Kent U dit
gevoel ?A
AKKERTJE
Aflevering m spijsvet
Brandende kwesties
Neem 'n
Lachtroovers
HOITIKA
Een rechtvaardige vrede
De Nederlandsche Pijnstiller
Inlevering voorraden
koffie en thee
Kerels gevraagd
Strijd en Overwinning
Disfributienieuws
vertraagd
Van bevoegde zijde wordt het vol
gende medegedeeld:
In sommige gemeenten is het
niet mogelijk gebleken het gesmol
ten rundvet dat aan degenen,
die daartoe indertijd bon „03" van
de vetkaart hebben ingeleverd,
thans gedurende de periode van 15
tot en met 23 Januari mag worden
afgeleverd tijdig in het bezit van
de slagers te brengen.
In verband hiermede zullen de
ietrokken slagers eerst heden of
Zaterdag 17 Januari a.s. het spijs
vet ontvangen en in de gelegenheid
xijn het .aan hun klanten af te le
veren.
Vernietig onderstaande
bonnen
'S-GRAVENHAGE, 16 Jan. De
•eer.-gen. van het Dep. van Land
bouw en Visscherij maakt bekend,
dat de honnunamers 04A en 04B
van de aardappelkaart niet zullen
worden geldig verklaard en derhal
ve kunnen worden vernietigd.
Da thans in gebruik zijnde toe-
slagkaarten voor zwaren en zeer
xwaren arbeid bevatten evenwel
de aardappelbonnen 01A tot en met
04A. Daar bon 04A nie.t wordt aan
gewezen, is hiervan bet gevolg, dat
de houders van de hierbedoelde toe-
Blagkaarten in het tijdvak van 28
December j.1. tot en met 24 Januari
1942 over één bonnummer te wei
nig beschikken. Dit wordt echter
in het tijdvak van 25 Januari a.s.
tot en met 21 Februari 1942 ver
goed, daar op de toeslagkaarten
voor laatstgenoemde periode vijf
bonnummers voor aardappelen
voorkomen in plaats van vier.
Gebruik van
vreemde woorden
'S^JRAVENHAGE, 15 Jaa. Zoo-
wel van Nederlandsche als van
Duitsche zijde heeft men aanstoot
genomen aan het feit, dat herhaal
delijk met name in advertenties en
andere aankondigingen van feest-
voorstellingen, muziekuitvoeringen,
varieté's enz. geheel onnoodig En
gelsche namen en uitdrukkingen
worden gebruikt. Aan de bladen is
derhalve verzocht voortaan zulke
advertenties of aankondigingen niet
meer op te nemen.
In de serie „Brandende kwesties"
sprak de heer Max Blokzijl voor de
radio gisteravond over:
„EEN RECHTVAARDIGE VREDE".
Hoe lang deze oorlog zal duren,
aldus spr., weet niemand. Dat hij
zal eindige met een totale overwin
ning van een van beide partijen,
neeru ik aan. Want bet gaat dezen
keer om zulke groote dingen, dat
een vergelijk als uitgesloten mag
gelden. Met tientallen millioenen
tijdgenooten hoop en verwacht ik,
dat Hitier en zijn medewerkers de
zen totalen strijd zullen winnen,
ten eerste omdat ik er van over-
tuigd ben, dat de nieuwe samenle
ving alleen maar een nationaal-
socialistische mag zijn, en ten twee
de, omdat ik een onbegrensd ver
trouwen heb in het genie en het
karakter van Adolf Hitier, en geen
zier vertrouwen in de leiders van
zijn tegenpartij.
Hitier is niet alleen een groot
veldheer gebleken, maar het
mag wel eens duidelijk her
haald worden, dat hij ook een
goed men6ch, een zuiver idea
list en een groot staatsman is.'
Dat is zoo uiterst belangrijk,
omdat juist van deze algemeen
menschelijke eigenschappen
van den meest gezaghebbenden
aanvoerder (bij een overwin
ning van het nationaal-socialis-
me en het fascisme, waaraan ik
geen seconde twijfel) zal afban
gen, hoe de toekomstige vrede
er zal uitzien.
