geworden bent, mag je een schuilnaam nemen hoor; zoek nu maar vast een mooie uit! Martha Briars. Nu. bij ons zijn ze toch nog wel geweest, hoor met St. Maarten. Maar 't is waar, vorige jaren stond de bel niet stil en nu was 't niet zn druk. Doe je 3 zusjes maar de groeten van mij. Zijn z< allemaal nog zo klein, dat ze zelf niet kun nen schrijven? Slentje Korbee, Schagerbrug. Nu zie je maar eens hè, hoe goed ik raden kan? Vol gende week eens een langer briefje schrij ven, Sientje. Coen Coster. Nee, dat gaat dan niet hè, als je zoveel huiswerk krijgt, dat je nergens geen tijd meer voor hebt, dan kun je ook geen brief meer aan mij schrijven. Maar ik geloof, met een beetje goede wil, dat 't dan toch nog wel zal lukken, wat denk jij? Gerie Muntjewerf. Dat was maar een kort briefje, ik weet haast niet wat ik daar op antwoorden moet. Je 'begint: „dat je me nu eens gaat schrijven" en dan volgt er direct op: „ik weet niets en heb geen tijd". Volgende keer beter, hoor. Rita Geerllgs. Nu, dat zal de onder wijzer wel niet goed gevonden hebben, dat jullie steeds zaten te babbelen, Zo zie je maar weer, dat 't kwaad zich zelf straf. Want nu mogen jullie niet meer naast elkaar zitten Van Corrie heb ik ook een briefje gehad! Coba Wezelm&n, A. Paulowna. Wat kun jij een gezellige brieven schrijven, Coba; wer kelijk, je briefje vond ik zo leuk; je wordt er apart voor bedankt hoor! Wat een teleur stelling voor jou zeg,, dat het nu maar een droom was, en geen werkelijkheid, maar misschien komt dat ook nog wel eens. Waar om wil je zusje niet meedoen, 't mag gerust hoor, hoe meer vriendinnetjes hoe liever. Coba Schendelaar. Is 't nu naar je zin? Nu vriest het niet mêer, hè? 't Is nu beter uit te houden hoor, als je vroeg uit je bed moet. Je stond verleden week niet bij de goede oplossers, maar je raadsel was toch goed. Alle Burger, Schagen. Welkom, hoor! Ik ben niet zoo gauw boos, maar ik heb na tuurlijk wel liever dat mijn Triendjes en vriendinnetjes trouw schrijven. Ook jij stond verleden week niet bij de goede oplossers, maar het raadsel was in orde hoor! Betsie Sarton, Schagen. Hè, wat ver velend is dat nu voor je zeg, nu heb'je ver leden week weer niet bij de goede oplossers gestaan, maar ik ontvang je briefje ook zo laat. Hoe komt dat, stuur je het te laat in? Je raadsel was toch goed hoor, ik heb 't nog even apart nagekeken. Dag! OPLOSSING RAADSEL VORIGE WEEK. Door BERT VAN LAAN. Geel, rood, paars. Roos, papaver. Bes, peer, kers. NIEUW RAADSEL. Het geheel bestaat uit 13 letters en is een schadelijk -insect. 9, 6, 13 voertuig. I, 4, 7, 10 geheim-schnft. 3, 8, 5 vod. II, 12, 2, 13 wagenvracht. 9, 2, 4," 3 groente. GOEDE OPLOSSINGEN ONTVANGEN VAN: Den Helder: Hennie v. d. M., Piet J., Betsy F., Klaas B., Lientje W., Annie D., Harry R., Nico B., Trijntje K., Tiny H., Tiny C., Jo- hannes B., Piet B., Roos S., Greetje R., Netty R., Agatha S., Frits C., Coen C., Neel- tje C., Sientje de J., Henkie v. A., Meta v. A., Douwe M., Fresia, Loe B., Jan de B., Annie v. B., Cor v. B., Martha, Tony, Dientje B., Dirkje B., K. W., Corrie B., Nina B., Ger rit B., Tiet B., Corrie B.; Jacob P., Maarten K., Corrie G., Jan V., Jellie v. d. O., Annie K., Jopie en Henkie P., Gonda G., Freek B., Pieter B., L. T. G., Joh. G., Corrie K., Coba P., Nellie C., Piet v. V., Maarten v. V., Hen kie en Jantje S., uü v. B., Pietje W., Jan B., Martina v." E. G., Rita G., Hep R. Schagen: Corn. B., Sientje K., Ifke B., Leni K., Betsie S., Koosje B., Beppie K., Henkie K., Piet B., Gerie, M., Jan M., Glel B. N. Niedorp: Neeltje W., Diet de G., Gerie K., B. de V. Kolhorn: Mijnie en Louise d. J., Nellie P., Annie K., Iza de R. Anna Paulonwa: Geertje N. Coba W., Nelie de V., Angele de C., Jan G. Breezand: Gerry v. 