Geestelijk leven Tob nooit wekker vm;\ Beste jongens en meisjes I Sint Nicolaas is voorbij en heeft de goede Sint nog verrassingen ge bracht? Ik heb zo'n vermoeden van wel, want wanneer ik zo naar m'n voorraad briefjes kijk, die ik deze week ontvangen heb, dan zijn dat er maar weinig, waarschijnlijk hadden jullie deze week geen tijd voor de raadsels. Voor de vriendjes en vriendinnetjes die, zo graag willen schaatsen, wordt hun geduld wel op de proef gesteld, want ik kan nu nog steeds maar niet zien, dat het gauw zal gaan vriezen, dus die moeten hun schaat sen dan nog maar een poosje in het vet houden. Ook zullen er wel velen zgn, die helemaal niet naar die narigheid van kou aan je vingers, tenen, rode neu zen en tintelende oren, enz. verlan gen, want dan heeft onze kachel ook een reuze honger en in deze tijd zou het dan wel eens kunnen gebeuren, dat we de kachel honger moesten laten lijden en 't resultaat weten jullie allemaal wel, wanneer je een kachel niet goed verzorgt, gaat hjj uit. Brr, dat zou niet meevallen! En nu komt voor jullie nog een fijne tijd, want de vacantie nadert nu snel, elke dag komt ze dichterbij en met de vacantie komt ook het mooie Kerstfeest, het feest van de Vrede, was het maar zo, dat we dan echte vrede over de hele wereld hadden, wat zou dat voor ons allemaal een uitkomst zijn. Nu nog een mededeling, er zijn n.1. van deze week 2 boeken verloot en deze zijn gewonnen door CORRIE SWART, Dahliastraat 10, Den Helder en CORRIE BEKEBREDE, Weezenstraat 22, Den Helder. Henkie Korbee, Schagerbrug. Dat is een heleboel hoor 12 schoentjes voor de schoorsteen, hebben jullie met z'n allen goed gezongen? Want waar zoveel schoentjes staan, daar zijn ook veel stemmen en je weet wel dat de Sint van zingen houdt! Heb jij hem nog gezien? Jellie v. d. Oord, Den Helder. Nee, Jellie als je niet in de krant stond, dan zul je je raadsel wel niet goed gehad hebban. Een volgende keer beter! Nellie Staring, Anna Paulowna, 's Jonge, wat een gezellige grote familie heb jfl, wat zal dat een drukte bij jullie geven wanneer ze allemaal thuis zijn, op een regen achtige dag bijv. Maar dan zullen jullie elkaar ook wel weer best kun nen vermaken, denk ik! Wie weet hoe een aardige Meester jullie nu weer terug krijgen zeg, 't valt haast altijd mee hoor! Trgntje Kommer, Den Helder. Dat is nou ook wat moois, Trgntje je neefjes wel in de krant en jg niet maar 't malle van alles vind ik, dat ik je raadsel heus niet gevonden heb, dus jou ook niet bij de goede oplos sers kon zetten. Maar we zullen ho pen dat het niet meer gebeurd. Annie Staring, Anna Paulowna. Ja, Annie nou kan ik aan jou wel 't zelfde schrijven als aan je zusje, want jij gaat mg nu ook vertellen, hoeveel broers en zusters je hebt en dat had Nellie ook al gedaan. Dus de volgende keer vertellen jullie mg elk wat anders! Ria Taal, Zaandijk. Ja, Ria je verlangt erg naar Den Helder, maar w. ook hoor, wij zouden ook graag met het a;S. Kerstfeest vrede willen, zo dat je weer kunt winkelen en dat de Kerstboom weer kan branden, zonder dat je hen. moet verduisteren met dat leelijke zwarte papier. We zullen maar afwachten, je weet nooit wat er nog gebeurd. Henk Jan Bregmau, Burgerbrug. Wat maak jg een probleem van je schaatsen, zeg! Ik weet natuurlijk nog niet of Sint Nicolaas ze nog ge bracht heeft, maar als ik jou ge weest was, dan had ik maar stilletjes afgewacht, wat de Sint 't beste voor mij vond. Ik denk dat het schoon- rijden 't wel gewonnen