Geestelijk leven
Tob nooit
wekker
vm;\
Beste jongens en
meisjes I
Sint Nicolaas is voorbij en heeft
de goede Sint nog verrassingen ge
bracht? Ik heb zo'n vermoeden van
wel, want wanneer ik zo naar m'n
voorraad briefjes kijk, die ik deze
week ontvangen heb, dan zijn dat er
maar weinig, waarschijnlijk hadden
jullie deze week geen tijd voor de
raadsels.
Voor de vriendjes en vriendinnetjes
die, zo graag willen schaatsen, wordt
hun geduld wel op de proef gesteld,
want ik kan nu nog steeds maar
niet zien, dat het gauw zal gaan
vriezen, dus die moeten hun schaat
sen dan nog maar een poosje in het
vet houden.
Ook zullen er wel velen zgn, die
helemaal niet naar die narigheid van
kou aan je vingers, tenen, rode neu
zen en tintelende oren, enz. verlan
gen, want dan heeft onze kachel ook
een reuze honger en in deze tijd zou
het dan wel eens kunnen gebeuren,
dat we de kachel honger moesten
laten lijden en 't resultaat weten
jullie allemaal wel, wanneer je een
kachel niet goed verzorgt, gaat hjj
uit. Brr, dat zou niet meevallen! En
nu komt voor jullie nog een fijne tijd,
want de vacantie nadert nu snel,
elke dag komt ze dichterbij en met
de vacantie komt ook het mooie
Kerstfeest, het feest van de Vrede,
was het maar zo, dat we dan echte
vrede over de hele wereld hadden,
wat zou dat voor ons allemaal een
uitkomst zijn.
Nu nog een mededeling, er zijn n.1.
van deze week 2 boeken verloot en
deze zijn gewonnen door
CORRIE SWART,
Dahliastraat 10, Den Helder en
CORRIE BEKEBREDE,
Weezenstraat 22, Den Helder.
Henkie Korbee, Schagerbrug. Dat
is een heleboel hoor 12 schoentjes
voor de schoorsteen, hebben jullie
met z'n allen goed gezongen? Want
waar zoveel schoentjes staan, daar
zijn ook veel stemmen en je weet wel
dat de Sint van zingen houdt! Heb
jij hem nog gezien?
Jellie v. d. Oord, Den Helder.
Nee, Jellie als je niet in de krant
stond, dan zul je je raadsel wel niet
goed gehad hebban. Een volgende
keer beter!
Nellie Staring, Anna Paulowna,
's Jonge, wat een gezellige grote
familie heb jfl, wat zal dat een
drukte bij jullie geven wanneer ze
allemaal thuis zijn, op een regen
achtige dag bijv. Maar dan zullen
jullie elkaar ook wel weer best kun
nen vermaken, denk ik! Wie weet
hoe een aardige Meester jullie nu
weer terug krijgen zeg, 't valt haast
altijd mee hoor!
Trgntje Kommer, Den Helder.
Dat is nou ook wat moois, Trgntje
je neefjes wel in de krant en jg niet
maar 't malle van alles vind ik, dat
ik je raadsel heus niet gevonden heb,
dus jou ook niet bij de goede oplos
sers kon zetten. Maar we zullen ho
pen dat het niet meer gebeurd.
Annie Staring, Anna Paulowna.
Ja, Annie nou kan ik aan jou wel
't zelfde schrijven als aan je zusje,
want jij gaat mg nu ook vertellen,
hoeveel broers en zusters je hebt en
dat had Nellie ook al gedaan. Dus
de volgende keer vertellen jullie mg
elk wat anders!
Ria Taal, Zaandijk. Ja, Ria je
verlangt erg naar Den Helder, maar
w. ook hoor, wij zouden ook graag
met het a;S. Kerstfeest vrede willen,
zo dat je weer kunt winkelen en dat
de Kerstboom weer kan branden,
zonder dat je hen. moet verduisteren
met dat leelijke zwarte papier. We
zullen maar afwachten, je weet nooit
wat er nog gebeurd.
Henk Jan Bregmau, Burgerbrug.
Wat maak jg een probleem van je
schaatsen, zeg! Ik weet natuurlijk
nog niet of Sint Nicolaas ze nog ge
bracht heeft, maar als ik jou ge
weest was, dan had ik maar stilletjes
afgewacht, wat de Sint 't beste voor
mij vond. Ik denk dat het schoon-
rijden 't wel gewonnen heeft. Heb ik
gelijk?
