DE VUURRODE SCHOENTJES. HET GEHEIM VAN DE PAREL-EILANDEN De Ruytertentoonstelling in Rijksmuseum te Amsterdam. RABARBER INMAKEN. SPORT RADIOPROGRAMMA TOONEEL Pupsen teisteren inlandsche eiken. TSJDSCHRIFTEM PUBLICATIES FEUILLETON Opening op 19 Juni. AMSTERDAM, 17 Juni (ANP) De secretaris-generaal van het dep. van volksvoorlichting en kunsten zal op 19 Juni a.i: in het Rijksmuseum te Amsterdam op plechtige wijze een de Ruyter tentoonstelling openen. De opening op dezen datum is geen toeval, maar houdt verband met de herdenking van een bijzon dere gebeurtenis, die een hoogtepunt beteekent, niet alleen in de schit terende loopbaan van,, de Ruyter als bevelhebber van onze vloot, maar tevens in de geschiedenis van Ne derland al? zeevarend volk en als groote mogendheid. De tocht naar Chatham. Immers het is op 19 Juni a.s. precies 275 jaar geleden, dat de Nederlandsche vloot onder de leiding van haar grooten admiraal den beroemden tocht naar Chatham heeft ondernomen en deze in de geschiedenis unieke prestatie tot een succesvol einde heeft gebracht. Van deze gebeurtenis is het, dat een onzer bekende historici terecht op merkt: „Nooit is de Nederlandsche staat aan de wereld machtiger verschenen dan in den tocht naar Chatham". Wat was' voor de Nederlandsche staatslieden, die over het' algemeen ook in de tijden van onze grootste machts uitbreiding een voorzichtige politiek voerden, aanleiding om opeens over te gaan tot een zoo agressieve oorlogs handeling, die eenerzijds onze vloot aan groote risico's bloot stelde, ander zijds echter juist door haar gedurfdheid en door haar voor den vijand volkomen verrassend element in geval van succes een buitengewoon sterken en geslaag den zet op het politieke schaakbord was? In dit verband moeten wij ons den toestand waarin de republiek bij het begin van het jaar 1667 verkeerde, rea- liseeren. In 1665 was de tweede Engelsche oor log uitgebroken, toen Engeland het oogenblik -gunstig achtte om den las- tigen en succesvollen mededinger op zee definitief als maritieme mogendheid uit te schakelen, hetgeen in den eer sten Engelschen oorlog nog niet gelukt was. Het begin van den oorlog scheen deze hoop te verwezenlijken, toen de Nederlandsche vloot onder van Wasse naar van Obdam bij Lowestoff een zware nederlaag leed. In het volgende jaar echter, toen de Ruyter de leicHng der vloot in handen had, verbeterde de toestand belangrijk. In den vierdaag- schen zeeslag behaalde hij- een schitte rende overwinning, die - de nederlaag van Lowestoff weer goed maakte. Onder den indruk van deze gebeur tenissen begon in Engeland langzamer hand de behoefte naar beëindiging van den zoo weinig succesvollen oorlog te groeien. Vredesonderhandelaars te Breda. Zoo kwamen de vredesonderhandelaars in Breda bijeen, maar het bleek niet mogelijk om tot overeenstemming te komen, want Engeland wilde vast houden aan de voor dat land zoo voor- deelige bepalingen van den vrede van Westminster, die den eersten Engelschen oorlog beëindigd had. Maar na de suc cessen, die onze vloot onder de Ruyter in dezen tweeden oorlog had weten te behalen, Was de raadspensionaris de Witt uit den aard der zaak niet genegen op deze basis vrede té sluiten. Daarom trachtten de Engelsche onder handelaars tijd te winnen, te meer aan gezien de positie van de republiek op internationaal gebied geleidelijk aan moeilijker begon te worden, daar de verhouding met Frankrijk minder goed werd. De gebeurtenissen, die 5 jaren later, in het rampjaar 1672, werkelijk heid zouden worden, wierpen hun scha duwen al vooruit. Onder deze omstandigheden was het duidelijk, dat de Witt een spoedig einde van dezen oorlog wenschte en daarom een vrede moest forceeren. Zoo rijpte bij hem het plan voor den Tocht naar Chatham De