De overval op Timor
Oproep van Hitier
aan zijn soldaten
De artsen in één organisatie
Strijd en Overwinning
1
(Vervolg van pag. 1).
De Engelsche regeering werd in
kennis gesteld van. deze stappen
en van de houding der Poriugee-
scbe regeering. De Engelsche re
geering w$s niet op de hoogte van
de Ned.-Inddsche stappen. De En
gelsche regeering had waardeering
voor de houding der Portugeesche
regeering en erkende de mogelijk
heid. dat in geval van een plotse-
üngen aanval op Timor, verderé
Britsche strijdkrachten uit O.-Azië
niet zouden kunnen worden ont
boden.
De Engelsche ^regeering bood nu
de Portugeesche regeering, gezien
haar plichten als bondgenoot, de
hulp aan van Ned.-Indische en
Australische troepen, die op het
Ned. deel van het eilnd Timor
waren geconcentreerd.
Inderdaad hebben het Foreign
Office te Londen op 11 Dec. en
de Britsche ambassadeur te
'Lissabon op 12 Dec. officieel
medegedeeld, dat de Britsche
hulp ter verdediging van Ti
mor in geval van een plotse-
lingen aanval verleend zou
worden door Australische en
Ned.-Indische troepen, die zich
terstond weer zouden terug
trekken. wanneer zij niet meer
noodig zouden zijn.
Er werd derhalve verzocht den
gouverneur van Timor instructies
te geven om zich te verstaan met
de locale autoriteiten en om een
zoodanige hulp te verzoeken dan
wel te aanvaardep zonder te voren
instructies uit Lissabon te moeten
vragen, wanneer zich een plotse
linge overval mocht voordoen. De
regeering zégde toe terstond in
den gewenschten zin bevelen aan
Timor Ie geven, maar aangezien
(bij de besprekingen te Londen een
niet geheel, duidelijk woord was
gevallen, werd de Portugeesche
ambassadeur aldaar geïnstrueerd
geen twijfel te moeten laten opko-
cnen^over de kwestie, dat een sa
menwerking met buitenlandse!-^
troepen alleen in aanmerking zou
komen in geval van een werkelii-
ken aanval en dat deze samenwer
king geen preventief karakter kon
hebben, zooals men wellicht in
Londen wenschte.
Toen Londen er van in kennis
werd gesteld, dat de Portugeesche
.regeering instructies aan Timor
had gegeven, werd den Portugee-
schen ambassadeur medegedeeld,
dat eveneens bevel was gezonden
aan het commando der Australi
sche troepen om zich in verbin
ding te stellen mét den goüver-
y neur van Timor. De instructies,
die op 12 Dec. aan Timor waren
gegeven, vvezey den gouverneur
er op, dat hij zich moest wenden
tot den gouverneur van Ned. In-
dic. om de hulpverleening der
Australischeen Ned.-Indische
troepen te bespreken.
Beginselen.
De gouverneur gaf bevel zich
strikt, te*1 houden aan de volgende
beginselen:
a. De voorgenomen hulp is die,
welke de Britsche regeering ons
krachtens de bondgenootschaps
verdragen moet verleenen en die
deze regeering verleent door mid
del van Australische en Ned.Indi
sche troepen onder Engelsch op
perbevel
b. De aan te nemen hypothese is
aleen de Japnasche aanval op Ti
mor. De 'overeenkomst kan niet
worden uitgevoerd zoo lang het
slechts gaat om meer of minder
gemotiveerde bedreigingen 'en be
zorgdheden.
c. De samenwerking berust niet
op wederkeerigheid, uitgezonderd
het geval, dat wij door een Japan-
schen aanval, op ons territorium
reeds onze neutraliteit hebben ver
loren.
d. De hulptroepen trekken zich
terstond weer terug, wanneer hun
aanwezigheid niet meer noodza
kelijk is.
e. Men mag niet uit het oog ver
liezen. dat de aanval 'op Portu-
geesch Timor niet slechts zou kun
nen geschieden om redenen, die
Portugal en Japan rechtstreeks be
treffen, maar op grond van hdt
feit van- ons bondgenootschap met
Engeland en onze ligging t.a.v.
Australië.
f. Wanneer het beginsel ook
onze gebieden in geval van een
aanval te verdedigen, moet toch
rekening gehouden worden met 't.
belang, dat de verdediging heeft
voor de belangen van het Brit
sche rijk.
