VOOR DE JEUGD
Tob nooit
HET MOEILIJKE PROBLEEM
De ruïnes van Tipasa
GEESTELUK LEVEN
Beste jongens en meisjes.
Van de week wordt het restant van de
briefjes behandeld, die de vorige week niet
aan de beurt kwamen. Dat beteekent dat
we nu weer met een schone lei beginnen en
dat jullie allemaal weer een brief kunt
inzenden.
Het is de laatste jaren steeds zo geweest,
dat er in de maanden November en Decem
ber een ware stortvloed van briefjes op me
loskwam. Dat is ook nu zo. En hoewel ik het
verbazend prettig vind, kom ik in een ander
opzicht voor een geweldige puzzle te staan.
En wel... de papierbezuiniging. Het zal er
dus misschien van komen, dat de briefjes een
kort antwoord krygen of een keer over blyvy
liggen, moeten er voor zorgen, dat de briefjes
voortaan uiterlijk Dinsdagavond op 't kan
toor zijn. Dat kan best, lijkt me. Houden we
dat voor afgeproken?
Ik zal nu eerst de gelukkige winnaar be
kend maken. Dat is van de week:
Kinderen HOENSON,
Leek 104, Barsingerhora.
En nu de briefjes:
Adri Verbmgge Breezand. Dat Is aardig,
Adri, dat jullie thuis een geit-hebben. Ik denk,
dat je vader beter kan melken dan jy, want
anders zou zij toch geen meter in de lucht
springen. Maar haar voeren is toch ook al
leuk! Zorg maar goed voor haar.
Ato Vader, Callantsoog. Natuurlijk mag
jij meedoen onder een schuilnaam, Ato. En
de naam, die je meent, vind ik mooi. Zoo,
zijn je fietsbanden bijna op. Mijn banden zijn
ook slecht hoor. En dan moéten we maar
lopen, hè!
Anneke v. Bale, Den Helder. Leuk, An-
.neke, dat jij nu zelf eens naar mij geschre
ven hebt. Jij kan ook netjes schrijven, dus
moet je het steeds maar zelf doen. Jammer,
hè, dat je terug gezet bent, je doet nu maar
flink je best. Dag!
Marie Noot, Camperduin. Ik kan me
begrijpen, dat jullie van jullie vorige woon
plaats vertrokken bent, daar zal 't niet rus
tig geweest zijn. Ik wil nu geen beslag op je
tijd leggen, maar om een klein briefje te
schrijven, kun je toch wel wat tijd maken.
Dieuwertjc Schouten. Dat was me een
feest zeg, je ouders 12% jaar getrouwd. Dat
zullen de familie en kennissen zeker wel
aardig gevonden, hebben hè, een voordracht
en een versje van jullie drieën! En je moet
maar geduld hebben, want gerust als je
trouw mee blijft doen, dan krijg je ook vast
wel eens een prijs!
Bep Roos. Nou Bep, die boeken, die jij
me daar opnoemt, die zijn prachtig, vooral
dat van: „Toen het Lente werd op de
Oegehoek", dat is erg mooi, je hebt er ten
minste goed aan gedaan om er een catalogus
van aan te leggen, want bleken uitleenen is
vaak riskant.
Broer en Zus de Visser, Woudsend. Ik
kan me begrijpen dat jullie popelen wanneer
't weer de tijd is dat je ouders komen. Wat
zullen jullie dan veel te vertellen en te vra
gen hebben, 't Is maar goed dat ze voor een
paar dagen komen, want anders was de tijd
nog te kort.
L. F. Gieles. Natuurlijk mag je mee
doen, hoor! Maar dan de volgende week een
langere brief.
Jan Muntjewerf. Ben jij er even achter
zeg. Je zusje de raadsels meegeven en jfl lek
ker thuiszitten achter de kachel!
Jan de Graaf, Schoorl." Welkom! En óf
hoor, 't regent in Den Helder ook wel eens
„pijpenstelen". Ja, in Schoorl Is 't fijn wonen,
vooral in de zomer.
TIets v. d. Cappelle. Ik zal de groeten
overbrengen aan den vorigen Kindervriend.
Nou zeg, jij bent even vlug, om 11 uur de
krant en om twaalf uur je briefje gepost;
dan vond je 't raadsel zeker ook niet zoo
moeilijk hè? Tiets, nu moet je de groeten
eens doen aan Rina; je kent die toch wel!
