De lucht
rooiers
van
HDITIIÜ
Strijd en Overwinning
Het gebruik van
gedroogde groenten
Beste jongens en
meisjes I
't Is verbazend aardig, te zien dat
Onze rubriek in de smaak valt.
't Beste bewijs daarvoor zien we
vandaag bij de briefjes, waarbij er
heel wat zijn van nieuwe vrienden
en vriendinen. Nu, hoe meer hoe
liever!
Alle brieven zijn beantwoord en
nu had ik een voorstel. Wat zouden
jullie er van denken, als we een
correspondentie-club oprichtten? Bij
voorbeeld: een meisje uit Schagen
schrijft af en toe een brief aan een
meisje in Den Helder. Een jongen in
Barsingerhorn schrijft een jongen in
Winkel, enzovoort. Als jullie er voor
gevoelen moet je dat volgende week
maar aan me schrijven. Dan zal ik
nagaan hoe dat verder geregeld kan
worden. Denken jullie er allemaal
maar eens over.
De prijs is gewonnen door:
RINSE SNIJDER,
Anemonenstraat 30, Den Helder.
Azrnie Vos, St. Maarten. En
Annie, is je Moeder al weer beter?
Wat heeft je zusje veel gekregen
met haar verjaardag.
Agners, Jan en Adria&n Tromp,
Schagen. Welkom, drietal! Ik
hoop, dat jullie trouwe vriendjes
zullen worden. Is jullie Moeder al
weer beter.
Rie Bakkum, Anna Paulowna.
Alweer een nieuweling. Ook welkom
hoor. Wat heb jij een mooi postpa
pier. Tot volgende week.
Clazlen Vorst, Wil je voortaan
ook in je briefje schrijven waar je
woont? Want van alle kinderen
kan ik dat niet onthouden.
Tonie Vader, Callantsoog. Dat
is jammer, dat de krant zo laat
komt. Dat zal wel door het weer
komen. Want de postverbindingen
zijn nu allemaal in de war. Maar ik
zal er rekening mee houden, hoor.
Trien Doefcs, St. Maarten. Na
tuurlijk Trien, mag je meedoen. En
is je zusje lief? Ik ben blij, dat de
eneeuw van de straten gaat hoor.
Janny Bijpost, St. Maarten. Er
komen deze week een heleboel
nieuwe vriendjes en vriendinnetjes
bij. Nu, dat vir.d ik leuk. Dus ben jij
ook van harte welkom. Is jouw
broertje ook lief, Janny? Dag!
Sientje Bouthoorn, Den Helder.
En heb jij het prettig in Schager-
brug, Sientje. Het deed me genoegen,
dat je zo blij bent met je boek. Houd
je van lezen? En heb je nog meer
boeken
Jan van Westen, St. Maarten.
Nu, ik za! ook lij zijn als alle stra
ten weer schooi, zijn en het niet zo
koud meer is. Vind je het'fijn, dat
je niet naar school moet?
Ilikus Hagenaar, Dirlcshorn.
Nog wel gefeliciteerd, Rikus. Ik
ben wel veel te laat. Maar ik wist
het niet. Je schrijft, dat je aldoor
het raadsel niet wist. Maar dan
mag je evengoed wel een brief
schrijven, hoor.
Hier schrijft iemand, dat
ze nog twee broertjes heeft, Mar-
tien en Jantje. En hij of zij schrijft
dat ze 24 Febr. jarig is. Wie ben je?
Je hebt vergeten je naam en adres
In je briefje te schrijven.
Sientje Karbee, Schagerbrug.
Verlang je erg niar Den Helder,
Sientje? Nu, ik denk de meeste
mensen wel.
Annie Bakker, Den Helder.
Welkom, Annie! Wat aardig van je,
dat je nog steeds wat brood hebt
voor de vogels. Want die hebben
het zo nodig, nu me die kou.
Jacob Graaff, Schoorl. Dat is
leuk hè, Jacob, zo met je slee van
een heuvel af. En wat glad is dan
zo'n baan, hè? Ben je niet bang, als
je zo hard naa. beneden gaat?
Annie Dolver, Den Helder. Nu
ik wilde ook graag dat de sneeuw
weg was, Annie. De vogels heb
ben het nu hard hoor. Ik denk, dat
die ook wel verlangen naar het
voorjaar.