heeft. Heb ik gelijk? Nellie Lont, Wieringen. Zeker, mag jij meedoen Nellie, Hoe meer vriendjes en vriendinnetjes, des te leuker ik het vind. Je vond het zeker fijn, zo'n mooie doos postpapier. Hoe veel jaar ben je nu geworden, negen of tien? Piet de Vegt, Schagen. Wat vraag jij een hoop aan St. Nicolaas Piet, 't is te hopen, dat hij goed aan je gedacht heeft. Dat is jammer, dat je Tiny niet mag bezoeken, maar misschien is ze wel gauw beter. Doe ze de groeten terug en wens haar beterschap hoor! T. de Kok, Schagen. Ja, St. Ni colaas is al voorbg, want als je nu je briefje leest, dan heeft hij al ge reden. Het raadsel was toch niet zo heel erg, moeilijk, alleen even beden ke i. Wil je de volgende keer je voor naam er bij schreven. Maart je Boontjes, Stolpen. Wat een feest, zeg Maartje, dat St. Nico laas op school komt. Ben je niet bang voor Zwarte Piet? Laat het nu nog maar niet gaan vriezen, want daar kunnen we buiten. Ik begrgp natuurlijk wel, dat jij dolgraag wil gaan schaatsen. Brechtje de Vries. Dat is leuk, Brechtje, dat jullie thuis een twee ling hebben. En maken ze nu al ruzie, dan kom jij of je moeder er zeker wel tussen hé. Ja, dat zal wel een leuk gezicht zijn, zo met z'n tweetjes in een ledikantje. Henny van Galen, Amsterdam. Lees jij zo graag, Hennie? En houdt je zusje meer van puzzle, nu dat i' ook aardig werk, vind je niet Ja ieder zgn smaak natuurlgk. Je zusje is zeker Jonger dan jij, hè? Leen Schouten, Anna Paulowna. Ha, wat heb ik nu een fijne, lange brief van je gekregen, Leen. Doet Jacob ook mee met de raadsels of niet? Aart en Jan waren zeker wel een beetje bang hè, voor Zwarte Piet of waren ze nogal zoet geweest Jan de Giaat, Schoorl. Ja; Jan, je moet Vrijdags ook maar goed in de courant kijken, want de ene keer staat 't Vrijdags in de courant en de andere keer weer Zaterdags, dat gaat naar de oeveelheid ruimte, die er in de krant is. Dus even opletten hoor! Annie Zlkkenheimer, Groet. —Nu Annie, ik denk als je trouw mee blijft doen, dat je ook wel gauw een boek of taart zal winnen. Je moeder zal anders wel erg blirj zijn met het cadeau, wat ze van jou gekregen heeft. Heb je 't zelf gemaakt? Betsie Sarton, Schagen. Ik denk Betsie, dat je je oplossing niet goed had. Of je komt volgende keer in de courant. Ja en alle briefjes kunnen niet tegelijk in de courant. Daarom Betsie, heb je natuurlijk kans, dat je wel eens een weekje moet wach ten. Sjoerdje Sluiter, Breezand. Ja hoor Klaas, jg mag ook meedoen en dan maar lange brieven schrgven, net als Sjoerdje. Gaan jullie weer in Den Helder wonen. Dan kun je fgn je briefje op tijd brengen, tot de volgende week 'dan maar weer, hè! Nel Hazebelt, Burgerbrug. Wel kom hoor, je mag natuurlijk ook mee doen. Heeft St. Nicolaas nog op school gestrooid, dat was natuurlek een feest, hè? Zoals ik lees had je nogal moed op St. Nicolaas. Het beste hoor, Nel! Tinie Vlaming, Barsingerhorn. Dus Tinie als je 't postpapier hebt, schrijd je een lange brief naar mij, dat vind ik reuze hoor. Ik geloof, dat jij erg big bent, c.at St. Nicolaas op school komt. Hjj os nu zeker al ge weest hè? Was je niet een beetje angstig voor Zwarte Piet. Dat hoor ik de andere week wel hè? Uiver, Callf.ntsoog. Je briefje was nu heel wat langer deze keer. Ja, met die papierschaarste begrijp ik natuurlgk wel, dat je er een beetje zuinig mee moet zgn. Heeft St. Ni colaas ook bij jou gereden? Coba Wezelman, Anna Paulowna. Dat is niet leuk hè, dat je moeder nog steeds