A
2
AKKERTJES
Unicum
f 1.600.000.000
In ieder liuis!
DE WAARZEGSTER
1HÜ
MENSCH en MAATSCHAPPIJ.
U'oGt is fHeneet?
de öndërlinge
NEDERLANDSCHE
3
Bij den kapper.
VAN DE STEDE AAN
HET SPAARNE.
net-pe.. ECHTt
Heeft U nog
een
koffiebon?
*l@g$schdde!
Heden hier,
morgen daar!
Verzekert V daarom bij de
„Onderlinge Nederlandache"
Verwaarborgd kapitaal ruim
Voorschotheffing p. halfjaar
I. 0.60 per ».v1000.-
Grootste rislcospreiding.
Vraagt inlichtingen t
'MOLESTVERZEKERINQ MV. SNEEK
Kantooc-A'daqiKeiVersgc&cht 399,-Tel. 303)5
Alweer: Verschil
van opinie!
't Zou saai worden, als alle
menschen dezelfde dingen
prettig vonden. Dat doen ze
dan ook niet. Alleen dg
Victoria-biscuits: die worden
door iederéén gewaardeerd!
Butaroma
gele sauspoeder ver
vangt boter in de spijzen
en doet ware wonderen.
a
Albumona
juspoederstelt U in staat
veertig verschillende soor
ten jus of saus te bereiden.
Transparanta
aardappeltapiocavoor
het maken van „vóór-oor-
logscne" schoteltjes.
liet beste, dat op de bon verkrijgbaar ld.
W. A. SCHOLTEN'S FABRIEKEN
ALTIJD VERPAKT
Elk „AKKERTJE"
ia verpakt in een
cartonnen doosje,
zooals hiernaast
afgebeeld wordt.
Let daar goed op!
fJe Neder/andsche Pijnstille*
M bHndcöflf»? J
Bepaal flew Uw hew ran li
voren. Neem vooral niet „het
eerste het beste". Neem Sentd;
Hoi lid tw&t.tiéj/fi lid beste I
ondagsgedachte
door
Mr. R. Houwink
Herinnert gij u nog, dat gij laatst bij
den kapper waart? Ot vindt ge het te
„profaan" over zoo wereldsche zaken
te spreken aan den vooravond ^an den
Zondag? Sla dan liever ditmaal deze
regelen over. zij zouden u wellicht on
gewild ergernis bereiden,
kapper waren.
Een kapper, die zijn vak eer aan
doet (d.w.z. die eruit haalt, wat
erin zit!), is in de gelegenheid, zich
al knippend en scherend van een bui
tengewone dosis menschenkennis te
voorzien.
Want wie „onder het mes" of „onder
de schaar" komt, komt tegenover den
spiegel te zitten en wie tegenover den
spiegel komt te zitten, wordt of hij
wil of 'niet door zich zelf met
zich zelf geconfronteerd. En een der
gelijke, al dan niet gewilde confronta
tie toont méér van den mensch, dan
hij in den regel 'waar hebben wil.
de heeren weten wel beter! dat
deze confrontatie van het i k met zijn
spiegelbeeld zich uitsluitend in den
vorm van een pantomime voltrekt
of voorgedragen wordt als feen mono
loog.
Integendeel: meestal geschiedt zij
onder een opgewekt, zij het volmaakt
onbeduidend gesprek tusschen kapper
en klant. En dit gesprek moet onbe
duidend zijn, wil 't „ik" over voldoen
de „vrijheid" beschikken, om met zijn
spiegelbeeld te rade te gaan.
Dan is er niets meer dan hij zelf
en de spiegel en dan begint het
noodlottige of bevrijdende gesprek
van den mensch met zichzelf, waar
van de kapper getuige mag zijn.
Noodlottig is dit gesprek, wanneer
de fhensch in den spiegel slechts zich
zelf vindt. Want dan is het, oogenblik
niet ver meer, waarop hij in' den spie
gel ziin doodenmasker ontmoeten zal,
het. vaal geheim van zijn eigen een
zamen onvermijdelijken dood
En dan is er maar tweeërlei meer
mogelijk voor dezeil mensch: dan moet
hij leven om te vergeten wat hij zag
in het huiveringwekkend spiegelglas,
of hij moet het nocralot van zijn on
ophoudelijk -en onweerhoudbaar ster
ven dragen met een zwijgende, stoïcijn-
sche gelatenheid. Doch dan is de
vreugde gebluscht in zijn leven, de
lach voorgoed gedoofd in zijn blik;
dan is het kind in hem gestorven, ja
ren wellicht vóór het aanbreken van
het uur van zijn lichamelijken dood.
