kooi ,\°K32. Moderne Hobbelpaard. .DE MANIFESTATIE. Ttohita, Van Kapster tot Danseres. Hoe het Ans Neefkes verging. Een belevenis van D. A. Klomp OOK VOOR SURROGAAT Ze noemen hei y^Zondagsche thee"! De meesteiL, die thee van Flo- rita drinken, zijn zoo slim op den bodem van hun kopje te kijken. En doordat Florita geen theeblaadjes geeft, zien ze dat het géén echte thee is, hoewel 't bijna even lekker is. Ze noemen het Zondagsche thee. Per 10 tabletten 12£cL THEETABLETTEN met den echten theesmaak ■*r komt hanoamii. .hatacaip»- ai/ua Al sinds meer dan 100 jaren Wandelt er de firma Keg Op de eenmaal ingeslagen En van ouds beproefde weg. Dat Keg's weg de goede weg ta. Daarvan ts Keg het bewijs. Stééds de béste kwaliteiten En tóch tot ^e léégste prijï» CLINGE 0OOREN8OS KEG Ihto en KoHie (Thans sanogatta), 3 Verpakte levensmiddelen—Pudding =k s LEKKERE JUSI Lekkere jus maakt het eten pas s m a k e 1 ij k. Jus van VI AN DO Juspoeder is heerlijk! Gebruik daarom V1ANDO Soepblokken, soeppesta, Juspoeder, juspasta. Vraagt uw wfnkeher Er 1, eens gezegd: „Waar de achaduw van een oud Moorsch kasteel over Spanje valt, daar bloeit de dans." Het is natuurlijk in zijn algemeenheid niet waar, afgezien nog van de onbillijkheid tegenover de plaatsen, waar die scha duw niét valt en waar tóch gedanst wordt evenmin als het juist zou zijn om te zeggen, dat in eiken kapsalon de danskunst een kans maakt, al lonkt de Muze eens in de duizend jaar in zoo'n inrichting. Zij doet 't thans in den kap salon van Ans Neefkes te Schagen. Ik schreef U reeds eerder over dit Noord- hollandsche meisje, dat den drang naar het sierlijke en vloeiende gebaar in het bloed heeft. Het is met de danskunst al net als met alle andere kunsten: men wordt er, wil het goed zijn, mede geboren. Dat blijkt soms al vroeg erg duidelijk en soms wordt pas later onthuld wat er eerder vaag aan de hand is geweest Toen Ans Neefkes vijftien jaar was en muziek hoorde, werd zij gedreven om met die muziek „iets te doen". En zij danste. Probeerde op haar manier de muziek zichtbaar te maken, tot lijnen spel. Wat later wist zij het zeker: zij wilde danseres worden. Maar dat ging niet zoo vlot. Want haar vader, die een eenvoudig, practisch man is, zag er weinig heil in. Dansen was erg aardig op een {eestavondje, maar om je brood ermee te verdienenNéé, Ans moest met iets degelijkers aan den kost zien te komen. En dat gebéurde. Zij werd kapster en richtte na verloop van tijd een eigen zaak op. Zij werkte hard. Kappen is ook een kunst en vrouwen zijn erg critisch waar het hun haar be treft. Maar het ideaal was in Ans Neef kes niet gebluscht. Van het geld, dat zij overhield, ging zij lessen nemen eerst bij den Alkmaarder Peter de Maat en naderhand bij Yvonne Georgi in Amsterdam. Met den tijd werd gewoe kerd. Wilskracht was er voor noodig om vol te houden en een grenzenlooze liefde voor de ontdekte roeping. D.t staat vast: gemakkelijk heeft Ans Neef kes het zich niet gemaakt. In de stille vroegte van den dag werden vaak in den kapsalon de stoelen aan kant ge zet en dan begon voor de onverbidde lijke spiegels, die alle fouten terugga ven, de studie. Zij leerde zichzelf op de teenen te staan. Men vraagt zich af wat de toekomst van Ans Neefkes zal worden. Voor een groot deel heeft zij deze in eigen hand. Wanneer zij denkt wat zij overigens, geloof ik, niet doet dat zij reeds thans een groot danseres is, dan zal zij bin nenkort onherstelbaar mislukken. Blijft zij echter werken, hard en in eenvoud, en het wonder verwachten, dan zal wel licht de Muze, die haar nu nog slechts vluchtig geraakt heeft, haar de hand op het hoofd leggen en haar