Repelsteeltje, Den Helder. Na
tuurlijk mag je een schuilnaam ne
men. Alle mensen willen graag, dat
het gaat dooien
Jan de Graaf, Schoorl. Je
vraagt of ik kan schaatsenrijden?
Ja hoor Jan. En ik heb ook nog wel
gereden.
Hen Korbee, Schagerbrug. Je
heb zeker wel reuzehonger als je
steeds in de sneeuw speelt.
Lena Korbee, Schagerbrug. Zo,
was je zo big, dat je het boek had
gewonnen? Ik ben er blij om, dat
het naar je zin was. Wat fijn dat
je zusje voorleest. Gezellig is dat
Beppie de Boer, Den Helder.
Dat was geen grote brief, Beppie.
Krijg ik volgends week een gro
tere?
Jan Zegers, Den Helder. Eens
zal pe wel wat kinnen, Jan. Heb
maar geduld. En los maar trouw de
raadsels op.
Beppie Korbee, Schagorbrug.
Dat is zeker een mooi gezicht, Bep
pie, als de boomen met rijp bedekt
zijn. Vorige week op een morgen
was het ook zo'n mooi gezicht. En
evenals jij kan ik daar een hele
tijd naar kijken. Ik vind het dan
net een sprookje.
Ali van Straateu, Anna Paulowna.
Natuurlijk mag je meedoen, Ali.
Krijg ik volgende week een lange
brief van je?
Agaftha Pronk, Den Helder.
Zeker, Agatha, mag jij een gedichtje
schrij /en. En als het dan geschikt
is, zal ik proberen het te plaatsen.
Rein v. d. Vegtt, Wieringen.
Wat fijn, dat je een nieuwe slee
hebt gehad. Daar heb je nu plezier
van.
Jacobus Cornelissen Bals, Wierin
gen. Jullie houden zeker erg van
dieren, dat jullie er zo veel hebt.
Twee geiten, een paard en een
poes. Dat is heel wat. Ik heb alleen
maar een hond. En die kan vreselijk
brommen.
Theo de Kok, Schagen. Wat is
het koud gewejst hè, Theo? Zo,
gaan jullie weer naar Den Helder
terug. Vind je het fijn wonen in
Den Helder? Je broertje Leen mag
ook meedoen, hoor.
Dlkkie en Sillie Dompselaar,
Wieringerwaard. Zo Dikkie, had
jij geen tijd om een brief te schrij
ven. Had je het zo druk met sleeën
of schaatsen. Het was fijn, dat je
moeder het wou doen. De groeten
aan je moeder en aan Sillie.
Henk Eggink, Wieringerwaard.
Je zou zeker graag willen weten
wie ik was hè, Henk. Nu, je moet
maar eens raden. Zeggen doe ik het
niet. Sommigen zijn wel eens erg
„warm" geweest en één heeft het
eens geraden. Maar dat wist hij zélf
niet! Dag Henk.
Kika Hartman, Den Helder.
Nog wel gefeliciteerd met de ver
jaardag van je moeder. Zo, heb jij'
taartjes gegeten. Dat vond je zeker
wel lekker hè. Wat jammer, dat je
postpapier op is.
Corrie Bekebrede, Den Helder.
Ik heb inderdaad vorige week je
briefje niet gezien. Anders had ik
het zeker beantwoord. Je hebt mooi
postpapier, CoTie. Wees er maar
zuinig op, want je kunt het niet
meer krijgen. Weet je al wanneer je
naar Edam gaat?
Jannle Buter, nna Paulowna.
Ja, Jannie, ik kan me best voor
stellen, dat je moeder boos wordt,
als je met natte voeten thuiskomt.
Ten eerste Is het zeer ongezond en
ten tweede is het slecht voor je
schoenen. Of draag je al klompjes?
Annie en Rens de Jong, Schagen.
Dat zouden jullie wel willen hè, om
je met een reuze vaart van een hel
ling te laten glijden.
Berend Kok, St. Maartensvlot-
brug. Wat een gezellig groot ge
zin hebben jullie, Berend. Het is
's avonds zeker wel leuk, als jullie
allemaal thuis zijn.
