Tob nooit IENTJE VAN GERT V. HET EEUWIGE RAADSEL DER ZEE OUD FN NUW UiT WEST-FRIESLAND Beste jongens en meisjes l Br ia geweldige animo voor deze rubriek en dat dóet me, hoe kan het andera, verbazend veel genoegen. Steeds zijn daar nieuwe gezichten en steeds kinderen die komen vra gen of ze ook mee mogen doen. Nu, het moet de eerste keer nog z^'n, dat ik daar „nee" op antwoord. Maar jullie weten natuurlijk ook allemaal, dat er papierbezuiniging ia en dat is van dé week ook oor zaak, dat ik lang niet alle. brieven kan beantwoorden. De helft moet blijven liggen tot volgende week. We spreken dus af dat we deze week alleen maar het raadsel op lossen en geen brief schrijven. En nu zal ik maar meteen begin nen. Maar... eerst nog de winnaar van de prijs. Dat is: MEINTJE FRINKS, Havikstraat 9, Den Helder. En nu de briefjes: Corrie Kuiper, Moerbeek. Nu la de vaeantie al weer voorbij hè, Corrie. Vjnd je het jammer? Heb je het leuk gehad in Barsingerhorn Goerie Kuyper, Moerbeek. Houd je zoveel van lezen Geeri? Welke boeken hebben jullie al zo? Ik vind het ook fijn. Vooral als 's avonds de kachel lekker brandt en de lamp op is, vind ik het reuze gezellig. Evert Schoen, Schagerbrug. Ja, Evert, dat is' niet leuk, als ze je steeds er af gooien. Vooral niet, als Je er bijna bent. Wat lief is zo'n dein zusje, hè. Piet Boonacker, Sèhagen, „De jongens van de Klaverwei" ken ik ook. Mooi is het hè. Nog wel gefe liciteerd met je verjaardag, Piet. Wat heb jtf een gezellige dag gehad. Rikus I£agenaar, Dirkshorn. Dank voor 'je goede wensen, Rikus. Ik hoop, dat «jij ook een goed Nieuw jaar mag hebben. En dat dit jaar ons de zoo lang gewenste vrede brengen zaL Tiny Leen, Dlrfehorn. Wat heb jö een snoezig postpapier Tiny. Wees daar maar zuinig op. Ben je nog een dagje naar Den Helder ge weest? Was bet gezellig? Dleuwertje Schouten, Breezand. Als je dit briefje krijgt is de vaeantie al weer voorbij. Je kunt wel' zien dat je je briefje met een goede pen hebt'geschreven. Het was zo keurig geschreven. Heb je een goed cijfer voor schrijven op je rapport? Coen Coster, Den Helder. Dat was een aardig versje, Coen.' Dat was ook dom van Krijn om zijn hand op z'n haak te liggen. Kripa Verhage, Anna Paulowna. Nu, jij had een goed rapport, Krina en dat cijfer voor rekenen wordt vast wel hoger, als je maar goed je best doet. Krijg je een mooie jurk? Wat zal je er dan netjes uitzien., Nelle Veriiage, Anna Paulowna. iy ook al een goed raport. Dat is fijn hoor! Zijn het mooie wanten, die je moeder heeft gebreid? Harry Roels. Den Helder. Dank voor je leuke wensen, Harry. Ben Je nog laat opgebleven met Oude jaarsavond Sientje de Jonge, Den Helder. Misschien brengt dit Nieuwe jaar ons de vrede wel. Wat zou dat fijn zijn. hè. Piet de Vet, Schagen. Wat fijn Piet, dat je naar Amsterdam bent geweest. En ben je ook nog naar je Opoe gegaan? Dat was nog eens een verrassing, dat telegram van je vader. Je moeder was zeker wel erg blij, hè. Jaliie v. d. Oord, Den Helder. Dat was zeker een mooi rapport, Jellie. Schrijf je volgende keer eens een groter briefje? Nellle Lont, Wieringen. Heb je geen vriendinnetje, die je kan ver tellen hoe je die raadsels op moet lossen? Denk maar «eens goed 'na. Misschien begrijp je net ineens. Annie Kuyper, Camperduin. Gelukkig dat je nu weer beter bent Annie. Ziek zijn ia geen pretje. Ik hoop dat je iederen week nu een grote briefkaart