Nederlandsche Kultuurraad geïnstalleerd Distributienieuws Strijd en Overwinning Alle veenproducten op de bon. 's-GRAVENHAGE. 14 Febr. De Secr.-Gen. van het Dep. van Han del, Nijverheid en Scheepvaart maakt bekend, dat in den vervol ge dariekluiten, veenbonken, lim- merturf enandere soortgelijke veenproducten, .hoe deze ook wor den genoemd, niet meer zon- d eitt* bon mogen worden ver kocht. Slechts aanmaakturf en bol- sterturf mogen zonder bon wor- aezl verkocht. Op bonnen of toewijzingen mag per eenhèid van deze producten ten hoogste 200 g. (luchtdroog, worden afgeleverd. De maximumprijs von één een heid is gelijk aan die van éé.n eenheid baggerturf derde soort. Indien het product niet luchtdroog wordt afgeleverd, mèg in geen geval deze maximumprijs worden gevraagd. Voor het vervoe? van deze veen producten gelden dezelfde voor schriften als" voor andere turfsoor- ten, d.w.z., dat het vervoer (ook voor eigen verbruik) slechts mag plaats hebben, nadat daavoor ver gunning is* verleend door of van wege het Verkoopkantoor fabrieks- turf N.V. te Assen. Voor bijzonderheden betreffende de inschrijving van producenten van bovengenoemde veenproducten wordt verwezen naar de elders in dit blad opgenomen officieele. pu blicatie. Bon 198 bonkaart meen" vernietigen. «Alge- De Secr.-Gen. van het Dep. van Landbouw en Visscherij maakt be kend, dat bon 196 van de thans in gebruik zijnde bonkaart „Alge meen" niet voor het koopen van distributiegoederen zal worden aan gewezen en derhalve kan worden vernietigd. Verzuimt niet een inlegvel 4 voor de dlstributiestam- kaart te balen. Het Dep. van Landbouw en Vis scherij vestigt er met nadruk de aandacht op dat ieder er in zijn eigen belang voor zorg dient te dragen, dat hij op de daartoe door de plaatselijke distriibutiediensten bekend gemaakte tijdstippen het in legvel voor de distributiestamkaart afhaalt of doet afhalen. Daar de eerstvolgende uitreiking van bonkaarten voor voedingsmid delen reeds in de maand Maart 1942 zal plaats vinden, is het nood zakelijk dat. ieder er voor zorg draagt in de maand Febr. in het bezit te zijn van het vereischte in legvel. Indien men zjch hieraan niet houdt, loopt men de kans de in Maart uit te reiken bonkaarten niet of te laat te zullen ontvangen. Personen, die verzuimd hebben op 's Morgens storm en regen weinig kanfop opklaring Doornat en koud begint D Uw dag'elijksch werk.Gevojg: een stevige verkoudheid. Neem 's avonds 2 Aspirin- tabletten en den volgenden ochtend bent U weer een stuk opgeknapt. de door den plaatselijken distribu- tiedienst bekend-gemaakte tijdstip pen hun inlegvel af te halen, die nen zich zoo spoedig mogelijk als nog met den distributiedienst in verbinding te stqjlen. EXTRA VERSTREKKINGEN VOOR AANSTAANDE EN JONGE MOEDERS. Den laatsten tijd zijn eenige ver anderingen aangebracht in de ver strekkingen aan aanstaande en jonge moeders, waaroor op den duur misschien eenig misverstand kan ontstaan. Hieronder volgt een overzicht: x Levensmiddelen. Ingevolge de. nieuwe regeling d.d. 17 Jan. kunnen a.s. en jonge moe ders, gedurende 26 weken, n.1. 20 "vveken vóór den verrnoedelijken datum van bevalling en 6 weken daarna bonnen verkrijgen voor een extra hoeveelheid van 3% 'liter melk per weèk benevens, naar keuze, -1000 gram haveunout per week óf 1000 mam gort per week of 1000 gram brood per week of 750 gram brood plus 125 gram bo ter per week. De uitreiking van deze extra- bonnen geschiedt door den plaatse lijken distributiedienst voor de geheele periode van 26 weken te gelijk op aanvraag van belangheb bende. Bij de aanvraag moet een attest van een medicus of vroed vrouw worden overgelegd. De