Een jurkje van hout... Geestelijk leven Tob nooit Strijd en Overwinning Beste jongens en meisjes Ik heb niet geweten dat het plan, om jullie ook aan elkander brieven te lateif schrijven, zo geweldig in de geest zou vallen. Het blijkt van de week dat weer meer dan de helft met het plar instemt, zodat dit doorgaat. We spreken nu het volgende af: Wie geschreven hebben dat ze mee willen doen delen mij volgende week mede hoe,oud ze zijn. Voorts moet er duidelijk bij vermeld worden: jongen of meisje. Is dat afgesproken? Dan gaan we zo spoedig mogelijk met deze schrij verij beginnen. De prijs werd deze week gewon» Hen door: COOB BAIS, Westerlanderweg, Westerland, Wieringen. Ttea Breebaart, St. Maarten. Jg' zült wel vergeefs naar je briefje hebben gezochtt, Thea. Maar deze kreeg ik te laat in m'n bezit. Nu zal ik dan eerst de oude briefjes behandelen. Leuk is zo'n broertje van twee jaar hè. Kïoki Binong, Anna Paulowna. Ik zal blij zijn als hét weer omslaat. En zoals Dinsdag het weer was, Igkt het wel of we inderdaad mooier weer krijgen. Jannie Homan, St. «Maarten. Dat was nu jammer, Jannie, dit je de eerste keer dat je meedeed, je briefje niet in de krant zag staan, ilaar je bent er niet boos om, hè? Want het is .ie vorige keer een beetje in de war geloopen. Annie Kuiper, Jg hebt ver geten je adres in je briefje te schrij ven. Annie. Vergeet je het de volgen de keer niet? Ben je al weer betel en hoe is het met je kiespijn? Ga maar gauw naar den tandarts. Leo Gielas, Den Helder. Ik had je al gemist Leo bij de briefjes. Maar' je schreef deze keer geen lange brief. Klaas Gieles, Len Helder. Dat wil ik geloven, Klaas, dat als je de hele dag buiten hebt gespeeld, je '3 avonds vreselijke slaap hebt. Broer en Zus de Visser, Woud eend. Jullie verlangen zeker wel erg naar je vader en moeder. Be» valt het jullie nog steeds in Fries land? Jullie zullen wel genoten heb ben van de ijspret. Dóe jullie de groeten aan je Pake en Beppe en aan je Tantes? .Tiny Leen, Dirkshorn. Nu Tiny, dat is niet zo prettig, dat je naar het ziekenhuis moet. Maar mis schien ben je wel weer gauw beter. Je hoeft me niet tè schrijven uit het ziekenhuis hoor. Ik schrijf- je even goed wel. Dag Tiny, het beste hoor. Jannie Buter, Anna Paulowna. Leuk is dat hè,' een kat en een hond. Wij hadden thuis vroeger ook altijd beesten. Wij hadden 2 poesen, Ger- rit en Moos, een hond, en een schild pad. Nu heb ik alleen de hond nog. De andere dieren zgn allemaal!ge storven. Grietje Luwtje de Jong, St. Maarten. En Grietje," hoe gaat het met je vinger? Wordt hij al beter. Ja, het is wel vervelend om er mee in een doek te lopen. Houd jÜ zoveel van taart? Ik ook hoor. Annie Vos, St. Maarten. Ge lukkig maar, Annie dat je moeder* weer beter is. Want een zieke moe der is niets gedaan, hè. Jacob Pieter Bregman, Burger- brug. Ja Jacob, ik ken Dr. Van Waveren uit Den Helder ook hoor. Dus je mag ook meedoen met onze Correspondentie Club. Ik ben be nieuwd hoeveel kindéren er aan mee zullen doen. Zo kom je dan soms in kennis met een nieuw vriendje. Herin-n Pelgrim, Hensbroek. Natuur: "X Herman, mag je mee doen. Ik zal jou ook optekenen voor de Correspondentie Club. Wat leuk, dat jullie ook een schoolclub hebben. Henny van Galen, Amsterdam. De krant kwam zo laat, omdat het zulk slecht weer was. Maar als de briefjes te laat -waren hield ik daar wel rekening mee hoor. Annie De'ver, Den Helder. Je zult nog wel meer horen van onze nieuwe club. Maar eerst moet ik precies weten, wie er mee willen doen. Zo, slaapt jouw poes in de poppenwieg Geen wonder, dat hg dan 's avond3 niet in de schuur wil Kika Hartman, Den Helder. Eens zul jg heusch wel eens wat winnen. Maar