Ruyter de strateeg. De Ruyter heeft met aarzeling de op dracht voor deze expeditie aanvaard. Als' strateeg zag hij beter dan Johan de Witt de gevaren, waaraan de vloot bij een zoo gewaagde onderneming bloot stond en de risico's die hij liep. Maar nadat het bevel ontvangen was, heeft hij de leiding in handen genomen en de onderneming met de meesterschap, die stoutmoedigheid met voorzichtigheid paarde, en die alleen hem eigen was, uitgevoerd. In het diepste geheim werd een machtige vloot van 80 oorlogsschepen en 20 branders met 3300 kanonnen en 18.500 matrozen en soldaten verzameld. Op 17 Juni verscheen de vloot voor de Theemsmonding, die zij volledig afsloot, zoodat van zee-uit geen En- gelsch schip meer naar de bedreigde hoofdstad kon doordringen. Daarop gaf de Ruyter op 19 Juni aan vice-admiraal van Ghent het bevel met zijn lichtere schepen de Medway op te varen. Daar immers bevond zich de veilige oorlogs haven, waar de grootste 'Engelsche oor logsschepen een naar Engelsche mee ning volkomen veilige schuilplaats hadden. Men moet zich wel realiseeren, welk een gedurfde onderneming het was om met een vloot op een betrekkelijk smalle rivier het land van den vijand binnen tetdringen, terwijl de Engelsche landmacht aan de oevers daarvan ver zameld werd. De ketting wordt stokgezeild. Van Ghent en zijn mannen hebben met buitengewone dapperheid en stout moedigheid hun opdracht ten uitvoer gebracht. Want de toegang tot de Medway was met alle middelen, die de toenmalige krijgswetenschap kende, verdedigd. Het fort Sheerness be- heerschte met zijn kanonnen den in gang, die bovendien door zware ket tingen was afgesloten. Met volle over gave, die voortkwam uit den diepen haat, djen de Nederlanders tegen hun aartsvijand voelden, gingen zij tot den aanval over. Troepen gingen bij Sheer ness aan land, bestormden het fort en vernielden het. De ketting, die de ri viermonding afsloot, werd stuk gezeild, tevergeefs trachtten de Engelschen door een deel van hun eigen schepen te laten zinken aan de Hollanders den verderen toegang te beletten. Recht gaan deze op hun doel af, hoo- ger de rivier op, waarheen de groote Engelsche oorlogsschepen zich terug getrokken hebben, om aan de opdrin gende Hollanders te ontkomen. Terwijl de strijd zijn hoogtepunt nadert, komt de Ruyter zelf aan en neemt de leiding in handen. Zelf springt hij in een sloep, om zijn mannen aan te sporen. Hei Rijksmuseum bewaart waardevolle herinnering. Brandend verzinken de Engelsche schepen in het water. Zes groote oor logsschepen worden vernield, terwijl de Engelschen zelf 12 van hun eigen schepen tot zinken brengen. De 2 grootste' schepen, het admiraalsschip „Royal Charles" en de „Unity", ontsnapten aan dit lot, echter om als buit in triomf naar Nederland te worden gebracht. Als een blijvende herinnering aan dit trotsehe feit bewaart het Rijksmuseum een groot stuk houtsnijwerk met het wapen van Engeland, een deel van den spiegel van de „Royal Charles". De geheele onderneming, die onder den naam „de tocht naar Chattam" in de geschiedenis bekend is, heeft acht dagen geduurd. Een week, waarin de Engelsche hoofdstad in paniekstemming vferkeerde en met de bezetting van Lon den door de Nederlanders ernstig reke ning hield. De Ruyter heeft de onderneming niet zoover uigestrekt. Het succes was groot genoeg en hij wenschte dit niet door een nog riskanter actie in "gevaar te brengen. De indruk in Engelnd was zoodanig, dat de onderhandelaars in Breda opdracht ontvingen vrede te sluiten, Dat het Vredesverdrag van Breda niet zoo gunstig was als men van het voor ons zoo succesvolle verloop van den oorlog zou verwacHten, lag aan de toen -reeds dreigende houding van Frank rijk. Dat noodzaakte de Witt tot een spoedigen vrede. Tegenover- belangrijke