kooi ,\°K32.
Moderne Hobbelpaard.
.DE MANIFESTATIE.
Ttohita,
Van Kapster
tot Danseres.
Hoe het Ans Neefkes verging.
Een belevenis van D. A. Klomp
OOK VOOR
SURROGAAT
Ze noemen hei
y^Zondagsche thee"!
De meesteiL, die thee van Flo-
rita drinken, zijn zoo slim op
den bodem van hun kopje te
kijken. En doordat Florita
geen theeblaadjes geeft, zien
ze dat het géén echte thee is,
hoewel 't bijna even lekker is.
Ze noemen het Zondagsche
thee. Per 10 tabletten 12£cL
THEETABLETTEN
met den echten theesmaak
■*r komt hanoamii. .hatacaip»- ai/ua
Al sinds meer dan 100 jaren
Wandelt er de firma Keg
Op de eenmaal ingeslagen
En van ouds beproefde weg.
Dat Keg's weg de
goede weg ta.
Daarvan ts Keg het bewijs.
Stééds de béste kwaliteiten
En tóch tot ^e léégste prijï»
CLINGE 0OOREN8OS
KEG Ihto en KoHie (Thans sanogatta), 3
Verpakte levensmiddelen—Pudding =k
s
LEKKERE JUSI
Lekkere jus maakt het
eten pas s m a k e 1 ij k.
Jus van
VI AN DO
Juspoeder is heerlijk!
Gebruik daarom
V1ANDO
Soepblokken, soeppesta,
Juspoeder, juspasta.
Vraagt uw wfnkeher
Er 1, eens gezegd: „Waar de achaduw
van een oud Moorsch kasteel over
Spanje valt, daar bloeit de dans." Het
is natuurlijk in zijn algemeenheid niet
waar, afgezien nog van de onbillijkheid
tegenover de plaatsen, waar die scha
duw niét valt en waar tóch gedanst
wordt evenmin als het juist zou zijn
om te zeggen, dat in eiken kapsalon de
danskunst een kans maakt, al lonkt de
Muze eens in de duizend jaar in zoo'n
inrichting. Zij doet 't thans in den kap
salon van Ans Neefkes te Schagen. Ik
schreef U reeds eerder over dit Noord-
hollandsche meisje, dat den drang naar
het sierlijke en vloeiende gebaar in het
bloed heeft.
Het is met de danskunst al net als
met alle andere kunsten: men wordt er,
wil het goed zijn, mede geboren. Dat
blijkt soms al vroeg erg duidelijk en
soms wordt pas later onthuld wat er
eerder vaag aan de hand is geweest
Toen Ans Neefkes vijftien jaar was en
muziek hoorde, werd zij gedreven om
met die muziek „iets te doen". En zij
danste. Probeerde op haar manier de
muziek zichtbaar te maken, tot lijnen
spel. Wat later wist zij het zeker: zij
wilde danseres worden. Maar dat ging
niet zoo vlot. Want haar vader, die een
eenvoudig, practisch man is, zag er
weinig heil in. Dansen was erg aardig
op een {eestavondje, maar om je brood
ermee te verdienenNéé, Ans moest
met iets degelijkers aan den kost zien
te komen. En dat gebéurde. Zij werd
kapster en richtte na verloop van tijd
een eigen zaak op. Zij werkte hard.
Kappen is ook een kunst en vrouwen
zijn erg critisch waar het hun haar be
treft. Maar het ideaal was in Ans Neef
kes niet gebluscht. Van het geld, dat
zij overhield, ging zij lessen nemen
eerst bij den Alkmaarder Peter de Maat
en naderhand bij Yvonne Georgi in
Amsterdam. Met den tijd werd gewoe
kerd. Wilskracht was er voor noodig
om vol te houden en een grenzenlooze
liefde voor de ontdekte roeping. D.t
staat vast: gemakkelijk heeft Ans Neef
kes het zich niet gemaakt. In de stille
vroegte van den dag werden vaak in
den kapsalon de stoelen aan kant ge
zet en dan begon voor de onverbidde
lijke spiegels, die alle fouten terugga
ven, de studie. Zij leerde zichzelf op
de teenen te staan.