Maar ook bevrijdend, telkens op
nieuw. kan dit gesprek van ons „ik"
met zijn-spiegelbeeld zijn.
En het is dat, wanneer deze confron
tatie van onszelf met onszelf uitloopt
op een gesprek met 'den Ander, die
achter ons spiegelbeeld staat en naar
Wiens beeld wij geschapen zijn
Zulk ,,een gesprek is bevrijdend, om
dat het ons losmaakt van onszelf: om
dat het óns in de ruimte plaatst.
Daar zitten wij met al onze gewich
tigheid en onze zorgen, met onze grij
zende haren en bedenkelijke rimpels.
Maar daar is de Ander en Hij staat
achter ons, zóó dicht achter ons, dat
wij Hem niet zien kunnen, wanneer
wij ons mochten willen omdraaien in
onze onuitroeibare nieuwsgierigheid.
Doch wanneer wij goed in den spiegel
kijken, zien wij Hem achter ons staan
en er is een glimlach om ziin lip
pen: een milde, lichte glimlach als van
een zeer gelukkig mensch.
En deze glimlach overstraalt ons
spiegelbeeld, zoodat wij onszelf niet
meer zien, maar alleen Zijn blijden,
zachten lach. Wèg rimpels, wèg zor
gen, wèg grijzende haren, wèg onze
dwaze, dikbuikige gewichtigheid!
Wii praten over het weer met on
zen rapper, een alledaagsch praatje,
dat niets om het lijf heeft. Maar in
den spiegel staat achter ons dé Ander.
Doo,r onze eigen oogen heen Z'et Hij
ons aan en wij weten: Hij heeft onze
haren geteld. En glimlachtend zien wij
toe, hoe de kapper zijn schaar zet in
onze overvloedige lokken.
Verhaal door
J. W. VAN DER MOLEN
Het was een warme Julidag, die me
voor den eersten maal in mijn leven
deed besluiten naar de waarzegster te
gaarn er dreigde onweer. Den gehee-
len dag had ik in een ligstoel gelegen,
de schaduw opgezocht, doch aldoor
was de zon me weèr op het spoor ge
komen en moest ik me, ondanks mijn
luiheid naar koeler oorden begeven,
want het roode hoofd van mijn buur
vrouw, dat telkens als een tulp achter
het venster wiegde, had me reeds te
veel afschuw voor de zon ingeboezemd.
En nadat ik voor de zooveelste maal
mijn stoel in de schaduw terug moest
trekken, begon ik bang te worden voor
een soort noodlot dat me steeds zou
blijven omzweven, in den vorm van
zon, maar andere momenten weer als
vrouwen of water. Het limonadeglas,
waar ik al voor de tweede maal de
laatste druppels uit wilde drinken,
bracht reeds lang geen verkoeling meer,
en voor een bezoek aan het café, dat
aan mijn tuin grensde, bezat ik geen
geld genoeg. Dit kleine feit, dat eigen
lijk een gewoon geworden constateering
voor me was, verhevigde echter nog
de gedachte aan een fatum dat mij tot
doelwit gekozen zou hebben en plotse
ling was ik besloten bij één van mijn
vrienden wat geld te leenen, om een
Steden zijn als menschen.
Over het „marktplein" met zün
„tien straten", zooals een recent schrij
ver de stad 'van Heer Lem, de hoofd
stad onzer provincie noemt, daveren
de slagen van Sint Bavo's torenklok
en even later parelen er de klanken
van het carillon, bespeeld door de
vaardige handen van den beiaardier.
Maarten Janszoon Coster op zijn hoog
voetstuk, die naar het traditioneele
grapje wil een bladzijde van zijn
boek zal omslaan, zoodra hij de sla
gen van de klok weerklinken „hoort",
blijft onbeweeglijk, dus hoort blijkbaar
niets. Rondom staan de luisteraars.
Dit beeld, geregeld waar te nemen
in de Spaarnestad. getuigt er van
dat z& haar oude traditie van kunst
zinnig centrum do eeuwen door is blij
ven handhaven Niet alleen de beiaard-
concerten evenwel toonen de artistie
ke belangstelling aan van het Haarlem-
III.