't O., Luci W., Gerrit F., Sjoerdje S., Jan Pieter M., D. S. Callantsoog: Ato V., Wim L. Willy R., 't Zand; Maartje B., Stolpen; Gerrit V., St. Maartensvlotbrug; Ali B., St. Maartensvlotbrug; Dirk K.„ St. Maartens vlotbrug; Corrie B., Texel; Hendrik B., Bur- gertnug- Sisca -H., Julianadorp; Pietertje K., Heer Hugowaard; Coosje B., Bergen; Luitje K., Hensbr<ek; Marie de B., Middenmeer: Trien T., Wieringerwerf; Rein v. d. V., Wie- ringen; Janni B., Valkoor; Annie B., Valk oog; Marie N., Camperduin; Annie, Z., Groet; Annie v. H., Winkel; Rikus H., Dirks- horn; J., T. en B. H. Barsinuger- horn; Theo v. S., Castricum; Jan de G., Schoorl; Trijntje v. S., 't Zand; Piet B. Hoorn; Broer en Zus de V., Friesland, Han- neke D„ Bussum; Henny v. G., Amsterdam, DE ONTWIKKELING VAN ONZE VERSTANDSKIES. Langen tijd heeft men in wetenschappe lijke kringen gedacht, dat onze verstands kies in haar ontwikkeling op den terugweg was, zoodat deze na verloop van eeuwen volledig zou verdwijnen. In de laatste ja ren is men echter van deze opvatting afge stapt. De nieuwste onderzoekingen op dit gebied hebben namelijk aangetoond, dat dit niet het geval isf. Door röntgen-onderzoek heeft men vastgesteld, dat in het steenen tijdperk deze kies nog niet bestond, althans niet zichtbaar. In dien tijd brak deze kies nog niet door, doch bleef onderhuids in de kaak zitten. Aangezien tegenwoordig bijna iedereen in het bezit is van deze verstandskies, denkt men, dat zij zich in later eeuwen nog wel eens normaal zal inrijen. LACHPILLEN. „Hoeveel kost die hoed?" „Dertig gulden, mijnheer." „Dertig gulden? En er zitten niet eens ga ten in." „Gaten, mijnheer, waarvoor?" „Voor de ooren van den ezel, die dat er voor geven wil." „In uw afwezigheid meneer baron, is er een bokser aan de deur geweest, die aanbood, u om de een of andere reden een aframme ling le geven." „En wat heb je hem gezegd?" „Dat u tot mijn spijt niet thuis was." O/ió k&Jd cttïPuial: De zonderlinge dingen des levens zijn vele. Met een verduisterd lantaarntje betrad ik een verduisterde tram. Hieraan zijn we ech ter reeds min of meer gewend. Daér zat de vreemdigheid dus niet in, wel in de ont moeting, welke ik er had. Voorzichtig, bang me te stooten aan kan tig- of rondigheden, baande ik me een weg door het volle vervoermiddel. Tot ik nog een onbezet plaatsje vond tamelijk erg voor aan. Met 't gevoel, in veilige haven te zijn aanbeland, zette ik me neer. Blauwig verlichtte ik mijn portemonnaie, waarbij de conducteur ook nog wat schijn- op me liet vallen of ik in een onwe zenlijke wereld leefde! betaalde en keek verder rustig voor me. Er viel in de ver-, duistering tóch vrijwel niets te zien. Waar om zou ik mijn oogen dus vruchteloos in spannen? Gaandeweg drong het echter tot me door, dat op 't zij-bankje, links vóór me een echt- paar-achtig tweetal zat en op 't zijbankje daar recht tegenover een dito duo. Die vier schenen bij elkaar te hooren, want ze voer den een onopvallend gesprek. Zonder op hen te letten, bleef mijn blik - die moest toch érgêns op gericht zijn op de mannelijke helft van 't echtpaar links rusten. Of hij de gewaarwording kreeg, ge fixeerd te worden, weet ik niet, maar na verloop van eenige halten begon hij me eveneens te beturen en onze oogen lieten niet van elkaar af, alsof we er iets mee bedoel den. Reeds, omdat dat een beetje hinderlijk kon worden, wilde ik een anderen kant uit kijken. Doch vóór ik aan dat voornemen ge volg kon geven, richtte de persoon, wiens aandacht ik zoo onwillens getrokken had, plots 't woord tot me en zei hartelijk: „Goeienavond, Jan!" Ik schrok op en dacht: „Wel, verduiveld, hoe weet die man mijn naam? Ik ken hem toch niet. Of houdt hij me voor een