aan- vraagsted kan hij de aanvraag op geven hoeveel weken zij, met in achtneming van het totaal van 26 weken één van bovengenoemde keuze-artikelen wenscht te ontvan gen. Industrieele artikelen. A. Toiletzeep: Aan a.s. moeders, die op een attest van een medicus of vroedvrouw extra-rantsoenbon nen voor melk, havermout enz, heb ben ontvangen, kan één bon „Eén rantsoen toiletzeep" worden ver strekt, wanneer de bevalling thijis zal plaats hebben. B. Vaste brandstoffen: Bij beval lingen kunnen sedert 27 October vorig jaar, extra-brandstoffen wor den verstrekt op vertoon van de distributiestamkaart van dé(n) jonggeborene. De extra-verstrekt king kan ook plaats hebben indien het kind levenloos ter wereld komt óf wel kort daarna overlijdt. Inplaats van vaste brandstoffen kan ook een extra-rantsoen gaf of electriciteit worden toegestaan, waarvoor door den distributie dienst een verklaring wordt afgege ven. C. Textiel: Voor de baby-uitzet kan tegen overlegging van eén schriftelijke verklaring van een ge neeskundige of vroedvrouw aan de a.s. moeder een baby-textielkaart worden uitgereikt. Voor het benoo- digde beddegoed voor een wieg of kinderledikantje kunnen speciale punten worden verstrekt, terwijl voor bekleeding van de wieg even eens punten kunnen worden afge geven. Indien de bevalling tljuis plaats heeft, kunnen ten behoeve van de moeder speciale punten voor bedde goed worden verstrekt. Voor een positie-japon worden in het algemeen geen speciale punten verstrekt. Alleen indien de a.s. moe der op haar textielkaart geen vol doende- aantal punten meer« be schikbaar heeft kunnen haar het ontbrekende aantal punten werden afgegeven. \A.s. moeders kunnen voorts 3 a 4 maanden voor de bevalling een speciale vergunning en speciale punten verkrijgen voor een positie wintermantel, een positie-zomer mantel en bustehouders. Lever voldoende bonnen in Ondanks herhaaldelijk gegeven waarschuwingen blijkt bij controle op bedrijven o.a. van boter- en kaas producenten en bij de betreffende handelaren, dat deze niet voldoende distributiebonnen respectievelijk toewijzingen kunnen overleggen over de door hen afgeleverde pro ducten. In dit verband verdient het de Haliaansch Weermachtbericht BELANGRIJKE SUCCESSEN DER LUCHTMACHT. ROME, 15 BW. (Stefani). Het Italiaansche weermachtbericht van heden luidt als volgt: Gemotoriseerde elementen, die ten Oosten van Mechili detachemen ten en patrouilles van den tegen stander hebben ontmoet, hebben hen gedwongen zich na een kort gevecht terug te trekken. De Italiaansche en Duitsche luchtwapens zijn voortgegaan met intensieve en succesvolle aanvallen op het achterland van den vijand. Haveninstallaties te Tobroek wer den gebombardeerd, troepencon centraties en gemotoriseerde strijd middelen werden uiteengedreven, Duitsche jagers vernielden in lucht gevechten vijf Curtissmachines Duitsche formaties hebben zonder oponthoud dag en nacht de vloot- en luchtbases van Malta gebombar deerd. Talrijke, zware branden wer den waargenomen. Vijandelijke vlootconvcoien werden* herhaalde malen aangevallen door de lucht strijdkrachten in het Oosten van de Middellandsche Zee. Italiaansche torpedovliegtuigen hebben een groo ten vijandelijken koopvaarder doen zinken en een anderen koopvaar der zwaar beschadigd. Duitsche vliegtuigen hebben talrijke schepen met groote en gemiddelde tonnage aangevallen. Zij werden getroffen met beramen van zwaar kaliber. Drie schepen zijn met zekerheid in den groqd geboord. Ook escorteer- rende vliegtuigen werden doeltref fend geraakt. Een van onze ver kenningsvliegtuigen, dat zwaar werd aangevallen door vier Engel- sche jagers, schoot er een van neer en