liggend patiënte is. Dat briefje van Geert vond ik heel aardig hoor! En Geert als je groot bent, schrijf me dan maar lange brieven. Ja, dat ls een drukte Coba, al die briefjes te beantwoorden. Hoe dat gaat als je een boek wint of een taart, dat zal ik je schrijven, al die vriendjes en vriendinnetjes, die het raadsel goed opgelost hebben, krg- gen een nummer. En één van ons noemt een nummer en dat nummer is de prijswinnaar. G. Nienhuls, Anna Paulowna, Wat is dat jammer, dat jullie de raadsels vergeten waren. Volgende keer goed opletten en niet vergeten hoor. Vind je het weer leuk in Den Helder? Brina Verhage, Anna Paulowna, Je hebt nu een aardig briefje ge schreven Brina. Had je het de vorige week zo druk. Ja, dat kan ik best begrijpen, die St. Nicolaas-week is altijd druk, hè. Schrgf me de volgen de keer wat je in je schoen gekregen hebt. Maak er volgende week maar een lange brief van. Daaag! Jan Pleter Mosk, Breezand. Verleden week scheen 't zonnetje Jan, maar nu op het ogenblik dat ik jullie briefjes zit te beantwoorden is het erg mistig. En dat is slecht weer hoor! Nu Jan, als je een boek of taart wint, dan wordt het naar je huis gestuurd. Beterschap hoor Jan. Klaas Gieles, Den Helder. Nou Klaas, ik geloof vast niet, dat Sint Nicolaas jou vergeten heeft. Enfin, dat hoor ik de volgende week wel, want St. Nicolaas krijgt heus wel wat zonder bon hoor! Nina Breel, Den Helder. Dat is niet leuk hè, dat je niet in de krant stond. Maar van deze week sta je erbg hoor. Er zgn zoveel vriendjes e^ vriendinnetjes dat ze er niet alle maal tegelijk in kunnen staan. Dus Nina als het nog eens gebeurt, weet je hoe het komt. Maar trouw mee blijven doen Nina, je zult toch mis schien nog wel eens een boek win nen. Jetty But, Den Helder. Alweer een nieuw vriendinnetje. Zeker mag jij mee doen «>etty. Doe maar goed je best, dan win je misschien gauw een boek. Roodborstje, Den Helder. Dat weten ze gauw hoor, waar ze des middags kruimeltjes krijgen, een leuk gezicht hè, als ze er in zitten te pikken. Maar Roodborstjes zie je j "t zo vaak. Toevallig dat er steeds eentje bij jullie komt. Annie v. Bale, Den Helder. Wat is dat fgn, Annie. Zo'n mooi leesboek in je schoen. Je moet natuurlgk naar St. Nicolaas luisteren, „acht uur is ook kinderbedtijd" En gehoorzamen moet je altijd! Corry v. Bae, Den Helder. Vond je het raadsel zo gemakkelijk, Cor ry. Dat is fijn hè, als je niet lang behoeft te zoeken. Heb je een lees boek aan St. Nicolaas gevraagd, als je zoet gweest bent, zal je het vast wel gekregen hebben. Kwik' aart, Den Helder. Doe maar flink je best met de repetities op school hoor! Hoe lang krijgen jullie vacantie? Ik lees hier, dat je i al leert koken ook op school. En niets laat aanbranden. Nu Kwik staart, dan kom ik eens een keer te gast hoor! Jan Hoogakker, Den Helder. Na tuurlijk mag je weer meedoen. Vind het fijn, dat je weer in Den Hel der woont? Ja, in Groningen is het ook mooi en Paterswolde! Woont daar je Opa en Oma? Tot de vol gende week! Guurtje Schrieken, Burgerbrug. Alweer een niew vriendinnetje. Zeker, mag jij meedoen. Dat zal me eer reuze avond geworden zijn met St. Nicolaas. Had je al meer mee gedaan, Guurtje of niet? Leo Gieles, Den Helder. Nu Leo, als je van je vader mag, ga je weer een prettige vacantie tegemoet Vind je het fijn, als je weer mag. Ik zou maar erg zoet zijn, dan heb Je nog de meeste kans. En dan kun je weer de Texelsche lucht inademen. Hennie v .d. Mast, Den Helder. Ik denk, dat