handelsvoordeelen en de erkenning van ons bezit in Suriname, ging onze neder zetting in Noord-Amerika, Nieuw- Amsterdam (het tegenwoordigNew- York) verloren. Tegen de dreigende alliantie van Frankrijk en Engeland was Nederland niet sterk genoeg om de vruehen van de overwinningen, die het genie van de Ruyter bevochten had, te plukken. De aangewezen bondgenoot van Ne derland in dezen strijd, het Duitsche rijk, was door een dertigjarigen oorloi zoo verzwakt, en verdeeld, dat het niet in staat was zijn invloed ten voordëele van ons land te laten gelden. Ernstige waarschuwing aan de veehouders. 's-GRAVENHAGE, 16 Juni. De* aandacht van de veehouders wordt gevestigd op de groote gevaren waaraan de dieren zijn blootgesteld bij het onachtzaam, onvoorzichtig en onoordeelkundig omgaan met de zeer giftige stoffen ter bestrijding van den coloradokever en van be paalde plantenziekten. In vele gevallen zijn bij vergifti ging de ziekte- en sterfgevallen van dieren toe te schrijven aan onacht zaamheid en ondoordachtheid bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen. De veehouder, die in den tegen- woordigen tijd wel zeer hoogen prijs stelt op het behoud van zijn veesta pel, moet de dieren niet /te spoedig laten grazen in boomgaarden, die met bestrijdingsmiddelen zijn bespo ten. Gedurende den staltijd móet hij niet voederen met hooi, afkomstig' uit bespoten boomgaarden of van/ greppelkanten van bespoten aardap pelvelden. De veehouder zij op zijn hoede, indien hij niet - een groot gedeelte van zijn veestapel wil verliezen. 's-GRAVENHAGE, 16 Juni. Het Voorlichtingsbureau van den Voe dingsraad schrijft: Wie zelf rabar ber kweekt, kan er ook den komen de winter van genieten, want rabar ber laatJzich goed inmaken. Men kan er jam of limonade van maken, maar dat zijn echte „suikerdieven" en alleen de huisvrouw, die suiker heeft kunnen sparen zal dat willen doen. Het ongesuikerde rabarbermoes en sap kan men gelukkig ook bewaren, wanneer men maar eenige flesschen met bijpassende kurken bezit. Hoe men daarvoor te werk moet gaan kunt u in onderstaand recept lezen.- Het gaat er in hoofdzaak om de fles schen zoo goed mogelijk schoon te maken. Het grondigste geschiedt dit, wanneer zij eh ook de kurken, nadat zij schoongemaakt zijn, uitgekookt of uitgézwaveld worden. Nu is voor het uitkoken van de flesschen wel wat brandstof noodig en riiet ieder een kan dat missen. Terwijl zwavel- lint om uit te zwavelen nog slechts in enkele winkels te krijgen is. Kookt of zwavelt men„de flesschen niet uit, dan moeten zij op een an dere manier schoongemaakt worden. Men kan al heel wat bereiken wan neer men ze uitspoelt en dan met azijn waaraan zooveel keukenzout is toegevoegd, dat het "er niet meer in oplost, flink schudt. Worden de flesschen daarna nog eens flink met gekookt water uitgespoeld en gaat men bij het bereiden wan het moes en het vullen der flesschen zorgvul dig te werk, dan mag men er wel op rekenen, dat deze,- mits koel en in het donker bewaard, houdbaar is. Heeft men inmaakglazen of jam potten met binnendeksel, gummi- ring of schroefdeksel, dan kan m^n de rabarber ook steriliseeren, wan neer men er tenminste de brandstof voor heeft. Men doet echter beter, deze glazen te bewaren voor groen ten en vruchten, die slechts na ste riliseeren of .pasteuriseeren houd baar zijn. Rabarbermoes in flesschen. De rabarberstelen schoonmaken (niet schillen), in stukjes snijden, met weinig kokend water opzetten en in een gesloten pan snel tot moes ^jïoken. Het rabarbermoes zoo warm mo gelijk in de schoongemaakte fles schen overdoen. De kurken er stevig in drukken en luchtdicht afsluiten door ze in gesmolten lak, kaarsvet of paraffine te dompelen. Rabarbersap in flesschen. De rabarber schoonmaken (niet schillen); in stukjes snijden, met weinig water opzetten en vlug tot moes koken. Het moes in een ver giet laten uitlekken. Het sap in een Dan opvangen, weer aan den kook brengen en in de schoongemaakte flesschen overdoen (zie vorig re cept). Wat suiker en/of zoetstof door de rabarber mengen en dit- als boterhambelegsel of. bij het middag maal gebruiken. Stukjes rauwe rabarber in flesschen. Dunne rabarberstelen zorgvuldig wasschen en in ongeveer 1 cm lange stukjes snijden. Deze stukjes nog maals grondig wasschen, wijdmond- sche flesschen zorgvuldig reinigen en uitzw.avelen. De flesschen niet naspoelen, doch vullen mat d.e stuk jes rabarber in den zwaveldamp en daarna bijvullen met gekoukt water en met uitgezwavelde kurken losjes afsluiten. De flesschen eeh nacht la ten staan om het water in de stukjes rabarber te laten trekken, bijvullen met gekookt koud water, afsluiten met kurken en deze tot aan den rand van de flesch dompelen in gesmol ten lak, kaarsvet of paraffine. Deze rabarber kan bij het gebruik tot moes worden gekookt, waarbij het water mede verwerkt wordt. Afsluiting va^ de flesschen kan ook geschieden met een stukje cellopha ne, dat met een touwtje of elastiekje over den hals wordt bevestigd. Voetbal MALMGREN GESNEUVELD. BERLIJN, 17 Juni (A.N.P.) In den strijd tegen het bolsjewisme is aan het Oostfront gesneuveld de Fin, luitenant J. H. Malmgren. Hij was eén bekend voetballer en meerma len aanvoerder van het Finsehe na tionale elftal. Ook voor de Finsehe voetbalsport in het algemeen heeft hij zich- groote verdiensten verwor ven. In en herfst van 't vorige jaar werd hij zwaar gewond, doch direct nadat hij was hersteld, vertrok hij opnieuw naar het front. RegisSbur: Mulder, denk er vooral om, dat de uien er niet bij opkomen! nm irk, r\ 205. Trek dat al vast maar eens aan! Vergeet niet je pantoffeltjes uit te trekken en de warme boomschors schoentjes aan te doen. Want het is buiten erg koud. DONDERDAG. HILVERSUM I, 415,5 M. 6.45 Gr.pl. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.— Gr.pl. 7.45 Ochtendgymnastiek. 7.55 Gr.pl. 8. BNO: Nieuwsber. 8.15 Melodisten (opn.) en de Hodlars, accordeonduo (gr.pl.) 9.15 Voor de huisvrouw. 9.20 Gevarieerd programma (opn.) 10.30 Zang met piano- begel. 11..Voor de kleuters. 11.20 Pianovoordracht en gr.pl. 11.57 Gr.pl. 12.Theo Uden Masman en zijn dans- orkest en gr.pl. 12.40 Almanak. 12.45 BNO: Nieuws- en econ. ber. 13— Het Sylvestre Trio en gr.pl. 14.Hobo, piano en gr.pl. 14.40 Gr.pl. 15.Orgel concert. 15.30 Voor de zieken. 16.Zon» dag 17 van den Heidelbergschen Cate chismus, lezing. 16.20 Gr.pl. 16.30 Amu sementsorkest en solist. 17.15 BNO: Nieuws-, - econ.- en beursber. 17.30 Gr.pl. 18.Sport en Lichamelijke Op voeding. 18.20 Orkest Malando en solist. 18.45 BNO: Nieuwsber. 18.55 BNO: De wereldmeening uit vreemde kranten. 19.05 Gr.pl. 19.15 Brucknercyclus door' het Omroep-Symphonie-Orkest. 21. Gr.pl. 21.45 BNO: Nieuwsber. 22.— Gr.pl. 22.15—24.— Gr.pl. HILVERSUM n, 301, 5 M. 6.45—845 Zie Hilversum I. 8.15 Gr.pl. 10.Morgen wijding. 10.15 Gr.pl. 10.40 Voor de vrouw. 11.Gr.pl. 11.20 Ensemble Francis Keth. 12.Gerard van Krevelen en zijn orkest en solist. 12.45 BNO: Nieuws-, en econ. ber. 13.De Produc tieslag. 13.15 Omroeporkest. 13.45 Her denking van René de Clercq. 14.Otto Hendriks en zijn orkest en pianosoli. 14.45 Gr.pl. 15.Voor de vrouw. 15.30 Orgelconcert. 16.Bertus van Dinteren en zijn orkest. 16.45 Voor de jeugd. 17.15 BNO: Nieuws-, econ.- en beursber. 17.30 Varia, gevarieerd programma. 18.30 Aziatische havensteden, lezing. 18.45 Gr.pl. 19.— Hier W.A. 19.15 Gr.pl. 19.30 BNO: Nieuwsber. 19.40 BNO: Wat Ne derland schrijft. 19.50 Spiegel van den dag. 20:Omroeporkest en solisten. 21 Brandende kwesties, causerie. 