Gerie. Muntjewerf, Schagen.
Het is te hopen Gerie, dat het nu
goed gaat dooien. Dan is alles weer
gauw normaal met het verkeer. En
kunnen jullie weer hele dagen naar
school. Dag Gerie.
Jan Visser, Burgerbrug. Nu
Jan, dat zou ik leuk vinden als je
buurjongetjes ook mee gaan doen.
We krijgen dan een hele grote
vriendenkring. Tot volgende week
Roelof Burgerbrug. Natuur
lijk Roelof, mag jij ook meedoen.
Ik vind het fijn als ik veel vriendjes
en vriendinnetjes lcrQg. Is je broer
tje lief? Schrijf je volgende week
je naam voluit in je briefje?
Jacob Bregman, Burgerbrug.
En heb je plezier met je nieuwe
slee, Jacob. Je vind het nu zeker wel
naar dat het gaat dooien Of met.
Martha Briars, Den Helder. Je
moet maar geduld hebben, Martha.
Wie jjeet hoe gauw je een prijs
wint. Doe maar trouw mee. Weet
je nu al wanneer je naar h?t zieken
huis moet? Schrgf het dan maar,
dan zal ik je een briefje schrijven.
Piet Tol, Den Helder. Hier heb
je dan eens een briefje voor je.
Vond je het in Egmond aan Zee
fijn wonen. Ik ben er van de zomer
dikwijls geweest. En vond het altijd
wel leuk. Waar woon je liever?
Trientje Pranger, Den Helder.
Gelukkig maar Trientje, dat het
dooit. Ik hoop ook maar, dat het
niet niet weer gaat vriezen. Krijg
ik volgende week eens een langere
brief van je?
Rinse Snijder, Den Helder.
Weet je al Rinse, wanneer je naar
het ziekenhuis moet. Schrijf het dan
even. Dan hoef jij niet te schrijven
en krijg je evengoed een briefje in
de krant van mij. Dag Rinse!
Alie Pranger, Den Helder. Nu
hoef je niet eer half uur te zoeken
naar je briefje. Want hier is het.
Krijg ik van jou ook eens een lan
gere brief? Fe";eiteer je vader maar
n~mens mij.
Everard Schouten, Zuld-Schar-
woude. Wat heeft jouw zusje een
mooie naam. Hoe wórdt ze ge
noemd? Annie of Anneke of mis
schien Ansje. Ben je er erg blij
mee?
Beppie Kole, Anna Paulowna.
Heb je veel plezier gehad in de
sneeuw, Beppie? Wat lag het op
sommige plaatsen hoog hè? Je kon
er gewoon niet doorkomen
Rekeltje, Scliagen, Wat heb jij
een leuke schuilnaam gekozen, Re
keltje. Doe je soms je naam eer aan
en ben je een rekel? Vind je dé
raadsels zo moeilijk. Doe maar goed
je best, dan leer je het wel.
Gerrie van der Wal, Je
schrijft hoe ik de tekening vind, die
je me stuurt. Maar ik heb gezocht
en nog eens gezocht, maar vond
geen tekening. Heb je vergeten hem
er in te sluiten. Houd ik hem nog
te goed
Brechtje van der Wal, En
Brechtje, wordt het, mooi, wat je
voor je moeder aan het maken bent.
Ik vind het leuk, dat jullie meedoen.
Maar schrijven jullie voortaan goed
jullie naam en adres in je briefje.
Dus niet alleen op de -nvelop.
Ike van der Wal, Ja, je zal
zeker wel koude benen gehad heb
ben, toen je door de sneeuw liep.
Had je geen natt' voeten, Ike. Of
had je klompen aan. Die zijn in deze
tijd beter dan schoenen.
OPLOSSING RAADSEL
VORIGE WEEK.
Horizontaal: Water, al, at, gezel.
Verticaal: Wrang, To, rafel, a z.
Goede oplossingen ontvangen van:
Wim v. H.; Gerrit de B.; Paul de
B.; Annie B.; Annie G.; Clazien V.;
Wim N.; Beppie de B.;Jan .Z.; Su-
zanna de B.; ~orrie v. B.; Piet J.
