Lente HET VAKONDERWIJS IN WEST-FRIESLAND ABDIJSIROOP Wij ontdekken de Zoo 'n KRIEBELHOBST akker's HET PUZZLEFEEST VAN PIEKERMANS Zaterdag 4 April 1942 DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER Tweede blad „DIE WINTER IS VERGANGHEN" P den uitersten top van den hoogen perelaar zit ee,n vogel en zijn hooge, jubelende fuittonen stijgen als kleine, fijne vuurpijlen den hemel in, den lentehemel, die diepblauw is. doorzinderd van stra lende zon. Het is lente en al liggen aan de Ioordzijde van de hooge walkanten langs den Hollen rWeg nog hier en daar de resten van langzaam, o zoo langzaam verdwij nende sneeuw, dit deert de lente niet. want haar wedergeboorte is een feit, waarvan ieder nu wel door drongen is en met vreugde in 't Iharte kennis neemt. Midden-Maart was het al gewor den ,toen alle torenhanen des naclhts met een ruk naar het Zuid westen werden gedraaid, een lau we wind over de witte akkers en [velden woei en de regenafvoerpij pen muziek maakten aan alle ge- .vels. En meteen, dien volgenden ochtend, zong boven uit den hoogen zilverberk langs den Engweg de groote lijster zijn eentonig maar zel den met zooveel vreugde begroet lied. Wij liepen in den frisschen mor gen naar buiten om te zien, waar deze voorjaarsbode bij uitstek zich een zitplaats had gekozen en ja, daar zagen wij den grijsbruinen rvogel, zijn veerenpakje glanzend als zijde in de jonge morgenzon, het kleine lichaam gestrekt, den kop hoog geheven en bijna onon derbroken jubelde zijn stem over de wereld, die nog de sporen van den grimmigen winter droeg. Maar in den blauwen hemel en iri het kleine vogelhart regeerde reeds de lente! En toen op een morgen, twee, drie dagen later lcwam de groote ouverture van vogelmuziek en vo- geibedrijvigheid. Het was of zij alle hadden zitten wachten op het groot- sohe pogenblik van de kentering en geheel anders ging het dan in vo rige lente's, toen nu weer deze dan weer gene vogel zijn stem voegde bij het koor der gevederde zangers. Thans waren zij er dien Maandag ochtend, het was den 16en Maart, om zoo te zeggen alle tegelijk en men kwam ooren tekort om met een blijden glimlach deze verschei denheid te beluisteren. Het vroegst, meteen na het aan breken van den dag, waren de groo te lijsters er weer, de mistellijsters die de boeren van de Veluwe met den naam tréklijster plegen aan te duiden, maar dan klonk ook de zoet-vloeiende melodie van zijn zwarten neef, de merel, die zijn oranjegelen snavel als een goed ge stemde fluit naar de zon stak. En uit schier eiken tuin kwam het klinkende roepen van den grauwen lijster, wellicht het meest opge wonden lied van alle. T OEN zijn we hett^ oude wagen- spoor langs gewandeld, dat ver den Eng in voert en daar hoorden we de eerste leeuwerik, die zijn groet bracht aan de lentebruid. Met de hand boven de oogen heb ben wij de kleine stip gezocht en gevonden hoog in het zijden blauw van den Maartschen hemel en wij volgden de kringen, die de jubelen de ''vogel al stijgend beschreef tot hij onzichtbaar werd en wij, ver blind door het alomme licht, knip perden met de oogen. Maar hoog bleef daar hoorbaar het vogellied vervelend en vermoeiend. I Zorg daarom er voor er dadelijk vanaf te komen door de beproefde slijm- oplossende, snel hoest- Verdrrjvepde Abdijstroop, Vanouds beproefd bi] hoest, griep, bronchitis, istiuw. als een zilveren klankensnoer zich aaneenrijgend en weer uiteenval lend en wegwaaiend