Jantje Grande, A. Paulowna. Nu ben je
dan weer beter, 't Is niet zo leuk, om 2 we
ken in een ziekenhuis te liggen, maar om
aldoor met een zere keel te lopen is ook niet
prettig, hè?
Gerrit Vis. Natuurlijk mag je elke week
mee doen, en dat heb ik zelfs graag, want
een club trouwe vriendjes en vriendinnetjes
is veel gezelliger. Het raadsel van de vorige
week was niet moeilijk, hè?
Piepertje Kleimeer, Veenhuizen. Nee,
dat valt niet mee. in de kou naar school fiet
sen en dan nog in een koud schoollokaal te
zitten, brr. Het Is wel goed als je vooruit wilt
op school. Had je voor rekenen, zingen en
schrijven hooge cijfers. Maar nu moet je ook
eens proberen om voor taal een 8 te krijgen,
want je kunt netjes schrijven hoor!
Henni© v. d. Mast. Neen Hennie, kinde
ren heb ik niet. Wat een mooie boeken heb
jij; 't boek van „Alleen op de Wereld" van
Hector Malot is prachtig. Dat kim je ook
nog lezen wanneer je ouder bent.
N. J. Gieles. Gefeliciteerd met je ver
jaardag; heb je een prettige dag gehad?
Blyf je een trouw vriendje?
Annie Koorn. Nee, dat is niet leuk, als
de raadsels in jouw boekje staan, want dan
moet je er geen moeite voor doen. Ja, de
winteravonden zijn zelfs heel gezellig.
Corrie Bekebrede. Jij schryft me, dat
Je op de Parelweg"-school bent, maar dat
moet zeker Parallelweg zyn hè? Ja, Corrie,
je zal net als zoveel vriendjes en vriendinne
tjes geduld moeten hebben, maar als je
trouw je raadsels instuurt, dan heb je tel
kens kans dat je een taart of boek wint.
Annie Zikkenheimer, Groet. Dus jullie
hebben maar 4 dagen school, nu, dan kun je
Zaterdags en Maandags fyn je moeder hel
pen. Dat doe je toch zeker wel graag, hè?
Wies je Coster. Dat zal je Moeder wel
fijn vinden zo'n grote dochter, die haar dan
al fijn een beetje helpen kan. Jan heeft me
toch nog wel een aardige brief geschreven
met z'n linkerhand. Ja, ik ben erg benieuwd
naar wal je allemaal kryVt met je verjaar
dag, dat zal dan wel een lange brief worden,
zeg!
Corrie van Bale. Nu Is 't weer een groot
hoekje hoor, Corrie; .nu hoef je dua niet zo
te zoeken. En als jij 14 jaar geworden bent,
mag je een schuilnaam nemen hoor; zoek nu
maar vast een mooie uit!
Martha Briars. Nu. bij ons zijn ze toch
nog wel geweest, hoor met St. Maarten.
Maar 't is waar, vorige jaren stond de bel
niet stil en nu was 't niet zn druk. Doe je
3 zusjes maar de groeten van mij. Zijn z<
allemaal nog zo klein, dat ze zelf niet kun
nen schrijven?
Slentje Korbee, Schagerbrug. Nu zie je
maar eens hè, hoe goed ik raden kan? Vol
gende week eens een langer briefje schrij
ven, Sientje.
Coen Coster. Nee, dat gaat dan niet hè,
als je zoveel huiswerk krijgt, dat je nergens
geen tijd meer voor hebt, dan kun je ook
geen brief meer aan mij schrijven. Maar ik
geloof, met een beetje goede wil, dat 't dan
toch nog wel zal lukken, wat denk jij?
Gerie Muntjewerf. Dat was maar een
kort briefje, ik weet haast niet wat ik daar
op antwoorden moet. Je 'begint: „dat je me
nu eens gaat schrijven" en dan volgt er
direct op: „ik weet niets en heb geen tijd".
Volgende keer beter, hoor.
Rita Geerllgs. Nu, dat zal de onder
wijzer wel niet goed gevonden hebben, dat
jullie steeds zaten te babbelen, Zo zie je
maar weer, dat 't kwaad zich zelf straf.
Want nu mogen jullie niet meer naast elkaar
zitten Van Corrie heb ik ook een briefje
gehad!
