JEUGD ACHTER TRALIES
Sanapirin aaa
Oe lucht
toovers
van
HGITIKA
Ons nieuwe feuilleton
Strijd cn Overwinning
Een bezoek aan de Bijzondere Strafgevangenis
voor jonge mannen
Jeugd-crimioaliteit en
haar bestrijding
DE WEG NAAR EEN NIEUW
LEVEN.
IN de ruime, frissche gym-
na3tiekzaal van de Bijzon
dere Strafgevangenis voor jon
ge mannen te Zutfen, staat een
zeventigtal gevangenen opge
steld. Stram in de houding, in
drie gescheiden groepen.. Jon
ge kerels, van zeventien tot
twee en twintig jaar, gekleed
in bruine .manchesterpakken.
Het is een groote dag in het le
ven van de jeugdige gevange
nen. Vandaag zal, aan de hand
van de uitgebrachte rapporten,
een aantal hunner worden be
vorderd tot een hoogere klasse
en zij, die tot de bevorderden
behooren, weten dat zij een
nieuwe schrede hebben gezet op
den weg naar de vrijheid. De
directeur en zijn staf van me
dewerkers weten echter ook,
dat in deze jeugdige ontspoor
den iets is gerijpt: het besef,
dat hun levenshouding behoort
te steunen op een zedelijk fun
dament.
.De plechtigheid duurt niet lang.
In een korte, kernachtige toespraak
heeft de directeur van de gevan
genis, de heer Schotsman zich tot
de jongens gewend. Striemend zijn
de woorden waarmede hij het ge
drag van een tweetal jongens gee-
selt, die zich hebben vergrepen aan
bezittingen van deze kleine gemeen
schap want dat is deze jeugdge
vangenis en het in hen gestelde
vertrouwen hebben beschaamd.
Maar als hij zich richt tot de bevor
derden en vooral tot de bevorder
den'naar de hoogste klasse, le hij
geen strenge gevangenisdirecteur,
dan is hij een opvoeder van deze
jongens, die immers nooit een goe
de opvoeding ontvingen en meer
nog, dan is hij een vaderlijk vriend.
En als hij dan ook het woord tot'
deze jonge mannen richt, en hen
vraagt, of zij hun eerewoord willen
geven om het in hen gestelde ver
trouwen niet te beschamen, hun op
dracht naar hun beste weten uit
te voeren enal huri krachten te
willen stellen'in dienst van de ge
meenschap, dan kijken vier paar
oogen hem open en recht aan en
duidelijk klinkt het antwoord: „Ik
wil!"
OPVOEDING VAN EEN
GEDETINEERDE.
MET den directeur maken wij
vervolgens een rondgang door
de gevangenis. Eerst langs de cel
len van de observatieklassé. Want
hier vangt het nieuwe leven van
den veroordeelde aan. Een maand
verblijft hij in de observatiecel.
Geen versiering is in het kale ver-
Hun vrije tijd brengen de der
de ldassers in een gezellige re
creatiezaal door. De „cel" dient
nog slechts als slaap- en stu
deervertrek.
(Foto's V.P.B.—
I.P.R.S,—van Suchtelen).
trekje te vinden, slechts een opklap
bare brits, ©en stoel en een klap
tafel vormen het meubilair. Alleen
voor de godsdienstoefeningen voor
de morgenexercitie en voor de ver
dere lichaamsoefening verlaat hij
de cel.
In deze mahnd wordt een onder
zoek naar zijn.geestelijken, intellec-
tueelen en physieken toestand in
gesteld en wordt de gevangene
nauwkeurig door den directiestaf
en de overige ambtenaren geobser
veerd. Dan, als blijkt, dat hij voor
verdere strafopvoeding in aanmer
king kan komen en zijn gedrag
hiertoe aanleiding v geeft, volgt
plaatsing in de tweede klasse.