Intusschen hebben Australi
sche vliegtuigen op 9, 11 en 12
Dec verscheidene malen ge
vlogen over Timor en in het
bijzonder over Dili, een niet te
rechtvaardigen schending van
ons gebied en een duidelijk ge
vaar voor de Portnpeesche
neutraliteit In Londen is het
noodige protest ingediend én
uitdrukking gegeven aan de
hoop, dat deze tartende vlnch
ten zouden ophouden.
Engelsch aanbod,
Salazar ging verder: Op 15 Dec.
in den loop van den avond werd
ten slotte den Portugeeschen am
bassadeur in Londen een nota
overhandigd, waarin de Engelsche
regeering Verklaarde, „met het oog
op de oude allianties het Portu
geesche Timor een onmiddellijke
hulp aan te bipden en deze te* or-
ganiseeren met behulp van haar
Australischen bondgenoot en Ned.
Indische strijdkrachten". Wanneer
de Portugeesche - regeei'ing dit
aanbod aannam (zoo werd in de
nota gezegd) stelde de Britsche
regeering voor terstond den gou
verneur van Timor uit te noodi-
gen de „Engelsche hulp" in den
aangegeven vorm te vragen. Des
ondanks bleef de uitnoodiging
voor een bespreking in Singapore
gehandhaafd.
Den volgenden dag, 16 Dec., des
middags, stelde de Engelsche am
bassadeur het Portugeesche min.
van Buitehl. Zaken er van in ken
nis, dat „met den Portugeeschen
gouverneur op Timor voor den vol
genden morgen een bespreking is
vastgesteld". Aan den Nederland-
schen kant van het eiland nader
den echter reeds troepenformaties
de stad Dili, teneinde een vijande
lijke landing te verhinderen, waar
van beweerd werd, dat zij op han
den was. De kwestie werd toen nog
maals zeer duidelijk besproken, op
dat de Engelsche ambassadeur er
geen twijfel over zou kunnen heb
ben, dat men buiten de aangegane
onderhandelingen om ging, want de
Engelsche ambassadeur had verwe
zen naar een andere hypothese dan
die eener agressie en de Portugee
sche regeering had als uitdrukke
lijke basis der hulpverleening geva
ren of verwachtingen beschouwd,
die door de feiten nog geenszins be
vestigd werden. De instructies van
den gouverneur waren duidelijk en
waren ook niet gewijzigd. De ge
vraagde bespreking echter zouden
wij niet van de hand wijzen. In de
zen zin werden bevelen aan Timor
gegeven.
Gezien de houding der Portugee
sche .regeering, kwam.de Engelsche
ambassadeur er niet toe een ont
werp van een gemeenschappelijke
verklaring der beide regeeringen
over de troepenlanding voor te leg
gen. De Ned.-Indische vertegen
woordiger deed denzelfden dag
soortgelijke stappen. Dit zijn paral
lellen met de bespreking met den
Portugeeschen ambassadeur op het
Foreign Office. Ook daar verwees
men naar de snelle ontwikkeling
der gebeurtenissey, naar het ingrij
pen 'der troepen, naar het ontwerp
vooc een aan de dagbladen te zen
den nota, waaronder men een., ver
drag met de Portugeesche regee
ring verstond, dat in dezen tekst
echter onmogelijk was.
De argumenteering van onzen
ambassadeur werd niet afgewezen,
maar de onderstaatssecretaris -gaf
uitdrukking aan de „vrees, dat de
actie reeds ten- uitvoer was gelegd.
Op 17 Dec. des ochtends hand-'
haafde de Britsche ambassadeur
in een nieuwe conferentie de vori
ge argumenteering, volgens welke
een samenwerking met de Austra
lische en Ned.-Indische troepen
reeds bij een loutere bedreiging
moest geschieden op de wijze,
waarop zij door de Ned.-Indische
autoriteiten op Timor werd geïn
terpreteerd.
Deze discussie kon echter niet
worden voortgezet, aangezien
zij een stand van zaken veron
derstelde, die voor de Portugee
sche regeering onmogelijk was:
de troejpenlandlng tegen den
wil van de regeering op grond
van de veronderstelling van ge
varen, die niet bewezen waren
en zich ook niet aiteekenden.
