ROND DEN
KERSTBOOM
n
i
V "V v
f p*ir
Een avond i/ooi* Kerst
WIJ VERKORTEN DEN
LANGEN WINTERAVOND
Eeo serie prijsvragen voor
onze lezers
HOE LOS IK DE VREEMDE
PUZZLE OP
I Kerst
prijsvraag j
p -,vPaPL;
P't l j
V l
f y \h v*
SEN
ZERS
EEN
DIG
HET
EN
BLAD
DER
TE
VRE
VAN
EN
SCHEN
NOOR
VAN
TIE
LE
RES
KERST
ZA
RE
DAG
KWAR
VOOR
EN
HAR
LE
AL
LANDS
WEN
REC
TIE
ZE
LEN
LIG
FEEST.
Dl
DAC
HOL
TIER
BEEL NOORDERKWARTIER
AAN DEN SLAG.
pEESTDAGEN en lange winter-
■*- avonden. Welke tijd eigent
ziöh beter voor het toeven bij den
'huiselijken haard, met een goed
boek... én met Uw lijfblad, dat zich
tot taak gesteld heeft te helpen de
lange winteravonden te bekorten.
Wij meenden dat niet beter te kun
nen doen dan door den lezers dit
maal een serie prijsvragen voor te
•zetten, die hen van tijd tot tijd een
wijle zal bezighouden èn het uit
zicht biedt op een aardige beloo-
ning.
In den loop van de eerstkomende
weken zullen wij vier prijsvragen
afdrukken, telkens van geheel an
deren aard. De eerste van deze se
rie vindt men thans hier afgedrukt.
Het oplossen zal wel geduld en tijd
vragen, maar wij zijn er van over
tuigd dat ieder het geheim zal kun
nen onthullen, dat de vierkantjes
verborgen houden. En mocht het
tenslotte niet gelukken, dan is er
nog geen man overboord, want er
volgen nog drie andere puzzles. Al
zou' er dus één niet opgelost kun
nen worden, dan is de kans nog
lang niet verloren.
Belangrijk.
Men zende voorloopig nog geen
oplossingen in, doch wachte rustig
af tot de geheele serie van vier
puzzles is verschenen. Tegelijk met
de laatste opgave, die wij U stellen,
zullen wij namelijk een formulier
afdrukken, waarop het aantal goede
oplossingen, zoomede naam en
adres van de(n) inzender (inzend
ster) kunnen worden ingevuld.
Dit formulier wordt vóór den
daarop vermelden datum mèt de
oplossingen in een gesloten enve
loppe ingezonden aan de
Redactie van „Noorderkwartier"
te SCHAGEN.
In den linkerbovenhoek van de en
veloppe schrijve men het woord:
Prijsvraag.
Niets inzenden dus vóór het for
mulier in de krant gestaan heeft.
EN NU DE PRIJZEN.
Wij stellen voor dg goede oplos
sers de volgende prijzen beschik
baar:
een hoofdprijs van
vijf en twintig gulden,
Vervolgens een prijs van
tien galden
drie prijzen van
vijf gulden,
en vijf van
•en rijksdaalder.
Voorts zullen nog een aantal
troostprijzen worden uitgereikt.
Indien er meer goede oplossingen
binnenkomen, beslist het lot.
Verzorgde inzendingen worden
wel op prijs gesteld, doch hebben
geen invloed op de toekenning der
prijzen.
Door inzending onderwerpt men
zich aan de beslissing van de re
dactie. Over dit onderwerp kan
geen correspondentie worden ge
voerd.
DOOR EERST HET ONDER
STAANDE GOED TE LEZEN
EN DAN AAN DEN SLAG
TE GAAN.
ALS eerste van onze serie puzz
les een probleem, dat hoe
zou het anders kunnen betrek
king heeft op het Kerstfeest. Zoo
op het eerste gezicht ziet het er
nogal vreemd uit, deze in vier
kantjes verdeelde rechthoek, waar
in een aantal woorden zoo maar
rondgestrooid is. Woorden? Er zijn
bij deze lettercombinatie inderdaad
enkele woorden, maar aan het
meerendeel is, zult ge opmerken,
kop noch staart te bekennen. En
toch vormt dit ratjetoe van letters
een boodschap, die wij juist U wil
len brengen. Een boodschap, die al
oneen lezers geldt. Maar gij
zult U eenige moeite moeten geven
om haar te kunnen verstaan. Zoo
heel erg moeilijk is het overigens
niet, deze boodschap te ontcijferen:
een klein beetje geduld, een tikje
volharding, en een dosis nauwkeu
righeid, fl&t is al, wat ge noodig
hebt en ge ziet: ge behoeft geen
speciale „puzzle-knobbel" te bezit
ten, geen bolleboos in het oplossen
van puzzles te zijn.
