Kent U dit gevoel ?A AKKERTJE Aflevering m spijsvet Brandende kwesties Neem 'n Lachtroovers HOITIKA Een rechtvaardige vrede De Nederlandsche Pijnstiller Inlevering voorraden koffie en thee Kerels gevraagd Strijd en Overwinning Disfributienieuws vertraagd Van bevoegde zijde wordt het vol gende medegedeeld: In sommige gemeenten is het niet mogelijk gebleken het gesmol ten rundvet dat aan degenen, die daartoe indertijd bon „03" van de vetkaart hebben ingeleverd, thans gedurende de periode van 15 tot en met 23 Januari mag worden afgeleverd tijdig in het bezit van de slagers te brengen. In verband hiermede zullen de ietrokken slagers eerst heden of Zaterdag 17 Januari a.s. het spijs vet ontvangen en in de gelegenheid xijn het .aan hun klanten af te le veren. Vernietig onderstaande bonnen 'S-GRAVENHAGE, 16 Jan. De •eer.-gen. van het Dep. van Land bouw en Visscherij maakt bekend, dat de honnunamers 04A en 04B van de aardappelkaart niet zullen worden geldig verklaard en derhal ve kunnen worden vernietigd. Da thans in gebruik zijnde toe- slagkaarten voor zwaren en zeer xwaren arbeid bevatten evenwel de aardappelbonnen 01A tot en met 04A. Daar bon 04A nie.t wordt aan gewezen, is hiervan bet gevolg, dat de houders van de hierbedoelde toe- Blagkaarten in het tijdvak van 28 December j.1. tot en met 24 Januari 1942 over één bonnummer te wei nig beschikken. Dit wordt echter in het tijdvak van 25 Januari a.s. tot en met 21 Februari 1942 ver goed, daar op de toeslagkaarten voor laatstgenoemde periode vijf bonnummers voor aardappelen voorkomen in plaats van vier. Gebruik van vreemde woorden 'S^JRAVENHAGE, 15 Jaa. Zoo- wel van Nederlandsche als van Duitsche zijde heeft men aanstoot genomen aan het feit, dat herhaal delijk met name in advertenties en andere aankondigingen van feest- voorstellingen, muziekuitvoeringen, varieté's enz. geheel onnoodig En gelsche namen en uitdrukkingen worden gebruikt. Aan de bladen is derhalve verzocht voortaan zulke advertenties of aankondigingen niet meer op te nemen. In de serie „Brandende kwesties" sprak de heer Max Blokzijl voor de radio gisteravond over: „EEN RECHTVAARDIGE VREDE". Hoe lang deze oorlog zal duren, aldus spr., weet niemand. Dat hij zal eindige met een totale overwin ning van een van beide partijen, neeru ik aan. Want bet gaat dezen keer om zulke groote dingen, dat een vergelijk als uitgesloten mag gelden. Met tientallen millioenen tijdgenooten hoop en verwacht ik, dat Hitier en zijn medewerkers de zen totalen strijd zullen winnen, ten eerste omdat ik er van over- tuigd ben, dat de nieuwe samenle ving alleen maar een nationaal- socialistische mag zijn, en ten twee de, omdat ik een onbegrensd ver trouwen heb in het genie en het karakter van Adolf Hitier, en geen zier vertrouwen in de leiders van zijn tegenpartij. Hitier is niet alleen een groot veldheer gebleken, maar het mag wel eens duidelijk her haald worden, dat hij ook een goed men6ch, een zuiver idea list en een groot staatsman is.' Dat is zoo uiterst belangrijk, omdat juist van deze algemeen menschelijke eigenschappen van den meest gezaghebbenden aanvoerder (bij een overwin ning van het nationaal-socialis- me en het fascisme, waaraan ik geen seconde twijfel) zal afban gen, hoe de toekomstige vrede er zal uitzien. De leiders van het kapitalistische kamp hebben ons daarover al uit voerige mededeelingen gedaan, voor hét