Het menschelijk geluk individueel
eh maatschappelijk, naar menschelijk
gebleven maatstaven blinkt op aan
den horizon der eeuwen. De opeenvol
gende geslachten zijn als „beken, die"
naar het beeld van den dichter A.
Roland Holst„eens in verre zee van
vrede monden." Maar de weg, die naar
dit doel voert, vormt geen lijn, die in
ononderbrokenheid voortschrijdt. Het
gaat zig-zag. De geschiedenis der we
reld vertoont perioden van opgang en
neergang. Soms blijkt, bij nauwkeuriger
ontleding, de opgang schijnbaar
geweest te zijn; soms ook kan hetzelfde
van den neergang gezegd worden.
Zij, die overtuigd waren, dat de- be
stemming der menschheid het, overigens
reeds vaak onjuist begrepen, „Aardsche
Paradijs" is. verkeerden zelden in gun
stige omstandigheden, omdat, temidden
der mede-menschen, hun stem veelal
verklonk als die van den roepende in
den woestijn. Dat is begrijpelijk en het
behoeft, wanneer men in staat is bo
ven het „oogenblikkelijke" uit te zien,
allerminst te ontmoedigen. Een ideale,
op liefde, begrip en broederschap geba
seerde, maatschappij, die in een verre,
haast nog niet in eeuwen uit te druk
ken, toekomst zou verrijzen och het is
allés zoo fantastisch afgesóhilderd! En
bovendien: wat heeft de mensch-van-
vandaag, Wiens jaren getéld zijn (het
menschelijk leven is uiteraard nu een
maal begrensd) en die toch ook graag
wat persoonlijk geluk wil genieten, aan
de voorspiegeling eener toekomstige sa
menleving, die zijn kindskinderen tot in
den tienden graad nog niet eens zullen
beleven.
Het is één der kenmerken van den
mensch, dat hij een „schepsel van het
moment" is. Met lange tijdsbestekken
moet men niet bij hem aankomen. Hij
meet en het is vergefelijk iiï diep
ste wezen alles af naar de zestig of ze
ventig jaar, die hijzelf gemiddeld op
aarde te leven krijgt. Denken in ter
mijnen van eeuwen valt hem zwaar. En
dit geldt bij uitstek voor den mensch
der twintigste eeuw. De laatste tien
tallen jaren hebben, als nimmer tevoren,
op het leven een versnelling gezet. Het
parool is geworden: zoo veel mogelijk
in den kortst mogelijken tijd. Rus-
bezoek aan de waarzegster te kunnen
afleggen, die me hierover ongetwijfeld
meer zou kunnen vertellen.
De zon was reeds eenigen tijd ver
dwenen, toen ik me op weg begaf.Ik
wist niet dat haar huis zich aan een
gracht bevond en enkele kinderen, die
niet verder mee durfden gaan, dan tot
de steeg ervoor, wezen mij uit de ver
te haar woning. Doodstille boomen
stonden weerspiegelend in het water en
keken nieuwsgierig haar kamer bin
nen. Eindelijk stond ik voor het huis,
waar ik me moest vermannen om aan
de bel te trekken. Even vermoedde ik
zelf een toekomst, want de bel klonk
hol en dreigend, als in een verlaten
huis. Er werd me echter weinig tijd
voor overpeinzing gelaten, want reeds
werd ik binnengeloodst door een brand-
houtmagere vrouw en moest ik me buk
ken om mijn hoofd niet aan de lage
zoldering te stooten. Overal schemerde
het en toen de vrouw ging zitten,
kreeg ze bijna iets vleermuisachtigs
over zich. Voor mij stond een vaalroo-
de stoel gereed en terwijl ik ging zit
ten, moest ik oppassen mijn vop+fm niet
in een teil met water te steken, die
vlak naast me stond. Vogeloogen grijns
den me aan uit spinraghoeken, stoffi
ge keelgeluiden klonken op en kleeden
met gedrochtelijke dierfiguren lagen
saamgebald of hingen neer aan de wan
den. Bevend trok ik enkele kaarten uit
een spel. Mijn handen legde ik op het
ivoren tafelblad, waarop beslagen rea
geerbuisjes lagen en luisterde naar haar
wiegende stem. Ze sprak slecht Neder-
landsch en de rimpels op haar handen
leken smalle vuilkanaaltjes, maar als
betooverd zat ik haar aan te staren.