net wat je Moeder zegt, - geduld hebben. Dick Breeker, Den Helder. En Dick, mag je alweer naar buiten;? Ik hoop ook dat de sneeuw gauw weg is, Tom Zuyderland, Burgerbrug. De Correspondentie Club gaat door, Tom. Je zult er nog wel van horen. AU van Straaten, Anna Paulow na. Een heleboel mensen verlan gen naar Den Helder Maar je moet maar denken, eens komt de tijd dat Den Helder weer beter bevolkt zal zijn. Dan is het vrede. Heerlijke ge dachte hè, Ali. Janny Bgpost, St. Maarten. Wil je je Vader mijn hartelijke, ge- lukwenschen overbrengen, Janny. Dat je Vader blij was met de tabak, kan ik me verbeelden. Maar met het lepeltje van jou zal hij niet min der blij geweest zijn. Is het kalfje lief, Janny? Brechtje van der Wal, N. Nie- dorp. Nu Breqhtje, dat vind ik ook, dat het moet gaan dooien. Gerrie van der Wal, N. Niedorp. Nu Gerrie, ik heb je tekening nog niet gevonden. Maar ik ben zeer nieuwsgierig naar de tekening, dié je me volgende week zal toesturen. Ieke van der Wal, N. Niedorp. Ik vind het leuk, dat jullie alle drie mee doen met onze Correspondentie Club. Jan van Werken, St. Maarten. Wat leuk hè, zo'n broertje van een jaar.'Ik 'vind het altijd zo leuk als ze leren lopen. Jannie Homan, St. Maarten. Je ziet, Jannie, dat ik je brietfje wel heb ontvangen. Want. er staat al een briefje voor je in' de krant. A. Btfpost, St. Maarten. Dat is zeker leuk c.n met een slee van eéfi hoogte af te glijden. Maar pas maar op, dat je schoenen niet slij ten of heb je al klompjes aan? Piet Schrijver, St. Maarten. Natuurlijk Piet, mag je meedoen. Wat jammer, dat die koe de melk emmer omschopte. Mag je 'alweer melken? Vind j'e het leuk werk? Annie Spruit, Camperduin. Wat heb je toch een mooi postpapier, An nie. Ik heb ook een hond. Maar mijn hond is maar klein hoor. Tonie V~*er, Callantsoog. Ja Tonie, ik zal in de krant wel eens nauwkeurig schrijven hoe het gaat met de club. Jan Viseer, Burgerbrug. Jk zal je wel zeggen met wie je moet cor responderen. Dat moet ik eerst nog eens uitzoek .1 Wil je Je zuster van mij feliciteren? Tea Breebaait, St. Maarten. Voor jouw geldt hetzelfde als wat ik aan Jannie Homan heb geschre ven. Dag Tea. Ik heb het liefste, dat de briefjes er-Dinsdagavond zijn. Makie Boontjes, Schagerbrug. Ik zal blij zgn als alles van de stra ten weg is. NeUie Lont, Wieringen. Ik heb wel geschaatst deze winter. Maar nu doe ik het ma«*r niet meer. Wat is het koud, hè. Was het leuk op de verjaardag van je vriendinnetje? •"an en Gerie Muntjewerf. Heb ben jullie je niet.' bezeerd' toen je tegen elkaar opbotsten? Wees maar voo-richtig hoor. Rikus Hagenaar, Dirkshorn. Wat zal het een gezellige club wor den hè Rikus. Want er doen een hoop kinderen mee. Annie en Re.is de Jong, Schagen. Nou, of ik op de Loet ben geweest. Maar jullie hebben me vast niet ge zien. Is jullie broertje ook al weer beter Rle Bakkum Schrijf je ook in je briefje waar je woont? Want al die adressen kan ik niet onthou den. Leuk is -»vn jon§re hond hè. Hier heb ilc iemand, die mee wil doen met de corresponden tieclub. Maar hij óf zij vergeet hele maal de naam te zeggen. Schrijf je het volgende week? Bep Tielens, Breezand. De krant kwam niet precies op tijd om dat de treinverbinding door het slechte weer in de war was. Over de Correspondentieclub hoor je nog wel. Agatha Pronk, Den Helder. Dat was een leuk gedichtje Agatha. Maar heb je dat zelf gemaakt? Sientje de Jonge Den Helder. Natuurlijk mag je meedoen met de Correspondentieclub. Rinse Snijder, Den Helder. Ik zal kijken of er een jongen in Wie ringen is, waar je mee kunt cor- respondeeren. Trijntje Kommer, Den Helder. Je schijnt een beetje boos op me te £ijn, Trijntje. Maar