Nieuwe verkeersplichten De Nederlandsche Landstand Kerstbout in de kou Broodbelegsels in wintertijd „SINTERKLAAS" werd Spoorwegportretten Groot succes van Haagsche stempeltochten Vrijdag 5 December 1941 DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER Tweede blad DINSDAG A S. Wat wel ea niet mag In verband met de Dinsdag a.s. in werking tredende nieuwe ver keersregels, verstrekt de Ned. Auto mobiel-Club het volgende overzicht van de belangrijkste nieuwe plich ten en rechten in het verkeer. Voetgangers. 1. Moeten van de voetpaden ge bruik maken. 2. Moeten rijwegen langs den kort- sten weg (haaks) en zonder on derbreking oversteken. 8. Mogen bij bewaakte kruispun ten slechts oversteken met het vrijgegeven rijverkper mee. 4. Moeten van eventueel aanwezi ge voetgangersoversteekplaatsen gebruik maken om over te ste ken. 5. Moeten binnen daartoe gestelde afzettingen blijven. 6. Mogen niet op hoeken van stra ten blijven staan, indien daar door het verkeer wordt belem merd. 7. Mogen niet op rijwielpaden loo- pen. Voertuigen (waaronder, behalve mo torrijtuigen, ook rijwielen, bak fietsen, wagens en handkarren). 1. Moeten behalve bij duisternis, ook bij dichten mist verlichting voeren. t. Moeten aan voertuigen van de Nederlandsche of Duitsche po litie of brandweer, welke door bijzondere signalen van hun na dering doen blijken, vrijen door gang verleenen. Zij moeten zich daartoe naar de rechterzijde van den weg begeven en aldaar tij delijk s t o p p e n. 8. Mogen binnen bebouwde kom men slechts aan de rechterzijde van den weg stoppen. 4. Mogen niet parkeeren op de middelste van drie of meer van elkander gescheiden rijbanen. 5. Moeten ten allen tijde (dus ook als zij zelve op „hoofdverkeers wegen" of „hoofdwegen" rijden) voorrang verleenen aan voertui gen van de Weermacht, de „Waffen SS", de politie, de brandweer, welke voor het blus- schen van een brand is uitge rukt, en den grensbewakings- dienst, voorzoover de hun van overheidswege opgedragen taak het nemen van voorrang ver- eischt, alsmede aan begrafenis stoeten en processies. 6. Mogen bij tramhalte's, waar passagiers op de rijbaan in- en uitstappen, slechts met matige snelheid en op zoodanigen af stand voorbij rijden, dat er geen gevaar voor de passagiers ont staat. 7. Dienen bij het afslaan naar links of rechts reeds van te vo ren zooveel mogelijk het linker-, resp. het rechter gedeelte van hun weghelft te houden. 8. Mogen bij bewaakte kruispun ten slechts naar links afslaan, indien daardoor het vrijgegeven voertuigverkeer uit tegengestel de richting en het vrijgegeven tramverkeer uit beide richtin gen niet wordt belemmerd. 9. Moeten, wanneer zij het zich langs denzelfden weg boortbe- Welke maatregelen moeten In den winter voor de ko nijnen genomen worden? De rijksvoorlichtingsdienst voor de pluimveeteelt schrijft ons o.m.: Door hun dichte winterpels zijn de konijnen goed tegen droge kou de beschermd. Tocht, vocht en scherpe wind zijn echter gevaarlijk Het is daarom nu tijd de hokken eens grondig te controleeren of er nog openingen zijn, waardoor tocht .vocht en wind binnen kunnen ko men; Zorg er voor, dat de hokken niet kunnen inregenen of insneeu wen, doch doe dat zoo, dat de fris- sche lucht steeds toegang tot de hokken heeft Let speciaal op de dakbedekking! Het zou practisch zijn de konijnen 's winters in een gesloten schuur met voldoende licht en lucht te houden en 's zomers in open stal len. Een schuur, van voren en op zijde voorzien van gaas, waarvoor 's winters goed sluitende houten schotten, met glasraam om vol doende licht in de schuur te bren gen, is daarvoor het best geschikt. Heeft men uitneembare tusschen- schotten in de stallen, dan is het aan te bevelen deze er in de win termaanden uit te nemen, teneinde de konijnen zooveel mogelijk ruim te te geven. Veel beweging is in den winter aan te bevelen. Geef ze een flinke laag stroo in het hok. Vergeet niet in den winter de hok ken eenmaal per weck goed schoon te maken. Bij vriezend weer is de mesthoek een ijsklomp en een ver blijf daarop bevordert de gezond heid der dieren niet. De winterpro visie (wortelen, knolrapen, enz.) moet dusdanig opgeslagen worden, dat deze niet kan bevriezen. Bevro ren voedsel mag nooit gevoederd worden, daar dit zeer nadeelig is voor de gezondheid der dieren Tweemaal per dag voederen in den. winter is voldoende, driemaal is echter beter, daar bet voedsel dan niet zooveel kans loopt in de hoe ken te bevriezen. wegende verkeer willen krui sen, voorrang verleenen aan alle tegemoet rijdende voertuigen. 