Geestelijk leven
Tob nooit
r. De pijp
SLAAF OF KONING?
Beste jongens en
meisjes I
We zijn nu weer een week dichter
bfl Siijt Nicolaas. En ik heb zo'n
idee, dat menig kinderhartje vol ver
langen of vol angst uit zal zien naar
6 December, maar ik geloof niet, dat
er veel kinderen zijn, die 'bang be
hoeven te zijn. want jullie hebben
toch allemaal je best gedaan? Maar
jullie mogen, wanneer je den goeden
Sint schrijft, wel duidelijk je naam
en adres vermelden, want nu met
die verduistering L 't voor een ouden
man wel moeilijk om 't goede huis
te vinüen. Nu is er geen haver te
krijgen voor 't. paard, maar mis
schien hebben jullie wel wat
gras gedroogd en dan wordt 't hooi,
en dat lust 't paard ook graag, hoor!
Het boeJi is gewonnen door:
LENI KORBEE, f
Gr. Sloot 5, Schagerbrug.
Loek en Leon v. <L Wal, Den
Haag. Ze hebben jullie zeker ver
geten, Loek. Maar we zullen hopen,
dat hij de volgende- week op tijd is.
Doe je de groeten aan Leon.
Sisca Harteveld, Julianadorp.
Nu Sisca, dat zal wel plezierig
zijn met een hoop vriendinnetjes in
een koestal te spelen. En dan nog
bovendien lekker warm. Ja, in een
kippenboet is t nu wel niet warm.
Het is te begrijpen, dat eeü hoop
mensen terug gaan naar Den
Helder.
Hanneke Dijkshoorn, Bussuin.
Ja Hanneke, 't is een leuk werk
hè, briefjes schrijven. En 'k vind
't altijd zo fijn, als ik een lange
brief krijg. Het is niet leuk, hè, dat:
je nu tien dagen.binnen moét blij
ven. Beterschap, hoor!
Henny v. Galen, Amsterdam.
Zo, Henny, heb je lang moeten
zoeken voor 't raadsel. Maar dit
Was toch niet zo moeilijk. En is je
zusje nu helemaal hersteld;fijn
voor haar, hè. Want in een zieken
huis is 't ook niet prettig.
Tini Vlaming, Barsingerhorn.
Zeker Tini, mag jij meedoen. Deze
keer nu' heeft je moeder je briefje
geschreven, maar de. volgende jij
hoor, Tinie.
Willy Roeffel, Zype. Hoe meer
raadsels je oplost hoe beter het
gaat, hoor, Willy! Dat zal een feest
worden met St. Nicolaas! Geven
jullie die operette op -school Dat
zal aardig worden, hè.
rtikus Hagenaar, Dlrkshorn.
Nee, Rikus, die boeken heb- ik niet
gelezen. Ik heb wel veel boeken ge
lezen, maar neg lang niet allemaal
hoor.. Zijn ze zo mooi?
Jan de Graaf, Schoorl. Zo Jan,
gaan jullie verhuizen. Dat is fijn,,
dat jij en je broertje nu allebei een
kamertje krijgen. Dan kunnen jullie
vast geen ruzie maken. Of doen
jullie dat nooit?
Luitje Kuiper, Hensbroek. Vind
je 't fijn, Luitje, d*it je in Hens
broek bent. Eigenlijk kon je beter
thuis zijn, dan was je tenminste be
ter, hè! Dus je oomzegger is jarig!
hoe oud is hg gewórden?
Anneke Eerland, Alkmaar. Ik
dacht, dat ik je briefje al beant
woord had. Want dat is 't zelfde
briefje van de vorige keer, Anneke.
Of bei ik soms mis? Dat hoor ik de
volgende keer wel van je, hè
Henk Jan Bregman, Burgerbrug.
Alweer een nieuw vriendje. Zeker
mag jij meedoen. Je zal wel een
fijne vacantie hebben gehad op
Texel, want wat is de natuur daar
mooi. Hebben jullie een bibliotheek
op school. Dan kan je van de win
ter heerlijk lezen!
XJiver. Ja. we hebben nu ge
lukkig mooi weer, hoor! Leuk, als
je je naam In de courant leest. Als
je natuurlijk de oplossing goed hebt.
Volgende week een langer briefje,
hor rl
Mieke Mink, Warme nhuizen.
