Brandende, kwesties LAAGHARTIG MISDRIJF IN OORLOGSTIJD Kapitjiii Veiweij vsrootdeeld tot rór jaar givaRgsnisstraf De leekt rooms van HOITIKA Strijd en Overwinning Spier. AKKERTJE VREDEGERECHTSHOF MISBRUIK VAN GEZAG OM NA- TiX)N AAL-SOCIALISTISCHE VROUWEN ZICH TE DOEN ONTKLEEDEN. GRAVENHAGE, 5 Febr. Het Vredegerechtshof heeft heden uit spraak gedaan in de zaak tegen den 41-jarigen kapitein der artillerie G. J. Verweij, wien ten laste was gelegd, dat hij, door het (toenmali ge) militair gezag belast met het doen van nasporingen en huiszoe kingen, in den nacht van 13 op 14 Mei 1940, althans in of omstreeks dat tijdvak, te Alkmaar door mis bruik, althans door aanmatiging van gezag vier vrouwen of meisjes heeft gedwongen, zich in het bijzijn van alleen hem, verdachte,'te ont- kleeden, zulks terwijl het riiet nood zakelijk was, dat hij genoemde vrou- sven op haar lichaam onderzocht. De procureur-generaal, prof. Dr. R. van Genechten, eischte op ?2 Ja nuari jl. de in art. 137 W .van Str. genoemde maximumstraf van vier jaren gevangenis, zoomede ontslag uit den militairen dienst en ont zetting van de bevoegdheid om .bij de gewapende macht te dienen. Het hof heeft den verdachte heden veroordeeld tot vier -ja ren gevangenisstraf niet aftrek van het voorarrest (sinds 16 September 1940) en met ontslag uit den militairen dienst met ontzetting van de bevoegdheid om bij de gewapende macht te dienen. Aan de overwegingen, waarop dit arrest berust, is het volgende ontleend: Uit de verklaringen van getuigen W., K., B.-S., en v. d. W., bevestigd door verdachte, is komen vast te Btaan, dat verdachte, handelend in zijn hoedanigheid van kapitein van het Nederlandsche leger, op 12 Mei, wat betreft getuige v. d. W. en in den nacht van 13 op 14 Mei 1940 wat betreft de andere vrouwen, te Alkmaar genoemde vrouwen er toe gebracht heeft, zich geheel of na genoeg geheel voor hem te ontklee- den, waarbij verdachte zich beriep op een hem door zijn meerderen verstrekte opdracht ter rechtvaar diging vaii zij" bedoeld optreden. Verdachte heeft, gelijk uit ge noemde getuigenverklaringen mede blijkt en door hem wordt bevestigd, op deze getuigen den indruk willen maken en ook inderdaad gemaakt, daf hij bèvoegd was van haar te eischen zich te ontkleeden, tenein de haar aan den lijve op bezwaren de stukken te onderzoeken. Voorts is. komen vast te staan uit meerge noemde getuigenverklaringen, dat verdachte daarbij van zijn dienst pistool een zoodanig gebruik heeft gemaakt, dat althans vrouwen als getuigen zich bedreigd gevoelden, terwijl evenzeer vaststaat, dat be doelde getuigen uitsluitend onder dwang van verdachte zich tegen haar zin voor hem hebben ont kleed. Het Vredegerechtshof heeft op grond der tenlastelegging in de eer Bte plaats de vraag te onderzoeken of verdachte, die optrad in zijn hoe danigheid van kapitein van het Ne derlandsche leger, door het militair gezag belast met het doen van na- Bporingen en huiszoekingen, zich, handelend gelijk hiervoor als bewe zen aanvaard, aan aanmatiging van gezag heeft schuldig gemaakt. Overwegingen. Met het oog hierop heeft het hof het volgende overwogen. Hoewel de onmiddellijke com mandant van verdachte de niet verschenen getuige "Baan in zijn verhoor voor den rechtercommissa ris van 21. Augustus 1940 bij de om schrijving van de strekking zijner opdracht niet van het doen fouil- leeren van personen gewag heeft gemaakt en hoewel getuige Speijer, die namens getuige Baan aan ver dachte de bedoelde opdracht mon deling heeft doorgegeven, waartoe hij bevoegd was, verklaard heeft 1 zich niet meer te herinneren of daar bij sprake is geweest van het fouil- leeren van personen