HET WONDERLIJKE KERSTFEEST
VAN KWIKKIE
Beste jongens en
meisjes I
Wat is December toch een fijne
maand! Eerst Sinterklaas, dan de
Kerstvacantie met het Kerstfeest en
„Oud-en-Nieuw". En aLs je dan in
diezelfde maand nog jarig bent!
Dan kan het helemaal niet op.
Vinden jullie het jammer, dat je
in deze kerstvacantie tot nu toe nog
niet hebt kunnen schaatsenrijden en
sneeuwballen gooien Ik vind
schaatsen ook een fijne sport, maar
op het ogenblik ben ik toch maar
dankbaar, dat het nog niet zo bit
ter koud is. Des te langer kunnen
we' met onze brandstof toe.
En nu gaan we Kerstfeest vieren.
Het feest van het Licht op onze nu
zo donkere aarde. Het feest van de
Vrede, terwijl op bijna de geheele
wereld de oorlog woedt!
Het is maar gelukkig, dat de
vrede toch eens zal komen, al weten
we geen van alleen wanneer. We
hopen natuurlijk allemaal van zo
gauw mogelijk. Dan kan ook
's avonds het licht weer branden op
straat en behoeven we niet meer
angstvallig onze ramen te „verduis
teren" voor de lamp aan gaat.
En nu de prijs winnares. Het is
BETSIE SARTON,
Hoep 143a, Schagen.
Veel pleizier met je boek, hoor!
Agatha Pronk, Den Helder.
Agatha, (wat een lange naam, zeg!)
w"l je in 't vervolg ook op 't briefje
je naam zetten, want ik doe meestal
eer t al de enveloppen van de brief
jes, en daarna ga ik pas beantwoor
den. Dag!
LIda Geervliet, St. Pancras. Ja,
wat is dat altijd weer opnieuw een
mooi gezicht hè, zo'n kerstboom in
volle pracht, met al die mooie ver
siersels. En dan nog die witte
kaarsjes allemaal branden, 's Jonge,
wat zal dat een pracht gezicht zijn,
,zo bij jullie thuis!
Anny Veereschild, Obdam. Dat
ls fijn, nu je zo'n lange brief ge
schreven hebt; je ziet wel, dat het
helemaal niet zo moeilijk is. Wat
ee.i goede verjaardag heb jij gehad'.
Dat is zeker wel een lange tijd naar
school hè, zo van 's morgens tot
's middags aan één stuk. Tot de vol
gende week maar weer!
Theo de Kok, Schagen. Dat
was nog niet zo raar Theo, om een
poes aan boord te hebben, wanneer
je last van muizen hebt. 't Zijn
aardige, „kleine" beestjes, maar
„grote" lastposten, want ze weten
overal wel raad op, dat merk je
zelf wel 't beste daar bij jullie op
de woonschuit.
Henny v. Galen, Asd. Je brief
was nog tijdig in m'n bezit, je hebt
flink je best gedaan om zo vroeg
te schrijven, 't Is natuurlijk niet on
mogelijk dat je met de eerste keer
iets wint, maar Henny, je moet er
aan denken, dat er met jou bijna
elke week een 100 vriendjes en
vriendinnetjes mee doen, dus je
hebt maar een kleine kans, ik kan
je alleen maar zeggen: blijf trouw
meedoen, dan heb je telkens kans!
Guurtje Schrieken, Burgerbrug.
Zie je wel, dat het altijd meevalt
als je een nieuwe meester krijgt, nu
vinden jullie hem zelfs heel aardig!
Wens^h Greetie maar beterschap
van mij!
N. Hazebelt, Burgerbrug. Ik
heb nog heel vat briefjes gehad en
ze hebben dus allen hun best ge
daan om zo vlug mogelijk terug te
schrgven. Joi briefje was ook
prachtig op tijd, hoor! Dat is een
prachtige oplossing, zoals jullie dat
doen, met enveloppe en postzegels!
Gretha Bregman, Burgerbrug.
Ga jij ook al uit logaeren? Dat is
m. een dubbel xeest. Ik wil ook wel
mooi weer hebben met Kerstmis,
want ik denk dat ik wel net zo blij
ben als jij met m'n vacantie, ik weet
't nog wel niet zeker, maar ik ga
waarschijnlijk ook uit logeren!
Henk Jan 1'regman, Burgerbrug.