ander?" Dat laatste bleek inderdaad het geval te zijn, want voor ik nog iets terug zeggen kon, mengde de vrouwelijke wederhelft van links zich in het gesprek en suste: „Weineen, je vergist je. Dat is Jan niet!" De man, die me herkend meende te hebben, twijfelde nog even, maakte daarop heftig zijn excuus. „O, neemt U me niet kwalijk", mompelde hij met een eenigszins schutterig gebaar. „U lijkt anders erg op hem." En zacht had hij het daar nog een poos over tegen vrouw lief en de overburen. „Ik had even temggeknikt met een glim lach van „o, het hindert niets" en was ver der, door het wat hakkelende spreken van mijn onbekende en een paar onzekere bewe gingen welke hij daarbij maakte, tot de con clusie gekomen, dat hij lichtelijk boven zijn theewater was. Dan kon je je vanzelfspre kend makkelijk vergissen. 't Knutterige viertal, dat onloochenbaar tot den gezelligen burgerstand behoorde, verge tend, keek ik weer voor me. Tot het gezel schap zich bij een halte verhief en met een groet afscheid van me naim. Ik knikte maar weer. Daar zei de man, die de oorzaak was van onze vage kennismaking en slechts met moeite op kwam ('t was duidelijk: hij had iets te diep in het glaasje gekeken!), joviaal tegen me: „Nou, goeienavond, meneer, al is U dan ook niet Jan." Ik zette mijn terughoudendheid van me af en antwoordde met iets uitbundigs: .,Komt er niet op aan, hoor! En ik zal maar zeggen: goeienavond, Piet!" De tram hield net stil. Anders was de man zeker omgevallen. Heelemaal verbouwereerd, uit 't lood geslagen, staarde hij me een oogenblik aan. Dan riep hij schor: „Maar ik héét Piet!" Ja, ik kon 't niet helpen. Dus zei ik maar niets. Zijn vrouw trok hem mee, drong aan, dat ze er uit moesten. En hij ging, langzaam, niets meer begrijpend van die haast tot on wezenlijkheid verduisterde wereld om hem heen en zacht hoorde ik hem nog mompe len met iets in zijn onzekere stem, dat om de oplossing vroeg van een verbijsterend pro bleem: „Zouden het dan tóch Piet en Jan zijn ge weest?" (Nadruk verboden.) Eigenwaarde Wy voelen ons, de meesten van ons althans, al heel licht aangetast in onze eigenwaarde. Vandaar het gezegde, dat de meeste menschen over „onvriendelijkheid'' klagen, walmeer hun de waarheid gezegd wordt. Iedere medaille heeft haar keerzijde. Zoo zal iemand, die-langzaam werkt allicht nauwkeuriger të werk gaan dan iemand, die alles vlug wil afdoen. De combinatie: „vlug en goed" bestaat, maar zij is zeldzaam. Zoo kwam het voor, dat twee zusters, die samen een étage bewoonden, zich voortdurend aan elkaar ergerden, de een aan de ander omdat ze zoo slordig en vluchtig was. Hoeveel beter zou de harmonie bewaard zy'n gebleven, als die twee elkander in hun eigen waarde hadden gelaten; als de langzame had gedacht: „Nu ja, zij is eenmaal zoo, wat mij niet bevalt doe ik ongemerkt wel zelf over," en als de andere had kunnen erkennen: „mijn zuster is wel erg langzaam, maar zij werkt ook beter en zorgvuldiger dan ik, dus laat ze haar gang maar gaan." Een ieder heeft zyn aangeboren wijze om iets te doen en zijn eigen tempo, waarin hy of zij werkt. Wan neer menschen nog jong zijn of onder Uw leiding staan, kunt U ze op tactvolle wijze attent maken op de werkelijkheid van een wijziging van hun werkwijze, hetgeen nog heel iets anders is dan bitse kritiek, als menschen echter, zooals de beide zusters die wij noemden, den middelbaren leeftijd gepas seerd zijn, heeft het gewoonlijk weinig zin om te trachten het nog tot een andere werk wijze of een sneller tempo te brengen. Wij ergeren ons dagelijks, en veelal aan onze medemenschen, en wij realiseeren te weinig dat anderen zich, en terecht, EEN BEZOEK AAN EEN ANTIEKE HAN DELSSTAD IN NOORD-ATRIKA. Hen zal niet gemakkelijk