21.15 Orkest Malando en solist. (Als irfter- mezzo: Het Goidijn gaat open, repor- tageflitsen). 21.45 BNO: Nieuwsber. 22. .BNO: Mil. overz. 22.10 Avondwijding. 22.15—24.— Zie Hilversum I. Vanaf 22.15 alleen voor de Radio- Centrales die over een lijnverbinding met de studio beschikken. EEN BOEKJE VAN ADR. VAN DER HORST OVER- TOONEELKUNSTENAARS. Zeer binnenkort zal een boekje het licht zien, dat de plotseling over leden oud-tooneell'eider Adriaan van der Horst geschreven heeft en dat enkele dagen voor zijn dood ge reed gekomen, was. Adriaan van der Horst, die, hoe wel hij reeds lang „in ruste" was, nog een intense belangstelling had voor alles wat met tooneel in ver band stond en, die geen tooneel- gebeurtenis van eenige beteekenis verzuimde bijrte wonen, was op de gedachte gekomen een boekje samen te stellen, waarin de levensloop zou worden verhaald van de tooneelkun- stenaars, wier geschilderd portret in den Amsterdamschen Stadsschouw burg een plaats gevonden heeft. In opdracht van het Gemeentelijk Theaterbedrijf werkte van der Horst zijn plan uit en schreef een nuttig en interessant boekje, dat voor eiken tooneelliefhebber en voor de jeugd vooral van bijzondere beteekenis zal blijken te zijn. Door dit boekje im mers zal de jeugd iets leeren van de geschiedenis van het Nederlandsche tooneel en van de groote figuren, die men niet voor niets aan de vergetel heid heeft willen ontrukken. De vorige week beëindigde van der Horst zijn werk en nog juist voor zijn verscheiden heeft hij het manus cript aan het Gemeentelijk Theater bedrijf kunnen bezorgen. Reikt Uw zwakkere Volksgenooten de hand. Wordt lid yan den Neder landsche u Volksdienst. Weinig bestrijdingsmiddelen. Spaart de insecten-etende vogels Er heerscht thans een rupsen- plaag van grooten omvang. De ste delingen merken er weinig van, behalve dan zij, die een fietstochtje naar buiten maken en op een ge geven oogenblik tot de ontdekking komen, dat hun kleeding bezaaid is met rupsen. Zoo gaat het ook met de men- schen die van buiten naar de stad komen en „berupsd" op 't werk arriveeren. Men doet er goed aan deze dier tjes nu eens niet met zachtheid te behandelen, doch op afdoende wijze om het leven te brengen. Want millioenen rupsen teisteren thans de inlandsche eiken en het gevaar is niet denkbeeldig», dat de beesten, wanneer zij onder de eiken zijn uitgevreten, de vrucht en fruitboomen, de groentevelden, enz. zullen gaan exploiteeren! Iedere rups, die thans een natuur lijke of gewelddadige dood sterft, beteekent een vermindering van het millioenen aantal nu en ook voor het volgende jaar. Onder de inlandsche eiken is reeds 'n groote „slachting" aangericht, d. w.z. honderden bobmen zijn geheel kaal gevreten en daardoor van hun bescherming' beroofd. De gevolgen hiervan, zijn thans nog niet te over zien. Rups van wintervlinder. De rups is van den kleinen winter vlinder fCheimatbia brumata) is 20 tot 25 millimeter lang, geelachtig- groen van kleur met een donkere ruglijn en drie witte lijnen op elk der zijden. De wintervlinders komen bijna uitsluitend in October tot Maart voor. Zacht najaarsweer doet hen vooral in de maanden October en December uiiden grond kruipen, waarin zij zich als pop eenigen tijd hebben opgehouden. Strenge vorsten verhinderen den vlinder den grond te verlaten. Vallen deze vroeg in, dan ziet men de vlinders pas veel later te voorschijn komen, bijv. in Januari of Februari. Er zijn steeds meer mannetjes dan wijfjes. In de kroon van den boom leggen zij pl.m. 350 eitjes, gewoonlijk in kleine hoop jes. Beginnen de knoppen uit te loo- pen, dan komen de rupsen voor den dag. Zoowel blad als bloemknoppen worden uitgevreten, waarbij de rup sen de knoppen en de te voorschijn komende blaadjes door een dun spin sel