Coba Wezelm&n, A. Paulowna. Wat kun
jij een gezellige brieven schrijven, Coba; wer
kelijk, je briefje vond ik zo leuk; je wordt er
apart voor bedankt hoor! Wat een teleur
stelling voor jou zeg,, dat het nu maar een
droom was, en geen werkelijkheid, maar
misschien komt dat ook nog wel eens. Waar
om wil je zusje niet meedoen, 't mag gerust
hoor, hoe meer vriendinnetjes hoe liever.
Coba Schendelaar. Is 't nu naar je zin?
Nu vriest het niet mêer, hè? 't Is nu beter
uit te houden hoor, als je vroeg uit je bed
moet. Je stond verleden week niet bij de
goede oplossers, maar je raadsel was toch
goed.
Alle Burger, Schagen. Welkom, hoor!
Ik ben niet zoo gauw boos, maar ik heb na
tuurlijk wel liever dat mijn Triendjes en
vriendinnetjes trouw schrijven. Ook jij stond
verleden week niet bij de goede oplossers,
maar het raadsel was in orde hoor!
Betsie Sarton, Schagen. Hè, wat ver
velend is dat nu voor je zeg, nu heb'je ver
leden week weer niet bij de goede oplossers
gestaan, maar ik ontvang je briefje ook zo
laat. Hoe komt dat, stuur je het te laat in?
Je raadsel was toch goed hoor, ik heb 't nog
even apart nagekeken. Dag!
OPLOSSING RAADSEL VORIGE WEEK.
Door BERT VAN LAAN.
Geel, rood, paars.
Roos, papaver.
Bes, peer, kers.
NIEUW RAADSEL.
Het geheel bestaat uit 13 letters en is een
schadelijk -insect.
9, 6, 13 voertuig.
I, 4, 7, 10 geheim-schnft.
3, 8, 5 vod.
II, 12, 2, 13 wagenvracht.
9, 2, 4," 3 groente.
GOEDE OPLOSSINGEN ONTVANGEN
VAN:
Den Helder: Hennie v. d. M., Piet J., Betsy
F., Klaas B., Lientje W., Annie D., Harry R.,
Nico B., Trijntje K., Tiny H., Tiny C., Jo-
hannes B., Piet B., Roos S., Greetje R.,
Netty R., Agatha S., Frits C., Coen C., Neel-
tje C., Sientje de J., Henkie v. A., Meta v.
A., Douwe M., Fresia, Loe B., Jan de B.,
Annie v. B., Cor v. B., Martha, Tony, Dientje
B., Dirkje B., K. W., Corrie B., Nina B., Ger
rit B., Tiet B., Corrie B.; Jacob P., Maarten
K., Corrie G., Jan V., Jellie v. d. O., Annie
K., Jopie en Henkie P., Gonda G., Freek B.,
Pieter B., L. T. G., Joh. G., Corrie K., Coba
P., Nellie C., Piet v. V., Maarten v. V., Hen
kie en Jantje S., uü v. B., Pietje W., Jan B.,
Martina v." E. G., Rita G., Hep R.
Schagen: Corn. B., Sientje K., Ifke B.,
Leni K., Betsie S., Koosje B., Beppie K.,
Henkie K., Piet B., Gerie, M., Jan M., Glel B.
N. Niedorp: Neeltje W., Diet de G., Gerie
K., B. de V.
Kolhorn: Mijnie en Louise d. J., Nellie P.,
Annie K., Iza de R.
Anna Paulonwa: Geertje N. Coba W., Nelie
de V., Angele de C., Jan G.
Breezand: Gerry v. 't O., Luci W., Gerrit
F., Sjoerdje S., Jan Pieter M., D. S.
Callantsoog: Ato V., Wim L.
Willy R., 't Zand; Maartje B., Stolpen;
Gerrit V., St. Maartensvlotbrug; Ali B., St.
Maartensvlotbrug; Dirk K.„ St. Maartens
vlotbrug; Corrie B., Texel; Hendrik B., Bur-
gertnug- Sisca -H., Julianadorp; Pietertje K.,
Heer Hugowaard; Coosje B., Bergen; Luitje
K., Hensbr<ek; Marie de B., Middenmeer:
Trien T., Wieringerwerf; Rein v. d. V., Wie-
ringen; Janni B., Valkoor; Annie B., Valk
oog; Marie N., Camperduin; Annie, Z.,
Groet; Annie v. H., Winkel; Rikus H., Dirks-
horn; J., T. en B. H. Barsinuger-
horn; Theo v. S., Castricum; Jan de G.,
Schoorl; Trijntje v. S., 't Zand; Piet B.
