DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER
LIENTJE
Een overzicht van het strijdtooaee! in Oost-Azië
Een oud gebruik
herleefd
EET SMAKELIJK
HOE GROOT IS DAT SCHIP?
Dinsdag 23 December 1941
Tweede blad
steunpunten.
k japan
«-
engeld
Nikolajewsk
MIE*
Chabarcwsk
BUITEN-MONGOUÊ
SINKIANG
B RITSCH IND/'É
ClOjUf
\THAILANO-p
:hineeschi
/Aio BN
N 6U1INE4
NDISCHE OCEAANi
WTpt.darwin
foSTRAUe
Ter herinnering aan de leden van de Fransch-Itallaansche wapen-
itilstandcommissie, die bij een vliegtuigongeluk om het leven kwa
men, is te Cartosio een monument opgericht, dat dezer dagen ont
huld werd- (Orbis-Holland)
IJstourisme landelijk
geregeld
H.N.K. ook een stem
in het kapittel
Doprentoohten voortaan zui
vere prestatietochten; com
binatie van plaatselijke
vereenigingen gewenscht.
De ijslbond Hollands Noorderkwar
tier vergaderde Zaterdag.
De voorzitter, de heer de Groot,
ds verhinderd. Zijn plaats wordt in
genomen door dé|j heer J. Werk
man, die in het hijzonder den bur
gemeester van Alkmaar en de
„oude" leden, waaronder de heer
Jn. Otto van Koedijk, die nimmer
ontbreekt, welkom heet. De bond
bloeit. Het aantal toegetreden ver
eenigingen is den laatsten tijd met
10 vermeerderd, onder de jongste
leden is ook de vereeniging, te
Schagen. Br wordt nog onderhan
deld met enkele vereenigingen en
spr. verwacht., dat het aantal leden
van den bond aanstonds ruim 100
zal bedragen.
Vervolgens worden verschillende
/onderscheidingsteekenen van ver
dienste uitgereikt aan de heeren
Steketee te Oudendijk, Slager te
Oosthuizen, Edam te Midwoud,
Balk te Bangert, Postma te Zwa
nenburg, Hendrikse te Baambrugge
en Dr. Donker te Rotterdam.
Het jaarverslag geeft geen aan
leiding tot op- of aanmerkingen.
Rekening en begrooting
De rekening 1940'41sluit met
een bedrag aan komsten en uit
gaven ad f 94ê2.99?B, bij een batig
saldo ad f 2649.031/2, de begrooting
1941'42 met een pedrag aan ba
ten en lasten ad f 4034.03V2> bij
een batig saldo ad f 2684.03V£. Bei
de worden goedgekeurd.
De statutenwijziging omvat in
de eerste plaats een naamsveran
dering. Deze zal komen te luiden
„Provinciale Noordhollandsche
IJsvereeniging voor het Toeris
me op de schaats. IJsvereeniging
Holl. Noorderkwartier (IJ.H.N.'O
Omtrent het" beroepsrijden kan
nog niets worden medegedeeld, de
ze materie is nog in voorbereiding.
Het organiseeren van v tochten» zAl
In het vervolg niet meer kunnen
geschieden door particulieren, doch
slechts onder de auspiciën der be
staande provinciale vereenigingen.
Hetijstourisme in zijn geheel
v wordt straks landelijk geregeld,
waarbij dan de IJ.H.N. een stem in
het kapittel zal hebben. Intusschen
zal er jaarlijks slechts één wed
strijd kunnen worden georganiseerd
zoodat men b.v. de dorpentochten
"geheel zal moeten beschouwen als
prestatietochten.^
Onder het oog zal moeten worden
gezien de combinatie van verschil
lende vereenigingen in éénzelfde
plaats. Er wordt op aangedrongen,
dat deze vereenigingen thans reeds
met elkaar in voeling treden.
Enkele andere wijzigingen zijn
de invoering van twee commissies
van bijstand en wel voor ijstoeri»-
me en voor het organiseeren van
dorpentochten.
