Kennisgeving
irhgsfdi^1
1 f. 1.600.000.000
HET NIEUWE LAND GROEIT!
Onmisbaar
scha recherche
schoon schip,
brekers gearresteerd
entoonstelling te
"urinerend.
mm
Ook de Inboedel
DE ONDERLINGE
NEDERLANDSCHE
KRITSCHEN
"tik
r Zondagsgedachte
Gods Wil
Salomo in Palembang.1)
Het Mannetje met
de Muizenvallen
Unicssm
ZWITSAL
FABRIEKEN
Is DIT
de
ideale
overall?
de stad waarvan een
bevolking naar elders is
vormt sedert enkele jaren
een dorado voor lichtschu-
n, en in het bijzonder het
5 ontplooit hier een onge-
eit
;rt de laatste maanden nam
nbraken en insluipingen
•ver hand toe en de dage-
;ie-rapportcn vormden een
j van den toestand in de
Marsdiep,
ïvenwel, dat de recherche
tiet stil heeft gezeten, doch
*1 het mogelijke deed om
de benden onschadelijk te
is verheugend te mogen
at zij hierin ten volle ge-
dat thans gezegd kan wor-
een politioneele schoon-
Jutterstad is gehouden die
n klok.
te ver voeren alle inbra-
elden, die sedert de laat-
ipleegd zijn. Plet waren er
Hen. Confectiezaken wer
en van hun kostbaarste
oofd; zuivelbedrijven wer-
s leeggehaald, rijwielwin-
een deel van hun voorraad
Dvoorts. Voorts werd een
particuliere woningen van
11ste meubelen ontdaan;
lijnen, kachels en andere
klaarde men voor goeden
wen en. Een deel van dit
kig, na de arrestaties, die
zijn. teruggevonden. Een
ras reeds in den zwarten
enen.
voor het grootste deel
ien. die zich aan deze in-
iig maakten. En wel per-r
ch tijdelijk in deze stad
ld en. Wat voorts te zeg-
feit, dat eenige huizen
ggehaald werden door.
en 1 man, respectievelijk'
Friesland en Enkhuizen.
3r ernstige zaken kwamen
in het licht. Onder meer
-ring van een tweetal in-
2 in den polder „Het Koe-
ürden. Meer dan tien zwa-
hadden zij op hun ge-
•rnamelijk bij boeren. De
»ecialiseerden zich in auto-
we, rogge en gereedschap
der zal opgelucht zijn door
ie van deze elementen.
ersoon, die zich onder het
—^eheime Duitsche politie"
an dit alibi gebruik maak-
■burgers te flesschen, werd
rgen.
van het Heldersche poli-
ijn momenteel te klein om
:en, die in deze benarde
>ch al zoo gedupeerde stad
te huisvesten. Een deel
h reeds te Alkmaar, om
e straf af te wachten. Mo-
ioorlijk zwaar zijn.
n excuus voor dit geboef-
deels verlaten stad onvei-
en de burgers nog meer
n deze reeds zijn. Hulde
appe recherche-werk, dat
taties mogelijk maakte.
werd te Purmerend
oqnstellïng gehouden in
ïcitia, waar gedurende
achtereen gelegenheid
kijkje te komen nemen
toongestelde fruit, groo-
icomstig van het fruit-
irijf te Ilpendam. Op
werd de tentoonstelling,
werking met de afdee-
ihwen door de afdeeling
an den Landstand in
d was georganiseerd,
send.
Kaper, productieleider
ndstand in Noord-Hol-
er daarbij den nadruk
men, die steeds zeggen,
stand-zoo weinig actief
hebben. Het is daarom
erkte hij op, dat wi.i
tijd eens kunnen laten
wel degelijk goede re
den behaald, zoo ook in
raar aan het tentoonge-
wel te zien was, dat de
0 den fruittuin met goed
iproeven heeft genomen
"euwe proefschema's vol-,
de verwachtingen heb-
Duitsche zijde werden
werk van den Land-
ioord-Holland waardee
nden gesproken. Herr
snt beim Reichskommis-
den heer Kaper een
voor zijn keurig werk,
•ns den koffiemaaltijd,
gasten op den officiee-
;sdag deelnames, ook
n, waaronder de Com-
provincie Noord-Hol-
icker, aan het werk op
1 lof werd toegezwaaid,
beloofde voorts, dat de
r op kan rekenen, dat
.iaar het proefbedrijf te
>t zijn beschikking zal
In den namiddag werd
gemaakt naar het fruit-
flpendam, waaraan ook
n werd door den Direc-
al van den Landbouw,
De Landstand kan.
een zeer geslaagden
bij velen belangstelling
oor het Landstandwerk
een en voor dat van de
litteelt in het bijzonder.