Men vraagt zich af wat de toekomst
van Ans Neefkes zal worden. Voor een
groot deel heeft zij deze in eigen hand.
Wanneer zij denkt wat zij overigens,
geloof ik, niet doet dat zij reeds thans
een groot danseres is, dan zal zij bin
nenkort onherstelbaar mislukken. Blijft
zij echter werken, hard en in eenvoud,
en het wonder verwachten, dan zal wel
licht de Muze, die haar nu nog slechts
vluchtig geraakt heeft, haar de hand
op het hoofd leggen en haar zegenen.
Maar de Muze is streng en veeleischend
en schenkt haar hoogste gunst niet
voor weinig weg.
H. P. VAN DEN AARDWEG.
Op het
Als rechtgeaard stedeling heb ik
vele broertjes dood aan loopen. Wel
te verstaan, het loopen van en naar
kantoor, station, vergaderingen en
andere uitermate belangrijke bijeen
komsten. Doch waar de banden van
mijn tweewieler reeds lang den geest
hadden gegeven, restte mij niets dan
actief de wandelsport te gaan beoefe
nen. Reeds 's morgens vroeg poogde
ik snelwandel-records te breken en op
tijd op kantoor te komen; het bleef
helaas meestal bij een „pogen". En
's avonds sjokte ik dan weer met knik
kende knieën huiswaarts.
Totdat een advertentie In de plaatse
lijke courant meldde, dat er surrogaat
banden aangekomen waren: „Soepel-
veerend, schokvrij, lichtloopend" en
nog veel meer (het meeste was echter
maar weggelaten!). Een paar dagen
later prijkten mijn wielen in een keu
rige beukenhoutomlijsting en ik was
zeer benieuwd, of er nou nog op ge
fietst kon worden!
Een proefrit leerde me al direct, dat
het monster nog wel vooruit wou,
maar daarbij een afgrijselijke herrie
meende te moeten maken. De bel was
volkomen overcompleet, de geheele
fiets nam de taak van dit overigens
nuttige instrument over! Na vele in
grijpende veranderingen aan mijn velo
besloot ik, om 's avonds den eersten rit
te gaan maken. Ik wachtte tot de sche
mer inviel en klom toen m het zadel.
De geheele familie stond in spanning
aan de deur
Vroolijk klepperde ik onze straat uit.
Achter me hoorde ik mijn huisgenoo-
ten opgewonden roepen, maar omkij
ken durfde ik voorloopig nog niet.
Met een grooten boog belandde ik op
de Hoofdstraat en huppelde naar de
plaats van bestemming. Mijn grootste
zorg was het sturen. Ik had werke
lijk alle kracht noodig om het stuur
vast te houden. Na een poosje was ik
er echter wat aan gewend en kon eens
letten op de reacties van de menschen
op straat. Vrijwel iedereen bleef staan',
min of meer verbaasd; menschen, die
vóór me waren, keken eerst naar de
lucht, wellicht in de overtuiging, lat
er een luchtgevecht plaats greep. Zoo
dra ze mij echter in de gaten kregen,
vonden ze het geval erg „belachelijk"
en oordeelden het meestal noodig, mij
van alles toe te roepen. We zullen
maar aannemen, dat het goed bedoel
de opmerkingen zijn geweest; ik heb
er helaas niet van kunnen profitee-
ren....
Toch bereikte ik mijn doel en dat
was het voornaamste. Onderweg kwam
nog wel eens iemand verschrikt zijn
huis uit rennen, maar verder deden
zich geen bijzonderheden voor. Ik was
er een kwartier vlugger, dan wanneer
ik had moeten loopen en bovend en
heelemaal niet buiten adem. Alleen
mijn handen trilden een beetje....