Schrik niet Van den paar
densprong.
De sleutel voor de oplossing vindt
ge in den paardensprong uit het
schaakspel. Schrik nu niet, lezer,
die geen notie van het schaakspel
heeft en geen Dame van een
Kasteel kunt onderscheiden: kennis
van het schaakspel is voor de ont
cijfering van dit probleem niet
vereischt! We zeiden alleen: paar
densprong wijl we in dezen
rechthoek volgens de bewegingen
van het paard in het schaakspel
van het eene vakje naar het an
dere moeten gaan en de lettergre
pen in de zoo gevonden volgorde
moeten plaatsen om de oplossing te
vinden. Wie kan schaken behoeft
nu wel geen nadere toelichting,
doch voor hen, die niet kunnen
schaken, zij nu eerst uiteengezet,
hoe het paard zich op het schaak
bord beweegt. Een zet van een
paard bestaat uit twee vakjes voor
waarts in een rechte lijn, .(horizon
taal, verticaal, naar boven, naar be
neden, naar links of naar rechts),
en dan één vakje zijwaarts. Een
enkel voorbeeld ter verduidelijking.
Stel, dat in de figuur het paard
stond op het vakje, waarin „Kerst"
gedrukt staat; dan zou het kunnen
gaan naar „dig" (twee vakjes reciht
naar boven, en één zijwaarts naar
rechts), of naar „schen" (twee vak
jes horizontaal naar rechts, en één
zijwaarts op deze richting), of naar
„lands", naar „feest", naar „len",
naar „en", naar „te" of naar „zers".
Stond het in het vakje, waarin „Di"
staat (het vijfde van links op de
onderste rij), dan zou het kunnen
gaan naar „le", naar „za", naar
„dag" of naar „ree". Deze paar
voorbeelden zullen wel voldoende
zijn om den gang van het paard te
demonstreeren.
Neem potlood en papier.
Welnu, we moeten ons nu voor
stellen, dat op een der vakjes in
de figuur zoo'n schaaltpaard ge
plaatst staat, en dat het een ronde
dans over de 40 vakjes gaat ma
ken, met dien verstande, dat liet
geen enkel vakje mag overslaan,
maar ook op geen enkel vak;e
meer dan éénmaal mag komen.
Hebben we het juiste beginvakje
gevonden (dat moet U door probce-
ren vinden), dan schrijven we de
daarin gedrukte letters op een
WAARHEID EN
VERDICHTSELEN
\X7ANNEER Joseph Victor von
Scheffel in zijn bekende ro
man „Ekkehard" reeds in de tiende
eeuw een kerstboom op de Hohent-
wiel zijn schitterend licht laat uit
stralen, dan is dit een van de dich
terlijke vrijheden, die in strijd zijn
met de geschiedkundige ontwikke
ling van den Kerstboom. Ook het
schilderij van Otto Schwerdgeburth
„Kerstfeest ten huize van Martin
Luther", vervaardigd in 1845, dat
den grooten hervormer in den
kring der zijnen rondom den Kerst
boom voorstelt, is anachronistisch
en historisch onjuist.
De legende van Lutheris
Kerstboom.
Toch is er een zeer populaire le
gende, waarin Maarten Luther de
uitvinder van den Kerstboom ge
noemd wordt
„Eens, op den avond voor Kerst
mis", aldus de legende, „was Luther
op weg naar huis. Hij reed door het
prachtige besneeuwde landschap,
waarboven de donkerblauwe ster
renhemel zich uitstrekte en hij ge
raakte zoo zeer onder den indruk,
van hetgeen hij zag, dat hij besloot
zijn vrouw en kinderen daarover
het een en ander te vertellen. Plot
seling kreeg hij evenwel een idée.
Toen hij aangekomen was, haalde
hij uit den tuin van zijn huis een
klein denneboompje, bracht dit
naar de kinderkamer, zette er een
paar kaarsen in en stak die aan."