DE LANDING.
Op hetzelfde oogenblik, waarop
de Britsché ambassadeur in Lissa
bon nog trachtte de Portugeesche
regeering te overreden haar toe
stemming te geven tot een optreden
van vreemde troepen, niet alleen
in geval van ee^ aanval op de Por
tugeesche souvereiniteit, maar ook
in geval van een slechts vermoede
bedreiging, werden reeds op Timor
de aangekondigde „beschermings
troepen" ontscheept.
Het onderhoud dat men voor
dezen ochtend met den gouver
neur had aangevraagd, -was
niet bestemd voor onderhande
lingen, maar had alleen ten
doel hem uit te noodigen de
landing te veroorloven. De gou
verneur hield zich aan zijn in
structies en weigerde toestem
ming te geven tot de landing,
waaraan hij echter met de be
scheiden strijdkrachten en ge
zien deze overrompelende ont
wikkeling, geen weerstand kon
bieden.
Dit zijn de laatste"""officieele be
richten van Timor. De gouverneur
heeft zijn bevelen ten uitvoer ge
legd en telegrafisch protest inge
diend bij den Australischen minis
ter-president en den gouv.-generaal
van Ned. Indië. In de kolonie
heerscht rust. De gelande troepen
zelf hadden, naar het schijnt, de
onjuiste overtuiging, dat zij optra
den met de toestemming van de
Portugeesche regeering en in haar
belang. De regeering trachtte ter
stond de feiten op te helderen. De
verklaringen en gevoelens der Brit
sche en Ned. Indische regeeringen
jegens de Portugeesche kunnen he
laas niets veranderen aan den toe
stand. De aangelegenheid is nog
niet ten einde. De regeering zal het
land van de gebeurtenissen in ken
nis stellen, wanneer zij dat noodig
acht.
Intusschen gaat zij verder met
haar onderzoek en haar voorberei
dingen, om het garnizoen van Ti
mor te versterken ten einde, voor
zoover het' van ons afhangt, de rust
in dat gebied in stand te houden,
dat thans reohtstreeksch is bloot
gesteld aan de verwarringen van
den oorlog.
Ik wilde, zoo besloot Salazar,
slechts de nuchtere reeks van fei
ten geven en heb mij er van ont
houden daar ook maar den gering-
sten commentaar aan toe te voe
gen. Ik zou echter nog twee pun
ten willen noemen, waarvan het
eene ons betreft, terwijl het tweede
betrekking heeft op anderen. De
regeering heeft het zuivere gewe
ten, dat zij met trouw en ernst,
zelfs met ijver, gehandeld heeft voor
de belangen van anderen, nauw
keurig kennis dragende van de
bondgenootschapsplichten en de
rechten der natie. Terecht ver
wachtte zij behandeld te worden in
den vorm, waarin zij de aangelegen
heden,1 vooral de onderhandelingen
met de Britsche regeering, heeft be
handeld. Wat ons, kleinen en zwak
ken volken, niet veroorloofd is, is
(Vervolg van pag. 1).
Ter gelegenheid van het feit, dat
de Führer het opperbevel van het
léger op zich heeft genomen, heeft
hij den volgenden oproep aan de
soldatenpan leger en Waffen SS
uitgevaardigd.
Soldaten van Leger en
Waffen-SS,
De strijd voor de vrijheid van ons
volk, ter beveiliging van zijns be
staansvoorwaarden voor de toe:
komst, ter afwending van de moge
lijkheid, om <vns om de 20 of 25 jaar
onder een nieuw voorwendsel
maar in den diepsten grond steeds
als gevolg van dezelfde joodsch-ka-
pitalistische belangen den oorlog
aan te doen, nadert zijn hoogte èn
keerpunt.
Oproep van Hitier aan de soldaten
Oorlog in een nieuw stadi-
Aan het Duitsche rijk en Italië,
benevens aan de reeds met ons ver
bonden staten is het geluk ten deel
gevallen in Japan een wereldmo-
gendheid als nieuwen vriend en
strijdmakker te hebben gekregen.