Wat een lange brief, Mieke. Dat
zal een verrassing worden, als jullie
al die cadeautjes uitpakken. Jullie
brengen zeker allemaal een bon mee
naar school? Wat zal dat een feest
worden!
Leen Schouten, Anna, Paulowna.
Zeker, mag jif meedoen. Wie weet
win je dan ook gauw een boek. De
Volgende week een langer briefje,
hoor Leen!
Malde Boontjes, Stolpen. Heb
je al een hoop versjes geleerd voor
St. Nicolaas. Want 't is nu al gauw
zover, hoor. En is jullie verlang
lijstje al klaar? Fijn is dat, zeg, dat
jullie mogen kiezen wat je hebben
wilt.
Sientje Korbee, Schagerbrug.
Je bent nog niet te oud hoor, als
je veertien wordt mag je een schuil
naam zoeken. Wat fijn, dat je Opa
en Opoe komen en je krijgt dan een
heleboel, en van de anderen ook.
Ben je jarig geweest? Of voor je
St. Nicolaas?
Beppie Korbee, Schagerbrug.
Misschien win je wel een taart,
Beppie en dan kunnen jullie smul
len. Is Sientje jarig geweest? In
haar briefje naar mij schreef ze er
niets over.
Henkie Korbee, Schagerbrug.
Kan jouw vader zo goed in een
boom klimmen? Gaan jullie weer
naar Den Helder. Fijn hè, dat je
Op$ en Opoe Zondag bjj jullie zijn
geweest.
Martha Briara O nee, daar zijn
je zusjes nog te klein voor om me
briefjes te schrijven, maar nu jij 't
voor hen doet, is 't ook goed hoor!
Maar van Tonia krijg ik volgend
jaar vast lange brieven.
Martina v. Engelsdorp Gastelaar.
Sjonge, wat heb jij vaak ergens an
ders géwoond. En overal vond je 't
fijn! Ja, bij Huisduinen wonen, dat
is echt gezellig, zo dicht bij strand
en duinen, 't Kan haast niet mooier.
Ook moet ik je hog feliciteren met
je verjaardag; je bent wel goed be;
dacht, hè?
Jantje Coster. Héb jij je hand
zo bezeerd, dat je er een maand
rust mee moet houden. Als er nu
dan nog maar geen sneeuw komt,
want dan denk ik dat 't voor jou
wel een toer zal wezen om rustig te
blijven. Want met sneeuwballen
gooien en om een sneeuwman te
maken, daar heb je allebei je han
den voor nodig. Beterschap hoor,
Jan!
Wies je Coster. Wat een ver
jaardag heb 'jij gehad, zeg! Jij bent
wat je noemt „echt" jarig geweest,
wat een stapel cadeautjes en dan
nog je schoen zetten in deze tijd en
er nog een koek in vinden, dat is
toch zeker helemaal een verrassing.
Je moeder zal ook wel „zoet" ge
weest zijn dit jaar, dat zfl van den
Sint nu al een speldenkussen in
haar schoen vond.
Corrfe Swart. Welkom, hoor,
je mag natuurlijk ook meedoen en
je ziet wel, na de eerste keer staat
je naam al ih de krant, leuk, hè!
Roodborstje. Verleden week
heb ik je briefje niet gevonden, dus
zal je 't waarschijnlijk ergens ver
keerd gestuurd hebben. Nog gefeli
citeerd met je verjaardag. En de
naam die je gekozen hebt "is erg
mooi. Heb je wel eens een Rood
borstje gezien?
Klaas Gieles. Wat heb jfl veel
vriendjes en vriendinnetjes die van
deze maand jarig geweest zijn, wat
een feesten! Ook JiJ.nog gefelici
teerd hoor, met je verjaardag. Jij
hebt al zoveel gehad met je verjaar
dag, heb je nog wensen voor den
Sint ook?
Leo Gieles. Dit was een lange
brief hoor, dat vind ik gezellig. Zo,
ben jij op Texel geweest? Heb je
de eendenkooi nog gezien? Je hebt
zeker, als je er geweest bent, je
neus wel dicht gehouden, want dat
ia dan wel nodig! Fijn zeg, dat je
een schetsboek hebt gehad, nu kim
je tekenen, zo veel je wilt, dat doe
je toch zo graag?