10. Moeten, wanneer zij op hun weg een „omgekeerde driehoek" met het woord „halt" ontmoeten onvoorwaardelijk stoppen, alvo rens den hoofdweg op te rijden. Motorrijtuigen (zie ook onder „Voertuigen") 1. Hebben bij kruisingen van we gen van gelijke rangorde den voorrang boven het niet-motori- sche verkeer. 2. Hebben bij kruisingen van we gen van gelijke rangorde voor rang boven van links komende trams, doch moeten voorrang verleenen aan van rechts ko mende trams. 3. Mogens slechts onbeheerd wor den gelaten, wanneer de door gaans te dien behoeve aanwezi ge beveiligingsinrichtingen in werking zijn gesteld. 4. Mogen niet stoppen op de hoofd rijbaan van „autowegen"; wel echter op de parkeerstrook. Langzaam verkeer (rijwielen, bak fietsen, wagens en handkarren) (zie ook onder „Voertuigen"). 1. Moet steeds aan de uiterste rechterzijde van de rijbaan rij den. 2. Moet bij kruisingen van wegen van gelijke rangorde voorrang verleenen, aan alle motorisch verkeer en trams. Mag geen gebruik 'maken van de middelste van drie of meer van elkaar gescheiden rijbanen. 4. Mag geen gebruik maken van wegen aangeduid met het ver- keersteeken .„Autoweg". Wielrijders (zie ook onder „Voer tuigen en „Langzaam verkeer"). Mogen niet met meer dan twee naast elkaar rijden. Mogen in den regel slechts één voor één andere voertuigen (incl. rijwielen) inhalen. Slechts wanneer het verkeer daardoor niet wordt belemmerd of in ge vaar gebracht, mag door twee wieldrijders naast elkaar wor den ingehaald. Mogen niet blijven rijden naast een ander voertuig dan een rij wiel. 4. Mogen zich niet door een an der voertuig laten voorttrekken. 5. Moeten van bestaande rijwiel paden gebruik maken. 6. Mogen niet het stuur onder het rijden met beide handen losla- ,ten of de voeten van de trap pers nemen. Mogen op rijwielen met één zit plaats geen andere personen vervoeren, behalve kinderen on der 10 jaar, wanneer daarvoor een geschikte zitplaats aanwe zig is en mits de bestuurder zelf volwassen is. Mogen slechts voorwerpen ver voeren, indien zij daardoor niet in hun vx*ijheid van beweging worden belemmerd of andere personen of zaken niet aan ge vaar blootstellen. Mogen, al rijdende, geen hand wagens trekken of dieren gelei den. 10. Mogen geen rijwielen aan de hand meevoeren in straten, wel ke in die richting voor het ver keer met rijwielen zijn gesloten, wel echter in straten, die in beide richtingen voor het ver keer met rijwielen zijn gesloten. 11. Mogen een links van den rijweg gelegen rijwiel-pad berijden, wanneer daarbij een rechthoe kig blauw bord is aangebracht vermeldende: „Inrijden voor wielrijders toegestaan."' Kinderen. 1. Mogen niet spelen op den rijweg (ook niet met rijwielen en auto peds), behalve op wegen, die voor doorgaand verkeer zijn ge- Sloten. Wegbeheerders. 1. Dienen buiten de bebouwde kommen de verkeersborden zoo danig aan te brengen, dat de onderkant daarvan, niet meer dan 1 M. boven den beganen grond komt, „Ik laat mijn man zoo nn en ian ons tapijt omkeeren. Het blijft dan langer mooi, en... 