Hoorn; Broer en Zus de V., Friesland, Han-
neke D„ Bussum; Henny v. G., Amsterdam,
DE ONTWIKKELING VAN ONZE
VERSTANDSKIES.
Langen tijd heeft men in wetenschappe
lijke kringen gedacht, dat onze verstands
kies in haar ontwikkeling op den terugweg
was, zoodat deze na verloop van eeuwen
volledig zou verdwijnen. In de laatste ja
ren is men echter van deze opvatting afge
stapt. De nieuwste onderzoekingen op dit
gebied hebben namelijk aangetoond, dat dit
niet het geval isf. Door röntgen-onderzoek
heeft men vastgesteld, dat in het steenen
tijdperk deze kies nog niet bestond, althans
niet zichtbaar. In dien tijd brak deze kies
nog niet door, doch bleef onderhuids in de
kaak zitten.
Aangezien tegenwoordig bijna iedereen in
het bezit is van deze verstandskies, denkt
men, dat zij zich in later eeuwen nog wel
eens normaal zal inrijen.
LACHPILLEN.
„Hoeveel kost die hoed?"
„Dertig gulden, mijnheer."
„Dertig gulden? En er zitten niet eens ga
ten in."
„Gaten, mijnheer, waarvoor?"
„Voor de ooren van den ezel, die dat er
voor geven wil."
„In uw afwezigheid meneer baron, is er een
bokser aan de deur geweest, die aanbood,
u om de een of andere reden een aframme
ling le geven."
„En wat heb je hem gezegd?"
„Dat u tot mijn spijt niet thuis was."
O/ió k&Jd cttïPuial:
De zonderlinge dingen des levens zijn
vele.
Met een verduisterd lantaarntje betrad ik
een verduisterde tram. Hieraan zijn we ech
ter reeds min of meer gewend. Daér zat
de vreemdigheid dus niet in, wel in de ont
moeting, welke ik er had.
Voorzichtig, bang me te stooten aan kan
tig- of rondigheden, baande ik me een weg
door het volle vervoermiddel. Tot ik nog
een onbezet plaatsje vond tamelijk erg voor
aan. Met 't gevoel, in veilige haven te zijn
aanbeland, zette ik me neer.
Blauwig verlichtte ik mijn portemonnaie,
waarbij de conducteur ook nog wat schijn-
op me liet vallen of ik in een onwe
zenlijke wereld leefde! betaalde en keek
verder rustig voor me. Er viel in de ver-,
duistering tóch vrijwel niets te zien. Waar
om zou ik mijn oogen dus vruchteloos in
spannen?
Gaandeweg drong het echter tot me door,
dat op 't zij-bankje, links vóór me een echt-
paar-achtig tweetal zat en op 't zijbankje
daar recht tegenover een dito duo. Die vier
schenen bij elkaar te hooren, want ze voer
den een onopvallend gesprek.
Zonder op hen te letten, bleef mijn blik
- die moest toch érgêns op gericht zijn op
de mannelijke helft van 't echtpaar links
rusten. Of hij de gewaarwording kreeg, ge
fixeerd te worden, weet ik niet, maar na
verloop van eenige halten begon hij me
eveneens te beturen en onze oogen lieten niet
van elkaar af, alsof we er iets mee bedoel
den. Reeds, omdat dat een beetje hinderlijk
kon worden, wilde ik een anderen kant uit
kijken. Doch vóór ik aan dat voornemen ge
volg kon geven, richtte de persoon, wiens
aandacht ik zoo onwillens getrokken had,
plots 't woord tot me en zei hartelijk:
„Goeienavond, Jan!"
Ik schrok op en dacht: „Wel, verduiveld,
hoe weet die man mijn naam? Ik ken hem
toch niet. Of houdt hij me voor een ander?"
Dat laatste bleek inderdaad het geval te
zijn, want voor ik nog iets terug zeggen kon,
mengde de vrouwelijke wederhelft van links
zich in het gesprek en suste:
„Weineen, je vergist je. Dat is Jan niet!"