Nu is de cel voor hem slechts ver
blijfplaats geworden voor den nacht
en drie uren, welke hij niet door
brengt in gemeenschappelijken ar
beid bij school- en godsdienstonder
wijs, corvee en lichamelijke oefe
ningen. De inrichting van de cel
verandert, hij mag er enkele eigen
bezittingen hebben er is een ta
fel gekomen, een wandversiering.
De gevangene leert weer arbei
den; vrije- en ordeoefeningen sta
len geest en lichaam, hét meestal
gebrekkige en grootendeels verge
ten onderwijs wordt opgefrischt en
uitgebreid.
In de boekbinderij, de stoffeerderij,
de meubelwerkplaats en de smede
rij leert hij een vak en hij leert het
grondig. Daarvan getuigen de meu
bels, die wij zagen, het bindwerk en
de overige vervaardigde artikelen.
DE WEG NAAR DE
MAATSCHAPPIJ.
'T'EN slotte komt de bevordering
r- naar de derde klasse. De cel,
welke op de bovenverdieping ligt
en een onbelemmerd uitzicht geeft
op de velden, rondom de gevange
nen is geen cel meer. Het is een
ruim vertrek, met een kast, een
teekentafel voor hen, die vakonder
wijs krijgen, een vloermat, tafel
kleed en foto's aan den wand. Hier
slaapt de gedetineerde, hier studeert
hij. Hij eet met zijn klasse-genoo-
ten, hij verblijft met hen in de rui
me, frissche recreatiezalen. Hij
wandelt, zij het onder bewaking,
met zijn klasgenooten in de vrije
natuur en in den zomer trekt de
directeur er een enkele maal met
zijn jongens op uit. Een geheelen
dpg buiten de muren van de ge
vangenis. En het is hier, in deze
klasse, dat de ontspoorde jeugd
nieuwe levenskrachten krijgt een
nieuw zedelijk bewustzijn. Hier, in
een omgeving van onopvallende be
waking, van groótere bpwegings-
rPOT de brandendste proble-
men, waarmede deze tijd te
worstelen heeft, behoort onge
twijfeld dat van de Jeugd
criminaliteit Men behoeft
slechts de jongste gegevens^
van het Centraal Bureau voori
de Statistiek te zien, om zich
een weinig rooskleurig beeld
te kunnen vormen van «de
steeds toenemende misdadig
heid onder de jeugd.
Het ontbreekt een groot gedeel
te van de huidige rijpere jeugd
in ons land aan een zedelijk
fundament bij den opbouw van
haar levenshouding. Het ge
volg hiervazr is, dat bij velen
het bruutste egoïsme alle an
dere gevoelens in de kiem ver
stikt. Anderen opgegroeid in 'n
zich aan bandeloosheid en
tuchteloosheid te huiten gaand -
jeugdleven, ontwikkelden zich
tót jonge kerels zonder rugge-
graat, die in geen enkel verlei
delijke situatie weerstand ver-
friochten te bieden en, on verbid»
delijk met den strafrechter in
aanraking moesten komen.
Het is naar aanleiding van de
ze brandende kwestie, dat een
verslaggever van de V.P.B. een
bezoek bracht aan de Bijzonde-
re Strafgevangenis voor jonge
mannen te Zutfen. In een twee
tal artikelen zal pij een in
druk trachten te geven van dit
wel zeer belangrijke instituut,
waar, zij het helaas in zeer be
scheiden mate, een gedeelte
van deze ontspoorde jeugd
voor de samenleving behouden
kan worden en, geestelijk en
zedelijk gesterkt opnieuw een
plaats in deze maatschappij
kan innemen.
vrijheid krijgt de voormalige slap
peling een nieuwe ruggegraat, leert
hij sociaal voelen en denken en
van hier uit kan hij tenslotte voor
waardelijk in vrijheid worden ge
steld.
In enkele trekken is in dit arti
kel getracht een indruk te geven
van het leven in de Bijzondere
Strafgevangenis voor jonge man
nen te Zutphen.
In een volgend artikel meer over
de resultaten van dit belangrijke
opvoedingswerk.