TG VAN PLAATSELIJKE
tIBUTIEDIENSTEN.
UTIEKHING HEILOO.
oor winkels, werkplaatsen,
toren, café's e.d.
Br. C. 251 voor het aanvra-
ïdstoffen voor bijzonders
>or café's en winkels, als-
rkplaatsen. waarin minder
en arbeiden en kantoren,
lan 3 lokaliteiten, respect,
dan 3 personen arbeiden,
tot nu toe nog geen aan
gediend), kunnen vanaf he
rgehaald van het Distribu-
Heiloo. Voor de Egmonden
Donderdag 9 en Vrijdag 10
leren dienen, volledig in-
:e worden bezorgd uiterlijk
a.s. Voor de bewoners van
:eldt he bovenstaande even-
verstande, dat, wanneer
Egmond reeds gesloten Is,
onverwijld naar het Distrï-
Heiloo, Kennemerstraat-
nen te worden opgezonden.
OTERMARKT.
werden den 4en Sept. 20
kg. Kleinhandel f 1.30 per
matig.
A? Kleine Jantje van de
buren is m'n lieveling. Maar
tjongejongewat kan dat kind
A eten. Morgen is ie jarig en
y/eet U, wat er boven aan z'n
0 verlanglijstje stond?... Eén
A groote schaal met panne
koeken
„Die kan tante Mina
wel bakken", zei
A, de guit. „Die gt
A bruikt immers
§f Dit tinnen fepef»
Is al vijftig jaren oud
En tftch lepelden die fepef»
Toen al gréag Keg's havermout.
Maar ook Uw modèrne lepel
;s[r Is daartoe steeds graag bereid: Jf
?="- Lepels wéten: wat van Keg komt
Is goedkoop en kwaliteit. je
Cl INGE DOORENBO».
r
kan getroffen worden!
Voor iedereen is daar-
j om een oorlogsschade-
verzekering aan te raden
m bij de „Onderlinge
€jf Nederlandsche". Ver
ijl waarborgd kapitaal ruim
i
Grootste risicospreiding.
Vraagt inlichtingen
MOLESTVERZEKERINQ HY. SNEEK
Kantoor A'dam: Keizersgracht 399, Tel. 30315
Verdrijf Uw RheumaU*che pijnen
en herwin Uw gezondheid.
Bestrijd onzuiver bloed. Neem
Gezondheid voor een cent per dag»
&f Apo± a Dreg. 9.4. 0.76. L17. NT. Emtm
„Wat houden
die kleertjes
van RAMO wol
zich toch goed.
Je kunt haast niet zien
dat ze gedragen zijn.
Ik wasch ze dan ook
zorgvuldig."
BREIWOL
overleeft den oorlog!
ZojiêiSï sjsld noj weI credfet,
bm1.13.1 zeiier niet!
door
Mr. R. Houwink
wordt hervormd door de ver
nieuwing van uw verstand, opdat
gij moogt onderkennen jpat de wil
van God i^, het goede, welgeval
lige en volkomene. (Rom. 12 2)
„Gods Wil", evenals „Gods Naam",
„Gods Woord", „Gods Weg", Gods
Rijk", behoort tot die termen, welke
door christenen vaak met zulk een van
zelfsprekendheid en gemak worden ge
bezigd, dat het den buitenstaander er
van duizelen gaat en hem een gevoel
van wrevel en ergernis bevangt tegen
over menschen, die zich blijkbaar zoo
thuis weten in de hemelsche wijsheid,
dat God geen geheimen meer voor hen
hebben kan.
Wie zal de schade vermogen te bere
kenen, die deze waanwijze zelfverze
kerdheid zoekende en vragende harten
heeft aangedaan! Hoe moeten telkens
weer menschen, die oprecht zoeken
naar een levends, innerlijke binding
aan God en den naaste, teruggestooten
worden door het „naadloos" getuigend
van geloovigen, die den twijfel niet
schijnen te kennen en van wie men wel
aannemen moet, dat zij de Goddelijke
Waarheid van top tot teen in hun zak
ken hebben.
Hoort hen eens praten over Gods Wil!
Zij weten precies, hoe het daarmee
staat, in de toekomst, in het verleden
en in het heden. En dat is het tragi
sche! zij meenen dat. Zij meenen
dat, even argeloos en oprecht als die
meneer destijds voor de radio het meen
de, wanneer hij antwoord gaf op de
duizend en één Vragen, die christelijk
Nederland hem stelde over gemengde
huwelijken, repertoires van zangver-
eenigingen en alle mogelijke en onmo
gelijke theologsche haarkloverijen.