„Eens zal je verre reizen maken,
eilanden, vrouwen, dagenlange bedwel
ming van tempels en kathedralen. Hier
bij mijn vinger ligt de sleutel van de
zwarte vrouw. Ze woont ergens over
het water en ziet verlangend uit paar
je komst. Maar wat moeten deze twee
vrouwen in het vosseteeken? Het kun
nen verre vriendinnen zijn of kennis
sen, doch hoedt jé voor haar listen.
Laat je onrust varen, want in de pla
ten ligt het geluk besloten."
Langzaam bewoog ze haar gestalte
de cadans van haar stem en ik hoorae
hoe de bellen die ze in de ooren droeg
meeruischten tot een hemelsche mu
ziek. die eilanden van geluk en herin
neringen aan exotische vrouwen in me
wakker riepen. Een kater, die onhoor
baar naderkwam was op mijn schoot
gesprongen; zijn staart, die hij prinse
lijk in de hoogte droeg, en die ik niet
naar beneden durfde halen, streelde
onbarmhartig over mijn gezicht. In de
ooren van het beest ontwaarde ik af
schuwelijke, maar fantastische ruw-
steenformaties.
„En dit is alles, wat ik in je kaarten
lezen kan." Nog onbewust stond ik op
en betaalde mijn geleenden rijksdaalder,
die dadelijk door een beenige hand
werd omsloten.
„Dank u wel, mijnheer, en bij gele
genheid, mijnheer!"
Daarna werd de deur achter me dicht
geslagen, zoodat ik het scheldwoord dat
de papegaai me nariep niet meer kon
verstaan. Bijna gelukkig liep ik terug
langs het water, want ik had diep in
mijn verborgen toekomst mogen zien.
Het noodlotsidee dat me beheerschte,
was dus toch maar een'fictie geweest.
tige bezinning, waarin het begrip
„eeuw" een aanvaardbaar perspectief
krijgt, moet met een lampje gezocht
worden. De zegetocht van de sigaret is
daarvoor een alledaagsch, maar zeer
overtuigend bewijs, 't Moet alles gauw-
góüw; de ééne sigaret na de andere.
He rooken van een sigaar en ik denk
aan de normale tijden raakte uit de
mode, omdat het te lang duurde en men
er den tijd niet meer voor over had.
Zoo werd de sigaret het uiterlijke ken-
teeken van 's menschen innerlijke ge
jaagdheid en van 's menschen „momen-
taliteit" om het zoo eens te zeggen. En
ook op andere wijze openbaarde zich
die jacht van ons hart. Dikke boeken,
die tot nadenken dwingen, werden ge
meden, Men wilde wél lezen, maar op
conditie, dat binnen een paar uur de
laatste bladzijde gehaald kon worden.
Menschen, die elkaar airtper kenden,
sloten onberaden huwelijken en hoe
vaak zag men niet, dat de trouw, die
voor het geheele leven beloofd werd,
niet langer dan een paar maanden stand
hield!
En die gejaagdheid nu is een slechte
voorwaarde om met toegenegen aan
dacht het oor te leenen aan het vreug-
dige denkbeeld eener ideale doch nog
vér afgelegen toekomst. Om dat te gun
nen doen moet en ik put opnieuw uit
den dichtersfchat van A. Roland Holst
„om onze schouderen de mantel der
stilte gehangeh zijn."
Onze voorouders, die zooveel kalmer
leefden dan wij, waren wat dit be
treft in betere omstandigheden. Zij
gunden zich wel den tijd. Toen P. C.
Hooft een studiereisje naar Italië onder
nam, had hij daar twee en dertig maan
den voor noodig. De trekschuit in de
jaren der snelheid dikwijls met 'n hoo
nenden glimlach in de herinnering te
ruggeroepen was als het symbool van
de rust en kan thans de tegenhanger
van de sigaret genoemd worden. Maar
het nadeel dier vervlogen eeuwen was
weer het feit, dat er het standsbesef
rotsvast "in lag verankerd en een ern
stig beletsel opleverde om te geloo-
ven in de komst eener maatschappij
—het Aardsche Paradijs! waarin de
menschen als broeders in mènschelij-
ke gelijkheid met elkaar leven zouden.
Totdat de Fransche Revolutie met haar
leuzen van Vrijheid, Gelijkheid en
Broederschap de boeien probeerde te
breken.