Nellie Lont, Wieringen. Zeker,
mag jij meedoen Nellie, Hoe meer
vriendjes en vriendinnetjes, des te
leuker ik het vind. Je vond het zeker
fijn, zo'n mooie doos postpapier. Hoe
veel jaar ben je nu geworden, negen
of tien?
Piet de Vegt, Schagen. Wat
vraag jij een hoop aan St. Nicolaas
Piet, 't is te hopen, dat hij goed aan
je gedacht heeft. Dat is jammer, dat
je Tiny niet mag bezoeken, maar
misschien is ze wel gauw beter. Doe
ze de groeten terug en wens haar
beterschap hoor!
T. de Kok, Schagen. Ja, St. Ni
colaas is al voorbg, want als je nu
je briefje leest, dan heeft hij al ge
reden. Het raadsel was toch niet zo
heel erg, moeilijk, alleen even beden
ke i. Wil je de volgende keer je voor
naam er bij schreven.
Maart je Boontjes, Stolpen. Wat
een feest, zeg Maartje, dat St. Nico
laas op school komt. Ben je niet
bang voor Zwarte Piet? Laat het nu
nog maar niet gaan vriezen, want
daar kunnen we buiten. Ik begrgp
natuurlijk wel, dat jij dolgraag wil
gaan schaatsen.
Brechtje de Vries. Dat is leuk,
Brechtje, dat jullie thuis een twee
ling hebben. En maken ze nu al
ruzie, dan kom jij of je moeder er
zeker wel tussen hé. Ja, dat zal
wel een leuk gezicht zijn, zo met z'n
tweetjes in een ledikantje.
Henny van Galen, Amsterdam.
Lees jij zo graag, Hennie? En
houdt je zusje meer van puzzle, nu
dat i' ook aardig werk, vind je niet
Ja ieder zgn smaak natuurlgk. Je
zusje is zeker Jonger dan jij, hè?
Leen Schouten, Anna Paulowna.
Ha, wat heb ik nu een fijne, lange
brief van je gekregen, Leen. Doet
Jacob ook mee met de raadsels of
niet? Aart en Jan waren zeker wel
een beetje bang hè, voor Zwarte Piet
of waren ze nogal zoet geweest
Jan de Giaat, Schoorl. Ja; Jan,
je moet Vrijdags ook maar goed in
de courant kijken, want de ene keer
staat 't Vrijdags in de courant en de
andere keer weer Zaterdags, dat
gaat naar de oeveelheid ruimte, die
er in de krant is. Dus even opletten
hoor!
Annie Zlkkenheimer, Groet. —Nu
Annie, ik denk als je trouw mee
blijft doen, dat je ook wel gauw een
boek of taart zal winnen. Je moeder
zal anders wel erg blirj zijn met het
cadeau, wat ze van jou gekregen
heeft. Heb je 't zelf gemaakt?
Betsie Sarton, Schagen. Ik denk
Betsie, dat je je oplossing niet goed
had. Of je komt volgende keer in de
courant. Ja en alle briefjes kunnen
niet tegelijk in de courant. Daarom
Betsie, heb je natuurlijk kans, dat
je wel eens een weekje moet wach
ten.
Sjoerdje Sluiter, Breezand. Ja
hoor Klaas, jg mag ook meedoen en
dan maar lange brieven schrgven,
net als Sjoerdje. Gaan jullie weer
in Den Helder wonen. Dan kun je
fgn je briefje op tijd brengen, tot
de volgende week 'dan maar weer,
hè!
Nel Hazebelt, Burgerbrug. Wel
kom hoor, je mag natuurlijk ook mee
doen. Heeft St. Nicolaas nog op
school gestrooid, dat was natuurlek
een feest, hè? Zoals ik lees had je
nogal moed op St. Nicolaas. Het
beste hoor, Nel!
Tinie Vlaming, Barsingerhorn.
Dus Tinie als je 't postpapier hebt,
schrijd je een lange brief naar mij,
dat vind ik reuze hoor. Ik geloof, dat
jij erg big bent, c.at St. Nicolaas op
school komt. Hjj os nu zeker al ge
weest hè? Was je niet een beetje
angstig voor Zwarte Piet. Dat hoor
ik de andere week wel hè?
Uiver, Callf.ntsoog. Je briefje
was nu heel wat langer deze keer.
Ja, met die papierschaarste begrijp
ik natuurlgk wel, dat je er een beetje
zuinig mee moet zgn. Heeft St. Ni
colaas ook bij jou gereden?
