JEUGD ACHTER TRALIES Sanapirin aaa Oe lucht toovers van HGITIKA Ons nieuwe feuilleton Strijd cn Overwinning Een bezoek aan de Bijzondere Strafgevangenis voor jonge mannen Jeugd-crimioaliteit en haar bestrijding DE WEG NAAR EEN NIEUW LEVEN. IN de ruime, frissche gym- na3tiekzaal van de Bijzon dere Strafgevangenis voor jon ge mannen te Zutfen, staat een zeventigtal gevangenen opge steld. Stram in de houding, in drie gescheiden groepen.. Jon ge kerels, van zeventien tot twee en twintig jaar, gekleed in bruine .manchesterpakken. Het is een groote dag in het le ven van de jeugdige gevange nen. Vandaag zal, aan de hand van de uitgebrachte rapporten, een aantal hunner worden be vorderd tot een hoogere klasse en zij, die tot de bevorderden behooren, weten dat zij een nieuwe schrede hebben gezet op den weg naar de vrijheid. De directeur en zijn staf van me dewerkers weten echter ook, dat in deze jeugdige ontspoor den iets is gerijpt: het besef, dat hun levenshouding behoort te steunen op een zedelijk fun dament. .De plechtigheid duurt niet lang. In een korte, kernachtige toespraak heeft de directeur van de gevan genis, de heer Schotsman zich tot de jongens gewend. Striemend zijn de woorden waarmede hij het ge drag van een tweetal jongens gee- selt, die zich hebben vergrepen aan bezittingen van deze kleine gemeen schap want dat is deze jeugdge vangenis en het in hen gestelde vertrouwen hebben beschaamd. Maar als hij zich richt tot de bevor derden en vooral tot de bevorder den'naar de hoogste klasse, le hij geen strenge gevangenisdirecteur, dan is hij een opvoeder van deze jongens, die immers nooit een goe de opvoeding ontvingen en meer nog, dan is hij een vaderlijk vriend. En als hij dan ook het woord tot' deze jonge mannen richt, en hen vraagt, of zij hun eerewoord willen geven om het in hen gestelde ver trouwen niet te beschamen, hun op dracht naar hun beste weten uit te voeren enal huri krachten te willen stellen'in dienst van de ge meenschap, dan kijken vier paar oogen hem open en recht aan en duidelijk klinkt het antwoord: „Ik wil!" OPVOEDING VAN EEN GEDETINEERDE. MET den directeur maken wij vervolgens een rondgang door de gevangenis. Eerst langs de cel len van de observatieklassé. Want hier vangt het nieuwe leven van den veroordeelde aan. Een maand verblijft hij in de observatiecel. Geen versiering is in het kale ver- Hun vrije tijd brengen de der de ldassers in een gezellige re creatiezaal door. De „cel" dient nog slechts als slaap- en stu deervertrek. (Foto's V.P.B.— I.P.R.S,—van Suchtelen). trekje te vinden, slechts een opklap bare brits, ©en stoel en een klap tafel vormen het meubilair. Alleen voor de godsdienstoefeningen voor de morgenexercitie en voor de ver dere lichaamsoefening verlaat hij de cel. In deze mahnd wordt een onder zoek naar zijn.geestelijken, intellec- tueelen en physieken toestand in gesteld en wordt de gevangene nauwkeurig door den directiestaf en de overige ambtenaren geobser veerd. Dan, als blijkt, dat hij voor verdere strafopvoeding in aanmer king kan komen en zijn gedrag hiertoe aanleiding v geeft, volgt plaatsing in de tweede klasse. Nu is de cel voor hem slechts ver blijfplaats geworden voor den nacht en drie uren, welke hij niet door brengt in gemeenschappelijken ar beid bij school- en godsdienstonder wijs, corvee en lichamelijke oefe ningen. De inrichting van de cel verandert, hij mag er enkele eigen bezittingen hebben er is een ta fel gekomen, een wandversiering. De gevangene leert weer arbei den; vrije- en ordeoefeningen sta len geest en lichaam, hét meestal gebrekkige en grootendeels verge ten onderwijs wordt opgefrischt en uitgebreid. In de boekbinderij, de stoffeerderij, de meubelwerkplaats en de smede rij leert hij een vak en hij leert het grondig. Daarvan getuigen de meu bels, die wij zagen, het bindwerk en de overige vervaardigde artikelen. DE WEG NAAR DE MAATSCHAPPIJ. 