met het oog op het Onderzoek naar eventueel aan den lijve medegevoerde stuk ken, acht het hof op grond van de verklaring van getuige Feïtsma, die dezelfde opdracht als verdachte namens getuige Baan van getuige Speijer ontving, het aannemelijk en houdt voor bewezen, dat verdachte gelijk hij verklaard heeft,, de op dracht namens zijn militairen meer dere had bekomen om, indien zulks door de omstandigheden geboden was, tot fouilleering van personen als vorenbedoeld over te gaan. Daar bij is echter komen vast te staan, mede uit de verklaring van ver dachte, dat de bedoelde opdracht tot fouilleering in geen geval op Be paald aangewezen personen betrek king had, maar dat, gelijk verdach te voor het hof heeft erkend, de ver antwoordelijkheid voor het fouillee- ren van bepaalde personen in het onderhavige geval van de getui gen. W., K., B.-S. en v. d. W. en voor de wijze waarop dit geschied is, geheel voor rekening van ver dachte is gebleven. Geen rechtvaardiging. De tweede vraag, welke het hof derhalve te beantwoorden heeft, is of verdachte met betrekking tot de meergenoemde vrouwelijke getui gen zich redelijkerwijs op omstan digheden heeft kunnen beroepen, welke de door hem toegepaste wij ze van fouilleering, 'bestaande in het zich geheel of nagenoeg geheel doen ontkleeden dezer vrouwen, hebben kunnen rechtvaardigen als uitvoering zijner genoemde op dracht. Het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof- de overtuiging ge schonken, dat zoodanige omstan digheden niet aanwezig zijn geweest en dat ook verdachte zelf geen ver denking van eenige beteekenis ten opzichte van de vier genoemde ge tuigen koesterde. Het is het hof namelijk gebleken, dat verdachte, die aan den eenen kant voorgaf deze getuigen aan een zeer nauw keurig onderzoek te öioeten onder werpen in veVband met de moge lijkheid, dat zij belastende stukken aan den lijve bij zich droegen, met het oog waarop hij haar ontklee ding verlangde, aan den anderen kant het zelfs niet noodig heeft ge oordeeld de door deze getuigen af gelegde kleedingstukken nader te/ onderzoeken, evenmin als hij zijn onderzoek tot het schoeisel der ge tuigen. dat hij sommigen harer bo vendien zonder meer heeft laten aanhouden, heeft uitgestrekt Oudere vrouwen niet onder zocht. 4Ook is aan het hof gebleken, dat verdachte geen aanleiding vond oudere personen, zooals de moeder van getuige W., hoewel hij verklaar de ten aanzien van het gezin W. bijzondere verdenking te hebben gekoesterd, aan een fouilleering te onderwerpen. Uit hetgeen het hof in het voor gaande heeft vastgesteld vloeit naar 's hofs oordeel voort, dat verdachte blijkens zijn eigen optreden als hier- voren bedoeld, kennelijk niet op grond van eenige bepaalde verdenr Icing in verband met gegeven om standigheden de vier genoemde, ge tuigen zich van haar kleeding heeft laten ontdoen, verdachte hebbende immers juist datgene nagelaten, wat bij een onderzoek als door hem voorgegeven voor ieder redelijker wijs het meest* voor de hand zou liggen, namelijk het onderzoek van kleederen en schoeisel van de be trokken, beweerdelijk verdachte per sonen. Het hof heeft mitsdien de overtui ging, dat verdachte zonder eenigen, aan zijn opdracht ontleenden, grond de meergenoemde vier getuigen zich tegen haar zin heeft doen ont kleeden. Hiermede acht het hof het aan verdachte tenlaste gelegde misbruik van gezag bewezen. De straf. Wat de aan verdachte op te leg gen straf betreft .overweegt het hof het volgende: Het hof wil aannemen, aangezien daarvan niet is gebleken, dat ver dachte geen sexueel oogmerk had, toen hij'de vier genoemde getuigen zich voor hem heeft doen ontklee den. Het hof