zult schrijven. Betsie Uipkes, Deo Helder. Na tuurlijk mag je mee doen, Betsie. Ik hoop dat je een trouw vriendinnetje zult worden. Corrie Beke,"brede, Den Helder. Hartelijk dank voor je mooie ansicht kaart. Ook mijn beste wensen voor 1942. Luitje Kuiper, Hensbroek. Dat was ook naar dat je ziek was. Maar gelukkig, dat je nu weer beter bent. Je wil ook zo graag een prijs win nen, nu heb maar geduld. En los maar trouw de raadsels op. Dan hoor je vast ook nog eens tot de gelukkigen. Gerie Muntjewerf, Schagen. Dat was zeker een lange vaeantie. 17 dagen vrij. Ja- het is jammen dat het weer niet zoo mooi was. Heb je al oorbelletjes in je oren. Leni de Boer, Heiloo. Natuur lijk mag je eedoen Leni. En je moe der mag je helpen hoor. Maar eerst proberen of. je het zelf niet kunt. Wat heb je een leuk postpapier. Joop Gieles, Pen Helder. Ik heb ook gezellige Kerstdagen gehad, Joop. En ik vind het jammer, dat ze weer voorbij zijn. En wat fijn, dat je vader vrij was. Clazien Vorst, Je hebt niet geschreven, waar je woont."Stel dat je nu eens wat wint, waar moet ik het dan naar toe sturen. Was jullie boom mooi met Kerstmis? Klaas Gieles, Den Helder. Zo houd jij zo veel van lezen Klaas, dat je geen tijd hebt om een briefje te schrijven. Maar ja als je ook een mooi boek hebt, valt het ook niet mee, om er mee op te houden. Griet van Leyen, Hensbroek. Wat heb jij ee: verschillende kleuren inkt. En wat een ftfn Kerstfeest, heb je gehad. Dat was zeker een mooi verhaal wat de Dominee vertelde. De cadeautjes die je kreeg waren ook geweldig. Betsie Sarton, Schagen. Ik vind het fijn, dat je blij was met je boek Ook mijn beste wensen -oor 1942. Jan, liet, Nel, Tronie en Betsie Hoenscon, Barsingerhorn. Ik kon niet goed jullie achternaam lezen. Schrij ven jullie die'eens duidelijker? Nel nóg hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag. Heb "je een gezellige dag gehad Neeltje en Jacob Woud, Nieuwe Niedorp. Ja, dat was jammer, dat we met Nieuwjaar geen oliebollen hebben gehad. Wg ook niet hoor. Wat zullen we toch smullen, als we alles wetr kunnen krijgen. Maar het fijnste is toch wel, dat het vrede Is. Pieterje KleLmótr, EL Hugowaard. Je hebt een goede Sint gehad. 'Vooral dat mooie boek van „Alleen op de wereld". Al lees je het nu 10 maal, het bl'jft altijd even mooi. Wat een beeldig postpapier heb je. Rietje Blom, Schagerbrug. Jammer, dat de vaeantie weer om is, hè. Jjj hebt ook al ztilk leuk post papier. Gekregen met Sinterklaas, o* had je het al? Marius de Jong, Sehoorl. Heb je het leuk met je nichtje? Fftn is het in Sehoorl, hè! Nellie Staring, Anna Paulowna. Wat had jij een prachtig rapport, Nellie. Daar kun Je trots op zijn. Dat is leuk, dat je eens bij Meester Kramer mag logeren. Dag Nellie. Ansje Mosterdyk, Haarlem. Leuke stad is dat, hè, Haarlem. Of woon je liever in' Len Helder. De o -reken van Haarlem rijn prach tig hè. Vind je. het jammer, dat de vaeantie weer voorbij is? Of ga je graag naar school? Theo de Kok, Schagen. Dat was een klein briefje, dat je me schreef, Theo. Volgende keer gro- •ter. Afgesproken Uiver Callantsoog. Nu ik hoop maar, dat het niet zo'n koude win- tei wordt. Want nu dat je oz zui-> nig moet stoken, valt erge koude niet mee. Maar misschien kom je toch nog op schaatsen. Want de w' xter is nog lang niét voorbij. Annie Wildeboer, Schoorldam. Fgn, dat je nu weer beter bent, Annie. Wat