naar de blau we, blauwe verte En dan was daar ineens ook het fijne klokje van den boomleeuwe rik, dat op duizelingwekkende hoogte klepte boven de verspreide vliegdennen van den ruigen Gouds- bergrand, een geluid, dat misschien nog mooier en verheugender klinkt dan het getierrelier van den akker leeuwerik. Hebben' de dichters de zen lenteheraut, die zien soms in het begin van Januari ail laat hoo- ren, niet bezongen en moeten wij nog herinneren aan het gevoelige gedifcht van Frederik van Eeden, den monteren zanger gewijd: Nu weet ik, welke vogel mijn liev'lingsvogel heeten mag, die zingt te allen tijde, in zomernacht en winterdag! Zoo luidt de aanhef van dit een voudige en daardoor zoo fraaie vers, dat eindigt met de prachtige regels: „De wind, de vrijheid zonder maat, de lust, die nimmermeer vergaat, die heeft hij in zijn lied gebracht!" Ja, ook in den sterrenlichten Ju linacht kunt fee de „vox jubilante" van den boomleeuwerijk soms be luisteren en dit gezang, in spiralen opklimmend boven de duisternis van de aarde, is zeker even ontroe rend als dat van den nachtegaal. Verder zijn wij den wijden Eng doorgezworven, waar hier en daar een oude eenzame den op de schei; ding van twee akkerperceelen her innert aan het/ groote woud, dat zich eenmaal óp de West-Veluwe van Ede tot Amersfoort uitstrekte: het Sylva Renhem. De buurtschap pen Overwoud en Nederwoud her inneren met hun namen en de hier en ginds verspreide dennereuzen aan dien lang vervlogen tijd. Op de weiden bij „De Ketel" zijn de kievitten teruggekeerd en al weer in volle actie; met groote troepen zwermen zij met veel wit- en-zwart geblink van de snelle vleugels boven het veld, het „kie- wie-wie" is niet van de lucht en als wij het zoo eens aanzien, zal het nog één, hoogstens twee dagen du ren of de vogels zijn gepaard. De doffers zwermen en roffelen al, ze vertoonen reeds hun onnavolgbare salto's en volmaakt berekende duikvluchten, scheren rakelings over het nog vaalgroene grastapijt en werpen zich dan weer met een ruk omhoog, den blauwen voor jaarshemel in. Een genot is het bij zoo'n kievi ten-aasplaats eens een tijdje toe schouwer te zijn; ge kunt het snelle zwiepen der vleugels telkens hooren en als de bonte kraaien in de buurt -komen, doen de kieften zoowaar al uitvfellen, maar dat is blijbaar als een soort oefening bedoeld, want er ligt nog nergens een bruin ge spikkeld olijfkleurig ei in de sim pele nestkom en van eierroof, waar aan de kraaien zich gaarne schul dig maken, kan dus nog geen spra ke zijn. I* ENTE is het overal en het zijn ■"ditmaal wel de vogels, die haar en masse inluiden. Maar ook de be drijvigheid op de akkers vertelt ons, dat het goede seizoen gekomen is: de bouwknecht van „Jagersveld" gaat met groote stappen over ae winterroge en strooit met breed ge baar de stikstof uit, die het gewas de doorstane koude snel te boven zal doen komen. Rik van „De Ke tel" {zoo duidt men op de Veluwe gaarne de boeren aan: de voor naam gekoppeld aan den naam van het van ouder op ouder bezeten erf) is bezig mét de bemesting van het weiland en zooals hij daar staat boven op den rand van de driewielige kar, de gierputs zwaaiend in bijna magisch gebaar, het silhouet scherp afstekend tegen den hemel, is hij de personifactie van het boer-zijn in den meest een- voudigen doch waren zin des woords: dienstbaar makend de aar de en haar steeds weer bevruch tend tot dit doel: Wie geen roof bouw