aaneenhechten. In de aldus ge vormde schuilplaats zetten zij het vernielingswerk voort. Later tasten zij de jonge blaadjes aan. Einde Mei begin Juni zijn de rupsen volwassen. Aan een spinseldraad laten zij zich op den grond neer en verpoppen zich daarin op geringe diepte. Het oordeel van een deskundige. Een deskundige verzekerde dat de rupsen het thans nog alleen begre pen hebben op de inlandsche eiken, waaraan zij blijkbaar de voorkeur geven. Het is een' typisch beest, want staat bijvoorbeeld in een heele rij aangetaste kaalgevreten in landsche eiken een Amerikaansche eik, dan valt het direct op dat deze onaangeroerd is gelaten. Op de vraag of er gevaar bestaat, dat de rupsen zich ook aan de fruit en vruchtboomen, alsmede aan de groente enz. zullen vergrijpen, werd geantwoord, dat dit ge vaar weliswaar niet denkbeeldig is, doch dat schade van eenige beteeke nis aan de fruit- en vruchtboomen nog niet is geconstateerd; evenmin aan de groente. Het is met de rup sen als met de menschen: is er ge noeg te eten dan wordt niet verder gezocht, maar is er niet genoeg, dan gaat ook de rups het eten halen waar het te vinden is. Weinig bestrijdingsmiddelen. De plaag is van zoo'n grooten omvang, dat er geen afdoend be strijdingsmiddel kan worden toe gepast. Men kan met een maaggif gaan spuiten en met Iijmbanden gaan werken, doch dit zal thans niet veel meer helpen. Het is voor namelijk de natuur, die hier het evenwicht moet herstellen. Wil men echter de natuur ook 'n handje helpen dan is het van be lang de insecten en rupsen etende vogels thans te sparen en het nestelen daarvan te bevorderen. De roek is bijzonder op deze,rup sen gesteld en niet minder de sluipwesp, die zich ongetwijfeld ook in grooten getale zal ontwik kelen. Overigens schijnt de tijd'zeer gun stig te zijn voor parasieten, die het op de planten gemunt hebben. Gewe zen werd op 't veelvuldig voorkomen van de emelt der langpoot mug. Deze emelten richten groote schade aan onder de groente en de jonge plan ten, waarvan ze de wortels opvreten. De spreeuw is 'n bijzondere liefheb ber van deze emeiten, waarvan de bestrijding zoo afdoend mogelijk moet zijn. De oorzaak. De oorzaak van de rupsenplaag moet worden gezocht in het feit, dat hoewel de vorst dezen winter streng was, hij toch niet diep in den grond is gedrongen door de sneeuw, die er overvloedig is gevallen. Daardoor zijn dezen winter talrijke insecten niet verongelukt. Bij 'n zachteren winter komen de rupsen naar boven en maken dan 'n heele beste kans om door den vorst te worden overvallen. Nu dit niet ge schiedde, fust op ieder de taak aan de schadelijke rupsen te voltrekken, waartoe de natuur in den winter niet in staat was!' GEMEENTELIJKE SCHOOL VOOR VOORBEREIDEND MIDDELBAAR TECHNISCH ONDERWIJS TE ALKMAAR. Inschrijving van nieuwe leerlingen. De inschrijving wordt gehouden op DINSDAG 23 Juni a.s. in het gebouw der Ambachtsschool, des avonds van 18.3021.uur. Leerlingen met het diploma Ambachtsschool, of zij, die naar de 5e klasse van de Gemeentelijke Avondschool voor lager Nijverheids onderwijs zijn bevorderd, kunnen on middellijk worden toegelaten onder overlegging van hun rapportboekje en een verklaring van den Directeur, dat ze voldoende aanleg hebben voor voort gezette studie in de technische vakken. In bijzondere gevallen kunnen ook qndere leerlingen worden toegelaten, mits zij aan de gestelde eischen van ontwikkeling voldoen. Het schoolgeld is laag gesteld. De school geeft opleiding voor het toelatingsexamen eener Middelbaar Technische School, terwijl een bewijs te zijn geslaagd voor dit toelatings examen, de gelegenheid openstelt tot het examen voor één der Nijverheidsakten. De lessen worden ln de avonduren ge geven. Aanvang 18 Augustus a.s. Nadere inlichtingen