zegenen. Maar de Muze is streng en veeleischend en schenkt haar hoogste gunst niet voor weinig weg. H. P. VAN DEN AARDWEG. Op het Als rechtgeaard stedeling heb ik vele broertjes dood aan loopen. Wel te verstaan, het loopen van en naar kantoor, station, vergaderingen en andere uitermate belangrijke bijeen komsten. Doch waar de banden van mijn tweewieler reeds lang den geest hadden gegeven, restte mij niets dan actief de wandelsport te gaan beoefe nen. Reeds 's morgens vroeg poogde ik snelwandel-records te breken en op tijd op kantoor te komen; het bleef helaas meestal bij een „pogen". En 's avonds sjokte ik dan weer met knik kende knieën huiswaarts. Totdat een advertentie In de plaatse lijke courant meldde, dat er surrogaat banden aangekomen waren: „Soepel- veerend, schokvrij, lichtloopend" en nog veel meer (het meeste was echter maar weggelaten!). Een paar dagen later prijkten mijn wielen in een keu rige beukenhoutomlijsting en ik was zeer benieuwd, of er nou nog op ge fietst kon worden! Een proefrit leerde me al direct, dat het monster nog wel vooruit wou, maar daarbij een afgrijselijke herrie meende te moeten maken. De bel was volkomen overcompleet, de geheele fiets nam de taak van dit overigens nuttige instrument over! Na vele in grijpende veranderingen aan mijn velo besloot ik, om 's avonds den eersten rit te gaan maken. Ik wachtte tot de sche mer inviel en klom toen m het zadel. De geheele familie stond in spanning aan de deur Vroolijk klepperde ik onze straat uit. Achter me hoorde ik mijn huisgenoo- ten opgewonden roepen, maar omkij ken durfde ik voorloopig nog niet. Met een grooten boog belandde ik op de Hoofdstraat en huppelde naar de plaats van bestemming. Mijn grootste zorg was het sturen. Ik had werke lijk alle kracht noodig om het stuur vast te houden. Na een poosje was ik er echter wat aan gewend en kon eens letten op de reacties van de menschen op straat. Vrijwel iedereen bleef staan', min of meer verbaasd; menschen, die vóór me waren, keken eerst naar de lucht, wellicht in de overtuiging, lat er een luchtgevecht plaats greep. Zoo dra ze mij echter in de gaten kregen, vonden ze het geval erg „belachelijk" en oordeelden het meestal noodig, mij van alles toe te roepen. We zullen maar aannemen, dat het goed bedoel de opmerkingen zijn geweest; ik heb er helaas niet van kunnen profitee- ren.... Toch bereikte ik mijn doel en dat was het voornaamste. Onderweg kwam nog wel eens iemand verschrikt zijn huis uit rennen, maar verder deden zich geen bijzonderheden voor. Ik was er een kwartier vlugger, dan wanneer ik had moeten loopen en bovend en heelemaal niet buiten adem. Alleen mijn handen trilden een beetje.... Nu heb ik al twee weken ervaring opgedaan. Mijn fiets is intusschen steeds kaler geworden, achtereenvol- AfsiS NEEFKg-S N „OMOSQ.SANS Tot •en der meest typische Nederlandsche raadhuizen ten plattelande behoort dat v*n Wieringerwaard Het werd in de 16de eeuw gebouwd in den vorm van een Westfriescha boerderij. Zelfs de .opkamer welke als mooie- of pronkkamer dienst doet, doch hier de raadzaal is, ontbreekt niet. De bij de boerderijen in gebruik zijnde groote boter- of kaaskelder heeft in dit gebouw eer andere bestemming Hij wordt nl. gebruikt ais cachot, waarin voorheen ongewenschte elementen werden opgeborgen CNF/Kuiper/Pax m gens moesten jasbeschermer, ketting- kast en spatborden het veld ruimen Het „publiek" is nog even enthousiast („Pas op, daar ligt glas!!" al is het opmerkelijk, dat deze adviezen door gaans van onbekenden komen. Man schen, die je wèl kennen, zien je bij na niet. Dat ze me niet zien is nog mogelijk, maar dat ze me niet hóóren.. Eén