De „cel" van een derde-klasser
De platen aan den wand, de
bloemen op tafel, het tafel
kleed, kortom al die kleinighe
den die het verblijf veraange
namen, heeft de veroordeelde
zich door voorbeeldig gedrag,
vlijt en ijver verworven.,. Nog
slechts korten tijd en hij zal
als een flinke kerel, met ge
rijpte levenservaring en her
wonnen zedelijk inzicht in de
maatschappij' kunnen terug-
keeren.
RheumaJische kwellingen
heeft een zekere pijnstillende uitwerking.
Neder/andschBuisje 4-O et.
Beste jongens en
meisjes I
Let goed op: volgende week zal
il. nu de namen en adressen opge
ven van die jongens en meisjes, die
zich hebben opgegeven voor de Cor
respondentie-club. Ik zal alles sor
teren, zodat jullie over enkele da
gen elkaar de eerste brief zullen kun
nen schrijven.
Er waren van de week minder
briefjes dan anders. Hoe komt dat?
Volgende maal reken ik op de sta
pel, die anders binnenkomt.' Het
blgft inderdaad maar koud, zoals de
meesten van jullie schrijven. Ver
geet echter ni t, dat iedere dag ons
dichter naar de lentebrengt en dat
het niet zo heel lang meer zal du
ren, voordat deze barre winter tot
het verleden behoort en we weer
van de zon en de zomer kunnen
genieten.
De prijs werd deze week gewon
nen door:
GONDA CfOEDEGEBUUR, -
Van der Han\straat 4.
En nu de briefjes:
Annie Kuiper, Hier is het ant
woord op je briefje van vorige
week. Je ziet dus, ik heb het wel
ontvangen. Mag je alweer buiten?
Cornelia Bekebrede, Den Helder.
En Corrie, heb je het leuk gehad in
Edam? Jullie wonen dus nog steeds
iri Den Heluer. Moet je alweer naar
school
Alie Pranger, Den Helder. Is
je moeder al weer beter, Alie Het
is niet prettig hè, als je moeder
ziek is. Wens haar' maar namens
mij beterschap.
Trientje Pranger, Den Helder.
Je hebt de bijzonderheden wel in
de krant gelezen hè, over de corres-
pondentieclub. Schrijf nu maar gauw,
hoe oud of je bent.
Trien Doet», Si-1 Maarten. Dat
kon je vader vast niet helpen, dat hij
de inktpot omgooide. Was het niet
een vieze boel op het tafelkleed?
Dag Trien. v
Tlny Leen, Dirbshom. En Tiny,
hoe gaat het met jou? Ben je al ge
opereerd Als je eens mag schrij
ven, krijg ik dan een briefje van je.
Dag Tiny, het beste hoor.
Jacob Glas, Alk naar. Aardige
plaats is Alkmaar hè Jacob. Waar
jij op school bent, dat weet Ik wel.
De omstreken zijn ook mooi hè. Of
woon je liever in Den Helder?
Marie Noot, Camperduin. Dat
wil ik gelooven, Marie, dat je in
'Camperduin fi'n kan sleden. Maar
ik zal toch blij zijn, als de sneeuw-
boel weg is. Over de club hoor je
nog wel.
Karei Dekker, St. Maarten.
Natuurlijk, Karei, mag je mee doen.
Wat een gezel >ig groot gezin heb
ben jullie. Dus tot volgende week,
Karei.
NelUe Lont, Wleringen. Leuk
is dat hè, als 'e twee poesen hebt.
Ze zijn zo schattig. Wij hadden vroe
ger ook altijd x>esen.
Piet de Vet, Schagen. Dat is
lang geleden Piet, dat je me schreef.
Was je me vergeten? Fijn dat
Tiny weer thuis is. En dat ze Zoveel
is aangekomen. Dag Piet.
Tiny de Vet, Schagen. Fijn
Tiry, dat je weer thuis bent. Je hebt
het zeker wel naar je zin gehad in
Egmond aan Zee. Maar bij je moe
der thuis is het toch maar het
fijnste.