Joop Gieles. Ja, er stond een
drukfout in de krant, maar de
meestevriendjes en vriendinnetjes
wisten toch wel wat er bedoeld
werd, want ze hadden 't tenminste
allemaal ingevuld.
Gusta Swart. Ja, er doen een
hele hoop kinderen mee aan de
raadsels en jij mag natuurlijk ook
meedoen, maar trouw blijven hoor!
Corrie v. Bale. Ja, tegenwoordig
zal 't wel eens meer gebeuren, dat 't
„Hoekje voor de Jeugd" Vrijdags in
de krant komt te staan, dus daar
moet je dan maar even op letten,
hoor! Ja, 't is gelukkig weer gauw
overgegaan, die kou, ik ben er blij
om hoor, en jij'? Of wil jij misschien
graag gaan schaatsen?
Anneke v. Bale. Ja, voor zo'n
klein vriendinnetje als jij bent is
„Coloradokever" een heel moeilijk
woord, maar je had het toch goed
geschreven.
Freld, Dikkie en Aafje Smit.
Ja, dat is dom, om je raadsels in je
schooltas te laten zitten. Daar win
je geen boek of taa^t mee. Geluk
kig, dat jullie weer allemaal beter
zijn, want ziek liggen met water
pokken is niet leuk. Eén dag heb ik
ook een klein zwart poesje gehad,
maar 't is 's morgens vroeg weer
weggelopen en in 't donker kon ik
't niet meer vinden!
Annie Delver. Ja, Annie, als
er te veel briefjes zijn, dan deel ik
ze weer in tweeën, want anders heb
ik bijna een hele krant voor de kin
derbriefjes nodig. En dat met de
papierschaarschte! Je vriendinnetjes
doen al mee,.
Jantje en Henkie Scheurwater.
Het woord, dat je ingevuld hebt,
was goed hoor; er was jammer ge
noeg een drukfoutje in 't raadsel ge
slopen, maar daarom kon je 't toch
nog wel vinden, hè? Ik zal in 't ver
volg beter opletten, dat 't niet meer
gebeurt!
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Coloradokever.
Goede oplossingen ontvangen van:
Den Helder: Martina v. - E. G.;
Jantje en Henkie S.; Jantje C.;
Wiesje C.; Corry Sw.; Joh. B.;
Klaas G.; Leo G.; Gusta rjS.; Joop
G.; Corrie v. B.; Anneke v. B.;
Aafje S.; Annie D.
Breezand: Jan P. H.; Bep F.;
Dieuwertje S.; Gerrie v. 't O.
Schagen: Alie B.; Koosje B.
Kolhorn: Annie K.; Iza de R.
Êgmond Binnen: Gretha B.; Rei-
nier B.; Gerard B.
Jopie M.; Corrie R.; Broer en Zus
de V., Woudsend; Piet B.; C. L.;
Giel B.; Schagen; Freek B.; Tiny
v. B.; Geertje W., Anna Paulowna;
Coba W., Anna, Paulowna; Piet B..
Hoorn; Tini S., Breezand; Ida Sch.,
Breezand; Rita G.; Sjoerdje S.,
Breezand; A. v. H., Winkel; Rein v.
d. V., Wieringen; Hennie v. d. M.;
Corrie B.; Gerie M., Schagen; Jan
M., Schagen; Geerie KL, Moerbeek;
Piet B., Schagen; Gerrit V.; Kinde
ren H., Barsingerhorn; Trien T.,
WieringerwerfJai.nie B.; A. B.
Valkoog; Greetje R.; Loek en Leon
v. d. W., Den Haag; Sisca H., Julia
nadorp; Hanneke D., Bussum; Hén-
ny v. G., Amscerdhm; Tinie N., Bar
singerhorn; Willy R., Zijpe; Rikus
H., Dirkshorn; Jan de G., Schoorl;
Luitje K, Hensbroek; Anneke E.,
Alkmaar; Henk Jan B., Burger-
brug; Uiver, Callantsoog; Hieke H.,
Warmenhuizen; Luw S., Anna Pau
lowna; Hakie B., Stolpen, Sientje
K., Schagerbrug; Beppie K., Scha
gerbrug; Leni K, Schagerbrug.
NIEUW RAADSEL.
1. Weet. ge 't al of weet ge 't niet.
Waar ge alles omgekeerd in ziet?
2. Wie is bij zon- of maneschijn
bg ons, als we buiten zijn?