Er zijn echter zaken, waarover het
den mensch nu eenmaal niet past als
een alwetericle te spreken, ook al be
zit hij een rotsvast geloof; ja, waar
over hij juist hoe vreemd djt ook
klinken moge niet als een alwetende
spreken zal, indien hij zulk een stevig
geloof het zijne noemen mag. Immers,
hoe sterker ons geloof is, hoe krachti
ger ook'onze bede zijn zal: „Heer, kom
mijn ongeloovigheid te hulp!"
Welnu, zoodra het over „God" gaat
en over dingen, die rechtstreeks met
onze persoonlijke verhouding tot God te
maken hebben, past het ons niet als
alwetende te spreken (laat ons overi
gens terloops vaststellen, dat het nim
mer aanbevelenswaardig is dit te doen).
Dan behooren wij ons vóór alles be
wust te zijn van den oneindigen af
stand, die er tusschen onze eigen-wijs
heid en Gods volmaakte en heilige
wijsheid bestaat; een kloof, die zoo wijd
en zoo diep is, dat wij haar van ons uit
nimmer overbruggen kunnen.
Daarom kunnen wij ook over Gods
Wil niet spreken als alwetenden, die als
het ware bij God over den schouder
hebben gekeken. Want wat wij over
Gods Wil weten, weten wij niet uit
onszelf, maar weten wij uitsluitend van
en door Hem, Die ons als Gods Aange-
zich is toegekeerd. Met andere woor
den: alleen door het leven, het lijden
en het sterven, de opstanding en de
hemelvaart van den Christus weten wij
wat Gods Wil is, d.w.z. weten wij zoo
veel van Gods Wil als ons noodig Is te
weten om naar Gods Wil getroost te
kunnen leven en te kunnen sterven. Al
dat andere, wat wij misschien gaarne
over Gods Wil in de toekomst, in het
verleden en in het heden van ons eigen
leven en van het leven van ons volk
zouden willen weten, moet ons verbor
gen blijven.
Wij zouden het natuurlijk gaarne wil
len weten, omdat wij nog altijd (even
als in het Paradijs!) gaarne als God
zouden willen zijn, kennende het kwa
de en het goede, maar wij krijgen niet
meer te weten, dan wij te weten noodig
hebben, om als menschen voor Gods
Aangezicht met onze medemenschen te
kunnen leven. Vandaar dat de apostel
Paulus in dit verband In zijn brief aan
de Romeinen schrijft: wordt her
vormd door de vernieuwing van uw
verstand". Daarmee moet het inderdaad
van onzen kant beginnen. Wanneer wij
„onderkennen" zullen „wat de wil van
God is", dienen wij in de eerste plaats
hervormd te worden door de vernieu
wing van ons verstand.
En deze vernieuwing van het ver
stand bestaat in hoofdzaak hieruit, dkt
wij ons verstand niet langer gebruiken
om te heerschen, maar om te dienen;
dat wij ons verstand niet langèr zijn
demonischen en satanischen gang laten
gaan, maar het in dienst stellen van
het groote Gebod der Liefde, dat God
ons in het leven, in den dood en in de
verheerlijking van Zijn Zoon voor
oogen heeft gesteld.
Als wij dit doen, zullen wij onder'
'kennen wat de wil van God is, n.l. het
goede, welgevallige en volkomene. Dan
zal er lijn, richting in ons leven komen,
Gods lijn, Gods richting. Dan zulten wij
bidden kunnen en „weten" wat wij bid
den: „Onze Vader, die in de hemelen
zijt, Uw wil geschiede, gelijk in den
hemel alzoo ook op de aarde". En dan
dan zal niemand meer met zijn „bud
verstand" vragen, wat nu toch eigen
lijk dat goede, welgevallige en vol
maakte is. Want dan weten wij:'dat
alles kan slechts één ding zijn:) de
Liefde; de Liefde tot God en den naas
te, die wij enkel o onbegrijpelijke
vrede en zaligheid! als wederliefde
mogen kennen, omdat Hij ons het eerst
heeft lief gehad. Immers, hoe zoüden
wij anders het goede, welgevallige en
volkomene kunnen „doen"! Dan zouden
wij verteerd worden door de schuld,
waarin wij ons dagelijks verstrikken en
nimmer uitkomen onder den druk Van
ons kwaad geweten.
Op de tentoonstelling „Amstel-Vecht-
Zaan" in het Stedelijk Museum te
Amsterdam, bevindt zich een echte
kolfbaan.
