Nederlandschc Kultuurraad geïnstalleerd Het Geweten van het Volk ff Neem'n mAKKEtiÏJE Kou Koaris Griep p Strijd en Overwinning 75 jaar „Blauwe Donau" RADIOPROGRAMMA Belangrijke redevoeringen van den Rijkscommissaris en prof. Snijder DE TAAK VAN DEN KULTUUR RAAD. 'TBR gelegenheid van de instatfa- ■*- tie van den Nederlandschen Kultuurraad, waarvan wij gisteren reeds een uitvoerig bericht opna men, heeft de Rijkscommissaris Rijksminister Dr. Seyss-Inquart een belangrijke rede gehouden. Wij zijn hier bijeengekomen, al dus de Rijkscommissaris, om op plechtige wijze den Nederlandschen Kultuurraad in te wijden.'Onder de overstelpende, de geheele wereld beroerende gebeurtenissen, is de in stelling van den Nederlandschen Kultuurraad toch geen onbeteeke- nende toevalligheid of een bestuurs maatregel zonder meer als zoovele andere. Ik geloof veeleer door dezen maatregel aan een noodzaak tege moet te komen, welke evenzeer voortvloeit uit dén tegenwobrdigen toestand van het Nederlandsche volk, als uit mijn taak als vertegen woordiger van het Duitsche rijk in dit land. Deze geeft mij aanleiding tot prlncipieele uiteenzettingen, want de noodzakelijkheid van dezen maatregel kan uitsluitend begrepen worden, wanneer de functie van de kuituur niet slechts in het open bare leven, maar in het leven in het algemeen* in het worden en werken eener gemeenschap ons dui delijk is geworden. Ik wil hier geen verhandeling houden over al die theoretische vragen en opvattingen, welke door dè nieuwe werkelijkheid, waarin wij ons bevinden, haar beteeken is verloren hebben. Nipt sleohts de resultaten van de wetenschap en het onderzoek, maar in de eerste plaats onze: eigen per soonlijke belevenissen, voorname lijk in den oorlog, waar men zijn bestaan onmiddellijk tot op den diepsten en elementairsten oor sprong, moet terugbrengen, om „überhaupt" te kunnen bestaan, en ons politiek doorleven van dezen, historischen tijd, waarin wij han delend, werkend en leidend stonden en staan, hebben ons geleerd wereld en leven anders en nieuw te zien. Het was als een wonder en inder daad, het was een openbaring: de opetibaring der gemeenschap als het oorspronkelijk element van ons leven. YVij hadden in den nobd de kameraadschap beleefd en vonden daarin de gemeenschap, totdat wij uit de idéé en uit de werkelijkheid van de volksgemeenschap eindelijk de kracht putten, waardoor wij weer gezond en machtig werden en dat niet slechts in politieken zin. In het bijzonder werden wij weer machtig in onze kuituur. Hier niet minder als op politiek gebied kunnen wij de verande ring, welke zich in tien jaar voltrokken heeft en zich ver der voltrekt, nauwelijks be grijpen. De oorzaak hiervan ligt uitsluitend hierin, dat de kfcl- tuur in al hare uitingen en vor men,- in plaats van zich los ,te maken uit het gemeenschappe lijk lot, weer daarin betrokken F* b werd en dat de, kultuurschep- pende en kultuurdragende mensoh van zijn 1 eenzaamheid werd bevrijd, weer aan de ge meenschap van zijn volk werd gebonden. LIET belangrijkste principe van "onze kultuuropvatting is, dat elke echte kuituurprestatie slechts uit den grond en uit het leven van het volk kan voortkomen cn dat zij daarom ook aan dit volk weer ver plichtingen heeft, dat dus de kui tuur haar oorsprong evenals haar taak altijd vindt in den dienst aan het leven van het volk. Evenmin als de kuituur als geheel uit deze sa menleving kan worden losgemaakt zonder ziek te worden evenmin kan