'T'EN slotte komt de bevordering r- naar de derde klasse. De cel, welke op de bovenverdieping ligt en een onbelemmerd uitzicht geeft op de velden, rondom de gevange nen is geen cel meer. Het is een ruim vertrek, met een kast, een teekentafel voor hen, die vakonder wijs krijgen, een vloermat, tafel kleed en foto's aan den wand. Hier slaapt de gedetineerde, hier studeert hij. Hij eet met zijn klasse-genoo- ten, hij verblijft met hen in de rui me, frissche recreatiezalen. Hij wandelt, zij het onder bewaking, met zijn klasgenooten in de vrije natuur en in den zomer trekt de directeur er een enkele maal met zijn jongens op uit. Een geheelen dpg buiten de muren van de ge vangenis. En het is hier, in deze klasse, dat de ontspoorde jeugd nieuwe levenskrachten krijgt een nieuw zedelijk bewustzijn. Hier, in een omgeving van onopvallende be waking, van groótere bpwegings- rPOT de brandendste proble- men, waarmede deze tijd te worstelen heeft, behoort onge twijfeld dat van de Jeugd criminaliteit Men behoeft slechts de jongste gegevens^ van het Centraal Bureau voori de Statistiek te zien, om zich een weinig rooskleurig beeld te kunnen vormen van «de steeds toenemende misdadig heid onder de jeugd. Het ontbreekt een groot gedeel te van de huidige rijpere jeugd in ons land aan een zedelijk fundament bij den opbouw van haar levenshouding. Het ge volg hiervazr is, dat bij velen het bruutste egoïsme alle an dere gevoelens in de kiem ver stikt. Anderen opgegroeid in 'n zich aan bandeloosheid en tuchteloosheid te huiten gaand - jeugdleven, ontwikkelden zich tót jonge kerels zonder rugge- graat, die in geen enkel verlei delijke situatie weerstand ver- friochten te bieden en, on verbid» delijk met den strafrechter in aanraking moesten komen. Het is naar aanleiding van de ze brandende kwestie, dat een verslaggever van de V.P.B. een bezoek bracht aan de Bijzonde- re Strafgevangenis voor jonge mannen te Zutfen. In een twee tal artikelen zal pij een in druk trachten te geven van dit wel zeer belangrijke instituut, waar, zij het helaas in zeer be scheiden mate, een gedeelte van deze ontspoorde jeugd voor de samenleving behouden kan worden en, geestelijk en zedelijk gesterkt opnieuw een plaats in deze maatschappij kan innemen. vrijheid krijgt de voormalige slap peling een nieuwe ruggegraat, leert hij sociaal voelen en denken en van hier uit kan hij tenslotte voor waardelijk in vrijheid worden ge steld. In enkele trekken is in dit arti kel getracht een indruk te geven van het leven in de Bijzondere Strafgevangenis voor jonge man nen te Zutphen. In een volgend artikel meer over de resultaten van dit belangrijke opvoedingswerk. De „cel" van een derde-klasser De platen aan den wand, de bloemen op tafel, het tafel kleed, kortom al die kleinighe den die het verblijf veraange namen, heeft de veroordeelde zich door voorbeeldig gedrag, vlijt en ijver verworven.,. Nog slechts korten tijd en hij zal als een flinke kerel, met ge rijpte levenservaring en her wonnen zedelijk inzicht in de maatschappij' kunnen terug- keeren. RheumaJische kwellingen heeft een zekere pijnstillende uitwerking. Neder/andschBuisje 4-O et. Beste jongens en meisjes I Let goed op: volgende week zal il. nu de namen en adressen opge ven van die jongens en meisjes, die zich hebben opgegeven voor de Cor respondentie-club. Ik zal alles sor teren, zodat jullie over enkele da gen elkaar de eerste brief zullen kun nen schrijven. Er waren van de week minder briefjes