Ook in onze dagen heeft het stands
besef hoewel in verminderde ma
te zijn kracht behouden. Het is
geen giftig verzinsel wanneer men
beweert, dat er nog tallooze ..mevrou
wen" zijn, die zichzelf van edeler ma
kelij achten dan hun dienstbode in
den keuken,""" en het is evenmin boos
opzet als men volhoudt, dat er nog
héél wat rijke heeren en dames ge
vonden worden, die van oordeel zijn,
dat zij op de minder bedeelde sterve
lingen kunnen néérkijken en dat tus
schen hen en degenen, die geen cou
ponnetjes knippen en niet van hun
rente leven, doch voor het dagelijksch
brood arbeiden moeten, éen niet» te
overbruggen kloöf gaapt en zij ver
geten daarbij dan gewoonlijk, dat al
les wat zijzelf bezi-tten bij de gratie
van domme erfenissen verworven
werd. Voor deze menschen een
maatschappij van- broederschap, 'waar
in iedereen die werken kan. ook zal
moeten wérken, geen ideaal maar
een schrikbeeld, en het feit. dat die
maatschappij in haar strengsten vorm
wellicht eerst over duizenden jaren
verrijden zal, biedt hun geen troost,
want het merkwaardige verschijnsel
doet zich voor, dat deze menschen in
dit opzicht boven hun „momentali-
teit" uitstijgen en met afschuw de
mogelijkheid van de hand wijzen, dat
hun nakomelingen het eens zonder
familiekapitaal en de daaraan verbon
den weelde en macht zullen moeten
stellen. De hartstocht van het „stands
besef" doet de komende eeuwen plot
seling bij anticipatie voor 'hen leven:
zij worden als het ware ..groot", maa'-
het is helaas de grootheid van het
kleine en dat beteekent in dit
dat zij, de benepenheid in het kwa
draat bereiken Het is duideliik: de
zulken wenschen een ander Aardseh
Paradijs dan dat, waarover ik u reeds
bij herhaling sprak en van hen is br
de uitdraging van het ideaal, da* U-
u schetste, slechts een schamo^e-n
lach te verwachten. Welnu laat hen
lachen! -
Aan de poort van het Pariische kerk
hof „Père Lachaise" staat in eenvou
dige letters het Latijnsche gezegde:
„Spes illorum immortalitate plena
est", dat men, vrij vertaald, verstaan
mag met: „De hoop van hen. die hier
heen gebracht werden, is thans door
de onsterfelijkheid in vervulling ge
gaan." Het wordt gaarne verkondigd
en ook zij, die het vette dezer aar
de genieten, zijn dan nog wel, als
genadige vriendelijkheid jegens den
minderen man, bereid het toe te ge
ven dat in Gods Onste^feliikho;ri
alle menschen gelijk zijn en dat in den
hemel het ééne kind den Vader niet
meer nabij is dan het andere. Prèch-
tig Maar het standsverschil blijft in-
tusschen tot op de uiterste grens van
het leven gehandhaafd en zoo wordt
gij rechtevenredig met de dikte uwer
aardsche portemonnaie naar het kerk
hof gereden, waar gij uw laatste aard
sche rustplaats vindteerste
tweede. derde, vierde of
v ii f d klas!!
Er zal éénmaal een menschheid ko
men. die niet meer zal kunnen en
willen gelooven. ~dat een dergelijke
dwaasheid, die tot aan het graf volge
houden werd, ooit heeft bestaan,
H. P. VAN DEN AARDWEG
OFFICIEELS MEDEDSSLINGEN.
sche publiek, men ziet deze tevens aan
den grooten toeloop naar de concerten
in den goeden, ouden Sint Bavo kor
telings een improvisatieconcert door
vier onzer beste Nederlandsche orga
nisten naar die in het éoncert-
gebouw, naar de voorstellingen in den
Stadsschouwburg, de exposities in het
Frans Halsmuseum en zoo al meer.
Helaas is het concertgebouw foei-
Jeeliik, zoodat men er moeilijk of niet
in de vereischte stemming kan komen
en is de schouwburg te klein, dan dat
er stukken in ten tooneele gebracht
kunnen worden, die een meer dan ge
wone bezetting of montage eischen.