keer heb ik een flmken tocht ge waagd 8 kilometer is flink te noe men. Dat is me echter met zoo goed bevallen. Niet alleen, dat ik wat amechtig afsteeg en wat beefde, maar bovendien was ik volkomen gerad braakt. En toen ik mijn horloge raad pleegde voor den ju.sten tijd en ook een blik op de torenklok wierp, bleek, dat mijn polshorloge een kwartier vóór was Eindhoven, April 1943. T^ADAT wij vele jaren niets van hem hadden gehoord, kwam met de Kerstdagen tot vreugde van mijn vrouw en mij, onze vriend Karei ons onver wacht voor een paar dagen bezoeken. Karei is, evenals ik, bij de redactie van een provinciaal dagblad werkzaam en verkeert door zijn journalistieke werkzaamheden dus in de gelukkige omstandigheid, dat hij niet uitsluitend over vakaangelegenheden behoeft te praten. Rustig in een fauteuil gezeten, ge nietende van een wijngroc en zijn on afscheidelijke pijp, die ditmaal met inlandsche tabak gevuld was, deed hij ons een verhaal, dat uit zijn mohd des te merkwaardiger klonk en daarom misschien een sterker indruk maakte dan het verdiende. Zooals je weet, aldus ving hij zijn verhaal aan, woon ik nog steeds een uur gaans van mijn werkgemeente. Thans, nu ik alles per fiets moet doen is dit wel eens lastig, maar toch heb ik dien last gaarne voor het buiten leven 'over. Voor enkele jaren, toen ik nog van mijn auto gebruik kon maken, kwam ik 's avonds laat thuis van een con cert. Mijn vrouw, die mij steeds trouw v-ergezelt, was, ditmaal tengevolge van een lichte ongesteldheid, thuis geble ven en had zich dus reed6 ter ruste begeven. Ik was nog zeer onder den- indruk van de „Berceuse de Joce- lyn" van B. Godard, door een solist op meesterlijke wijze ten gehoore ge bracht en aangezien ik die meermalen in mijn jeugd op mijn viool had ge speeld, kon ik de ingeving om dit nog eens te probeeren niet weerstaan. Hoe wel ik in geen jaren viool had ge speeld bleek het instrument nog prima in orde. Toen ik de snaren had ge stemd, moest ik tot mijn teleurstel ling constateer en, dat er van mijn vroegere vaardigheid niets was over gebleven. Mistroostig legde ik de viool op tafel, overpeinzende of ik soms in mijn verbeelding vroeger beter had gespeeld en thans juister mijn eigen gebrekkig talent beoordeelde. Plotse ling klonk de Zevende symfonie van Beethoven melodieus door de kamer. Je zult je mijn verbazing kunnen voor stellen toen ik, mijn hoofd opheffende, de viool op kinshoogte in het lucht ruim zag en de strijkstok over de sna ren zag voortbewegen. Aanvankelijk twijfelde ik* aan mijn denkvermogen. Ik spande mijn hersens bovenmatig in, maar moest toch vaststellen, dat ik wel degelijk bij mijn volle bewustzijn was. Ik luisterde aandachtig naar het spel en herkende daarin het rhythme van een studievriend met wien ik vóór een dertig jaren een gemeentelijke muziek school bezocht en die zich, door zijn muzikale begaafdheid, in Winterthur een dirigentenplaats in een orkest had veroverd, doch dien ik geheel uit het oog had verloren. Plotseling herin nerde ik mij, dat ik een tiental jaren geleden zijn doodsbericht had ont vangen. De muziek had opgehouden en viool en strijkstok lagen weer op tafel, zoo als ik ze had neergelegd. De vraag rees weer bij mij op of ik mij niet aan een hallucinatie had overgegeven. Mijn helder bewustzijn zei mij evenwel met beslistheid, dat dit niet het geval was. Plotseling flitste door mijn brein de gedachte, dat ik vermoedelijk met een manifestatie van mijn overleden vriend te doen had. Je weet, zoo vervolgde Karei, terwijl wij in steeds grooter spanning naar hem luisterden, dat wij voor enkele jaren oefeningen met het kruishout hebben gehouden