Annie D., Rinse S.; Trientje P.; Piet
T.; Piet de L.; Pietie en Attie W.;
Martha, Tony n Dientje B.; Henkie
en Jagtje S., Betsie, Corrie en Tinie'
B.; Rika H.; Netty R.; Bep L., Theo
P.; Alie P., allen te Den Helder.
Sientje R.( Schagerbrug: Marijke
W., 'Schoorldam; Rikus H., Dirlcs
horn; Jan van. V Sint Maarten;
Trien D., Sint Maarten; Tonie V.,
Callantsoog; Janny B., Sint Maarten;
Rie B., Anna 1 aulowna; D. Z., Ber
gen; Annie V., St. Maarten; Dikkie
en Sillie D., Wieringerwaard; Theo
d° K., Schagen; Rein v. d. V., Wes-
reland; Jacotus B., Westerland;
Aagje en Corrie S., Breezand; Ali v.
S., Anna Pauowna; Jan .de G.,
Schoorl; Henk E., Wieringrwaard;
Gerie M., Schagen; Berend R., St.
Maartensvlotbrug; Annie en Rens de
J., Schagen; Rieka S., Breukelén-
Nijenrode; Janine B., Anna Paulowna
NIEUW RAADSEL.
Zoek in de volgende zinnen woor
den, die op de landbouw betrekking
hebben.
1. Steeds hoger stond het water
Voor de Ouders
Een actueel
probleem
n.
Maatschappelijke toestanden zul
len steeds van invloed zijn op de
criminaliteit der jeugd. Krotwonin
gen, omgang van jonge kinderen met
volwassenen, die zoo vaak in woord
en daad in huis, werkplaats en daar
buiten, de zielen der jonge menschen
vergiftigen, armoede, weelde, enz.
enz. zijn zaken, welke in het verle
den, het heden en de toekomst er
waren, zijn en zullen zijn. We kunnen
ons theoretisch een ideale wereld
vormen, practisch zal het ideaal op
deze aarde nimmer verwezenlijkt
worden. We hebben in het verleden
de gevolgen der werkloosheid kun
nen zien, thans zien we den invloed
van het oorlogsgebeuren en wie durft
ons zeggen, dat na deze periode een
tijd zal komen, welke ons de ideale
samenleving brengen zal Zeker,
we verwachten haar allen, maar we
kunnen weten, dat maatschappelijke
misstanden nimmer gehee. opgelost
worden en wel om de eenvoudige
reden, dat niet alle menschen van
goeden wil zijn en a-sociale indivi
duen en groepen er wel altijd zullen
blijven. In tg den van armoede was
het de armoede, die in vele gezinnen
slechte verhoudingen, toestanden,
teweeg bracht, in tijden van weelde
is het de weelde, vaak door sterke
beenen amper te dragen, welk- men
schen uit het lood slaat.
Wg houden rekening met deze
feiten en zgn van oordeel, dat de
jeugdcriminaliteit in alle tijden bij
ali- jeugd voorkomen zal. Alleen
en dat kan als troost gelden, er zal
gradueelverschil zijn tusschen de
tijdvakken en d<- criminaliteit. M.a.w.
w gelooven in de betrekkelijke
macht der opvoeding, van het onder-
wijt en van de verbeteringen op-
maatschappelijk terrein.
Onder punt noemen wg de pro
blemen, welke verband staan met
de bestaande wereld- en levensbe
schouwingen en geloofsovertuigingen
Tn tijden van overgang is vooral cp
dit terrein de botsing hevig. We be
hoeven dit niet nader ie verduide
lijken. In onzen tijd is de botsing
tusschen de verschillende beschou
wingen en overtuigingen tot een
dramatisch gebeuren uitgegroeid.