je er volgende week b(j staat, Henny. Ja, ik was net zo be nieuwd als jij r.aar St. Nicolaas hoor. En je vroeg of ik mijnheer Krggs- man kende. Die ken ik wel hoor! Ben je daar op zang? Nico Breeker, Den Helder. Van harte gefeliciteerd hoor, Nico. Als je je raadsels klaar hebt breng ze dan maar direct, dan weet je zeker dat je niet te laat bent. Schrijf je de volgende week een langer briefje, dag! Marius de Jong, Schoort. Ook al zo'n heel klein briefje. Ik denk Marius, als jg je vulpotlood van Sint Nicolaas hebt, dat ik een hele lange brief krgg, wat jij! Nellie Verhage, Anna Paulowna. Natuurlijk rag jg mee doen, Nellie. Krijg ik volgende week een briefje van je. Tot de volgende keer dan. Dieuwertje Schouten, Breezand. Ja, Dieuwertje, het briefje van je neefje Leen, heb ik ontvangen, hoor. Dat valt niet mee, hè Zo'n hele week in huis te zitten en dan met je been op een stoel, we zullen maar hopen, dat het gauw beter is. Het is an ders fijn, dat je boeken hebt om te lezen. Want anders zou het maar een saaie boel zijn. Sientje de Jonge, Den Helder. Volgende week zal je in de courant komen te staan, Sientje. Want de briefjes zijn toch in tweeën verdeeld, deze week de ene helft en de andere week de andere helft. Lenie Korbee, Schagerbrug. Vond je het boek mooi, Leni? Ja, je moet het je zusjes en broertjes ook laten lezen. Dat is juist fgn. Als zg dan de volgende keer een boek wihnefl, kan jg hun boek weer lezen. Sientje Korbee, Schagerbrug. Dus je had die cadeautjes voor je ver jaardag gekregen Dat was ook anders een verrassing hè, zo'n ca deautje van je Opa en Opoe. Jullie raadsel was de vorige keer ook goed hoor. Maar Leni was de gelukkige prijswinnares. Betey Frinks, Den Helder. Er zijn een hoop kinderen, die nog hun naam niet in dt courant gelezen heb ben. Maar die komen er volgende week in te sta ji. Had jij acht keer wat in je schoen gekregen. Wat is St Nicolaas goed voor jou geweest, Betsy. Beppie Korbee, Schagerbrug. Nou Beppie als Zwarte Piet zich niet wast kan je er niets van zien. Maar als jij je niet wast, dan kan je het wel zien hoor! Heb jij zo'n hekel aan water. Nu ik heb ook een neef, die daar zo bang van is, dééAég. Nu jongens en meisjes voor deze week schei ik er weer mee uit, tot de volgende week maar weer. Zullen jullie allemaal naam en adres duide lijk op het briefje schrgven? GOEDE OPLOSSERS 29 NOVEMBER 1941 Den Helder: Maarten K., Corrie K., Jetty B., Roodborstje, Corrie v. B., Annie v. B., Corrie B., Dirkje B., Piet B., Betsy F., Jan H., Sientje de J., Tiny v. B., Greetje R., Netty R., An- niet R., Jopie M., Roos S., Hennie v. d. M. Breezand: Jan P. M., Sjoerdje S. Schagen: Betsie S. Groet: Annie Z. Schagerbrug: Sientje K. Barsinger horn: Tinie V. Burgerbrug: Nel H., Ida H. Schoorl: Jan de G. Kolhorn: Iza de R., Annie K. Callantsoog: Uiver. Egmond Binnen: Revier B., Gerard B., Gretha B. Anna Paulowna: Sam S., Jantje G., G. N., Coba W. Heer Hugowaard: Pietertje K. Am sterdam: Henny v. G. 6 DECEMBER '41. Klaas G., Leo G., Joop G., Frits C., Coen C., Neeltje C., Trijntje C., Henkie en Jantje S., Gr. R„ Gusta S., Corrie v. B., Anneke B., Nina B., Pietje en Aatje W., Martha, Tony en Dlentje B., Agatha S., Coirie S., Nico en Dick B., Annie S., Annie D., Roos S., Piet de L„ Henk Jan B., Burgerbrug, Jan Pieter M., Bree zand, Coba W., A. Paulowna, Henny v. G., A'dam, Gerrit F., Breezand Gerard B., Gretha B., Reinier B., Egmond Binnen, Rein v. d. V. Wes- terland, Sjoerdje