Coba Wezelman, Anna Paulowna.
Dat is niet leuk hè, dat je moeder
nog steeds liggend patiënte is. Dat
briefje van Geert vond ik heel aardig
hoor! En Geert als je groot bent,
schrijf me dan maar lange brieven.
Ja, dat ls een drukte Coba, al die
briefjes te beantwoorden. Hoe dat
gaat als je een boek wint of een
taart, dat zal ik je schrijven, al die
vriendjes en vriendinnetjes, die het
raadsel goed opgelost hebben, krg-
gen een nummer. En één van ons
noemt een nummer en dat nummer
is de prijswinnaar.
G. Nienhuls, Anna Paulowna, Wat
is dat jammer, dat jullie de raadsels
vergeten waren. Volgende keer goed
opletten en niet vergeten hoor. Vind
je het weer leuk in Den Helder?
Brina Verhage, Anna Paulowna,
Je hebt nu een aardig briefje ge
schreven Brina. Had je het de vorige
week zo druk. Ja, dat kan ik best
begrijpen, die St. Nicolaas-week is
altijd druk, hè. Schrgf me de volgen
de keer wat je in je schoen gekregen
hebt. Maak er volgende week maar
een lange brief van. Daaag!
Jan Pleter Mosk, Breezand.
Verleden week scheen 't zonnetje
Jan, maar nu op het ogenblik dat ik
jullie briefjes zit te beantwoorden
is het erg mistig. En dat is slecht
weer hoor! Nu Jan, als je een boek
of taart wint, dan wordt het naar je
huis gestuurd. Beterschap hoor Jan.
Klaas Gieles, Den Helder. Nou
Klaas, ik geloof vast niet, dat Sint
Nicolaas jou vergeten heeft. Enfin,
dat hoor ik de volgende week wel,
want St. Nicolaas krijgt heus wel
wat zonder bon hoor!
Nina Breel, Den Helder. Dat is
niet leuk hè, dat je niet in de krant
stond. Maar van deze week sta je
erbg hoor. Er zgn zoveel vriendjes
e^ vriendinnetjes dat ze er niet alle
maal tegelijk in kunnen staan. Dus
Nina als het nog eens gebeurt, weet
je hoe het komt. Maar trouw mee
blijven doen Nina, je zult toch mis
schien nog wel eens een boek win
nen.
Jetty But, Den Helder. Alweer
een nieuw vriendinnetje. Zeker mag
jij mee doen «>etty. Doe maar goed
je best, dan win je misschien gauw
een boek.
Roodborstje, Den Helder. Dat
weten ze gauw hoor, waar ze des
middags kruimeltjes krijgen, een
leuk gezicht hè, als ze er in zitten te
pikken. Maar Roodborstjes zie je
j "t zo vaak. Toevallig dat er steeds
eentje bij jullie komt.
Annie v. Bale, Den Helder. Wat
is dat fgn, Annie. Zo'n mooi leesboek
in je schoen. Je moet natuurlgk naar
St. Nicolaas luisteren, „acht uur is
ook kinderbedtijd" En gehoorzamen
moet je altijd!
Corry v. Bae, Den Helder. Vond
je het raadsel zo gemakkelijk, Cor
ry. Dat is fijn hè, als je niet lang
behoeft te zoeken. Heb je een lees
boek aan St. Nicolaas gevraagd, als
je zoet gweest bent, zal je het vast
wel gekregen hebben.
Kwik' aart, Den Helder. Doe
maar flink je best met de repetities
op school hoor! Hoe lang krijgen
jullie vacantie? Ik lees hier, dat je
i al leert koken ook op school. En
niets laat aanbranden. Nu Kwik
staart, dan kom ik eens een keer te
gast hoor!
Jan Hoogakker, Den Helder. Na
tuurlijk mag je weer meedoen. Vind
het fijn, dat je weer in Den Hel
der woont? Ja, in Groningen is het
ook mooi en Paterswolde! Woont
daar je Opa en Oma? Tot de vol
gende week!
Guurtje Schrieken, Burgerbrug.
Alweer een niew vriendinnetje.
Zeker, mag jij meedoen. Dat zal me
eer reuze avond geworden zijn met
St. Nicolaas. Had je al meer mee
gedaan, Guurtje of niet?