Nu heb ik al twee weken ervaring
opgedaan. Mijn fiets is intusschen
steeds kaler geworden, achtereenvol-
AfsiS NEEFKg-S N
„OMOSQ.SANS
Tot •en der meest typische Nederlandsche raadhuizen ten plattelande
behoort dat v*n Wieringerwaard Het werd in de 16de eeuw gebouwd
in den vorm van een Westfriescha boerderij. Zelfs de .opkamer welke
als mooie- of pronkkamer dienst doet, doch hier de raadzaal is, ontbreekt
niet. De bij de boerderijen in gebruik zijnde groote boter- of kaaskelder
heeft in dit gebouw eer andere bestemming Hij wordt nl. gebruikt ais
cachot, waarin voorheen ongewenschte elementen werden opgeborgen
CNF/Kuiper/Pax m
gens moesten jasbeschermer, ketting-
kast en spatborden het veld ruimen
Het „publiek" is nog even enthousiast
(„Pas op, daar ligt glas!!" al is het
opmerkelijk, dat deze adviezen door
gaans van onbekenden komen. Man
schen, die je wèl kennen, zien je bij
na niet. Dat ze me niet zien is nog
mogelijk, maar dat ze me niet hóóren..
Eén keer heb ik een flmken tocht ge
waagd 8 kilometer is flink te noe
men. Dat is me echter met zoo goed
bevallen. Niet alleen, dat ik wat
amechtig afsteeg en wat beefde, maar
bovendien was ik volkomen gerad
braakt. En toen ik mijn horloge raad
pleegde voor den ju.sten tijd en ook
een blik op de torenklok wierp, bleek,
dat mijn polshorloge een kwartier vóór
was
Eindhoven, April 1943.
T^ADAT wij vele jaren niets van hem
hadden gehoord, kwam met de
Kerstdagen tot vreugde van mijn vrouw
en mij, onze vriend Karei ons onver
wacht voor een paar dagen bezoeken.
Karei is, evenals ik, bij de redactie
van een provinciaal dagblad werkzaam
en verkeert door zijn journalistieke
werkzaamheden dus in de gelukkige
omstandigheid, dat hij niet uitsluitend
over vakaangelegenheden behoeft te
praten.
Rustig in een fauteuil gezeten, ge
nietende van een wijngroc en zijn on
afscheidelijke pijp, die ditmaal met
inlandsche tabak gevuld was, deed hij
ons een verhaal, dat uit zijn mohd des
te merkwaardiger klonk en daarom
misschien een sterker indruk maakte
dan het verdiende.
Zooals je weet, aldus ving hij zijn
verhaal aan, woon ik nog steeds een
uur gaans van mijn werkgemeente.
Thans, nu ik alles per fiets moet doen
is dit wel eens lastig, maar toch heb
ik dien last gaarne voor het buiten
leven 'over.
Voor enkele jaren, toen ik nog van
mijn auto gebruik kon maken, kwam
ik 's avonds laat thuis van een con
cert. Mijn vrouw, die mij steeds trouw
v-ergezelt, was, ditmaal tengevolge van
een lichte ongesteldheid, thuis geble
ven en had zich dus reed6 ter ruste
begeven. Ik was nog zeer onder den-
indruk van de „Berceuse de Joce-
lyn" van B. Godard, door een solist op
meesterlijke wijze ten gehoore ge
bracht en aangezien ik die meermalen
in mijn jeugd op mijn viool had ge
speeld, kon ik de ingeving om dit nog
eens te probeeren niet weerstaan. Hoe
wel ik in geen jaren viool had ge
speeld bleek het instrument nog prima
in orde. Toen ik de snaren had ge
stemd, moest ik tot mijn teleurstel
ling constateer en, dat er van mijn
vroegere vaardigheid niets was over
gebleven. Mistroostig legde ik de viool
op tafel, overpeinzende of ik soms in
mijn verbeelding vroeger beter had
gespeeld en thans juister mijn eigen
gebrekkig talent beoordeelde. Plotse
ling klonk de Zevende symfonie van
Beethoven melodieus door de kamer.
Je zult je mijn verbazing kunnen voor
stellen toen ik, mijn hoofd opheffende,
de viool op kinshoogte in het lucht
ruim zag en de strijkstok over de sna
ren zag voortbewegen. Aanvankelijk
twijfelde ik* aan mijn denkvermogen.
Ik spande mijn hersens bovenmatig in,
maar moest toch vaststellen, dat ik wel
degelijk bij mijn volle bewustzijn was.