is echter van oordeel, dat verdachte zich, bij gebreke van eenige gerechtvaardigde aanleiding daartoe, gelijk hiervoren overwogen heeft laten leiden door de bedoMing deze jonge vrouwen, van wie hij wist of vermoedde, dat zij de beginselen der nationaal-socia- listische beweging in Nederland aanhingen, te vernederen, in haar mede de eer~der beweging kennelijk willende treffen. De woorden door -verdachte aan getuige W. toegevoegd: „Dit is nu zeker wel het ergste ge.weest voor u, wat u kon overkomen", hebben in dit verband bijzondere beteeke nis. Verdachte heeft, aldus handelend als officier van het Nederlandsche leger, vooral onder de toenmalige oorlogsomstandigheden, zich aan een uiterst zwaar vergrijp schuldig gemaakt, zóoals zich juist in ver band met de bedoelde omstandig heden nauwelijks een laaghartiger laat denken. Hij heeft zich aan de eer van weerlooze vrouwen, die uiteraard in de moeilijkste omstandigheden ver keerden, vergrepen mèt de kenne lijke bedoeling haar te vernederen. Daartegenover ziet het hof geener lei grond voor verontschuldiging en kan slechts in aanmerking wor den genomen, dat verdachte zich reeds sinds 16 September 1940 in preventieve hechtenis bevindt. Het hof overweegt voorts, dat de door verdachte gepleegde feiten in zoodanig verband staan, dat zij moe ten worden beschouwd als één voortgezette handeling. Overwegende, dat het bewezen verklaarde oplevert het misdrijf van: „Het als militair door misbruik „van gezag, iemand dwingen iets te „doen", strafbaar gesteld bij artikel 137 van het wetboek van militair straf recht Overwegende, dat verdachte des wege strafbaar is, nu niet gebleken is van feiten of omstandigheden, welke zijn strafbaarheid zouden uit sluiten of opheffen. Overwegende, dat het hof nage- melde straf in overeenstemming oordeelt met den aard en den ernst van het gepleegde feit en de om standigheden, waaronder het werd begaan, alsmede met den persoon van verdachte. Overwegende, dat het hof niet wettig en overtuigend bewezen acht hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan boven bewe zen werd verklaard. Gezien de artikelen 2, 6, 23, 60, 62 Italiaarisch weermachtbericht. Britten tot voorbij Derna teruggeslagen De troepen van de as blijven, na Derna te zijn gepasseerd, den vij and in Oostelijke richting vervol gen. Bij de gevechten, die in Cy- naica geleverd zijn, werden tot 31 Jan. 3.500 gevangenen gemaakt en 370 pantserwagens en 192 kanonnen vernield of buitgemaakt. De luchtmacht heeft in nauwe samenwerking met de landstrijd krachten herhaalde malen terug trekkende colonnes en achterwaart- sche verbindingen vap den vijand gebombardeerd en branden en ver nielingen veroorzaakt. De aanvallen van de Italiaansche en Duitsche luchtmacht op Malta werden zon der ophouden voortgezet. Lucht- en vlootbases werden met goed gevolg en 137 van 't Wetboek v. Militair Strafrecht, 56 en 91 van 't Wetboek van Strafrecht als het besluit van den secretaris-generaal va!h 'tf De partement van Justitie, d.d. 12 Au gustus 1941', verordeningenblad van 16 Augustus 1941 no. 156. Rechtdoende in naam van het recht: Verklaart wettig en overtuigend bewezen, hetgeen verdachte is ten laste gelegd in voege alsl boven werd bewezen verklaard. Verklaart, dat het bewezene ople vert het strafbare feit voormeld. Verklaart verdachte deswege strafbaar en veroordeelt hem terza ke tot een gevangenisstraf voor den tijd van vier jaren. Ontslaat hem uit den militairen dienst met ontzetting van de be voegdheid om bij de gewapende macht te dienen. Bepaalt, dat de tijd door den ver oordeelde voor de tenuitvoerleg ging van dit arrest in voorloopige Hechtenis doorgebracht, bij de ten-1 uitvoerlegging der straf geheel in mindering zal worden gebracht. 