zich de scheppende enkeling, die kultureele prestaties volbrengt, aan de banden van zijn gemeenschap onttrekken. Kuituur is niets andere dan de gezamenlijke uitdrukking der scheppende krachten,: die in een volk ie ven en door den sofe oppen den enkeling naar voren worden gebracht en gebruikt om het bestaan zijn vorm te geven. Deze omschrijving is eensdeels zeer ruim, aangezien zij ook alles omvat, wat wij heden in het alge meen niet meer onmiddellijk tot het gebied der kuituur rekenen, zooals de krijgskunde, de staatkunde en de landbouwkundige of zuiver techni sche prestaties, daar elke bewuste vorming van het zijn door den mensoh kuituur in den ruimsten zin van het woord is. Anderzijds gaat deze omschrijving ook niet diep genoeg, want het volkseigene zelf als de voedingsbodem van elke kuituur, is reeds een bijzondere uit drukking van het samenwerken der machten van het bloed, dus van de soort en-het ras, en van den bodem, derhalve van de ruimte en het landschap, waarin een bepaald ras bepaalde vormen van de in haar le vende werkelijkheid uitgedrukt heeft, welke in al haar veelvuldig heid en verscheidenheid voor altijd en onverbrekelijk uit den eersten oorsprong van het ras zijn gesproten én slechts daardoor in leven blij ven. Waar deze samenhang verlo ren gaat of overheerscht.wordt door. invloeden van vreemdsoortige, der halve rassisoh vreemde levenswet ten, daar wordt de echte, n.1. nog met haar oorsprong verbonden kui tuur ziek en het geheele volksche leven wordt aangetast. Aan dit gevaar is het Grieken dom bezweken, kort nadat het zijn hoogste kultureele prestaties ver richt had, en dezelfde wortel heeft de ziekte, waaraan Europa bijkans sedert eeuwen lijdt en .welke het Avondland tot ontbinding dreigde te brengen totdat men ze door het lee- ren kennen van hair oorsprong, heeft kunnen overwinneti. Naar mate wij de gemeenschap als den oorsprong van ons leven hebben te ruggevonden, ontvangen wij ook haar kracht en sterkte. Een groote ommekeer. Deze ontwikkelingsgang moet en zal zich krachtens een reeds heden' duidelijk zichtbare levende en histo rische wetmatigheid in het geheele gebied van ons door het Noorsch Germaansche element bepaalde ras voltrekken overal fcv a a r de wil tot gezond worden en tot 't nieuwe leven nog werkzaam is. Deze terug keer tot onzen oorsprong beteekent in verhouding tot ons recent verle den der laatste eeuwen een omme keer van ontzaggelijken omvang, een werkelijk totale revolutie, daar voor haar geen gebied afgesloten kan blijven. Het is een kenmerk van deze revolutfe, dat^zij alles moet vernietigen en afbreken, wat als het ware als een verstarde korst de bronnen vah ons gezonde leven af sloot en bijna deed uitdrogen, om juist daardoor deze bronnen weer te doen vloeien. In dezeA zin heeft de ze revolutie in haar diepsten kern een behoudend, conservatief karak ter. n EZE ontwikkelingsgang vol- 1-' trekt zich volgens de wet der gemeenschap, want deze alleen sluit de grootste mogelijkheden in, maar brengt^ ook de hoogste ver plichting met zich mede, n.1. dat er geen handelen en werkzaamheid bestaan kunnen buiten de gemeen schap ent op een andere wijze als 'voor'deze. Het doorbreken van deze wet kan niet van heden op mor gen plaatsvinden. Groote dingen moeten groeien en rijpen "en hoe vaster wij van dit groeien en rij pen overtuigd zijn, des te geduldi ger mogen wij dé vruchten afwach ten. Weliswaar ontheft ons dit. niet Van de verantwoording en de ver