ROND DEN KERSTBOOM n i V "V v f p*ir Een avond i/ooi* Kerst WIJ VERKORTEN DEN LANGEN WINTERAVOND Eeo serie prijsvragen voor onze lezers HOE LOS IK DE VREEMDE PUZZLE OP I Kerst prijsvraag j p -,vPaPL; P't l j V l f y \h v* SEN ZERS EEN DIG HET EN BLAD DER TE VRE VAN EN SCHEN NOOR VAN TIE LE RES KERST ZA RE DAG KWAR VOOR EN HAR LE AL LANDS WEN REC TIE ZE LEN LIG FEEST. Dl DAC HOL TIER BEEL NOORDERKWARTIER AAN DEN SLAG. pEESTDAGEN en lange winter- ■*- avonden. Welke tijd eigent ziöh beter voor het toeven bij den 'huiselijken haard, met een goed boek... én met Uw lijfblad, dat zich tot taak gesteld heeft te helpen de lange winteravonden te bekorten. Wij meenden dat niet beter te kun nen doen dan door den lezers dit maal een serie prijsvragen voor te •zetten, die hen van tijd tot tijd een wijle zal bezighouden èn het uit zicht biedt op een aardige beloo- ning. In den loop van de eerstkomende weken zullen wij vier prijsvragen afdrukken, telkens van geheel an deren aard. De eerste van deze se rie vindt men thans hier afgedrukt. Het oplossen zal wel geduld en tijd vragen, maar wij zijn er van over tuigd dat ieder het geheim zal kun nen onthullen, dat de vierkantjes verborgen houden. En mocht het tenslotte niet gelukken, dan is er nog geen man overboord, want er volgen nog drie andere puzzles. Al zou' er dus één niet opgelost kun nen worden, dan is de kans nog lang niet verloren. Belangrijk. Men zende voorloopig nog geen oplossingen in, doch wachte rustig af tot de geheele serie van vier puzzles is verschenen. Tegelijk met de laatste opgave, die wij U stellen, zullen wij namelijk een formulier afdrukken, waarop het aantal goede oplossingen, zoomede naam en adres van de(n) inzender (inzend ster) kunnen worden ingevuld. Dit formulier wordt vóór den daarop vermelden datum mèt de oplossingen in een gesloten enve loppe ingezonden aan de Redactie van „Noorderkwartier" te SCHAGEN. In den linkerbovenhoek van de en veloppe schrijve men het woord: Prijsvraag. Niets inzenden dus vóór het for mulier in de krant gestaan heeft. EN NU DE PRIJZEN. Wij stellen voor dg goede oplos sers de volgende prijzen beschik baar: een hoofdprijs van vijf en twintig gulden, Vervolgens een prijs van tien galden drie prijzen van vijf gulden, en vijf van •en rijksdaalder. Voorts zullen nog een aantal troostprijzen worden uitgereikt. Indien er meer goede oplossingen binnenkomen, beslist het lot. Verzorgde inzendingen worden wel op prijs gesteld, doch hebben geen invloed op de toekenning der prijzen. Door inzending onderwerpt men zich aan de beslissing van de re dactie. Over dit onderwerp kan geen correspondentie worden ge voerd. DOOR EERST HET ONDER STAANDE GOED TE LEZEN EN DAN AAN DEN SLAG TE GAAN. ALS eerste van onze serie puzz les een probleem, dat hoe zou het anders kunnen betrek king heeft op het Kerstfeest. Zoo op het eerste gezicht ziet het er nogal vreemd uit, deze in vier kantjes verdeelde rechthoek, waar in een aantal woorden zoo maar rondgestrooid is. Woorden? Er zijn bij deze lettercombinatie inderdaad enkele woorden, maar aan het meerendeel is, zult ge opmerken, kop noch staart te bekennen. En toch vormt dit ratjetoe van letters een boodschap, die wij juist U wil len brengen. Een boodschap, die al oneen lezers geldt. Maar gij zult U eenige moeite moeten geven om haar te kunnen verstaan. Zoo heel erg moeilijk is het overigens niet, deze boodschap te ontcijferen: een klein beetje geduld, een tikje volharding, en een dosis nauwkeu righeid, fl&t is al, wat ge noodig hebt en ge ziet: ge behoeft geen speciale „puzzle-knobbel" te bezit ten, geen bolleboos in het oplossen van puzzles te zijn. Schrik niet Van den paar densprong. De sleutel voor de oplossing vindt ge in den paardensprong uit het schaakspel. Schrik nu niet, lezer, die geen notie van het schaakspel heeft en geen Dame van een Kasteel kunt onderscheiden: kennis van het schaakspel is voor de ont cijfering van dit probleem niet vereischt! We zeiden alleen: paar densprong wijl we in dezen rechthoek volgens de bewegingen van het paard in het schaakspel van het eene vakje naar het an dere moeten gaan en de lettergre pen in de zoo gevonden volgorde moeten plaatsen om de oplossing te vinden. Wie kan schaken behoeft nu wel geen nadere toelichting, doch voor hen, die niet kunnen schaken, zij nu eerst uiteengezet, hoe het paard zich op het schaak bord beweegt. Een zet van een paard bestaat uit twee vakjes voor waarts in een rechte lijn, .(horizon taal, verticaal, naar boven, naar be neden, naar links of naar rechts), en dan één vakje zijwaarts. Een enkel voorbeeld ter verduidelijking. Stel, dat in de figuur het paard stond op het vakje, waarin „Kerst" gedrukt staat; dan zou het kunnen gaan naar „dig" (twee vakjes reciht naar boven, en één zijwaarts naar rechts), of naar „schen" (twee vak jes horizontaal naar rechts, en één zijwaarts op deze richting), of naar „lands", naar „feest", naar „len", naar „en", naar „te" of naar „zers". Stond het in het vakje, waarin „Di" staat (het vijfde van links op de onderste rij), dan zou het kunnen gaan naar „le", naar „za", naar „dag" of naar „ree". Deze paar voorbeelden zullen wel voldoende zijn om den gang van het paard te demonstreeren. Neem potlood en papier. Welnu, we moeten ons nu voor stellen, dat op een der vakjes in de figuur zoo'n schaaltpaard ge plaatst staat, en dat het een ronde dans over de 40 vakjes gaat ma ken, met dien verstande, dat liet geen enkel vakje mag overslaan, maar ook op geen enkel vak;e meer dan éénmaal mag komen. Hebben we het juiste beginvakje gevonden (dat moet U door probce- ren vinden), dan schrijven we de daarin gedrukte letters op een WAARHEID EN VERDICHTSELEN \X7ANNEER Joseph Victor von Scheffel in zijn bekende ro man „Ekkehard" reeds in de tiende eeuw een kerstboom op de Hohent- wiel zijn schitterend licht laat uit stralen, dan is dit een van de dich terlijke vrijheden, die in strijd zijn met de geschiedkundige ontwikke ling van den Kerstboom. Ook het schilderij van Otto Schwerdgeburth „Kerstfeest ten huize van Martin Luther", vervaardigd in 1845, dat den grooten hervormer in den kring der zijnen rondom den Kerst boom voorstelt, is anachronistisch en historisch onjuist. De legende van Lutheris Kerstboom. Toch is er een zeer populaire le gende, waarin Maarten Luther de uitvinder van den Kerstboom ge noemd wordt „Eens, op den avond voor Kerst mis", aldus de legende, „was Luther op weg naar huis. Hij reed door het prachtige besneeuwde landschap, waarboven de donkerblauwe ster renhemel zich uitstrekte en hij ge raakte zoo zeer onder den indruk, van hetgeen hij zag, dat hij besloot zijn vrouw en kinderen daarover het een en ander te vertellen. Plot seling kreeg hij evenwel een idée. Toen hij aangekomen was, haalde hij uit den tuin van zijn huis een klein denneboompje, bracht dit naar de kinderkamer, zette er een paar kaarsen in en stak die aan." Nog ouder is de legende dat de heilige Winfried de uit vinder" van den Kerstboom is. Hij was een van de oud ste missionarissen in Noorwegen en vervreemdde de Skandinaviërs van hun Druïdisch geloof en Druïdische gebruiken. Om