wenscht te plegen, geeft den goeden grond, geeft Moeder Aarde, die jaar op jaar haar vruchten af werpt, daartoe de noodzakelijke bouwstoffen terug. Een eeuwige kringloop in het klein! Terug tf&ar huis. Nog groent het niet langs de hagen en de wallen, maar toch is er iederen dag weer iets nieuws, dat de aandacht vraagt. Gisteren waren het de hazelaars, vandaag zijn de elzen purperrood van de duizenden katjes eri de zil veren „poesjes" van de schotwilgen zijn reeds halverwegen uit dp brui ne knopschubben gekropen. Wie zegt, dat het allemaal zoo lang zaam gaat? Boven den Goudsbergrand zeilt op breede wieken een buizerd, bij elke wending glanst zijn borst even in de gulden zon; de hemel hangt steeds maar door vol van het fijne muziekspinsel der leeuwerikken, de groenling zingt zijn ietwat roes tig klinkend deuntje op den hei- ningpaal, de meezen slijpen zonder ophouden, helder schetteren de vin- kenfanfares uit dé grensbeuken en langs het dorre hakhout dwarrelt deeerste citroenvlinder. Wij denken aan de woorden van het oude lied: „Die winter is ver- ganghen, Ic sie des Meien schijn..." Zoo is het: het is volop Lente! JAC. GAZENBEEK. Vergadering eo tentoonstelling te Schagen ARBEID EERTI De Jeugdige am bachtslieden druk til de weer. In de lokaien van het Noordhol- landsch Koffiehuis, wordt op heden de Algemeene Vergadering, 34e jaarvergadering, gehouden van de Vereeniging ter Bevordering van het Vakonderwijs in West-Fries land, bestaande uit 16 afdeelingen. Het„,vorige jaar telde de Vereeni ging 12 afdeelingen. Na afloop der vergadering werd de jaarlijksche tentoonstelling van de teekeningen en werkstukken in de lokalen van het café „De Roode Leeuw" geopend, welke getuigen van de bekwaamheden en vorde ringen der leerlingen. Dit jaar zijn maar een bescheiden aantal teeke ningen, wegens de ruimte opgehan gen. OpNde tentoonstelling vindt men 195. Ook goejemorgen, zei Piet, toen de eerste scjprik voorbij was. De oude heer keek hem zwijgend aan. Toen kwam er een grappige uitdrukking op zijn gezicht, half lachend, half huilend. Hij pakte voorzichtig Piet bij de schouders en tilde hem zachtje overeind. (Foto Kuiper.) inzendingen van de leerlingen van alle leerjaren, terwijl vrijwel alle vakken zijn vertegenwoordigd. Ter opluistering van de tentoon stelling, is een stand van de Fa. J. Eecen Czn., houthandel te Oud karspel in hoofdzaak van vervan gingsmaterialen, opgesteld. De Gebr. Brink exposeeren ^n d^pion- streeren olievrije .verfmaterialen, voor de Sikken's faöHeken te Sas- senheim. Een tentoonstelling of Al gemeene Vergadering, zonder de stands van de Fa. Eecen of Sikkgns is bijpa ondenkbaar. De Bouwmaterialenhandel van de N.V. W. F. Stoel Zn. uit Alk maar, is dit jaar ook op de ten toonstelling met vervangingsmate rialen aanwezig. In café „De Roode Leeuw" is voor de schilders, die zich voor het exa men, naar de eischen van de Ves tigingswet gaan voorbereiden, een zeer belangrijke stand ingericht, met werkstukken van in dit gewest gehouden cursussen. Wij bevelen deze tentoonstelling en stands in aller bezoek aan en vestigen er de aandacht op, dat de entree gratis is. De tentoonstelling is geopend op Zaterdag 4 April van 1318 uur. Zondag 5 April van 1318 uur en Maandag 6 April van 1018 uur. De stands van de Gebr. Brink en den heer Dirkmaat, worden alleen op Zaterdag na de Algemeene Ver gadering geëxposeerd. (Op de vergadering komen wij nader terug.) HET