155. Wat is hier t6 doen? vroegen de vliegeniers aan Piet. Die vertel de vlug wat er gebeurd was en ging tusschen hen in staan, want de •booze dame keek hem nog steeds onheilspellend aan, al hield ze nu haar handen thuis. Maar waar wees je dan op? Waar ik op wees? zei Piet met een ondeugende flikkering in zijn oogen, ik wees op haar eie? ren, die naar de maan zijn!- Max Blokzijl sprak Donderdag avond in de serie „Brandende kwes ties" over het onderwerp: „Een achüenjarige wil antwoord heb ben." De heer Blokzijl begon met mede te deelen, dat hij den v'olgenden brief van een achttienjarige uit eeü groot dorp op de Veluwe had ont vangen. „Ik wilde U graag een vraag stellen over een'onderwerp, dat niei alleen mij, maar ook vele andere niet-meerderjarigen zal interessee ren, n.1.: hoe staat U tegenover het feit, dat vele nog niet. meerderjari gen wel graag de zijde der N.S.B. zouden willen kiezen, maar niet kunnen, omdat vader en móéder niet villen? Ik ben nu 18 jaar en ik zou waj, graag de zijde.der N.S.Ö. willen kiezen, ook me.e willen vech ten voor het grootsche ideaal, maar ik beh gebonden. Moet ik nu het gebod van m'n vader weerstreven, of moet ik werkeloos toezien, hoe anderen dé" kastanjes voor me uit 't vuur halen?. Zal niet de N.S.B. later, bij m'n 21e jaar zeggen: Waar om zijt ge niet eerder gekomen? Dit is nu de vraag: het bevel van een ouder opvolgen dus lijdelijk toe zien of meedoen, meemarchee- ren met al de gevolgen van dien. Hopend een spoedig antwoord voor de radio te hooren, verblijf ik hoog achtend". Dan de naam en daar onder de groet der aangeslotenen bij de N.S.B.: Hou Zeel Ik heb zeker wel een uur lang met dezen brief in m'n hand geze ten. Op de vroegere brieven van jongens en meisjes ((het- waren meestal jongens) die mij vroeger dezelfde vraag stelden, heb ik een antwoord geschreven. Waarom zou ik hier niet herhalen, wè.t ik toen aangevallen en op talrijke doelen werden voltreffers geplaatst. Engelsohe toestellen hebben gis teren brisantbommen uitgeworpen in de buurt van Palerno, waarbij een trein getroffen werd: vier doo- den onder het treinpersoneel. Het afweergeschut en onze jagers kwa men terstond in actie. Van de 6 vliegtuigen, die aan den aanval deelnamen, stortte er een in zee in de buurt van het plaatsje Santa Flavia, een ander sloeg te pletter in een deel van het plaatsje Prizzi. Een deel der bemanningen, dat er het leven af had gebracht, werd gevangen genomen. Kaart Van Pelt. FEUILLETON Dr. Burmesters Roman van Hans Hlrvhammer (Nadruk verboden) 44 „Fftn! Dan jou ik willen beginnen met u te vragen morgen met den jongen bg mij te komen, net zoo ongedwongen, als ik vandaag bij u ben komen binnen vallen. Ik woon weliswaar een ïeel eind van hier, in Friedenau, maar mgn kennissen zeggen, dat ik een heel aardig huis heb. Als u dat morgen bevestigt, zal /ik het éindelijk gelooven. Misschien kunt u al tegen een uur of één bij mi' zjjn, dan kunnen wij gezamen lijk het middagmaal gebruiken." „Abh, mevrcaw Helling..." „Dat wil dus zeggen, ^at ik op u mag rekenen! Ik verheug mg er al b(j voorbaat op en ik hoop. dat het u bfl m(, zoo goed zal bevallen, dat u mij dagelijks komt opzoeken. Zoo aiet u zuiver egoisme!" Zgaf Marlèn'e haar kaartje. „Hier hebt u mjjn adres en nu moet lk u helaas verlaten. Het is geen holle phrase, als lk u zeg, dat ik het buitengewoon prettig vond met u kennis te mogen maken." Mariene bleef nog lang zitten, als in een herinnering aan een mooien droom. Nog zag zij de gestalte van de jonge vrouw levendig voor zich en zg leek haar vertrouwd als een