Dit land zou in denzelfden vorm en
onder dezelfde voorwendsels ge
worgd worden als wij zelf. Met de
bliksemsnelle vernietiging van de
Amerikaansche Pacificvloot en van
de Britsche strijdkrachten te Sin
gapore, de bezetting van talrijke
Engelsch-Amerikaansche steunpun
ten in O. Azië door de Japansche
weermacht, treedt deze oorlog nu in
een nieuw, voor ons gunstig sta
dium.
Daardoor staan wij echter thans
ook voor beslissingen van wereld
omvattende befeekenis. De legers in
het Oosten moeten na hun onver
gankelijke en in de wereldgeschie
denis weergalooze overwinningen
op den gevaarlijksten vijand van
alle tijden thans als gevolg van het
plotseling invallen' van den winter
van de beweging in een stelling
front worden'~*overgebracht. Hun
taak is het tot het aanbreken van
het voorjaar juist zoo fanatiek en
taai datgene vast te houden, te ver
dedigen, wat zij tot dusver met on-
metelijken heldenmoed en «i onder
zware offers hebben veroverd.
Van het nieuwe Oostelijke front
wordt daarbij niet anders verwacht
dan wat de Duitsche soldaten des
tijds, vijf en twintig jaar geleden,
reeds hebben volbracht in vier Rus
sische oorlogswinter^. Iedere Duit
sche soldaat moet daarbij het voor
beeld voor onze trouwe bondgenoo-
ten zijn.
Nieuw* en betere wapens
op komst
Bovendien echter worden,even
als in den afgéloopen winter, nieu
we v formaties opgesteld en vooral
nieuwe, betere wapens uitgereikt
De bescherming van dit front aan
de Westelijke zijde wordt van Kir-
kenes tot aan de Spaansohe grens
versterkt. De moeilijkheden der or
ganisatie van de verbindingen aan
dit front, die thans een geheel we
relddeel omvatten en tots Noord-
Agfrika reiken, zijn te overwinnen.
Ook dit zal gelukken. De toe
bereidselen voor de onmiddellijke
hervatting van den offensieven
strijd in het voorjaar tot de defi
nitieve vernietiging van- den tegen
stander in het Oosten moeten on
verwijld worden getroffen. De in
leiding tot beslissende oorlogsmaat
regelen van anderen aard is aan
staande.
Deze taak eischt, dat weermacht
en vaderland worden aangezet tot
de grootste prestatie en gebracht
worden tot gemeenscahppelijke ac
tiviteit. -De voornaamste drager
van dén strijd der weermacht nu is
het leger.
Derhalve heb ik onder deze om
standigheden vandaag besloten als
opperste -bevelhebber der Duitsche
weermacht de leiding van het le
ger zelf op mij te nemen.
Geen twijfel aan weder op
heffing van Duitsehe volk.
Soldaten, ik ken «den oorlog reeds
uit .de vier jaar van de geweldige
worsteling in het Westen van 1914
lot 1918. Ik heb de verschrikking
van bijna alle groote materiaalsla
gen als eenvoudig soldaat zelf mee
beleefd. Tweemaal ben ik gewond
en dreigde tenslotte blind te wor
den. Wat u ook kwelt, belast en
benauwd, is mij derhalve niet
vreemd. Maar, ik heb na vier jaar
oorlog geen secondy getwijfeld aan
de wederopheTfing van mijn volk
en het met mijn fanatieken wil als
eenvoudig Duitsch soldaat klaar
gespeeld de geheele Duitsche natie
na meer dan vijftien jaar werk
aaneen te sluiten én van het dood
vonnis van Versailles te bevrijden.
Mijn soldaten, gij zult derhalve
begrijpen, dat mijn hart u geheel
toebehoort, dat mijn wil en mijn
werk standvastig de grootheid van
mijn volk en uw volk dienen, dat
mijn verstand en mijn besluit vaar-"
digheid slechts de vernietiging van
den tegenstander kent, d.w.z. de
victoruêze beëindiging van dezen
oorlog.
Wat'ik voor u kan doen. mijn
soldaten van leger en Waffen-S.S.,
ten aanzien van de behartiging
van uw belangen en ten aanzien
van de aanvoering, zal geschieden
Wat gij voor mjj kunt en zult
«Artsenkamer"
onder staatstoezicht
Door een nieuwe verordening
van den rijkscommissaris, wor
den alle Nederlandsche medici
in één organisatie aaneenge
sloten: de Nederlandsche Art-
senkunde. Men kan het beroep
van arts niet meer uitoefenen
zonder lid van de kamer te zijn.