RESULTAAT DER TEEKENSCHOLEN. Het einddiploma 5-jarige cursus werd o;a. toegekend aan: Timmerlieden: D. v. d. Gulik, teekensohool Langedijk; H. Veen baas, teekensohool Wieringen. Puzzelaars aan den slag *7 EBBDEUS Piekermans, dien ^onze puzzelaars zich nog wel- herinneren uit de reeks puzzles van deft (gelukkig!) afgeloopen winter, was een gezellige oom voor zijn vijf neefjes Arnold, Berend, Cornelis, Dirk en Eduard. Die vijf Pieker- mannetjes kwamen steevast elke Paaschvacantie bij hem logeeren en ©ven steevast kregen ze: dan elk een. mandje met chocplade Paasoheitjes. Ook dit jaar krijgen ze die hoe Zobedeus eraan gektomen is kunnen we niet verklappen, maar een feit is, dat hij ze al weer in de kast heeft voor zijn fiksche stel van vijf pientere, levenslustige neefjes. Maar ze kregen die Paaschverras- sing nooit „zoomaar" cadeau ze moesten er iets voor doen. En dat „iets" bestond natuurlijk hoe kan het anders bij zoo'n puzzelistie- ken oom uit het oplossen van een puzzle. Aanstaanden zondag, Eersten Paasdhdag dus is het nu weer het jaarlijksolie puzzlefeest van oom Zebedeus en zijn neven. Oom heeft Bouwkunde: G. v. Gulik, teeken- school, Schagen. Metselaars: S. J. Jaspers, teeken- l "hooi Langedijk. Smeden of Smid Bankwerker: J. de Graaf, teekenschool H. Hugo- waard; K. Bart, teekenschool Hoogwoud; P. Kuit, R. Abbriug en P. Kooy, teekenschool Schagen. Monteurs: Jon. Duif. en W. A. de Vet, teekenschool Langedijk; H. Gle- rum, teekenschool YVieringermeer, J. Modder, teekenschool Hoogwoud; J. J. Holema, teekenschool Schagen. Electriciëns: P. de Noot, teeken school Wieringermeer; C. Roos en J. de Bruin, teekenschool, Schagen. Eindexamen 3-Jarige leer- gang, leerlingstelsel. Het diploma is toegekend aan: Timmerlieden. H. Elzinga, afd. H. Hugowaard; Nic. Stam en C. Kuin, afa. Hoog woud; J. Fijnheer en J. P. Keet, afd. Schagen. Smeden: P. Kooy, afd. Schagen. Schilders: P. Klaver, afd. Hoog woud; Sj. Boomsma, afd. Wierin germeer. Monteurs: H. Glerum, met aantee- kening vlugge afwerking, W. J. Smit, afd. H. Hugowaard; G. Kui per, afd. Hoogwoud; S. Numeijer, afd. Wieringen; G. Slot, afd. Wie ringermeer. Horlogemakers: J. Kroone.^ afd. Schagen. Steenhouwers: H. J. Volten, afd. Schagen. het volgende met hen voor: op een grasveldje achter zijn huis (en als het sleaht weer is, gebeurt het op zijn grooten zolder) legt hij vijf plankjes neer, gemerkt met die eer ste letter van de namen der jon gens. En verder zet hij, zoo pp het oog nogal willekeurig, vijf maand jes met Paasohcitjes op het gras veldje neer; aan elk mandje hangt een kaartje, eveneens met A, B, C, D of E 'gemerkt. De neven moeten dan elk gaan staan bij het plankje, dat de eerste letter van hun naam vermeldt, ze krijgen allemaal èen ,-rol lint (verschillend gekleurd) en dart krijgen ze de opdracht dat lint van hun plankje over het grasveld uit te leggen tot aan het kaartje, dat de eerste letter van hun naam draagt. Als dat gelukt, mogen ze hun mandje in bezit nemen. Nogal eenvoudig? Ja, als oom er niet de voorwaarde aan verbond: de linten mogen elkaar nergens kruisen! En dat maakt de zaak minder eenvou dig. Doch aangezien-de knapen ver zot zijn op ohócolade-eitjes, en ze die niét krijgen als ze «Je puzzle niet oplossen, zullen ze de zaak wel voor elkaar bregen. 