geval zij den strijd mochten winnen. Kaarten en de daarbij ge geven toelichtingen laten ons zien, dat de misdadige egoisten aan den overkant een tweede Versailles wenschen, waarmee vergeleken het eerste nog kinderspel was. Hitlor wilde geen oorlog. Van Hitier daarentegen verwach ten allen, die achter hem staan, een rechtvaardigen vrede, die alle fouten zal vermijden, welke in 1919 gemaakt zijn. Het Duitsche volk is niet haatdragend, en Hit- Ier is ook in dit opzicht een echte den gevoel, alsof Uw lendenen In een greep zijn gevat, die U slap, mat en lusteloos maakt en Uw spie ren stijf en pijnlijk. Dan hebt U een griep of 'n kou onder de leden. Grijp dan direct in en neem' nog vanavond één of twee "AKKERTJES' "AKKERTJES" zullen zoo'n griep- infectie krachtig bestrijden en als 't ware in de kiem kunnen smoren. "AKKERTJE5" heipen dubbel, want ze zijn tevens echte pijnverdrijvers. MAX BLOKZIJL beantwoorde de vraag: .Brengt Hitier of Cbnrcbill en Koosevelt die Duitscher. Hitier heeft dezen oor log niet gewild. Herinnert men zich nog, hoe Chamberlain bij zijn terugkeer in Londen ontvangen werd, welk een storm uit den hoek der oorlogsma kers tegen hem opstak? Heeft Chamberlain toen zelf comedie ge speeld en was hij in het geheim het eens met deze opstolcers, die den strijd wilden maar wat al te haastig gebakerd waren, terwijl de kring om Chamberlain wist, dat Enge land nog allesbehalve gereed was? We bezitten nog niet de gegevens om op die vraag te kunnen ant woorden. Maar wel staat vast, dat Hitier aan den vrede geloofde, al waren er dien dag heel wat Duit sche politici, die met mij van Mün- chen naar Berlijn terugreisden pn mij toefluisterden, dat ze in de Brit- sche verzekeringen geen onbeperkt vertrouwen durfden te stellen. Het verder verloop der dingen heeft hun helaas gelijk gegeven. Is bet weer noodig, de laatste maanden voor dezen oorlog in de herinnering terug te roepen; bet aanbod van Hitier aan Polen, waar van ik als toeschouwer in den Duit- scben Rijksdag de openbare mede- deeling bijwoonde; een aanbod, dat aan de meeste leden van den Rijks dag volkomen onbekend was en dat zoo gematigd bleek te zijn, dat men op de gezichten van de leden van het Huis de verbluffing en hier en daar de eerlijke verwondering duidelijk kon aflezen? Het is niet te veel gezegd als ik constateer, dat een Rijkskanselier met minder onbeperkt vertrouwen en gezag zulk een aanbod nooit had durven doen, gezien de te verwachten stemming in zijn eigen volk. Maar Hitier kon zich zulke groo te concessies aan den vrede veroor loven. Hij alleen. In Engeland echter was de ont wikkeling precies omgekeerd. Daar werd sinds jaar en dag tegen Duitschland gestookt, het natio- naal-socialisme met alle middelen zwart gemaakt en de oorlog voor bereid. Engeland wilde oorlog! Neen, het staat voor mij zoo .vast als een huis: Duitschland wilde vrede, Engeland wilde oorlog. Een Engelsche overwinning zou ellende in het kwadraat en ein- delooze onrust en verbittering beteekenen, een Duitsche over winning belooft ons rechtvaar dige oplossingen en hoop op groote sociale verbeteringen. Over de bolsjewisten willen we overgaan tot de orde van den dag. Noch in Europa, 'noch in Engeland of in Amerika, wenscht eenige groo te meerderheid der volken werke lijk, dat de'misdadigers in Moskou succes hebben. De plotselinge zoo genaamde sympathie voor deze ver- dierlijke