CNF-Noske-Pax m
Salomo is den volke beter bekend als
de vorst van het wijze oordeel dan als
de dichter van het Hooglied; er zijn
weinig dingen die den mensch van alle
tijden zoo treffen en ter harte gaan als
wijze en snedige rechtspraak; sprookje,
legende en volksverhaal zijn er vol van.
En nu is het loffelijke van Hadji Sa-
gadoer, de oude wijzeman uit het Pa-
lembangsche, dat van den Aardweg in
hem een figuur heeft geschapen van
den „goeden rechter", waarin men ge
heel en al gelooft. Ik tenminste heb,
toen deze korte verhalen jaar na jaar
In „De Telegraaf" Verschenen, altijd in
de verbeelding geleefd, dat de geestige
grijsaard een figuur uit de Javaansche
volkswereld was, en dat zijn woorden
en daden hier werden naverteld. Het
blijkt, dat hij geboren Is uit den inkt
pot wan den schrijver; maar dat men
een bestaande, geleefd hebbende figuur
in hem vermoedde, bewijst dat niet
veel voor deze verhalen en Is het niet
ongeveer de grootste lof die meh zijn
schepper kan geven? De man is niet
verzonnen, hij leeft....
De manier waarop hij duizend on-
eenlgheden tusschen zijn dessabewo-
ners beslecht, menschelijke feilen ge
neest, dwalenden op het 'goede pad
brengt, onrecht recht zet, Is boeiend en
vermakelijk in eenen. Hij is een
goede held voor het korte verhaal,,
want zijn woorden zijn bondig, ':,èn
zijn daden worden verteld als anec
dotes, die den lezer nieuwsgierig maken,
bezig houden, en met een voldanen
glimlach een nieuwe geschiedenis doen
beginnen. Men mag dezen ouden men-
schenkenner belagen, zijn vrienden
mogen aan hem twijfelen het is een
fijne zet van den schrijver dat ze, hoe
ze hem ook vereeren, toch telkeps weer
aan hem twijfelen, o wankelbaar lot der
wijzen! hij vindt steeds opnieuw een
vernuftig woord, een uitleg, een tekst
uit den Koran die hem doet overwin-
In en om den Noordoostelijken
Polder.
Door W. KOK.
II.
Dwars over 't Kampereiland.
Na een nacht, doorgebracht in het
gouden land der droomen, zijn we des
morgens vroeg uit de veeren. De pol
der ligt niet naast de deur, we hebben
nog een wandeling van twee uur voor
den boeg over het oude land, in casu
het Kampereiland. Vanuit de stad loo-
pen we eerst de lange IJsselbrug met
haar monuineiRals poorten over en ko
men dan op den weg naar den polder.
We zullen er maar flink den pas inzet
ten, des te minder gauw raak je ver
moeid. Ik weet niet hoe het jou ver
gaat, maar toen ik voor het eerst in
deze streek was, was deze tippel voor
mij een waar genot en zoo is het nog
altijd. Veel wist ik vroeger niet-van het
Kampereiland af; nu heb ik het leeren
kennen als een opzichzelf staande mooie
streek met een streng godsdienstige be
volking. Dat het een uit natuur-histo-
risch oogpunt bevoorrecht gebied was
en ten deele nog is. was mij wel be
kend, dank zij de publicaties van den
bekenden natuurschrijver Ds. Van
Schaick. De weg gaat langs een „dood-
loopende" deltaarm van den IJssel; het
rustige Noorderdiep, een stil vischrijk
water met breede rietkragen, waaruit
herhaaldelijk de naamioep van den ka-
rakiet klinkt en groote plekken gele
plompen, waartusschen talrijke futen
rondscharrelen.
Typeerend voor het Kamperelland zijn
z'n boerderijen: langgerekte lage met
stroo bedekte hoeven hoog op hun ter
pen, omringd door geboomte en waar
moes- en bloementuin evenmin ontbre
ken. Deze boerenbedrijven: de honderd
erven: eigendom van de gemeente Kam
pen. hebben hun eigenares lang geen
windeieren gelegd. Ik noem hier slechts
den uitstekenden roep, dien 't hooi van
het Kampereiland in den lande heeft.
"Toch wordt de kwaliteit van dat hooi
de laatste jaren iets minder tengevolge
van het uitblijven van de overstroomin
gen, die het zoo vruchtbare slip op het
land brachten. Hier dus weer een na
deel van de afsluiting van de Zuider
zee. Daartegenover staat, dat Kampen
reeds nu. tijdens de ontginning en
straks als de geheele polder in gebruik
is genomen, zeer veel profijt zal kun
nen trekken van haar ligging nabij hef
nieuwe land; denken we enkel maar
aan den hoofdwg van het Zuiden via
Kampen, Ramspol, Lemmer naar I#eu-
warden.