't slijt minder." Pol y goon-Leemker) Rauwe wintergroenten zijn uitstekend. Men vergeet wel eens, dat de rau we wintergroenten minstens even goed als boterhambelegsels kunnen worden gebruikt, en zeker even goed van smaak zijn als tomaten en komkommers. Bovendien zijn zij heel gezond, omdat zij voedingsstof fen bevatten, welke den weerstand van het lichaam vergrooten en het tegen infectie behoeden. De bereiding is zeer eenvoudig. De groenten worden n.1. gewasschen, fijn gemaakt en met wat zout of suiker en indien men daarvan houdt met wat azijn of citroensap vermengd. Een sausje van wat fijn gewreven aardappelen en taptemelk maakt de groente nog smeuiger. In plaats van het slasausje kan men ook kwark door de groen-te mengen. Men krijgt dan een voed zaam smeersel, waarmee de boter ham zonder gebruik van boter kan worden besmeerd. Vrijwel alle wintergroenten zijn voor broodbelegsel geschikt. Met wat fantasie is er veel afwisseling in deze groentenbelegsels te brengen. Voorbeelden. Fijn geschaafde kool (witte, sa- voye of roode kool), wat geraspte selderijkool of wat fijn gehakt sel derij groen en wat zout, azijn (of ci troensap). Zuurkool, geraspte zure appel, zout of suiker. Fijn gesneden spruitjes, gerasp te ui of fijn gesneden prei, wat azijn (of citroensap), zout, fijn gesneden sterrekers. Fijn verdeelde bloemkool, wat ge hakt selderij groen, wat azijn (of ci troensap), zout. Geraspte wortel, suiker (citroen sap). Geraspte koolraap (gemalen ha- zelnooten), wat azijn (of citroensap) zout. Ook voor degenen, die de rauwe groente niet goed verdragen is een broodbelegging van groente moge lijk, wanneer men de fijn gesneden groenten even met een melksausje verwarmd. Warme groenteragout. 100 g. groenten (bloemkool, wor telen, knolselderij, koolraap, peter selie, witlof, spruitjes, enz.), 2 dl. taptemelk, 30 g. bloem, 10 g. boter. De groenten schoon maken, was- schen en fijn snijden en goed uit laten lekken. De melk koken en binden met aangemengde bloem. Het sausje afmaken met boter, pe per, zout (citroensap en aroma). De groenten in de saus even goed warm laten worden. Een plaatje dat voor zichzelf spreekt: De Hollandsche jongen! (P&x-Holl and-De Haan-m) Hoe Sint Nicolaas De Katholieke Kerk heeft tal van oud-Germaansche midwinter gebruiken „gekerstend" door ze op één feestdag te concentreeren en ze in verband té brengen met den Hei ligen Nicolaas, die in de 4e eeuw bisschop van Myra was geweest. Kooplieden brachten zijn gebeente in 1087 naar de Zuid-I taliaansche stad Bari, die daardoor tot een be kende bedevaartplaats werd. De naam Sint Nicolaas is duidelijk Sint Heilig, dus: Heilige Nico laas. In de 14de eeuw nu nam men de gewoonte aan om den Kerkhei- ligen het praedicaat „Her" Heer) te verleenen. En de afkorting Claes is even oud als de naam Nicolaas, zoodat de goede Sint Nicolaas ai 600 jaar geleden via „Sint Her I Claes" Heilige Heer Claes) tol „Sinterklaas" is geworden. Zoo werd ook Sint Maarten in verscheidene deelen van ons land tot „Sinter maarten" (Sint Her Martin). DE MACHINIST. Terwijl ge uw krant leest of maar zoo voor u uit zit te kijken naar ■het landschap, dat aan u voorbij rolt, zoodat de kilometers onder uw voeten voorbij schieten, zonder dat ge ook maar een oogenblik het ge voel hebt voor uw eigen veiligheid te moeten zorgen Terwijl ge wellicht na een koipje of aan de vrienden, die ge zult ont moeten of aan uw familie, die op u wacht Terwijl ge wellioht nae en kopje koffie over uw zakenplannen broedt of u in aangenaam gesprek begeeft met medepassagiers Staat de „meester" op zijn loco motief en léést. Doch hij leest geen prettige lec tuur en geen krant, maar hij leest de teekenen vam den IJzeren Weg. Hij let niet op de purperen kleuren van een schoonen zonsondergang en niet op de zomer- of herfsttinten van het landschap. Hij leest de kleuren of standen van de seinen, die hem veiligheid of beletselen aanzeggen. Geen seconde verlaten zijn oogen den weg vóór hem hij kan zich niet veroorloven te mijmeren over prettige dingen, want aan zijn hoe de zijn vele menschenlevens toe vertrouwd. Hij reist, maar in den ganschen trein is er niemand die zoo reist als hij. In zijn leven verslond hij meer kilometers dan de harnekkigste en meest verwoede liefhebber van rei zen, doch uw plezier en uw genoe gen bleven hem