Daarom is het maar weer gelukkig dat
de stad van Hals, van Ostade. van
Brouwer en zoo vele anderen door de
vlotte treinverbinding met de hoofd
stad, bijna als een buitenwijk daar
van kan worden beschouwd, zoodat
men bij belangrijke kunstmanifestaties
gemakkelijk even kan overwippen naar
de groote zuster, die eens eeuwen
geleden de jóngere. opgroeiende
kleine was, doch als hoofdstad des
lands tot ongekenden omvang uitdijde.
Bij de vergelijking dringt zich de ge
dachte op hoé steden als menschen
zijn, hoe zij leven en groeien en een
eigen karakter vertoonen, dat in hoo-
ge mate wordt beïnvloed door den
omgang.
Haarlem houdt tusschen den metro
pool" en de provinciestadjes het m;d-
den. Men vindt er straatjes, grachtjes
en steegjes waarin men, er ronddwa
lend op eén stillen zomernamiddag, nu
en dan bijna zou verwachten een min
streel of een hellebaardier te ont
moeten. Doch eén of twee straten
verder, soms zelfs een enkele hoek
om, waant men zich eensklaps in het
daverende, grootestadsleven. hoewel
dit onder de huidige omstandigheden
door het ontbreken van de motorvoer
tuigen, aan levendigheid heeft inge
boet. Gelegen aan den verkeersweg en
aan de spoorlijn, die onze twee groot
ste steden, Amsterdam en Rotterdam
met elkander verbinden, heeft Haarlem
van die beide iets meegekregen, mid
delerwijl door haar onmiddellijk con
tact met de mindere wereldsche zus
ters, daarvan de teruggetrokkenheid
tevens bewarend. De hoofdstedelingen
achten Haarlem „stijf", zij uit de pro
vincie vinden haar „wuft" ^ii is beide
en tevens is zij geen van die twee Zij
heeft slechts haar eigen karakter,
zooals wij allen dat hebben, mede be
paald door milieu en omgang.
Bjintse Bllnxma.
Verplichte opgave door telers hij misoogst
of verminderde opbrengst van
aardappelen.
Nogmaals wordt medegedeeld, dat tedere
teler, volgens art. 6 en 6a van het Aard-
appelbesluit V.V.O. 1940, verplicht is, on
middellijk aan de P.I.C.A. opgave te doen.
zoodra hij weet of verwacht, dat zijn
aardappelopbrengst geringer zal zijn dan
in normale omstandigheden en bij >en ge
zond gewas verwacht kan worden of in
dien de hoeveelheid aardappelen, welke
hij voorhanden of in voorraad heelt,
sterker fn gewicht of hoedanigheid ach
teruitgaat dan in normale omstandigheden
en bij gezonde aardappelen het geval zal
zijn.
Paard entaxatiemarkt.
f De vastgestelde paardentaxatlemarkt te
Schagen zal niet worden gehouden op
Donderdag 26 Augustus, maar op Maan
dag 23 Augustus.
DE PROV VOEDSELCOMMISSARIS
VOOR NOORD-HOLLAND.
Bezoek Bureau Voedselcommissaris.
Om teleurstelling!' te voorkomen, wordt
nogmaals bekend gemaakt, dat, in ver
band met personeelsbeperking, bezoeken
aan het Bureau te Alkmaar slechts kun
nen worden afgelegd na ontvangst van
een schriftelijken oproep. In de aanvrage
moet de reden van het bezoek worden
vermeld. Men wordt aangeraden zich zoo
veel mogelijk tot de P.B.H.'s te wenden.
Amateurstabak.
Met ingang van 1 Aug. j.l. is de volgende
regeling voor' het verwerken van door
amateurs geteelde tabak in werking getre
den:
1. Als amateurteler wordt in deze rege
ling beschouwd diegene, die uitsluitend
voor eigen gebruik tabak verbouwt 2. Als
fermenteurö en kervers van amateurstabak
treden uitsluitend op: I. P. J. M. Albers,
Hoogestraat 8, Druten, fermenteur; P. D.
van Maaren, Bloemendal 57, Zaltbom-
mel, kerver; 2. Diepenveensche Tabaks-
centralisat'e, Diepenveen fermenteur,
Harms ten Harmsen, Noordenbergstraat
125, Deventer, kerver; 3. N.V. v/h T. A.
Pool, Groote Noord 55, Hoorn, fermenteur
en" kerver; 4. fa. Wed. C. D. v. d. Helm,
Thorbeckegracht 8, Zwolle, fermenteur
en kerver; 6. fa. Roelfsema, Gaslagn 1,
Winschoten fermenteur en kerver; 6. fa.