De. verordening regelt de rechten
en plichten van den arts, de orga
nisatie van de" Nederlandsche Art
senkamer, het beroepsrecht, de ver-
eeniging van ziekenfondsdoktoren
in Nederland, het staatstoezicht, de
personenvereenigingen van artsen
en stichtingen ep andere den dok-
ook den regeeringen niet veroor
loofd, die de groote imperia regee-
ren. Het is haar niet veroorloofd de
kalmte te verliezen, die vereischt
is, om diensten van onrecht te on
derscheiden. En op grond van het
vertrouwen op den moed harer sol
daten mogen zij ook niet een stre
ven met overijdelheid verwisselen.
Het eerste zou er toe geleid hebben
te waken over het recht van ande
ren, het tweede heeft er toe geleid
het gebied van een neutraal land en
bovendien van een vriend en bond
genoot, ongemotiveerd te bezetten.
tersstand betreffende problemen
van dezen tüd.
Een verordening op de medici in
Nederland was noodzakelijk ge
worden door de op 1 November
1941 van kracht geworden verorde
ning op de ziekenfondsen no. 169/41.
De onder staatstoezicht aaneenge-
slQten ziekenfondsen hebben voor
de behandeling van hun verzeker
den een als eenheid geleide dokters-
stand noodig, die als orgaan, dat in
staat is overeenkomsten aan te
gaan, moet staan tegenover de or
ganen der verzekering.
Staatstoezicht.
De- Nederlandsche Artsenkamer
staat onder het staatstoezicht van
den secretaris-generaal van het de
partement voor sociale zaken. Zij
wordt geleid door een arts als voor-
ziiter, die in allé medische beroeps-
kwesties binnen het bestek van de
uitgevaardigde artsen verordening
een beslissing treft. Te zijner ad
viseering wordt, hij terzijde gestaan
door een presidium, dat uit artsen
wordt gevormd. De voorzitter van
de Artsenkamer is tevens leider
van de Vereeniging van Zieken
fondsen in Nederland.
De verordening heeft in het bij
zonder ten doel door een hechte
organisatie der artsen de ideale ta
ken vaft den medischen beroeps
stand in den zin van oen vooruit
ziende en moderne gezondheidspo
litiek ten uitvoer te leggen.
Buisje a 20 tabletten 55'ct.
Zakje a 2 tabletten 7
doen. dat weet ik: mij trouw en
gehoorzaam volgen tot de defini
tieve reding van het rijk en daar
mee van ons Duitsche volk. De
Heer nu zal de overwinning niet
weigeren aan zijn dapperste colda
ten.
Hoofdkwartier van den*Führer,
19 December 1941.
Dc wereld in weinig
woorden
Distributiekaarten in Amerika.
Voor het eerst in de geschiedenis
der Ver. Staten, zullen daar met
ingang van 4 Jan. 1942 distributie
kaarten worden ingevoerd en wel
voor autobanden.
De Duitschers in Amerika. Te
Berlijn neemt men aan, dat de
Duitsche diplomaten, consulaire
vertegenwoordigers en journalis
ten in de Ver. Staten nu wel bijeen
zullen zijn gebracht in afwachting
van het moment dat zij kunnen
vertrekken. Omtrent het lot der
overige rijksduitschers ontving
men nog geen enkele mededee-
ling, ook niet via Zwitserland, dat
de Duitsche belangen in de Ver.
St. waarneemt.
Twee Fransche veldwachters dood
geschoten. Twee Frdnsch'e veld
wachters zijn in de nabijheid 'van
Sete aan de Middcllandsche Zee
doodgeschoten aangetroffen. Zij
waren 's nachts op hun ronde uit
gegaan en niet meer teruggekeerd.
Van de daders ontbreekt ieder
spoor.
Zweedsche vrijwilligers terugge-»
keerd. Het Zweedsche vrijwilli-
gersbataljon is gisteren uit Han-
gö te Stockholm teruggekeerd.
De 650 vrijwilligers genoten een
hartelijke ontvangst. In de Groote
Kerk te Stockholm werd een'
dienst gehouden, waarbij dë ko
ning, het kroonprinselijke paar,
andere leden der Kon. familie, de
Finsche gezant, de commandant
van het leger en andere hoogge
plaatste militairen, alsmede ver
scheidene ministers aanwezig wa
ren.