ik begrijp er niets van, waar dan je briefje is ge bleven. Want ik heb het heus niet gezien. Of geloof je me niet? Gerrit de Boer, Den Helder. Dat is zeker een prachtig verhaal, Gerrit, van „De Barmhartige Sama ritaan". De juffrouw op school kan zeker wel mooi vertellen, hè? Berend Kok, St. Maartensvlot- brug. Mag Je zusje al weer lopen. Ze is zeker wel lelijk terecht gekomen op het ijs. Ze heeft toch niets gebroken? Doe haar maar m'n groeten en vensch haar het beste. Jan, Plet, Nel en Trijntje Hoen- son, Ik hoop ook maar, dat de winter gauw verdwijnt, viertal. Maar als jullie de radasels niet kun nen, mogen jullie me evengoed wel schrijven hoor. Doet Betsie de vol gende keer ook weer mee? Henk Egglnk, Wieringen. Na tuurlijk mag je broertje van 13 ook mee correspondeeren. Hoe oud ben jij.' Henk Jullie horen nog wel over de nieuwe Correspondentie club. Engeltje Ie Boer, Den Helder. Hoe is het met de lip van je zusje? Schrijf je me iens een grotere brief want ik weet heusch niet wat ik je pioet terugschrijven. Coob Bals; Wieringen. Ik vind muizen ook wel leuk hoor. Het is alleen jammer, dat ze zoveel vernie len. Mijn hond is ook lief, hoor. Hij kan anders ontzettend brommen. OPLOSSING RAADSEL VÓRIGE WEEK 1. Gerst. 2. Oost, peen. 3. Rogge. 4. Stroo. Goede oplossingen ontvangen van: Janny B., St. Maarten; Coob B., Wieringen; Tiny L., Dirkshorn; Mi v. S., Anna Paulowna; Tom Z., Bur gervlotbrug; Nico eü Dick B., Den Helder; Kika H., Den Helder; Annie D., Den Helder; Henny v. G., Am sterdam-W.; Herman P., Hensbroek; Jacob Pieter B., Burgerbrug; Henkie B., Gretha B., Burgerbrug; Grietje Luwtje de J., St. Maarten; Jannie B., Anna Paulowna; Ieke, Brachtje en Gerrie v. d. W., N. Niedorp; Jon- ny H., St. Maarten; Jan V., Burger brug; Tonie V., Callantsoog; Annie S., Camperdüin; A. B., St. Maarten; Piet S., Sint Maarten; Makié B., Sohagerbrug; Thea B., St. Maarten; Rie B., A nnie en Rens de J., Schagen; Piet J., Den Helder; RikuS H., Dirkshorn; Jan en Gerrie M., Schagen; Nellie L., Wieringen; Bep T. Breezand; Sientje de J., Den Helder; Susanne de B., Den Helder; Agatha P., Den Helder; Jantje en Henkie S., Den Helder; Trijntje K., Den Helder; Rinse S., Den Helder; Rein v. d. V., Wieringen; Jan, Piet, Nel en Trijntje M., P. B., Schagen? Gerrit de B., Den Helder; Engeltje de B., Den Helder; Henk E., Wieringerwaard; Eliza- beth de B., Den Helder; Berend K., St. Maartensvlotbrug; Paul de B., Den Helder; Alie P., Den Helder; Trientje P. Den Helder; C. v. B., Den Helder; Luci W., Breezand; Tiny v. B., Den Helder;. Frecia,-Den Helder; Leni, Sientje, Beppie Hen kie K., Schagerbrug; Sientje B., Den Helder; Gonda G., Den Helder; An nie v. B., Den Helder; Corrie G., Den^ Helder; Cornelia, Margaretha B., Den Helder. NIEUW RAADSEL 1. Welke fabrikant vindt de meeste afnemers? 2. Waarin komt een edelman overeen met een boek? 3. Hoe kun je een zadel tussen twee ezels brengen? 4. Wie is de zoon van je vader en toch niet je broer? 5. Wie heeft sporen en is toch geen ruiter VOLKOMEN GELIJKWAARDIG AAN HET NATUURPRODUCT. Door Dr. H. LEONARD. In de laatste jaren zijn de syn thetische vezels een steeds groo- ter plaats gaan innemen in de textielindustrie. Vooral Duitsch- land heeft zich hierdoor onaf hankelijk weten te maken van den invoer van buitenlandsche textielgrondstoffen. De Duit- sche kunstzijde- en celwol pro ductie overtreft tegenwoordig in omvang den totalen invoer van wol en katoen van voor den oorlog. Daaruit blijkt, dat het celluloseverbruik sterk is toegenomen. Als grondstof voor de cellulose- productïe komt het beukenhout nog altijd op de eerste plaats. En juist daarom zijn de .uitgestrekte bosch- gebieden, welke