De leiders van het kapitalistische
kamp hebben ons daarover al uit
voerige mededeelingen gedaan, voor
hét geval zij den strijd mochten
winnen. Kaarten en de daarbij ge
geven toelichtingen laten ons zien,
dat de misdadige egoisten aan den
overkant een tweede Versailles
wenschen, waarmee vergeleken het
eerste nog kinderspel was.
Hitlor wilde geen oorlog.
Van Hitier daarentegen verwach
ten allen, die achter hem staan, een
rechtvaardigen vrede, die
alle fouten zal vermijden, welke in
1919 gemaakt zijn. Het Duitsche
volk is niet haatdragend, en Hit-
Ier is ook in dit opzicht een echte
den gevoel, alsof Uw lendenen In
een greep zijn gevat, die U slap,
mat en lusteloos maakt en Uw spie
ren stijf en pijnlijk. Dan hebt U
een griep of 'n kou onder de leden.
Grijp dan direct in en neem' nog
vanavond één of twee "AKKERTJES'
"AKKERTJES" zullen zoo'n griep-
infectie krachtig bestrijden en als
't ware in de kiem kunnen smoren.
"AKKERTJE5" heipen dubbel, want
ze zijn tevens echte pijnverdrijvers.
MAX BLOKZIJL beantwoorde
de vraag: .Brengt Hitier of
Cbnrcbill en Koosevelt die
Duitscher. Hitier heeft dezen oor
log niet gewild.
Herinnert men zich nog, hoe
Chamberlain bij zijn terugkeer in
Londen ontvangen werd, welk een
storm uit den hoek der oorlogsma
kers tegen hem opstak? Heeft
Chamberlain toen zelf comedie ge
speeld en was hij in het geheim het
eens met deze opstolcers, die den
strijd wilden maar wat al te haastig
gebakerd waren, terwijl de kring
om Chamberlain wist, dat Enge
land nog allesbehalve gereed was?
We bezitten nog niet de gegevens
om op die vraag te kunnen ant
woorden. Maar wel staat vast, dat
Hitier aan den vrede geloofde, al
waren er dien dag heel wat Duit
sche politici, die met mij van Mün-
chen naar Berlijn terugreisden pn
mij toefluisterden, dat ze in de Brit-
sche verzekeringen geen onbeperkt
vertrouwen durfden te stellen. Het
verder verloop der dingen heeft hun
helaas gelijk gegeven.
Is bet weer noodig, de laatste
maanden voor dezen oorlog in de
herinnering terug te roepen; bet
aanbod van Hitier aan Polen, waar
van ik als toeschouwer in den Duit-
scben Rijksdag de openbare mede-
deeling bijwoonde; een aanbod, dat
aan de meeste leden van den Rijks
dag volkomen onbekend was en
dat zoo gematigd bleek te zijn, dat
men op de gezichten van de leden
van het Huis de verbluffing en hier
en daar de eerlijke verwondering
duidelijk kon aflezen? Het is niet
te veel gezegd als ik constateer,
dat een Rijkskanselier met minder
onbeperkt vertrouwen en gezag
zulk een aanbod nooit had durven
doen, gezien de te verwachten
stemming in zijn eigen volk.
Maar Hitier kon zich zulke groo
te concessies aan den vrede veroor
loven. Hij alleen.
In Engeland echter was de ont
wikkeling precies omgekeerd. Daar
werd sinds jaar en dag tegen
Duitschland gestookt, het natio-
naal-socialisme met alle middelen
zwart gemaakt en de oorlog voor
bereid.
Engeland wilde oorlog!
Neen, het staat voor mij zoo .vast
als een huis: Duitschland wilde
vrede, Engeland wilde oorlog.
Een Engelsche overwinning zou
ellende in het kwadraat en ein-
delooze onrust en verbittering
beteekenen, een Duitsche over
winning belooft ons rechtvaar
dige oplossingen en hoop op
groote sociale verbeteringen.
Over de bolsjewisten willen we
overgaan tot de orde van den dag.
Noch in Europa, 'noch in Engeland
of in Amerika, wenscht eenige groo
te meerderheid der volken werke
lijk, dat de'misdadigers in Moskou
succes hebben. De plotselinge zoo
genaamde sympathie voor deze ver-
dierlijke politici in 't Kreml is de
reinste huichelarij. Men kan deze
hulp tegen het nationaal-socialisme
goed gebruiken en speculeert er op,
dat Berlijn en Moskou zich- weder-
keerig kapot zullen maken.