vreemd. Behalve wanneer hij zelf met vacantie ging, doch ook dan verlaat hem niet zijn professioneelen inflag en blijft hij, automatisch, de seinen lezen. Zijn gezicht is gehard door wind en zon zijn zenuwen zijn ge staald door het werk en de verant woordelijkheid. Er gebeurt niets bijzonders, wan neer hij zijn trein keurig op tijd binnenbrengt, maar er zou wel eens iets zéér bijzonders kunnen gebeu ren, als de machinist eens één fout beging. Op zijn locomotief is hij meester, de bedwinger van een machtige machine... Als hij van zijn post naar beneden komt is hij vermoe delijk een brave huisvader en ge lukkig dat zijn kilometers er weer op zitten. Hij reist het méést en ziet het minst van de wereld. DE ZEEUWSCHE LANDBOUW- MAATSCHAPPU EN DE NE DERLANDSCHE LANDSTAND. Op grond van verschillende óver wegingen heeft met meerderheid van stemmen het hoofdbestuur van de Zeeuwsche Landbouw-Maat- schappij het besluit genomen niet vrijwillig tot den Nederlandschen Landstand toe te treden, daar het karakter en de traditie der Maat schappij niet toestaan het werk der Z.L.M. in den nieuwen organisatie vorm voort te zetten. Het hoofdbe stuur heeft voorts overwogen, dat waar de Landstand door de bezet tende Overheid in het leven is ge roepen, dfize verordening dient te worden aanvaard en individueele medewerking aan den Landstand aan het persoonlijk inzicht van elk lid dient te worden overgelaten. De aansluiting, opneming en ontbinding van instellingen De Staatscourant bevat een twee tal besluiten van den Secr.-Gen. van Landbouw en Visscherij over den Ned. Landstand. Uit het eerste uitvoeringsbesluit, dat nadere regelen bevat ten aan zien van de wijze, waarop het staatstoezicht zal worden uitgeoe fend, blijkt, dat het toezicht in de eerste plaats tot uiting komt in de bepaling, dat bepaalde verordenin gen van den Landstand en sommi ge besluiten van den boerenleider de goedkeuring behoeven van den Secr.-Gen. van Landbouw en Vis scherij. Hiertoe behooren die veror deningen van den Landstand, welke de heffing van bijdragen van aan gesloten natuurlijke en rechtsperso nen en het geldelijke beheer rege len; voorts het besluit van den boe renleider, waarbij deze de inwendi- ge organisatie van den Landstand regelt of waarbij de begrooting of de rekening en verantwoording van den Landstand wordt vastgesteld. De instellingen, welke een niet- oeconomisch karakter hebben ten aanzien waarvan derhalve de commissaris voor den niet-commer- cieele vereenigingen en stichtingen bevoegdheden bezit, kunnen krach tens aanwijzing door genoemden commissaris in den Landstand wor den opgenomen of daarbij aange sloten dan wel worden ontbonden. Een gelijke aanwijzing kan de boe renleider geven ten opzichte van de instellingen, die een bedrijfs-oecono- misch karakter hebben en derhal ve niet tot het ressort van dezen commissaris behoorden. Bij aansluiting blijven de rechts persoonlijkheid, voor zoover de aan gesloten instelling die bezat, en het afzonderlijk vermogen intact. Bij op lossing is dit niet het geval en gaat de geheele instelling met haar ver mogen in den Landstand oe* De art. 4 en 5 van het eerste uit voeringsbesluit geven nu eenige re gelen betreffende het toezicht van den Secr.-Gen. op de uitoefening van deze bevoegdheden. Indien de instelling, ten opzichte waarvan een dergelijke aanwijzing wordt gegeven, een overwegend be- drijfs-oeconomisch doel en karakter heeft (bedrijfs-technisch daaronder begrepen) is voor de aanwijzing de goedkeuring van den Secr.-Gen. ver- eischt, die aan de goedkeuring voor waarden kan verbinden. In de tweede plaats is, daar de Landstand een openbaar lichaam is in den zin van art. 152 van de Grondwet, krachtens art. 154 van de Grondwet den Secr.