Lezen is een 'ijne bezigheid, Henk,
daar kun je altijd iets van leren,
maar nu zal ik je wel waarschuwen,
dat je niet Karl May na moet gaan
doen, want wat hg gedaan heeft,
dat kan alleen maar in de Far West
voorkomen, hoor. En één van de
zonen der Mimbrentjo's zal je ook
wel niet word -n, denk je wel?
Annie Wildeboer, Schoorldam.
Zo, Annie, ben jij al geplaagd ge
worden door de griep? Maar nu is
't al weer voorbij hè. Als je al weer
op mag zitten, nou dan gaat 't wel
weer! Zorg miar gauw, dat je met
Kerstmis helemaal in orde- bent,
hoor!
Riek Delver, Schagerbrug. Wat
stuur je me een frisch plaatje op je
postpapier, br., ik zat er haast van
te rillen, 2 van die meisjes in een
zwempakje in 't zwembad, 's jonge
wat een koud gezicht was dat, ik
zou wel willen, dat 't weer zo ver
was, dat we zelf gingen zwemmen,
dan wisten we tenminste dat het
zomer was. Wat een gezellige mees
ter hebben jullie, zeg!
Ja- obus Smit, Schagen. Ja,
's zomers lijkt alles veel mooier,
waar je komt, maar 't is niet altijd
zo hoor, weet ie wel waar het ook
in zit, dat je 's zomers veel meer
tijd neemt om te kijken. Als je
's winters zo diep in je jas gedoken
zit, dan heb je overal geen oog meer
voor! Maar toch zijn er ook heele
mooie dingen n de winter.
Jacob Bregman, Burgerbrug.
Ja, 't zal met jullie allemaal wel zoo
zijn, dat jullie nu bijna niet meer
stil kunnen zitten op de bank. Met
't vooruitzicht van de Kerstvacantie
en dan nog logeerpartijtjes, 't kan
haast niet op!
Sietske Boomsma, N. Niedorp.
Zit je zusje in N.-Scharwoude; dat
zal ze wel prettig vinden, dat jij
met een vriendinnetje haar dan een
bezoek komt brengen. Prettige
Kerstvacantie, hoor!
Gusta Swar> Den Helder. Wat
zal jij in je schik zijn, een paar
Zeouwsche knopjes als oorbellen, die
zijn alleen vooi de Zondag zeker, of
doe je ze aan naar school ook?
Susanna de Boer, Den Kelder.
Als je de briefjes in de verkeerde
bus stopt, ja maak je een grote
kans dat hft niet beantwoord
wordt, want daar zitten allemaal de
oplossingen in van de grote men-
schen en die kijkt een andere mijn
heer weer na. Dus oppassen hoor,
daL je niet doet, wat je broertje ge
daan heeft.
Gerrit en Paulus de Boer, Den
Helder. Dat is jammer, jongens,
maar ik heb „och werkelijk jullie
briefje niet ontvangen, misschien is
"t ook in de verkeerde bus gestopt!
Je moet altijd de onderste bu9 heb
ben, die hebben we speciaal onder
aan laten maken, omdat, als er
kleine vriendjes en vriendinnetjes
zijn, die hun briefje ook kunnen be
zorgen. Bedankt voor je mooie
wensen hoor, ik wens jullie ook alle
goeds.
Jelly v. d. Gort, Den Helder.
Dat was niet veel wat je me te
schrijven had, Jelly, maar je beloof
de me voor deze week een langere
brief, dus daar wacht ik dan maar
op! Dag.
Janje Grande, Anna Paulowna.
Wat zal dat aardig zijn bij j ullie
met misletoe en kaarsen in de ka
mer. Die grote kerstboom moeten
jullie maar bewaren totdat je weer
in Den Helder bent, dan gaan jullie
die maar weer optuigen!
Kinderen, ik eindig, 't is al bijna
tijd en de zetters zitten met onge
duld op de briefjes te wachten. De
andere briefjes komen de volgende
week in de krant te staan. Ik wens
jullie een paar vredige Kerstdagen
en een gezellige vacantie. Dag! tot
de volgende week!
NIEUW RAADSEL.
X insect.
X stof.
X plaats in Drenthe.
X kleine vrucht (varkens
voeder).
X lawaai-instrument.
X vrucht.
X vogel.
X deel van Azië.
X visch.
Op de kruisjeslijn, van boven naar
beneden, lees je de naam van een
nachtdier.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Kat.