Reeds lang hebben we de gebouwen
van het kamp Ramspol, Koven op den
polderdijk, kunnen zien, tot we de laat
ste boerderij van het Kampereiland
voorbij zijn en komen bij het Ramsdiep,
dat ons scheidt van den >po]der. Een
pontv ligt juist gereed, dat Treffen we,
en zet ons af aan den overkant.
nen, en m«t neemt noode afscheid van
hem na zijn honderd Salomo's-oordee-
len. Want hij is een mensch met groote
menschenkennis, een goede, geloovige,
een man van de daad en rijp inzicht en
hij geeft U menig voorbeeld van die
moeilijkste aller kunsten: de omgang
met menschen en het geven van goeden
raad zonder vijanden te maken.
Van deifc Aardweg is een uitstekend
verteller met weinige en eenvoudige
woorden; hij weet wat hij met dezen
bemlnnelijken grijsaard wil en hij laat
hem wandelen en wijs zijn op dit on-
dermaansche op een wijze dat zelfs de
verstoktste lezer die niet van korte ver
halen houdt, van Hadji Sagadoer zal
moeten gaan houden gelijk zijn bewon
deraars uit de dessa.
„Wijsheid is het goud der aarde" zei
Raksa Keoh, zijn vijand, maar Hadji
Sagadoer bewees dat ze meer is, niet
alleen in de kleine historie die daar
over gaat, maar in heel deze reeks
boeiende, vermakelijke en prettig ver-
poozende kleine vertellingen van men
schen en hun dwaasheden, die niet zoo
zeer veel verschillen in Palembang en
elders.
J. W. F. WERUMEUS BUNING.
H. P. v. d. Aardweg; "„Hadji Saga
doer." Uitg. A. J. G. Strengholt, A'dam.
fs P een middag stond er een klein
mannetje in den voortuin en op on
ze stoep lag een verzameling spon
sen, borstels en muizenvallen.
„Wat is dat voor een kereltje?"
vroeg ik.
„Een scharrelaartje." vertelde mijn
vrouw, „hij is werkldki en hij zegt,
dat hij vijf kinderen heeft. Hij wou me
een muizenval verkoopen, maar we
hebben nou eenmaal geen muizen. Wat
zou je er van zeggen als we hem den
tuin eens in orde lieten maken?"
„Wat vraagt hij daarvoor?"
„Hij is spotgoedkoop," zet mijn
vrouw. „Hij vraagt maar twee kwar
tjes per uur en het gewone tarief is,
geloof ik. wel tachtig cent".
„Ik weet 't niet," zei ik, „maar we
zijn misschien toch voordeeliger uit
als we maar een muizenval van hem
koopen. Enfin, ik zal eens met hem
gaan praten".
Het mannetje was naar den achter
tuin geloopen en bestudeerde aan
dachtig een uit zijn kracht gegroeiden
heester.
„Heb je d'r verstand van?" .infor
meerde ik een beetje achterdochtig.
„U moet 'm rond laten snoeien," zei
het mannetje, „d'r zijn van dat soort
boomen daar ken je van alles van knip
pen. een kip of een kerktoren, maar
je ken d'r ook een anderen vogel van
maken".
„Je moest 'm maar gewoon rond-
snoeien." bedacht ik. want ik had wei
nig vertrouwen in zijn beeldhouwkun-
dige capaciteiten.
„Zooals u wilt," zet het mannetje en
hij trok zijn jas uit. „Heeft u-misschien
een snoeischaar?"
Helaas, ik had er geen, maar het
mannetje beweerde, dat het met een
mes ook best ging en 'hij leende een
vleeschmes, dat hij eerst in de keuken
extra scherp liet slijpen.
Toen gingen we eten en ik wist niet,
dat ik voor de laatste maal mijn
boompje gezien had.
Want Jansen zoo heette het man
netje kon het niet „rond" krijgen
en toen ik kwam kijken was er van
het boompje niet veel meer te zien,
maar de fout, zei hij, lag aan het mes
en hij zou wel eens even op stap gaan
om een snoeischaar te leenen.
Hij trok zijn gerafeld jasje aan en
kwam drie kwartier later mét een
nieuwe snoeischaar aanzetten.
„Waar heb je dat ding vandaan?"
vroeg ik verbaasd.
„Dat is van dien meneer," zet hij.
„hier vlak om den hoek. Hij wou 'm
eerst niet meegeven, maar ik heb ge
zegd, dat u d'r om gevraagd had".
Hij trok zijn jasje weer uit. hing
het zorgvuldig over een pijl van het
hek en viel verwoed op het overschot
van den heester aan.