dan anders. Hoe komt dat? Volgende maal reken ik op de sta pel, die anders binnenkomt.' Het blgft inderdaad maar koud, zoals de meesten van jullie schrijven. Ver geet echter ni t, dat iedere dag ons dichter naar de lentebrengt en dat het niet zo heel lang meer zal du ren, voordat deze barre winter tot het verleden behoort en we weer van de zon en de zomer kunnen genieten. De prijs werd deze week gewon nen door: GONDA CfOEDEGEBUUR, - Van der Han\straat 4. En nu de briefjes: Annie Kuiper, Hier is het ant woord op je briefje van vorige week. Je ziet dus, ik heb het wel ontvangen. Mag je alweer buiten? Cornelia Bekebrede, Den Helder. En Corrie, heb je het leuk gehad in Edam? Jullie wonen dus nog steeds iri Den Heluer. Moet je alweer naar school Alie Pranger, Den Helder. Is je moeder al weer beter, Alie Het is niet prettig hè, als je moeder ziek is. Wens haar' maar namens mij beterschap. Trientje Pranger, Den Helder. Je hebt de bijzonderheden wel in de krant gelezen hè, over de corres- pondentieclub. Schrijf nu maar gauw, hoe oud of je bent. Trien Doet», Si-1 Maarten. Dat kon je vader vast niet helpen, dat hij de inktpot omgooide. Was het niet een vieze boel op het tafelkleed? Dag Trien. v Tlny Leen, Dirbshom. En Tiny, hoe gaat het met jou? Ben je al ge opereerd Als je eens mag schrij ven, krijg ik dan een briefje van je. Dag Tiny, het beste hoor. Jacob Glas, Alk naar. Aardige plaats is Alkmaar hè Jacob. Waar jij op school bent, dat weet Ik wel. De omstreken zijn ook mooi hè. Of woon je liever in Den Helder? Marie Noot, Camperduin. Dat wil ik gelooven, Marie, dat je in 'Camperduin fi'n kan sleden. Maar ik zal toch blij zijn, als de sneeuw- boel weg is. Over de club hoor je nog wel. Karei Dekker, St. Maarten. Natuurlijk, Karei, mag je mee doen. Wat een gezel >ig groot gezin heb ben jullie. Dus tot volgende week, Karei. NelUe Lont, Wleringen. Leuk is dat hè, als 'e twee poesen hebt. Ze zijn zo schattig. Wij hadden vroe ger ook altijd x>esen. Piet de Vet, Schagen. Dat is lang geleden Piet, dat je me schreef. Was je me vergeten? Fijn dat Tiny weer thuis is. En dat ze Zoveel is aangekomen. Dag Piet. Tiny de Vet, Schagen. Fijn Tiry, dat je weer thuis bent. Je hebt het zeker wel naar je zin gehad in Egmond aan Zee. Maar bij je moe der thuis is het toch maar het fijnste. Janny B U post, St. Maarten. En Janny, kun je goed aardappels schillen Niet te dik doen hoor. Want dat'kan nu niet, nu de aard appelen op de bon zijn. Pleter Sparnooy, Breukelen. Natuurlijk Pieter, n.ag je meedoen met de briefje.-, Ben je alweer be ter? Het boek kwam dus goed van pas. Annie Spruit, Camperduin. Ge lukkig wel, Annie, dat de sneeuw van de straten gaat. Het heeft nu lang genoeg geduurd. 176. Hij sloeg in het. rond, liep heen en weer, maar de wolk bijen bleef om zijn hoofd meevliegen en af en toe kreeg hij een steek op zijn neus, handen, of in den hals. Hij brulde van pijn en woede, ter wijl zijn gezicht leelijk begon te zwellen. Rikus Hagenaar, Dlrkshorn. Vond je het raadsel te moeilijk? Krijg ih volgende week een grotere brief van je; want deze was maar erg kort. Kika Hartman, Den Helder. Jij vond dus ook al de raadsels moeilijk. Maar ze kunnen ook niet altijd even makkelijk zijn. Pas maar op, dat je niét ziek wordt met die natte voeten. Martha Briars, Den Helder. En Martha, lig'jij al in 't ziekenhuis? Hoe gaat het er mee? Houd je maar erg kalm, dan ben je gauw weer beter. Dag Martha, beter schap hoor. Rein v. d. Vegt, Wleringen. Dat vind ik ook Hein, dat je geduld moet hebben. Want wie weet, win je ook gauw wat. Maar dat kun je nooit te voren weten. Dag Rein, toj; volgende week. Coob Bals, Wieringen. Dat was geen grote brief Coob, zelfs een hele kleine. Ik weet heus niet wat ik je hierop terug moet schrijven. Dus zeg ik maar tot volgende week. Rika Bont, Anna Paulowna. Welkom, nieuweling. Onze -club wordt al echt groot. Ik heb ook een hond. Maar die bromt altijd zo. Dag Rika. Lida Geervliet, gt. Pancras. 