Gevraagd wordt of door de af-
deelingen opnieuw goedkeuring
moet worden aangevraagd voor hun
statuten. Het bestuur adviseert ten
deze rustig af te wachten op wat
zal geschieden.
1 De vergadering 1942 zal in Am
sterdam, in de Apollahal worden
gehouden.
Commissies.
In de commissies hebben zitting:
a. voor ijstoerisme de heeren V.
Kaan, C. Twaalfhoven en J. Trouw,
b. voor de dorpentochten de hee
ren J. Trouw, J. Boot en J. Werk
man,
c. voor de wedstrijden de heeren
J. Werkman, V. Kaan, W. Keet
man, J. Boot, H. G. Rijs, C. Meeu-
wig en G. K. Oud.
In plaats van de aftredende le
den van het hoofdbestuur worden
gekozen de heeren J. W. Teerink,
Alkmaar, P. Preijer Jr., Kromme
nie, G. K. Oud, Purmerend, allen
aftredend.
Tot voorzitters van de districten
Hoogkarspel, Medemblik, N. Nie-
dorp en Alkmaar worden gekozen
de heeren D. Naastepad, Hoogkars
pel, Jb. Mantel, Opperdoes, W. Keet
man, Winkel, allen aftredend en
de heer D. F. C. F. v. d. Heuvel,
Ursem. N
Dorpentochten.
De secretaris doet verschillende
mededeelingen over de dorpentoch
ten.
De resultaten, waarbij in aan
merking worden genomen slechts
degenen, die aan de finish ver
schenen, waren als volgt:
Afkomstig uit:
lste tocht 5e tocht 6e tocht
N.Holland
exclusief
Amsterdam:
60% 570 60% 2109 59% 1005
exclusief A'dam:
32% 308 36% 1289 38% 648
overig
Nederland:
8% 71 4% "136 3% 60
100% 979 100 3534 100% 1713
Opvallend is de ervaring met de
startplaatsen. Hoorn trekt speciaal
West-Friesland, Purmerend trekt
het Z.O. van de provincie en Am
sterdam, Alkmaar trekt Kennemer-
land, Haarlem en Amsterdam. Klei
ne plaatsen als Monnikendam heb
ben weinig succes gehad.
Moeder had nogal wat zorgen,
Voor haar groote huisgezin.
Dat nam van haar daag'lijks leven
O zoo'n groote ruimte in.
Elke dag bracht weer wat ander»,
Ieder ding had zoo zijn eisch,
En ze had het niet gemakkTijk
Op haar drukke levensreisl
's Morgens gingen alle kleintjes
Naar de school toe op een rij.
En dan klepperden de klompjes
Aan haar keukenraam voorbij.
Dat was drinken, eten, slapen.
En ze wist soms niet, hoe 't moest,
Als er 's avonds in het donker
ln een bedje werd gehoest...
Kleine Lientje was de oudste,
Dat was moeders groote meid.
En ze hielp zoo graag een handje,
Dan had moeder even tijd.
Want die kon soms wèl eens
zuchten,
En dan had ze vaak gezegd:
'tZijn wat zorgen, kleine Lientje,
Dat komt straks wel weer terecht!
Moeder, zeg eens, wat zijn zorgen?
Vroeg haar toen de kleine Lien,
Kun je die niet wég gaan leggen?
Kun je die in 't donker zien?
Zorgen, lieve kind, zei moeder,
Zijn soms licht, maar ook vaak
zwaar,
Maar ik kan ze nog wel dragen,
Want"wij houden van elkaar!
Even stond Lien in gedachten,
En ze keek eens uit het raam,
En ze noemde moeder zachtjes
Bij haar éigen lievTingsnaam.
Toen nam ze haar
boodschapmand je,
En ze zei vol overleg:
Zoo, geef mij nu maar Uw zorgen,
Dan breng ik ze voor U weg!