-Gen. de be voegdheid toegekend, om de veror deningen en andere besluiten van den Landstand, die met de wet of het algemeen belang strijdig zijn, te schorsen of te vernietigen. Hot tweede besluit Het tweede uitvoeringsbesluit re gelt de gevolgen van aansluiting bij en opneming in den Landstand door den commissaris of boerenlei der of ontbinding door laatstge noemde van een instelling en geeft hun tevens eenige bevoegdheden ten opzichte van het bestuur van de aangesloten, opgenomen of ontbon den instelling en degenen, die met die instelling in arbeidsverhouding staan. Bij ontbinding wordt een liquidateur benoemd, die eventueele aanwijzingen omtrent de bestem ming van het vermogen van de ont bonden instelling heeft op te vol gen, met dien verstande, dat deze moeten strekken tot het bevorderen van aan den Landstand opgedra gen belangen. Na een aanwijzing tot opneming kan de boerenleider binnen zes maanden nadien bepalen, dat de Landstand vodr de schulden van de opgenomen instelling slechts aan sprakelijk zal zijn tot het beloop van de bezittingen daarvan, verminderd met de noodzakelijke kosten van de opneming. De aanwijzing tot op neming strekt tot titel van over dracht van alle goederen van de in- selling aan den Landstand, terwijl geen belastingen of andere onthef fingen terzake van de overdracht zijn verschuldigd. Het lidmaatschap van natuurlij ke of rechtspersonen van een opge nomen of aangesloten instelling is ten einde, indien deze personen niet in den Landstand thuis behooren, daar zij niet aan het productief ma ken van den Nederlandschen bo dem in den zin van art: 3 van de verordening no. 196/1941 deelnemen. Bij opneming of aansluiting door den commissaris of den boerenlei der, en bij ontbinding door laatstge noemde, kan de boerenleider zonder dat eenig beroep op privaat- of pu bliekrechtelijke beperkingen van het recht tot ontslag is toegelaten, alle of bepaalde arbeidsovereen komsten alsmede andere tusschen bestuurders als zoodanig en de in stelling aangegane overeenkomsten binnen drie maanden, met een op zeggingstermijn van een half jaar, ontbinden, waarbij in daarvoor in aanmerking komende gevallen een redelijke schadevergoeding wordt toegekend. Bovendien kan hij alle aanspraken uit pensioenen, wacht gelden of dergelijke, indien zij in verhouding tot de diensten van den gerechtigde of aanspraak makende op de middelen van de instelling overmatig zijn, inkorten of te niet doen. Geschillen over de toepassing van deze bevoegdheden worden bij uit sluiting berecht door een commissie van beroep. Een aangesloten instelling blijft als zoodanig bestaan. De boerenlei der kap echter, na góedkëu'rihg van den secr.gen. dé statuten wijzigen. Voorts kan hij bestuurders, tusschen tijds van hun taak ontheffen. Indien eenmaal een instelling bij den Land stand is aangesloten kan de boe renleider deze daarin opnemen of ontbinden. Voorzoover dit een in stelling betreft, die een overwegend bedrijfsoeconomisch doel en karak ter heeft, of de beroepsopleiding dient, is de goedkeuring van den secr.-gen. daartoe vereischt. Hetzelf de geldt als de instelling een so- ciaal-oeconomisch doel en karakter heeft en de uitvoering van over heidsmaatregelen aan haar is op gedragen of zij subsidiën uit open bare middelen ontvangt. De beide besluiten zijn Woensdag in werking getreden. (Van onzen Haagschen correspondent.) rvAT het toerisme centrum Den Haag—Scheveningen ook in den afgeloopen zomer met vele moeilijk heden te kampen had, spreekt wel vanzelf. De spoorwegen bleven het beperkte vervoer handhaven en het bezoek aan de kust moest zich goed deels beperken tot de zg. randstad Holland, dat is het gebied binnen de lijn Haarlem Amsterdam UtrechtRotterdam en de kust, waartegenover ook de inwoners van deze randstad, ten getale van onge veer drie millioen, hun ontspanning in de plaatsen binnen dit gebied zelf moesten vinden. De V.V.V. 