Leo Gieles, Den Helder. Nu
Leo, als je van je vader mag, ga je
weer een prettige vacantie tegemoet
Vind je het fijn, als je weer mag. Ik
zou maar erg zoet zijn, dan heb Je
nog de meeste kans. En dan kun je
weer de Texelsche lucht inademen.
Hennie v .d. Mast, Den Helder.
Ik denk, dat je er volgende week b(j
staat, Henny. Ja, ik was net zo be
nieuwd als jij r.aar St. Nicolaas hoor.
En je vroeg of ik mijnheer Krggs-
man kende. Die ken ik wel hoor! Ben
je daar op zang?
Nico Breeker, Den Helder. Van
harte gefeliciteerd hoor, Nico. Als je
je raadsels klaar hebt breng ze dan
maar direct, dan weet je zeker
dat je niet te laat bent. Schrijf je de
volgende week een langer briefje,
dag!
Marius de Jong, Schoort. Ook
al zo'n heel klein briefje. Ik denk
Marius, als jg je vulpotlood van Sint
Nicolaas hebt, dat ik een hele lange
brief krgg, wat jij!
Nellie Verhage, Anna Paulowna.
Natuurlijk rag jg mee doen, Nellie.
Krijg ik volgende week een briefje
van je. Tot de volgende keer dan.
Dieuwertje Schouten, Breezand.
Ja, Dieuwertje, het briefje van je
neefje Leen, heb ik ontvangen, hoor.
Dat valt niet mee, hè Zo'n hele week
in huis te zitten en dan met je been
op een stoel, we zullen maar hopen,
dat het gauw beter is. Het is an
ders fijn, dat je boeken hebt om te
lezen. Want anders zou het maar een
saaie boel zijn.
Sientje de Jonge, Den Helder.
Volgende week zal je in de courant
komen te staan, Sientje. Want de
briefjes zijn toch in tweeën verdeeld,
deze week de ene helft en de andere
week de andere helft.
Lenie Korbee, Schagerbrug. Vond
je het boek mooi, Leni? Ja, je moet
het je zusjes en broertjes ook laten
lezen. Dat is juist fgn. Als zg dan de
volgende keer een boek wihnefl, kan
jg hun boek weer lezen.
Sientje Korbee, Schagerbrug. Dus
je had die cadeautjes voor je ver
jaardag gekregen Dat was ook
anders een verrassing hè, zo'n ca
deautje van je Opa en Opoe. Jullie
raadsel was de vorige keer ook goed
hoor. Maar Leni was de gelukkige
prijswinnares.
Betey Frinks, Den Helder. Er
zijn een hoop kinderen, die nog hun
naam niet in dt courant gelezen heb
ben. Maar die komen er volgende
week in te sta ji. Had jij acht keer
wat in je schoen gekregen. Wat is
St Nicolaas goed voor jou geweest,
Betsy.
Beppie Korbee, Schagerbrug.
Nou Beppie als Zwarte Piet zich niet
wast kan je er niets van zien.
Maar als jij je niet wast, dan kan
je het wel zien hoor! Heb jij zo'n
hekel aan water. Nu ik heb ook een
neef, die daar zo bang van is,
dééAég.
Nu jongens en meisjes voor deze
week schei ik er weer mee uit, tot
de volgende week maar weer. Zullen
jullie allemaal naam en adres duide
lijk op het briefje schrgven?
GOEDE OPLOSSERS
29 NOVEMBER 1941
Den Helder: Maarten K., Corrie K.,
Jetty B., Roodborstje, Corrie v. B.,
Annie v. B., Corrie B., Dirkje B., Piet
B., Betsy F., Jan H., Sientje de J.,
Tiny v. B., Greetje R., Netty R., An-
niet R., Jopie M., Roos S., Hennie v.
d. M. Breezand: Jan P. M., Sjoerdje
S. Schagen: Betsie S. Groet: Annie
Z. Schagerbrug: Sientje K. Barsinger
horn: Tinie V. Burgerbrug: Nel H.,
Ida H. Schoorl: Jan de G. Kolhorn:
Iza de R., Annie K. Callantsoog:
Uiver. Egmond Binnen: Revier B.,
Gerard B., Gretha B. Anna Paulowna:
Sam S., Jantje G., G. N., Coba W.
Heer Hugowaard: Pietertje K. Am
sterdam: Henny v. G.