keerde terug na zijn taak te hebben volbracht. Ook vannacht zijn eenige bom men door vijandelijke toestellen gewerpen op Catania. Een vlieg tuig, data an den aanval deelnam en getroffen werd door afweervuur, stortte brandend in zee. W-ietunnen Driedaagsche te Antwerpen begonnen Het NederlaUds che koppel SchulteBoeyen houdt zich goed. ANTWERPEN, 15 Febr. (A.N.P.) Zaterdag is in het Antwerpsche Sportpaleis een begin gemaakt met de Driedaagsche wielerwedstrijd, waaraan, naast uitbuitend Belgi sche rijders ook de Nederlandsche renners Schulte en Boeyen deelne men. De uitslagen van den eersten dag zijn als volgt: Winnende koppels in den pun- teririt: Gebr. Maes, Thyssenv. d. 'Meerschaut, ScherensVisser, KaersBruneel, CoolsClautier, SchulteBoeyen, Somersv. d. Broek en de Kuysscher—-de Bruyc- ker. Als eerste 8 koppels in de achter volging- kwamen aan: Gebr. Maes, 'BuysseBilliet, Sche rensVisser, Koers-Bruneel, Cools- Clautier, Schulte Boeyen, Somers- v. d. Broek en de Kuysscherde Bruycker. Koppelwedstrijd over 50 km.: 1. de Kuysscherde Bruycker 1 uur 2 min. 8,4 sec. Op 1 ronde: 2. Thys- sev. d. Meerschaut; Op 2 ronden: 3. GoolsClautier; 4. BuysseBil liet; 5. de Backer-van Eenaeme; 6. Naye-van Simaeys; 7. KaersBru neel; Op 3 'ronmm: 8. Scherens— Visser; 9. Sdhulte-Boeyen; 10 Ro- main en Sylver Maes; 11 v. d. Broeck-Somers; 12. Janssen-van Mierloo; Op 4 ronden: 13. Aerts— Daneels; 14. JacobA. Francken; 15. v. Tongerloo—Wuytack; Op 7 ronden: 16. Buylen—JB. Francken. aandacht, 'dat een boterhandelaar inhet Westen des lands onlangs door den tuchtrechter tot een boe te van f 10.000 is veroordeeld we gens een tekort aan distributiebe scheiden. Slot. Rede van Prof. Snijder In antwoord op de rede van den Rijkscommissaris sprak hierna Prof. Dr. G. A. S. Snijder, President van den Nederlandschen Kuituur- raad, in het Nederlandsch: „JJ hebt, mijnheer de Rijkscom missaris, den Nederlandschen Kul tuurraad het cultureele geweten van het Nederlandsche volk ge- moemd en daarmede zijn grondslag en zijn taak aangewezen. Grond slag kan steeds slechts het volk in zijn geheel zijn, de Nederlandsche natie, niet in slaatschen zin maai* in de oorspronkelijke beteekenis een er gemeenschap door gelijkheid van ras innerlijk en uiterlijk ver bonden, en door een gemeenschap pelijk beleven van haar geschiede nis tot een bewuste eenheid gewor den. Wij deelen met het Duitsche volk onzen aard en ons bloed. De ge schiedenis van het Duitsche volk is echter slechts ten deele ook de on ze, en- juist de .laatste eeuwen heb ben geleid tot een toenemende verr wijde ring, welke Iftjn grond in de zeer sterke historische belevenissen van onzen tachtigjarigen oorlog, on zen opstand tegen een overheer- sching, die niet met onzen aard strookte, vond, die dan tot een ver vreemding werd, welke de laatste jaren bovendien nog door een angstpsychose werd belast" 't Probleem „massa". Hierop schetste spr. hoe juist de ze vervreemding tot een bovenma tige waardeering van het begrip „staat" leidde, tengevolge waarvan de beteekenis van het volk miskend werd en de overtuiging, dat een volk een eeuwig wordend, zich ver nieuwend wezen is, dat, gelijk ie der levend wezen naar zelfsverwer- kelijking streeft, verloren ging. De ze ontwikkeling werd dan nog ver haast door factoren van ui terlijken, aard als industrialiseering en vlucht naar de groote steden, waar door het problèem der massa" ont stond. „Daar ik overtuigd ben, dat al wat men voor kuituur kan doen van een gezond volkt dient uit te gaan en in een gezond volk ook slechts zijn grondslag kan vinden, is het mij een bijzondere voldoe ning, dat u juist ook de zorg voor de volkswaarden (Volksstumplege} als behoorend tot het gebied' van den N.K.R. hebt aangewezen. Wij ziillen daaraan bijzondere aandacht wijden en het als een onzer voor naamste takenbeschouwen, het volksche bewustzijn van uen Neder lander weer aan te kweeken en aan te sterken. Daartoe zal het_Jn de 'Wn eerste plaats noodig zijn den Ne derlander te bevrijden uit zijn krampachtige, op den slaat inge stelde bewustzijnsvernauwing en hem terug te leiden tot de ruime binding aan zijn volk. Ook cfaarom is het van belang, de verbondenheid als volk, die tusschen het Duitsche en N het Nederlandsche volk aan de ze en gene zijde der staatsgren zen bestaat, weer tot bewustzijn te brengen. Dat wil geenszins zeggen, dat wij een versmelting beoogen. Een dergelijke oplos sing van het probleem zou een groot verlies beteekenen en het zon ook niet in den zin van den Führer zijn, wanneer op die wflze de rijkdom der Ger- maansche verscheidenheid licht vaardig werd prijsgegeven. Gij zelf, mijnheer de Rijkscom missaris, hebt ons itnmers het vtfoord van den Führer gebracht, dat luidde: „Niemand zal gelukki ger zijn dan ik, wanneer wij in de menigvuldigheid en verscheiden heid van de Germaansche ruimte FEUILLETON Dr. Burmesters Roman van Hans HirUiammer (Nadruk verboden) 52. Lorenz moest even iets weg slik ken „Neen, een goed vriend". Zy stonden voor de huisdeur, in het half duister van een vooruit springend balkon, dat zich als een dak boven hen uitstrekte. Dorothy, die juist de deur wilde openen, keerde zich met een ruk naar hem om. Met haar rug tegen de huisdeur leunend, keek ze uit half gesloten oogen naar hem op. Lorenz stond dicht voor haar. Nu hief hij zijn hand op, streelde even met zijn vingertoppen haar wangen en legde daarna zijn beide hapden op haar schouders.' Zij scheen smaller, verteederd onder zijn aanraking. Een jong leven als het jouwe!..." fluisterde hij en lie^ haar los. Maakt u maar gauw open, juf frouw Dorothy!" zei hy en zijn stem klonk wat heesch. „Anders wordt het toch werkeiyk te laat om uw moeder nog lastig te vallen". De woning van de Müllers bevond zich op de eerste verdieping. Dorothy's moeder was in alle op zichten een gedistingeerde, maar bij na popperig teer 'uitziende, oude dame: Lorenz drukte heel voorzich tig haar kleine, smalle hand, alsof hg bang was haar pyn te doen. Min of meer verlegen, stamelde hij een paar woorden bm zijn laat bezoek te verontschuldigen, maar mevrouw MUller viel hem lachend in de rede. „De hoofdzaak is, dat Dory u eln- delgk heeft 'gevonden. Ik begon me werkeiyk al ongerust over haar te maken, want ze had zich dat plan nu eenmaal in haar hoofd gezet, en wat daar eenmaal in zit... Enfin, dat zult u zelf nog wel ervaren. Ik neem aan, dat. u intusschen alles reeds met haar hebt besproken. Maar gaat u toch zitten, dokter! U drinkt toch nog eerst een kopje thee mee, ja? jy ook, Dory?" „Graag, moeder! Zij schoof voor Lorenz een fauteuil dichterby en ging tegenover hem zitten. „Hier zult u dus voor een poosje uw tehuis vinden", zei ze glimlachend. „Hopen- lijk bevalt het u nogal". „Tehuis! Ik kan mij die plotse linge verandering van mijn levens omstandigheden zelf nog niet goed vqprstellen. Een uur geleden hield Ik mij nog met meer bescheiden plan nen bezig." „Myn dochter heeft mij een en ander verteld," hernam de oude dame het woord. „Dat moet toch vreese- lyk voor u zijn geweest, ik bedoel dat samenleven met zulke onbe schaafde, ruwe mepschen. Ver schrikkelijk lijkt me dat!" Lorenz vertrok zyn mond tot een glimlach. „Dan vergist u zich, me vrouw! Ik heb onder die zooge naamde onbeschaafde, ruwe men- schen de beste, trouwste kameraden gevonden". Mevrouw