De man, die me herkend meende te hebben,
twijfelde nog even, maakte daarop heftig
zijn excuus.
„O, neemt U me niet kwalijk", mompelde
hij met een eenigszins schutterig gebaar.
„U lijkt anders erg op hem." En zacht had
hij het daar nog een poos over tegen vrouw
lief en de overburen.
„Ik had even temggeknikt met een glim
lach van „o, het hindert niets" en was ver
der, door het wat hakkelende spreken van
mijn onbekende en een paar onzekere bewe
gingen welke hij daarbij maakte, tot de con
clusie gekomen, dat hij lichtelijk boven zijn
theewater was. Dan kon je je vanzelfspre
kend makkelijk vergissen.
't Knutterige viertal, dat onloochenbaar tot
den gezelligen burgerstand behoorde, verge
tend, keek ik weer voor me. Tot het gezel
schap zich bij een halte verhief en met een
groet afscheid van me naim. Ik knikte maar
weer. Daar zei de man, die de oorzaak was
van onze vage kennismaking en slechts met
moeite op kwam ('t was duidelijk: hij had
iets te diep in het glaasje gekeken!), joviaal
tegen me:
„Nou, goeienavond, meneer, al is U dan
ook niet Jan."
Ik zette mijn terughoudendheid van me
af en antwoordde met iets uitbundigs:
.,Komt er niet op aan, hoor! En ik zal maar
zeggen: goeienavond, Piet!"
De tram hield net stil. Anders was de man
zeker omgevallen. Heelemaal verbouwereerd,
uit 't lood geslagen, staarde hij me een
oogenblik aan. Dan riep hij schor:
„Maar ik héét Piet!"
Ja, ik kon 't niet helpen. Dus zei ik maar
niets.
Zijn vrouw trok hem mee, drong aan, dat
ze er uit moesten. En hij ging, langzaam,
niets meer begrijpend van die haast tot on
wezenlijkheid verduisterde wereld om hem
heen en zacht hoorde ik hem nog mompe
len met iets in zijn onzekere stem, dat om
de oplossing vroeg van een verbijsterend pro
bleem:
„Zouden het dan tóch Piet en Jan zijn ge
weest?"
(Nadruk verboden.)
Eigenwaarde
Wy voelen ons, de meesten van ons
althans, al heel licht aangetast in onze
eigenwaarde. Vandaar het gezegde, dat de
meeste menschen over „onvriendelijkheid''
klagen, walmeer hun de waarheid gezegd
wordt. Iedere medaille heeft haar keerzijde.
Zoo zal iemand, die-langzaam werkt allicht
nauwkeuriger të werk gaan dan iemand, die
alles vlug wil afdoen. De combinatie: „vlug
en goed" bestaat, maar zij is zeldzaam.
Zoo kwam het voor, dat twee zusters, die
samen een étage bewoonden, zich voortdurend
aan elkaar ergerden, de een aan de ander
omdat ze zoo slordig en vluchtig was.
Hoeveel beter zou de harmonie bewaard zy'n
gebleven, als die twee elkander in hun eigen
waarde hadden gelaten; als de langzame had
gedacht: „Nu ja, zij is eenmaal zoo, wat mij
niet bevalt doe ik ongemerkt wel zelf over,"
en als de andere had kunnen erkennen: „mijn
zuster is wel erg langzaam, maar zij werkt
ook beter en zorgvuldiger dan ik, dus laat ze
haar gang maar gaan." Een ieder heeft zyn
aangeboren wijze om iets te doen en zijn
eigen tempo, waarin hy of zij werkt. Wan
neer menschen nog jong zijn of onder Uw
leiding staan, kunt U ze op tactvolle wijze
attent maken op de werkelijkheid van een
wijziging van hun werkwijze, hetgeen nog
heel iets anders is dan bitse kritiek, als
menschen echter, zooals de beide zusters die
wij noemden, den middelbaren leeftijd gepas
seerd zijn, heeft het gewoonlijk weinig zin
om te trachten het nog tot een andere werk
wijze of een sneller tempo te brengen.
Wij ergeren ons dagelijks, en veelal aan
onze medemenschen, en wij realiseeren te
weinig dat anderen zich, en terecht,
EEN BEZOEK AAN EEN ANTIEKE HAN
DELSSTAD IN NOORD-ATRIKA.