Susanna de B., Den Helder; Nina
B., Den Helder; Gusta S., Den Hel
der; Sietske B., N. Niedorp; Jacob
B., Burgerbrug; Jan B., 't Zand;
Jacobus S., Schagen; Riek D., Scha
gerbrug; Annie W., Schoorldam;
Henk Jan B., Zijpe; Gretha B.,
Burgerbrug; N. H., Burgerbrug;
I. H., Burgerbrug; Guutje S., Bur
gerbrug; Hennie v. G., Amsterdam
W.; Theo de K., Schagen; Agatha
P., Den Helder; Lida G., Sint-Pan-
crus; Annij V., Obdam; Jantje G.,
Anna Paulowna; Jellie v. d. O., Den
Helder; Gerrit en Paulis de B., Den
Helder; Pietie en Aatie, Den Hel
der; Betsie S., Schagen; G. N., An
na Paulowna; Leo G., Den Helder;
Klaas G., Den Helder; Rein v. d. V.,
Westerland (Wieringen)Jacoba de
B., Den Helder; Giel B., Schagen;
Corrie B., Den Helder; Corrie S.,
Den Helder; De kinderen „Koedij
ker", Den Helder; Tiny v. B., Den
Helder; Lucie W., Breezand; Neel-
tje P., Den Helder; Ab P., Den
Helder; Jaap P., Den Helder; Hen-
Het groote Kèrstwonder
(Foto archief).
kie en Jantje S., Den Helder; Trijn
tje K., Den Helder; Agatha S., Den
Helder; Coen K., Den Helder; Trits
C., Den Helder; Neeltje C., Den Hel
der; Roodbor tje, Den Helder;
Dirkje B., Den Helder; Piet B., Den
Helder; Joop G., Den Helder; Coba
P., Den Helder; Klaasje en Sjoerdje
S., Den Helder.
Een oorspronkelijk sprookje,
door LOUISE VERTOREN.
Heel lang geleden woonde er in
een klein huisje aan den rand van
het bosch een oud vrouwtje, met
haar kleinzoontje, die door iedereen.
Kwikkie werd genoemd, omdat hij
zoo vlug was als kwikzilver. Als
Kwikkie uit school kwam, deed hij
allerlei werkjes voor zijn grootmoe
der, die heel arm was. Op Kerst
avond nu had het erg gesneeuwd
en het bosch was bedekt met een
heel dik sneeuwtapijt, waarin je
wel een voet diep wegzonk, als je
erin liep. Kwikkie's Grootje was
een lief oud vrouwtje, dat Kwikkie
altijd geleerd had, dat hij de an
dere menschcn en de dieren meer
lief moest hebben dan zich zelf, en
dat hij er dan altijd zeker van kon
zijn, dat hij nooit aan iets gebrek
zou hebben. Op dezen avond van
Kerstmis zouden ze samen heel
prettig Kerstfeest gaan vieren.
Kwikkie had in den hoek van de
kamer een mooie denneboom neer
gezet, die hij zelf in het bosch ge
kapt had. Grootje had nog kaarsjes
van verleden jaar, en die brandden
er wat vroolijk in, zoodat het heele
huisje verlicht werd. En in de keu-
dacht je dat ik naar beneden ging
om daar die vrouw te ontmoeten
aan wie ik dit alles te danken heb?
Ja, dat dacht ik, was het be
sliste antwoord.
Verwonderd hief de jongen zijn
hoofd op. Rustig liet Herbert Cremer
zich naast zijn zoon op de trap
zakken.
Peter, luister... luister eens
heel goed naar me, dan zal ik je
eens iets vertellen. Jij hebt toch wel
eens gehoord van Ellis Marval?
Peter knikte.
Wel, drie maanden geleden
sloot zij een contract af om in het
Tivoli te Kopenhagen op te treden.
Enkele dagen voor het vertrek vatte
zij een zware kou, welke zich ont
popte tot longonsteking. Het gezel
schap waarmee ze zou optreden, had
zonder ster geen waarde en de
directie moest een plaatsvervangster
voor haar vinden. De keus viel op
de nog vrij onbekende actrice Marca
de Texeira en die Marca de Texeira
is de vrouw, die beneden op mij
wacht.
Marca de Texeira, herhaalde
Peter droomerig.
Ja, en je begrgpt wel, wat dat
voor haar beteekende; de kans om
met één slag in de voorste rijen te
komen. Wat zou jij doen Peter, als
je de keus had tusschen leven en
dood?
Leven natuurlijk, zei hij over
tuigd.