Müller scheen eenigszins getroffen te zyn. „Maar moeder!" kwam Dorothy tusschen beiden, om het gesprek een andere wending te geven. „Zou het op het oogenblik niet verkieselijker zqn dr. Burmester eenigszins in te wijden in de regels van het huis?" Mevrouw Müller knikte Lorenz minzaam lachend toe. „Ja, de kleine heeft gelijk". En daarop begon zij een heel verhaal over de gewoonten van de huishouding, den dagelyk- schen loop der dingen, welke by het ontbijt plachten te beginne» om bij het gemeenschappelgk conversatie uurtje op den laten avond hun einde te vinden en die in hun 'angstwek kende regelmaat dr. Müller zaliger reeds tot een kwelling moesten zijn geweest. Lorenz Burmester trachtte nochthans alles zoo goed mogelijk in zich op te nemen en een half uur later verloste Dorothy hem van den woordenstroom -door haar gast zijn kamer te wijzen. Toen zy zich over tuigd had, dat hier alles voor een behoorlyke ontvangst gereed was, stak ze hem lachend haar hand toe. „Ik wenseh u een aangename nacht rust, dr. Bui-mester! Slaapt u maar goed in uw nieuwe- rijk!En zorgt u er vooral voor morgen ochtend op tyd aan het ontbijt te verschijnen!" Magda Helling ontving haar be zoekers met open armen. Zy drukte Mariene hartelijk de hand, gaf den jongen een zoen en schoof beiden voor zich uit de eetkamer binnen, waar de tafel reeds gedekt was. „Dat heeft me wat moeite gekost voor ik uw gezellige woning ontdekt had. Wy zijn hy de stadsspoor in de verkeerde richting ingestapt. Het is om duizelig te worden, als je in die zee van huizen den weg moet zoe ken". „Als u maar eerst een beetje ge acclimatiseerd bent, valt dat "niet meer op. En hoe gaat het er ove rigens mee? U ziet er al heel wat beter uit dan gisteren". „Dat heb ik aan u te danken, me vrouw Helling. Mijn man heeft nog steeds niets van zich laten hooren, maar ik maak me nu ook niet onge rust meer." (Wordt vervolgd.) in "Europa de oude Nederlandsche kuituur tot een nieuwe en hooge bloei zien opgroeien en ontwikke len." Verhooging dor eigen kracht. Deze verzekering onzer kultu- reele zelfstandigheid, welke de leider der N.S.B. als kostbaar geschenk van den Führer on langs heeft bekrachtigd, zullen wij hoog schatten en behouden. Maar deze zelfstandigheid mag niet opnieuw tot een scheiding tusschen onze volkeren leiden." „Verhooging der eigen kracht op grondslag der volkswaarden schijnt mij de taak der N.K.R. te zijn. Ik leg den nadruk op eigen kracht p* N juist bij de beslissing over de vraag wat eigen, wat vreemd en wat verkeerd is moeten wij ons be wust blijven van onze door u ge stelde taak, het geweten van het volk te vertegenwoordigen. Wat is geweten'? Het geweten is eenvoudig het absolute, niet aangeleerde, maar aangeborene weten zonder meer, het weten, dat zich bij den enkeling op goed en kwaad, bij een volk op juist en verkeerd richt. Het is een bijna instinctief weten, dat waar schuwend of gebiedend verhoedend, maar ook aanzettend zich doet ge voelen. oZo dient ook de taak van den N.K.R. niet slechts een het ver keerde verhinderende, maar ook een het juiste bevorderende te zijn." Vervolgens stelde spr. dee vraag: Wat is juist, wat is verkeerd? En betoogde, dat het niet mogelijk is uitsluitend uit een beschouwing van het verleden het wezen van het Ne derlandsche volk te kristalliseeren en dat als maatstaf van juist of verkeerd te nemen. Historisch be zien, vertoont de Nederlandsche kuituur tal van radikale wendin gen. Aanschouw de kathedraal van den Bosch, het Amsterdamsche raadhuis van Van Campen en de Beurs van Berlage en men ziet eeh verschil zoo groot, dat men zich haast zou kunnen afvragen of hier het wezen van een en