3. Welke blgem is altijd wit, die
nooit in een ruiker zit?
4. Wie heeft tanden en kauwt
niet?
5. Welke vijgen zgn het hele
jaar vers verkrijgbaar?
6. Uit welke 'pijp kan men niet
roken
OUD EN NUW UIT WEST-FRIESLAND
GERUCHT.
Et gong met Aagje verkeerd.
Niet om et ien of 't aar, 't was een
snokker maidje, maar was het nou
zoo nöödig, dat ze deer zoo. erg mee
te koup liep? Dat ^ze ljai et rede-
raiken een huw kleidje an had 'met
twei verlangertjes was nag deer an
toe, al had ze met er grööskigaid
alle maidjes. de ouge uitstoken.
Maar dat ze Maan des deran ok met
dat kleidje an de flort gong, nei
dat rooide vanzelfs nergens op. Ja,
zegge deide ze niks, maar de beurs
an de Kromme Breg was er vol
van weest. Je zouwe zegge, weer
zou ze dat van doen zaide Guurtje,
je begraip et niet... ze ben thuis
toch niet an 't ürf zeker... of een
plokkie uit de loterai... Nou, zaide
Breggie, hoor es, ik wuP der de
zegsman niet van weze oor. maar
ze hewwe main zaid dat Piet van
't padje zién heb, dat Aagie nag al
ders bai Jan Koetel de würf op
gaat...
Ben je vyaizer, vroeg Grietje, bai
Jan Koetel, nou maid... bai die
ouwe raike kirrel... wat zou ze
deer té verhapstikken hewwe
Ja... nou je et zegge... der grob-
moer... dat was gien brave... te-
minste, pou ja... hiïlegaar bai
rechtuit is et niet gaan... et kon
rekening veule dat ze trouwde,
maar et was toch bai de bodde-
plank of oor... dat ja, as Aagie nou
krek evenliens is... zoo'n Jan Koe
tel is mal genog om zoo'n maidje
of en toe een warreme diesek te
geven... enne... affain een goeie
verstaander heb maar een halleve
kan noodig ei... dusse...
Ja... dat kon best weke,, zaide
Breggie,.. et past niet, dat 'zég ik.
Ik zeg et ok. zai Guurtje, een kir
rel van over de zestig en een maid
je van twuntig, wat moet deer van
terecht kommei 't Is, raar, et is on-
waize raar...
Nou ja, zaide Janbuur, die die
waive maar wat teute liet, maar et
toch wat al te bot vond voor Aagie,
dat zeg je nou Guurtje, mp,ar jai
benne veertig braaf, en jai denke
had ik ern nag maar... Bai jou
benne de druive zuur...
"Ik heb geen kirrel nöödig öor, as
je deer op vigeleere, gaf Guurtje
stok om bal, kirrels... nou geef
main maar niks... iik heb er te
veul arremoed van zien... ik heb ei
nooit ien hewwe wullen...
Deer kwam Aagie weer verom
van der boskip. Gendag, zaide ze
vrundeluk, want ze was niks ien-
kend. DAag..: zaide de beurs ver-
om, en ze zaide niks meer, maar
ze keke... ze keke...
Ja, et was een geval... en ze
glaimde nag wat en ze lachte nag
wat en ze skraapte der kele nag
wat en ze spouwde nóg méér gal.
Er rooide der niet op, om je Zun-
dese jurk op Maandag te dreige...
Aaltje kwam ok ers kaike, weer
de buurtjes,et zoo drok over had
de... Ja, zaide ze, ik heb et ok
zien... et begroot je, voor dat kaind.
Begrööte?
Vanzelf... 't is nööd deer oor,
Krelis ken vanzelf et zout in zijn
pap niet verdiene... leit staan dat
er voor zus een nuwe jurk op over-
skiete ken... Die lillike aap van
een Jan Koetel ken ie ok niks
meer an winne, deer deid ie alle
jare boome zage enzoo... die heb
ie verkocht... nou, gelukkig heb die
nioht uit stad waf stuurd, wat
ouwe barrele, en deer heb Aagie
nag een kleidje van make kund...
Et is vanzelf er werkjurk en er
inden loop der eeuwen
Nu de sigaren en sigaretten
schaarsch worden, verkrijgt
de pijp zooveel burgerrecht,
dat het tijd wordt haar le
vensloop eens te bekijken.