scheelde Je? N. Hazebelt, Burgerbrug. Jg hebt ook gezellige Kerstdagen ge had. - Ben je nog naar je Opoe en Opa geweest Kun je al een beetje piano spelen Henk J. B., Burgerbrug. Be dankt voor je goede wensen, Henk, Heb je ook fgne dagen gehad? Jacob Bregman," Burgerbrug. De Decembermaand vind ik altijd d gezelligste maand van het jaar. Zoveel feestdagen hè. De Kerst dagen zijn altijd het fijnste. En wat hiochten jullie lang opblijven op Oudejaarsavond. Leo Gieles, Den Helder. Jam mer hè, dat de Kerstdagen weer om zi n. Maar misschien is het de vol gende Kerstmis wel vrede. Wat zal dat heerlijk zijn. Guurtje Schrieken, Burgerbrug. Wat een grappig postpapier heb jij. Daar moet je maar zuinig op zijn. Jammer hè, dat de feestdagen voor- bii zijn. Lida Geervliet, St. Pancras. Vond je het raadsel zo moeilgk, Lida' Ja vrede willen we allemaal wel graag. Dan gaan we allemaal naar Den Helder. NIEUW RAADSEL. X visch. X gelijk, vlak. X windstreek. X deel van een fiets. X soort been. X damp. X deel van de voet. Op de kruisjeslfc'n .lees je van bo ven naar beneden de naam van een vloeibj.re brandstof. OPLOSSING VORIG RAADSEL. Groen, enkel,' laars, uur, klein, kraa«., iza&k, graag, negen, ieder, evert, uit, waard, Jarig, anker, artis, rente. Gelukkig Nieuwjaar. WACHT Zuster May had wacht op Afdee- ling C. Zij had wel graag wacht, vond het prettig zoo alleen rustig haar gang te gaan in het slapende ziekenhuis, alleeji ondervond ze, wat Tine Grevers haar bij het overdragen van den dienst gezegd had: „Kamer 22 haalt het bloed uit je nagels". Voor de zesde keer sedert zg een uur geleden in dienst was gekomen, belde kamer 22 ^fay twijfelde er niet aan of, eveneens voor de zesde keer, zonder noodzaak kamer 22, een veeleischende, verwende, schat rijke vrouw, die iedere eisch meende te „motlveeren" door het laatdun kend gezegde: „Mgn man betaalt er immers voor". Niettemin gebood May's plicht haar, om te gaan zien wat er was als een patiënt belde. Met een onderdrukte zucht spoedde zij zich naar kamer 22. Nog voor zjj iets had kunnen vra gen, klonk de gemaakte stem; uit het bed: „Zuster, nu sta ik erop dat U den dokter roept, ik heb zoo'n vreeselijke pijn, ik geloof bepaald dat ik een stervende ben!" May bande een kwajongensach tig: „was 't maar. waar!" uit haar gedachten, maar zei effen: „U kunt wel gelijk hebben". „Wat"? klonk het angstig. „Als U het zoo opvat, dat we eigenlijk allem&él stervende rijn vanaf het oogenblik dat wij worden geboren". „Wat een gezegde tegen een dood zieke", antwoordde mevrouw Land, wier verontwaardiging haad deed vergeten om te hijgen en te kreunen. „En toch mag ik U nog liever dan dat vreeselijke Tinemensch. Maar jullie zgn geen van allen aardig voor mij, en waarom niet, mijn man be taalt er immers voor!" May voelde plichtmatig "de pols vande patiënte, en zei toen kalm, „sympathie kan men zelden koopen mevrouw Land, en de zorgen waarop Goede oplossingen ontvangen van: Everard S„ Zuid-Scharwoude; G-.rrit G., Breezand; Gerard Rei- nier en Gretha B., Egmond-Binnen; Bep Tielens, Breezand; Gretha de B., Den Helder; Henny v. G., Am sterdam-W.; Willy R., 't Zand; Iti B., Schagen; Bep B., Wieringen, Ansje M., Haarlem-N.; Grietje C„ Anna Paulowna; A. C., Anna. Pau lowna; Henk E., Wieringerwaard; Janni B., Valkoog; Ai nie B., Valk oog; Pietertje K., H. Hugowaard; Jan V„ Burgerbrug; Nellie L., Wi'e- ringen; Gerrit