de bekeerlingen er van te overtuigen, dat ze vroeger slechts boomen aanbeden hadden, hakte hij in hun aanwezigheid een geweldige eik om. Toen volgde er een wonder. Doch dit was een Christelijk mirakel en zoo kon hij de bevolking dus dubbel overtui gen. De literatuur, die zich bezighoudt met de historische ontwikkeling van den kerstboom, istegenwoor- blaadje papier. De letters van het volgende vakje, waaraan het paard een bezoek brengt, schrijven we vervolgens op het papier, en zoo doen we met alle volgende vier kantjes. Hebben we het paard op de juiste wijze zijn rondedans laten volbrengen (waarbij 't dan eindigt op een vakje néast het begin-vakje), dan staan alle lettergrepen in de goede volgorde en zal het niet moeilijk vallen, de boodschap te ontcijferen. Dit lijkt nu misschien wat inge wikkeld, maar het is het in wer- kelijkheid toch niet. Overtuig Uzelf eerst, dat ge goed begrepen hebt, hoe ge van het eene vakje naar het andere moet gaan, en als ge dan met een beetje nauwgezetheid en volharding aan het werk gaat, zult ge ongetwijfeld Uw poging, de op lossing te vinden, met succes be kroond zien. Ge kunt natuurlijk ook alle vier kantjes uitknippen en probreeren, zoo de oplossing te vinden; dan wordt het dus een legpuzzle. Maar: dan moet ge veel meer probeeren dan bij de paardensprong-methode, die, dat zult ge wel merken als ge eenmaal goed od weg bent, een vastberaden gids is. De vraag is dus: HOE LUIDT DE TEKST VAN DEZE BOODSCHAP? Lezers, veel succes! - i M K- r- V i V - /Ij i 5 V >v I i i !l 'J v i ie I. /J- i t. j i'vJVj Hfcv, dig tamelijk uitgebreid. Er blijkt uit, dat men van de vroegere hypo thesen van een samenhang met voor-Christelijke-Romeinsche ge bruiken geheel afgestapt is. Men dacht daarbij in het bijzonder aan de geschenken, die de Romeinen elkaar overhandigden. Dit waren de z.g, „strenae", die de feestvie renden elkander aanvankelijk in den vorm van gelukaanbrengende takken en twijgen, geplukt in den tuin van de Godin Strena, gaven. De eetbare vruchten, zooals appelen en noten, die daarbij ten geschenke gegeven werden, zouden dan, zoo als men vroeger aannam, den over gang gevoermd hebben van ge schenken in den vorm van twijgen tot die in den vorm van voorwer pen. Ook het verband, dat er bestaan zou met de Middeleeuwsche Para dijsboom, wordt in de nieuwste li teratuur ontkent,- hoewel dit vraag stuk nog niet definitief opgelost is. Kerstgroen in de Middel eeuwen. OP het eind van de Middel eeuwen kan men met groo- te beslistheid wijzen op het ge bruik van Kerstgroen, want uit een oude oorkonde van het jaar 1G25 blijkt, dat het plukken van dit groen verboden was. Reeds eenige jaren eerder, in 1508, be handelde een bekende prediker te Straatsburg in een van zijn preeken, de toenmalige Nieuw- jaarsgebruiken. Terwijl dus overigens in het alge meen in die dagen het versieren van de huizen en kamers geschied de met palmboomtakken, hebben we het bewijs voor het gebruik van dennetakkem. We moeten echter in aanmerking nemen, dat het hier het Nieuwjaarsfeest en niet het Kertfeest betreft. De palmboompjes voorlooper. Daarentegen heeft in lateren tijd een deel uit een brief van Liselotte von der Pfalz, de bekende hertogin van Orleans, betrekking op het Kerstfeest: „Dan richt men tafels als altaar in en zet er allerlei din- (Foto archief). gen voor kinderen op, zooals nieu we kleedingstukken, zilveren speel goed, poppen, suikergoed en allerlei andere aardige dingen. Op deze la- fels zet men voorts palmboompjes en bevestigt aan ieder takje een kaars. Dat ziet er dan werkelijk al leraardigst uit." Dit is een jeugd herinnering van Lisolotte en heeft betrekking op haar geboorteland, de Pfalz. Tevens zien we hieruit, dat hier de minder brandbare palmboom gebruikt werd. De eerste echte Kerstboom. 