plichting, zelf dit groeiproces mee te maken, het-te bevorderen en te hoeden. Hot was absoluut niet altijd zoo vanzelfsprekend, als het óns heden misschien toeschijnt, dat de staat zich zelf een kultureele taak oplegt en dat hij zich, onafhankelijk daar van, de bevordering en de verzor ging van het kultureele leven tot taak stelt. Dragers van het. kultuurleven wa ren langen tijd bijna uitsluitend de kloosters, alsmede de adel en later de burgerij. Het rijk had iri het ge heel geen directen invloed op de ontwikkeling, en indirect slechts in zooverre als kerk en standen leden van het rijk waren. Daarmede hangt het samen, dat wij in den overvloed en in de onmetelijke rijk dom der kuituurgoederen en ge- denktcekenen der vroegere eeuwen nauwelijks getuigenissen eener ech te rijkskuituur bezitten. Déze om standigheid is van groote beteeke- nis, want zij kenmerkt in het alge meen den vorm van dat rijk, dat weliswaar als de idéé van een orde ning van hét Avondland groote bin dende kracht bezat, maar niet tot de gestalte van een verplichtende\ en beslissende werkelijkheid kon komen. Met dezekenschetsing wordt de heden voor ons allen zichtbare kultureele taak van den staat aangegeven. De absolutisti sche, zuivere politie-, en ambtena renstaal gaf in kultureele aangele genheden slechts in zooverre van negatief interesse blijk, dat deze geen verstoring van de rust en de orde mochten teweeg brengen. De bemoeiingen van den humanisti- schen welvaartsstaat, om den staatsburger zooveel kultuurgocde- ren toe te kennen en toe te meten als noodig is voor de instandhou ding van zijn tevredenheid van zijn levensstandaard, kan nog niet als kultureele taak van dezen staat be schouwd worden. Een veel verder gaande verplichting jegens de kui tuur als.de scheppende levensuitin gen van het volk heeft echter de- staat, die als inhoud en doel de or ganische vorming der volksgerAeen- schap nastreef^, slechts vanuit het wezen van dezen staat kunnen wij ook zijn kultureele taak begrijpen. De staat is de vorm, die de natie zich geeft, om zichzelf tot de hoog ste macht en de in haar sluimeren de krachten tot de grootste vrucht baarheid en tot een welgeordende' inzet voor het gemeenschappelijk welzijn te brengen. BETEEKENIS VAN „STAAT". Ter voorkoming van misver stand wordt er nogmaals de aandacht op gevestigd, dat ik hier het begrip staat niet in de beteekenis van het bestuursap paraat gebruik, dat voor het goed iunctioneeren van het openbare leven en voor het be waren van het evenwicht tus- schen de hierin werkzame on derling verscheidene krachten cn spanningen noodzakelijk is. - Staat beteekent veel meer de eenheid tusschen de beweging als draagster van de politieke wil in het volk en het bestunrs- apperaat als het instrument, dat dezen wil uitvoert, en de volksgemeenschap tot werke lijkheid te doen worden. Als •wij het resultaat van alle •hier voorgedragen gedachten op dit gebied samenvatten, neppen wij kennis van in feite drie arbeids gebieden voor de kultuurpolitiek van den staat: Ontaarde kuituur. In de eters te plaats heeft hij het kultureele leven van alles te reii i- gen wat kennelijk ziekte of ziekte kiem of reeds uitwas als gevolg der •ontbinding en vernietiging van de nationale kuituur is. Dit is óveral het geval, waar zich parasieten van een vreemd ras binnen het lichaam der nationale kuituur hebben vast gezet. B.v. is in het bijzonder de uitschakeling der joden en de ty pisch joodsche kultuurproductcn