en Beppie K., H. Hu gowaard; Gerard K., St. Maartens brug; Guurtje S., Burgerbrug; N. H., Burgerbrug; Greetje K., St. Maartensvlotbrug; Gerrit de S., St. Maartensvlotbrug; Gré K., Oude Nie- dorp; Annie W., Schoorldam; Pietie en Arie W„ Den Leider; Geerie K., N. Niedorp; Chlazien V., Brechtje, Ieae, Gerri v. d. W. N. Niedorp; Brina V., Anna Paulowna; Jacoba S., Hoogwoud; Piet B., Schagen Beppie K., Anna.Paulowna; Nellie S„ Anna Paulowna; Henk Jan, Ja cob B., Burgerbrug, Theo de K., Schagen; Riek B., Anna Paulowna; Corrie B., Eierland, Texel; J. L., Aartswoud, Olof, Gonnie de V., Oterleek; Rikus H., Dirkshorn; Nel lie S„ St. Pancras; Ato V., Cal- la tsoog; Rietje B., Schagerbrug; Annie H., Schagen; Maaike B.; Schagerbrug; Margke W., Schoorl dam; Koosje Bregman, Schagen? Gerrie M„ Schagen; Betsy U., Den Helder; Corrie B., Den Hel'der; Luitje K., Hensbroek; Annie K., Camperduin; Leni de B., Heiloo. Nagekomen goede oplossingen, van 2 weken geleden: Theo v. S., Castricum; Evert S.; Geerie K., Moerbeek; Rikus H., Dirkshorn; Dleuwertje S., Breezand; Sientje de J., Den Helder; Gonda G., Den Helder; Nellie L., Wieringen; Jan, Piet, Nel. Trijnie Betsie H., Barsingerhorn; Corrie O., Den Hel der; Luitje K., Hensbroe'tNeeltje en Jacob W., Nieuwe Niedorp; Pie tertje K., H. Hugowaard; Uiver Callantsoog; Marius de J., Sehoorl; Gerard, Relnier, Gretha B., Egmond- Binnen; Nellie S., Anna Paulowna; Ansje M., Haarlem (N.); Jacoba S., Hoogwoud; Piet B., Schagen; Corrie K., Moerbeek; Rietje B., Schager brug. U recht heeft, krijgt U stipt Overi gens is U heelemaal geen „dood zieke", en kimt U onmogelijk vreese lijke pijn hebben, hoogstens een lich te gevoeligheid Uw pols is zoo goed als die voor Uw geval maar zfln kan, van eenig gevaar is geen spra ke. U bent het lichtste geval van de heele afdeeling, en U bezorgt ons meer last dan alle anderen tezamen, en alles onnoodig. En dat terwgl er twee ernstige gevallen zijn, die voortdurend aandacht noodig heb ben". Mevrouw Land luisterde ge boeid. Van „het lichtste geval" was tenslotte ook een unieke positie te maken, en dat meisje had een pret tige stem, iets kalmeerends, al was ze eigenlijk hoogst ongepast. May sprak rustig verder* „Als U nu eens probeerde om rustig te blijven lig gen, inplaats van door Uw bed rond te vliegen als aan een zweefmolen, en om U met steeds allerlei denk beeldige ijselijkheden, in het hoofd te halen, dan zoudt U zich veel pretti ger voelen. En bovendien misschien iets van de sympathie veroveren, die U nu moet missen, al zou Uw man nog tienmaal zooveel betalen. Zoo, ik heb U gemakkelijk neergelegd, pro beert U nu te slapen". „Mag ik heelemaal niet meer bel len?" klonk het klagelijk. „Natuurlijk wel, als U werkelijk iets noodig heeft. Maar liever niet onnoodig". May haastte zich naar kamer 17. Een werkelijk ernstig geval, dit. Twee groote oogen donker van pijn in een smal, kinderlijk gezicht. Maar geen enkele klacht. „Hoe gaat het nu?" vroeg May met een diepe warme klank in haar stem, „erge pijn?" Een bleeke koortsdroge mond flui sterde moeilijk: „het gaat wel, zuster". May streek zacht het krullende haar van het gloeiende voorhoofd en liet haar hand een oogenblik rusten. Het gezicht van de zieke ontspande zich, er ging een wonderlijke kracht uit van de lichte aanraking van May's kleine koele hand, Toen zei ze troostend: „U bent dapper, maar U heeft wel veel