Een duurzame vrede op aarde is
voor ieder verstandig denkend
mensch alleen maar van een toe
komstige samenleving van volken
op nationaal-socialistischen grond
slag te verwachten, want het natio
naal-socialisme alleen wenscht op
heffing van den klassenstrijd, op
heffing van onbegrensd kapitaal in
weinige handen, opheffing van ar
moede en nood, rechtvaardige ver
deeling van wat de aarde ons le
vert en geslotenheid in echte volks
gemeenschappen. Ik weet wet, dat
dit alles voorloopig nog veel toe
komstmuziek is, maar dat is waar
lijk niet de schuld van ben, die het
DE
VAN
1-40. Zij waren tenslotte
aan de Oostkust van Af
rika gekomen en nadat
het toestel even buiten
de haven van een klein
handelsstadje was neer
gestreken, waren ze per
bootje aan wal gegaan.
Ze gingen een huisje
binnen en borgen Piet
op een zolderkamertje
Ik ben benieuwd, wat
die kerels met elkaar te
praten hebben, dacht
Piet, nadat hij een derde
persoon in het huisje
had hooren komen, en
hij drukte zijn oor op
den vloer.
nationaal-socialisme een weg heb
ben gebaand.
Opbouwen!
We moeten door dezen oorlog
heen. En 't is werkelijk de aller
hoogste tijd, dat we in Nederland
nog verstandig worden en mee
gaan opbouwen. We weten op dit
oogenblik nog niet, wat het lot van
ons prachtige Oost-Indië zal zijn.
Maar ik kan me voorstellen, dat er
een oogenblik zal komen, waarop
het overgroote deel van ons volk in
Nederland zal inzien, dat we er ten
opzichte van dat verre deel van
ons Rijk heel anders voorgestaan
zouden hebben, als niet een pro-
Engelsche verblinde politiek in Den
Haag een koers had ingeslagen, die
ons recht om straks mede te spr-e-
ken leelijk in de knel zal hebben
gebracht. Zullen we toch meespre
ken, dan zullen we ook weten, dat
wë dat aan een kleine', moedige
minderheid te danken zullen heb
ben gehad.
Nemen we aan, dat de N.S.B. de
proef zou nemen, door zich te ont
binden, wat kregen we dan? Er zou
een nieuwe beweging gesticht
moeten worden, die op haar beurt
weer goede en minder goede beslui
ten zou nemen, aanhangers zou
winnen en vijanden zou maken.
Maar die tweede zou weer tien ja
ren noodig hebben om het Europee-
sclie vertrouwen te winnen, dat de
bestaande ongetwijfeld en onver
zwakt bezit. Ze zou het weer moe
ten zoeken in een zeer enge en
vriendschappelijke samen werking
met het nationaal-socialisme en
het fascisme, en in de eerste
plaats met het Duitsche Rijk.
De figuur van Mussert.
Maar laten we nog de vraag stel
len, wie deze tweede Beweging zou
moeten leiden en hoe lang het
zou duren, alvorens deze nieuwe
Leider hetzelfde ontroerende ver
trouwen zou genieten, dat de tegen
woordige bij zijn volgelingen ge
niet? Laster en vijandschap heb
ben in Nederland de figuur van
Mussert misteekend tot een cari-
catuur. Met Ilitler is het niet an
ders gegaan, totdat diens landge-
nooten eindelijk tot de overtuiging
kwamen, een Führer te bezitten, die
bij alle successen de eenvoud, de
hartelijkheid en de menschelijkheid
zelve is «gebleven.
Wie Mussert werkelijk kent, weet,
dat hier een man uit de massa naar
voren is gekomen, die hartstochte
lijk Nederlandsch voelt, een gebo
ren organisator is, een eenvoudig
en hartelijk mensch, die een groote
toekomst als ingenieur in 's Rijks
dienst opgaf om zijn volk te die
nen.
Daarom komt men alleen maar
met kleinzieligen lasten en met ba
kerpraatjes en geeft men zich niet
eens de moeite, de belangrijke da
den van dezen bijzonderen Neder
lander te besUideeren, toen nog nie
mand in hem den toekomstigen na
tionaal-socialistischen Leider ver
moedde.