bij den directeur, J. ARNOLDUS. „EUROPalSCHE LITERATOR". Aan zijn eerbiedwekkende bewij zen van cultureele prestaties midden in een oorlog, die wel den grootsten aller tijden kan worden genoemd, heeft Duitschland een nieuwe daad toegevoegd, door de oprichting van een tijdschrift, dat een inzicht wil geven in de literatuur van het wor dende Europa. Ook op litterair terrein kan stellig nog niet gesproken worden van de finitieve vormen; veel is nog in wording, doch aan alle kanten breekt een nieuw beleven zich baan. Hiervan een weerspiegeling te zijn, is het doel van dit nieuwe maand blad, dat bovenstaanden naam draagt en dat wordt uitgegeven door Deutsche Verlag, te" Berlijn: Dich ters en denkers van Europèesch for maat zullen erin aan het woord komen, terwijl het tevens zijn lezers in kennis wil brengen met de be langrijkste producten van de Euro- peesche boekenmarkt, hen daarbij stimuleerend tot eigen onderzoek en eigen oordéél. Het wil geen vakblad zijn, maar het zal ernaar streven, op levendige en voor ieder bevatte lijke wijze litteraire voorlichting en opvoeding te geven. In het eerste nr. vertelt de 68- jarige Deensche dichter Svend Fleu- ron, die vooral bekendheid heeft verworven door zijp dierenromans, van een dichterreis door Duitsch land, in den vorigen herfst, terwijl Liviu Rebreanu een met veel liefde geschreven artikel over zijn Roe- meensche vaderland bijdraagt. Be langwekkend is verder een geïl lustreerde bijdrage van Wilhelm Ruoff, getiteld „Ontmoetingen in Vlaanderen en Walenland", en han delend oVer Thiry, Timmermans, Streuvels, de Pillecijn e.a. Ook aan den dichter Bruno Brehm, die on langs een tournée door ons land maakte, is een. beschouwing, én een fotopagina, gewijd. Eenige opmer kelijke Zweedsche, Vlaamsche (Re né-de Clercq) en Duitsche verzen voltooien dit goed-verzorgde en fraai-geillustreerde eerste nr. Knijff. door B. ARDEN. 72 Weer dacht Gentschow snel na. Wat zou Duane wel allemaal ont dekt hebben, dat Garragan junior tot dezen brutalen stap besloot! Dus Duane was, volgens Sam's eerste meening, gevangen genomen. Toen vernam hij hier, dat Duane thuis was en hü moest dus vermoeden dat Fred zich bevrijd had. Nu sloop hij naar boven om Duane te dooden. Gentschow opende de deur naar de gang. Hij zag juist nog een voet met witte zeilschoenen aan op de trap. „Garragan, ik heb gezegd, dat Duane nu rust noodig heeft! Begre pen? Als je niet dadelijk beneden komt, zal ik je halen!" Nu werd ook de andere voet zichtbaar en het paar begon de trap af te loopen. Gentschow hield zijn wapen op heuphoogte klaar om te schieten. „Een beetje vlugger als jeblieft!" Nu werd ook de rest van Sam Garragan zichtbaar. Hij zag het wa pen, maar het scheen geen indruk op hem te maken. „Ik wilde alleen maar kijken of u niet gelogen hebt of Duane wer kelijk thuis was". Gentschow kon zich niet langer beheerschen. „Dat kun je ook wel ergens an ders na gaan kijken, bijvoorbeeld daar waar hij vannacht was. Als hij daar nog is, kan hij niet hier zijn; als hü hier is, kan hij 'niet meer daar zijn 'begrüp je mij?" „Nee", zei Garragan, maar zijn witte gezicht logenstrafte zijn woor den. „Ik begrüp er niets van!" Toen knikte Sam Gentschow toe en ver trok. Op dat oogenblik viel Gentschow de groote, zoo niet de grootste stra tegische gedachte in. Ik bouw welis waar op vermoedens, dacht hü. en als ik misgrüp, ben ik er bü» maar ik riskeer het toch! „Meneer Garragan!" „Ja", zei Sam zich omkeerend, „wat wilt u nog?" „Ik heb zoo'n gevoel, dat we eens even moetep uitpraten", zei Gent schow, zijn revolver wegstoppend. „Maar zeg eerst tegen uw mannen, dat ze verdwijnen moeten!" „Welke menschen?" vroeg Garra gan verbaasd. „Ik ben hier alleen". „Nu goed", zei Gentschow. „Komt u nog even