pijn, ik zie het. U mag een spuitje heb- EEN GEWELDIG CHEMISCH LABORATORIUM. Kreeften en sponzen zoeken jodium. Oesters slaan koper op. door Dr. H. Leonard. jUET leven in de' oceanen o bergt zooveel geheimzin nigs en zooveel wonderlijks in zich, dat de wetenschap zich telkens weer voor nieuwe raad selen geplaatst ziet. Vernuftige instrumenten zijn uitgevonden, om de verschillende diersoorten welke de zeeën bevolken, #te vangen van de kleinste mi croben af tot de grootste zoog dieren toe, de walvissohen, die over de 24 m. lang kunnen wor den en een gewicht van meer dan 100.000 kg. kunnen berei ken. KJfSSCHIEN wel het grootste raadsel van de zee ligt be sloten in de vraag: „waaruit be staat het zeewater?" Het klinkt vreemd, dat zooiets gewoons als het zeewater voorwerp van wetenschap pelijk onderzoek kan zijn, en toch is het een feit, dat onze huidige kennis van de samenstelling van het zeewater nog maar zeer gebrek kig is. Analyses van dén laatsten tijd hebben aangetoond, dat van de ongeveer 80 bekende elementen er op zijn minst 32 in het zeewater voorkomen en wel vele in zoo fijne verdeeling, dat hun aanwezigheid slechts met behulp van de methode de spectraal-analyse kan worden aangetoond. Goud uit zeewater. Toen het bekend werd, dat zee water ook goud bevat, dachten som mige chemici en er bevonden zich mannen-van naam onder hen er ernstig over ha, of dit kost bare metaal niet uit het zeewater gewonnen zou kunnen worden. Het bleek echter, dat de kosten grooter ben, dat kom lk U nu geven. Dan gaat U lekker 9lapen, en morgen ls de pijn veel minder." 1 Zg wendde zich af, zocht een heel fijne injectienaald uit en kneep de huid van de tengere arm stevig samen, zoodat dé, zieke van de in jectie niets voelde. „Zoo, nog wat drinken?" De zieke dronk gretig van het koele vruchtensap, zei toen „dank U, zuster. Hoe weet U, dat ik mor gen minder pijn zal hebben?" May glimlachte. „Omdat ik hetzelfde gehad heb, twee jaar geleden." Een verwonderde blik uit het bed. „.Hetzelfde? En U leeft, bent zelfs verpleegster, zoo'n zwaar beroep!" „Wat dacht U dan, dat U niet beter zou worden? Natuurlgk wordt U beter, 'U bent de crisis al voorbij U zul eens zien hoe vee1 beter U morgen al bent!" May's therapie der hoop, waarmee al haar collega's haar plaagden, maar die heel dikwijls werkte. May meende n.1. dat het gevaar vermin derde zoodra men "de patiënt over tuigd had, dat er geen gevaar was, „Want", zei May dan ernstig: gat ondermijnd de weerstand, dus het wegnemen van angst vergroot diezelfde weerstand". De injectie begon te werken, en de zieke doe- ze de weg met een rustige uitdruk king op haar afgemat gezichtje. De tweede ernstige patiënt, een maaglijder op kamer 14, bleek rustig te slapen. Er gebeurde dien nacht niets bui tengewoons. Toen May 's morgens haar dienst overgaf was het vrouw tje op kamer 14 werkelijk buiten gevaar, en mevrouw Land lastiger dan ooit En May dacht: „in een zie kenhuis is het al net als overal in het leven, die het 't gemakkelijkst hebben, klagen het meest.... Dr. Jos. de, Cock. zouden zijn dan de waarde van het gewonnen goud en dus werden do- ze plannen opgegeven. Ook zilver bevindt zich in het zeewater. De totale hoeveelheid van. het in de zeeën aanwezige zilver wordt geschat op 13.300 millioen ton Dat zou 46.700 maal zooveel zilver zijn als alle zilvermijnen ter wereld, in de laatste 400 jaar hebben ge