We zijn tientallen jaren lang ge
regeerd door mannen, die elk ta
lent in die richting niet alleen vol
komen misten, maar die tot ons al
ler onheil integendeel een opval
lend talent bezaten om Nederland
naar den ondergang te leiden.
Geen leider, die zichzelf
aanbiedt?
Dagelijks krijg ik in brieven te le
zen: wij willen geen leider, die zich
zelf aanbiedt. Ja, waarde landge-
nooten, als Ilitler zichzelf niet ter
beschikking gesteld had, dan zou
het Duitsche volk vandaag geen
Hitier hebben. Dat is juist zoo'n ge
weldig verschil met Uw democratie
van voorbeen. Die zoekt een of
anderen middelniatigen Leider uit
bij meerderheid van stemmen en
stuurt hem na korter of langer tijd
weg in de woestijn. Het nationaal-
socialisme komt, omdat een gebo
ren Leider ontstaat en begint te
soreken, omdat hij moed heeft en
eiken tegenstand op z'i schuift Het
is niet belangrijk, of meneer Jansen
of meneer Pieterse hem niet wil,
maar het is hoogst belangrijk, dat
hij zelf wil. Een partijleider kan uit
ijdelheid voortkomen, een volkslei
der komt altijd uit roeping. We
hoeven niet meer over hem te
stemmen. Hij is er. En hoe krachti
ger we hem steunen, hoe grooter
ons aller macht, hoe beter ons al
ler lot. Het gaat er maar om, dat
we dat gaan inzien. Het gaat er
maar om, dat we begrijpen, dat al
leen zulke mannen een rechtvaar
digen vrede kunnen sluiten. En
daar willen we toch, als eerste mijl
paal, naar toe!
VOORRADEN VOOR EIGEN GE
BRUIK KUNNEN BEHOUDEN
WORDEN.
's-GRAVENHAGE. 15 Jan. In
de Ned. Staatscourant van 15 dezer
is een besluit van den secr.-gen.
van het dep. van Landbouw en
Visscherij afgekondigd, waarbij in
het Kofife- en Theebesluit V.V.0.
1940 een aantal bepalingen is opge
nomen, betreffende de inlevering
van voorraden koffie en thee.
Ingevolge deze bepalingen is een
ieder, die koffie of thee voorhan
den of in voorraad heeft, verplicht,
de desbetreffende hoeveelheden
koffie en thee op vei'langen van de
Ned. Meelcentrale bij deze centrale
in te leveren.
Deze verplichting tot inlevering
geldt evenwel niet met betrek
king tot die hoeveelheden koffie en
thee, welke door particulieren ken
nelijk uitsluitend voor eigen
gebruik voorhanden of in voor
raad worden gehouden.
In de geschiedenis van ieder land
komen perioden voor, waarin een
beroep gedaan moet worden op de
besten. Wanneer op dit beroep geen
afdoend antwoord komt, dan gaat
het land ten onder.
De geschiedenis is vol van voor
beelden, waarin wereldrijken van
de landkaart verdwijnen, omdat er
geen onversaagde strijders waren
die hun bloed veil hadden voor hun
vaderland.
Ook de geschiedenis van ons land
bewijst ons de waarheid van boven
staande. In deze dagen wordt weer
een beroep gedaan op de besten on
der ons. Weer worden er kerels ge
vraagd, vurige patriotten, die be
reid zijn zware lasten en geweldige
verantkoording op de schouders te
nemen, die ontberingen en geva
ren durven trotseeren, die met vol-
ledigen inzet van goed en bloed ons
vaderland willen verdedigen en on
ze toekomst zeker stellen.
Zulke kerels zijn er in ons land.
RADIOPROGRAMMA
ZATERDAG 17 JANUARI.
Hilversum I. <15.5 m.
7.15 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgym
nastiek. 7.55 Gramofoonmuzlek. 8.00 Causerie
..Brandende kwesties'' (opn.). 8.15 Gramo
foonmuzlek. 9.20 Ochtendgymnastiek. 8.30
B.N.O.: Nieuwsberichten. 8.46 Gramofooiv-
muziek. 9.16 Voor de huisvrouw. 9.25 Gramo-
foonmuziek. 10.00 Ernstige muziek (opn.).