Hen zal niet gemakkelijk oude
ruïnes vinden, die indrukwek
kender zijn dan de overblijfse
len van de stad Tipasa in Noord-
Afrika. Ook wanneer men in 't
geheel geen archaeolobische ken
nis heeft, dan kan men hier iets
leeren. Daartoe behoeft men
slechts enkele wandelingen te
maken in de omgeving van het
schilderachtige Algiers.
De ruïnes van Tipasa liggci
langs da oever van de zee verspreid en men
treft daar im de buurt haast geen moderne
nederzettingen aan. Het gelijknamige Fran-
sche dorp van nieuweren datum begint ver
der landwaarts in. Daardoor was het moge
lijk groote opgravingen te verrichten, waar
bij men belangrijke resultaten verkreeg. De
stad Tipasa was oor spronkelijk een Fhoeni-
cische nederzetting. Haar naam dateert nog
uit dien tijd. In den tijd dat Mauretanië (het
tegenwoordige Marokko) door de Romeinen
in bezit genomen werd, werd de stad ver
nieuwd. Veel belangrijker was destijds Cae-
sarea, het tegenwoordige Cherohel, hoofd
stad van het land en residentie van den in
boorling, en in Rome grootgebrachte koning
Juba. Daar evenwel de tegenwoordige neder
zetting Gherchell op precies dezelfde plaats
ligt als de antieke stad, zijn hier opgravin
gen nagenoeg onmogelijk. Wanneer men
dan ook het een en ander over het antieke
Gherchell te weten wil komen, moet men
de prachtige vondsten van standbeelden en
dergelijke bewonderen, die aldaar in het.
museum bewaard worden. Het antieke Tipa
sa was echter ook niet zonder beteekenis
geweest. Immers, het lag aan een 'belang
rijke verkeersweg tusschen Caesarea en
Ico6tum, het tegenwoordige Algiers. Het
was met zijn gunstig gelegen haven een
uitstekende handelsstad, die vooral met
Spanje en Gallië, maar ook met Italië in
verbinding stond. De stad was onmisbaar
voor de uitvoer van wijn, olie en hout.
In het hart van de antieke stad liggen
oude thermen, waarvan de imposante muren
behouden zijn. Bijzónder indrukwekkend is
een tempel, die oorspronkelijk aan de hoofd
straat was. Tegenwoordig staat hij in een
prachtig park met geweldige trappen cn
zuilenhallen. Vermoedelijk is dit het heilig
dom eens Hercules gewijd, want er worden
overblijfselen van een standbeeld gevonden.
Een klein amphitheater van geringe betee
kenis sloot zich bij de tempel aan. Daar
weer dicht bij werd een groote bron gevon
den, een zoogenaamde nymphaeum. Het
water werd door een gedeeltelijk nog be
staand aquaduct daarheen geleid. Het
stroomde dan over een platform van cement
dat met standbeelden versierd en door blau
we marmeren zuilen omgeven was. Ten
slotte stroomde het door verschillende bui
zen in met tegels bekleede bassins, óok zijn
er nog overblijfselen te zien van een goed
aangelegd afvoerkanaal.
Overblijfselen.
Langs een klein mausoleum en een acht
hoekige pyramide. die vermoedelijk tot het
graf behoorde, bereikt men de plaats van de
oude Porta Caesarea, die nog duidelijk ge
kenmerkt wordt door de overblijfselen van
twee poort-torens. Deze poort behoorde tot
de ommuring, die nog tegenwoordig met
haar bastions rondom de antieke stad ligt.
Deze ommuring was blijkbaar zeer sterk,
want toen de opstandige Moorenvorst Fir-
mus tegen het einde van de vierde eeuw na
Christus het land overviel, veroverde hij
wel Caesarea, maar niet het minder belang
rijke, doch veel beter verdedigbare Tipasa.
Vervolgens gaat men langs een klein thea
ter en bereikt dan langs de vestingmuren
de Middellandsche Zee.
Daar heeft men op een hoogte de grond
muren van een zeer groote kerk uitgegra
ven. Men heeft kunnen nagaan, dat het 52
meter lange gebouw in zeven schepen ver
deeld was, die weer door vierhoekige pijlers
gescheiden waren. Helaas heeft men eenige
van de pijlers gerestaureerd, wat het geheel
sterk schaadt. Ook van het mozaiek dat
ongeveer 700 vierkante meter beslaat, is
veel bewaard gebleven. De waarde er van is
evenwel niet bijzonder groot, daar het uit
gelijkvormigè en onbeduidende figuren en
teekeningen bestaat.