QMSTREEKS 1912 bracht de
Duitsche luitenantkolonel Daim
zijn vacantie door in de buurt van
Hattem, waar vroeger een Romein-
sahe nederzetting was geweest.
Daim wijdde zijn vrije uren gere
geld aan archaeologische onderzoe
kingen. Hij behoefde dit keer zijn
moeite niet te betreuren: Vijftig
fragmenten van aarden pijpen wer
den door hem opgegegraven, sommi
ge waren fraai bewerkt en alle za
gen er „doorgerookt" uit
Het kan natuurlijk geen tabak
zijn geweest wat de Romeinsehe sol
daten rookten, want dat genotmid
del kwam in dien tijd nog ndet voor.
Mogelijk gebruikten de ouden ge
sneden hennepbladeren.
De pijp kwam pas werkelijk in
de mode, nadat de tabak uit Ame
rika was geimporteerd. Vooral aan
de kusten vond zij veel aftrek. Ook
de Basken wisten er weg mee. Maar
tot in de 18de eeuw beschouwden
b.v. de Fra'nschen het rooken als
een ordinaire bezigheid, goed voor
matrozen en bootwerkers. Het stond
ongeveer in even hoog aanzien als
tegenwoordig het pruimen.
Vóór het jaar 1800 was de pijp dus
een yulgair ding en uit de geschied-
boeken leeren we, wat voor schan
daal Jean Bart veroorzaakte, toen
hij zich met de pijp in den mond
binnen de muren van Versaillfes
waagde.
Zelfs in het begin van de 19de
eeuw durfde rhen toch nog niet te
bekennen, dat de pijp goed smaakte
en voor vele eerzame en 'achtbare
lieden een levensbehoefte was ge
worden.
Toen de hertog- van Richelieu
stierf, vond men in zijn particulier
verblijf een verzameling van pijpen,
waarvan de waarde op honderddui
zend francs werd geschat
In Frankrijk was het rooken van
pijpen een jaar of vijftig geleden op
de terrassen en binnen de muren
van behoorlijke restaurants, café's,
etc., nog verboden. Men begrijpt,
dat, wanneer hotels en dergelijke
gelegenheden het pijprooken al niet
duldden, dit in officieele kringen
zeker niet was toegestaan.
Desondanks keeg een kunstschil
der, die tijdens de regeering van
Louis- Philips, in het paleis te Saint-
Cloud werkte, van den koning per
soonlijk verlof om zijn pijp aan te
houden.
N Toen de vorst eens naderde en de
schilder het rooken «wilde staken,
sprak Louis Philips: „Gaat u gerust
verder, meneer, u bent aan het werk
en behoeft geen verandering in uw
gewoonte te brengen."
ATUURLIJK is men ook pijpen
gaan verzamelen en in ver
schillende landen *vindt men ook
pijpenmuseums, o.a. in Gouda.
Pijpen, die bekendheid verwier
ven zijn die van maarschalk Foch
en. van Keizer Wilhelm II. De
„schandaalpijp" van Jean Bart
maakte langen tijd deel uit van de
verzameling van Hertog Fitz-Ja-
rnes. De Hertog was ook de geluk
kige bezitter van Jack 11's pijp. Hier-
best, ze heb *n!èt aars... Maar et
begrööt je...
Nou hoor je toch es watte de
mensche allegaar zegge, zaide
Breggie..j ik heb dalek al zaid...
o nei... hew ik zaid... dat maidje.
is gien verkeerde, watte ze zegge
van Jan Koetel is niks as ophisse-
rai... kies op zolder...
Ik zeg et ók, zaide Guurtje... i
èfgé.
(Alle rechten voorbehouden).
van maakte de koning gebruik, toen
hij nog Hertog van York heette en
admiraal was van de Engelsche
vloot.
Toen de ex-president der Fran-
sche republiek. Mille Rand, eens
een groote reis maakte door Noord-
Afrika, kreeg hij bij zijn bezoek,
aan de moskee in Sidi-Boe-Medi-
na een gigantische pijp te zien, die,'
naar een Mohamedaansch schrift
geleerde beweerde, eens den Pro
pheet had toebehoord. Het ding
was hooger dan een flink gebouwd
manspersoon en om een heel et
maal te kunnen rooken, zou mep
haar maar één keer behoeven te
vullen.