11.00 Voor de vrouw. 11.20 Gramofoonmuzlek.
12.00 Orgelconcert en zang. 12.40 Almanak.
12.45 B.N.O.: Nieuws- en economische berich
ten. 13.00 Onze Oostland-boeren. 13.16 Gra
mofoonmuzlek. 13.30 Roemeensch orkest Gre-
gor Serban. 14.00 Causerie „Hoeveel land en
hoeveel zaaizaad is ei* noodig voor de parti
culiere groententuln?" 14.20 Na gedanen ar
beid Muziek en vroolijkheid. 15.50 Gramo
foonmuziek. 16.00 Bijbellezing. 16.20 Viool met
planobegeleiding en gramofoonmuzlek. 17.00
Gramofoonmuziek. 17.15 B.N.O.: Nieuws-,
economische- en beursberichten. 17.30 Gra
mofoonmuziek. 17.35 Duitsche taalcursus. 18 00
Gramoroonmuziek. 18.15 Het kwartier van den
Arbeid. 18.30 Mannenzangvereeniging „Apol-
lo". 19.00 Actueel halfuur. 19.30 Gevarieerd
Zaterdagavondprogramma. Vanaf 20 15 alleen
voor de Radio-Centrales, die o'ver een lijnver
binding met de Studio beschikken. 20.16 Ka
merorkest „Ars Nova et Antiqua" en soliste.
20.45 Gramofoonmuzlek. 21.00 Vervolg van
20.15. 21.45 B.N.Q.: Nieuwsberichten. 23 00
B.N.O.: Engelsche uitzending: „Dutch News
Reei" 6f Gramofoonmuzlek. 22.4524.00
Dansmuziek (gr. pl.).
Hilversum II. S01.5 m.
7.158,00 Zie programma Hilversum I. 8.00
Gramofoonmuziek. 8.158.45 Zie programma
Hilversum I. 8.45 Gramofoonmuziek. 10.00
Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30
Lichte Muziek (opn.). 12.00 Muziek voor twee
plano's. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en economische
berichten. 13.05 Klaas van Beeck en zijn or
kest. 13.40 Voor de Jeugd. 14.00 Goolscb
strijkorkest en fluitsoliste. 14.46 Onze Neder
landsche taalclub. 15.00 Vervolg van 14.00.
15.45 Hier W.A. 16.00 Gramofoonmuziek. 17.00
Voor de binnenschippers. 17.15 B.N.O.:
Nieuws-, economische- en beursberichten.
17-30 Orgelconcert. 18.00 Cyclus „In een
nieuw licht bezien" (Voorbereid door de
N.S.B.). 18.15 „Vloletten", muzikaal program
ma. 18.45 Als ik 't voor 't zeggen had. 19.00
B.N.O.: Praatje in Groningsch dlalèct. 19.10
B.N.O.: Nieuwsberichten. 19.20 Zang met
pianobegeleiding (opn.) en gramofoonmuziek.
20.00 Wetenswaardigheden van de week. Van
af 20.15 alleen voor de Radlo-Ceotralea, dia
over een lijnverbinding met de Studio be
schikken. 20.15 Gramofoonmuzlek. 20,45 Ge
varieerd Zaterdagavondprogramma. 21.30
Causerie „Overheid en volkskunst". 21.45
B.N.O.: Nieuwsberichten. 22.00 B.N.O.: Toe
lichting op het weermachtsbericht. 22.10
22.15 Avondwijding.
Duizenden zijn er reeds gekomen en
evenveel zullen zich nog melden,
want er wordt een beroep ge
daan op de besten onder ons, oip-
dat letterlijk alles op het spel staat.
Neen landgenoot, het is nu geen tijd
voor politieke bezwaren, listige be-
toogen of zwaarmoedige argumen
ten. Daarmede zijn in de laatste ja;
ren te veel kansen verloren gegaan'.
Het vaderland vraagt nu alleen nog
maar naar daden. Daarom worden
er nu kerels gevraagd, Nederland
sche mannen, die niet vragen, niet
praten, niet aarzelen, maar doen.