Mijn vrouw concludeerde, dat het
mannetje niet veel „vormgevoel" had
en bedacht, dat wij hem eigenlijk veel
beter het gras konden laten knippen.
Grasknippen, zei Jansen, toen we er
over begonnen, was zijn specialiteit.
Hij ging naar de keuken om op
nieuw het mes te laten slijpen en een
kwartier later ^Jiet hij zich met éêh
knie op het grasperkje vallen.
door
Tj. N, ADEMA.
„Je moet dien stakkerd eens even la
ten rusten," zei mijn vrouw een kwar
tier later en toen ik hem ging zoeken
stond hij in druk gesprek met den ex
ploitant van een ijscowagen en belikte
aan alle kanten „eentje van tien"', die
bijzonder dik was uitgevallen. Dé 'hoek
van ons grasveldje deed mij denken aan
een jongen, dien ik vroeger op school
gekend had. Die was ziek geweest en
toen hij later terugkwam, was hij kaal
met hier en daar een paar stoppels:
Het mannetje beweerde, dat 't aan 't
mes lag. Je kunt 't eigenlijk niet met
een mes. Je moet er een grasschaar
voor hebben en hij zouer wel even
eentje gaan leenen.
Binnen een half uur was hij terug
in gezelschap van een meneer, die een
zware machine met een langen steel
op zijn "schouder torste. Ik liep ;den
onbekenden heer haastig tegemoet en
stelde mij voor.
Ik kon, zei hij, de machine met plei-
zier van hem leenen en hij was alleen
maar even meegekomen, omdat hij
mijn „tuinman" eigenlijk niet kende.
Ik nam den meneer mee naar binnen
en trachtte hem daar te bewegen de
machine mee terug te nemen, maar
hij bleef volhouden, datwe op de
wereld waren om elkaar te helpen.
„Het is alles initiatief van dat ke
reltje geweest," zei ik. maar de die
neer zei, dat hij wel hield van mannen
met initiatief en dat hij de machine ir,
geen geval terug verwachtte voor ik
er mee klaar was.
Een kwartiertje later was het man
netje er zoo druk mee aan het werk.
dat hij me niet eens opmerkte. De
machine maaide aan den eenen kant
onze begonia's uit een perkje en zwaai
de dan weer naar een grintpad, waar
de kiezelsteentjs tusschen de raderen
opsprongen.
Ik dacht aan den vriendelijken me
neer en aan het gezicht, dat hij zou
trekken als hij de machine weer ge
bruiken moest en mijn vrouw kwam
op de gedachte, dat we het mannetje
beter hout konden laten zagen.
Hij ging er niet erg enthousiast op
in, want hij was zei hij van zijn
vak eigenlijk tuinman en geen hout
zager, maar mijn vrouw beloofde hem
een extra boterham en hij ging naar
de keuken tot het meisje kwam vra
gen of we geen middel wisten om
hem daar weg te krijgen.
Hij begon vol energie te zagen en
draaide het stuk boomstam telkens om
met het resultaat, dat hij spiralen
zaagde en bovenaan uitkwam, als hij
onderaan begonnen was, zonder er
doorheen te kunnen komen.
Het lag aan de zaag, zei hij een uur
tje later en hij'was juist van plan er
gens een betere te gaan leenen, toen
mijn vrouw vond, dat 't genoeg was.
We vonden het alle drie genoeg en
ik wilde dadelijk met hem afrekenen,
maar hij bedacht, dat hij het gereed
schap nog terug moest brengen, omdat
de menschen anders naar bed zouden
wezen.
Toen hij terug kwam, waren ze zeker
naar bed, maar hij was wakkerder dan
ooit, toen hij de uren uitrekende, dat
hij bij ons „geWerkt" had.
Hij zei, dat, als meneer hem nog ^ens
noodig had, dan kon meneer hem altijd
laten roepen. Hij hing zijn sponsen en
muizenvallen weer op zijn rug en ver
dween en ik zou nooit meer aan het
mannétje gedacht hebben als ik enkele
jaren later niet plotseling aan zijn be
staan was herinnerd
Er was een optocht van versierde re
clamewagens en heel achteraan reed
een handwagen met graszoden en daar
op zaten vijf kleine kinderen, die schop
jes en harkjes naar boven staken.
Het mannetje, dat dit huishouden
voor zich uitduwde, knikte ons in het
voorbijrijden vertrouwelijk toe.
„Wie was dat ook weer?" peinsde
mijn vrouw.
„Kijk maar op het karretje," zei ik.
want er was een groot reclamebord
aan gespijkerd, waarop hij met koeien
van letters zijn naam had geschilderd:
Tuinman noodig?