Nog ouder is de legende dat
de heilige Winfried de uit
vinder" van den Kerstboom is.
Hij was een van de oud
ste missionarissen in Noorwegen en
vervreemdde de Skandinaviërs van
hun Druïdisch geloof en Druïdische
gebruiken. Om de bekeerlingen er
van te overtuigen, dat ze vroeger
slechts boomen aanbeden hadden,
hakte hij in hun aanwezigheid een
geweldige eik om. Toen volgde er
een wonder. Doch dit was een
Christelijk mirakel en zoo kon hij
de bevolking dus dubbel overtui
gen.
De literatuur, die zich bezighoudt
met de historische ontwikkeling
van den kerstboom, istegenwoor-
blaadje papier. De letters van het
volgende vakje, waaraan het paard
een bezoek brengt, schrijven we
vervolgens op het papier, en zoo
doen we met alle volgende vier
kantjes. Hebben we het paard op de
juiste wijze zijn rondedans laten
volbrengen (waarbij 't dan eindigt
op een vakje néast het begin-vakje),
dan staan alle lettergrepen in de
goede volgorde en zal het niet
moeilijk vallen, de boodschap te
ontcijferen.
Dit lijkt nu misschien wat inge
wikkeld, maar het is het in wer-
kelijkheid toch niet. Overtuig Uzelf
eerst, dat ge goed begrepen hebt,
hoe ge van het eene vakje naar het
andere moet gaan, en als ge dan
met een beetje nauwgezetheid en
volharding aan het werk gaat, zult
ge ongetwijfeld Uw poging, de op
lossing te vinden, met succes be
kroond zien.
Ge kunt natuurlijk ook alle vier
kantjes uitknippen en probreeren,
zoo de oplossing te vinden; dan
wordt het dus een legpuzzle. Maar:
dan moet ge veel meer probeeren
dan bij de paardensprong-methode,
die, dat zult ge wel merken als ge
eenmaal goed od weg bent, een
vastberaden gids is.
De vraag is dus:
HOE LUIDT DE TEKST VAN
DEZE BOODSCHAP?
Lezers, veel succes!
- i M
K- r- V
i V -
/Ij i 5
V >v I
i i !l 'J
v i ie I.
/J- i
t. j
i'vJVj Hfcv,
dig tamelijk uitgebreid. Er blijkt
uit, dat men van de vroegere hypo
thesen van een samenhang met
voor-Christelijke-Romeinsche ge
bruiken geheel afgestapt is. Men
dacht daarbij in het bijzonder aan
de geschenken, die de Romeinen
elkaar overhandigden. Dit waren
de z.g, „strenae", die de feestvie
renden elkander aanvankelijk in
den vorm van gelukaanbrengende
takken en twijgen, geplukt in den
tuin van de Godin Strena, gaven.
De eetbare vruchten, zooals appelen
en noten, die daarbij ten geschenke
gegeven werden, zouden dan, zoo
als men vroeger aannam, den over
gang gevoermd hebben van ge
schenken in den vorm van twijgen
tot die in den vorm van voorwer
pen.
Ook het verband, dat er bestaan
zou met de Middeleeuwsche Para
dijsboom, wordt in de nieuwste li
teratuur ontkent,- hoewel dit vraag
stuk nog niet definitief opgelost is.
Kerstgroen in de Middel
eeuwen.
OP het eind van de Middel
eeuwen kan men met groo-
te beslistheid wijzen op het ge
bruik van Kerstgroen, want uit
een oude oorkonde van het jaar
1G25 blijkt, dat het plukken van
dit groen verboden was. Reeds
eenige jaren eerder, in 1508, be
handelde een bekende prediker
te Straatsburg in een van zijn
preeken, de toenmalige Nieuw-
jaarsgebruiken.
Terwijl dus overigens in het alge
meen in die dagen het versieren
van de huizen en kamers geschied
de met palmboomtakken, hebben
we het bewijs voor het gebruik van
dennetakkem. We moeten echter in
aanmerking nemen, dat het hier
het Nieuwjaarsfeest en niet het
Kertfeest betreft.
De palmboompjes voorlooper.