produceerd. Doch ook de winning van zilver uit zeewater is niet loo- nend te maken. Daarentegen zijn er met gunstige perspectieven proeven genomen, om het voor de industrie zoo belangrijke broom uit het zee water af te scheiden. De dieren als chemioi. TerwijTchemici en ingenieurs bij hun pogingen om de verschillende elementen uit het zeewater af te zonderen, op de grootste technische moeilijkheden zijn gestuit, heeft de levende bevolking van de zeeën *d>it probleem op sohitterende wijze we ten op te lossen. Bepaalde elemen ten, die slechts in geringe sporen in het zeewater voorkomen, zooals ijzer, koper, zink, jodium, vanadi- u'm, bariuin en borium, worden door visschen, krabben, weekdieren en planten vergaard en opgeslagen Het voornaamste element voor de organismen schijnt jodium te zijn. Ofschoon het in het zeewater slechts in een verdunning van ongeveer 03 op 1 milliard voorkomt, trekken al gen, kreeften, weekdieren en spon zen het in betrekkelijk groote hoe veelheden tot zich. Onder de eet bare zeedieren zijn met name de oesters en de groote zeekreeften sterk jodiumhoudend. In algen en sponzen komen zulke groote hoe veelheden jodium voor, dat het daaruit voor industrieel© doelein den gewonnen kan worden. Een op de oesterbanken veel voorkomende roode spons, de microciena, bevat meer dan 5 procent jodium. Bouwstoffen uit het zeewater. Visschen en schaaldieren halen calcium,v magnesium en phosphor uit het zeewater voor den opbouw van hun beenderstelsel en hun schalen; vele sponzen hebben het vermogen, kiezelzuren tot zich te trekken en vervaardigen daaruit een netwerk van fijne na,aldjes; sommige rader diertjes geven de voorkeur aan strotium, waaruit zij hun sierlijke lichaamsvormen op bouwen. Andere zeebewoners weer verzamelen vanadium en verwer ken dit op soortgelijke, wijze als de warmbloedige diex-en het ijzer in hun bloed. Ook zijn er organismen, waarvan wij op het oogenblik nog niet weten, waarvoor zij de stoffen, die zij uit het zeewater halen, ge bruiken. Zoo is bijvoorbeeld nog géén verklaring gevonden voor het feit, dat oesters ongeveer 1000 maal zooveel koper opslaan als naar ver houding in het zeewater voorkomt Evenmin weten wij, waarvoor de groote zeekreeften en de sponzen 't jodium gebruiken, dat zij in hun lichaam vergaren. Onafgebroken werkzaamheid. Door de oogen der moderne we tenschap beschouwd, lijkt de zee ons één reusachtig chemisch labo- ratoi'ium, dat onafgebroken in vol bedrijf is. De chemische werkzaam heid der zeebewoners schijnt daar bij even veelzijdig te zijn als hun lichaamsvormen veelvoudig. De meest uiteenloopende elementen worden uit het water gehaald", tij delijk in de levende organismen opgeslagen, ora na den dood van hun gastheeren naar den bodem der zee te zinken, waar zij weer worden opgelost. Naar schatting wordt ten gevolge van de levens werkzaamheid der zeeflora en -fauna ongeveer 1400 millioen ton kalk jaarlijks op den bodem der zee afgezet. Voor vele dieren en planten le vert het zeewater de bouwstoffen, waaruit zij hun lióhaam moeten opbouwen. Velen, zooals bijvoor beeld de sponzen, laten permanent een waterstroom door hun lichaam gaan, waaruit zij hun voedsel en de zuurstof, noodig voor hun adem haling, abstraheeren. Bij hen ver vult het zeewater een soortgelijke rol als het bloed bij de hoogere diersoorten. En inderdaad zijn in het zeewater dezelfde minerale