Lientje heeft niet goed begrepen,
Waarom moeder op ging staan.
En weer frisch en opgevroolijkt
Naar haar kind is toegegaan.
Even streek ze langs> haar handjes:
Laat maar, Lientje, geef m' een
zoen,
Zorgen dragen is zoo lastig
Dat zal moederkoor je doenlf
December 1941. KROES.
(Nadruk verboden.)
Niet meer in donker.
Volgens de nieuwe bepalingen
mag niet meer in het donker ge
reden worden, iets, waarover men
zich slechts mag verheugen. De
tochten moeten uiterlijk 1 uur voor
zonsopgang beginnen en eindigen
met zonsondergang. Hierop is
slechts uitgezonderd de FriesChe 11-
stedentooht.
Hierdoor evenwel is men gelimi
teerd ten aanzien van den afstand.
Onjuist acht spr. het, dat, gelijk
aan de Zaanstreek, de V.V.V.Vs
tochten organiseeren buiten de ijs-
vereen iging-en om, daarbij gebruik
makend van de banen der ijsver-
eenigingen.
Op het oogenblik zal een en an
der alleen nog kunnen geschieden
onder de auspiciën van de IJ.H.N.,
al zal de organisatie soms kunnen
worden toevertrouwd aan bepaal
de vereenigingen.
Minimum leeftijd?
Bij de discussies wordt gevraagd
of het niet juist is bij de dorpen
tochten een minimum-leeftijd vast
te stellen.
De voorzitter meent, dat alle jon
gelui kunnen meedoen, mits z<
een bewijs hebben van de medische
sportkeuring. Hetbestuur zal de
kwestie onder oogen zien.
Uit de besprekingen blijkt ver
der, dat de plaatselijke vereenigin
gen ten aanzien van hetgeen ze
willen organiseeren, betrekkelijk
vrij worden gelaten.
..Na rondvraag volgt sluiting.
LACHPILLEN.
„Wat gedraagt je zoontje zich al
tijd keurig, juffrouw Jansen."
„Ja, dat heeft hij van mijn man;
die krijgt ook altijd een paar maan
den van zijn straftijd kwijtgeschol
den wegens goed gedrag."
Schrijver (tot theaterdirecteur):
dieneer, ik weet niet, of U het op
zettelijk doet, maar altijd als de
zaal slecht gevuld is, speelt u een
stuk van mij."
JAPANSCHE RIJK
JAPANSCHE BEZETTING IN
CHINA
TERRITORIAAL GEBIED VAN
NEDERLANDSCH INDIE
>1 J E
Viering der Midwinterzonne
wende door ons geheele land.
Op tal van. plaatsen in on& land
heeft de W.A. dit jaar gezamenlijk
met de Jeugdstorm plechtig de
Mindwinterzomnewende gevierd.
Bij de viering wordt'een inlei
ding gegeven over de beteekenis
van het Midwinterfeest, terwijl dan
tegen de .schemering het vuur ont
stoken wordt. Hierbij wordt, een
declamatorium uitgesproken.
Het Midwinterfeest is het
lichtfeest, dat in oude tijden is
ontstaan en nu voortleeft in
den vorm van het Kerstfeest,
waarvan de schitterende denne-
boom een der belangrijkste
symbolen is. Het Kerstfeest is
het feest van hetgoddelijk
licht. Zooals wij thans de ge
boorte van den Christus gaan
vieren, vierden onze voorou
ders voor de komst van het
Ghristendpm in deze landen,
de wende van de zon, die'tot
21 December, wintermaand,
s steeds daalt en na op dien dag
haar laagste punt bereikt te
hebben, weer gaat stijgen.
Aan deze viering ligt dus, even
als aan het Kerstfeest, de verlos^
singsgedachte ten grondslag, de
komst van het nieuwe licht, dat
nieuw leven zal brengen.
Verdieping en bezinning.