Duitschland in het Oosten veroverd heeft, voor dit land van zoo groote beteekenis. In vrij- vvel onbeperkte mate kan daardoor de kostbare grondstof hout aan de textielindustrie en de cellulose- industrïe worden toegevoegd. Dat deze bosschen oordeelkundig wor den beheerd, is dan ook een eco nomisch belang van. de eerste orde, temeer daar de groei der bosschen zich over tientallen jaren uitstrekt en in ieder geval langzamer gaat dan de van jaar tot jaar toenemen de vraag naar celstof. ANDERE BRONNEN VAN GRONDSTOFFEN. Het is dan ook. niet te verwonde ren, dat tevens wordt uitgezien naar andere hronnen van grond stoffen voor de cellulose-industrie. Zulk een grondstof heeft men o.a. ook gevonden in het aardappelloof. Voorts is men er toe overgegaan, boomsoorten, die bijzonder snel groeien, aan te kweeken. Hiervoor komen in de eerste plaats populie ren in aanmerking. En dan moeten ten slotte nog de synthetische ve zels vermeld worden, die uit steen kool wórden gewonnen. De groote beteekenis van de-syn-, thetische vezels is hierin gelegen,' dat zij, zonder de gewone textiel- vezels te verdringen, als aanvulling van deze voor bepaalde doeleinden bij uitstek geschikt zijn. Vooraan in de rij der synthetische vezelproduc ten staat de zgn. Pe-Ce-vezel van de I. G. Farbenindiistrie,, welke on-. derneming acetyleen als grondstof gebruikt. De uit de Pe-Ce-vezel ver vaardigde weefsels munten uit door groote stevigheid en worden daar om hoofdzakelijk voor technische doeleinden gebezigd. Zij zijn duur zamer dan alle vroeger hiervoor ge bruikte stoffen. SYNTHETISCHE ZIJDE. Als synthetische vezel ten behoe ve van de textielindustrie werd het eerst in de Vereenigde Staten de zoogenaamde nylonzijde geprodu ceerd, die tevens moest dienen om tègpmoet te komen aan de bestaan de schaarschte aan zijde, welke zich door het uitvallen van den Japan- schen zijde-invoer nijpend deed ge voelen. Van dit product is de Euro- peesche textielindustrie echter ge heel onafhankelijk, en wel hoofdza kelijk doordat Duitschland er in slaagde, eep gelijkwaardige textiel- vezel te vervaardigen, welke de I. G. Farbe'nindustrie onder den naam van perlonzijde of perlonvezel in den handel heeft gebracht. Deze Vezel is zeer-elastisch en sterk; zelfs bezit het deze béide eigenschappen in nog grootere mate dan natuur zijde. Perlonzijde wordt daarom overal gebruikt, waar bijzondere eischen aan de weefsels worden ge steld en waar het op een langen levensduur aankomt. 171. De weg scheen omhoog te gaan. Soms was het of ze een soort trap op gingen, vijf, zes treden hoog, om dan opeens weer een bocht' te maken. Piet begreep er niets van, dat zijn vrienden zoo zon der zoeken de weg vasten, maar hij had geleerd, maar liever niets te vragen, en greep den bestuurder bij zijn gordel, om niet uit te glijden 'of- hen kwijt te raken. Af en toe keek hij een beetje angstig achter zich, om te kijken óf niemand hen volgde. Legaten. De kerkvoogdij der Nederlandschc Hervormde Gemeente te Krimpen aan de Lek ontving van wijlen mej. H. Albers van der Heul een legaat van f 6000.en van wijlen mej. J. G. van der Weiden .een le gaat van f 1000. Mar tin-Lu ther-bond. Tot voorzitter van den Martin- Lutherbond is gekozen de bekende theologische ischrijver de-kaan Christian Stolle uit Schwabach: secretaris werd ds. Paul Muth uit Erlangen. Twee brieven. Het Journal de Genève publi ceert twee brieven uit Rusland. Een Russische tolk schrijft; „In alle gebieden, die door de Duit- schors bezet werden, wordt de eere dienst weder in vollen omvang hersteld. Van alle kanten komen grijsaards, boeren, en brengen de voor de Mis noodige gereedschap pen. Op vele plaatsen