oude ruïnes vinden, die indrukwek kender zijn dan de overblijfse len van de stad Tipasa in Noord- Afrika. Ook wanneer men in 't geheel geen archaeolobische ken nis heeft, dan kan men hier iets leeren. Daartoe behoeft men slechts enkele wandelingen te maken in de omgeving van het schilderachtige Algiers. De ruïnes van Tipasa liggci langs da oever van de zee verspreid en men treft daar im de buurt haast geen moderne nederzettingen aan. Het gelijknamige Fran- sche dorp van nieuweren datum begint ver der landwaarts in. Daardoor was het moge lijk groote opgravingen te verrichten, waar bij men belangrijke resultaten verkreeg. De stad Tipasa was oor spronkelijk een Fhoeni- cische nederzetting. Haar naam dateert nog uit dien tijd. In den tijd dat Mauretanië (het tegenwoordige Marokko) door de Romeinen in bezit genomen werd, werd de stad ver nieuwd. Veel belangrijker was destijds Cae- sarea, het tegenwoordige Cherohel, hoofd stad van het land en residentie van den in boorling, en in Rome grootgebrachte koning Juba. Daar evenwel de tegenwoordige neder zetting Gherchell op precies dezelfde plaats ligt als de antieke stad, zijn hier opgravin gen nagenoeg onmogelijk. Wanneer men dan ook het een en ander over het antieke Gherchell te weten wil komen, moet men de prachtige vondsten van standbeelden en dergelijke bewonderen, die aldaar in het. museum bewaard worden. Het antieke Tipa sa was echter ook niet zonder beteekenis geweest. Immers, het lag aan een 'belang rijke verkeersweg tusschen Caesarea en Ico6tum, het tegenwoordige Algiers. Het was met zijn gunstig gelegen haven een uitstekende handelsstad, die vooral met Spanje en Gallië, maar ook met Italië in verbinding stond. De stad was onmisbaar voor de uitvoer van wijn, olie en hout. In het hart van de antieke stad liggen oude thermen, waarvan de imposante muren behouden zijn. Bijzónder indrukwekkend is een tempel, die oorspronkelijk aan de hoofd straat was. Tegenwoordig staat hij in een prachtig park met geweldige trappen cn zuilenhallen. Vermoedelijk is dit het heilig dom eens Hercules gewijd, want er worden overblijfselen van een standbeeld gevonden. Een klein amphitheater van geringe betee kenis sloot zich bij de tempel aan. Daar weer dicht bij werd een groote bron gevon den, een zoogenaamde nymphaeum. Het water werd door een gedeeltelijk nog be staand aquaduct daarheen geleid. Het stroomde dan over een platform van cement dat met standbeelden versierd en door blau we marmeren zuilen omgeven was. Ten slotte stroomde het door verschillende bui zen in met tegels bekleede bassins, óok zijn er nog overblijfselen te zien van een goed aangelegd afvoerkanaal. Overblijfselen. Langs een klein mausoleum en een acht hoekige pyramide. die vermoedelijk tot het graf behoorde, bereikt men de plaats van de oude Porta Caesarea, die nog duidelijk ge kenmerkt wordt door de overblijfselen van twee poort-torens. Deze poort behoorde tot de ommuring, die nog tegenwoordig met haar bastions rondom de antieke stad ligt. Deze ommuring was blijkbaar zeer sterk, want toen de opstandige Moorenvorst Fir- mus tegen het einde van de vierde eeuw na Christus het land overviel, veroverde hij wel Caesarea, maar niet het minder belang rijke, doch veel beter verdedigbare Tipasa. Vervolgens gaat men langs een klein thea ter en bereikt dan langs de vestingmuren de Middellandsche Zee. Daar heeft men op een hoogte de grond muren van een zeer groote kerk uitgegra ven. Men heeft kunnen nagaan, dat het 52 meter lange gebouw in zeven schepen ver deeld was, die weer door vierhoekige pijlers gescheiden waren. Helaas heeft men eenige van de pijlers gerestaureerd, wat het geheel sterk schaadt. Ook van het mozaiek dat ongeveer 700 vierkante