De beroemde „pijp van den Sjah"
vertegenwoordigt een waarde van
drie millioen in goed. Deze pijp be
hoorde eens tot den beroemden
schat der Cadjars. De pijp was ge
heel bedekt met edelsteenen, en
werd, wanneer de Sjah èr zich niet
van bediende, ohder glas bewaard.
In het Fransch heet een pijp niet
alleen „pipe" maar ook „boufarde"
De laatste benaming is uit het le
ger afkomstig. Dit herinnert ons
eraan, dat ook bij de soldaten de
pijp een belangrijke rol speelt.
In den slag bij Friedland werd
een ouden soldaat beide armen af
geschoten. Die soldaat was een ver
woed rooker, genaamd Bouffard.
Later werd zijn arm op het slag
veld gevonden en was te herken
nen aan de pijp, die door de ge
deeltelijk vermorzelde hand nog
werd omklemd. Hierdoor had Bouf
fard zich een plaats onder de on-
sterfelijken veroverd Zijn naam
werd door de taal geadopteerd en
een. pijp heette voortaan „bouffar-
de".
Beroemd is voorts de porceleinen
pijp van generaal Lassalle. Barthé-
lemy. die een gedicht maakte op
„de kunst van het rooken", vergat
niet daarin Lassale te verheerlij
ken.
KERKELIJKE VERHOUDINGEN
IN DUITSCHLAND.
De'volkstelling, welke op 17 Mei
1939 in Duitsch'land gehouden werd
heeft o.m. de volgende gegevens op
geleverd. Op dién datum telde het
Duitsche rijk 79.4 millioen inwo
ners. Hiervan behoorden 75.4 mil
lioen of 95 tot een kerk of een
godsdienstig genootschap. Van de
overige 4 millioen menschen deel
den 2.75 millioen (334 mede, dat
zij „gottglaubig" waren, terwijl 1,21
millioen of -.5 als „ongeloovig"
wilden ingeschreven worden.
De Joden telden 307614 zielen, dat
is 0.4 De Protestantsche Christe
nen 'vormden nog steeds de groot
ste groep, nl. 42.6 miliioen of 53,7
Tot de Roomsch Katholieke kerk
behoorden 32 millioen of 40,3 in
woners. Door de aansluiting van
verschillende gebiedsdeelen van
overwegend Roomsch-KathoLiek ka
rakter veranderden de verhoudin
gen zeer sterk (1933 33,5 Nadien
heeft zich weer een verandering ten
gunste van de Róomsch Katholieke
kerk voltrokken, want medio 1941
bedroeg het percentage voor de
Roomsch Katholieke reeds 45.6 en
dat der Protestanten 48.7. Wanneer
men het protectoraat Bohemen en
Moravië%er bij telt, worden de per
centages resp. 47.8 en 45.3 (op het
totaal van 97.4 millioen zielen).
SCHOOL VOOR KERKELIJK
WERK.
De Commissie voor Kerkelijk Over
leg vanwege de Synode der Ned.
Herv. Kerk, heeft de aangelegenheid
van de stichting eener School voor
Kerkelijk Werk ter hand genomen.
Zij heeft den Hervormden Jeugd
raad belast met de voorbereiding
van een cursus voor medewerkers
in den kerkelijken arbeid. Er zullen
schriftelijke richtlijnen vastgesteld
.worden en er zal naar gestreefd
worden zooveel mogelijk belangstel
lenden te trekken. Binnen afzienba-
ren tijd zal de eerste schriftelijke
cursus aanvangen.
Voor de Ouders
Van de hand van den- Oosterschen wijsgeer
Hazrat Inayat Khan verscheen indertijd een
aardig boekje over de opvoeding van het kind.
Het werkje verscheen in de Engelsche taal en
is dus voor den doorsnee-ouder zeer waar
schijnlijk niet leesbaar. Op zichzelf is dit wel
jammer, daar hetgeen deze wijze uit het Oos
ten over de opvoeding van het kind opmerkt,
heel veel beteekenis heeft. Ik meen goed te
doen enkele gedeelten uit dit werkje nader
onder de aandacht der lezers te brengen. H.