ontbreken de'Misgewaden, doch dan cele- breeren de priesters in eenvoudige witte "boerenhemden. Het volk. waarvan men dacht dat het reeds lang door de godloozenpi/opaganda geheel vergiftigd was, bidt met hartstocht in de eenvoudigste ker ken en kapellen. Het is dus den bolsjewieken niet gehikt het diep geworteld geloof uit het hart der bevolking uit te roeien." Een Russische krijgsgevangene schrijft; „Wij hebben het gelui der klokken met onbeschrijflijke ontroe ring weer gehoord; want sinds vele jaren was klokgelui ons onbekend. Niets kan ons meer verheugen, dan nu onzen God openlijk te mogen aanbidden, kerkliederen hardop, te mogen zingen en niet méér onze heiligenbeelden in geheime olaat- sen te moeten verbergen, gelijk dat onder de communistische heer schappij het geval was. HISTORISCHE ANECDOTEN. Chopin. Ghopin was eens de gast van een dame, die het maar al te duidelijk liet merken, dat zij een grooten gast onder haar vrienden telde. Na talrijke vleierijtjes verzocht zij den componist iets voor haar en dg andere aanwezigen te spelen. Cho pin voldeed aan haar verzoek, nam aan -de vleugel 'plaats en speelde een heel korte prelude. „Speelt U maar zoo weinig?" vroeg de gast- vrouwe verwonderd. „Jawel mevrouw", antwoordde de componist, „ik heb intmers oók slechts weinig gegeten". Ney. Een der bewonderaars van den Hongaarschen heldenbas Ney zei eens tegen hem: „Waar haalt U die lage C toch vandaan, meester?" Verontwaardigd antwoordde Ney: „Die haal ik nergens vandaan, die heb ik zelf!" Begrijpen en voelen Niemand begrijpt wat hij gevoelt, of lièver; wat hij niet in staat is te voelen. Dit is een psychologisch feit. Wij zgn geneigd om afwijzend en dikwgls wat spottend te staan te genover datgene, wat wg niet be grijpen. Daardoor komt het, dat wij in ons onbegrip dikwijls kwetóen en dit is fout. Dat wg zonder begrip tegenover een gevoel staan, dat aan onze eigen aard vreemd Lj, kunnen wij niet helpen; dat wg een ander in diens onbegrepen gevoel kwetsen, is onnoodlg er onvergeeflijk, want het komt voort uit zelfverheffing en gebrek aan ruimtte van blik. Het niet-begrijpen van een gevoel zou ons tot nadenken moeten stemmen en niet tot ongeduld en spot. Er is niet veel levenskunst voor noodig om in ^harmoine te leven met menschen, die van hetzelfde type zgn als wijzelf; zij worden door hetzelfde in hun gevoel getrof fen als wij, en ongeveer op dezelfde wijze, zoodat ook hun reacties vrij wel dezelfde zin. Maar overal waar contrasteerende typen zgn, die in dezelfde omgeving moeten leven, komt er levenskunst bij te pas om de goedll harmonie te bewaren. Er zijn talie ze typen, u'ter sten en tusschen-typen, maar wie over het algemeen het meest en ht' felst met elkaar in botsing ko men, dat zijn de gevoelsmenschen en de verstandsnienschen. Met „gevoelsmenschen" bedoelen wij de echte gevoelsmensch, die zich meestal onbewust is dit te 2gn, niet het type daL. liters tranen stort over een sentimenteele film en er ge woonlijk In iedere situatie die waar achtig fijn gevoel vereischt, meestal •radicaal naast grijpt.»De echte ge voelsmensch den, stoot zien honder den malen aan het verstandstype, dat hij hard, nuchter en ongevoelig vindt. Daarbij ergert het verstandstype zich doorloopend aan den gevoelsmensch, die hg onpractisch, overdreven en sentimenteel virdt. Het gevolg is een doorloopende wrijving en een verstoorde harmonie. Nu gaapt er inderdaad een vrij diepe kloof tuaschen deze beide uiter sten, maar niettemin-kan het onaan genaam conflict veelal voorkomen in andere gevallen verzach* worden, indie- wij maar willen leéren, om elkander te nemen zooals we zgn,s ook zonder begrepen. Een gevoels mensen