meter beslaat, is veel bewaard gebleven. De waarde er van is evenwel niet bijzonder groot, daar het uit gelijkvormigè en onbeduidende figuren en teekeningen bestaat. Bouwwerken. Links van' de kerk lagen nog verschillen de bouwwerken, die evenwel gedeeltelijk door de wind en het water vernield, gedeel telijk ook in het struikgewas verscholen la gen. Het belangrijkste daarvan is het bap tisterium, waarvan het ronde basin met zijn trappen nog duidelijk zichtbaar is. En de ruimten er naast, die gedeeltelijk van een soort centrale verwarming voorzien zijn, heeft men zeer mooie mozaieken met in scripties, teekeningen van visschen, vogels en vruchten gevonden. Tegenwoordig kun nen deze bezichtigd worden in het Museum te Algiers. In de nabijheid van de heuvel ligt voorts een groot Christelijk kerkhof met een kapel,' waarin verschillende bisschop pen begraven liggen. Wanneer wij thans langs de rotsachtige oever het centrum van de stad weer nade ren, vinden we daar in de eerste plaats ver schillende thermen en de overblijfselen van een groot gebouw, dat vermoedelijk oor spronkelijk de werkplaats van een potte- bakker geweest is. Men heeft dit afgeleid uit de groote hoeveelheden klei en scherven, die men daar gevonden heeft. De middelste heuvel van Tipasa, die tegenwoordig een murtoren heeft, was blijkbaar in de Oud> hejd bijzonder rijkelijk bevolkt. Hier ver heffen zich tusschen de resten van talrijke huizen met regenputten de dorische zuilen hallen van de basilika, waarin de vonnis sen gesproken werden. Dicht daarbij lag het forum, do markt, waarvan de steenen vloer geheel bewaard gebleven is. Breede hallen met zuilen er omheen, die gedeeltelijk weer gerestaureerd zijn, vormen de ingang. Daar achter lagen zes zalen van verschillende grootte, eenige zelfs met manneren vloeren. De tempel aan de Noordelijke zijde van het forum was zonder twijfel het capitool. In teressant zijn hier ook de sterke en hooge fundamenten, die het gebouw steunen a de zijde, waar de heuvels in zee afdalen. Moderne haven. Wij dalen de heuvel nu af en komen dan langs de moderne haven. Daar wordt onze aandacht geboeid door een merkwaardig bouwwerk, dat midden in het water staat; een soort hoekige, scheefstaande toren. Deze toren, die waarschijnlijk door de branding zoo ondermijnd is, is. afkomstig uit zeer oude tijden en nog vóór de Romeinen, dus van de Phoeniciërs. En thans voert onze weg langs de Middel landsche Zee, langs een klein kerkhof naar de Oostelijke heuvel, die wederom een groot Christelijk kerkhof draagt en in het mid den een belangrijk bouwwerk, de baseliek van de Heilige Salsa. Deze tot bescherm heilige der stad verklaarde jonkvrouw had namelijk op haar veertiende jaar temidden der nog Heidensche bevolking het Christe lijke geloof aangenomen, een afgodsbeeld vernield en in zee geworpen. Zij werd toen door de verontwaardigde menigte gedood; doch over haar graf werd nadedhand een kerk opgericht, waarvan de massieve voor muur met het breede portaal tegenwoordig nog ongerept bewaard gebleven is, terwijl van het overige deel, dat uit drie schepen bestond, nog slechts de fundamenten over gebleven zijn. Het is thans avond geworden en terwijl wij op het door de zee omspoelde schier eiland staan, wordt het spoedig donker. Maar de nachten, die hier van een zeldza me helderheid zijn, verleenen de ruïnes een zeer aparte bekoring. Onder de stralen v&i j de opkomende maan lijkt het, alsof de ree ten uit lang vervlogen tijden tot nieuw le ven komen en weer tot een machtige een heid tezamen groeien. ook aan ons ergeren. Het zou wel goed zijn, als wy 's avonds eens de revue lieten pas- seeren wat wij dien dag zoo al verkeerd ge zegd of verkeerd gedaan hebben, en ook wat