zou ten aanwezig, die zich in het bloed, ook dat van den mensch, bevinden. Om nou te zeggen dat Knelia der verkeerd an deid Gert persies zen tebakcente of te meten en em veer- der op een kort bit te raien, nei, want Gert was nou ienmaal an de lossige kant. As jonge jo'en was ie de grooste opereteur van et durp, en hai kon zen streke maar slcchj ofleere. Maar ja, as Gert nou nei Hoonj. te koemarkt most of nei Pur- remerend of een dag nei Allekmaar nei dê Crisis, nou, den had ie toch wel ders een paar cente meer in zen diesek hewwe keunen. Een rondje geve. dat kon hillegaar nooit, op een aar zen buul vigeleere deer had Gert een verlegene hekel an, dus et di'aaide ok' zoo'n dag meisten- tais uit op een vissie en een aisie, en hougop ien'kompie sukkelaad- mellek as et -te koud was om bui ten te blaiven. Ze hadde al ers teu- ^?J?,..em zaid: „wat ben jai toch weêrlichfeCft benauwd worren sons je trouwd ntlenne kirrel, der is bai jou npoit me er ders een dubbeltje iiwvib 1111} - 'IJ 1 tuskcri do cënft Y En nou was et^veer Augustus en weer IToornsche kei6"16.™18 e, wou niet heen, het begrootte der voor der cente vanzelf, en et noos- de der genog dat Gert nou krek op keiremiswoenesdag nei stad most voor et bedraif. Een golden, buiten zen. spoorgeld en et geld van de re kening, die die betale most had ze ofskoven. En ze had vroegen of Gert nag wat snaierai meeneme wou. De paleng was er dut jaar te praizig. En nou wou et maar daie, dat ie Hannes op et Klaine Noord teugen zen laif loupen was en die ti-akteer- de op een-kerremisborrel. Et vlaide wel dat ie er ien verom gafen toe gaf Hannes nag een rondje en toe wou ie en niet in zen nek kaike leite. dat haf betaalde der ok weer tweiMaar toe was Knélia der golden hillegaar op, en ok nag een dubbeltje van de twei, die die nag van zen Zundescente oveVhad. Ja wat most ie nou? Ien dubbeltje op zak, deer de heele dag op tere en de vrouw zou maar w^t lillek kaike as ie niet een endje nogat of een ke- neelstuk voor der meebrochtTjo, dat ie nag vraie jo'en was, was et allegaar toch aars. hai had met Hannes et allegaar nag ers op- haald... Ze hadde el wel mooi sierd en as de Zundescente opwaz- ze. hadde ze altaid wel weer een middel vonden om an wat Ioodeele te kommen Iniensen wist ie watde vier neötjes hadde zen geist vast helder maakt.en metien stoof ie de win kel van Jacob Blooker Dzn. binnen. Die kon em vanzelf be'stet was een ouwe klant, zen vader kwam er alGert keek ers hier en keek ers deer, maar zaide niks. Blooken draaide al ders om em heen en op lesten zaide Gert... nëi Blooken, ik zien 't al wel zelle et niet rooie vandaag.Nou, zai Blooken, ik heb aars van alles... skoppe, herreke. bezems, emmers, teemse, trogge, puntdreid, wat ie hartje maar be geert voor boerderai en bouwerai... Neizaide Gert nag ersje hewwe et niet Blooken kon der niet bal,.. hai had van alles, nag nooit was er een boer de winkel uit gaan met leige hande;.. Om een rijksdaalder, dat ik et wel heb zai- die... Welnei kirrel, zaide Gert, deer gaat et niet om, maar je hew we et niet... Blooken wier naidig. deid een greep in de winkella en goide^ een achterwiel op de toon bank. .Deer den, zaidie en hai skreeuw- de et temet uitwe zelle et zien- zeg maar op, \vat moet je hewwe? „Nou, zai Gert, en hai stopte de I riksdaalder alvast al maar in zen vessie, ik had eerf bril noodig voor men bul, die laifct wel