6 DECEMBER '41.
Klaas G., Leo G., Joop G., Frits
C., Coen C., Neeltje C., Trijntje C.,
Henkie en Jantje S., Gr. R„ Gusta
S., Corrie v. B., Anneke B., Nina B.,
Pietje en Aatje W., Martha, Tony
en Dlentje B., Agatha S., Coirie S.,
Nico en Dick B., Annie S., Annie D.,
Roos S., Piet de L„ Henk Jan B.,
Burgerbrug, Jan Pieter M., Bree
zand, Coba W., A. Paulowna, Henny
v. G., A'dam, Gerrit F., Breezand
Gerard B., Gretha B., Reinier B.,
Egmond Binnen, Rein v. d. V. Wes-
terland, Sjoerdje S., Den Helder, G.
N., A. Paulowna, Martina v. E. G.,
Den Helder, Iza de R., Winkel, An
nie K., Kolhorn, Piet B., Schagen,
N. Pauw, Kolhorn, Koosje B., Scha
gen, Corrie K., Moerbeek, Geerie K.,
Moerbeek, Hanneke D., Bussum,
Meta v. A., Den Helder, Henk v. A.,
Den Helder, Giel B., Schagen, Sientje
K., Henkie K., Beppie K, Schager
brug, Corrie B., Den Helder, Sientje
B., Den Helder, Lenie K., Schager
brug.
OPLOSSING VORIGE WEEK
1. Vader; 2. rond; 3. eerst; 4.
dadel; 5. Edam.
Het gevraagde woord is: „Vrede".
NIEUW RAADSEL
In elk van deze zinnetjes zit wat
lekkers verborgen.
1. Wat is dat lekker, soep met een
kluif.
2. Ik ren tegen de wind in naar huis
3. Ik neem je beslist je pop af, als je
er niet voorzichtig mee bent.
4. Doet Aart je pjjn, Zus?
5. Met een hoge bakkersmuts op,
kwam hij op het toneel.
LACHPIUJ2N.
„Schaf het rooken af en je leeft
twintig jaar langer."
„Maar is het daarvoor nu niet te
laat dokter?"
„Daar is het nooit te laat voor."
„Dan zal ik vandaag over twin
tig jaar mee ophouden, dokter."
„Zou ik voor 'n keer je jumper
eens aan mogen hebben. Jan?"
„Ja zeker, Willem! Maar waarom
vraag je eerst zoo officieel toe
stemming?"
„Omdat ik hem niet vinden kan!"
De kerk in Luxemburg. Van be^
voegde zijde wordt ons uit Berlijn
medegedeeld, dat de kleine Protes-
tantsche kerk in Luxemburg een
diasporakerk op een totaal be
volking van het land van 400.000
zielen niet meer dan ongeveer
3000 zielen omvat, alzoo nog niet
geheel 1 der totale bevolking.
Deze diasporakerk draagt een uit
gesproken Duitsch karakter; op
zeer enkele uitzonderingen na zijn
alle leden van Duitschen oorsprong.
Volledigheidshalve moet naast
deze kerkgemeenschap nog een
klein getal aanhangers van secten
genoemd worden, namelijk onge
veer 200 zielen (Darbisten, Menno
nieten, Apostolischen enz.).
De Luxemburgsche Protestantsche
kerk zal niet op zichzelf blijven
Voor de Ouders
Wat niet kon
„Moeder, mag ik zestig centen,
mag ik ze nu dadelijk: er is zoo'n
fijne mondharmonica bij de Kinder
vriend en ik wou zoo graag een
mondharmonica hebben enne..."
Zoo stormde het zoontje binnen.
Het was twee dagen na zgn ver
jaardag, die zoo goed geweest was:
et dag van vervulde wenschen, die
misschien hem wel het besef had
den doen verliezen, dat ook onver
vulde wenschen hun plaats hebben
in een menschen- èn een kinder
leven.
Het knaapje kan zich, tegen zjjn
gewoonte in, dan ook niet neerleg
gen bij mgn groote nadrukkelijkheid
en begint met de meest nuttelooze
van alle vragen: „Waarom?"
Waarom dan toch, heb je geen
zestig centen?
Ja zeker, heb ik zestig cent.
En geef je ze dan niet?
Neen, beste vent.
Hij kijkt rijn moeder aan alsof hij
zeggen wil: „Hoe is het mogelijk!"
Na een poosje licht er iets in hem
op- hij heeft het raadsel opgelost:
„Moeder, 't is, dat je niet kunt be
grijpen, hoe groot mijn vreugde zou
zijn als ik die mondharmonica had
en hoe groot mijn verdriet is, dat ik
hem niet heb."