politici in 't Kreml is de reinste huichelarij. Men kan deze hulp tegen het nationaal-socialisme goed gebruiken en speculeert er op, dat Berlijn en Moskou zich- weder- keerig kapot zullen maken. Een duurzame vrede op aarde is voor ieder verstandig denkend mensch alleen maar van een toe komstige samenleving van volken op nationaal-socialistischen grond slag te verwachten, want het natio naal-socialisme alleen wenscht op heffing van den klassenstrijd, op heffing van onbegrensd kapitaal in weinige handen, opheffing van ar moede en nood, rechtvaardige ver deeling van wat de aarde ons le vert en geslotenheid in echte volks gemeenschappen. Ik weet wet, dat dit alles voorloopig nog veel toe komstmuziek is, maar dat is waar lijk niet de schuld van ben, die het DE VAN 1-40. Zij waren tenslotte aan de Oostkust van Af rika gekomen en nadat het toestel even buiten de haven van een klein handelsstadje was neer gestreken, waren ze per bootje aan wal gegaan. Ze gingen een huisje binnen en borgen Piet op een zolderkamertje Ik ben benieuwd, wat die kerels met elkaar te praten hebben, dacht Piet, nadat hij een derde persoon in het huisje had hooren komen, en hij drukte zijn oor op den vloer. nationaal-socialisme een weg heb ben gebaand. Opbouwen! We moeten door dezen oorlog heen. En 't is werkelijk de aller hoogste tijd, dat we in Nederland nog verstandig worden en mee gaan opbouwen. We weten op dit oogenblik nog niet, wat het lot van ons prachtige Oost-Indië zal zijn. Maar ik kan me voorstellen, dat er een oogenblik zal komen, waarop het overgroote deel van ons volk in Nederland zal inzien, dat we er ten opzichte van dat verre deel van ons Rijk heel anders voorgestaan zouden hebben, als niet een pro- Engelsche verblinde politiek in Den Haag een koers had ingeslagen, die ons recht om straks mede te spr-e- ken leelijk in de knel zal hebben gebracht. Zullen we toch meespre ken, dan zullen we ook weten, dat wë dat aan een kleine', moedige minderheid te danken zullen heb ben gehad. Nemen we aan, dat de N.S.B. de proef zou nemen, door zich te ont binden, wat kregen we dan? Er zou een nieuwe beweging gesticht moeten worden, die op haar beurt weer goede en minder goede beslui ten zou nemen, aanhangers zou winnen en vijanden zou maken. Maar die tweede zou weer tien ja ren noodig hebben om het Europee- sclie vertrouwen te winnen, dat de bestaande ongetwijfeld en onver zwakt bezit. Ze zou het weer moe ten zoeken in een zeer enge en vriendschappelijke samen werking met het nationaal-socialisme en het fascisme, en in de eerste plaats met het Duitsche Rijk. De figuur van Mussert. Maar laten we nog de vraag stel len, wie deze tweede Beweging zou moeten leiden en hoe lang het zou duren, alvorens deze nieuwe Leider hetzelfde ontroerende ver trouwen zou genieten, dat de tegen woordige bij zijn volgelingen ge niet? Laster en vijandschap heb ben in Nederland de figuur van Mussert misteekend tot een cari- catuur. Met Ilitler is het niet an ders gegaan, totdat diens landge- nooten eindelijk tot de overtuiging kwamen, een Führer te bezitten, die bij alle successen de eenvoud, de hartelijkheid en de menschelijkheid zelve is «gebleven. Wie Mussert werkelijk kent, weet, dat hier een man uit de massa naar voren is gekomen, die hartstochte lijk Nederlandsch voelt, een gebo ren organisator is, een eenvoudig en hartelijk mensch, die een groote