Juist en dat wilde Marca de
Texeira ook. De ladder naar het
succes werd nu in evenwicht ge-
houden en ze zou haar beklimmen.
Het contract kon worden nage
komen, het gezelschap was weer
compleet. Maar dit alles moest op
de laatste dagen worden geregeld
en het was pas op den morgen van
den dag van het vertrek, dat zij de
beslissing vernam. In aller ijl
moesten er koffers worden gepakt
en de noodige formaliteiten worden
vervuld. De boot vertrok nog dien
zelfden avond, maar er was geen
treinverbinding, die haar tijdig aan
boord zou brengen. Marca de Texei
ra zat in verlegenheid, maar een
vriend bood haar zijn sportauto aan,
waarvan ze dankbaar gebruik
maakte. De tijd was kort en ze
moest met enorme snelheid rijden,
wilde ze het doel bereiken, dat haar
een schitterende toekomst verzeker
de. Enfin de rest weet je zelf maar
al te goed. Misschien, Peter, wil je
over dit alles nog eens nadenken en
kan je met jezelf tot vrede komen.
Ik begrijp heel goed dat het je veel
strijd zal kosten voor je die over
winning behaalt. Maar des te meer
waarde zal ze voor jou hebben. Met
die woorden stond Herbert Cremer
op en ging naar beneden.
Het was een paar dagen voor
Kerstmis, toen Peters vader aan de
ontbijttafel zijn krant dichtvouwde
en zoo terloops zei: Ik ga van
morgen een boom halen, als je zin
hebt, kan je me helpen.
Wat hebt U nou aan mij, boom
de Peter.
Verdraaid weinig tegenwoordig,
daar heb je gelijk in, was het sar
castische antwoord en de deur sloeg
achter de forsche gestalte dicht.
Beschaamd keek de jongen voor
zich, terwijl zijn handen zich tot
vuisten knepen in zijn zakken. Hij
was een mispunt, dat wist hg en hij
gedroeg zich als een onhandelbaar,
koppig kind... een kind, hij lachte
spottend. Had hij zich niet altijd als
een kerel beschouwd en wat was hij
feitelijk. Een echte kerel zou zijn lot
dragen als een man, al was het nog
zoo zwaar. Kon hij dat ook niet, was
hij daar niet sterk genoeg voor?
Zich aanstellen over iets, dat toch
niet meer te veranderen was, dat
was makkelijk genoeg. Wat had
Vader ook weer gezegd... met je
zelf tot vrede komen, ja dat was
het.
Peinzend plukte hij een paar krui
mels van zijn bord. Zonder haat kon
hij nu zelfs aan Marca denken, die
een geregelde bezoekster van
„Cremerland" was geworden. Een
enkele keer ontmoette hij haar in
de gang of kwam ze de kamer bin
nen als hij nog niet weg was. Hij
zag haar klein gezicht met de glan
zende bruine oogen, wier blik hem
overal volgde. Ze was zoo rustig en
er ging zooveel vertrouwen van haar
uit, dat Peter zich af vroeg, waarom
hij zich steeds zoo koppig vijandig
had gedragen. Ze was een hoog
staande. fijngevoelige vrouw, maar
hij had het niet willen zien en was
onbeschoft geweest.
Vreemd, nu hij alles nog eens
grondig overdacht voelde hij zich
veel rustiger. Zou hij toch maar
kijken of hij vader kon vinden?
Misschien kon hij toch nog wel hel
pen. Niet wetend wat te doen,
hinkte hij een paar maal de kamer
rond en bleef dan voor het portret
van zijn moeder staan. Er scheen
een onweerstaanbare kracht uit
haar oogen te stralen, welke op
Peter overging.