hetzelfde volk tot uitdrukking komt: Niettemin voelen wij dit als iets eigens. Veelheid van vorm. „Maar in dit eigene weerspiegelt de geest van den tijd, waarin het vorm kreeg en juist dit bewijst ons, hoe levend ons volk was, hoe vol zijn antwoord op den roep des tijds klonk. Zoo blijkt dus dat het Neder landsche volk over één rijkdom van mogelijkheden en vormen van uit drukking beschikt. Zeer verkeerd zou het nu zijn, wanneer men vroe gere uitdrukkingsvormen of zelfs een bepaalde, tot de alleen moge lijke en adaequate wozensuitdruk- king van ons volk verklaarde, zoo als dat in de laatste jaren al te vaak. geschied is en ook nu nog vaak gebeurt. Juist de veelheid van vormen leert ons dat het i>iet op den vorm, maar op het wezen aankomt. „Wij zullen ons dus niet met een historische beschouwing tevreden mogen stellen, want deze, gericht op het verleden, kan ons slechts een beperkt begrip van het Neder landsche wezen geven," Spr. betoogt vervolgens, dat wij van het inzicht uit moeten gaan zelf voor alles lid eener gemeen schap te zijn. Slechts dan kan in onze stem ook die van ons volk klinken, slechts dan kunnen wij de richting waarin het geheel zich be weegt, aanvoelen. „Richting" kan men echter slecfits erkennen als men. voorwaarts blikt en een doel voor oogen houdt. Wanneer wij de richting, die ons volk nemen zal, omdat het m-o e t, kennen, zoo zul len wij misschien moeizaam den weg moeten zoeken, maar missen zullen wij hem niet ook al zouden wij hem moeten banen. Een keerpunt liét verleden heeft ons geleerd, dat de weg van het Nederland sche volk niet rechtlijnig ver loopt. En zooals ieder onzer in zijn eigen leven keerpunten heeft gekend, zoo staat ook het Nederlandsche volk heden aan een keerpunt en moet in het onbekende en ongewone zijn weg zoeken. Het was steeds on ze trots, dat ons volk zich eens een eigen weg in de we reld gebaand heeft. Wie thans begrijpt, dat hier een nieuwe wereld ontstaat, die heeft de plicht, den nieuwen weg te zoe ken en te helpen banen. \X7 \NNF.ER het uw bedoeling is, lat de Nederlandsche Kuituur- raad het cultureele geweien en het Nederlantlsahe volk is, zoo kan de ze dit slechts zijn, wanneer hij po sitief tegenover de beslissing van het heden staat. Daardoor wordt ons onze richting aangewezen. Wij zien de gebeurtenissen niet als „veran deren de tij dsomstandigh e- den", maar gelooven aan een hoo- gere leiding, die zich daarin ver werkelijkt. Aan dit inzicht ontlee- nen wij den moed ook de conse quenties te aanvaarden en de ver- Hoofdredacteur: J. Keesman, Schagen. - Wnd. Hoofdred.: A. R. Jonker, Buiten- en Bin nenland. Schagen - Fred. Groot, ^phagen, Alg. reportage, Streeknieuws en Kunst - A. C. van Kampen, Rayon-redacteur Den Melder. pliéhting mede te werken, mede te handelen en te leiden. U zult heden geen concrete plan nen van mij verwachten. Wij zul len steeds dat doen, wat ons dien stig schijnt tot het hoogere doel en in overeenstemming met de rich ting van het geheel. Daardoor hoopt de N.K.R. het best het Nederland sche volk en dat niet alleen te dienen. Dat U den N.K.R. hebt ingesteld om de belangen van de Nederlandsche kuituur te j behartigen, is ons een bewijs, dat ook gij overtuigd zijt, dat voor het nieuwe Europa een zelfstandige Ne derlandsche kuituur een waardevol I en ontontbeerlijk bestanddeel zal zijn. In deze overtuiging vatten wij onze taak op, vertrouwend dat het Nederlandsche volk, wanneer het eenmaal zijn weg gebaand, zijn I plaats in de nieuwe gemeenschap veroverd heeft, den Führer, die ons allen de nieuwe wegen wijst en. thans het lot van Europa in zijn. j sterke handen houdt, en u, mijn heer de Rijkscommissaris, als