1/"UNT gijdat ook, lezer, of leze- *vres? Op de teekening ziet ge, Ifoe oom Zedebeus de knapen op het grasveld heeft opgesteld en waar hij de mandjes met eitjes heeft neergelegd. Voor U komt de vraag dus hierop neer: verbindt A met A, B met B, C met C, D met D, en E met e door lijnen, maar zoo, dat die lijnen elkaar nergens ra ken of kruisen. OPLOSSINGEN. £>PLOSSINGEN worden inge- v-r wacht tot en met Zaterdag 11 April a.s. Zij moeten in gesloten^ enveloppe ingezonden worden aan REDACTIE NOORDERKWARTIER TE SCHAGEN, Op de enveloppe duidelijtk ver melden het woord: „Prijsvraag". Wij hopen in staat te zijn nog vóór het einde der daaropvolgende week den uitslag van deze prijs vraag te kunnen puhliceeren. PRIJZEN. Voor goede oplossingen worden de volgende prijzen beschikbaar ge steld (zoo noodig beslist het lot): Hoofdprijs, tien gulden. Twee prijzen van f2.50. Vijf prijzen van fl. Correspondentie over dit onder werp kan niet gevoerd worden. FEUILLETON. i Mysteries rondom „Vredelust" (Een geval uit de praktijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche) door UDO VAN EWQUD. 23 „Hoe weet u dat in 's hemels naam?" vraagt Van Opweeghen, nu toch werkelijk verbaasd. „u, was toch niet dat nieuwsgierige mannetje. Ik heb, eerlijk gezegd, niet zoo heel veel notitie van hem genomen..." „Dat nieuwsgierige mannetje was een van m'n beste rechercheurs, dien ik er op uit had gestuurd om u te schaduwen. Van de gelegenheid, dat hij alleen met u in een coupé zat, meende h(j gebruik te moeten maken om u eens uit te hooren, maar daar bleek u niet voor te vinden. Intus- schen verwonderde het hem wel eenigszins uit uw mond te vernemen, dat u Franschman was, temeer om dat hij van. den douanebeambte, die in Rozendaal uw pas controleerde, had vernomen, dat u in Amsterdam naar den naam Van Opweeghen luis terde. Hij heeft me zooeven een en ander in ,een paar woorden meege deeld, terwijl ik waohtte. bij de trap op u Van Opweeghen -schijnt het een kostelijke grap te vinden. „Nee, die is werkelijk goed," zegt hij schate rend. „Daar heb ik me onbewust heusch nog meer verdacht gemaakt. Waarom ik dien man voor den mal hield? Omdat ik aan, niets zoo'n hekel heb als aan een onbenullig treingesprek met den eersten den besten nieuwsgierigen gegadigde, die zich daarv-K>r aanmeldt en in de tweede plaats, omdat ik onder ons gezegd m'n oogen niet open kon houdeh. Ik ben twee avonden achter een niet voor drie uur op bed geko men, inspecteur gisteren, of beter vanmorgen, was het zelfs half vijf! en in Parijs heb ik er ook een groot deel van m'n nachtrust bij in geschoten!" „Ook dkt klinkt aannemelijk", meent Sanders. „Onder ons gezegd, meneer Van Opweeghen, u bent me te oprecht om als verdachte in aan merking te komen. Bovendien zegt m'n gezond verstand me, dat u, wanneer u het voornemen koesterde iemand van het leven te berooven, dat yel in de allerlaatste plaats in uw eigen woning zou doen. U lijkt me niet den man voor een misdaad in grooten stijl..." „Is dat een beleediging of moet ik het als een compliment beschou wen?" „'Geen van beiden. Het is niet meer dan" een losse opmerking. Een misdaad is natuurlijk altijd te ver- oordeelen, maar men kan wel- eens bewondering hebben voor de wijze, waarop zij in scène is gezet. De man, die in dezen moord de hand beeft gehad is niet ed èerste de Deste. Dat is mijr stellige# overtui ging, tenzij u mg iemand zoudt kunnen noemen, tegen wien om ge gronde redenen verdenking kan worden opgevat. Denkt u eens goed na, meneer Van Opweeghen, hebt u in uw kennissenkring