wij achteraf betreuren ongezegd of on gedaan gelaten te hebben. En ons dan even ronduit' aan onszelf ergeren, en ons tevens voor te nemen de zaken morgen beter aan te pakken. Wy kennen iemand, die deze ge woonte van de dagelijksche avond-revue" heeft aangenomen, en hij zegt: „iederen keer dat ik op het punt ben, iemand een wrevelige aanmerking op zyn gedrag toe te voegen, denk ik onwillekeurig aan mijn eigen „zon den-register" van den vorigen avond en slil mijn woorden in." Misschien zou daarom de dagelijksche avond-revue aanbevelenswaardig zijn voor allen, die zich bewust zyn van een nogal scherp kritischen aanleg. Dr. jos de Cock. In Mexico groeit op slechts enkele plekken een bloem, welke in den loop van den dag telkens van kleur verandert In de ochtend schemering is zij sneeuwwit, doch wordt ro sé, wanneer de zon opkomt, 's Middags heeft de bloem een mooie, helroode kleur, die te gen den namiddag verandert in licht lila. Dit lila wordt steeds donkerder naarmate de dag vordert en wanneer het donker is, is de bloem zuiver blauw. Deze kleur verbleekt in den loop van den nacht en des morgens is deze wonderlijke bloem weer sneewwit. Godsdienst en democratie. Uit vrees, dat de nieuwe politieke gedach te vanuit Europa ook in Amerika veld zal winnen, waardoor de Amerikaansche demo cratie bedreigd zou worden, is men in Ame rika ertoe gekomen om den godsdienst te gaan beschouwen als een specialen steun pilaar van de democratie. In tal van kerken wordt in vele variaties het thema „Gods dienst en Democratie" als onderwerp voor de preek gekozen. Amerika telt niet minder dan 56 kerken met te samen ongeveer 54 millioen leden, dat is pl.m. 43 percent der bevolking, terwijl 57 percent tot geen kerk genootschap behoort. Ook de kerkelijke pert houdt zich in den laatsten tijd zeer met dit onderwerp bezig, waarin ook de godsdienst als bolwerk tegen de nieuwe Europeesche politieke gedachte wordt gehuldigd. Het Belgische protestantisme. De Protestantsche Kerken in België zijn druk bezig zich te herstellen van de Re- volgen van den oorlog. Het grootste deel der gemeenten, welke door den oorlog ver strooid waren, is weer op de oude sterkte teruggekomen. De kerkgebouwen, gelijk die te Namen, 'welke van de oorlogsschade Re- leden hadden, zijn weer hersteld. De gods dienstige samenkomsten en het godsdienst onderwijs vinden weer geregeld plaats. Giften. Ds. C. Riemers, Evangelisch Luthersch predikant te 's Gravenhage, ontving van een onbekenden gever een gift van f 1000 voor de vereeniging „Maarten Luther". Ds W. J. Kooiman, Evangelisch I.utherBch predikant te Amsterdam ontving van mevr. van L. voor de? onkosten van het hulppre dikerschap in zijn wijk verbonden een gift van f300. Toenadering tusschen Gereformeerd en Her vormd. Te Naaldwijk heeft een bespreking plaats gevonden met een commissie uit den Raad der Geref. Kerk en uit het bestuur der Herv. evangelisatie, welke bespreking ten doel had te komen tot bezinning over de Re- scheidenheid, waarin beide groepen van lijders der waarheid tegenover elkander leven, aldus de Stand. Overwogen werd om meer contact te krijgen met elkaar. De bei de commissies hebben op de basis van de drie formulieren van eenigheid principieele overeenstemming verkregen. Het voorne men is nu van tijd tot tijd gemeenschappe lijk samenkomsten te doen houden, die het karakter kunnen hebben van een getuige nisavond of van een bidstond. Het woord zal telkens worden gevoerd door vertegen woordigers van beide groepen. De bedoelirig is aan deze bijeenkomsten een zoodanig karakter te geven, dat ook zij. die van het kerkelijk leven zijn vervreemd, hiermede bereikt kunnen worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1941 | | pagina 6