Mama, fluisterde hij, ik zal
probeeren een man te zijn. Plotse
ling draaide hij zich om, greep zijn
stok en liep zoo snel als zijn been
het toeliet naar buiten. Een dikke
sneeuwlaag had zich op alles neer
gevleid en deed de stilte in de bos-
schen nog sterker uitkomen. De
donkere stammen van de boomen
gluurden door de witte takken, die
zich vlochten tot fijn kantwerk. Wat
was het mooi in het bosch vanmor
gen. Peter haalde diep adem, de
koude prikkelende lucht deed hem
goed. Zacht ritselend viel af en toe
een sneeuwlaagje van een tak, als
hij er tegen stootte. Trouw volgde
hij de voetstappen, die duidelijk in
de sneeuw stonden afgedrukt. Het
verwonderde hem niet dat ze naar
de kleine vallei leidden, daar groei
den immers de mooiste denneboo-
men... Voetje voor voetje ging hij de
tamelgk steile helling af. Het kostte
hem inspanning en pijn, maar hij
beet de tanden op elkaar en dacht
aan zijn belofte. Beneden ontdekte
hij zijnvader, die juist een pijp op
stak en zich half omdraaiend vroeg:
Vind je deze niet reusachtig Hij
beschouwde het als vanzelfsprekend
dat Peter gekomen was, daarvoor
kende hij den jongen tegoed. Met
een paar forsche slagen hakte hij de
boom om en samen sleepten zij hem
naar boven. Een oogenblik bleven zij
daar staan om uit te rusten en te
genieten van het schouwspel om hen
heen. Dan gingen ze verder, vader
en zoon, beide voelend, dat zij het
begrip in elkander hadden hervon
den.
Op Kerstavond zat Peter een
beetje over een boek te droomen.
Telkens dwaalden zijn gedachten af
en van het gedrukte drong niet veel
tot hem door. Beneden in de hall
sloeg een klok het half uur. Hoe
lang of hij zoo had gezeten, wist hij
niet, maar plotseling kreeg hij het
idee, dat hij niet meer alleen in de
kamer was. Eén blik bevestigde zijn
vermoeden, achter hem stond Marca
de Texeira...
U, zei Peter verschrikt en een
lichtrood kleurde zijn wangen.
Marca greep hem bij de schouders
en draaide hem naar zich toe. Met
haar glanzende oogen keek ze hem
lang aan, dan zei ze zacht:
Peter... Peter herhaalde ze, kan je
rhe nu vergeven?
De jongen knikte slechts. Een
snik welde in hem op en al het in
gehouden verdriet van de laatste
maanden uitte zich in een wan
hopig schreien.
Is het dan zoo moeilijk jongen,
ken had Grootje allerlei lekkers,
dat ze samen opgespaard hadden
voor het Kerstmaal. Daar was een
kan vol melk, voor het beslag van
de kerstkoeken, die Grootje zou
bakken en voor de anijsmelk die ze
zouden drinken, daar waren twee
prachtige appels, die Kwikkie fijn
in de heqte asch van het vuur zou
poffen, daar was een schotel vol
met tamme kastanjes, die hij in het
bosch gevonden en opgespaard had.
daar was een bos lekkere wortels,
voor een grooten pan met hutspot,
waaraan Kwikkie straks zijn buik
je rond zou eten en daar was ook
nog een busje vol met beukennoot
jes, die ze na het eten, als het vuur
lekker knapte, zouden opeten. Maar
eerst maakte Kwikkie buiten, in de
sneeuw, een hoopje brandhout van
oude takkenbosschen, om het
Kerstvuur aan te steken, zooals in
de streek, waar hij woonde, de ge
woonte was. Het was stikdonker
buiten, maar al gauw vatten de tak
kenbossen vlam en laaide een vroo
lijk vuurtje op, dat een prettig
schijnsel in het bosch wierp. Ter
wijl Kwikkie daar zoo bij stond te
kijken, met zijn handen diep in
zijn zakken, hoorde hij opeens een
klagelijk gemekker en zie, daar
stond een klein, hongerig geitje
voor hem, dat heelemaal verdwaald
was en op het licht was afgeko
men. Het snuffelde aan zijn hand,
alsof het om eten wilde vragen.
Vlug keerde Kwikkie zich om, "en
haalde uit het huisje zijn appel. Je
had eens moeten zien, hoe gretig
het arme, hongerige geitje, dien ap
pel opknabbelde. Nu, dacht Kwik
kie, laat hij mijn appel maar opeten
misschien krijg ik straks nog wel
een stukje van Grootje haar ap
pel. Doch nauwelijks had het geitje
den appel op, of daar kwam, heel
schuw, een klein hertje aange
sprongen, dat ook het lichtje gezien
had en ook erge honger had. Het
hertje keek hem zoo bedroefd aan,
dat Kwikkie zich niet langer be
dacht, en den bos heerlijke worte
len haalde, waarvan hij het uitge
hongerde hertje liet smullen. Och,
dacht Kwikkie, we hebben dan toch
altijd de kasantjes nog. Doch hij
had dit ternauwernood gedacht, of
daar zag hij achter elkaar drie
kleine, bruine diertjes aan komen
huppelen, met groote pluimstaarten
en kleine kraaloogjes, ddc heel teru
rig keken drie. eekhoorntjes,
die ook al het licht gezien hadden.