I. Khan zegt van de kinderziel, dat deze te
vergelijke» valt met een photografische plaat,
welke nog nimmer was blootgesteld aan het
licht en het zijn vooral de eerste indrukken,
die het beeld op de plaat vastleggen. In het
Oosten is het tot bijgeloof geworden, dat de
aanwezigheid van ongewenschte personen bij
kinderen niet toegestaan moet worden. Hun
invloed is gevaarlijk voor de kinderziel. Wg
begrijpen den achtergrond van dit „bijgeloof"
én in zekeren ziri is het bij ons Westerlingen
precies zoo. Immers, we hebben niet voor niets
het spreekwoord: „Waar je mee omgaat word
je door besmet". Wij zullen onze kindeTen zoo
ver mogelijk verwijderd' houden van onge
wenschte kameraden en we weten, dat het
onschuldige kind, wanneer het in aanraking
komt met ongewenschte' elementen, schade
berokkend wordt, welke we schier nooit meer
kunnen herstellen.
De indrukken op het onschuldige kinder
hart zijn als de eerste lichtstralen op de nog
nimmer aan het licht blootgestelde photogra
fische plaat. Ze zijn niet meer weg te wis-
schen!
Khan verhaalt van een wijze in het Oosten,
die veel vertoefde onder de olifanten. Hg sliep
bij hen, at bg hen en beheerschte hen als geen
ander. Zelfs, wanneer een olifant dol gewor
den was, kon deze wijze het -dier nog tot
kalmte brengen, terwijl anderen gedood wer
den of op de vlucht moesten slaan. De olifan
ten deden hem nimmer kwaad.
Het geheimHij had vriendschap met
de dieren gesloten. Echte vriendschap.
En dit is nu ook van zoo groote beteekenis
bg de opvoeding der kinderen.
Wanneer we eenmaal met heUdnd vriend
schap gesloten hebben, het kind' ons als zijn
besten vriend beschouwt, klingen we alles van
het kind gedaan krijgen.
Niet door geweld, maar door het vriend
jyorden en zijn kunnen we onze kinderen lei
den en beheerschen. (Onder behearsehen na
tuurlijk verstaan het voegen naar onzen wil,
die voor liet kind tevens de beste is).
Overheersching van het kind maakt van het
kind een slaaf, vriendschap met het kind
maakt van het kind een koning!
Ja, we behoeven waarlijk in dit geval niet
over het kind te spreken. Ook onder volwas
senen is de laatste wijze van leiden de beste.
Zoodra we met geweld beginnen, verliezen
we, wat we zoo gaarne van den mehsch Wil
den. Met geweld kan men slaven van de men
schen maken, maar nooit koningen. Of anders
gezegd: met geweld bereiken we meestal niets
eü met vriendschap veel meer dan we ooit
meenden te kunnenverwachten. In den om
gang met personeel treedt dit voortdurend aan
den dag en dikwijls zouden we ons zelf heel
wat last en verdriet hebben bespaard als we
in plaats van forceering geduldige vriendschap
als middel om tot het doel te geraken gebezigd
hadden!
De beste manier om een kind tot disci
pline op te voeden is, zooals Khan opmerkt,
die zonder geweld. Men moet steeds maar weer
vasthouden aan dat ééne beginsel: vriend wil
len zijn van het kind. Vriend in den besten zin
van het woord, vriend in den zftn van de oude
beteekenis van het woord: lief hebbendé
(Vri-end, vergelijk het woord vrgen).
En dan natuurlijk veel geduld, maar dat
heeft men vanzelfsprekend in dit geval.
En nu beteekent dit al wëer niet, dat we
alles over het hoofd moeten zien, het kind in
alles zijn zin moeten geven. Integendeel! Een
goed vriend geeft niet steeds toe. Die wijst
ons op fouten en tekortkomingen, uit fit-
zucht of bedilzucht, doch alleen door zijn lief
de voor ons.
In den regel zijn de ouders de beste vrienden
van het kind, zij alleen hebben het lief, zooals
geen andere het kan. Slechts één fout maken
de ouders; zij houden niet steeds vast aan den
regel, dat een goed vriend op tekortkomingen
wijst en niet steeds toegeeft. Vooral bij moe
ders komt het voor, dat zij ten aanzien van
het laatste zeer mild zgn. Het is nog maar
een kind!, luidt het dan. Je kunt niet alles
weigeren. Inderdaad, men mag hiet alles wei
geren, maar evenmin alles toegeven! Het is de
taak der ouders na te gaan, wat wel toege
geven kan worden en wat onder geen beding
toegestaan mag worden. Ik geef toe, dat dit
vaak moeilijk is, maar ouders hebben meer
levenservaring, kennen beter dan het kind de
gevolgen van de handelingen en dit stelt hen
in staat in elk voorkomend geval de keuze te
bepalen. Niet hard en zonder eenigen uitleg
van het waaromIn vele 'gevallen is het moge
lijk en gewenscht, dat we het kind ook ver
tellen, waarom we dat nu niet kunnen en
mogen toestaan!