P. D. Schilte, Nieuwestraat 1517, 's Gra-
venhage, fermenteur en kerver; 7. An
dreas Kreykamp's Tabaksbedrijven N.V.,
3t. Michaelstraat 2, Steyl bij Tegelen,
fermenteur en kerver. Aan geen andere
onderneming is het toegestaan amateurs
tabak te verwerken. 3. Elke amateur, die
zijn tabak door een der bovengenoemde
ondernemingen wil laten verwerken, is
verplicht zich onmiddellijk schriftelijk bij
een der hierboven genoemde fermenteurs
ter registratie aan te melden Tabak toe
gezonden door een niet geregistreerden
amateur, wordt onbewerkt en ongefran-
keerd aan den afzender geretourneerd. 4'.
De hoeveelheid tabak die door "een ama
teur wordt ingezonden, mag niet kleiner
zijn dan 1 kg. 5. De amateurs ontvangen
van den fermenteur, bij wien zij z'ch
hebben laten registreeren aanwijzingen
omtrent den toestand, waarin en de wijze,
waarop de tabak moet worden ingezon
den. Voldoen*' zij aan deze aanwijzingen
niet, dan zijn de fermenteurs verplicht de
ingezonden tabak te weigeren. 6. De
tabak mag uitsluitend worden aangebo
den om te worden verwerkt tot rook-,
shag- of gekorven pruimtabak. Alleen
voor fermentatie en alleen voor kerven
wordt geen tabak geaccepteerd. 7. De
tabak kan zoowel individueel als collec
tief worden ingezonden Het voornemen
tot collectieve inzending ontheft den
amateur niet van den plicht zich indivi
dueel bij een fermenteur te laten regi
streeren. Dezelfde amateur mag van den
oogst 1943 niet vaker dan twee maal tabak
inzenden. Na 31 Januari 1944 ingezonden
tabak wordt geweigerd. 0. De kervers zfjn
verplicht aan de amateurs terug te leve
ren: aan pruimtabak 80 pet. en aan rook
en sh'agtabak 72 pet. Beide gerekend naar
het gewicht der ongefermenteerde tabak
op het moment van ontvangst door den
fermenteur. 9. Het is verboden amateurs
tabak, hetzij in bewerkten, hetzij in onbe-
werkten toestand te verhandelen. 10
Aan amateurs mogen ten hoogste de vol
gende bedragen in rekening worden ge
bracht: a. door den fermenteur f 0 70 re-
gistratieloon per amateur per jaar, met
inbegrip van omzetbelasting, te voldoen
bij de registratie, b. door den kerver
f 1.20 per Vs kg wegens fermenteer- en
kerfloon, met inbegrip van accijns en
omzetbelasting, onder rembours te vol
doen bij ontvangst van het gekorven pro
duct. De toezending van de onbewerkte
tabak dient franco te geschieden, de
vracht en bijkomende kosten voor terug
zending van het gereede product zijn
eveneens voor rekening van den amateur.
Het vervoer van de onbewerkte en de
bewerkte tabak geschiedt geheel voor re
kening en risico van den amateur.
Overtredingen van deze voorschriften
vallen onder de bepalingen van het eco
nomisch Sanctiebesluit resp. het Prijs-
beheerschingsbesluit of de Tabakswet.
Inlichtingen fabrikanten houten
huishoudelijke artikelen.
De Gemachtigde voor de Prijzen wijst
op een in de Nederlandsche Staatsosu-
rant van 6 Augustus 1943- verschenen Uit
voeringsvoorschrift van hef Prijsvor-
mingsbesluit 1941, volgens hetwelk fabri
kanten van houten huishoudelijke artike
len de verplichting is opgelegd om vóór
1 September 1943 inlichtingen betreffende
de prijsberekening der door hen vervaar
digde artikelen te verstrekken. Boven
dien zijn zij verplicht in hun bedrijf mon
sters van bovenbedoelde goederen, voor
zien van de vereischte gegevens, gereed
te houden, teneinde deze op eerste aan
vraag aan de bevoegde ambtenax'en te
toonen. Uitstel van deze verplichtingen
kan in geen geval worden verleend.
De formulieren 'waarop de inlichtingen
moeten worden verstrekt, zijn op aan
vraag kosteloos verkrijgbaar bij den
dienst van den Gemachtigde voor de
Prijzen, Bagijnenstraat 1 te Deventer.