'T'OCH is het een merkwaar- dig feit, dat al dien tijd nooit de échte denneboom als kerst boom gebruikt •werd. Eerst uit het jaar 1795 bezitten we een afbeelding, waarop een echte denneboom als Kerstboom staat Men zou dus kunnen aanne men, dat eerst toen het gebruik van de Kerstboom alom door gedrongen was. Het vaderland van de denneboom als Kerstboom schijnt met tame-, lijk groote zekerheid de Elzas ge weest te zijn. Spraken we hierboven over de eerste betrouwbare afbeelding van een Kerstboom uit 't jaar 1795, de eer ste betrouwbare vermelding van een versierde denneboom wordt ge vonden in een reisdagboek van'het jaar 1605, waarin van Straatsburg sprake is. Daarin wordt o.a. ge zegd: „Met Kerstmis richten de menschen in Straatsburg in hun huizen denneboomen op, waaraan rozen, van veelkleurig papier ge knipt, appelen, ouwels, gouden sterren, s iikcrgoed, enz., gehangen worden." Dat de kerk in die dagen nog vrij afkeeri°- tegenover „dit nieuwe gebruik" van de Kerstboom stond, blijkt uit een uitlating van den Straatsburgschen geestelijke Johann Conrad Dannhaucr. Deze schrijft in de veertiger jaren van de 17de eeuw: „Onder allerlei baga tellen, waarmee men het Kerstfeest meer viert dan met Gods woord, be vindt zich ook de Kerst- of denne boom, iie men thuis opricht, met poppen en suiker versiert en ver volgens leegschudt." Kerstverhaal door W. Kok Kortbij tingelen de fleurige klan ken uit het Munttorentje over de nu stille stad... Midden op den dag heb je daar geen erg in, dan over- heerseht het rumoer van de stad: het eentoonige gedreun van de vele trams, die uit Vijzelstraat, Reguliers breestraat en van het Rokin komend elkaar passeeren, schokkend stil staan bij de haltes en weer verder schuiven, claxons van gerulschloos voortschietende glanzende wagens, het geratel van zwaarbeladen slee perswagens en... kortom een bijna niet te ontleden stroom van gelui den, de groote stad eigen. Maar nu die er niet meer zijn, nu nog maar een enkele spaarzaam blauw ver lichte tramwagen rijdt, nu de paar den op stal staan en de voerlui drie hoog, met een pijp en een krant uit rusten van hun arbeid, nu hoor je het spel van de onzichtbare klokken in die kleine toren van het centrum des te duidelijker... Die klanken zweven weg over de stad. Het schijnt oze even worden vastgehouden tusschen de hooge, statige heeren huizen langs d° grachten, met hun blauwe hardsteenen stoepen en hun door zeventiende eeuwsche meesters gebeeldhouwde ornamenten, waar nu op zij van de breede deuren glimmende geelkoperen naamplaten hangen, die je vertellen dat Mr. Zus en Zoo daar kantoor houdt of een bankinstelling er haar kantoren heeft ondergebracht. Maar even later zetten die klanken hun reis voort over de donkere stad... En daarna nog één slag, doffer en meer gedra gen dan de verstorven toonen der kleinere bellen... Die slag wordt van alle kanten beantwoord... van de hooge Westertoren... vanuit de koe pel van het Paleis... Half tien... Van Schuilen controleert zijn hor loge. Morgen is het Kerst... Nu zul len er wel geen klanten meer komen Trouwens hij heeft geen slechten dag gehad. De boomen gingen vlot van de hand, zijn hulst was hij voor vier uur al kwijt en de potjes met tulpen nu ja, hfl had er nog wel over, maar toch alles bij elkaar genomen het had slechter gekund. En die tulpen