weet, dat iemand uit zijn omgeving nuchter is; nu kan hij die nuchterheid ni°* begrijpen, noch goed keuren, maar haar niettemin aan vaarden met de gedachte: „hij of zij is eenmaal zoo, 't is niet zoo kwaad be doeld." En er tevens aan denken, dat dé minder gevoelige mensch veel pgnlijks, maar ook veel liefs, dus veel levensdiepte mist. En de verstandsmensch probeere, om wat hem overdreven en sentimen- heel voorkomt, zonder spot voorbij te laen gaan. al komen hem zulke „ge voeligheden" ongewenscht en onbe grijpelijk voor. Aanvaarden zonder scherpe kritiek, elkander nemen zooals wij nu een maal zijn. Daa» ir ligt het geheim va!n een harmonisch samenleven. Dr. Jos de Cock. FEUILLETON Dr. Bürmesters Roman van Hans HirUiainmer t Nadruk verboden) 63. De ongewoon warme herfstdag, welke eindelijk op een lange periode van regen was gevolgd, had talloozen naar buiten gelokt. Op de kronke-' lende grintpaden van het uitgestrekte park verdrongen zich de wandelaars. Ontelbare moeders duwden haar kin derwagen welgemoed onder 't bruine loover der hooge beukeboomen, oude heertjes knipperden, genietend als grijze katers, tegen het verblindende licht der laatste zonnestralen en op de openbare speelplaatsen krioelde het van kinderen, die zich met alle mogelijke soorten speelgoed vermaak ten. Met schier plechtigen ernst en vol vaderlijken trots drentelde Lorenz, zijn zoon aan zijn rechterhand, langs de bloembedden en taxusheggen, maar dit eenzame wandelen begon den jongen al spoedig te vervelen. Bij ,een wegkruising wrong hij zijn. hand uit die van zijn vader om zich bij een grooten troep kinderen te voegen, die op een grasveld dooreen krioelden. Lorenz zocht een plaatsje op een van de banken In de onmiddellijke nabij heid van dit speelterrein en keek met welgevallen naar dé uitgelaten kin derschaar. In zijn handen hield hij Hansje's blikken emmertje, dat de jongen in zgn haast om weg te ko men. vergeten had. Onwillekeurig keerden zgn gedach ten terug naar hetgeen dezen ochtend was voorgevallen. Hij vroég zich af, of hij toch niet beter zou hebben ge daan zich de wijste te toonen en toe te geven Maar daar kwam zijn man- helgke trots dan weer tegen In op stand. Als hij dat deed, zou hij spoe dig heelemaal niets meer te vertellen hebben. Wat moest er nu verder gebeuren Als Mariene haar ongelijk niet inzag en niet meer naar hen terug keerde Nou, dan zou ze hem leeren jennen! Weliswaar wist hij op dit oogenblik" nog niet precies, waaruit dit „leeren kennen" bestond, maar in ieder geval zott hij wel het een of ander onder nemen om haar zijn onbuigzamen wil te toonen. ^Opkgkend, bemerkte Lorenz plotse ling, dat er van Hansje niets meer te zien was. Aanvankelijk maakte hg zich niet bijster ongerust; de. jongen kon niet ver uit de buurt zgn, zooeven was hij er nog geweest. Eenige minu ten verstreken zonder dat Hansje uit het kluwen*van kinderen te voor schijn kwam en nu hield Lorenz het op de bank toch niet langer uit. H' stond op en liep naar de weg-' kruising - om te zien, of zgn zoon misschien daarheen was afgedwaald. Niets! De jongen was weg! „Maar dat is immers onzin!" mom pelde Lorenz, terwijl hij nerveus aan zijh boord frommelde. „Zooeven speelde hg toch nog daar bjj die kin deren!",' Een zonderlinge verlegenheid weerhield hem er van bij de spelen de, kinderen op het grasveld naar Hansje te informeeren. Het zou te veel opzien ^baren, al die vrouwen zouden met den vinger naar hem wijzen en zich over hem vroolijk maken. „Zoo'n kwajongen!" trachtte hg bij zichzelf te schertsen. „Is dat even een bewgs van ondernemings geest! Zoo maax in het hartje van de wereldstad er van door te gaan en dat op zgn leeftijd!" Neen, het