Nu was de voorraadschuur van de
eekhoorntjes door een booswicht
vroeg Marca, kan je het niet?
Peter glimlachte door zijn tranen
hèen.
Ja, zei hg dan, nu kan ik het
wel; maar het werd me pas te
machtig, het heeft me zooveel strijd
gekost... Vind je me nu niet kinder
achtig
Ik vind je een reuze kerel, zei
Marca eenvoudig en haar oogen
straalden.
Beneden stak Herbert Cremer den
kerstboom aan...
leeggehaald, zoodat de diertjes van
honger moesten omkomen, als nie
mand hun eten gaf. Ze voegden
zich bij het hertje en het geitje en
warmden zich aan het vuur. Toen
haalde Kwikkie den schotel kastan
jes èn het busje met beukennootjes
en gaf het aan de eekhoorntjes, die
zich te goed deden, en de rest naar
hun holletje in een dikken boom
brachten, waar nog meer hongerige
diertjes waren. Kwikkie stond er
bij en keek in het vuur. Weg was
nu al het lekkers, en in plaats
daarvan moesten grootje en hij nu
met een hongerige maag naar bed.,
alleen wat melk en koeken waren
er nog Maar wat was dat? Daar
kwam klagelijk miauwend een
grijze poes aangeloopen en bedel
de om een schotel melk.... Ook dat
gaf Kwikkie, en terwijl hij daar nog
stond, met zijn uitgestrekte hand,
die nu leeg was, omdat hij niets
meer te geven had toen voelde
hij opeens een tik een vogel
vloog heen. en in Kwikkie's
hand lag een glinsterend, fon
kelend goudstuk. De vogel had
het uit zijn bek laten vallen, pre
cies in Kwikkie's hand-!
Nu, toen ging Kwikkie dadelijk
met zijn Zondagsche laarzen aan en
zijn slee aan een touw naar het
dorp, en mocht daar allerlei in-
koopen doen, een zak vol appelen,
koek en brood en worst en nog
veel meer! En het werd het heer
lijkste Kerstfeest, dat Kwikkie ooit
gevierd had!
DE KERSTBOOM IN OVER-
Het blazen van de Midwinter
hoorn in Twente is een gebruik,
dat, den laatsten tijd weer in op
komst is. Reeds ten tijde van de
Germanen kende men dit merk
waardige gebruik, dat door de ge
loofsverkondigers van patere eeu
wen aan het Christendom aange
past werd. Immers, bij de Germa
nen blies men op den hoorn tijdens
de Joelfeesten, die, zooals bekend
is, omstreeks Nieuwjaar gevierd
werden.
Vandaar dun ook, dat men de
hoorn tegenwoordig nog wel om
streeks Kerstmis en Nieuwjaar kan
hooren. Hoe ziet dit instrument er
uit? De hoorn, die eigenhandig ver
vaardigd wordt, heeft een lengte
van ongeveer 1.25 M. en bestaat uit
twee of meer stukken geknipt wil
genhout. die aaneengevoegd worden
door middel van biezen banden. De
vorm is eenigszins gekromd, het
geen verkregen kan worden, door
de. losse stukken zoodanig aan el
kaar te zetten, dat een lichte ron
ding ontstaat. De hoorn heeft dus
ongeveer de vorm van de bekende
Alpenhoorn, waarop de Zwitsers ln
de bergen een droevig gefluit laten
hooren.
Daar de vervaardiger van het in
strument het niet in zijn macht
heeft, de sterkte van de klanken
te bepalen, is het slot, dat de hoorn
meestal maar een klein zwak toon
tje voort brengt. Trouwens, het bo
blazen van het instrument is lang
niet gemakkelijk en vereischt heel
wat oefening. Daar het echter van
ouds altijd de bedoeling is ge
weest, veel geluid te maken en men
daar tegenwoordig ook nog wel van
houdt, wordt de hoorn op een put
gelegd, zoodat het geluid vele ma
len versterkt wordt. Uren in den
omtrok -is het geluid van de kerst
hoorn te vernemen.
Jammer, zooals boven reeds ge
zegd. dat dit gebruik langzaam
maar zeker aan het verdwijnen is,
want het is een van de oudste ge
woonten, die we hier te lande nog
kennen en die aan bet oude Joel
feest herinnert.