de eerste maatregel, welke den weg voor een positievè kultuurpolitiek vrijmaakt. Veel moeilijker is de vraag daar, waai' het gaat om de uitschakeling van zoodanige even zeer ontbindende, ziekelijke en vreemdsoortige kultuuil5roducten, we.lke evenwel door hen worden voortgebracht, die tot het eigen volk behooren, maar die op een of an dere wijze of te eeniger tijd door het vreemde vergif geïnfecteerd zijn, zonder dat men dit nu nog af zonderlijk kan vaststellen en bewij zen. Daar echte -kuituur slechts uit den voedingsbodem van het uit het bloed gegroeide volk kan ontsla^m en elke vermenging die in strijd met het ras is," ontaarding betee kent, kan ook hier geen sprake zijn van echte kultuurgoe-deren. Evem min als een jood, al doet hij nog zoo Duitsch of Nederlandsch, ooit Duitsche of Nederlandsche kuituur kan voortbrengen, evenmin kan oen Duitscher of Nederlander onder den invloed van een geest en levenshou ding, die in strijd is met. het ras, werkelijk Duitsche of Nederland sche kuituur. schéppen: Wel echter zal ook hij den weg tot de bronnen der nationale kuituur kunnen te rugvinden, wanneer elke vreemde invloed is uitgeschakeld. A P langen tenmijn beschouwd, bestaan deze moeilijkheden slechts voor een overgangstijd, zoo- In „Pulchri Studio" te 's-Gravenhage is Woensdagmiddag de Ne derlandsche Kultnnrraad in een plechtige zitting door den Rijks commissaris, dr. Seyss Inquart,geïnstalleerd. Een overzicht tij dens de rede van den Rijkscommissaris. (Polygoon-Zeijlemaker). FEUILLETON Dr. Burmesters Ro.nar van Hans Hirthammer lNadruk verboden) 50 Nu was alles plotselilng veran derd. Lorenz hoorde, dat daar een mensch ln nood zijn hulp inriep. Neen, dat was geen list, deze uit barsting was te echt ep te onbe- heerscht om aan veinzen te- kunnen denken. Eerder was dan haar hou ding van zooeven huichelarij ge weekt. Nu begreep hij alles! Hoe het verhaal van haar vriendin over zijn strjjd haar had wakker geschud! Hoe zij, zelf moede.oos, zich daar aan had vastgeklampt en er een mogelijkheid in had gezien hen bei den te helpen. Hun onverwachte ont moeting moest haar een speling van het lot hebben toegeschenen, een bewijs van de juistheid van haar overwegingen. Nu begreep hU ook, waarom zij hem gevolgd was. Zij wilde hem niet meer verliezen, zij had hem noodig. „Meisje Dory!" begon hij voorzich tig. „Hoe dacht je dat te kunnen aanpakken mij te helpen, als je zelf en hoe zou ik in mijn positie jou tot steun kunnen zijn?" „Ik ben gesjeesd voor mijn exa men. Alles was vergeefs. Vier jaren lang heb ik voor niets gewerkt M'n hemel, misschien had ik beter gedaan coupeuse te worden of zoo- ietsJ „Aha!" lachte Lorenz. „Maar dat is toch werkelijk niet zoo'n gewel dig malheur. Dat zul je toch alleen ook wel kunnen klaar spelen." „Het is het ergste, wat 'n mensch overkomen kan, als hij het geloof in zichzelf verliest." Het leek Lorenz raadzamer hierop voorloopig niet verder in te gaan. Maar voor zichzelf had hij intusschen reeds uitgemaakt, dat hij dit jorige meisje 'weer in het rechte spoor zou brengen. „Wij zullen het daar x\og wel eens grondig over hebben. Het* lijkt me beter, dat u nu naar huis gaat. Als u het permitteert^ zal ik u graag vergezellen." „Ja, u hebt gelijk. Het is knap laat geworden." Zij begaven zich op weg en Dorothy scheen het vanzelfsprekend te vinden dat hij haar arm nam. „Wij behoeven niet zoo heel ver te loopen. Ik woon in de Potsdam- merstraat bij mijn moeder. O, dr.: Burmester, dat is de beste vrouw, die er op de wereld bestaat. Als ik ha^r niet had...!" „Woont u alleen met uw moeder?" „Ja, smjn vader is een paar jaar geleden gestorven aan een infectie. Hij was medicus en het was zijn har- tewensch, dat ook ik dat beroep zou kiezen. Ik was het er met mijzelf nog niet over eens, maar aan zijn sterf bed heb ik het hem beloofd het was het laat" te, wat ik hem kon schenken". „En nu wilt u zich door den eer sten den besten tegenslag laten ont moedigen Houdt u dan'' niet van uw beroep?" „Toch! Ongetwijfeld! Er is niets mooiers. Maar ik geloof, dat mijn talent te-kort schiet, ik... ach, dok-, ter, u weet niet, wat dat voor een gevoel is..." „Welke specialiteit?" „Kinderziekten. Ook mijn vader was kinderarts." „Wel, dat U ook mijn terrein. Vrouwen- en kinderarts., Als uhet 'goed vindt, zal ik graag 'a avonds e na aankomen en dan zullen we eens zien. of er werkelijk reden voor is het bijltje er bij neer te gooien, ïk kan me he'. eigenlijk niet goed voorstellen, want daar ziet u nu toch allerminst naar uit." „Ik zou het heerlijk vinden, .als u d. zoudt willen doen: Maar nu wordt het hoog tijd, dat ik inet mijn plannen voor den dag kom. Dr. Bur mester, zoudt u er niet toe kunnen besluiten, bij ons althans voor een poosje uw intrek tje nemen en daar een practijk te beginnen? U hebt alles tot uw beschikking, want de kamers van mijn vader zijn volkomen intact gelaten, zijn spreek kamer en zijn bibliotheek... Het was immers de bedoeling dat ik d§£ alles zou overnemen." Lorenz Burmester was totaal ver rast blijven staan. Een practijk beginnen? Dat was immers het doel van alles, zijn eenige wensch, zijn vurigste verlangen? Maar dat ging toch niet! Zoo'n geschenk kon hij immers met aannemen, zelfs niet van zijn besten vriend. „Ik ben toch geen vreemde voor u!" vervolgde ze met nadruk, alsof ze zijn gedachten had geraden. „U bent voor mij ik mag dat zonder eenig voorbehcud uitspreken een vertrouwde yrlend en ik... ik zou het heel prettig vinden, als u... dezelfde gevoelens ten opzichte van mij koesterde..." (Wordt vervolgd.) 160. Het was me hier het oord wel! Nadat ze Piet gebonden had den, verlieten de mannen het huis en lieten Piet alleen achter. YVat te doen? Natuurlijk ,'t éenige dat'over- bleef, nu zijn armen en beenen ge bonden waren*. Al kon hij dan niet loopen, rollen kon hij wel en zoo trachtte hij zich, als een tonnetje om zijn as wentelend, naar de uit gang te werken. Singapore een nieuw Duinkerken JAPANSCH ^ULTIMATUM. TOKIO, 12 Febr.*(D.N.B. Naar Domei meldt, ontwikkelt zich dê strijd om Singapore meer en meer tot een nieuw Duinkerken. Woens dagmiddag hebben Japansche bom menwerpers eonsvloot van 25 koop vaardij- qn oorlogsschepen aange vallen, die uit» Singapore wilde vluchten. Tien schepen werden ge troffen," een schip van 3000 ton ge raakte in brand.' •Ook Londen èiet als de eenig overgebleven hoop voor Singapore een evacuatie a la Duinkerken, zoo meldt de Londensche correspon dent van „Nya Dagligt Allehanda". De geheele £ondensche -pers, aldus de correspondent verder, wordt door een groote matheid gekenmerkt. Men is er zich van bewust, dat het na het verlies van Singapore moei lijk zal zijn Sumatra en Java te be houden. In Japansche militaire kringen raanU men de totale oorspronke lijke sterkte der Britsche troepen op Sirf&apore en op Malakka op onge veer 100.000 man waarvan wel lang n.1., totdat de scheiding en de waardeering daardoor