Janny B U post, St. Maarten.
En Janny, kun je goed aardappels
schillen Niet te dik doen hoor.
Want dat'kan nu niet, nu de aard
appelen op de bon zijn.
Pleter Sparnooy, Breukelen.
Natuurlijk Pieter, n.ag je meedoen
met de briefje.-, Ben je alweer be
ter? Het boek kwam dus goed van
pas.
Annie Spruit, Camperduin. Ge
lukkig wel, Annie, dat de sneeuw
van de straten gaat. Het heeft nu
lang genoeg geduurd.
176. Hij sloeg in het. rond, liep
heen en weer, maar de wolk bijen
bleef om zijn hoofd meevliegen en
af en toe kreeg hij een steek op
zijn neus, handen, of in den hals.
Hij brulde van pijn en woede, ter
wijl zijn gezicht leelijk begon te
zwellen.
Rikus Hagenaar, Dlrkshorn.
Vond je het raadsel te moeilijk?
Krijg ih volgende week een grotere
brief van je; want deze was maar
erg kort.
Kika Hartman, Den Helder.
Jij vond dus ook al de raadsels
moeilijk. Maar ze kunnen ook niet
altijd even makkelijk zijn. Pas maar
op, dat je niét ziek wordt met die
natte voeten.
Martha Briars, Den Helder. En
Martha, lig'jij al in 't ziekenhuis?
Hoe gaat het er mee? Houd je
maar erg kalm, dan ben je gauw
weer beter. Dag Martha, beter
schap hoor.
Rein v. d. Vegt, Wleringen. Dat
vind ik ook Hein, dat je geduld
moet hebben. Want wie weet, win
je ook gauw wat. Maar dat kun je
nooit te voren weten. Dag Rein, toj;
volgende week.
Coob Bals, Wieringen. Dat
was geen grote brief Coob, zelfs een
hele kleine. Ik weet heus niet wat
ik je hierop terug moet schrijven.
Dus zeg ik maar tot volgende week.
Rika Bont, Anna Paulowna.
Welkom, nieuweling. Onze -club
wordt al echt groot. Ik heb ook een
hond. Maar die bromt altijd zo. Dag
Rika.
Lida Geervliet, gt. Pancras.
'Jij mag meedoen met onze niéuwe
correspondentieclub. Dag Lida!
Tonle Vader, Callantsoog. ik
za' zien Tonie, dat jijvmet een meisje
kan corresponderen, dat ongeveer
zo oud als jij bent. Een gezellige
brief heb je geschreven. Dat vind
ik altijd zo leuk.
Tea Bree-haart, St. Maarten.
Dat was even een gezellige brief,
Tea. Wat kan jij je moeder al fijn
helpen. Dat vindt ze zeker wel erg
prettig. Dag Tea,
Jannie Ho man, St. Maarten.
Je kunt wél zien, dat Tea en jij
vriendinnen zijn. Jjj schrijft me ook
al zo'n prettige brief.' Tot volgende
week, Jannie.
P. Schrijver, St. Maarten. Nou
dat is toch ook jammer, dat al je
konijntjes dood zijn gegaan. Maar
het is ook zo koud geweest.
Annie Vos, St. Maarten. Jij
bofte even met je twee stukken
taart. Was het lekker? Je hebt
mooi postpapier, Annie. Eenvoudig
en netjes.
Jac, Bregman, Burgerbrug. De
bedoeling was wel om naar een
zelfde vriendje te blijven schrijven.
Want steeds afwisselen gaat slecht
hoor. Maar ik zoek wel een aardig
vriendje voor *e uit.
OPLOSSING RAADSEL VORIGE
WEEK.