Bouwwerken.
Links van' de kerk lagen nog verschillen
de bouwwerken, die evenwel gedeeltelijk
door de wind en het water vernield, gedeel
telijk ook in het struikgewas verscholen la
gen. Het belangrijkste daarvan is het bap
tisterium, waarvan het ronde basin met zijn
trappen nog duidelijk zichtbaar is. En de
ruimten er naast, die gedeeltelijk van een
soort centrale verwarming voorzien zijn,
heeft men zeer mooie mozaieken met in
scripties, teekeningen van visschen, vogels
en vruchten gevonden. Tegenwoordig kun
nen deze bezichtigd worden in het Museum
te Algiers. In de nabijheid van de heuvel
ligt voorts een groot Christelijk kerkhof met
een kapel,' waarin verschillende bisschop
pen begraven liggen.
Wanneer wij thans langs de rotsachtige
oever het centrum van de stad weer nade
ren, vinden we daar in de eerste plaats ver
schillende thermen en de overblijfselen van
een groot gebouw, dat vermoedelijk oor
spronkelijk de werkplaats van een potte-
bakker geweest is. Men heeft dit afgeleid
uit de groote hoeveelheden klei en scherven,
die men daar gevonden heeft. De middelste
heuvel van Tipasa, die tegenwoordig een
murtoren heeft, was blijkbaar in de Oud>
hejd bijzonder rijkelijk bevolkt. Hier ver
heffen zich tusschen de resten van talrijke
huizen met regenputten de dorische zuilen
hallen van de basilika, waarin de vonnis
sen gesproken werden. Dicht daarbij lag het
forum, do markt, waarvan de steenen vloer
geheel bewaard gebleven is. Breede hallen
met zuilen er omheen, die gedeeltelijk weer
gerestaureerd zijn, vormen de ingang. Daar
achter lagen zes zalen van verschillende
grootte, eenige zelfs met manneren vloeren.
De tempel aan de Noordelijke zijde van het
forum was zonder twijfel het capitool. In
teressant zijn hier ook de sterke en hooge
fundamenten, die het gebouw steunen a
de zijde, waar de heuvels in zee afdalen.
Moderne haven.
Wij dalen de heuvel nu af en komen dan
langs de moderne haven. Daar wordt onze
aandacht geboeid door een merkwaardig
bouwwerk, dat midden in het water staat;
een soort hoekige, scheefstaande toren. Deze
toren, die waarschijnlijk door de branding
zoo ondermijnd is, is. afkomstig uit zeer
oude tijden en nog vóór de Romeinen, dus
van de Phoeniciërs.
En thans voert onze weg langs de Middel
landsche Zee, langs een klein kerkhof naar
de Oostelijke heuvel, die wederom een groot
Christelijk kerkhof draagt en in het mid
den een belangrijk bouwwerk, de baseliek
van de Heilige Salsa. Deze tot bescherm
heilige der stad verklaarde jonkvrouw had
namelijk op haar veertiende jaar temidden
der nog Heidensche bevolking het Christe
lijke geloof aangenomen, een afgodsbeeld
vernield en in zee geworpen. Zij werd toen
door de verontwaardigde menigte gedood;
doch over haar graf werd nadedhand een
kerk opgericht, waarvan de massieve voor
muur met het breede portaal tegenwoordig
nog ongerept bewaard gebleven is, terwijl
van het overige deel, dat uit drie schepen
bestond, nog slechts de fundamenten over
gebleven zijn.
Het is thans avond geworden en terwijl
wij op het door de zee omspoelde schier
eiland staan, wordt het spoedig donker.