Landgenoot, het vaderland doet
een beroep op u Het vraagt u een
daad te stellen, u een kerel te too-
nen. Bewijst, dat gij een Nederlan
der zijt in hart en nieren. Meldt u
aan bij het
Vrijwilligerslegioen „Nederland",
Koninginnegracht 22, Den Haag.
Hoofdredacteur: J. Keesman,
Schagen. Wnd. Hoofdred-:
A. R. Jonker. Buiten- en Bin
nenland, Schagen. - Fred.
Groot, Schagen. Alg. reportage.
Str-;eknieuws en Kunst. - A. C.
van Kampen. Rayon-redacteur
Den Helder.
FEUILLETON
Dr. Burmesters
Roman van Hans HirUiammer
(Nidruk verboden)
26.
„Ik ben vandaag vrij!" vervolgde
Degener het gesprek aan de ontbijt
tafel. „Als u er geen bezwaar tegen
hebt, ga ik met u mee Ik ben trou
wens allang niet meer in het Wes
ten geweest."
„Dat zou ik bijzonder op prijs
•tellen. Maar hoe ^e^uelt u lat, dat
u vandaag vrij bent Hebt u dan
een of ander beroep?"
Degener lachte. „Hebt u wel eens
van „Oom Pelle" gehoord?"
„Nee!" zei Lorenz, en zij moesten
beiden lachen om deze eerste ge
slaagde poging van den plattelan
der zich van het Berlijnsche jargon
te bedienen.
„ALs de Berlijners een of ander
feestje op touw zetten of met fami
lie en vrienden een van hun gelief
de boottochtjes ondernemen, dan
wordt „Oom Pelle" gerequireerd om
voor het amusement van de kinde
ren te zorgen. Oom Pelle, gewoonlijk
als clown uitgedost, vertoont de
poppenkast, maakt grappen, orga
niseert spelletjes en ontvangt daar
voor, behalve vrije kost, een meer
of minder bescheiden honorarium."
„Aha, en zoo'n Oom Pelle bent u
dus
„Zoo is het! Als u er plezier in
hebt, kunt u wel eens een keer mee
gaan! Zoo, ik ben klaar. Zullen
we opbreken?"
Tijdens hun wandeling naar het
station van de stadsspoor, Janno-
witzbrug, vertelde Degener een en
ander van zijn verleden. Het bleek,
dat hij vroeger in goeden doen was
geweest en ergens in het westen van
de stad een sigarenzaak had gedre
ven. Zijn zoon was tenslotte oorzaak
geworden van zijn financieelen on
dergang, maar hoe dat in zijn werk
was gegaan, vertelde Degener niet.
Intusschen hadden zij nog bijna
ruzie gekregen over het spoorkaar
tje, omdat Burmester weigerde zich
het geld daarvoor te laten geven.
Het eind was, dat Degener ex zich
bij neerlegde en een vrijkaartje voor
een nacht logies in het Josefsheim
accepteerde.
Voor het eerst in zijn leven zat
Burmester in de stadsspoor. Hij had
een hoekplaatsje en keek geboeid
naar het voorbij glijdende, steeds
wisselende stadsbeeld beneden zich,
naar de van menschen en voertuigen
wemelende straten, naar het glin
sterende water van de Spree en naai
dein schemer gehulde binnenplaat
sen. Af en toe reed de trem vlak
langs de huizen, welker geopende
ramen hem een vluchtigen blik naar
binnen veroorloofden. Hier zat een
gezin aan het ontbijt, daar stond
een meisje voor den spiegel, dat de
laatste hand aan haar toilet legde
en weer ergens anders maakten een
paar kinderen zich gereed om naar
school te gaan.
Burmester nam al deze tafereel
tjes met een merkwaardige gulzig
heid in zich op. Zij vormden als 't
ware een blik achter de coulissen,
een blik in bet dagelijksch leven
van de wereldstad en hij zag wel, dat
al deze menschen precies zoo als
overal elders hun leventje leefden en
dat ook zij moesten zwoegen en
ploeteren voor het dagelijksch brood.
„IJ bent zoo zwijgzaam gewor
den!" verbrak Degener, die tegen
over Lorenz zat en een van Dina's
sigaretten rookte, de heerschende
stilte.