den voltrekker van zijn wil, dankbaar zal zijn. Hierna begroette prof. Snijder de Generaal-Kommissarissen en de- Secretarissen-Generaal en richtte hij meer in het bijzonder het woord tot de leden van de eind 1940 door j hem opgerichten Nederlandschen Kultuqrkring. Dames en heeren, Het is al mee^ dan een jaar geleden, sinds wij voor het eerst bijeenkwamen en er js in dat jaar veel gebeurd. Van den beginne af aan hebben wij ge streefd naar samenwerking met de bezettende overheid, omdat wij in zagen, dat dit de weg was voof ons volk, op grond van ons verleden, onzen ingeboren aard en met het oog op onze toekomst, die wij niet anders clan in een groot Europeesch verband kunnen zien. De grondslag van deze samenwerking als gelijk- gerechtigdee partners ligt in ons zelfbewustzijn als. Nederlanders en de erkenning daarvan door de Duitschers, die in het nieuwe Eu ropa de leiding zullen hebben. Wij kunnen deze leiding te geree- der aanvaarden, omdat ons niet eens, maar herhaaldelijk onze cul tureele zelfstandigheid, dat wil zeg gen, ons bestaan als zelfstandig volk is toegezegd. WAT ^on noodzakelijker zijn, dan een orgaan te scheppen, dat, het Nederlandsche kultuurle- ven vertegenwoordigend, tevens het vertrouwen van het hoogste ge zag in ons land bezit. Zoo is de Ne derlandsche Kultuurraad ontstaan: het cultureele geweten van het Ne derlandsche Volk. Dat wil dus zeg gen, dat de Kultuurraad* in de eer ste plaats een Nederlandsche instel ling is, diei als een geweten, een waarschuwende stem kan doen hooren, wanneer Nederlandsche cultuurbelangen bedreigd worden, van welke zijde ook. Maar het geweten verhindert niet slechts. Belangrijker is, dat het aan drijft tot handelen ten goede. De taak van den Kultuurraad is der halve raadgevend in alle opzichten. Maar anderzijds zijn maatregelèn getroffen, dat de raad van den Kul tuurraad inderdaad ook gehoord worde, en niet lichtvaardig terzijde worde gelegd. De stem van het Nederlandsche volk wordt vertegenwoordigd door de leden van den Kultuurraad, die den President terzijde staan. Ik weet wel. dat enkelen, die zich zelf als de coryphaeën van de Ne derlandsche kuituur beschouwen en door velen ook zoo beschouwd wor den, ontbreken. Maar de Kultuur raad is naar andere gezichtspunten en op andere wijze dan 1 door het evenredig kiesrecht samengesteld: de criteria, die gegolden hebben zijn die van de toekomst, niét die van gisteren. Ik weet ook, dat enkelen, die ik hier gaarne gezien had, zich uit persoonlijke overwegingen onttrok ken hebebn aan een gemeenschaps taak, waarvan wij het algemeen belang zeer wel inzien. Des te meer waardeer ik het, mij ne heeren leden van den Kultuur raad, dat gij niet geaarzeld hebt uw taak in het belang van ons volk en onze cultuur op u te nemen. Ik dank u voor uw bereidwilligheid en verantwoordelijkheidsbesef. Op den duur zal het noodig zijn hét aantal leden van dit college uit te breiden, want al hebben wij niet elk onderdeel onzer taak een spe cialist noodig, op verschillende be langrijke gebieden zal nog moeten blijken, wiens stem hèt meest ver dient gehoord te worden. Wij allen, mijne heeren leden van den Kultuurraad, moeten open staan voor de verlangens en wen- schen. die in ons volk leven. Fcn punt wil ik hiér in het bijzonder naar voren brengen. Gij. medewer kers van den Nederlandöthen Kui tuurkring, die destijds den moed uwer toetreding bezetei^hebt. neemt een bijzondere plaats in. Het is mij een behoefte u de verzekering te geven, dat u een open oor voor uw gedachten en wenschen in den Ne derlandschen Kultuurraad zult vin den.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1942 | | pagina 2