'Jij mag meedoen met onze niéuwe correspondentieclub. Dag Lida! Tonle Vader, Callantsoog. ik za' zien Tonie, dat jijvmet een meisje kan corresponderen, dat ongeveer zo oud als jij bent. Een gezellige brief heb je geschreven. Dat vind ik altijd zo leuk. Tea Bree-haart, St. Maarten. Dat was even een gezellige brief, Tea. Wat kan jij je moeder al fijn helpen. Dat vindt ze zeker wel erg prettig. Dag Tea, Jannie Ho man, St. Maarten. Je kunt wél zien, dat Tea en jij vriendinnen zijn. Jjj schrijft me ook al zo'n prettige brief.' Tot volgende week, Jannie. P. Schrijver, St. Maarten. Nou dat is toch ook jammer, dat al je konijntjes dood zijn gegaan. Maar het is ook zo koud geweest. Annie Vos, St. Maarten. Jij bofte even met je twee stukken taart. Was het lekker? Je hebt mooi postpapier, Annie. Eenvoudig en netjes. Jac, Bregman, Burgerbrug. De bedoeling was wel om naar een zelfde vriendje te blijven schrijven. Want steeds afwisselen gaat slecht hoor. Maar ik zoek wel een aardig vriendje voor *e uit. OPLOSSING RAADSEL VORIGE WEEK. 1. De hoodenfabribant. 2. Ze hebben allebei een titel. 3. Door er zelf op te gaan zitten 4. Jezelf. 5. De haan. Goede oplossingen ontvangen van: Marie Noot, lamp.; Jannie Bijpost, St. Maarten- -Trien Doets, St, Maar- tenbrug 102; Karei Bekker, St. Maar ten; Annie opruit, Camperduin; Rein v. d. Vègt, Wieringen; Kika Hartman, ■Dén Helder; Corrie Goedegebuur, Den Helder; Gonda Goedegebuur, Den Helder; Tejf Breebaart, St. Maarten; Jannie Homan, St. Maarten; Annie Vos, St. Maarten; Henk Bregman, Zijpe; Jos. Bregman, Burgerbrug. NIEUW RAADSEL. X doorzichtige stof. X kleur. X windstreek. X vind je in elke bakkerij. X getal. X vind je op een schip. X vettige vloeistof. X honderd jaar. X niet goedkoop. X moeten we allemaal, om in leven te blijven. X geurige bloem. Op de kruisjes lees je van boven naar beneden de naarp van een ge liefd familielid. Bij het einde van het loopende 1 feuilleton verheugt, bet ons de l trouwe leeersschare te kunnen i mededeelen, -dat wij er in ge- slaagd zijn de hand te leggen op een nieuw feuilleton, dat alle eigenschappen bezit om jonge en oudere lezers gedurende eenlge I maanden te boelen. Het feuilleton heet „Mysteries I rondom „Vredelust"," en betreft een geval uit de praktijk van In specteur Sanders, lid der. Cen trale Recherche en geschreven door Udo van Ewoud. Men zal constateeren, dat dit I een wel bijzonder spannende I detective-geschiedenis ls, waar- van de ontknooping eerst aan het einde van bet verhaal plaats 1 vindt. Het kan niet anders of alle feuilleton-lezers zullen geduren- I de gerulmen tyd hun hart kun- I nen ophalen aan een verhaal, I dat uitmunt inzake spanning en mysterie. FEUILLETON Dr. Burmesters Roman van Hans Hlrvhammer (Nadruk verboden) 69. Zij trachtte haar armen naar hem op te heffen, maar het scheen, dat deze inspanning haar te veel was. Hulpeloos leunde zij tegen de post van de deur, starend naar haar man, alsof zij nog steeds niet kon gelooven, dat h\j het was, die daar aan Welkenlaub's schrijfbureau zat. Dan plotseling liepen zij beiden op elkaar toe en het volgend oogen- blik lag zij snikkend in zijn armen. „Lorenz, jij bent „Ja, Mariene, ik heb de praktijk van dr. Welkenlaub overgenomen." „Datis de mooiste dag, van mijn leven." Lorenz legde zijn armen om haar schouders, impulsief, met het sterke gebaar van den man," die zich weer meester over