onproblema tisch zijn geworden, doordat het ei gene de boventoon heeft gekregen. Aangezien wij, echter zeker zijn van de waarde van ons bloed ver trouwen wij ook op dit bloed. Pit* vertrouwen doet ons het gevaar vermijden, doob een „beckmesser- houding", het initiatief op het ge bied der kunst te dooden. Wanneer hierbij practische voorbeelden uit uw omgeving-moet nemne, dan ver wijs ik, naar de maatregelen tot uit schakeling van het jodendom uit het Nederlandsche kultureele leven, welke op wettige wijze en met de oprichting der Nederlandsche Kul tuurkamer 'zijn genomen. Van ons uit zijn deze maatregelen wel in de eerste plaats als de uitschakeling van onze geboren vijanden uit het gebied- der kuituur gedacht, welke uitschakeling in dezen totalen, alle levensgebieden omvattenden oorlog noodzakelijk is. Voor ons is zij -der halve een politieke maatregel, aan u geeft zij evenwel door haar indi recte uitwerking de mogelijkheid tct een kultuurpolitiek van staats wege. Het voornaamste middel voor de ze kultuurpolitiek ligt op het twee de gebied van werkzaamheid, n.1. om den kultuurscheppenden, en hier in het bijzonder wederom de jongere generaties, op taken te wij zen, die uit de gemeenschap voort komen en die voor de gemeenschap moetenworden vervuld. Dit i9 een gebied, waarop men door ge- en ver boden weinig,-door werkelijke be gunstiging ook van materieelen aard, door raad en voorlichting en door begrijpende zorg voor de als echt en vruchtbaar erkende waar den buitengewoon veel bereiken kan. (Vervolg morgen). 13 Februari 1S67 werd de nu beroèmd geworden wals van Joh. Strauss voor de eerste maal uitgevoerd. De componist schreef het werk voor een car naval-programma van een YVeensche mannen-zangvereen. Zelden is een muziekstuk, dat tenslotte slechts als een onbe langrijke opdracht is be schouwd, zoc geliefd geworden. Het oermotief schreef Strauss, 's nachts, bij gebrek aan pa pier, op een manchet De titel haalde hij uit de laatste woor den van een liefdesgedicht van Karl Beek en de nu algemeen" bekende tekst, van Franz von Gernerth, is er pas later bijge dicht. Toen de componist, bij zijn 40-jarig jubileum, zelf het po dium beklom eQ de eerste to nen van de beroemde wals deed weerklinken, verging de rest in de losgebroken uitingen van enthousiasme. Toch is de wals pas beroemd geworden, toen zij op de Parijsche tentoonstelling van 1867 werd gespeeld, dus buiten de stad van de „YVeen sche" wals. reeds drie kwart vernield of gevan gen genomen zal zijn. Japansch ultimatum. Luitenant-generaal Yamasjita heeft tot de Britsche strijdkrach ten, die in de vostingwerken- in 't Noorden der stad Singapore inge sloten zijn, een om 10 uur vandaag afloopend ultimatum gericht, zich over te geven. De Britten hebben aan dezen eisch geen^gevolg gege ven en bieden nog verzet. Daarom zijn de Japansche strijdkrachten tegen de» door de Britten nog be zette weerstandsnesten een hevig offensief begonnen. Gemeld wordt, dat in de haven van Singapore Engelsfche burgers zich te midden van het vuur van Japansche luchtmacht en artillerie aan boord Yan schepen hegeven om zich in veiligheid te stellen in Nederlandsch-Indië. Y'olgens een radiobericht uit Lon den zijn aan de beurs aldaar de koersen van tinaandeelen met 80 procent en die van rubberaandee- len met 30 procent gedaald. Italiaansch Weermachtbericht MALTA-MET ZWARE BOMMEN BESTOOKT. ROME, 12 Febr. (Stefani). He* 621e Italiaansclie weermachtJberioht luidt: In Cyrenaica niets belangrijks te melden. Concentraties van vijande lijke gemotoriseerde middelen in de buurt van El Adema werden door formaties vap de luchtmacht aange vallen en gedeeltelijk vernield. Eea Curtiss werd door Duitsche jacht vliegtuigen neergehaald. Ondanks de ongunstige weersom- standighedeft hebben Duitsche vliegtuigen overdag 'en des nachts vernietigingsacties ondernomen te gen vliegvelden op Malta en in de nabijheid van het eiland met bom men van zeer zwaar kaliber het voorschip van een Rritscheri' kruiser getroffen. Vijandelijke. tpestellen hebben zonder succes een aanval onderno men op enkele onzer eilanden in de Egeïsche Zee. ZATERDAG 14 FEBRUARI. Hilversum I. 415.5 m. 7.15 Gramofoonmuzlok. 7.45 Ochtendgym nastiek. 7.55 Gramofoonmuzlek. tó.00 Causerlt „Brandende kwesties" (opn.). 8.1TGramofoon- muzlek. .20 Ochtendgymnastiek. 8.30 B.NO.: Nieuwsberichten. 8.45 Gramofoonmuzlek. 9.10 Voor de huisvrouw. 9.20 Gramofoonmuzlek. 10.00 Ernstige muziek (opn.). 11.00 Voor de vrouw. 11.30 Pianovoordracht, 12.00 Ensemble Rentmeester. 12.40 Almanak. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en economische berichten. 13.00 De landarbeider is boer. 13.15 Orkest Wllly 'Eberle. 14,00 „Waarom leeren wtl eigenlijk?" 14.20 Na gedancn arbeidmuziek en vroo- UJkheld". 15.50 Gramofoonmuzlek. 16.00 Bijbel lezing. 16.20 Cello, piano en gramofoonmuzlek. 17.00 Gramofoonmuzlek. 17.15 B.N.O.: Nieuws-, economische- en beursberichten. 17.30 Gramo foonmuzlek. 17.35 Duitsche taalcursus. 18.00 Gramofoonmuzlek. 18.15 Het kwartier van den arbeid. 18.30 Spangens koor. 19.00 Actueel halfuur. 19.30 Stedelijk orkest van Maastricht cn solist. Vanaf 20.15 alleen voor de Radio- Centrales, die. over een lijnverbinding met de Studio beschikken. 30.15 Graraofoonmuelek. 20.30 Stedelijk orkest, van Maastricht en solist. 21.15 Gramofoonmuzlek. 21.45 B.N.O.: Nieuws berichten. 22.0024.00 Gramofoonmuzlek. Hilversum n. 301.5 m. 7.15^-8.00 Zie Hilversum I. 8.00 Gramofoon muzlek. 8.158.45 Zie Hilversum I. 8.45 Gra mofoonmuzlek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuzlek. 10.30 Lichte muziek (opn.). -12.00 Zang met pianobegeleiding. Als Inter mezzo: Viool en piano (opn.). 12.45 B.N.O.: Nieuws- en economische berichten. 13.05 Orgelconcert. 13.40 Jeugd draagt voor. 14 00 Utrechtscb Stedelijk orkest en solist. 14.45 Spitten en mesten ln den groententuln. 15.00 Utrechtsch Stedelijk orkest en solist. 15.45 Hier W.A. 16.00 Omroeporkest. 16.45 Gramo- foonmuziek. 17.00 Voor de binnenschippers. 17.15 B.N.O.: Nieuws-,e conomische- en beurs berichten. 17.30 Orgelspel. 18.00 Cyclus „In een nieuw licht bezien" (Voorbereid door de N.S.B.). 18.15 Roemeensch orkest Gregor Sorban. 18.45 Als ik 't voor 't zeggen had. 19.00 B.N.O.: Groningsch praatje. 19.10 B.N.O.; Nieuwsberichten. 19.20 Het kleine Omroepmannenkoor. 19.45 Wat zal ik de komende week beluisteren. 20.00 Gramofo3n- muzlek.Va naf 20.15 alleen voor de Radio- Centrales, die over een lijnverbinding met de Studio beschikken. 20.15 Revue-programma. 21.30 Pilmpraatjo. 21.45 B.N.O.: Nieuwsbe richten. 22,00 B.N.O.: Toelichting op bet weermachtsbericht. 22.10—22.15 Avondwiiding. Hoofdredacteur: J. Keesman, Schagen. - YVnd. Hoofdred.: A. R. Jonker, Buiten- en 'Bin nenland, Schagen - Fred. Groot, Schagen, Alg. reportage, Streeknietnvs en Kunst - A. C. van Kampen, Rayon-redacteur Den Helder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1942 | | pagina 2