Daarentegen heeft in lateren tijd
een deel uit een brief van Liselotte
von der Pfalz, de bekende hertogin
van Orleans, betrekking op het
Kerstfeest: „Dan richt men tafels
als altaar in en zet er allerlei din-
(Foto archief).
gen voor kinderen op, zooals nieu
we kleedingstukken, zilveren speel
goed, poppen, suikergoed en allerlei
andere aardige dingen. Op deze la-
fels zet men voorts palmboompjes
en bevestigt aan ieder takje een
kaars. Dat ziet er dan werkelijk al
leraardigst uit." Dit is een jeugd
herinnering van Lisolotte en heeft
betrekking op haar geboorteland,
de Pfalz. Tevens zien we hieruit,
dat hier de minder brandbare
palmboom gebruikt werd.
De eerste echte Kerstboom.
'T'OCH is het een merkwaar-
dig feit, dat al dien tijd nooit
de échte denneboom als kerst
boom gebruikt •werd. Eerst uit
het jaar 1795 bezitten we een
afbeelding, waarop een echte
denneboom als Kerstboom staat
Men zou dus kunnen aanne
men, dat eerst toen het gebruik
van de Kerstboom alom door
gedrongen was.
Het vaderland van de denneboom
als Kerstboom schijnt met tame-,
lijk groote zekerheid de Elzas ge
weest te zijn. Spraken we
hierboven over de eerste
betrouwbare afbeelding van een
Kerstboom uit 't jaar 1795, de eer
ste betrouwbare vermelding van
een versierde denneboom wordt ge
vonden in een reisdagboek van'het
jaar 1605, waarin van Straatsburg
sprake is. Daarin wordt o.a. ge
zegd: „Met Kerstmis richten de
menschen in Straatsburg in hun
huizen denneboomen op, waaraan
rozen, van veelkleurig papier ge
knipt, appelen, ouwels, gouden
sterren, s iikcrgoed, enz., gehangen
worden." Dat de kerk in die dagen
nog vrij afkeeri°- tegenover „dit
nieuwe gebruik" van de Kerstboom
stond, blijkt uit een uitlating van
den Straatsburgschen geestelijke
Johann Conrad Dannhaucr. Deze
schrijft in de veertiger jaren van de
17de eeuw: „Onder allerlei baga
tellen, waarmee men het Kerstfeest
meer viert dan met Gods woord, be
vindt zich ook de Kerst- of denne
boom, iie men thuis opricht, met
poppen en suiker versiert en ver
volgens leegschudt."
Kerstverhaal door W. Kok
Kortbij tingelen de fleurige klan
ken uit het Munttorentje over de nu
stille stad... Midden op den dag heb
je daar geen erg in, dan over-
heerseht het rumoer van de stad:
het eentoonige gedreun van de vele
trams, die uit Vijzelstraat, Reguliers
breestraat en van het Rokin komend
elkaar passeeren, schokkend stil
staan bij de haltes en weer verder
schuiven, claxons van gerulschloos
voortschietende glanzende wagens,
het geratel van zwaarbeladen slee
perswagens en... kortom een bijna
niet te ontleden stroom van gelui
den, de groote stad eigen. Maar nu
die er niet meer zijn, nu nog maar
een enkele spaarzaam blauw ver
lichte tramwagen rijdt, nu de paar
den op stal staan en de voerlui drie
hoog, met een pijp en een krant uit
rusten van hun arbeid, nu hoor je
het spel van de onzichtbare klokken
in die kleine toren van het centrum
des te duidelijker... Die klanken
zweven weg over de stad. Het schijnt
oze even worden vastgehouden
tusschen de hooge, statige heeren
huizen langs d° grachten, met hun
blauwe hardsteenen stoepen en hun
door zeventiende eeuwsche meesters
gebeeldhouwde ornamenten, waar
nu op zij van de breede deuren
glimmende geelkoperen naamplaten
hangen, die je vertellen dat Mr. Zus
en Zoo daar kantoor houdt of een
bankinstelling er haar kantoren
heeft ondergebracht. Maar even later
zetten die klanken hun reis voort
over de donkere stad... En daarna
nog één slag, doffer en meer gedra
gen dan de verstorven toonen der
kleinere bellen... Die slag wordt van
alle kanten beantwoord... van de
hooge Westertoren... vanuit de koe
pel van het Paleis... Half tien...