„Ik beleef Berlijn... Ziet u, dit is
als een operatie. Ik zie het inwen
dige van dit geweldige lichaam, zijn
ingewanden, het stroomende bloed."
Hij zweeg, daar zijn aandacht op
nieuw werd getrokken door iets,
wat daar buiten voorbij gleed.
„Dat is de Charité!" onderwees
Degener,
Lorenz staarde naar het .prach
tige park, dat door groote gebou
wen was omgeven en onder welks
boomen idyllische, kleine barakken
zichtbaar waren.
In het station Zoo stapten zij uit
en het volgende oogenblik stond Lo
renz tegenover de Gedachtniskerk.
Het leek, of hij in een geheel andere
stad was gekomen. De menschen
waren eleganter, zij bewogen zich
gemakkelijker en er lag iets van
Parijs in de lucht. Men waande zich
in de Rue de la Paix als men de
breede boulevard van de Tauentzien-
straat of de Kurfiirstendamm af
keek met hun groote warenhuizen,
bioscooppaleizen en café's, waarvan
vele bezoekers een plaatsje op het
terras hadden gekozen.
Hij deelde Degener zijn indrukken
mee. „Ja, ja", zei deze, „het Westen
weet wel, hoe het voor den dag moet
komen. Maar u moet vooral niet te
veel op het uiterlijke afgaan. De
Kurfiirstendamm is Berlijn niet, ge
lukkig."
Op den hoek van de Kleistraat
gingen zij van elkaar met de belofte
precies om twaalf uur voor het sta
tion Zoo te zullen zijn.
Lorenz Burmester betrad een ge
bouw, boven welks ingang smake-
looze allegorische voorstellingen uit
gips waren aangebracht. Een deftige
portier probeerde hem tegen te hou
den, maar liet zich vermurwen, toen
hij den naam van professor Hopfelt
hoorde. „Een traj links!" fluisterde
hij, om zich daarop weer geruisch-
loos terug te trekken.
Toen Lorenz de eerste étage be
reikte stond juist een jonge dame
op het punt de woning te verlaten.
„Pardon!", zei Lorenz, „ik zou
graag professor Hopfelt even willen
spreken."
De jonge vrouw glimlachte. „Waar
gaat het over, als ik vragen mag?
Mijn man is juist aan 't werk en hij
wordt niet graag onnoodig ge
stoord."
Lorenz was verrast. Hij had zich
den professor als een bejaarden heer
met grooten grijzen baard voorge
steld.
„O, neemt u mg niet kwalijk!
Nee, het is eigenlijk niet dringend.
Ik heb een paar jaar geleden eens
een paar artikelen voor het „Me
disch Tijdschrift" geleverd en nu
wilde ik..."
„Maar natuurlijk!" viel ze hem in
de rede. „Voor een collega en mede-,
werker is mijn man altijd te spre-
ken. Gaat u binnen!"
Zij bracht hem zonder veel
plichtplegingen in een ruim vertrek,
waarvan de muren bijna geheel
schuil gingen achter enorme boeken
kasten.
„Heinz, hier is een collega, die je
wenscht te spreken."
Van achter de schrijftafel rees een
slanke, nog vrij jonge man omhoog
met een scherp, glad geschoren ge
zicht. Glimlachend trad hij op den
bezoeker toe.
Lorenz noemde zijn naam, terwijl'
hij alle moeite deed zijn verbazing
te verbergen. Zoo'n jonge man nog?
„U zult u mijn bijdragen misschien
niet eens meer kunnen herinneren.
Het ging over een onderzoek inzake
vaccinebehandeling bij kinkhoest."
„Burmester? Ja, ja, toch...!
Woonde u destijds niet in Mün-
chen
„Juist, ja! Ik was toen in de kin
derkliniek van professor Grothau-
ser viferkzaam."
„Natuurlijk! Nu herinner ik het
me weer precies. Uw werk trok toen
nogal de aandacht; ik kreeg zoo den
indruk, dat daar in München een
jong talent bezig was zich nieuwe -
wegen te banenJammer, heel
jammer, dat u sindsdien niets meer
van u hebt laten hooren. Maar
gaat u toch zitten!"
Wordt vervolgd.