Maar de nachten, die hier van een zeldza
me helderheid zijn, verleenen de ruïnes een
zeer aparte bekoring. Onder de stralen v&i j
de opkomende maan lijkt het, alsof de ree
ten uit lang vervlogen tijden tot nieuw le
ven komen en weer tot een machtige een
heid tezamen groeien.
ook aan ons ergeren. Het zou wel goed zijn,
als wy 's avonds eens de revue lieten pas-
seeren wat wij dien dag zoo al verkeerd ge
zegd of verkeerd gedaan hebben, en ook
wat wij achteraf betreuren ongezegd of on
gedaan gelaten te hebben. En ons dan even
ronduit' aan onszelf ergeren, en ons tevens
voor te nemen de zaken morgen beter aan
te pakken. Wy kennen iemand, die deze ge
woonte van de dagelijksche avond-revue"
heeft aangenomen, en hij zegt: „iederen keer
dat ik op het punt ben, iemand een wrevelige
aanmerking op zyn gedrag toe te voegen,
denk ik onwillekeurig aan mijn eigen „zon
den-register" van den vorigen avond en
slil mijn woorden in."
Misschien zou daarom de dagelijksche
avond-revue aanbevelenswaardig zijn voor
allen, die zich bewust zyn van een nogal
scherp kritischen aanleg.
Dr. jos de Cock.
In Mexico groeit op slechts enkele plekken
een bloem, welke in den loop van den dag
telkens van kleur verandert In de ochtend
schemering is zij sneeuwwit, doch wordt ro
sé, wanneer de zon opkomt, 's Middags heeft
de bloem een mooie, helroode kleur, die te
gen den namiddag verandert in licht lila.
Dit lila wordt steeds donkerder naarmate
de dag vordert en wanneer het donker is, is
de bloem zuiver blauw. Deze kleur verbleekt
in den loop van den nacht en des morgens
is deze wonderlijke bloem weer sneewwit.
Godsdienst en democratie.
Uit vrees, dat de nieuwe politieke gedach
te vanuit Europa ook in Amerika veld zal
winnen, waardoor de Amerikaansche demo
cratie bedreigd zou worden, is men in Ame
rika ertoe gekomen om den godsdienst te
gaan beschouwen als een specialen steun
pilaar van de democratie. In tal van kerken
wordt in vele variaties het thema „Gods
dienst en Democratie" als onderwerp voor
de preek gekozen. Amerika telt niet minder
dan 56 kerken met te samen ongeveer 54
millioen leden, dat is pl.m. 43 percent der
bevolking, terwijl 57 percent tot geen kerk
genootschap behoort. Ook de kerkelijke pert
houdt zich in den laatsten tijd zeer met dit
onderwerp bezig, waarin ook de godsdienst
als bolwerk tegen de nieuwe Europeesche
politieke gedachte wordt gehuldigd.
Het Belgische protestantisme.
De Protestantsche Kerken in België zijn
druk bezig zich te herstellen van de Re-
volgen van den oorlog. Het grootste deel
der gemeenten, welke door den oorlog ver
strooid waren, is weer op de oude sterkte
teruggekomen. De kerkgebouwen, gelijk die
te Namen, 'welke van de oorlogsschade Re-
leden hadden, zijn weer hersteld. De gods
dienstige samenkomsten en het godsdienst
onderwijs vinden weer geregeld plaats.
Giften.
Ds. C. Riemers, Evangelisch Luthersch
predikant te 's Gravenhage, ontving van
een onbekenden gever een gift van f 1000
voor de vereeniging „Maarten Luther".
Ds W. J. Kooiman, Evangelisch I.utherBch
predikant te Amsterdam ontving van mevr.
van L. voor de? onkosten van het hulppre
dikerschap in zijn wijk verbonden een gift
van f300.
Toenadering tusschen Gereformeerd en Her
vormd.
Te Naaldwijk heeft een bespreking plaats
gevonden met een commissie uit den Raad
der Geref. Kerk en uit het bestuur der Herv.
evangelisatie, welke bespreking ten doel
had te komen tot bezinning over de Re-
scheidenheid, waarin beide groepen van
lijders der waarheid tegenover elkander
leven, aldus de Stand. Overwogen werd om
meer contact te krijgen met elkaar. De bei
de commissies hebben op de basis van de
drie formulieren van eenigheid principieele
overeenstemming verkregen. Het voorne
men is nu van tijd tot tijd gemeenschappe
lijk samenkomsten te doen houden, die het
karakter kunnen hebben van een getuige
nisavond of van een bidstond. Het woord
zal telkens worden gevoerd door vertegen
woordigers van beide groepen. De bedoelirig
is aan deze bijeenkomsten een zoodanig
karakter te geven, dat ook zij. die van het
kerkelijk leven zijn vervreemd, hiermede
bereikt kunnen worden.