Van Schuilen controleert zijn hor
loge. Morgen is het Kerst... Nu zul
len er wel geen klanten meer komen
Trouwens hij heeft geen slechten dag
gehad. De boomen gingen vlot van
de hand, zijn hulst was hij voor vier
uur al kwijt en de potjes met tulpen
nu ja, hfl had er nog wel over,
maar toch alles bij elkaar genomen
het had slechter gekund. En die
tulpen kon hij voor Nieuwjaar ook
nog wel verkoopen. Jaap is de laat
ste boom wegbrengen. Ruim een half
uurtje trappen, ergens in de buurt
van Van Heutz. Wel ver, de goede
verdienste het was een flinke boom
een half uurtje fietsen waard. Hij
zou intuaschen de potjes tulpen,
die over waren en onder de boomen
langs den grachtkant stonden uit
gestald ln de kar zetten, dan was
dat gebeurd. Een windvlaag huiver
de door de kale takken der boomen,
die als zwijgende geesten in den stil
len avond stonden, deed het zwarte
water in de gracht, even zichtbaar
in het licht van een portieklampje,
rimpelen... Het werd nu toch fris
buiten. Als je zoo druk in de weer
bent, dan heb je er geen erg in, maar
nu*.. Onwillekeurig stak li$ zijn han
den dieper in de zakken. Het zou
straks nog een flinke douw worden
met de kar naar huis. Kwam Jaap
nu maar!
Opnieuw vallen de klokketoonen
uit het torentje over de verduisterde
stad, trilleren weg door den stillen
nacht. Kwart voor tien... Het was
gelukkig lichte maan, want anders
zou hij bij den avond hier niet kun
nen staan. Nu was het te doen Bij
de fietsenstalling van Kees de Sleu
tel valt een flauwe hchtstreep naar
buiten... even maar... 't Was zeker
een bediende, die laten dienst had
gehad en zijn fiets kwam ophalen
Hij kon wel even bij Kees binnen
gaan. Jaap zou hem wel vinden, hij
zat meer 's avonds bij Kees. Dan
bespraken ze samen het nieuws van
den dag, niet wat er in de krant 3taat
want aan krantenlezen komt hg bijna
niet toe Die gebruikt hij alleen om
de potten en bloemen in te rollen.
Er was meestal nog we] ander
nieuws, dat niet in de krant te vin
den is: het nieuws van de straat.
Langs de straat leer je de menschen
kennen. Als ze bloemen bij je koopen
en ze zijn verheugd dan kunnen ze
niet nalaten je er deelgenoot van te
maken; zijn ze bedroefd Jan vertel-
le- ze je er ook dikwijls van. Als ze
je niets zeggen, kun je het wel van
hun gezicht lezen. Er wordt vaak
in stilte ontzaglijk veel geleden,
meer dan een buitenstaander wel
zou vermoeden. Als hij die verhalen
eens ging verte len, hij zou je er uren
lang mee bezig kunnen houden....
an Schuilen gaat het keldertrap
je af, klopt op de verduisterde ruit
jesdeur van Kees de Sleutel en gaat
meteen naar binnen. „Kees...!" „Wat
van Schuilen, jij nog! Kerel, je hebt
't vanavond buiten lang uitgehouden
en dat nog wel den avond voor Kerst
Maar ga zitten, d'r staat nog een
zetel, hij is er Yoor". „Ja, dat zal 'k
doen, maar 't is maar even, want
Jaap is mün laatste boom wegbren
gen en kan elk oogenblik terug zijn."
Terwijl van Schuilen zoo zijn late
bezoek verklaart, rolt Kees een ciga-
re*je en biedt van Schuilen aan:
„Ook een rollen, er is nog wat?"
De kelder van de Sleutel is maar
spaarzaam verlicht, aan den wand is
een kalenderplaat uit het Panorama
vastgeprikt, een besneeuwde stad.
Van Schuilen ledenkt. dat dit jaar
geen witte Ke-st zal geven... jam
mer voor de stemming, maar een
geluk met het oog op de kolen-
schaarschte.
„Weet je, waar ik ineens aan moet
denken." begint Kees. „Aan een
av*>nd voor Kerst in'18, toen ik op
Terschelling lag. Meer dan twintig
jaar is dat al geleden, maar ik zai
dier avond nooit vergeten. Den hee-
len avond had er flinke wind ge
staan en tegen den avond was die
wind tot een zwaren storm aange-
w kerd. Onze bark stond in een
duinpan en je hoorde de zee brullen.