Temidden van dit alles leeft de jeugd
die, de jeugdpsychologie heeft het
ons geleerd, zoo snel in vuur en
vlam staat, en men behoeft waarlijk
maar rond te zien in eigen omgeving
on te kunnen constateeren, dat vele
jongeren het niet weten te verwer
ker en, zij het onder invloed van vol
wassenen vaak,zich overgeven aan
allerlei excessen. En nu moge dit
weliswaar een tijdsverschijnsel lij-
k e n, in feite hebben we dergelijke
dingen ln alle tijden gehad. Zelfs in
rustiger tijden als die wij nu beleven
was de invloed van levens- en we
reldbeschouwing en geloofsovertui
ging op de jeugd groot. Fanatieke
dweepers sleepten de jeugd mede en
zweepten haar op tot daden, welke
niet vaak misdaden bleken te
zijn. Maar we behoeven niet eens de
aandacht te vestigen op dergelijke
„groote" invloeden. We weten heel
goed, dat volwassenen, die 't met' het
mijn en dijn niet nauwkeurig nemen,
de jeugd kunnen beïnvloeden en aan
zetten tot diefstal en geweldpleging,
dat een op godsdienstwaanzin lijken
de geloofsovertuiging slachtoffers
ihaakte onder jonge menschen, dat
een levensbeschouwing, gespeend
van alle gemeenschapsbesef, jonge
menschen kan brengen tot een
en naar de problemen. Ten slotteg
a-sociale levenshouding. Al deze
dingen brengen ons tot nadenken en
zoeken naar de problemen. Ten
slotte komen we tot de ontstellende
ontdekking, dat de problemen over-
stelnend zijn en dat we te ioen heb
ben met een complex. En in tijden
van hevige beroeringen wordt dit
complex nog vergroot door de nieu
we problemen.
166. De b(
zijn zak e
zwarte hai
mannen, d
mond brac
in het ruim. Zou het schip dan toch
zinken
2. Hoog en droog stonden wij op
een heuveltje.
3. Zou niemand het bedrog ge
merkt hebben?
4. Eerst rook ik ook een benauw
de lucht, maar na een poosje was ik
er aan gewend, en merkte ik er niets
meer van.
We kunn
aannemen:
den loop de
gaan zooals
machteloos
lijkheden, o
aan en lati
door de mc
Het beho
laatst gene
juiste en g
Het is di
uitgebreid
hulp van v<
schillende v
»taak. We
doktoren,
op gebied i
lgke macht,
De zorg i
de p r a c
en als onde
hier in dez
(we vatten
ding. onde!
middelen, le
om der will
ruimte het
bijdragen b
school.
En zoo
vraag: Wal
het terrein
fceit?
Wanneer
bezinnen, lc<
dat beantwi
derom stel
complex. I
kinderen, dj
lieleden en
waarmede 1
in aanrakir
0 n d e r w ij
leergang, dj
enz. en ten
1 e e r k r a c
het toezicht
opi oeding.
in zekeren
zelf zijn, zi
bulten wereh
tallooze pr<
blemen van
lijken aai*!,
men moet
den, dat de
school in hi
kring bij hf
voor deze u
ken.
De kind*
probleen
die veertig
heeft, heeft
veel prob'en
meenschapp'
scheiden bij
leerlingen, r
aantal verst
van zoo'n gi
wat weet e
kinderen, al:
onder zijn 1
rende een j;
uren van de
bleem! Hoe
school? Is 1
karakter
We hebbe
jeugd, kinde
der gegoede
abnormale j
misdadig a
zoo kunnen
levend mate
zer werken
nieuwe veri
een klas ka
uitoefenen c
de hoogere
men al weer
FEUILLETON
Dr. Burmesters
Roman van Hans Hirxhammer
(Nadruk verboden)
57.
Hij snelde haar na en vond haar in
haar eigen kamer voorover op den
divan liggend, het hoofd in een kus
sen verborgen en krampachtig snik
kend.
Hij ging bij haar op een rand van
den divan zitten, nam haar stevig bg
de schokkende schouders en bracht
zijn hoofd heel dicht bg het hare.
„Luister toch eens, Dorothy, wees
toch verstandig, ja... Ik mag je zoo
graag, dat weet je immers wel,
maar... Ik heb toch mijn vrouw... zij
wacht op me."
„Wachten! Wachten!" riep Doro
thy onbeheerscht, terwijl zij met een
ruk overeind vloog. „Dat is het im
mers juist, zg kan niets anders dan
wachten. Alles laat ze je alleen dra
gen. Je zou er allang bovenop zijn
geweest, als ze aan je zijde was ge
gaan, in plaats van altijd maar ach
ter je aan te loopen en zich door jou
te laten voortsleepen. Ja, ja, zij is
er de schuld van, dat je niet vooruit
komt! Waarom is ze niet met je
meegegaan naar Berlijn om haar aan
deel in den strijd op zich te nemen!