1. De hoodenfabribant.
2. Ze hebben allebei een titel.
3. Door er zelf op te gaan zitten
4. Jezelf.
5. De haan.
Goede oplossingen ontvangen van:
Marie Noot, lamp.; Jannie Bijpost,
St. Maarten- -Trien Doets, St, Maar-
tenbrug 102; Karei Bekker, St. Maar
ten; Annie opruit, Camperduin; Rein
v. d. Vègt, Wieringen; Kika Hartman,
■Dén Helder; Corrie Goedegebuur, Den
Helder; Gonda Goedegebuur, Den
Helder; Tejf Breebaart, St. Maarten;
Jannie Homan, St. Maarten; Annie
Vos, St. Maarten; Henk Bregman,
Zijpe; Jos. Bregman, Burgerbrug.
NIEUW RAADSEL.
X doorzichtige stof.
X kleur.
X windstreek.
X vind je in elke bakkerij.
X getal.
X vind je op een schip.
X vettige vloeistof.
X honderd jaar.
X niet goedkoop.
X moeten we allemaal, om
in leven te blijven.
X geurige bloem.
Op de kruisjes lees je van boven
naar beneden de naarp van een ge
liefd familielid.
Bij het einde van het loopende
1 feuilleton verheugt, bet ons de
l trouwe leeersschare te kunnen
i mededeelen, -dat wij er in ge-
slaagd zijn de hand te leggen op
een nieuw feuilleton, dat alle
eigenschappen bezit om jonge en
oudere lezers gedurende eenlge
I maanden te boelen.
Het feuilleton heet „Mysteries
I rondom „Vredelust"," en betreft
een geval uit de praktijk van In
specteur Sanders, lid der. Cen
trale Recherche en geschreven
door Udo van Ewoud.
Men zal constateeren, dat dit
I een wel bijzonder spannende
I detective-geschiedenis ls, waar-
van de ontknooping eerst aan
het einde van bet verhaal plaats
1 vindt.
Het kan niet anders of alle
feuilleton-lezers zullen geduren-
I de gerulmen tyd hun hart kun-
I nen ophalen aan een verhaal,
I dat uitmunt inzake spanning en
mysterie.
FEUILLETON
Dr. Burmesters
Roman van Hans Hlrvhammer
(Nadruk verboden)
69.
Zij trachtte haar armen naar
hem op te heffen, maar het scheen,
dat deze inspanning haar te veel
was. Hulpeloos leunde zij tegen de
post van de deur, starend naar haar
man, alsof zij nog steeds niet kon
gelooven, dat h\j het was, die daar
aan Welkenlaub's schrijfbureau zat.
Dan plotseling liepen zij beiden
op elkaar toe en het volgend oogen-
blik lag zij snikkend in zijn armen.
„Lorenz, jij bent
„Ja, Mariene, ik heb de praktijk
van dr. Welkenlaub overgenomen."
„Datis de mooiste dag, van
mijn leven."
Lorenz legde zijn armen om haar
schouders, impulsief, met het sterke
gebaar van den man," die zich weer
meester over zichzelf voelt.
En dan kwamen reeds de eerste
patiënten. Mariene trok haar witte
jas aan en stelde zich -met een ge
lukkig lachje aan haar man voor.
v „Hoe vaak hebben we niet van dit
oogenblik gedroomd!"
„En nu is het dan werkelijkheid ge
worden, heerlijke werkelijkheid!"
De wachtkamer liep vol, het werk
begon.
Er waren eenige menschen geko
men, die den jongen dokter reeds
destijds bij zijn korte optreden in de
Potsdamer straat hadden geconsul
teerd en die nu in hun enthousiasme
beloofden dr. Burmester's terugkeer
In de geheele wyk te zullen verkon
digen.
Reeds deze eerste dag beloofde
zeer veel goeds. Toen het spreekuur
al lang voorbij was, bleken er nog
steeds patiënten in de wachtkamer
te zitten en Mariene constateerde met
blijde verrassing, dat de brave collega
Welkenlaub zelfs in zijn beste dagen
niet zooveel toeloop had gehad. Het
was werkelijk wonderbaarlijk en Lo
renz verdacht er dr» Welkenlaub dan
ook sterk van, dat deze op de een of
andere manier de overweldigende be
langstelling had weten te bevorderen.