Ik luisterde aandachtig naar het spel
en herkende daarin het rhythme van
een studievriend met wien ik vóór een
dertig jaren een gemeentelijke muziek
school bezocht en die zich, door zijn
muzikale begaafdheid, in Winterthur
een dirigentenplaats in een orkest had
veroverd, doch dien ik geheel uit het
oog had verloren. Plotseling herin
nerde ik mij, dat ik een tiental jaren
geleden zijn doodsbericht had ont
vangen.
De muziek had opgehouden en viool
en strijkstok lagen weer op tafel, zoo
als ik ze had neergelegd. De vraag
rees weer bij mij op of ik mij niet aan
een hallucinatie had overgegeven. Mijn
helder bewustzijn zei mij evenwel met
beslistheid, dat dit niet het geval was.
Plotseling flitste door mijn brein de
gedachte, dat ik vermoedelijk met een
manifestatie van mijn overleden vriend
te doen had.
Je weet, zoo vervolgde Karei, terwijl
wij in steeds grooter spanning naar
hem luisterden, dat wij voor enkele
jaren oefeningen met het kruishout
hebben gehouden om daardoor in con
tact te komen met geesten van overle
denen. Wij hielden daarmee op, om
dat de ervaring, die wp daarmede op
deden, zeer onbevredigend was. Op dit
voer mij zoo bijzondere moment greep
ik echter weer naar het kruishout en
gewerd mij de mededeeling, dat mijn
vriend reeds jaren naar mij gezocht
had, zeer verheugd was mij te hebben
gevonden en voornemens was voortaan
iederen eersten Maandag in de maand
op het middernachtelijk uur te mani
festeeren. Ik behoefde er dan slechts
voor te zorgen, dat de viool op tafel
lag.
Dagenlang piekerde ik over dit zon
derlinge gebeuren. Tenslotte kon ik
het niet voor mij houden en maakte ik
er een zestal collega's, w. o. de hoofd
redacteur van het blad. waaraan ik
was verbonden deelgenoot van. Zij
kwamen met mij overeen om op den
avond van den eersten Maandag in
de volgende maand te mijnen huize
aanwezig te zijn om getuige te kunnen
zijn van het ongewone aangekondigde
experiment.
Mijn vrouw, die nog maar steeds de
gedachte niet had los gelaten, dat ik
het geheele verhaal had verzonnen om
mijn collega's er eens tusschen te ne
men, was zoo liefdevol om aan het
avondje een allergezelligst soupeetje
te verbinden, maar naarmate het mid
dernachtelijk uur naderde werd 't ge
zelschap steeds meer gespannen. Ein
delijk was het groote moment daar
waarop ik de viool, op de vrij gemaak
te tafel, een plaatsje zou geven. Toen
ik het instrument echter uit de kist
haalde bleken, tot mijn onuitsprekelijke
teleurstelling, de snaren gesprongen en
de viool dus onbespeelbaar. Van een
herhaling in een volgende maand kon
niets meer komen. Mijn huiseigenaar
had n.l, het door mij bewoonde huis
verkocht, waardoor ik de woning bin
nen een maand heb verlaten. Ik weet
nu nog steeds niet of mijn muzikale
overleden vriend nog zoekende naar
mij is, aangezien hij zich in* mijn nieu
we woning no£ niet heeft gemanifes
teerd. Mijn vrènden hellen thans sterk
over naar de veronderstelling van
mijn vrouw, maar gezien het gezellige
soupeetje, verzekeren zij mij, dat ik
heusch weer eens zoo'n poging mag
wagen. Mundus vult decipi, decipiatur
ergo.
OFFICIEELE PUBLICATIE.
Inlevering puntdraad en glad draad.
De directeur-generaal van den land
bouw maakt in opdracht van den Wehr-
machtsbefehlshaber in den Niederlanden
bekend, dat deze beveelt, dat iedere ge
bruiker van grasland of kunstweide in
Nederland, met uitzondering van de pro
vincies Noord-Holland, Zuid-Holland en
Zeeland, per hectare grasland of kunst-
weide tien meter puntdraad en 15 meter
glad draad, gebruikt of bestemd voor
afrastering, heeft in te leveren vóór 1
Februari 1944 op tijd en plaats voor
iedere gemeente door den burgemeester
nader vast te stellen en bekend te maken.