zuster. Nog scheen de kamer ver vuld ven den warmen klank van haar stem. Het k am haar voor, alsof de tgd, waarin zij zich zoo r-oedelooa h gevoeld en bang was geweest, voor deze stad, reeds er achter haar lag. Het leven ":ad zgn poorten voor haar geopend. „Maak toch geen gekheid! Waar om zou dat n<et gaan? poe me nu eer genoegen, Lorenz en bl(jf! Een paar dagen tenminste, of 'laten we zeggen een week!" „Maar beste kerel ik kan mijn werk toch niet eenvoudig in den steek laten. Ik maak mijzelf er nu a een verwijt van, dat ik vanmid dag Verzuimd heb." ,Een oogenblik daar jchiet me juist wat te binnen. Wil je me een paar minuten excuseeren?" Lorenz keek zijn vriend na, toen deze om de tafel heen het huis in snelde. Stomp! Hij was in alle op zichten dezelfde gebleven. Vroolijk en onbezorgd het leven genietend, maar daarbg toch een goed kame raad! Het viel Lorenz niet gemakkelgk de verleidelijke uitnoodiging van de hand te w. ^en. Hg was uitgehon gerd van den largdurigen strijd en deze paar uren in een hem vroeger zoo vertrouwde omgeving deden hem zgn armzalig bestaan weer zwaar der dan ooit gevoelen. Onwillekeu rig kwam hij tot een vergelijking. Taar de benauwde atmosfeer van het Josefsheim de duistere" figuren van a! die maatschappelijk gedege nereerden hier het comfort der beschaving, goede sigaretten, een uitgelezen wijn en geestrijke ge sprekken. Cat was zgn - wereld, die hij had moeten verlaten, de wereld, die hij zich opnieuw wilde veroveren. Ha^ Stomp eigenlijk niet gelijk? Was het dan werkelijk zoo erg, als hg een paar dagen hier bleef? Ach, dat kon men hem nu een maal piet aan het verstand brengen. Desertie beteekende het, anders niet. En deserteeren, datwas wel het lafste, wat je doen kon. Maar het was toch eigenlijk Slechts... een k- rt verlof, dat hij zich wilde gunnehJa, ja, alles goed en wel, maar Iemand, die in de voorste linies vocht, waar het om de beslis sing gifig, nam geen verlof. Midden in dezen innerlijken twee strijd keerde Arno terug. Zijn •ge zicht was een grijnslach. „Zoo, Lorenz, dat is alweer voor elkaar!" Hij wreef zich vergenoegd zijn han den en liet zich weer in zgn stoel vallen. „En, ben je intusschen al tot een besluit gekomen?" „Ja, Stompie. Over een uur zal ik je gaslArge woning mejpten ver laten. Maak het m(j alsjeblieft niet zoo moeilgk!" „Ach nee!" zei Meisner, plotseling merkwaardig onverschillig. Was hem een langer verblijf van zijn vroegeren schoolmakker niets ge legen Hij stak een sigaret op. „Kom ik wil je nog gauw even mijn tuin laten zien voor het donker wordt!" De tuin was niet groot, maar heel mooi aangelegd. Van het terras leidden een paar treden naar om laag, dan kwam men op een klein ga;on met ettelijke boompjes en struiken en een miniatuur fontein met een goudvisch, die van een zaamheid lichtelijk melancholiek scheen te zgn gewórden en ja, daarmee was men dan eigenlijk al weer aan het eind van het schoons. Zij gingen op een bank bij de fontein zittten. „Heerlijk heb je het hier!" (Wordt vervolgd.) Een achttienjarige wil antwoord hebben geantwoord heb? Het komt onge veer op het volgende neër: Mijn beste jonge vriend, heb ik geschreven, ik kan volkomen mee voelen, welk een tweestrijd 'je daar in je jonge leven moet voeren, maar ik kan je geen andere raad geven dan dezen: houd je onvoorwaarde lijk aan den wensch van je ouders. Dat beteekent niet, dat je je nu daar maar geduldig bij neer moet leg gen. Als het heilige ernst bij je is, dan kun je dat trouwens ook niet. Praat rustig over je ideaal met je ouders, en probeer ze er van te overtuigen, dat het niet een voorbij gaande opwelling bij je is, maar (lat je om zoo te zeggen geen