Klein smeekend jongetje, dat alle
schuwheid overwonnen heeft om zoo
te kunnen pleiten voor de vervul
ling van zijn hartewensch. Alles aan
hem vraagt, rijn oogen zgn
bewogen stem, zijn uitgestrekte
winnen, terwijl Ripperda tegen DEM
lijks en even dreig ik te zwichten
en word ik bang hier iets terug te
dringen wat een recht op voortgang
had.
't Gaat om 'n mondharmonica
maar wat ligt daarachter?
Men voelt hier den strifd in de
ziel van de liefhebbende moeder.
Haar verstand zegt, dat het kind
ditmaal zijn wensch niet vervuld
mag den. Hg k.eeg al zoo veel
en men mag niet aan den gang
blijven, haar gevoel dreigt haar ver
standelijke overwegingen te niet te
doen.
Dan zegt ze:
„Ik geloof, dat ik het me wel in
kan denken, hoe groot je geluk zou
wezen als je er een kreeg, want
daar behoef ik alleen maar voor ts
bedenken hoe groot m ij n geluk
zou zijn, als ik je er een geven
mocht en met je verdriet is het net
zoo: ik heb ook verdriet omdat ik
je er geen geven mag."
Het knaapje staat voor een raad-
se'. Moeder heeft verdriet en zg
kan een mondharmonica geven als
ze maar wil. Een raadsel voor dit
kind. De moeder kiest hier in vrijen
wil als het ware het verdriet.
De moeder beseft, dat een toe
lichting noodig is en vertelt, waar
om zg ditmaal den jongen zijn zin
niet kan en mag geven.
En dan beseft het kind, dat zs
beiden verdriet hebben om hetzelfde,
het onvermijdelijke: niet alle wen
schen in het teven vervuld te zien.
Maar zegt :e: We willen samen
dit verdriet overwinnen, mijn vent.
Voor het knaapje wordt het nu
duidelijk, dat er bij moeder geen
sprake was van willekeur, maar lou
ter alleen van het zien van den
beteren weg voor het latere leven
van hem, haar jongen.
En toen dat eenmaal door den
jongen begrepen werd, was de strjjd
voor hem lichter geworden. Nu kon
hij zgn verdriet aan.
Het bovenstaande ontleende ik aan
het mooie boekje: „Mgn en dgn" van
L. Kuneman, (Uitgave Ploegsma,
Zeist).
In dit kleine schetsje, dat ik ter-
wille van de ruimte moest bekorten,
laat deze moeder ons zien, hoe moei
lijk het vaak is het kind iets te
weigeren, maar ook hoe,in bepaalde
oogenblikken het weigerend.ant
woord verzacht kan worden en sterk
opvoedend werken kan.
In deze dagen zullen heel veel
moeders met hun kinderen langs de
schitterende étalages wandelen en
vragen. Vragen, zooals een kind
handjes zoo ken ik hem nauwe-
len de moeders moeten weigeren.
Dat zal moeilijk zijn, hier is echter
een voorbeeld om deze moeilijkheid
te overwinnen. Het was daarom,
dat ik meende dit schetsje te moe
ten weergeven.
Ik voor mg acht de oplossing,
welke deze moeder gaf, zoo mooi,
dat ik geen oogenblik aarzel haar
aan te bevelen ter navolging. Alleen:
men zg hierbij wel bewust, dat men
handele moet naar omstandigheden.
M.a.w. niet klakkeloos het voor
beeld moet navolgen!
Oveeka.
staan. De betrekkingen met de
Duitsche Evangelische kerk zullen
binnenkort een nieuwen vorm krij
gen. Er zijn gunstig verloopende
besprekingen aan den gang over
aansluiting dezer kerk aan de
Duitsch Evangelische kerk van
Rijnland.
Hulp aan Finland. De gemeen
ten der Deensche Staatskerk heb
ben het oorlogsvoogdijschap o ver
Finsohe oorlogsweezen op zich ge
nomen. Iedere gemeente neemt het
voogdijschap van minstens één
kind op zich. Op deze manier zul
len minstens 1400 oorlogsweezen
verzorgd worden. Uiteraard zullen
meer weeskinderen verzorgd kun
nen worden, daar er talrijke ge
meenten zijn, die meer kinderen
voor haar rekening nemen. Ook de
Zweedsche kerk heeft plannen van
dezelfde strekking in voorberei
ding. Door deze kerk zullen onge
veer 2500 kinderen verzorgd wor
den.