hielp niets of hg zich al wat wijs maakte. Hg had angst. Een angst, die onverwachts tot een w'-anzinnigen schrik aanzwol, toen hij bedacht, dat het park aan alje kanten door drukke straten was omgeven. Hpt lawaaierig getingel der trams, het getoeter van auto's, en het geknetf<n van motorrijwielen drong duidelgk tot hier door. Lieve hemel, als het kind in zijn onwe tendheid nu eens de veilige paden van het park verliet en op straat terecht kwam? Nerveus en zonder eenig overleg begon hij de omliggende paden af te zoeken. In zijn hoofd spookten fan tastische voorstellingen, waarin krachtig remmende auto's,ontstel lende kreten, ch midden op straat verdringende menschen en orde scheppende politiemanen een veel beteekenende en angstwekkende rol 9peelden. Lorenz verliet het park en door kruiste gejaagd alle omliggende straten. Toen ook deze poging geen enkel resultaat opleverde, voelde hij hoe een pijnlgke vermoeidheid zich van hem meester maakte. In zijn ver beelding zag hij' den jongen hulpe loos ronddolen in het labyrint van wegen, overgeleverd aan de vreem de, vgandige wereld. Nu begon Lcrenz van den weste- lgken ingang van het geheele park kris kras te doorkruisen. Zoodra hij een groepje spelende kinderen ont dekte, versnelde hij zijn pas. Nu en dan dacht hij Hansje's lichtgrijze jasje in het gedrang te ontwaren maar telkens, wanneer hy er met bonzend hart heensnelde, werd hij ornieuw teleurgesteld. Het kind erheen spoorloos van den aardbodem te zijn verdwenen. Eensklaps, toen de spanning en de martelende onzekerheid hem wél- haast te machtig dreigden te wor den, kreeg hij .een idee. Misschien had een of andere wandelaar zich over. het verdwaalde kereltje ont fermd en het naar het dichtstbg- zgnde politiebureau" gebracht, .zoodat de zoekende ouders hem daar in ontvangst zouden kunnen nemen. Natuurlijk, zoo moest het zijn en zoo \yas het immers ook te verklaren, dat hij Hansje nergens vond. Het bureau ag dicht bg, direct aan den rand van het park. De ka mers voor het publiek waren op de eerste verdieping en reeds bij het naar boven gaan, luisterd*-. Lorenz, of hij Hansje's stem niet hoorde. Maar de dienstdoende politieman schudde het hoofd en wierp nog een vluchtigen blik in een of ander ge heimzinnige kastje en verklaarde tenslrtte zonder veel belangstelling, dat tot dusverre nog geen aangifte was gedaan. Lorenfc was een zenuwtoeval na bij. „Maar mgn hemel... de jongen is al meer dan een uur zoek. Wie weet, wat hem overkomen ia!" De politieman .trachtte hem ge rust te tellen. Dat kind zoux wel terecht komen; hy moest nog maar eens goed zoeken. Mocht *de knaap aar het bureau worden gebracht Dan zou hg hem wel zoo lang by zich houden. Toen Lorenz weer op straat stond, gingen zijn gedachten plotseling naar Mariene uit en nu, in de op winding, waarin hg verkeerde, ver oorzaakt door den angs" om zijn zoon, dien hg onder zijn hoede had genomen, zag hg zgn liefdelooze, kinderachtige houding met ontsrei- lende duidelijkheid. Hoe was het mogelijk geweest, dat hg Mariene zoo had laten gaan, dat hg haar zoo /p.n zich had kunnen stooten? Hoe zeldzaam kwajongens achtig, hoe gruwelgk minderwaar dig had .lij zie aangesteld! En hoe wreed had het noodlot hem gestraft. Eiken dag ging Mariene met den jongen naar het park, malar haar ■wa: zóoiets nóg nooit overkomen. Aan haar was de jongen steeds ten- volle toevertrouwd geweest. Zij leef de immers iri het kind, zg was er als het ware een deel van. En hg had het ever zgn liart kunnen krijgen dit natuurlijke bondgenootschap ^te verbreken Eenvoudig uiteen te scheuren...! (Wordt vervolgd.),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1942 | | pagina 6