Zij zit thuis, veilig geborgen en
wacht. Tot het zoover is, dat ze in
een opgemaakt bed kan stappen.
Bah, dan is het geen prestatie meer
om een goede kameraad, een goede
vrouw te zijn!"
Lorenz had haar onverwachte uit
barsting met een zekere huivering
aangehoord. Haar woorden streelden
als een zoet vergif zgn zelfbewust
zijn; goed besbhouwd kon je niet zeg
gen, dat ze ongelijk had. Het viel niet
te ontkennen, dat haar conclusies een
grond van waarheid bevatten.
Hartstochtelijk sloeg Dorothy haar
armen om zijn hals. „Ik heb het...
uit liefde gedaan, hoor-je, Lorenz...?
Uit liefde voor jou... ben ik je nage-
loopen. Ik was het, die je uit je on
waardig bestaan wegsleepte, ik ben
het geweest, die je weer naar je be
roep heeft terug gebracht. Ik ik
heb veel meer recht op je dan die an
der ondaiiks alles! Lorenz!"
Daar boog hij zich over haar heen,
zgn lippen brandden op de hare; een
opwelling van onbedwingbaren harts
tocht verstikte zgn geweten.
Toen, plotseling was het, alsof hij
Marlene's gezicht voor zich zag. Een
oogenblik leek het, of die roode lip
pen, dat hooge voorhoofd, die scherp
gebogen wenkbrauwen, die lange
wimpers of dat alles aan Mariene
toebehoorde.
Hij sloot zgn oogen in volkomen
overgave aan een intens gevoel van
gelukzaligheid, die niet van deze
wereld scheen te zijn. Mariene,
Mariene!
„Lorenz!" fluisterde Dorothy hui
verend.
De vreemde klank van deze stem
bracht hem tot bezinning. Verward
en ontsteld staarde hg een oogenblik
naar het meisje daar voor hem. Dan
sprong hij plotseling overeind,
vluchtte de kamer en de woning uit,
rende de trap af, bereikte de straat
en dook in de menigte onder.
„Mariene!..."
Meer recht Wat Omdat zij
over grootere macht en onverbruik
te krachten beschikte Was dat
misschien een offer geweest of een
strijd? Ach kom, meisje Dorothy!
Zou jij voor me gehongerd hebben?
Zou jij dan misschien jaren lang
zonder klachten of verwijten nood
en zorg op je hebben genomen? Jij
hebt gemakkelijk praten, meisje Do
rothy, dochter van meneer doctor
Müller, jij hebt goed praten over
kameraadschap en steun en hulp.
Jg bent rijk en je hebt mij van je
rijkdom een kleinigheid afgestaan,
omdat je bah, wat jij zoo liefde
noemt!
Liefde!... Die wordt niet naar den
omvang van je hartstocht afgeme
ten, maar naar de grootte van het
offer, dat je bereid bent te brengen.
Het is geen kunst over liefde te
spreken, als je welvoldaan in een
goed verwarmde kamer zit en meer
dan een behoorlijk dak boven je
hoofd hebt.
Wat? Je had me willen helpen?
Nee, meisje Dorothy, koopen wilde
je me. Schitterend had je dat alles
overdacht, listig geënsceneerd en
uitgewerkt.
Wat je zegt! Jij zou, als je in
Marlene's plaats was geweest, met
mij mee naar Berlijn zijn gegaan?
Misschien zelfs wel loopend, wat?
En jg zou gevochten, werkelijk ge
vochten hebben en alle goede dingen
van jé leven aan dezen strijd ten
offer hebben gebracht Ach kom,
meisje Dorothy, dat geloof je toch
immers zelf niet!...