kon hij voor Nieuwjaar ook nog wel verkoopen. Jaap is de laat ste boom wegbrengen. Ruim een half uurtje trappen, ergens in de buurt van Van Heutz. Wel ver, de goede verdienste het was een flinke boom een half uurtje fietsen waard. Hij zou intuaschen de potjes tulpen, die over waren en onder de boomen langs den grachtkant stonden uit gestald ln de kar zetten, dan was dat gebeurd. Een windvlaag huiver de door de kale takken der boomen, die als zwijgende geesten in den stil len avond stonden, deed het zwarte water in de gracht, even zichtbaar in het licht van een portieklampje, rimpelen... Het werd nu toch fris buiten. Als je zoo druk in de weer bent, dan heb je er geen erg in, maar nu*.. Onwillekeurig stak li$ zijn han den dieper in de zakken. Het zou straks nog een flinke douw worden met de kar naar huis. Kwam Jaap nu maar! Opnieuw vallen de klokketoonen uit het torentje over de verduisterde stad, trilleren weg door den stillen nacht. Kwart voor tien... Het was gelukkig lichte maan, want anders zou hij bij den avond hier niet kun nen staan. Nu was het te doen Bij de fietsenstalling van Kees de Sleu tel valt een flauwe hchtstreep naar buiten... even maar... 't Was zeker een bediende, die laten dienst had gehad en zijn fiets kwam ophalen Hij kon wel even bij Kees binnen gaan. Jaap zou hem wel vinden, hij zat meer 's avonds bij Kees. Dan bespraken ze samen het nieuws van den dag, niet wat er in de krant 3taat want aan krantenlezen komt hg bijna niet toe Die gebruikt hij alleen om de potten en bloemen in te rollen. Er was meestal nog we] ander nieuws, dat niet in de krant te vin den is: het nieuws van de straat. Langs de straat leer je de menschen kennen. Als ze bloemen bij je koopen en ze zijn verheugd dan kunnen ze niet nalaten je er deelgenoot van te maken; zijn ze bedroefd Jan vertel- le- ze je er ook dikwijls van. Als ze je niets zeggen, kun je het wel van hun gezicht lezen. Er wordt vaak in stilte ontzaglijk veel geleden, meer dan een buitenstaander wel zou vermoeden. Als hij die verhalen eens ging verte len, hij zou je er uren lang mee bezig kunnen houden.... an Schuilen gaat het keldertrap je af, klopt op de verduisterde ruit jesdeur van Kees de Sleutel en gaat meteen naar binnen. „Kees...!" „Wat van Schuilen, jij nog! Kerel, je hebt 't vanavond buiten lang uitgehouden en dat nog wel den avond voor Kerst Maar ga zitten, d'r staat nog een zetel, hij is er Yoor". „Ja, dat zal 'k doen, maar 't is maar even, want Jaap is mün laatste boom wegbren gen en kan elk oogenblik terug zijn." Terwijl van Schuilen zoo zijn late bezoek verklaart, rolt Kees een ciga- re*je en biedt van Schuilen aan: „Ook een rollen, er is nog wat?" De kelder van de Sleutel is maar spaarzaam verlicht, aan den wand is een kalenderplaat uit het Panorama vastgeprikt, een besneeuwde stad. Van Schuilen ledenkt. dat dit jaar geen witte Ke-st zal geven... jam mer voor de stemming, maar een geluk met het oog op de kolen- schaarschte. „Weet je, waar ik ineens aan moet denken." begint Kees. „Aan een av*>nd voor Kerst in'18, toen ik op Terschelling lag. Meer dan twintig jaar is dat al geleden, maar ik zai dier avond nooit vergeten. Den hee- len avond had er flinke wind ge staan en tegen den avond was die wind tot een zwaren storm aange- w kerd. Onze bark stond in een duinpan en je hoorde de zee brullen. Den heelen av< rid waren we bezig geweest met het in Kerstgewaad steken van ons zaaltje. In een boschje aan den binnenrand van de duinen hadder we een spar gekapt en wat groen gesneden en voor het eten was ons een