De zin van deze viering is ver
dieping, bezinning op het volks-
eigene, op de plichten, die wij heb
ben tegenover onze volksgenooten.
Tegelijk is het een uiting van ons
godsvertrouwen en van een vast ge
loof in de toekomst van ons volk.
De inhoud van de viering is een
herdenking van de helden die ons
volk heeft voortgebracht en die
juist in dezen tijd van strijd sterk
in ons "oortleven. Uit deze herden
king komt dan voort een aanvaar
den van den Strijd, waarvoor ons
geslacht zich gesteld ziet. Een strijd
voor vrijheid, waardig aan het
groote verleden van ons volk.
Daar de een en twintigste Decem
ber dit jaar op een Zondag valt,
werd de viering van deze Midwin
terzonnewende 'een dag vervroegd
en gesteld op Zaterdag 20 Decem
ber, zoodat deze viering geheel re
kening houdt met de Zondagsheili
ging. De viering van dit feest vindt
dan ook niet zijn oorsprong in een
vervreemding van het christelijke
fundament dat den nieuwen staat
tot grondslag dient,te zijn. Het wil
die symbolen doen herleven die ook
ook tot ons nog spreken en die wij
innerlijk diep kunnen heieven.
Reeds in het Christendom treffen
wij tal van gebruiken uit den voor-
cchristelijken tijd aan, die een zin
volle beteekenis in ons geloof ver
kregen. Ten slotte heeft het Chris
tendom' zich in onze landen een
plaats verworven, doordat het ge
heel lag in den geest van onzen
volksaard.
Midwintervuur.
Onze diep godsdienstig voelende
Christelijke boeren hebben door de
eeuwen heen de mooie traditie van
het midwintervuur bewaard, om
dat het voor hen een zinnebeeld
was van volkskracht. Zij behielden
deze gebruiken niet omdat ze uit
de oudste tijden stammen, die het
christendom nog niet kenden, maar
omdat ze een weerklank vonden in
de stem van ons bloed en uiteinde
lijk uit eerbied voor het voorge
slacht. Het „Eert uw vader en uw
mpeder, opdat het u welgaat", was
in ons land nooit een holle klank.
Wat onzèn voorvaderen eigen
was is ons niet vreemd. Hiervan
getuigt de Midwinterwendeviering
van W.A" en Jeugdstoi^n. De oude
gebruiken worden in volle glorie
hersteld in dezen tijd van sterk
volksch ontwaken. De viering^an
dit feest, juist in deze tijd wende is
van bijzondere beteekenis, omdat
het getuigt van dadendrang en van
de wil tot overwinning in den be-
slissenden strijd voor vrijheid en
reqht, vóór het behoud van den
Godsdienst en van onze cultuur-
waardeó.
Dat er bij het eten nog fouten
kan maken, lijkt misschien wat
vreemd! Toch. wordt er één fout
zeer dikwijls gemaakt: talloozen
kauwen de spijzen-n.1. slecht
Door het kauwen wordt het voed
sel fijn verdeeld, waardoor de op
pervlakte sterk vergroot wordt en
de spijsverteringssappen goed kun
nen inwerken. Kauwt men niet
goed, dan komen er groote brokken
in de maag terecht. De spijsverte
ringssappen komen met een klein
gedeelte van het voedsel in" aanra
king en verteren alleen dit. De rest
verlaat het lichaam onveranderd,
wordt dus niet benut en gaat ver
loren. Een en ander geldt niet het
minst voor kinderen.
Goed gekauwde en in den mond
fijn verdeelde spijzen worden veel
beter verteerd. De voedingsstoffen,
welke zij bevatten, komen het
lichaam dan voor een veel grooter
deel ten goede.