om daardoor in con tact te komen met geesten van overle denen. Wij hielden daarmee op, om dat de ervaring, die wp daarmede op deden, zeer onbevredigend was. Op dit voer mij zoo bijzondere moment greep ik echter weer naar het kruishout en gewerd mij de mededeeling, dat mijn vriend reeds jaren naar mij gezocht had, zeer verheugd was mij te hebben gevonden en voornemens was voortaan iederen eersten Maandag in de maand op het middernachtelijk uur te mani festeeren. Ik behoefde er dan slechts voor te zorgen, dat de viool op tafel lag. Dagenlang piekerde ik over dit zon derlinge gebeuren. Tenslotte kon ik het niet voor mij houden en maakte ik er een zestal collega's, w. o. de hoofd redacteur van het blad. waaraan ik was verbonden deelgenoot van. Zij kwamen met mij overeen om op den avond van den eersten Maandag in de volgende maand te mijnen huize aanwezig te zijn om getuige te kunnen zijn van het ongewone aangekondigde experiment. Mijn vrouw, die nog maar steeds de gedachte niet had los gelaten, dat ik het geheele verhaal had verzonnen om mijn collega's er eens tusschen te ne men, was zoo liefdevol om aan het avondje een allergezelligst soupeetje te verbinden, maar naarmate het mid dernachtelijk uur naderde werd 't ge zelschap steeds meer gespannen. Ein delijk was het groote moment daar waarop ik de viool, op de vrij gemaak te tafel, een plaatsje zou geven. Toen ik het instrument echter uit de kist haalde bleken, tot mijn onuitsprekelijke teleurstelling, de snaren gesprongen en de viool dus onbespeelbaar. Van een herhaling in een volgende maand kon niets meer komen. Mijn huiseigenaar had n.l, het door mij bewoonde huis verkocht, waardoor ik de woning bin nen een maand heb verlaten. Ik weet nu nog steeds niet of mijn muzikale overleden vriend nog zoekende naar mij is, aangezien hij zich in* mijn nieu we woning no£ niet heeft gemanifes teerd. Mijn vrènden hellen thans sterk over naar de veronderstelling van mijn vrouw, maar gezien het gezellige soupeetje, verzekeren zij mij, dat ik heusch weer eens zoo'n poging mag wagen. Mundus vult decipi, decipiatur ergo. OFFICIEELE PUBLICATIE. Inlevering puntdraad en glad draad. De directeur-generaal van den land bouw maakt in opdracht van den Wehr- machtsbefehlshaber in den Niederlanden bekend, dat deze beveelt, dat iedere ge bruiker van grasland of kunstweide in Nederland, met uitzondering van de pro vincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland, per hectare grasland of kunst- weide tien meter puntdraad en 15 meter glad draad, gebruikt of bestemd voor afrastering, heeft in te leveren vóór 1 Februari 1944 op tijd en plaats voor iedere gemeente door den burgemeester nader vast te stellen en bekend te maken. In plaats van glad draad mag puntdraad ingeleverd worden. De afzonderlijke stuk ken draad moeten elk een lengte heb ben van tenminste 40 meter, af te leve ren in rollen van hoogstens 300 meter. Voor het ingeleverde draad zal een ver goeding worden uitgekeerd op den grond slag van 75 pet. van de waarde van nieuw draad. Het niet of niet volledig of niet tijdig voldoen aan bovenomschreven ver plichting, zal, naar de Directeur-generaal van den Landbouw bekend heeft ge maakt, als sabotage van het door de weermacht gegeven bevel worden aange merkt en als zoodanig worden bestraft, onverminderd de invordering van 't niet of te weinig ingeleverde op kosten van den nalatige. De Rijkslandbouwconsulen- ten zijn, ieder voor hun ambtsgebied, be voegd in daarvoor naar hun oordeel in aanmerking komende gevallen algeheele of gedeeltelijke vrijstelling van boven omschreven verplichting tot inlevering te verleenen. Vrijstelling