zichzelf voelt. En dan kwamen reeds de eerste patiënten. Mariene trok haar witte jas aan en stelde zich -met een ge lukkig lachje aan haar man voor. v „Hoe vaak hebben we niet van dit oogenblik gedroomd!" „En nu is het dan werkelijkheid ge worden, heerlijke werkelijkheid!" De wachtkamer liep vol, het werk begon. Er waren eenige menschen geko men, die den jongen dokter reeds destijds bij zijn korte optreden in de Potsdamer straat hadden geconsul teerd en die nu in hun enthousiasme beloofden dr. Burmester's terugkeer In de geheele wyk te zullen verkon digen. Reeds deze eerste dag beloofde zeer veel goeds. Toen het spreekuur al lang voorbij was, bleken er nog steeds patiënten in de wachtkamer te zitten en Mariene constateerde met blijde verrassing, dat de brave collega Welkenlaub zelfs in zijn beste dagen niet zooveel toeloop had gehad. Het was werkelijk wonderbaarlijk en Lo renz verdacht er dr» Welkenlaub dan ook sterk van, dat deze op de een of andere manier de overweldigende be langstelling had weten te bevorderen. Toen de laatste patiënt eindelijk het huis verliet, was het bijna middag geworden. „Nu komen de ziekenbezoeken!" ze: Mariene, terwijl zij hem een aanzien lijke lijst met namen voorlegde. „Kind!" straalde Lorenz, „als dat zoo doorgaat..." Daarop liet hij haar alleen. „Ik kom pas tegen het middagspreekuur terug. Laat Otto wat voor je halen. Later kunnen we wel een oventje in Welkenlaub's slaapkamer laten plaat sen!" Voor hij echter zijn patiënten af ging, nam hij een trammetje naar moeder KUlcke, voor wie hij een paar belangrijke opdrachten had. „U pakt al onze eigendommen in, neemt een kruier en rijdt dan met den jongen naar Grunëwald. Ik heb in de Hindenburger allee een woning gehuurd, nummer 68, eerste étage. Hier zijn de sleutels! En hier hebt u geld! Maakt u alles voor een schit terende ontvangst gereed! Ik kom ihet mijn vrouw tegen zes uur. Maar, denk er om niet open doen, als wij bellen, ik heb nog een sleutel. Kan ik er op aan, dat alles prima in orde komt?" Moedr Klilcke beloofde het. Ook het middagspreekuur verliep alleszins bevredigend. De mare scheen zich reeds te hebben verbreid, dat de jonge dokter Burmester wéér in de buurt was teruggekeerd, met het ge volg, dat een aantaT oudere dames haastig raad kwam vragen voor haar migraine en andere kwaaltjes. Het is de belocning voor ons door zetten", zei Lorenz, toen eindelijk de laatste vertrokken was, „Ik heb het je altijd wel gezegd, dat ons vertrou wen eens zou worden beloond". „Ik ben de gelukkigste vrouw van de wereld, Lorenz!" „Wat je, naar ik .hoop, niet belet ten zal om je nu zoo gauw mogelijk gereed te maken, want ik kan niet te laat in Grunëwald aankomen". „Moet dat dan beslist vandaag nog?" klaagde Mariene. „Ik had het zoo heerlijk gevonden om vandaag verder met ons belden te Wijven. En Hansje zit den heelen dag alleen thuih die verlangt natuurlijk ook naar ons!" „Het moet, Mariene!" „Kan ik dan niet alleen naar huls gaan??" „Èr is me-veel aan gelegen, dat Je mee gaat!" Daarop schikte zij zich in het on vermijdelijke. Zij verlieten het huis en dan kwam de rit met den onder- grondsche, welke voor Lorenz het mooiste was, wat het leven hem ooit had geschonken. Steeds-weer gleed zijn blik over Marlene's nïets vermoe dend gezicht. Nu ging ze haar geluk tegemoet en ze wist hef zelf niet. Toen ze den trein verUeten, leek de hemel een goudkleurig licht. Weldra zou de zon ondergaan. Lorenz gaf zijn vrouw een arm. De zuivere, prikkelende boschlucht woei hun In 't gezicht. Mariene genoot er van met volle teugen. „Heerlijk is het hier. Hier wonen -zeker de bevoor rechten, nietwaar. Lorenz?" „Ja, Mariene, hier wonen de be voorrechten. Je