S., Den Helder, G. N., A. Paulowna, Martina v. E. G., Den Helder, Iza de R., Winkel, An nie K., Kolhorn, Piet B., Schagen, N. Pauw, Kolhorn, Koosje B., Scha gen, Corrie K., Moerbeek, Geerie K., Moerbeek, Hanneke D., Bussum, Meta v. A., Den Helder, Henk v. A., Den Helder, Giel B., Schagen, Sientje K., Henkie K., Beppie K, Schager brug, Corrie B., Den Helder, Sientje B., Den Helder, Lenie K., Schager brug. OPLOSSING VORIGE WEEK 1. Vader; 2. rond; 3. eerst; 4. dadel; 5. Edam. Het gevraagde woord is: „Vrede". NIEUW RAADSEL In elk van deze zinnetjes zit wat lekkers verborgen. 1. Wat is dat lekker, soep met een kluif. 2. Ik ren tegen de wind in naar huis 3. Ik neem je beslist je pop af, als je er niet voorzichtig mee bent. 4. Doet Aart je pjjn, Zus? 5. Met een hoge bakkersmuts op, kwam hij op het toneel. LACHPIUJ2N. „Schaf het rooken af en je leeft twintig jaar langer." „Maar is het daarvoor nu niet te laat dokter?" „Daar is het nooit te laat voor." „Dan zal ik vandaag over twin tig jaar mee ophouden, dokter." „Zou ik voor 'n keer je jumper eens aan mogen hebben. Jan?" „Ja zeker, Willem! Maar waarom vraag je eerst zoo officieel toe stemming?" „Omdat ik hem niet vinden kan!" De kerk in Luxemburg. Van be^ voegde zijde wordt ons uit Berlijn medegedeeld, dat de kleine Protes- tantsche kerk in Luxemburg een diasporakerk op een totaal be volking van het land van 400.000 zielen niet meer dan ongeveer 3000 zielen omvat, alzoo nog niet geheel 1 der totale bevolking. Deze diasporakerk draagt een uit gesproken Duitsch karakter; op zeer enkele uitzonderingen na zijn alle leden van Duitschen oorsprong. Volledigheidshalve moet naast deze kerkgemeenschap nog een klein getal aanhangers van secten genoemd worden, namelijk onge veer 200 zielen (Darbisten, Menno nieten, Apostolischen enz.). De Luxemburgsche Protestantsche kerk zal niet op zichzelf blijven Voor de Ouders Wat niet kon „Moeder, mag ik zestig centen, mag ik ze nu dadelijk: er is zoo'n fijne mondharmonica bij de Kinder vriend en ik wou zoo graag een mondharmonica hebben enne..." Zoo stormde het zoontje binnen. Het was twee dagen na zgn ver jaardag, die zoo goed geweest was: et dag van vervulde wenschen, die misschien hem wel het besef had den doen verliezen, dat ook onver vulde wenschen hun plaats hebben in een menschen- èn een kinder leven. Het knaapje kan zich, tegen zjjn gewoonte in, dan ook niet neerleg gen bij mgn groote nadrukkelijkheid en begint met de meest nuttelooze van alle vragen: „Waarom?" Waarom dan toch, heb je geen zestig centen? Ja zeker, heb ik zestig cent. En geef je ze dan niet? Neen, beste vent. Hij kijkt rijn moeder aan alsof hij zeggen wil: „Hoe is het mogelijk!" Na een poosje licht er iets in hem op- hij heeft het raadsel opgelost: „Moeder, 't is, dat je niet kunt be grijpen, hoe groot mijn vreugde zou zijn als ik die mondharmonica had en hoe groot mijn verdriet is, dat ik hem niet heb." Klein smeekend jongetje, dat alle schuwheid overwonnen heeft om zoo te kunnen pleiten voor de vervul ling van zijn hartewensch. Alles aan hem vraagt, rijn oogen zgn bewogen stem, zijn uitgestrekte winnen, terwijl Ripperda tegen DEM lijks en even dreig ik te zwichten en word ik bang hier iets terug te dringen wat een recht op voortgang had. 