zal alleen worden verleend In uitzonderingsgevallen, waarbij kan worden aangetoond, dat geen of vrij wel geen draad aanwezig is. Indien op 1 Februari 1944 geen beslissing op het beroep is genomen, is de betrokkene ver plicht tot inlevering. Hoolvorderlng 1943-1944. De Voedselcommissaris voor Noord-Hol land maakt bekend: Leverlngsbewljzen voor door den teler geleverd hooi, welke aan de hooipers worden afgegeven, pio- gen in den vervolge door den vervoerder per order geteekend worden, yoor de op de per order geteekende leveringsbewij- zen aangegeven hoeveelheden blijven de telers aansprakelijk. Melkrantsoen in volle-melkgebied. Melkproducenten ln het zgn. „volle- melkbebied" zijn verplicht op de melb- toewij zingen 13/4 liter volle melk per rantsoen af te leveren en niet, zooals in een vorige publicatie werd vermeld één liter. Publicatie RiJkstuinbouwconsulent. Voor de bestrijding van planteninsecten en insecten onder glas is een zeer gerin ge hoeveelheid zwavel beschikbaar. Al leen tuinbouwers die ln het bezit zijn van een stookvergunning voor het verwarmen van een tuinbouwbedrijf kunnen hiervoor een aanvrage richten tot den RiJkstuin bouwconsulent, Korenmarkt 15 of tot den ambtenaar van den Plantenziektenkundi- gendienst, Eikstraat 11, Hoorn. Jamtoewijzingen. De geldigheidsduur van de toewijzingen voor jam, waarvan de linkerbovenhoek is verwijderd, is verlengd tot en met 3 Fe bruari 1944. Zooals bekend geven deze toewijzingen recht op het koopen van het extra-rantsoen stroop, hetwelk beschik baar is gesteld op bon „Algemeen 706". Melktoewjjzlngen. Tot dusverre ontvingen melkhandelaren in het z.g. volle melkgebied bij inlevering van taptemelkbonnen, waarop zij volle melk hadden afgeleverd, ta^temelktoewij- zingen voor een aantal rantsoenen, over eenkomende met het aantal ingeleverde bonnen. In verband met de tijdelijke ver laging van het melkrantsoen in dit volle melkgebied (d.w.z. enkele afgelegen ge bieden van ons land, o.a. het grootste deel van Zeeland en een klein deel van Limburg) tot één liter volle melk per bon, zulen zij met ingang van 3 Jan. a.s. in plaats van tap temelktoewij zingen, melktoewij zingen ontvangen, en wel voor elke 35 taptemelkbonnen een toewijzing voor 20 rantsoenen melk. Handelaren, die zoowel in het bovengenoemde gebied vol le mcllr, als daarbuiten taptemelk afleve ren, dienen bij inlevering van hun bon nen bij den distributiedienst op te geven voor tjoeveel bonnen zij een toewijzing voor melk en voor hoeveel bonnen zij 'n toewijzing voor taptemelk wenschen te ontvangen. Zij moeten hierbij rekening houden met het aantal klanten, aan het welk zij op taptemelkbonnen volle melk afleveren. Zij dienen de melktoewij zingen voor zoover zij zelf producent zijn, aan de producenten, van wie zij volle melk betrekken, af te geven, evenals tot dus verre geschiedde met de taptemelktoewij- zingen. De verantwoording door dé pro ducenten tegenover het Bedrijfschap voor Zuivel dient uitsluitend te geschieden aan de hand van de melktoewij zingen. Tapte- melktoe Wij zingen mogen deze producenten niet meer aannemen. Op de melktoewij- zlngen moeten zij 1 liter volle melk per rantsoen afleveren. Toewijzingen magere kaas. Van 10 t.m. 14 Jan. 1944 zullen de de taillisten van wie destijds bij de inleve ring van de bestelbonnen voor vette kaas „Algemeen 696" een aantal toewijzingen voor magere kaas is ingejaouden, deze ingehouden toewijzingen alsnog van den distributiedienst ontvangen. Zij dienen hiertoe het ontvangstbewijs MD 24203 hetwelk zij bij de inlevering van de bon nen „Algemeen 696" op 4 of 5 Nov. 1943 hebben ontvangen, bij de diensten ln te