Het was hem nu, terwijl hij zich
een weg baande door de menschen-
menigte in de Leipziger straat, of
hij behoefte gevoelde Dorothy te
vernederen en haar handel wg ze aan
minderwaardige, Zelfzuchtige over
wegingen toe te schrijven. Het was,
alsof hij wraak moest nemen voor
het helaas onloochenbare feit, dat
het haar gelukt was hem „in haar
netten te verstrikken."
uurder greep geld
telde het in de vh
palmen van een i
de vingers in den
e*\ een
ien nu tweeërlei houding
1. Ons overgeven aar
:r dingen. Het moet maai
i het gaat. We staan toch
tegenover zoo veel moei-
f 2 We pakken de zaak
gn ons niet afschrikken
leilijkheden.
efi geen betoog, dat d°
■ernde houding de eenig
oeue is.
jidelijk, dat bg een zoo
problemen-complex de
elen noodig is. Voor ver-
'olksgroepen ligt hier een
denken aan predikanten,
>nderwgzers, autoriteiten
/an bestuur en rechter-
enz. enz.
/oor de jeugd behoort tot
tische sociologie
rdeel daarvan noemen we
e bijdragen de s c h o o
daaronder samen opvoe-
rwijs, leerkrachten, leer-
ierstof, enz.). We moeten
e van de ons toegemeten
begrip school in deze
eperken tot de lagere
komen we dai tot de
kan de school doen op
van de jeugdcrimlnall-
we ons op deze vraag
>men we tot de conclusie,
aordi ïg daarvan ons we-
t "oor een problemen-
Daar zgn allereerst de
m de ruders en fami-
de overige volwaseenen,
iet kind minder of vaker
ïg komt. Dan is er het
s, d.w.z. de leerstof, de
5 indeeling der stof, enz.
slotte zijn daar de
h t e n en allen, die
hebben op onderwas en
De schoolwereld moge
sin een wereldje op zich-
j staat niet los van de
1. Ook dit feit brengt
ïblemen met zich, pro-
permonenten en t^fde-
En met al dene proble-
rekening gehouden wor-
karkrachten der lagere
un dagelljkschen werk-
srhaling komen te staan
iteenloopende vraagstuk
keen. Ieder kind ls een
en een onderwijzer,
leerlingen ln zijn klasse
te maken met even zoo
nen. Zeker, er zijn ge-
eüjke dingen te onder
deze groep van veertig
naar daar is een grooter
shillen en juist die zijn
•oote beteekenis. En dan:
en onderwijzer van zijn
s hij ze slechts een jaar
tosde heeft, d.w.z. gedu-
a.ar nog maar enkele
:n dag? Een nieuw pro-
is het kind thuis, hoe in
iet sociaal? Hoe is zijn
n stads- en plattelands-
ren uit gegoede en min-
kringen, normale en
leugd, verwaarloosde en
tangelegde kinderen en
we voortgaan. Met dit
iriaal moet de onderwij-
en steeds staat hij v.>or
•assingen. Een kind in
n een kwaden in voed
>p de geheele jroep In
leerjaren zfln de probie-
anders. Oudere jongens
Hoe had jg je dat eigenlijk voor
gesteld, meisje Dorothy? Dacht je,
dat ik me misschien zou laten...
scheiden om jou te kunnen trouwen
En dat zou je hebben klaar gespeeld,
wat? Niettegenstaande je uit mijn
verleden wist, hoe het met Mar
iene gesteld is, dat een dergelijke
laffe streek haar in den dood zou
hebben gedreven
Geleidelijk vervloeiden zijn ge
dachten, hij liet zich doelloos met
den menschenstroom meedrijven,
kwam op de Spittelmarkt terecht,
boog de Wallstraat in en bemerkte
plotseling, dat hij de Krautstraat
naderde.
Verschrikt bleef hij staan. Het
Josefsheim! Dus daarheen leidde
zgn weg terug?
En vandaag hadden vijfentwintig
patiënten hem op zijn spreekuur
bezocht... Morgen zouden het er
stellig nog meer zgn geweest.
Het zij dan zoo!
Er bestaan nu eenmaal geen zij
wegen, waarop men het lot naar
zijn hand kan zetten. Men heeft
slechts te kiezen ln de diepte te ble
ven of den stijlen rechten weg
naar den top te wagen.
Het leven biedt geen concessies.
Het schenkt Je niets. Alleen op Je
eigen moeizame streven komt het
aan.
schel fluitsignaal liet hooren. Het
ging ze door merg en been, tot drie
maal achter elkaar, en ge
lukkig!
WAT RAUWE GROENTEN ER
DOOR VERHOOGT VOEDINGS
WAARDE EN SMAKELIJK
HEID.