toekomst als ingenieur in 's Rijks dienst opgaf om zijn volk te die nen. Daarom komt men alleen maar met kleinzieligen lasten en met ba kerpraatjes en geeft men zich niet eens de moeite, de belangrijke da den van dezen bijzonderen Neder lander te besUideeren, toen nog nie mand in hem den toekomstigen na tionaal-socialistischen Leider ver moedde. We zijn tientallen jaren lang ge regeerd door mannen, die elk ta lent in die richting niet alleen vol komen misten, maar die tot ons al ler onheil integendeel een opval lend talent bezaten om Nederland naar den ondergang te leiden. Geen leider, die zichzelf aanbiedt? Dagelijks krijg ik in brieven te le zen: wij willen geen leider, die zich zelf aanbiedt. Ja, waarde landge- nooten, als Ilitler zichzelf niet ter beschikking gesteld had, dan zou het Duitsche volk vandaag geen Hitier hebben. Dat is juist zoo'n ge weldig verschil met Uw democratie van voorbeen. Die zoekt een of anderen middelniatigen Leider uit bij meerderheid van stemmen en stuurt hem na korter of langer tijd weg in de woestijn. Het nationaal- socialisme komt, omdat een gebo ren Leider ontstaat en begint te soreken, omdat hij moed heeft en eiken tegenstand op z'i schuift Het is niet belangrijk, of meneer Jansen of meneer Pieterse hem niet wil, maar het is hoogst belangrijk, dat hij zelf wil. Een partijleider kan uit ijdelheid voortkomen, een volkslei der komt altijd uit roeping. We hoeven niet meer over hem te stemmen. Hij is er. En hoe krachti ger we hem steunen, hoe grooter ons aller macht, hoe beter ons al ler lot. Het gaat er maar om, dat we dat gaan inzien. Het gaat er maar om, dat we begrijpen, dat al leen zulke mannen een rechtvaar digen vrede kunnen sluiten. En daar willen we toch, als eerste mijl paal, naar toe! VOORRADEN VOOR EIGEN GE BRUIK KUNNEN BEHOUDEN WORDEN. 's-GRAVENHAGE. 15 Jan. In de Ned. Staatscourant van 15 dezer is een besluit van den secr.-gen. van het dep. van Landbouw en Visscherij afgekondigd, waarbij in het Kofife- en Theebesluit V.V.0. 1940 een aantal bepalingen is opge nomen, betreffende de inlevering van voorraden koffie en thee. Ingevolge deze bepalingen is een ieder, die koffie of thee voorhan den of in voorraad heeft, verplicht, de desbetreffende hoeveelheden koffie en thee op vei'langen van de Ned. Meelcentrale bij deze centrale in te leveren. Deze verplichting tot inlevering geldt evenwel niet met betrek king tot die hoeveelheden koffie en thee, welke door particulieren ken nelijk uitsluitend voor eigen gebruik voorhanden of in voor raad worden gehouden. In de geschiedenis van ieder land komen perioden voor, waarin een beroep gedaan moet worden op de besten. Wanneer op dit beroep geen afdoend antwoord komt, dan gaat het land ten onder. De geschiedenis is vol van voor beelden, waarin wereldrijken van de landkaart verdwijnen, omdat er geen onversaagde strijders waren die hun bloed veil hadden voor hun vaderland. Ook de geschiedenis van ons land bewijst ons de waarheid van boven staande. In deze dagen wordt weer een beroep gedaan op de besten on der ons. Weer worden er kerels ge vraagd, vurige patriotten, die be reid zijn zware lasten en geweldige verantkoording op de schouders te nemen, die ontberingen en geva ren durven trotseeren, die met vol- ledigen inzet van goed en bloed ons vaderland willen verdedigen en on ze toekomst zeker stellen. Zulke kerels zijn er in ons land. RADIOPROGRAMMA ZATERDAG 17 JANUARI. Hilversum I. <15.5 m. 7.15 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgym nastiek. 