Den heelen av< rid waren we bezig
geweest met het in Kerstgewaad
steken van ons zaaltje. In een
boschje aan den binnenrand van de
duinen hadder we een spar gekapt
en wat groen gesneden en voor het
eten was ons een extra verrassing
beloofd. In het vooruitzicht van een
paar gezellige dagen, niemand kon
met verlof, omdat de Waddenzee al
vol ijsschollen dreef en er dus geen
verbinding met den vasten wal was,
e we op het punt stonden onder
ons wolletje te kruipen, werd er
geroepen en op de deur gebonsd.
Verstaan korvden we niets, 't Kon
niemand anders dan de wacht zijn,
wie zou er op zoo'n stormavond de
duinen in trekken? We keken elkaar
aan. Gek eigenlijk, dat er niemand
naar de deur liep. Het was al niet
meer noodig ook, want de wacht
stond al binnen. En hij vertelde...
Vuurpijlen... lichtende strepen had-
deu zich door den inktzwarten
nachthemel geboord. We begrepen
direct. Er meest e'en schip op de
gronden zitten en hulp geboden wor
den! Maar hoe? Naar het dorp gaan
en de menschen van de reddingboot
alarmeeren, het zou veel tijd kosten
en tijd beteekende het behoud van
menschenlevens... Er zat toch niets
anders op. Twee gingen er op af
enen wij naar het strand met bran
dende lantaarns. De storm nam nog
steed toe en a s je boven op een
duin kwam, kon je je bijna niet
staande houden. Tot we op een zee-
reep kwamen. Het zand striemde in
je gezicht. De golven sloegen tegen
de duinen en er was niets te zien
noch te hooren, behalve dan het ra
zen van het water. Zou hulp te laat
komen. Er bleef niets anders over
dar te wachten. Het zou nog de
vraag zijn of de reddingvlet in zee
gebracht kon worden. Plotseling een
lichtschijnsel naai den noordkant,
vlak onder de kust. Zou de schuit
zoo hoog zittel* We konden het
haast niet gelooven. Onder de dui
nen liepen we nu zoo goed en zoo
kwaad als 'i-t ging in die richting.
Ik denk, dat we zoo wel een kwar
tier geloopen badden, toen weer dat
licht opglansd nu vlak bij. Even
later ontdekter we in het licht van
onze lantarens een kleine jol, die
tegen de duinen lag. We riepen, kre
gel* ook antwoord en toen had een
lijn, die we zekerheidshalve hadden
meegenomen al gauw verbinding
gemaakt. Langs de lijn konden de
menschen toen in veiligheid worden
gebracht. Van hun schip was niets-
te bekennen. Waarschijnlijk was het
al in de golven verdwenen. We na
men de menschen mee naar onze
barak, het waren er twaalf... Een
was buiten bewustzijn en moest ge
dragen worden. Het bleken Grieken
te zijn.
We hebben ze den volgenden dag
no bij ons gehouden. Samen heb
ben we Kerstmis gevierd. Dat kon...
De' dankbaarheid straalde de kerels
di oogen uit. Verstaan konden we
zr niet. Alleen de kapitein sprak ge
broken Engelsch. Hun schip had
doorben drijvende mijn schade op-
geloopen, men had het gat weten
te stoppen, maar tegen den storm
bleek het niet bestand. Ze dachten
voor Nieuwediep te zitten en wilden
trachten de haven aan te doen. wa
ren daarom zoo dicht onder de kust
gekomen. Ze hadden zich vergist en
de verraderlijk* kust was hun nood
lottig geworden... Het was een bij
zondere Kerstdag.
De Sleutel zwijgt. Zijn gedachten
gaan verder. Het lijkt of hij niet
eens merkt, dat Van Schuilen nog
bij hem zit. Dat is altijd zoo als
De Sleutel vertelt. Buiten klinken
klompstappen ,n het volgend oogen
blik gaat de Kelderdeur jpen. „Va
der, ben je hier? Ja, dat dacht ik
al. Ga je mee, we moeten voor
twaalven van de straat zijn. Dag
De Sleutel!" Van Schuilen geeft
Kees een hand, dat doet hij anders
nooit. Het beteekent: Goeie Kerst
dagen.
Kees blijft alleen achter. Straks
komen nog een paar kellners hun
karretje halen en dan kan hij ook
weg, naar de Bloemgracht.
De verduisterde stad slaapt en
morgen is het Kerst.