DaaroVer een, volgende maal een aardig
voorbeeld uit een ander werkje, een boekje
van een Nederlandsche moeder over de erva
ringen bg de opvoeding van haar beide kin
deren.
Schuld
De psychologische indeeling van de men
schen in drie hoofdgroepen: het egpïstische
type, het gevoelstype en I-et gewetenstype is
niet nieuw, maar o.i. nog atijd juist. En het
geen sterk karakteriseerend is voor elk dézer
typen, is de mate van schuldgevoel die zij be
zitten, en de gevallen waarin zij schuld ge
voelen. Het egoïste type zal zich onder alle
omstandigheden van schuld trachten vrij te
pl-iten. Is hij onaangenaam en onredelijk
tegenovei iemand, een derde heeft hem
uit zgn humeur gebracht, zgn schuld is het
niet.
Het gevoelstype, zelf overgevoelig,
zal reeds bevreemd z(jn een ander gekwetst
te hebben, terwijl deze zich van niets bewust
is, maar zal b.v. een verloren gulden van te
weinig belang achten, om er lang bij "stil te
staan. Wie precies verantwoordelijk is voor
het verlies. M.a.w. het zal in gevoelsaange-
legenheden overmatig cot zelfbeschuldiging
geneigd zijn Het gewetenstype zal steeds
zichzelf de schuld geven, wanneer er iets
•verkeerd loopt, waarbij het maar in de ver
ste verte betrokken is geweest. Deze uiteen
zetting verklaart, dat zeer vele gevallen
de egoïst de eenige zal zijn, die schuld heeft
en tevens de eenige, die schuld ontkent.
Dan zijn er menschen, wier wezen een vrij
evenredige neiging is /an twee der drie
hoofdtypen of wel sommigen van ons moe
ten dus wat strenger voor zichzelf worden,
- wat minder snel „de handen in onschuld
wasschen". Anderen neigen tot een overmaat
van zelfbeschuldiging, die de ware V:huldige
de kans op meer zelfkennis via schuld erken
nen beneemt. Om gemakkelijker tot het
juiste antwoord op die schuldvraag te ko
men, willen wij U een richtlijn aan de hand
doen, omdat het voor de zuiverheid van
de innerlgke balans van zooveel waarde is
dat wij, zoo mogelijk, onze werkelijke schuld
herstellen en anders althans erkennen.
Want ook het- xïhuldige geweten van den
egoïst laat hem niet -met rust, al zal hij, met
den mond nog zoo hard schuld ontkennen.
Welnu, wanneer er iets is voorgevallen,
waarvan U zich afvraagt of U er schuld aan
heeft, stelt Uzelf dan drie vragen:
1. „Was ik de oorzaak?"
2. „Was ik mede de oorzaak?"
3. „Had ik het gebeurde kunnen voor
komen?"
Wanneer U iemand onverdiend grieft, bent
U stellig de oorzaak van zijn neerslachtige
stemming daarna. En het kan U niet vrij
pleiten, indien de omstandigheden tevoren
Uw s.emming ongunstig beïnvloed hebben.
Wanneer U iemand, die toch al in de put
zit, een onaangename tijding moet brengen,
die geen uitstel gedoogt, dan bent niet U,
maar zijn de oor/aken der slechte tijding
schuldig aan zijn do"wns!a.r.
In het geval van „voorkomen" wordt be
doeld, dat men tijdig op de hoogte is geweest
en b.v had kunnen helpen, maar het niet ge
daan heeft. In dat geval is men schuldig.
Niet in gevallen, waarin U kunt zeggen:
„had ik het maar geweten dan had ik wel
geholpen", tenzij dit niet-weten een gevolg is
van nalatigheid of gebrek aan belangstelling.
Uwerzijds.
Wr hopen door deze korte uiteenzetting
het antwoord op de schuldvraag zuiverder
gesteld te hebben.
Dr. JOP DE COCK.