7.55 Gramofoonmuzlek. 8.00 Causerie ..Brandende kwesties'' (opn.). 8.15 Gramo foonmuzlek. 9.20 Ochtendgymnastiek. 8.30 B.N.O.: Nieuwsberichten. 8.46 Gramofooiv- muziek. 9.16 Voor de huisvrouw. 9.25 Gramo- foonmuziek. 10.00 Ernstige muziek (opn.). 11.00 Voor de vrouw. 11.20 Gramofoonmuzlek. 12.00 Orgelconcert en zang. 12.40 Almanak. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en economische berich ten. 13.00 Onze Oostland-boeren. 13.16 Gra mofoonmuzlek. 13.30 Roemeensch orkest Gre- gor Serban. 14.00 Causerie „Hoeveel land en hoeveel zaaizaad is ei* noodig voor de parti culiere groententuln?" 14.20 Na gedanen ar beid Muziek en vroolijkheid. 15.50 Gramo foonmuziek. 16.00 Bijbellezing. 16.20 Viool met planobegeleiding en gramofoonmuzlek. 17.00 Gramofoonmuziek. 17.15 B.N.O.: Nieuws-, economische- en beursberichten. 17.30 Gra mofoonmuziek. 17.35 Duitsche taalcursus. 18 00 Gramoroonmuziek. 18.15 Het kwartier van den Arbeid. 18.30 Mannenzangvereeniging „Apol- lo". 19.00 Actueel halfuur. 19.30 Gevarieerd Zaterdagavondprogramma. Vanaf 20 15 alleen voor de Radio-Centrales, die o'ver een lijnver binding met de Studio beschikken. 20.16 Ka merorkest „Ars Nova et Antiqua" en soliste. 20.45 Gramofoonmuzlek. 21.00 Vervolg van 20.15. 21.45 B.N.Q.: Nieuwsberichten. 23 00 B.N.O.: Engelsche uitzending: „Dutch News Reei" 6f Gramofoonmuzlek. 22.4524.00 Dansmuziek (gr. pl.). Hilversum II. S01.5 m. 7.158,00 Zie programma Hilversum I. 8.00 Gramofoonmuziek. 8.158.45 Zie programma Hilversum I. 8.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Lichte Muziek (opn.). 12.00 Muziek voor twee plano's. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en economische berichten. 13.05 Klaas van Beeck en zijn or kest. 13.40 Voor de Jeugd. 14.00 Goolscb strijkorkest en fluitsoliste. 14.46 Onze Neder landsche taalclub. 15.00 Vervolg van 14.00. 15.45 Hier W.A. 16.00 Gramofoonmuziek. 17.00 Voor de binnenschippers. 17.15 B.N.O.: Nieuws-, economische- en beursberichten. 17-30 Orgelconcert. 18.00 Cyclus „In een nieuw licht bezien" (Voorbereid door de N.S.B.). 18.15 „Vloletten", muzikaal program ma. 18.45 Als ik 't voor 't zeggen had. 19.00 B.N.O.: Praatje in Groningsch dlalèct. 19.10 B.N.O.: Nieuwsberichten. 19.20 Zang met pianobegeleiding (opn.) en gramofoonmuziek. 20.00 Wetenswaardigheden van de week. Van af 20.15 alleen voor de Radlo-Ceotralea, dia over een lijnverbinding met de Studio be schikken. 20.15 Gramofoonmuzlek. 20,45 Ge varieerd Zaterdagavondprogramma. 21.30 Causerie „Overheid en volkskunst". 21.45 B.N.O.: Nieuwsberichten. 22.00 B.N.O.: Toe lichting op het weermachtsbericht. 22.10 22.15 Avondwijding. Duizenden zijn er reeds gekomen en evenveel zullen zich nog melden, want er wordt een beroep ge daan op de besten onder ons, oip- dat letterlijk alles op het spel staat. Neen landgenoot, het is nu geen tijd voor politieke bezwaren, listige be- toogen of zwaarmoedige argumen ten. Daarmede zijn in de laatste ja; ren te veel kansen verloren gegaan'. Het vaderland vraagt nu alleen nog maar naar daden. Daarom worden er nu kerels gevraagd, Nederland sche mannen, die niet vragen, niet praten, niet aarzelen, maar doen. Landgenoot, het vaderland doet een beroep op u Het vraagt u een daad te