Portngeesche Min. van Koloniën
op Kaap Verdische eilanden.
De Portugeesche minister van ko
loniën, Machado, is Zondag, ko
mende van Portugeesch-Guinea op
de Kaap Verdische eilanden, aan
gekomen.
Hoofdredacteur: J. Keesman,
Schagen. - Wnd. Hoofdred.:
A. R. Jonker, Buiten- en Bin
nenland, Schhgen. - Fred.
Groot, Schagen. Alg. reportage.
Streeknieuws en Kunst. - A. C.
van Kampen. Rayon-redacteur
Den Helder.
FEUILLETON
Dr. Burmesters
Roman van Hans Hinhammer
(Nadruk verboden)
8.
Men verwees Lorenz Burmester
naar het Duitsche studententehuis in
de omgeving van het Wilsonstation.
Daar zou hij als academist goed en
goedkoop onderdak vinden.
Na eenig zoeken, veroorzaakt door
zijn gebrekkige kennis van de Tsje
chische taal, vond hij het gebouw.
Hij ging naar binnen, toonde den
portier zyn papieren en kreeg weldra
een kamer aangewezen. Een sproetig
jongmensch bracht hem naar een
ruim vertrek op de bovenverdieping.
Hij wees op een der vier ijzeren ledi
kanten, welke hier-een plaats hadden
gevonden, en verwijderde zich zonder
een woord te spreken.
„Goéden avond!" zei Lorenz, want
aan een tafel bij het raam zat een
man die geheel in de lectuur van een
krant verdiept was. >,Een landgenoot
zeker?"
De aangesprokene keek even
vluchtig op, mompelde iets onver
staanbaars en wijdde zich daarna
weer geheel aan zijn krant.
Lorenz haalde zijn schouders op en
begon aan zijn gebruikelijke avond
bezigheid. tïrj trok zijn schoenen uit,
vulde een wasehkom met koud
water en liet zyn warme, vermoeide
voeten daarin afkoelen.
Toen hij zich van deze, met bij
zondere zorg uitgevoerde taak had
gekweten, strekte hij zich op het wat
schamele ledikant uit om een oogen
blik te rusten. Edoch, de vermoeid
heid overmande hem dusdanig, dat
hij weldra insliep.
Midden in den nacht schrok hij
wakker door het geluid van een val
lend voorwerp, maar Toen hij zijn
öogen opsloeg, zou hij met den besten
wil niet meer hebben kunnen zeggen,
wat hem zoo plotseling uit zijn ge
zonden slaap had gewekt. Rondom
hem heerschte slechts de diepe dui
sternis van den nacht. Reeds weer
half in slaap flief hij even luisterend
het hoofd op, maar het was zoo don
ker, dat hij geen hand voor de oogen
kon zien en daarbij was het doodstil
in het vertrek.
Toen Btj zich reeds weer had om
gekeerd om den slaap, dien hij zoo
dringend noodig had, té hervatten,
was het of hij iemand zwaar hoorde
steunen, een gesteun, dat als' het ge
rochel van een stervende klonk, Op-
nieuw hief hij het hoofd op. Met in
gehouden adem luisterde hy, of het
geluid zich herhaalde, maar ook nu
bleef alles volkomen stil. Een oogen
blik voelde Lorenz den drang 4n zich
opkomen licht te maken. Het leek
hem 'de eenige mogelijkheid om zich
van deze nachtmerrie te ontdoen,
maar toen alles rustig bleef, begon
hij zich zelf wijs te maken, dat hef
steunen slechts van een zijner slapen
de kamergenooten afkomstig kon zijn
geweest, al bleef het dan merkwaar
dig, dat thans geen enkel geluid meer
tot hem doordrong, hetgeen op de
aanwezigheid van anderen kon
wijzen.
Lorenz soesde èr nog een oogenblik
over na, wat hij daar van denken
'moest, maar nog voor hy tot een
resultaat kwam, deed z'n lichamelijke
vermoeidheid wederom haar rechten
gelden en sliep hij even vast als
eénige minuten tevoren.
Toen hij voor de tweede maal ont
waakte, was het reeds klaarlichte
dag. Lorenz rekte zich behaaglijk uit,
staarde een poosje naar het plafond
en liet daarna zijn blik eens door het
vertrek dwalen.