Scheurpremie oogst 1944.
Nu de zaaitijd van het winterkoolzaad
spoedig aanbreekt of in sommige streken
reeds is aangebroken, kan het dienstig
zijn nog eens de aandacht te vestigen op
de regeling, welke t.a.v. oogst 1944 voor
het verleenen der scheurpremie geldt.
Deze scheurpremie bedraagt f 300 per ha,
doch zal tot f 500 per ha worden ver
hoogd, Indien er voórzoover: a. op het
bedrijf winterkool- of winterraapzaad
wordt verbouwd en geoogst boven de
oppervlakte, welke de teler uit hoofde
van een hem opgelegde of door hem over
genomen verplichting moet verbouwen,
b. de op het bedrijf voor den oogst 1944
met aardappejen beteelde oppervlakte
grooter is dan die, welke voor den oogst
1942 met aardappelen Is bebouwd. De
aardappelteelt, wélke in de plaats treedt
van de verplichting tot verbouw van
kool- of raapzaad, telt bij de berekening
van de verhoogde scheurpremie niet mee.
Om voor bovenstaande scheurpremie
in aanmerking te komen moeten de te
scheuren perceelen zoo spoedig mogelijk
bi' den productiecommissaris worden op
gegeven en, voordat met het scheuren
wordt begonnen, schriftelijk zijn goedge
keurd.
Aflevering van Kalimeststoffen.
De import van Kalimeststoffen verloopt
naar wensch, waardoor het mogelijk *s
reeds thans een derden Kalibon geldig te
verklaren. Er zullen voornamelijk Kali-
zouten 20 40 en 50 pet. geleverd worden.
De hoeveelheid patentkali, die verwacht
wordt is in verhouding tot de hoeveel
heid ruwe kal'zouten klein, zoodat de
verbruikers er ernstig rekening mede
moeten houden om. waar eenlgszins mo
gelijk, voor de kelibemesting gebruik te
maken van de ruwe kalizouten (20, 40 en
50 pet.) Het wachten met den aankoop
van deze kalizouten, ^n de hoop later In
h, seizoen toch nog wel patentkall te
kunnen betrekken zal zekei* tot teleur
stelling lelden, terwijl het dan te laat zal
ziin geworden om nog ruwe kalizouten
uit te strooien. Het ligt In de bedoeling de
beschikbaar komende hoeveelheid patent
kall naar die gebieden te doen verzenden,
waar men in verband met de gewassen
voornamelijk op deze kalimeststoffensoort
is aangewezen. *-
Vroeger kwam het
statig zeilschtp
Op de Nederlandsche ree
En het loste op de kade
Eer» paar honderd kisten thee..}*
Keg verpakte ze in pakjet
En, nu dat is stop-gezet,
Drinken we een geurig kopje
Van Keg's T.T.T.-tablet.
CLINGE DOORENBOS.
KEG't Th*» en Koffie (Thans surrogaten).
Verpakte levensmiddelen—Pudding
Die levert zijn Scheerzeep-
bon S in bij zijn leveren#
der. want hij krijgt dan nog
Adelaar-Scheerzeep van
oude kwaliteit!
«■VHHUJH-i'hM.lillifllI
ZELFS DÉ MEEST
CONSERVATIEVE THEEPOT
voelt zich niet te deftig om
Nettie te schenken.
IEDEREEN) ZEGT:
Uitsluitend verkrijgbaar - in beperkte
hoeveelheid voor hotels, restaurants*
café's, pensions, kloosters, ziekenhui
zen en andere groote instellingen.
C J. M. HILLING
Heerengracht 435 - Amsterdam (C)
lit*
y Neef lohonnes hield jty,
vroeger kippen, en z n vrouw
fvi gebruikte de eities voor he, I
beslag. Maar nu ziin die kip- 6
pen wég...en laatst was neef M
d kwaad, omdat ie geen flens-
ies meer kreeg! Tante
6 klaagde mii dr nood en a"
d, ik vroeg verbaasd:
Heb Ui dan nog
nooitvanPANKO
gehoord?''
eraant Pim
O&n fiffiar den kruidenier en
Unicum gehaald'n Beetje
water, 'n weinfg Unicum,
wat heete melk en U weet
niet of U ooit zooiets fijns
proefde! Da's niet overdre
ven, da's wéér'. Proef 't maar!
Pim'i prima
01 Theefionifef