stellen, u een kerel te too- nen. Bewijst, dat gij een Nederlan der zijt in hart en nieren. Meldt u aan bij het Vrijwilligerslegioen „Nederland", Koninginnegracht 22, Den Haag. Hoofdredacteur: J. Keesman, Schagen. Wnd. Hoofdred-: A. R. Jonker. Buiten- en Bin nenland, Schagen. - Fred. Groot, Schagen. Alg. reportage. Str-;eknieuws en Kunst. - A. C. van Kampen. Rayon-redacteur Den Helder. FEUILLETON Dr. Burmesters Roman van Hans HirUiammer (Nidruk verboden) 26. „Ik ben vandaag vrij!" vervolgde Degener het gesprek aan de ontbijt tafel. „Als u er geen bezwaar tegen hebt, ga ik met u mee Ik ben trou wens allang niet meer in het Wes ten geweest." „Dat zou ik bijzonder op prijs •tellen. Maar hoe ^e^uelt u lat, dat u vandaag vrij bent Hebt u dan een of ander beroep?" Degener lachte. „Hebt u wel eens van „Oom Pelle" gehoord?" „Nee!" zei Lorenz, en zij moesten beiden lachen om deze eerste ge slaagde poging van den plattelan der zich van het Berlijnsche jargon te bedienen. „ALs de Berlijners een of ander feestje op touw zetten of met fami lie en vrienden een van hun gelief de boottochtjes ondernemen, dan wordt „Oom Pelle" gerequireerd om voor het amusement van de kinde ren te zorgen. Oom Pelle, gewoonlijk als clown uitgedost, vertoont de poppenkast, maakt grappen, orga niseert spelletjes en ontvangt daar voor, behalve vrije kost, een meer of minder bescheiden honorarium." „Aha, en zoo'n Oom Pelle bent u dus „Zoo is het! Als u er plezier in hebt, kunt u wel eens een keer mee gaan! Zoo, ik ben klaar. Zullen we opbreken?" Tijdens hun wandeling naar het station van de stadsspoor, Janno- witzbrug, vertelde Degener een en ander van zijn verleden. Het bleek, dat hij vroeger in goeden doen was geweest en ergens in het westen van de stad een sigarenzaak had gedre ven. Zijn zoon was tenslotte oorzaak geworden van zijn financieelen on dergang, maar hoe dat in zijn werk was gegaan, vertelde Degener niet. Intusschen hadden zij nog bijna ruzie gekregen over het spoorkaar tje, omdat Burmester weigerde zich het geld daarvoor te laten geven. Het eind was, dat Degener ex zich bij neerlegde en een vrijkaartje voor een nacht logies in het Josefsheim accepteerde. Voor het eerst in zijn leven zat Burmester in de stadsspoor. Hij had een hoekplaatsje en keek geboeid naar het voorbij glijdende, steeds wisselende stadsbeeld beneden zich, naar de van menschen en voertuigen wemelende straten, naar het glin sterende water van de Spree en naai dein schemer gehulde binnenplaat sen. Af en toe reed de trem vlak langs de huizen, welker geopende ramen hem een vluchtigen blik naar binnen veroorloofden. Hier zat een gezin aan het ontbijt, daar stond een meisje voor den spiegel, dat de laatste hand aan haar toilet legde en weer ergens anders maakten een paar kinderen zich gereed om naar school te gaan. Burmester nam al deze tafereel tjes met een merkwaardige gulzig heid in zich op. Zij vormden als 't ware een blik achter de coulissen, een blik in bet dagelijksch leven van de wereldstad en hij zag wel, dat al deze menschen precies zoo als overal elders hun leventje leefden en dat ook zij moesten zwoegen en ploeteren voor het dagelijksch brood. „IJ bent zoo zwijgzaam gewor den!" verbrak Degener, die tegen over Lorenz zat en een van Dina's sigaretten rookte, de heerschende stilte. „Ik beleef Berlijn... Ziet u, dit is als een operatie. Ik zie het inwen dige van