oogen blik aan iets anders kunt denken, dat het je heelemaal opvult en dat je je erg ongelukkig voelt, omdat je je neiging moet onderdrukken. Het was mijn eerste opwelling. Nu stel ik het geval toch ter dis cussie. Het is niet nieuw, hemel neen. Het gaat hier om conflicten, die waarschijnlijk zoo oud zijn de menschelijke samenleving. Maar ze zijn wel erg actueel. fn nu wil ik U nog wel wel een entenis doen: wat ik zooeven navertelde van mijn antwoord aan jeugdiga luisteraars, die mij voor de vraag stelden: wat te doen? lijkt mij wel paedagogisch de meest juis te raad, maar er komt toch tegelij kertijd iets in me tegen in opstand, lk vind deze oplossing namelijk erg braaf en erg gemakkelijk. En waren de vragers niet zestien of achttien geweest, maar een paar jaar ouder, dan zou ik zeer stellig dit antwoord niet hebben gegeven. Dan zou ik ge zegd hebben: jonge menschen, eer bied voor de ouders moet er zijn, hoe oud je ook wordt, maar als ou ders zoo op hun overwicht blijven staan, dat .ze in hun kinderen een afspiegeling van hun eigen overtui ging willen zien en ze de jeugd daar J\/eem'n desnoods tod willen dwingen, al was het alleen maar door de kinderen voor een conflict te stellen, laat dan je ideaal het overwinnen, des noods, zooals mijn 18-jarige uit de Veluwe zooeven schreef: „met alle gevolgen van dien." Nu weet ik wel, dat lang niet al le kinderen van dien leeftijd zich werkelijk moeite geven, of er al de rijpheid voor bezitten, om zich in die bewogenheid te verdiepen. Zelfs de studenten hebben ons in dit op zicht nog al teleurgesteld. Aan den anderen kant valt niet te ontken nen, dat zelden de jeugd, en zelfs de zoogenaamde prille jeugd, door on verantwoordelijke ouders en leer krachten zoo hardnekkig als 't wa re in de politiek gesleept is. als juist in deze jaren in Nederland. Weet U, hoe lapger of ik er over nadenk, hoe lastiger deze brandende kwestie voor me 'wordt. Ik zie het geval natuurlijk ook als politiek strijder, die zijn overtuiging niet tusschen z'n vier muren wil houden. Ik verwacht niet al te veel van een natinoaal-socialistisch daverend suc ces bij de volwassen Nederlanders #van vandaag, maar wel veel of zelfs alles bij die van morgen, die nu nog op de banken van de lagere school zitten. Deze jeugd moet de gelegenheid krijgen, het nieuwe, het „grootsche ideaal", zooals mijn 18-jarige van de Veluwe zoo geest driftig neerschreef, in zich op-te ne men en te verwerken. Dat zal nau welijks gaan zonder conflicten met koppige ouders, conservatieve on derwijskrachten en spinnijdige gees telijken. Daarom zal de Staat heel gauw moeten ingrijpen, de jeugdorgani satie verplicht moeten stellen en een deel der opvoedingx in eigen liand moeten nemen. U kunt er van op adn, luisteraars, dat het dien kant op gaat. U kunt er daarom ook van op aan, dat het aantal oudere kinderen, dat voor conflicten gesteld zal worden, heel spoedig zienderoogen zal toenemen, Ik voorzie hier oogenblikken waar op tallooze Nederlandsche ouders zullen moeten toonen, of ze nog ver der aan domme haatstemmingen willen toegeven, dan wel of ze nu eens groot zullen kunnen denken, voor hun kinderen, Nederlands jeugd en toekomst, voor huh vader land en voor de volksgemeenschap. Eigenlijk moeten niet alleen de vragende kinderen antwoord heb ben, maar ook de ouders op nog niet gestelde vragen. Want waarom vroegen de ouders nog niet: Wat moet ik doen, als mijn kinderen zich willen aansluiten bij de nieuwe or de, die ik zelf niet wensch? Ik neem aan, dat ze die vraag nog. nief hebben gesteld, omdat ze nog niet eins zoo ver zijn, dat ze objec tief en rustig het antwoord aandur ven. Ze zijn zoo