's-Gravenhage, die niet voor een kleintje vervaard is, heeft daarom reeds in het voorjaar ge zocht naar een plan dat zooveel mo gelijk menschen naar Den Haag— Scheveningen zou trekken, ook de Hagenaars zou aantrekken, bij zou dragen tot de instandhouding van de Haagsche vreemdelingen-in dustrie, zoowel cultuureel, econo misch als sociaal, en vreemdeling en Hagenaar de stad beter zou doen leeren kennen, gedachtig aan het motto: Ken uw land en volk! Zoo kwam onze V.V.V. tot de or ganisatie van een stempeltocht langs de bezienswaardigheden van Den Haag en omgeving, over welk project wij indertijd reeds hebben geschreven. Thans is de balans van deze stempeltocht opgemaakt en men mag gerust zeggen, dat die tocht een succes is geweest. Er zijn in totaal 5438 boekjes uit gegeven. Twee derden van de deel nemers bestond uit Hagenaars, de overige deelnemers (1870) kwamen van buiten Den Haag, n.1. 56 uit Zuid-Holland, 14 uit Noordhol land, 6 uit Utrecht, uit Gelder land en Brabant elk 5 Gronin gen ruim 3 Overijssel idem, Friesland bijna 3 Limburg en Zeeland elk bijna 2 en Drenthe bijna 1 Het spreekt van zelf, dat het voor de V.V.V. van groot belang was te weten langs welke wegen zij het publiek met haar plannen kon be reiken. Welnu, dank zij een spe ciale enquete is het van 4868 deel nemers bekend, hoe zij er toe zijn gekomen aan den stempeltocht deel te nemen, te weten: Door middel van de pers 1721 (ruim 35 re commandatie 1624 (ruim 33 huis aan huis verspreiding 627 (bijna 14 tram 320 (bijna 7 school 299 (ruim 6 balie 208 (ruim 4 étalage 69 (ruim 1 Van 2279 deelnemers, hebben 699 tenminste 15 stempels, 379 tenmin ste 20 stempels en 1176 tenminste 24 stempels, terwijl 25 deelnemers niet genoeg stempels verzamelden. Deze getallen zeggen de lezers misschien weinig, doch realiseert men zich wel dat hiermede 44703 bezoeken aan alle bezienswaardigheden en bosschen en parken van Den Haag zijn gebracht en dat het totale aan tal bezoeken aan al deze musea, bosschen en parken uit hoofde van den stempelplicht op minstens 60.000 moet worden gewaardeerd? De V.V.V. heeft naar aanleiding van deze stempeltocht ook nog een andere enquete in kunnen stellen en deze heeft verrassende resultaten opgeleverd. Zij had n.1. aan de deel nemers een enquete-formulier voor gelegd, waarin hun werd gevraagd: of het idéé van de stempeltocht was bevallen, of zij meer of minder stempelplaatsen wenschen te zien opgenomen en aan welke stemp l plaatsen zij de voorkeur gaven. Er zijn honderden antwoor den op deze vraag binnengeko men, varieerend van „ja" tot „bui tengewoon", „uitmuntend", „knal", want, zoo schrijven er velen, het is de manier om de parken, bosschen en bezienswaardigheden van Den Haag eens goed te leeren kennen. Ook op de tweede vraag, meer of minder stempelplaatsen, zijn tal van antwoorden binnengekomen. En nu de belangrijkste vraag, n.1. die betreffende de voorkeur. In totaal zijn uitgebracht 7628 stem men, d.i. dus 4% stem per deelne mer, 70 van de stemmen kwam aan de musea, 30 aan de bos schen en parken. Bovenaan staat het Vredespaleis met 13 van het totale aantal stemmen, daarna volgt het Planetarium met 12,6 het Panorama Mesdag met 77 het Gemeente Museum met 7,3 het Museum voor het onderwijs met 7,1 en de Raaphorst met 6,5 terwijl de overige 42 over de resteerende bezienswaardigheden, bosschen en parken verdeeld zijn. Hiermede is echter niet alles ge zegd, want van wellicht nog meer belang is, welk gedeelte van het be zoek aan elke instelling afzonderlijk preferent is geweest. Welnu, dan wint hët Planetarium het, met 73 preferente stemmen op het totale aantal bezoeken, daarna gevolgd door het Vredespaleis met 71 Pa norama Mesdag met 56 de Raap horst met 49 het Museum voor het Onderwijs met 43 en het Ge meente-Museum met 33 m.a.w. het Vredespaleis heeft dan zijn plaats aan het Planetarium moeten afstaan en het gemeentemuseum de zijne aan de Raaphorst. De hoofdprijzen, voor 24 stempels, bestonden uit een orgineele aquarel „Beukeboomen in sneeuw' van mvr. Mesdagvan Houten, afgietsels van Egyptische kopjes, een jaar-abonne ment Dierenpark—Wassenaar, een opgezette vogel en kunstzinnige te gels. Bovendien ontvingen alle stempe laars een insigne.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1941 | | pagina 5