dit geweldige lichaam, zijn ingewanden, het stroomende bloed." Hij zweeg, daar zijn aandacht op nieuw werd getrokken door iets, wat daar buiten voorbij gleed. „Dat is de Charité!" onderwees Degener, Lorenz staarde naar het .prach tige park, dat door groote gebou wen was omgeven en onder welks boomen idyllische, kleine barakken zichtbaar waren. In het station Zoo stapten zij uit en het volgende oogenblik stond Lo renz tegenover de Gedachtniskerk. Het leek, of hij in een geheel andere stad was gekomen. De menschen waren eleganter, zij bewogen zich gemakkelijker en er lag iets van Parijs in de lucht. Men waande zich in de Rue de la Paix als men de breede boulevard van de Tauentzien- straat of de Kurfiirstendamm af keek met hun groote warenhuizen, bioscooppaleizen en café's, waarvan vele bezoekers een plaatsje op het terras hadden gekozen. Hij deelde Degener zijn indrukken mee. „Ja, ja", zei deze, „het Westen weet wel, hoe het voor den dag moet komen. Maar u moet vooral niet te veel op het uiterlijke afgaan. De Kurfiirstendamm is Berlijn niet, ge lukkig." Op den hoek van de Kleistraat gingen zij van elkaar met de belofte precies om twaalf uur voor het sta tion Zoo te zullen zijn. Lorenz Burmester betrad een ge bouw, boven welks ingang smake- looze allegorische voorstellingen uit gips waren aangebracht. Een deftige portier probeerde hem tegen te hou den, maar liet zich vermurwen, toen hij den naam van professor Hopfelt hoorde. „Een traj links!" fluisterde hij, om zich daarop weer geruisch- loos terug te trekken. Toen Lorenz de eerste étage be reikte stond juist een jonge dame op het punt de woning te verlaten. „Pardon!", zei Lorenz, „ik zou graag professor Hopfelt even willen spreken." De jonge vrouw glimlachte. „Waar gaat het over, als ik vragen mag? Mijn man is juist aan 't werk en hij wordt niet graag onnoodig ge stoord." Lorenz was verrast. Hij had zich den professor als een bejaarden heer met grooten grijzen baard voorge steld. „O, neemt u mg niet kwalijk! Nee, het is eigenlijk niet dringend. Ik heb een paar jaar geleden eens een paar artikelen voor het „Me disch Tijdschrift" geleverd en nu wilde ik..." „Maar natuurlijk!" viel ze hem in de rede. „Voor een collega en mede-, werker is mijn man altijd te spre- ken. Gaat u binnen!" Zij bracht hem zonder veel plichtplegingen in een ruim vertrek, waarvan de muren bijna geheel schuil gingen achter enorme boeken kasten. „Heinz, hier is een collega, die je wenscht te spreken." Van achter de schrijftafel rees een slanke, nog vrij jonge man omhoog met een scherp, glad geschoren ge zicht. Glimlachend trad hij op den bezoeker toe. Lorenz noemde zijn naam, terwijl' hij alle moeite deed zijn verbazing te verbergen. Zoo'n jonge man nog? „U zult u mijn bijdragen misschien niet eens meer kunnen herinneren. Het ging over een onderzoek inzake vaccinebehandeling bij kinkhoest." „Burmester? Ja, ja, toch...! Woonde u destijds niet in Mün- chen „Juist, ja! Ik was toen in de kin derkliniek van professor Grothau- ser viferkzaam." „Natuurlijk! Nu herinner ik het me weer precies. Uw werk trok toen nogal de aandacht; ik kreeg zoo den indruk, dat daar in München een jong talent bezig was zich nieuwe - wegen te banenJammer, heel jammer, dat u sindsdien niets meer van u hebt laten hooren. Maar gaat u toch zitten!" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1942 | | pagina 2