A. Janssen. Goed en goedkoop.
Eigen gereedschap. Overal te ontbieden.
We zijn er
Als we dan boven op den dijk ko
men. ligt daar het nieuwe land in zijn
groote uitgestrektheid voor ons. De toe
komstige hoofdweg, waarover ik hier
boven reeds sprak en die hier den pol
der ingaat, is over een lengte van vele
kilometers al zoover gereed, dat hij al
ieen nog wacht op het aanbrengen van
het bovenste wegdek. Als kleine eilan
den verspreid in het vlakke land liggen
de reusachtige nieuwe boerderijen; een
zame posten en toch centra van noes
ten arbeid. Wordt niet tijdelijk in af
wachting van den bouw van meerdere
boerderijen vanuit elk van die Mntra
een rayon van 500 ha. beheerd? voor
waar geen kleinigheid!
Vlak bij je zie je twee groote land-
bouwschuren. die als magazijn zijn in
gericht. Hierin worden straks weer het
zaaizaad en de kunstmest voor het nieu
we seizoen opgeslagen. Er naast op een
ópen terrein staan talrijke trekkers
(tractoren) en graanmaaierzelfbinderS.
De weide aan den overkant van de
reusachtige landbouwhangar, waar an
ders talrijke zware werkpaarden uitrus
ten van hun arbeid, is leeg. Mensch
en dier. zij arbeiden nu. Immers de
oogstdrukte in het reeds ln cultuur ge
brachte deel (ongeveer 8000 ha.) van
den polder, dat zich vooral uitstrekt als
een breede zoom langs het oude land,
is nu op haar hoogtepunt. De honder
den paarden, zijn, nu men niet zoo ruim
gebruik van olie kan maken voor de
trekkers, van een niet te onderschatten
belang. Ze worden dan ook met veel
omzichtigheid behandeld. En ik weet
niet hoe jij er over denkt, maar zoo'rj
span forsche, gespierde paarden voor
een maaimachine in het korenland, het
geeft je schoonheidsgevoel tien maal
méér voldoening dan een ratelende
trekker. Deze worden eveneens gebruikt
en de gasgenerator is ook hier vaak
de redder in nood.
's Morgens, als boven het „vaste land"
in de richting van Vollenhove rood en
majesteitelijk de zon door de nacht
nevels breekt, is er al het gezoem van
de trekkers, die de maaimachines door
de graanvelden trekken en 's avonds
laat. wanneer de zon haar dagreize gaat
beëindigen, hoor je nog hun geronk
door den overigens stillen avond. Bo
vendien zijn daar de mannen, die' met
zicht en welhaak de halmen doen sneu
velen en de binders en zij die de schoo-
ven aan hokken zetten, keurig in 't
gelid, ais zou straks de oogstkoning ko*
men om parade af te nemen.... Eiken
dag zijn er minder halmen, minder sna
ren, waaraan de zomerwind zijn zoete
muziek kan ontlokken en waartusschen
de hazen een (veilig leger vonden. El-
ken dag worden de schoovenrijen langer
langerDichtbij wijd uiteen, maar
hoe verder je oog gaat. hoe meer ze
.versmelten en zich vereenen tot een
stille zee van glanzend goud
Korter of langer tijd blijven, ze zoo
staan, totdat de korrels voldoende ge
hard zijn en de velden worden leeg
gehaald. terwijl op talrijke plekken de
schooven tot hooge stapels worden ver
zameld en afgedekt met riet in afwach
ting van» de dorschmachine. Weer
bracht het land zijn vruchten voort, den
Schepper tot dank, den mensch ter eer.
Groene vlakteiij
Behalve momenteel de oogstarbeiders
zijn dagelijks duizenden arbeiders bezig
met het cultuurrijp maken van het nog
onontgonnen gebied. Daar waar de
graanvelden eindigen kom je op het
terrein, waar de grondwerkers en de
uitzetters hun arbeid verrichten, 't Is
er tiog een ware rimboe. De voorma
lige zeebodem, die hier slechts weinig
oneffenheden vertoont, is begroeid met
tallooze onkruiden zooals zeeandijvie, zu
ring, kruiskruid, zeeaster en verschil
lende rietsoorten. Boven deze groene
vlakten klinkt onophoudelijk een diep
gegons: het geluid van dichte muggen-
wolken, waarop door zwaluwen ijverig
jacht wordt gemaakt. Op open plekken
broedt^ïier in het voorjaar de zwarte
stern, zoekt de geelgors haar torren.
Ook 'de baardmees, echte vogel van de
rietlanden, komt hier nog in grooten ge
tale voor.