Het bed tegenover hem was onbe-
slapen, terwijl het tweede bed, voor
bij-het raam reeds verlaten was. Het
kussen lag verfomfaaid in een hoek
van het hoofdeinde en de dekens
waren achteloos opzij geworpen.
Eerst langzamerhand herinnerde
Lorenz zich het nachtelijk intermezzo
en hij richtte zich daarom op om een
blik op het vierde bed te kunnen
werpen.
Het volgende oogenblik zat hij star
van ontzetting, want in dit vierde
bed lag een mensch met wijd open
gesperde oogen dood! De mond
was half geopend, de rechterarm
hing slap langs het ijzeren ledikant
en zoowel de kleeding van den doode,
als de lakens, welke nog half over
hem heen lagen, waren van bloed
doordrengt. Ook op den grond naast
het ledikant lag een groote plas half
geronnen bloedy
Nu begreep hij, wat het nachtelijk
rumoer te beteekenen had gehad. Er
was een misdaad gepleegd. Terwijl
hij niets vermoedend den slaap des
gerechten sliep, was hier, in dit zelf
de vertrek een mensch vermoord...!
- Met huiveringwekkende heftigheid
drong dit gruwelijke besef zich aan
Lorenz Burmester op; het joeg hem
uit zyn bed en deed hem haastig een
paar kleedingstukken aanschieten.
De dóode moest ongeveer dertig
jaar zyn, had donkerblond haar en
een prettig goedmoedig gezicht. Hy
was gekleed in een pyama, die op de
borst geopend was. Daar vond Loy
renz ook de doodelijke wond, een
diepe messteek, die even onder de
linkerborst was toegebracht.
De yreesely'kste ontdekking voor
Lorenz feurmester was echter wel
deze, dat de ongelukkige waarschijn
lijk tengevolge van bloedverlies was
overleden. Misschien zou hij hem nog
hebben kunnen redden, wanneer hij
's nachts onmiddellijk was opgestaan
en zich over den' man had ontfermd.
Overigens hoe zat dat? Op het
oogenblik, dat hy ontwaakte, moest
de moordenaar zich nog in de kamer
hebben bevonden! Anders zou hij het
geluid van een open en weer dicht
gaande deur zeker hebben gehoord.
Als hij nu werkelijk eens uit zijn bed
was gesprongen en den schakelaar
van het electrisch licht had bereikt?
Ongetwijfeld zou de dB der met
een dergelijke mogelykheid rekening
hebben gehouden. Er zou een strijd
op leven en dood zijn ontstaan, want
de man zou natuurlyk tot alles in
staat zijn geweest. Vermoedelijk zou
hy zijn belager niet eens tijd hebben
gelaten het licht te ontsteken.
Dr. Burmester staakte zyn over
peinzingen, want hier moest nu ge
handeld worden. In de eerste plaats
diende de conciërge van het gebouw
van het gebeurde in kenni3 Te wor
den gesteld en deze zou dan wel de
politie waarschuwen. Hopenlijk
kwam niemand op het dwaze idee
om heni van de daad te verdenken/
In alle haast bracht Lorenz zijn
kleeding in orde en daarna snelde
hij de trap af, zij het niet, alvorens
de deur van h^t vertrek zorgvuldig
achter zich tehebben gesloten.
Toen hij eenige minuten later den
conciërge kort en duidelijk van het
gebeurde op de hoogte bracht, staar
de deze hem aan, alsof hij met een
krankzinnige te doen had. „Op ka
mer 27? Een doode? Dat is toch
niet waar, dat kan immers niet!"
„Weest u zoo goed mee naar bo
ven te gaan. Maar eerst moet u de
politie opbellen. Elke minuut tijd
verlies beteekent een toenemende
kans op ontsnapping voor den da
der.'
„Ontzettend, ontzettend!" jam
merde de cóncierge. Hij wist van op
winding niet, wat hij moest begin
nen. Tenslotte kwam de telefoonver
binding echter toch tot stand en
daar de politie toezegde onmiddellijk
te zullen Komen, wachtten zij beiden
zoolang beneden.
„Hoeveel menschen waren er
eigenlijk op de Kamer?','
Wordt vervolgd.