leveren. Havermout en gort. De distributiediensten zullen bij inleve ring van de bonnen „Algemeen 03" en „Algemeen 04" onderscheidenlijk aange wezen voor gemengd meel en gort, voor de helft van het aantal ingeleverde bon nen toewijzingen voor havermout en voor de helft toewijzingen voor gort uitreiken Tezamen met bovengenoemde bonnen kunnen detaillisten ten hoogste 19 bon nen „Algemeen 720" en „Algemeen 721' inleveren. Poeder ter bereiding van kinderdrank. Detaillisten die bonnen hebben ingewis seld bij den distributiedienst tegen een toewijzing „cacao", kunnen zich ter ver krijging van poeder voor kinderdrank met deze toewijzingen wenden tot hun ge bruikelijke leveranciers (grossiers of fa brikanten). Er worden drie soorten poe der voor kinderdrank in den handel ge bracht, namelijk met anijs-, cacao- qf caramelsmaak. De detaillisten kunnen bij hun bestelling opgeven, hoeveel zij, wen schen te ontvangen van elke soort. De grossiers moeten hun verzameltoewljzin- gen met een begeleidend schrijven op zenden aan de Stichting het Cacaobureau, Vijgendam 2, Amsterdam. In dat schrijven moet de verlangde hoeveelheid en soort poeder voor kinderdrank en desgewenscht de naam van den cacao-fabrikant, van wien men wil betrekken, worden opge geven. Het Cacaobureau zorgt er dan voor dat de bestellingen worden onderge bracht bij den fabrikant, die tot leveren in staat is en dat de aangevraagde soor ten worden geleverd. Bij deze eerste be voorrading zal het wellicht nog niet mogelijk zijn de gewenschte soort te le veren in de gevraagde hoeveelheid. Ter voorkoming van oponthoud zal dan een gedeelte van de aangevraagde hoeveel heid in een andere soort worden gele verd. Inschrijving ln centraal rassenregister. De Raad voor het Kweekersrecht, He- lenastraat 35, 's-Gravenhage, brengt ter kermis, dat thans voor alle landbouw gewassen de mogelijkheid is geopend tot het indienen van aanvragen tot inschrij ving in het Centraal Rassenregister van nieuwe rassen. Aanvragen moeten worden ingediend bij het Bureau van den Raad door Inzending ln vijfvoud van een aan vraagformulier met beschrijvingsblad, welke tegen den gezamenlijken prijs van f 0.50 (extra exemplaren f0.10 per stel), aldaar verkrijgbaar zijn en worden toe gezonden na overmaking van het bedrag op postrekening no. 198113 ten name van den Raad. Bij de bestelling dient te wor den opgegeven voor welke gewas sen de beschrijvingsbladen worden verlangd. De aanvragen voor de zo mergewassen (daaronder begrepen over- gangstarwe), moeten uiterlijk 24 Januari bij den Raad zijn ingediend, terwijl het beproevingsmateriaal, in nader door den Raad aan te geven hoeveelheden, uiterlijk 1 Februari, (voor aardpeen, boekweit, gierst en mais uiterlijk 1 Maart) ter be schikking van het I. van R. O. te Wage- ningen moet zijn. Bij niet inachtneming ■"in deze termijnen kan het desbetreffen de ras in het algemeen niet meer dit jaar voor onderzoek in aanmerking komen, Kinderen, die voldoende hoeveel heden eten, maar toch bleek zien en spoedig kouvatten, hebben meestal gebrek aan noodzakelijke minerale voe- dingszouten. Die vindt U in dit doosje. NOURYPHARMA - DEVENTER Heeft een verpakking waarde Wanneerop een verpakking de naam W. A. Scholten voorkomt, dan heeft deze waarde. Dan bestaat de in houd uit goede waar, samen gesteld uit zuivere, verant woorde grondstoffen. Voor beelden daarvan zijn W. A. Scholten's Albumona. Butaroma. Transparanta, sago, verpakt aardappel meel, etc. W. A. SCHOLTEN'S A ardappelmeellabrieken KOFFIE-SURROGAAT .Aspirin Ut AauS

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Noord-Holland : Alkmaarsche editie | 1944 | | pagina 3