binnen". Sam Garragan betrad vol ver wachting Gentschow's werkkamer. „Wat wilt u bespreken?" Zijn oogen vlogen haastig door de kamer dat was een fout. Gentschow hield niet van lange redevoeringen, als hü eenmaal een besluit genomen had. Hü nam af stand en gaf Garragan een tik onder z'n kin, die door zijn geweldige vuist heusch niet zacht aankwam. Garra gan deed hetzelfde, wat vele man nen in zün plaats gedaan zouden hebben hij ging ziten en Gent schow, geen man van half werk, gaf hem nog een tik, waarop Garragan heelemaal ineenzeeg. „Als je mü'n kind slaat, zal ik het jouwe slaan", zei Gentschow half luid. Toen haalde hü op z'n gemak een paar sterke touwen en maakte een pakket van Garragan. Dat pak ket droeg hij tenslotte snuivend en wel naar boven langs de smalle trap en legde het in de kamer, die Duane bewoonde. Alles op één kaart, dacht hij, kwaad over zich zelf en zijn daad. Maar nu kon hü niet meer terug. Had die jonger) niet bewezen, dat z'n bedoelingen niet zuiver waren? Op een of andere manier had hü toch iets mtet de zaak te maken, daar bestond geen twijfel meer over. En zoolang Garragan niet gevonden werd, zou men Duane ook niets doen dat was tenminste te hopen! Gentschow sloot de vensterluiken,- haalde de spijkerkist en spijkerde de luiken vast. Toen keek' hü nog eens de touwen na. Die waren best. Een echte gangster zou het hem niet ver beterd hebben. Garragan kwam bü. Zijn oogen verriedeh, dat hij z'n zinnen nog niet allemaal bij elkaar had, maar dat was na een paar minuten in or de. Zijn kin werd dikker, maar niet tegenstaande dat gaf hü zich toch moeite om te spreien. „Wat beteekent flat? Bent u hee lemaal gek?,"- Gentschow wreef zich de handen. „Luister, mün jongenl Duane is van zün uitstapje dezen nacht niet teruggekomen. Jouw menschen heb ben hem opgepakt. Jouw menschen hebben je dit meegedeeld. Om nu elke verdenking van jou af te lei den, ben je hierheen gekomen om zoogenaamd Duane te spreken. Toen ik je zei, dat Duane thuis was, werd je haast gek van den schrik. Je wilde naar deze kamer sluipen om te zien of Duane werkelijk je menschen ontsnapt was misschien had je zelfs erger plannen, omdat je Dua- ne's medeweten vreezen moest. Duane is echter een plichtgetrouw man, hij handelt slechts met ver stand, hij heeft bewüzen noodjg weet ik veel. Ik ben slechts een ge- voelsmensch. Als Duane de zon niet meer te zien krügt, dan zal jü die evenmin weer aanschouwen. Als' Duane's lijk ergens aanspoelt, dan zullen ze jou dok ergens zien drij ven! Als men nooit meer iets hoort van Duane, dan zal men van jou ook nooit meer iets vernemen. Heb je dat begrepen, jü akelige lummel? Dit alles verzekert je hierbü op eerewoord Hans Gentschow, die niemand hier nog precies heeft lee ren kenhen. En nu nog wat! Als je schreeuwt, krijg je een heele bad handdoek in den mond. Daarin kun je stikken, dat zal je als gangster wel bekend zün. Als Duane terug komt en je rehabiliteert, dan zal ik je met een verontschuldiging weer vrü laten. Als je het een of ander onderneemt, dan zullen Duane en ik getuigen, dat je hier heimelijk bent binnen geslopen! Begrepen? Tegen over twee getuigen kan zoo'n lummel als jij beweren wat hü wil, dan wordt hü eenvoudig uitgelachen!" „Maar dat is toch tegen de wet", zuchtte Garragan, bevend van op winding en woede. „Wettelük of tegen de wet, bah", deed Gentschow veraehtelü'k, „Ik zal je één ding zeggen: voor mij geldt slechts één wet: het recht van de sterkste. De zwakke heeft onge lijk. Ik wil niet opsnijden, maar Hans. Gentschow grüpt thans ener giek in, en hij is niet zwak, jü biet! Hij is sterker dan jij met je heele exotische gespuis erbü'!" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Noord-Holland : Alkmaarsche editie | 1942 | | pagina 3