extra verrassing beloofd. In het vooruitzicht van een paar gezellige dagen, niemand kon met verlof, omdat de Waddenzee al vol ijsschollen dreef en er dus geen verbinding met den vasten wal was, e we op het punt stonden onder ons wolletje te kruipen, werd er geroepen en op de deur gebonsd. Verstaan korvden we niets, 't Kon niemand anders dan de wacht zijn, wie zou er op zoo'n stormavond de duinen in trekken? We keken elkaar aan. Gek eigenlijk, dat er niemand naar de deur liep. Het was al niet meer noodig ook, want de wacht stond al binnen. En hij vertelde... Vuurpijlen... lichtende strepen had- deu zich door den inktzwarten nachthemel geboord. We begrepen direct. Er meest e'en schip op de gronden zitten en hulp geboden wor den! Maar hoe? Naar het dorp gaan en de menschen van de reddingboot alarmeeren, het zou veel tijd kosten en tijd beteekende het behoud van menschenlevens... Er zat toch niets anders op. Twee gingen er op af enen wij naar het strand met bran dende lantaarns. De storm nam nog steed toe en a s je boven op een duin kwam, kon je je bijna niet staande houden. Tot we op een zee- reep kwamen. Het zand striemde in je gezicht. De golven sloegen tegen de duinen en er was niets te zien noch te hooren, behalve dan het ra zen van het water. Zou hulp te laat komen. Er bleef niets anders over dar te wachten. Het zou nog de vraag zijn of de reddingvlet in zee gebracht kon worden. Plotseling een lichtschijnsel naai den noordkant, vlak onder de kust. Zou de schuit zoo hoog zittel* We konden het haast niet gelooven. Onder de dui nen liepen we nu zoo goed en zoo kwaad als 'i-t ging in die richting. Ik denk, dat we zoo wel een kwar tier geloopen badden, toen weer dat licht opglansd nu vlak bij. Even later ontdekter we in het licht van onze lantarens een kleine jol, die tegen de duinen lag. We riepen, kre gel* ook antwoord en toen had een lijn, die we zekerheidshalve hadden meegenomen al gauw verbinding gemaakt. Langs de lijn konden de menschen toen in veiligheid worden gebracht. Van hun schip was niets- te bekennen. Waarschijnlijk was het al in de golven verdwenen. We na men de menschen mee naar onze barak, het waren er twaalf... Een was buiten bewustzijn en moest ge dragen worden. Het bleken Grieken te zijn. We hebben ze den volgenden dag no bij ons gehouden. Samen heb ben we Kerstmis gevierd. Dat kon... De' dankbaarheid straalde de kerels di oogen uit. Verstaan konden we zr niet. Alleen de kapitein sprak ge broken Engelsch. Hun schip had doorben drijvende mijn schade op- geloopen, men had het gat weten te stoppen, maar tegen den storm bleek het niet bestand. Ze dachten voor Nieuwediep te zitten en wilden trachten de haven aan te doen. wa ren daarom zoo dicht onder de kust gekomen. Ze hadden zich vergist en de verraderlijk* kust was hun nood lottig geworden... Het was een bij zondere Kerstdag. De Sleutel zwijgt. Zijn gedachten gaan verder. Het lijkt of hij niet eens merkt, dat Van Schuilen nog bij hem zit. Dat is altijd zoo als De Sleutel vertelt. Buiten klinken klompstappen ,n het volgend oogen blik gaat de Kelderdeur jpen. „Va der, ben je hier? Ja, dat dacht ik al. Ga je mee, we moeten voor twaalven van de straat zijn. Dag De Sleutel!" Van Schuilen geeft Kees een hand, dat doet hij anders nooit. Het beteekent: Goeie Kerst dagen. Kees blijft alleen achter. Straks komen nog een paar kellners hun karretje halen en dan kan hij ook weg, naar de Bloemgracht. De verduisterde stad slaapt en morgen is het Kerst.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1941 | | pagina 6