Wanneer er gejaagd en haastig
gegeten wordt, gunt men zich den
tijd niet om te kauwen. Bovendien
wordt de stemming van den maal
tijd er niet door bevorderd, wat
eveneens de spijsvertering slecht
beinvloedt. De maaltijden dienen
echte rustpunten te zijn in het ja
gende leven. Het zijn de weinige
momenten van den dag, waarop al
le huisgenooten bij elkaar zijn en
dan moet het gezellig zijn, dan
dient ieder terwifte van "het geheele
gezin zijn best te doen, opgewekt te
zijn, belangstelling te toonen voor
de belangen van de huisgenooten
en elkaar deelgenoot te maken van
hetgeen men zelf beleefde.
Ook voor de kinderen is het van
belang, dat zij van jongs af aan
leeren rustig ta» eten en goed te
kauwen.
VAN BOKSER TOT
DOMINEE
Toen de gemeente. lastig werd,
bleek dominéé zijn linksche nog
niet verleerd te zijn.
'In de negentiende eeuw "leefde in Enge
land een merkwaardig personage, Bendigo,
bokser en clown, die later dominéé werd. Hij
genoot, de twijfelachtige eer, aldus v.ertelt de
N. R. Ct., het meest oneerlijke gevecht op
zijn haam te hebben staan.
Deze Bendigo* was een echte grapjas; vol
zotte invallen en piasserij. een clown, maar
inderdaad een groot bokser. Hij streed in
het zwaargewicht, maar was zelf niet veel
meer dan een middengewicht met een enor-
men zwaren stoot, onverbeterlijk in het ont
gaan van stooten en aanvallen en zeer snel
op zijn b'ecnen. Maar, twee zielen woonden
in zijn borst. Hij was een der drie zonen uit
een. braaf en vroom gezin, die allen Bijbel-
sclie bijnamen droegen: Sadrach, Mesach en
A^ednego. Onze Bendigo kreeg den laatsten
paam, die alras veranderde in Bednego en
even alras overging in het gemakkelijk aan
sprekende „Bendigo". Deze Bijbelsche naam
zou symbolisch worden voor zijn leven, fijn
familie vond zijn beroep van vuistvechter
hij was trouwens een voortreffelijk all
round sportsman allermiserabelst en zette
hem den voet dwars. Maar zijn moeder
niet. Haar trots was hij. Want de moeder
was een sanguinische vroolijke vrouw en
als zij 's avonds in haar keuken zat dan tik
te de klok voor haar niets anders dan:
Ban-dy, Ban-dy. Een lustig leven leidde Ben
digo ook in den ring. Niets kon zijn gelijk
moedigheid verstoren. De lachers had hij
altijd op zijn hand. Hij veroorloofde zich de
gekste dngen; was b.v. vermaard in het
neergaan zonder een stoot ontvangen te heb
ben. Maar hem vergaf men alles, Bovendien
was hij een zeer spectaculaire bokser.
Een strijd van treurige vermaardheid.
In zijn derde en laatste gevecht met zijn
ouden rivaal Caunt, hierboven reeds aan
gehaald, maakte hij het bonter dan ooit.
Hij had een stelletje vrienden meegebracht
met zware knuppels gewapend, die tijdens
den strijd hij vergissing eens hard neerkwa
men op het hoofd van den armen scheids
rechter, terwijl Gaunt bedoeld was. Zelfs zijn
reusachtigen tegenstander, die omdat hij niet
zoo snel was als Bendigo, heel wat te incaê-
seeren had, maakte hij aan het lachen.
Met dit al werd het een schrikkelijk ge
vecht van 93 ronden, dat meer dan twee
uren duurde ten overstaan van tienduizend
bezoekers. Gaunt zag er eindelijk ontoonbaar
uit. In de 13de ronde plaatste Bendigo een
linksche, die historie heeft gemaakt. Zij trof
Gaunts kaak en de reus werd van den groryi
getild en kwam in zijn hoek terecht In de
93ste ronde haalde Caunt Bendigo neer. Hij
dacht, dat de strijd was geëindigd, keerde
zich om, ging naar zijn hoek, ntaar Bendigo
was even snel weer op de been en wilde
Caunt een stoot toebrengen, terwijl deze
kalm ging zitten. Bendigo's helpers appel
leerden wegens een verboden handeling van
de zijde van Caunt (neergaan zonder een
stoot te hebben ontvangen) en deze werd
gedisqualificeerd!