niemand, die om de een of andere reden tot een dergelijke daad in staat kan worden geacht? U zult het met me eens zijn, dat het niet uitsluitend aan toeval kan worden geweten, dat deze onbekende in uw woning werd ver moord. Iemand moet er toch van op de hoogte zijn geweest, dat u tijdelijk buitenslands vertoefde en dat ook uw huishoudster van Zaterdagmid dag tot Maandagochtend afwezig was. Hebt u geen vrienden of... buren, die met wraakgevoelens rondliepen, vijanden hadden, of... in geldverlegenheid zaten?" Van Opweeghen heeft tijdens het betoog van den inspecteur zijn aan dacht voornamelijk bepaald tot z'n kleintje koffie, dat inmiddels koud is gewbrden. Bij Sanders' laatste woorden kijkt hij echer plotseling op. Twee lange seconden kruisen de blikken van beide mannen elkaar; het is of Van Opweeghen de gevoelens van den inspecterj- tracht te peilen, doch niets in iens scherp gesneden gezicht verraadt," dat hij met zijn vraag een bepaalde bedoeling heeft. De jonge advocaat maakt ten slotte aan het z-vijger een einde door Sanders een sigare t aan te bieden. Als hij hem tevens van vuur heeft voorzien, zegt hij bedachtzaam: „Ik zou op het oogenblik werkelijk niet weten, inspecteur, wien ik van een dergelijk misdrijf zou kunnen verdenken. Natuurlijk heb ik ver schillende menschen van mijn voor- n .en tot deze trip in kennis ge steld, maar het zou weinig zin heb ben nu een paar namen te noemen en er misschien vijf of zes te ver geten. Laat ik er daarom nog eens rustig over mogen nadenken. Ik zal dan alle namen noteeren en u het lijstje vandaag nog doen toekomen. Voor het overige lijkt het mij het beste, dat u mij nu eerst eens met het lijk van het slachtoffer confron teert. Misschien ia de vermoorde voor mij geen onbekende. Tenslotte heb ik op mijn reizen kértnis ge maakt met tal van menschen, waar van de brave juffrouw Keizer het bestaan zelfs niet vermoedt..." „U hebt gelijk", antwoordt San ders. Ik heb ons onderhoud In deze weinig geschikte omgeving wel wat heel lang gerekt. Het was eigenlijk slechts m'n bedoeling u even in te lichten vóór u naar huis zoudt gaan, maar als u op het oogenblik nog tijd zoudt kunnen vinden het slachtoffer te gaan zien, zou ik dat zeer op prijs stellen. Hoe sneller we ons onderzoek kunnen voortzetten, hoe beter!" „Er is niemand, die op mg wacht," zegt van Opweeghen, wat bitter, ter wijl hQ den kellner wenkt om af te rekenen en vijf minuten later ver laten beide mannen het Centraal station. De ,„Mercuu£' bevat dien avond over den geheimzinnigen moord in Villa „Vredelust" slechts een kort bericht: Hoewel de recherche het onder zoek in de duistere' moordzaak, waarvan de tijdelijk onbewoonde villa „Vredelust" aan den Amstel ■het middelpunt is geworden, met kracht voortzet, is men er tot dus ver nog niet in geslaagd een spoor van den dader te ontdekken. Om trent de identiteit van het slacht- offer tast men eveneens nog steeds volkomen in het duister. Wel zou de politie, naar wij ver nemen, over eenige gegevens be schikken, welke in een bepaalde richting wijzen, doch zoolang mr. van O. nog niet van zijn reis naar Frankrijk is teruggekeerd, is het uiteraard niet mogelijk de juistheid van deze gegevens te controleeren. Op het bureau van de ceiitrale re cherche wordt echter dag en nacht gewerkt om dit, wel zeer geheimzinnige misdrijf tot klaar heid te brengen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1942 | | pagina 5