wat kippig te worren de leste taidMaar die hè je wel niet denk?" Blooken liep rood an, maar tfon niks aars as van nei skudde Dat docht ik wel, zaide Gert, kwan den gaan ik maar ders bai F rits Boll'eman kaike, meskien dat die me hellepe ken Ho. doch Blooken. nou hew ik je zait pias... en hai liep metien nei de tillefoon en hai zaide met vier woorde wat er gebeurd Was Nou, Bolleman kende Gert ok wel. en die zou welzurrege dat Blooken zen achterwiel verom kreeg en ie der zelf ok nag ien ver diende. As de weerlicht, zaidie teu gen zen leerjo'en, een endje aizer- dreid, een tangzoo nou zelle wai ders kaike, wie et lest lacht1 Deer kwam Gert al an kuieren eerst bar voor de glaze kaike, dat wazze niks aars as meneuvels van zelf... en toe nei binnen Nou een segaa'r had ie al zoo van Bolle man te pakken, die docht zeker van hem 'n warreme diezek te kraigen F.n weer of ie em mee diene kon Ja zaide Gert, dat is et em nou... je zelle et ok wel niet hewweik loup hallef Hoorn" oflk docht, jai skarrele nag al ders, meskien kom ik bai jou klaar... maar ik heb et. al bekeken, ik most de tred maar weer anneme, are keer beter, Bolleman Nou ik heb je nag gieniensen men kleksie zien leiten zaide Bolleman/ blaif nag maar ef- kes hier, de draaimolen is nog niet an de gang oorIk heb de fain- ste klokke, zerlozies. brille in alle soorte Nei. et is voor men boerderai, zai de Gertik ken et nag wel zóó bekaike Nou, om vai? golden dat ik je deer ok mee hellepe ken Welneizaide Gert, deer gaat et main niet om Ja maar main wel. zaide Bolle man. hol of -bol ooren deer leg- ge ze... Nou? Ben ët echte, zaide Gert en, hai greep ze metien van toonbank. Ik wou ik er duizend van had, zaide Bolleman en hai ging veer- der,: nouehwat hew ik meer. hier, "èn metien deid ie een greep onder in een laadje, en haalde uit een endje vloeipempier een groote bril van aizerdreidet nuwste ar tikel: brille voor bhiziende rundere en varrekens... Voor kalleve hew ik ze ok, alle mate Nou? Dat' was et zeker? O neizaide Gert. Hil wat aars... Wat aarszaide Bolleman. hil legaar onthikt vanzelfmaar kir- re1wat den? Nou, zaide Gert, moet je hoore, en glaik. gonge de twei resdaalders hai die oene are in zen vessieszak- kie, ik heb een mooie toom witte kippe kocht met een haan ei... Maar nou is et bai main op de wur- ref zoo verlegene pruttig, dat die dondersche haan maakt met zen kladdige poote die kippe zoo of, dat er gien mooi meer an is. Dat nou wou ik voor die haan een paar gum- mileerze hewwe zien Maar ik zien et wel', et wul niet daie ven- daag oorGendagen plezie rige kerremis veerder Knelia had er niet van terug. De rekening was betaald, want de kwe- tan§ie had ze opvischt uit Gert zen boekie. In zen zaiz&k zatte vaif ke- neelstale. in zen diesek een heel hallef pond nogat. en in zen bin nenzak een hallef pond beste pa ling/Zen buul zat nag een kwartje meer in den zai' der in dein had. Maar Gert kon de are dag eerluk niet vertelle hoe dat zoo kommen was. Deer had ie veuls te veul pain in zen houfd voor. De aigenste ei- vend hadze maar niks' vroegen, Toe was Gert te veer heen Maar alliendig nei de Hoornsche kerre mis, dat zou in 'swirrels dage gien meer beure, had Knelia ordenneerd. Et are jaar gong ze mee. Toe was et weer op et oud of. Een vissie en een aisie. Efge (Alle rechten voorbehouden.''

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1942 | | pagina 6