't Gaat om 'n mondharmonica maar wat ligt daarachter? Men voelt hier den strifd in de ziel van de liefhebbende moeder. Haar verstand zegt, dat het kind ditmaal zijn wensch niet vervuld mag den. Hg k.eeg al zoo veel en men mag niet aan den gang blijven, haar gevoel dreigt haar ver standelijke overwegingen te niet te doen. Dan zegt ze: „Ik geloof, dat ik het me wel in kan denken, hoe groot je geluk zou wezen als je er een kreeg, want daar behoef ik alleen maar voor ts bedenken hoe groot m ij n geluk zou zijn, als ik je er een geven mocht en met je verdriet is het net zoo: ik heb ook verdriet omdat ik je er geen geven mag." Het knaapje staat voor een raad- se'. Moeder heeft verdriet en zg kan een mondharmonica geven als ze maar wil. Een raadsel voor dit kind. De moeder kiest hier in vrijen wil als het ware het verdriet. De moeder beseft, dat een toe lichting noodig is en vertelt, waar om zg ditmaal den jongen zijn zin niet kan en mag geven. En dan beseft het kind, dat zs beiden verdriet hebben om hetzelfde, het onvermijdelijke: niet alle wen schen in het teven vervuld te zien. Maar zegt :e: We willen samen dit verdriet overwinnen, mijn vent. Voor het knaapje wordt het nu duidelijk, dat er bij moeder geen sprake was van willekeur, maar lou ter alleen van het zien van den beteren weg voor het latere leven van hem, haar jongen. En toen dat eenmaal door den jongen begrepen werd, was de strjjd voor hem lichter geworden. Nu kon hij zgn verdriet aan. Het bovenstaande ontleende ik aan het mooie boekje: „Mgn en dgn" van L. Kuneman, (Uitgave Ploegsma, Zeist). In dit kleine schetsje, dat ik ter- wille van de ruimte moest bekorten, laat deze moeder ons zien, hoe moei lijk het vaak is het kind iets te weigeren, maar ook hoe,in bepaalde oogenblikken het weigerend.ant woord verzacht kan worden en sterk opvoedend werken kan. In deze dagen zullen heel veel moeders met hun kinderen langs de schitterende étalages wandelen en vragen. Vragen, zooals een kind handjes zoo ken ik hem nauwe- len de moeders moeten weigeren. Dat zal moeilijk zijn, hier is echter een voorbeeld om deze moeilijkheid te overwinnen. Het was daarom, dat ik meende dit schetsje te moe ten weergeven. Ik voor mg acht de oplossing, welke deze moeder gaf, zoo mooi, dat ik geen oogenblik aarzel haar aan te bevelen ter navolging. Alleen: men zg hierbij wel bewust, dat men handele moet naar omstandigheden. M.a.w. niet klakkeloos het voor beeld moet navolgen! Oveeka. staan. De betrekkingen met de Duitsche Evangelische kerk zullen binnenkort een nieuwen vorm krij gen. Er zijn gunstig verloopende besprekingen aan den gang over aansluiting dezer kerk aan de Duitsch Evangelische kerk van Rijnland. Hulp aan Finland. De gemeen ten der Deensche Staatskerk heb ben het oorlogsvoogdijschap o ver Finsohe oorlogsweezen op zich ge nomen. Iedere gemeente neemt het voogdijschap van minstens één kind op zich. Op deze manier zul len minstens 1400 oorlogsweezen verzorgd worden. Uiteraard zullen meer weeskinderen verzorgd kun nen worden, daar er talrijke ge meenten zijn, die meer kinderen voor haar rekening nemen. Ook de Zweedsche kerk heeft plannen van dezelfde strekking in voorberei ding. Door deze kerk zullen onge veer 2500 kinderen verzorgd wor den. Ver. van Ouderlingen. De Ver- eeniging van Ouderlingen in de Ned. I-Ierv. Kerk besloot een schrij ven te richten tot de colleges van Ouderlingen in deze Kerk, waarin deze aangespoord zullen worden om in verband met de circulaire der Synode vooral die aangelegen heden, welke in dezen tijd aller eerst van belang geacht moeten worden voor de kerk en het volks leven, zoo spoedig en intensief mo gelijk te behartigen. Deze