zult het direct wel bemerken. Hier zijn we al bij het huis. Kijk daar, op de eerrte étage!" „Mooi!..," zei Marlens. Lorenz ging haar voör het huis binnen en liep ook voor haar uit de trap op. Hij moest zich aan de leu- n:ng. vasthouden, zoo duizelde het hem van geluk. Toen belde hij aan zijn eigen huis. Mariene kwam achter, hem aan. „Verdraaid, er schijnt' niemand thuis te zijn!" zerLorenz en hij moest zich op zijn lippen bijten om zich goed te houden. „Mijn hemel nu hebben wij die heele reis Z\j maakte den zin niet af, want haar blik was op een splin ternieuw koperen naambord gevallen, dat onder den knop van de electrische bel was aangebracht. „Lorenz!" Hij keerde zich om. Z\jn oogen straalden. „Lorenz... daar... staat toch... jouw naam? „Eigenaardig, wat En hier heb ik den sleutel, Mariene en dit ls onze nieuwe woning, jouw huis, Mar iene!" Zij stond als aan den grond genageld en staarde hem aan. En plotseling schoten haar de tranen in de oogen. Lorenz legde zijn hand om haar middel, terwijl hij met 3e anderg de deur opende en het licht in de .vesti bule aandraaide. Zachtjes schoof hjj haar naar binnen. „Ons eigen'huis, Mariene, geloof het maar!" En daarop leidde hij haar door de verschillende vertrekken. „Hier is de woonkamer en die deur geeft toegang tot het balcon. Daar kan je den hee len middag In de zon zitten. En dat is onze slaapkamer. Ruik toch r-ens, die lucht! Die komt daar uit net bosch. Is het niet een genot om hier te slapen? En dit is de.keu ken Ah, goeden avond, mévrouw Külcke! Is alles netjes in órde?" Moeder Külcke lachte voldaan en liet Hansje los, die met .een waar In- dianengehuil zijn ouders begroette. „Ik heb aiies bij de hand. Als u wilt, kan ik zoo een maaltijd klaar ma ken." „"Gen pracht idee!" Hf opende een andere deur. „Kijk, Mariene, hiei kunnen de kinderen slapen. Ook heel aardig, wat? En een badkamer heb- cen we ook. Is het niet een heerlijke woning t „Nee, nee, dat is toch alles niet waar!',' Hij legde beide handen op haar ar men. „Het is waar!" Zij bevrijdde zich uit zijn greep en ging naar de 'kamer, waar zij voor zichtig Jangs de meubels streek; in de slaapkameij betastte zij het bed; in de keuken draaide zfl de waterkraan .open... Ja, het was werkelijkheid. Zij keerde nog eens naar de slaap kamer terug en staarde in den groo- ten spiegel van de kleerenkast. Hansje echter had intusschen in d kinderkamer iets bijzonders ontdekt een prachtlgen trein, dien hij zie reeds zoo lang gewenscht had. „Lorenz... en... behoef ik nu nie meer terug... naar de Frankfurte: straat?" „Nooit meer, Mariene!" „Maar... hoe heb je... dat koi toch alles vreeselijk veel geld?" „Ja maar je man verdient n ook vreeselijk veel geld." „Zooveel geluk opeens?" stamelc tij. „Nu hebben w\j de zorgen en i moeilijkheden achter ons, Mariene Hij trad op haar toe en nam ha? stevig in zijn armen. „En onze, kinderen onze bek meisjes zullen voortaan ook wei bij ons zijn." Haar stem klonk z< verlangend, dat Lorenz nu pas b sefte hoe moeilijk jhaar de scheidir van de belde andere kinderen was g vallen. „Natuurlijk! Morgen Schrijven direct aan Maria om ons de kinden te brengen. Wij moeten ons clrc toch eindelijk weer compleet hebben Zachtjes maakte zij zich uit zi omhelzing los. Nu, ln deze omgevii was zij weer de moeder van het gezi dit was haar domein, dat haar plichten oplegde, die zij reeds te lai had moeten ontberen. Haar muiltjes stonden klaar - bijna plechtig bond zij zich weer e schort voor. „Hier zijn we weer thuis", zei zacht. „Ons eigen huis..." Toen ging ze naar' dé keuken c met moeder Külcke het feestmaal bereiden. EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1942 | | pagina 7