Toen de laatste patiënt eindelijk
het huis verliet, was het bijna middag
geworden.
„Nu komen de ziekenbezoeken!" ze:
Mariene, terwijl zij hem een aanzien
lijke lijst met namen voorlegde.
„Kind!" straalde Lorenz, „als dat
zoo doorgaat..."
Daarop liet hij haar alleen. „Ik
kom pas tegen het middagspreekuur
terug. Laat Otto wat voor je halen.
Later kunnen we wel een oventje in
Welkenlaub's slaapkamer laten plaat
sen!"
Voor hij echter zijn patiënten af
ging, nam hij een trammetje naar
moeder KUlcke, voor wie hij een paar
belangrijke opdrachten had.
„U pakt al onze eigendommen in,
neemt een kruier en rijdt dan met
den jongen naar Grunëwald. Ik heb in
de Hindenburger allee een woning
gehuurd, nummer 68, eerste étage.
Hier zijn de sleutels! En hier hebt u
geld! Maakt u alles voor een schit
terende ontvangst gereed! Ik kom
ihet mijn vrouw tegen zes uur. Maar,
denk er om niet open doen, als wij
bellen, ik heb nog een sleutel. Kan ik
er op aan, dat alles prima in orde
komt?"
Moedr Klilcke beloofde het.
Ook het middagspreekuur verliep
alleszins bevredigend. De mare scheen
zich reeds te hebben verbreid, dat de
jonge dokter Burmester wéér in de
buurt was teruggekeerd, met het ge
volg, dat een aantaT oudere dames
haastig raad kwam vragen voor haar
migraine en andere kwaaltjes.
Het is de belocning voor ons door
zetten", zei Lorenz, toen eindelijk de
laatste vertrokken was, „Ik heb het
je altijd wel gezegd, dat ons vertrou
wen eens zou worden beloond".
„Ik ben de gelukkigste vrouw van
de wereld, Lorenz!"
„Wat je, naar ik .hoop, niet belet
ten zal om je nu zoo gauw mogelijk
gereed te maken, want ik kan niet
te laat in Grunëwald aankomen".
„Moet dat dan beslist vandaag
nog?" klaagde Mariene. „Ik had het
zoo heerlijk gevonden om vandaag
verder met ons belden te Wijven. En
Hansje zit den heelen dag alleen thuih
die verlangt natuurlijk ook naar
ons!"
„Het moet, Mariene!"
„Kan ik dan niet alleen naar huls
gaan??"
„Èr is me-veel aan gelegen, dat Je
mee gaat!"
Daarop schikte zij zich in het on
vermijdelijke. Zij verlieten het huis en
dan kwam de rit met den onder-
grondsche, welke voor Lorenz het
mooiste was, wat het leven hem ooit
had geschonken. Steeds-weer gleed
zijn blik over Marlene's nïets vermoe
dend gezicht. Nu ging ze haar geluk
tegemoet en ze wist hef zelf niet.
Toen ze den trein verUeten, leek de
hemel een goudkleurig licht. Weldra
zou de zon ondergaan.
Lorenz gaf zijn vrouw een arm. De
zuivere, prikkelende boschlucht woei
hun In 't gezicht. Mariene genoot er
van met volle teugen. „Heerlijk is het
hier. Hier wonen -zeker de bevoor
rechten, nietwaar. Lorenz?"
„Ja, Mariene, hier wonen de be
voorrechten. Je zult het direct wel
bemerken. Hier zijn we al bij het huis.
Kijk daar, op de eerrte étage!"
„Mooi!..," zei Marlens.
Lorenz ging haar voör het huis
binnen en liep ook voor haar uit de
trap op. Hij moest zich aan de leu-
n:ng. vasthouden, zoo duizelde het
hem van geluk.
Toen belde hij aan zijn eigen
huis. Mariene kwam achter, hem aan.
„Verdraaid, er schijnt' niemand
thuis te zijn!" zerLorenz en hij moest
zich op zijn lippen bijten om zich goed
te houden.