Het Voorlichtingsbureau van dea
Voedingsraad schrijft:
Nu er in de groentewinkels wei
nig versche groenten te krijgen zijn,
ziet men meer en meer de „ge
droogde" groenten verschijnen.
De techniek van het drogen is
langzamerhand zeer verbeterd en
er zijn thans verschillende goede
soorten in den handel verkrijgbaar.
Hebben deze groenten nu waarde
voor de voeding en is het verant
woord om hiervoor een deel van
het huishoudgeld uit te geven?
Zij bevatten vrijwel alle voe
dende bestanddeelen van de
versche groenten. Alleen het
grootste gedeelte van het water
is verwijderd en bij deze bewer
king zijn enkelé vitaminen ver
loren gegaan. Het is daarom
van belang bij een maaltijd met
deze groenten oen rauw slaatje
te geven of aan stamppot op
het laatste oogenblik een kleine
hoeveelheid rauwe groenten toe
te voegen.
De verpakte soorten zijn het minst
aan bederf onderhevig. Het is ech
ter aan te raden om na opening van
het pak de groente spoedig op te ge
bruiken. Zij trekt nl. gemakkelijk
het vocht uit de lucht aan en gaat
dan schimmelen. Daar de inhoud
van de pakjes zoo gebruikt wordt
en er geen afval meer ontstaat, is
deze groente voordeelig in het ge
bruik.
In het algemeen rekent men. dat
100 gr. gedroogde groenten overeen
komt met 1 kg. versche groenten.
Het water, dat bij het drogen ver
loren ging, wordt door vooraf wee
ken of langeren tijd zachtjes koken
weer aan de groenten toegevoegd.
Dit moet voldoende lang geschie
den, wil de groente niet hard ea
onsmakelijk blijven. Het gebruik
van gedroogde groenten in soep ia
wel bekend, maar maakt u er ook
eens stamppot mee klaar.
Stamppot van gedroogde wortelen.
(voor 4 personen)
200 gr. schapenvleesch of rund-
vleèsch, 100 g. gedroogde wortelen,
2 kg. aardappelen, 2 flinke uien (of
prei), wat boter of vet, 100 g. rauwe
winterpeen, ca. liter water.
De wortelen weeken. Het in blok
jes gesneden vleesch met de ui
(prei) in de boter bruin bakken, de
gedroogde wortelen met de op het
pak voorgeschreven hoeveelheid
water (ca. \Vz liter) toevoegen en
alles zachtjes 40 min. koken.
Nu de in stukken gesneden aard
appelen en uien toevoegen en alles
samen gaar laten worden.
De aardappelen en groenten stam
pen en vlak voor het opdienen de
boter en de geraspte rauwe wortel
erdoor roeren.
en meisjes zitten vaak in dezeiifde
klasse eh he t probleem der co-
educatie en co-inatructiï treedt
scherp op den voorgrond.
Ovéeka.
Maar terwijl hij nog aarzelde
voelde hg zich, als door een ge
heimzinnige kracht tot het Josefs
heim aangetrokken. Had h(j daar, in
dieperen zin, eigenlijk niet meer
een tehuis gevonden dan b(j Arno
Meissner of bij Dorothy? Tot dat
oogenblik was h(J den juisten weg
gegaan en wat daarna was gebeurd,
dat was niet meer geweest dan een
laffe vlucht.
Met een zucht van verlichting
vervolgde Lorenz zijn weg. Koel en
nuchter overleg had gezegevierd
over zg'n innerl(jken tweestrijd.
Hij trof broeder Vincent in diens
kantoortje, waar hij juist bezig was
lange rijen cijfers samen te tellen.
B(j Lorenz' binnentreden keek hij
even op om daarna verrast van zijn
stoel overeind te springen.
„Meneer Burmester! U? Ja,
waar heeft u in 's hemelsnaam uit
gehangen Waarom hebt u niets
van u laten hooren?"
„Tja, broeder Vincent, om u eer
lijk de waarheid te zeggen, ben ik
verdwaald geraakt. Dat kan toch
den beste overkomen, niet?"
„Hm!" luidde het antwoord. „Het
kan wel, Ja maar een verstandig
en volwassen mensch als u moest
zooiets toch niet overkomen".
(Werdt vervolgd.y