Bekeerd.
Langzamerhand werd Bendigo een dagje
ouder en de wilde haren raakten er wat uit.
Het ernstige woord van vader en broers
kreeg invloed en hij keerde zich van de dwa
lingen en ruwheid zijner jonkheid. Toen ja
ren later eens een van zijn beschermers hem
tegenkwam en hem vroeg, wat hij nu uit
voerde, antwoordde Bendigo zalvend: „Ik
vecht nu tegen den duivel". Waarop de an
der: „Dan hoop ik voor den duivel dat je
dat eerlijker zult doen dan je gewoon was".
Zelfs werd Bendigo voorganger of oefenaar
Hij stichtte een gemeente van apart geloo-
vige lieden. Maar eens op een Zondagoch
tend, terwijl hij voorging in den dienst,
kwam er een stelletje oude vrienden, echte
lawaaimakers, het gebouwtje binnen en ga
ven nogal luidruchtig van hun aanwezigheid
kennis. Bendigo. als dienaar van het evan
gelie der liefde, verdroeg al deze plagerijen
geduldig. Hij ging rustig voort evenals de
belhamels. Hoe lastiger dezen werden, des
te waardiger, zal ven der, zoetsappiger zelfs
werd Bendigo. Maar inwendig begon hij te
koken. En op een gegeven oogenblik, toen
de oude Adam weer heplemaal in hem ont
waakte, en hij dezen niet meer terugdrin
gen kon, riep hij in arren moede uit: „Heer,
zóólang nu al heb ik uw zaak gediend, sta
mij toe, dat .ik dit zaakje zelf even opknap."
Waarop hij het gestoelte verliet en zijn
plaaggeesten onzacht verwijderde!
Inde berichten van het Duitsche op-
perbevel wordt dagelijks gesproken over
het tonnageverlies dat den vijand is toe
gebracht. Hoe kan de tonnage van de tot
zinken gébrachte booten echter berekend
worden. Dit is een vraag die ongetwij
feld .velen zich gesteld zullen hebben.
Van deskundige zijde wordt hierop het
volgende antwoord gegeven:
Bij de toegepaste methoden is de waar
schijnlijkheid van een juiste schatting groo
ter dan de kans zich te vergissen. De com
mandant van den onderzeeër beschikt over
een geheele reeks middelen om de afmetin
gen van een., «chip met groote nauwkeurig
heid te bepaun.
Als een schip in zicht komt, schat de com
mandant eerst de vermoedelijke lengte, de
hoogte, enz. Zoodra de boot dichterbij komt,
wordt afzonderlijk nagegaan hoe lang zij is,,
hoeveel masten zij heeft, hoe de schoorstee-
nen aijn gebouwd e.d. Andere kentcekenen
zijn het aantal luiken, de plaats der masten,
de. afmetingen van den bovenbouw, het aan
tal reddingbooten enz. Dikwijls herkent de
commandant uit al deze détails terstond een
hem bekend type. Is dat echter niet het ge
val, dan meldt hij alle bijzonderheden tele-^
fonisch aan zijn officier van de wacht, die
in een schepencatalogus het type opzoekt,
dat de opgegeven kenteekenen vertoont.
Eenvoudiger als wat dus.
Ook bij nacht kunnen deze waarnemenin-
gen zeer nauwkeurig geschieden. Ieder, die
dienst heeft op de brug, krijgt bevel een
der genoemde kenteekenen na te gaan. Bij
deze schattingen speelt natuurlijk een be
langrijke rol dat. de Duitsche zeelieden, die
in twee jaar duikbootoorlog al zooveel sche
pen tot zinken hebben gebracht, «een groote
ervaring in dit werk hebben opgedaan.