Ver. van Ouderlingen. De Ver-
eeniging van Ouderlingen in de
Ned. I-Ierv. Kerk besloot een schrij
ven te richten tot de colleges van
Ouderlingen in deze Kerk, waarin
deze aangespoord zullen worden
om in verband met de circulaire
der Synode vooral die aangelegen
heden, welke in dezen tijd aller
eerst van belang geacht moeten
worden voor de kerk en het volks
leven, zoo spoedig en intensief mo
gelijk te behartigen.
Deze Vereeniging neemt voortdu
rend in belangrijheid toe. In de
laatste paar maanden boekte zij
ongeveer 100 nieuwe leden.
GIFTEN.
De diaconie der Gereformeerde
kerk te Rotterdam-Centrum, heeft
van die der Gereformeerde kerk te
Heemstede een gift van f 100.voor
de armen ontvangen.
GEDACHTEN
OsiA boAl v&ihoal:
Avonturen met een
Door JAAP VAN DER LINDEN.
Neef Bout is een aardige jongen.
Waar hij ook komt, bij kennissen of
familie, is hij 'n graag geziene gast.
Eén ding is echter heel jammer: hij
heeft altijd pech.
Laatst waren we weer eens bij el
kaar en natuurlijk kwam het onder-
werp-Bout na een half uurtje op de
proppen. Ditmaal had hij een avon
tuur met een wekker beleefd. Een
echt typisch Bout-geval. Als ik het
me precies herinner, was het zoo:
Neef Bout dan, woont ergens in
een buitenwijk, in een zeer rustige
straat op kamers. Hij is zeer op z'n
gemak gesteld en heeft een hekel
aan joelende en schreeuwende kin
deren.
Onze vriend is employé op een
bank en verdient vrij goed z'n brood.
Verliefd is hij, voor zoover z'n fa
milie weet, nog nooit geweest.
Maar dat kan nog komen.
Op een morgen, toen Bout voor
de zooveelste maal te laat door z'n
hospita gewekt was en daardoor
voor de tweede maal in één week,
te laat op de bank gekomen was,
besloot hij hier voorgoed een ein
de aan te maken. Na afloop van
zijn werk, ging hij niet zooals ge
woonlijk, regelrecht" naar zijn ka
mers, maar toog welgemoed de
stad in om zich te voorzien van een
goedloopende, degelijke wekker
Voor tal van étalages bleef Neef
Bout staan, vergeleek de prijzen en
monsterde de modellen. Eindelijk
trok hij de stoute schoenen aan en
waagde zich een winkel binnen.
Een zeer lieftallige jongedame
stond hem te woord- Dit was al ge
noeg om Bout van slag af te bren
gen. Hij werd rood en warm, en
kuchte van zenuwachtigheid.
„Wat wensoht U, meneer?"
„Juffrouw, een wekker", hakkel
de Bout.
„Kunt U tegen lawaai 's nachts?"
vroeg de juffrouw vriendelijk.
Bout vond deze vraag zeer
vreemd. Wat had de juffrouw met
zijn nachtrust te maken? 't Was
meer dan brutaal:
De juffrouw herhaalde echter na
drukkelijk de vraag.
„Om 's hemelswil, nee, juffrouw,
daar kan ik niet tegen". Bout
dacht aan z'n rustige kamer.
„Dan", zei het meiske, „raad ik
U een geluidlooze wekker aan".
„Een... wat? juffrouw", vroeg
Bout uiterst verbaasd.
Nu lachte de juffrouw.
„Ik bedoel een wekker, waarvan
U het tikken niet kunt hooren, een
z.g. silent-ticker. De meeste men
schen kunnen niet tegen het nij
dige getik van een wekker in hun
slaapkamer."
Dat vond Bout een pracht idee
en voor f 4.50 was hij de gelukkige
eigenaar van een geluidloozen wek
ker. De lieve juffrouw wond hem
voor hem op en met een keurig
pakje verliet neef Bout den winkel
Hij had al meer dan genoeg van
de stad. Spoedig was de tramhalte
bereikt en na een minuut of vijf
zat Bout met z'n pakje op den
schoot naar het drukke verkeer te
kyken. Langzaam schoof de tram
door de drukke winkelstraten. Tel
kens kwamen er passagiers bij, zoo
dat de wagen al spoedig propvol
was. Neef Bout zat te suffen en
dacht wat z'n hospita hem straks
zou voorzetten. Zeker weer spercie
boontjes. Hij had er een vreeselij-
ken hekel aan. Hij zou het er toch
eens
Plotseling een hard en schril, ve
nijnig gerinkel. De tram in op
schudding. Bout schrok op uit z'n
gepeins. Wat. was dat? Direct daar
op realiseerde hij het zich. Zijn
wekker was afgeloopen. Bout keek
om zich heen. Alle passagiers za
ten hem lachend en grinnikend
aan te kijken.