verstard 'in hun sentimenitspolitiek, dat ze een afwij kende meening in hun denkende kinderen niet, eens dulden. Ze zijn meer antis dan ouders, meer' antk onderwijzers dan paedagogen, meer anta-predikers dan zieleherders. De brandende kwestie is deze: mag in tijden als deze een deel. on zer jeugd opgroeien in haat en ver bittering. alleen omdat ouders ha ten en verbitterd zijn en hun kin deren den weg naar nieuwe idealen versperren? Of is het plicht van de organen der gemeenschap, den jon gen menschen van ons volk vrije baan te geven? U merkt luisteraars, aldus besloot de heer Blokzijl, dat ik dezen keer met een vraag eindig. Ik heb wel een antwoord, zoo zou ik er bijv. aan kunnen herinneren, dat Michiel Adriaanszn. de Ruyter zeker ook niet met toestemming van zijn ou ders naar zee is gegaen, maar ik laat voorloopig de eer aan U RADIOPROGRAMMA ZATERDAG 7 FEBRUARI. Hilversum I. 415.5 m. 7.15 Gramofoonmuzlek. 7.45 Ochtendgymna stiek. 7.55 Gramofoonmuzlek. 8.00 Brandend» kwesties, causerie (oph.). 8.15" Gramofoonmu zlek. 8.20 Ochtendgymnastiek. 8.30 B.N.O.: Nieuwsberichten. 8.45 Gramofoonmuzlek. 9.15 Voor de huisvrouw. 9.20 Gramofoonmuziek. *10.00 Ernstige muziek (opn.). 11.00 Voor de vrouw. 11.20 Zang met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 12.00 Ensemble Joan Lancè. 12.40 Almanak. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en economische berichten. 13/J0 *Dood t(J. 13.15 Omroep-Harmonle-Orkest. 14.00 Reportage. 14.20 Na .gedanen arbeid muziek en vroo- ltjkheid. 15.50 Gramofoonmuziek. 16.09 Bijbel lezing. 16.20 Zang met planobegeleiding en gramofoonmuziek. 17.15 B.N.O.: Nieuws-, economische en beursberichten. 17.30 Gramo foonmuzlek. 17.35 Duitsche taalcursus. 18.00 Gramofoonmuziek, 18.15 Het kwartier van den arbeid. 18.30 Pro Musica en gramofoonmuziek. 19.00 Actueel halfuur. 19.30 Bonte avond. Van af 20.15 alleen voor de Radiocentralos die over een lijnverbinding met de studio beschikken. 20.15 Roemeensch orkest Gregor Sertrnn. 20.45 Bonte aVond. 21.45 B.N.O.: Nieuwsberichten. 22.0024.00 Gramofoonmuzlek. Hilversum H. 301.5 m. 7.158.00 Zie Hilversum I. 8.00 Gramofoon muziek. 8.1S—8.45 Zie Hilversum I. 8.45 Gra mofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gra mofoonmuzlek. 10.30 Lichte muziek (opn.). 13.00 Zang en plano. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en eoonomische berichten. 12.05 Orgelconcert en zang. 13.40 Jeugd draagt voor. 14.00 Haar- lemsche Orkestvereeniging en soliste. 14.45 Eenige opmerkingen over cultuur in het alge meen en kunst in het bijzonder. 15.00 Haar- lemsche Orkestvereeniging. 15.45 Hier W.A. 16.00 Melodisten en solist en gramofoonmuziek. 17.00 Voor de binnenschippers. 17.15 B.N.O.: Nieuws-, economische en beursberichten. 17.30 Orgelspel., 18.00 Cyclus: „In een nieuw licht bezien". (Voorbereid door de N.S.B.). 18.15 Ramblers. 18.45 „Als ik 't voor 't zeggen had", causerie. 19.00 B.N.O.: Praatje in Gro- ningsch dialect. 19.10 Ê.N.O.: Nieuwsberichten. 19.20 Gooi Symphonle-Orkest en solist. 20.00 Wetenswaardigheden van de week. Vanaf 20.15 alleen voor fle Radiocentrales die over een lijn verbinding met de studio beschikken. 20.15 Gooisch Symphonle-Orkest en solist. 21.00 Gramofoonmuziek. 21,30 Causerie: Wat is Poezle. 21.45 B.N.O.: Nieuwsberichten. 22 00 B N.O.: Toelichting op het weermachtsberlcht, 22.1022.15 Avondwjjding. Hoofdredacteur: J. Keesman. Schagen. - Wnd. Hóofdred.: 4. R. Jonker.' Buiten- en Bin nenland. Schaden. - Fred 'ïroot, Schagen Alg. reportage streeknieuws en vKunst. - A. C. van Kampen. Rayon-redacteur Helder. o

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1942 | | pagina 2