„Mijn hemel nu hebben wij die
heele reis Z\j maakte den zin niet
af, want haar blik was op een splin
ternieuw koperen naambord gevallen,
dat onder den knop van de electrische
bel was aangebracht.
„Lorenz!"
Hij keerde zich om. Z\jn oogen
straalden.
„Lorenz... daar... staat toch...
jouw naam?
„Eigenaardig, wat En hier heb
ik den sleutel, Mariene en dit ls
onze nieuwe woning, jouw huis, Mar
iene!"
Zij stond als aan den grond genageld
en staarde hem aan. En plotseling
schoten haar de tranen in de oogen.
Lorenz legde zijn hand om haar
middel, terwijl hij met 3e anderg de
deur opende en het licht in de .vesti
bule aandraaide. Zachtjes schoof hjj
haar naar binnen. „Ons eigen'huis,
Mariene, geloof het maar!"
En daarop leidde hij haar door de
verschillende vertrekken. „Hier is de
woonkamer en die deur geeft toegang
tot het balcon. Daar kan je den hee
len middag In de zon zitten. En
dat is onze slaapkamer. Ruik toch
r-ens, die lucht! Die komt daar uit
net bosch. Is het niet een genot om
hier te slapen? En dit is de.keu
ken Ah, goeden avond, mévrouw
Külcke! Is alles netjes in órde?"
Moeder Külcke lachte voldaan en
liet Hansje los, die met .een waar In-
dianengehuil zijn ouders begroette.
„Ik heb aiies bij de hand. Als u wilt,
kan ik zoo een maaltijd klaar ma
ken."
„"Gen pracht idee!" Hf opende een
andere deur. „Kijk, Mariene, hiei
kunnen de kinderen slapen. Ook heel
aardig, wat? En een badkamer heb-
cen we ook. Is het niet een heerlijke
woning t
„Nee, nee, dat is toch alles niet
waar!','
Hij legde beide handen op haar ar
men. „Het is waar!"
Zij bevrijdde zich uit zijn greep en
ging naar de 'kamer, waar zij voor
zichtig Jangs de meubels streek; in de
slaapkameij betastte zij het bed; in
de keuken draaide zfl de waterkraan
.open... Ja, het was werkelijkheid.
Zij keerde nog eens naar de slaap
kamer terug en staarde in den groo-
ten spiegel van de kleerenkast.
Hansje echter had intusschen in d
kinderkamer iets bijzonders ontdekt
een prachtlgen trein, dien hij zie
reeds zoo lang gewenscht had.
„Lorenz... en... behoef ik nu nie
meer terug... naar de Frankfurte:
straat?"
„Nooit meer, Mariene!"
„Maar... hoe heb je... dat koi
toch alles vreeselijk veel geld?"
„Ja maar je man verdient n
ook vreeselijk veel geld."
„Zooveel geluk opeens?" stamelc
tij.
„Nu hebben w\j de zorgen en i
moeilijkheden achter ons, Mariene
Hij trad op haar toe en nam ha?
stevig in zijn armen.
„En onze, kinderen onze bek
meisjes zullen voortaan ook wei
bij ons zijn." Haar stem klonk z<
verlangend, dat Lorenz nu pas b
sefte hoe moeilijk jhaar de scheidir
van de belde andere kinderen was g
vallen.
„Natuurlijk! Morgen Schrijven
direct aan Maria om ons de kinden
te brengen. Wij moeten ons clrc
toch eindelijk weer compleet hebben
Zachtjes maakte zij zich uit zi
omhelzing los. Nu, ln deze omgevii
was zij weer de moeder van het gezi
dit was haar domein, dat haar
plichten oplegde, die zij reeds te lai
had moeten ontberen.
Haar muiltjes stonden klaar -
bijna plechtig bond zij zich weer e
schort voor.
„Hier zijn we weer thuis", zei
zacht. „Ons eigen huis..."
Toen ging ze naar' dé keuken c
met moeder Külcke het feestmaal
bereiden.
EINDE.