Bout voelde dat hij een figuur
sloeg. Ziedend van woede op don.
wekker, op de juffrouw, op de
menschen en de tram. peuterde hij
het touwtje los, wikkelde den wek
ker uit het papier en morrelde er
gens aan een knopje, 't Gebel hield
op! Maar de passagiers bleven
lachen en kijken. Bout voelde zich
als een kwajongen, die een wekker
in de klas heeft laten afloopen. De
tram stopte, Bout liep naar het
achterhalcon, stapte uit en was in
de vrije buitenlucht, verlost van
ziin belagers.
In een stemming beneden nul be
reikte hij zijn pension.
Den volgenden morgen werd neef
Bout gewekt door een aanhoudend
gebons op zijn slaapkamerdeur.
„Meneer, meneer, opstaan, het is
vijf over half negen. Bout stond
ineens stijf van schrik, recht over
eind naast z'n bed. Op het nacht
kastje stond uitdagend de geluid
looze wekker. Bout had hem des
avonds vergeten in werking te stel
len
Er zgn moeilijkheden, waarvoor
door kalm nadenken een oplossing
te vinden is. Er zijn echter ook
moeilijkheden in het leven, mis
schien zouden wij ze eerder „onaan-
gename feiten" moeten noemen,
waaraan nu eenmaal niets te ver
anderen valt, al zouden wij het nog
zoo zielsgraag willen en al denken
wij erover tot het ons duizelt.
Wie een gelukkig, evenwichtig
mensch wil worden moet trachten te
leeren, zulke dingen met zijn ge
dachten los te laten. Er zijn harte-
wenschen waartegen het leven een
onwrikbaar „neen" zegt, een „neen"
dat al onze opstandigheid, al ons ge
pieker er al onze spitsvondigheden
niet in „ja" vermogen te veranderen.
En dan willen wij dat meestal in
onze koppigheid juist niet loslaten.
Wij blijven maar tobben, in een
kringetje rond, hoe jammer het toch
is en hoe naar dat dit nu niet andera
kan. Wij boeten er onze gemoeds
rust, menigmaal onze nachtrust,
en onze blijmoedigheid bij in. We
zijn ongenietbaar voor anderen en
onszelf tot last, door onze vruchte-
looze energie-verspilling van mok
ken over iets, dat nu eenmaal on
mogelijk is. Dan wordt het tijd om
een kloek besluit te nemen en er een
streep onder te zetten, ook onder
ons denken over dat eene punt.
Gaat er eens uit, met goede vrien
den of kennissen praten over het
geen hen interesseert, maakt een
lange wandeling met bewuste aan
dacht voor de natuur, of neemt een
bezigheid ter hand die Uw algeheele
aandacht opeischt.
Men kan een teleurstelling verge
lijken bij een geestelijke wond. Een
lichamelijke wond wordt er niet
beter van, integendeel, wanneer wjj
voortdurend aan het verband zitten
te plukken om te constateeren dat
de wond, (die wij zelf voortdurend
opentrekken) nu nog niet dicht is.
dat soms kan. Maar vele malen zul-
lijken zin, die zijn gedachten blijft
concentreeren op een teleurstelling,
waaraan eenmaal niets te verande
ren valt. Het is niet zoo gemakkelijk
om te zeggen: „nu denk ik er niet
meer over", en zich daaraan meteen
te houden; zoo'n gedachte zal zich
nog menigmaal opdringen, maar men
kan althans proberen haar te ver
zwakken door zich welbewust te
concentreeren op iets anders.
Een mensch denkt altijd ergens
aan, dus kan men een gedachte
slechts positief bestrijden door er
welbewust een andere voor in de
plaats te stellen. En tracht u, zoo
mogelgk, een ander ideaal voor
oogen te stellen.
Probeert om uw vruchtelooze en
negatieve gedachten aan dat wat
niet kon, te vervangen door een posi
tief streven naar een nieuw ideaal,
dat misschien wel bereikbaar zal
blijken.
Dr. Jos de Cock.