Vereeniging neemt voortdu rend in belangrijheid toe. In de laatste paar maanden boekte zij ongeveer 100 nieuwe leden. GIFTEN. De diaconie der Gereformeerde kerk te Rotterdam-Centrum, heeft van die der Gereformeerde kerk te Heemstede een gift van f 100.voor de armen ontvangen. GEDACHTEN OsiA boAl v&ihoal: Avonturen met een Door JAAP VAN DER LINDEN. Neef Bout is een aardige jongen. Waar hij ook komt, bij kennissen of familie, is hij 'n graag geziene gast. Eén ding is echter heel jammer: hij heeft altijd pech. Laatst waren we weer eens bij el kaar en natuurlijk kwam het onder- werp-Bout na een half uurtje op de proppen. Ditmaal had hij een avon tuur met een wekker beleefd. Een echt typisch Bout-geval. Als ik het me precies herinner, was het zoo: Neef Bout dan, woont ergens in een buitenwijk, in een zeer rustige straat op kamers. Hij is zeer op z'n gemak gesteld en heeft een hekel aan joelende en schreeuwende kin deren. Onze vriend is employé op een bank en verdient vrij goed z'n brood. Verliefd is hij, voor zoover z'n fa milie weet, nog nooit geweest. Maar dat kan nog komen. Op een morgen, toen Bout voor de zooveelste maal te laat door z'n hospita gewekt was en daardoor voor de tweede maal in één week, te laat op de bank gekomen was, besloot hij hier voorgoed een ein de aan te maken. Na afloop van zijn werk, ging hij niet zooals ge woonlijk, regelrecht" naar zijn ka mers, maar toog welgemoed de stad in om zich te voorzien van een goedloopende, degelijke wekker Voor tal van étalages bleef Neef Bout staan, vergeleek de prijzen en monsterde de modellen. Eindelijk trok hij de stoute schoenen aan en waagde zich een winkel binnen. Een zeer lieftallige jongedame stond hem te woord- Dit was al ge noeg om Bout van slag af te bren gen. Hij werd rood en warm, en kuchte van zenuwachtigheid. „Wat wensoht U, meneer?" „Juffrouw, een wekker", hakkel de Bout. „Kunt U tegen lawaai 's nachts?" vroeg de juffrouw vriendelijk. Bout vond deze vraag zeer vreemd. Wat had de juffrouw met zijn nachtrust te maken? 't Was meer dan brutaal: De juffrouw herhaalde echter na drukkelijk de vraag. „Om 's hemelswil, nee, juffrouw, daar kan ik niet tegen". Bout dacht aan z'n rustige kamer. „Dan", zei het meiske, „raad ik U een geluidlooze wekker aan". „Een... wat? juffrouw", vroeg Bout uiterst verbaasd. Nu lachte de juffrouw. „Ik bedoel een wekker, waarvan U het tikken niet kunt hooren, een z.g. silent-ticker. De meeste men schen kunnen niet tegen het nij dige getik van een wekker in hun slaapkamer." Dat vond Bout een pracht idee en voor f 4.50 was hij de gelukkige eigenaar van een geluidloozen wek ker. De lieve juffrouw wond hem voor hem op en met een keurig pakje verliet neef Bout den winkel Hij had al meer dan genoeg van de stad. Spoedig was de tramhalte bereikt en na een minuut of vijf zat Bout met z'n pakje op den schoot naar het drukke verkeer te kyken. Langzaam schoof de tram door de drukke winkelstraten. Tel kens kwamen er passagiers bij, zoo dat de wagen al spoedig propvol was. Neef Bout zat te suffen en dacht wat z'n hospita hem straks zou voorzetten. Zeker weer spercie boontjes. Hij had er een vreeselij- ken hekel aan. Hij zou het er toch eens Plotseling een hard en schril, ve nijnig gerinkel. De tram in op schudding. Bout schrok op uit z'n gepeins. Wat. was dat? Direct daar op realiseerde hij het zich. Zijn wekker was afgeloopen. Bout keek om zich heen. Alle passagiers za ten hem lachend en grinnikend aan te kijken. Bout