Aan den btnnenvoet van den dijk zie
je een weelde van kleuren: de diep-
roode pijlen van kattestaarten, die voor
al veel koolwitjes tot zich lokken, de
witte sterren van diente pollen kamil
len en meermalen het mooie blauw van
korenbloemen. Zelfs kan het je al ge
beuren, dat je op een zwerftocht nu
kunt genieten van kleuren en geuren
van de kamperfoelie!
VAN GELD EN GOED.
Ook over de achter ons liggende
week valt van de Amsterdamsche beurs
weinig nieuws te melden. De obllga-
tiemarkt was over het algemeen aan
den vasten kant en de koersen der
verschillende staatsfondsen bleven vrij
wel onveranderd. Slechts de 3°/» N.W.
S. konden een aardige stijging notee-
ren. Zij verbeterden van 80°/» op 30
Augustus j.l. tot 81%'/» op 2 Septem
ber. De omzetten in pandbrieven ver-
toonen den laatsten tijd verhoudings
gewijze een belangrijke stijging.
De weekstaat van De Nederlandsche
Bank per 30 Augustus toont ons een
verdere toeneming van de vorderingen
op het buitenland met netto circa 34
millioen, terwijl de bankbiljettencircu-
latie met 55 millioen steeg.
In De Telegraaf van 21 Augustus j.l.
vonden wij eenige mededeelingen met
betrekking tot de productie van syn
thetische rubber in Amerika. Deze zal
in 1944 reeds niet minder dan 850.000
ton bedragen bij een voor-oorlogsch
wereldverbruik van 1.1 millioen ton
per jaar en een eigen verbruik der
V.S. van circa 550.000 ton.
Zonder nu meteen conclusies aan
deze cijfers vast te knoopen_ im
mers een belangrijke factor zal hier
vormen de kostprijs van het natuur
product en die der kunstmatige rub
ber lijkt de veronderstelling, dat de
kunstmatige rubber een nadeeligen in
vloed zal gaan uitoefenen op de prij
zen van hpt natuurproduct, met als
gevolg dalende winsten voor de rub
bermaatschappijen, niet gewaagd.
Hierbij dient mrfi echter wel te be
denken, dat door de rubberrestrictie
de rubberprijs kunstmatig op een zeer
Ioonend niveau werd gehouden, zoo
dat prijsverlaging van het natuurpro
duct, met behoud van een zekere
winstmarge, mogelijk blijft.
Nochtans zal het natuurproduct dan
wel eenigen tijd in het nadeel blijven
in verband met de beschikbare
scheepsruimte en de grootere risico's
tijdens het vervoer, welke een stijging
der vrachten in vergelijking met die
van vóór den oorlog tot gevolg zullen
hebhen.
Bij de huidige beursconstellatie kan
men deze verschillende fhetoren uiter
aard niet in de koersen der rubber
fondsen terugvinden, hetgeen niet weg
neemt dat zij er zijn en zich te 2ijner
tijd vermoedelijk zullen doen voelen.
BiUaroma gele sauapoeder
schakelt in de keuken in t&Uooze
gevallen het gebruik van boter uit.
Albumona juspoeder) levert
vele soorten smakelijke jus en
tallooze appetijtelijke sausen op.
Transparanta aardappelta-
pioca) helpt U bij het bereiden
van pudding, vla, pap, enz.
&«t beeta, dat op de bon verkrijgbar*
W. A* SCHOLTEN'S FABRIEKEN
legt Pl IR uit
Dat zachte koffie-aroom, en
die voortreffelijke smaak.,
daarom kiest men tegen
woordig Unicum! Da's niet
overdreven, da's wddr, proef
't maar!
Pirn's prima
Koffiesurrogaat
Verkoopkantoor:
van der Plaats Koffiebranderijen en Theehandel
Bofewrd
Zwitsal. de ongeëven
aarde balsem voor de
zuige! ingen verzorging,
wordt thans gedistri
bueerd.
Wendt U voor het
verkrijgen van nadere
inlichtingen tot Uw
Apotheker of Drogist
of tot de
neem toch vooral niet
.het eerste het beste"
Neem .Santé", want.—
Het lijk! wal overdreven. Maar wij UT
zijn nu doende met het ontwerpen
von ideale na-oorlogsche overalls.
Heelt u wenschen of wenken Schrijf
ons. Woordevolle onnwijzingen wor
den beloond I
VAKKLEEDING
VURIG 8E100NINGENI
Gralii Bevo overalls, broeken, jassen, etc.
naor keuze. Alleen punten noodig. Doe mee.
i Brieveo bureau von dit blad, moltoBEVA.