voelde dat hij een figuur sloeg. Ziedend van woede op don. wekker, op de juffrouw, op de menschen en de tram. peuterde hij het touwtje los, wikkelde den wek ker uit het papier en morrelde er gens aan een knopje, 't Gebel hield op! Maar de passagiers bleven lachen en kijken. Bout voelde zich als een kwajongen, die een wekker in de klas heeft laten afloopen. De tram stopte, Bout liep naar het achterhalcon, stapte uit en was in de vrije buitenlucht, verlost van ziin belagers. In een stemming beneden nul be reikte hij zijn pension. Den volgenden morgen werd neef Bout gewekt door een aanhoudend gebons op zijn slaapkamerdeur. „Meneer, meneer, opstaan, het is vijf over half negen. Bout stond ineens stijf van schrik, recht over eind naast z'n bed. Op het nacht kastje stond uitdagend de geluid looze wekker. Bout had hem des avonds vergeten in werking te stel len Er zgn moeilijkheden, waarvoor door kalm nadenken een oplossing te vinden is. Er zijn echter ook moeilijkheden in het leven, mis schien zouden wij ze eerder „onaan- gename feiten" moeten noemen, waaraan nu eenmaal niets te ver anderen valt, al zouden wij het nog zoo zielsgraag willen en al denken wij erover tot het ons duizelt. Wie een gelukkig, evenwichtig mensch wil worden moet trachten te leeren, zulke dingen met zijn ge dachten los te laten. Er zijn harte- wenschen waartegen het leven een onwrikbaar „neen" zegt, een „neen" dat al onze opstandigheid, al ons ge pieker er al onze spitsvondigheden niet in „ja" vermogen te veranderen. En dan willen wij dat meestal in onze koppigheid juist niet loslaten. Wij blijven maar tobben, in een kringetje rond, hoe jammer het toch is en hoe naar dat dit nu niet andera kan. Wij boeten er onze gemoeds rust, menigmaal onze nachtrust, en onze blijmoedigheid bij in. We zijn ongenietbaar voor anderen en onszelf tot last, door onze vruchte- looze energie-verspilling van mok ken over iets, dat nu eenmaal on mogelijk is. Dan wordt het tijd om een kloek besluit te nemen en er een streep onder te zetten, ook onder ons denken over dat eene punt. Gaat er eens uit, met goede vrien den of kennissen praten over het geen hen interesseert, maakt een lange wandeling met bewuste aan dacht voor de natuur, of neemt een bezigheid ter hand die Uw algeheele aandacht opeischt. Men kan een teleurstelling verge lijken bij een geestelijke wond. Een lichamelijke wond wordt er niet beter van, integendeel, wanneer wjj voortdurend aan het verband zitten te plukken om te constateeren dat de wond, (die wij zelf voortdurend opentrekken) nu nog niet dicht is. dat soms kan. Maar vele malen zul- lijken zin, die zijn gedachten blijft concentreeren op een teleurstelling, waaraan eenmaal niets te verande ren valt. Het is niet zoo gemakkelijk om te zeggen: „nu denk ik er niet meer over", en zich daaraan meteen te houden; zoo'n gedachte zal zich nog menigmaal opdringen, maar men kan althans proberen haar te ver zwakken door zich welbewust te concentreeren op iets anders. Een mensch denkt altijd ergens aan, dus kan men een gedachte slechts positief bestrijden door er welbewust een andere voor in de plaats te stellen. En tracht u, zoo mogelgk, een ander ideaal voor oogen te stellen. Probeert om uw vruchtelooze en negatieve gedachten aan dat wat niet kon, te vervangen door een posi tief streven naar een nieuw ideaal, dat misschien wel bereikbaar zal blijken. Dr. Jos de Cock.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1941 | | pagina 6