In plaats van glad draad mag puntdraad
ingeleverd worden. De afzonderlijke stuk
ken draad moeten elk een lengte heb
ben van tenminste 40 meter, af te leve
ren in rollen van hoogstens 300 meter.
Voor het ingeleverde draad zal een ver
goeding worden uitgekeerd op den grond
slag van 75 pet. van de waarde van nieuw
draad. Het niet of niet volledig of niet
tijdig voldoen aan bovenomschreven ver
plichting, zal, naar de Directeur-generaal
van den Landbouw bekend heeft ge
maakt, als sabotage van het door de
weermacht gegeven bevel worden aange
merkt en als zoodanig worden bestraft,
onverminderd de invordering van 't niet
of te weinig ingeleverde op kosten van
den nalatige. De Rijkslandbouwconsulen-
ten zijn, ieder voor hun ambtsgebied, be
voegd in daarvoor naar hun oordeel in
aanmerking komende gevallen algeheele
of gedeeltelijke vrijstelling van boven
omschreven verplichting tot inlevering te
verleenen. Vrijstelling zal alleen worden
verleend In uitzonderingsgevallen, waarbij
kan worden aangetoond, dat geen of vrij
wel geen draad aanwezig is. Indien op
1 Februari 1944 geen beslissing op het
beroep is genomen, is de betrokkene ver
plicht tot inlevering.
Hoolvorderlng 1943-1944.
De Voedselcommissaris voor Noord-Hol
land maakt bekend: Leverlngsbewljzen
voor door den teler geleverd hooi, welke
aan de hooipers worden afgegeven, pio-
gen in den vervolge door den vervoerder
per order geteekend worden, yoor de op
de per order geteekende leveringsbewij-
zen aangegeven hoeveelheden blijven de
telers aansprakelijk.
Melkrantsoen in volle-melkgebied.
Melkproducenten ln het zgn. „volle-
melkbebied" zijn verplicht op de melb-
toewij zingen 13/4 liter volle melk per
rantsoen af te leveren en niet, zooals in
een vorige publicatie werd vermeld één
liter.
Publicatie RiJkstuinbouwconsulent.
Voor de bestrijding van planteninsecten
en insecten onder glas is een zeer gerin
ge hoeveelheid zwavel beschikbaar. Al
leen tuinbouwers die ln het bezit zijn van
een stookvergunning voor het verwarmen
van een tuinbouwbedrijf kunnen hiervoor
een aanvrage richten tot den RiJkstuin
bouwconsulent, Korenmarkt 15 of tot den
ambtenaar van den Plantenziektenkundi-
gendienst, Eikstraat 11, Hoorn.
Jamtoewijzingen.
De geldigheidsduur van de toewijzingen
voor jam, waarvan de linkerbovenhoek is
verwijderd, is verlengd tot en met 3 Fe
bruari 1944. Zooals bekend geven deze
toewijzingen recht op het koopen van het
extra-rantsoen stroop, hetwelk beschik
baar is gesteld op bon „Algemeen 706".
Melktoewjjzlngen.
Tot dusverre ontvingen melkhandelaren
in het z.g. volle melkgebied bij inlevering
van taptemelkbonnen, waarop zij volle
melk hadden afgeleverd, ta^temelktoewij-
zingen voor een aantal rantsoenen, over
eenkomende met het aantal ingeleverde
bonnen. In verband met de tijdelijke ver
laging van het melkrantsoen in dit volle
melkgebied (d.w.z. enkele afgelegen ge
bieden van ons land, o.a. het grootste
deel van Zeeland en een klein deel van
Limburg) tot één liter volle melk per
bon, zulen zij met ingang van 3 Jan. a.s.
in plaats van tap temelktoewij zingen,
melktoewij zingen ontvangen, en wel voor
elke 35 taptemelkbonnen een toewijzing
voor 20 rantsoenen melk. Handelaren, die
zoowel in het bovengenoemde gebied vol
le mcllr, als daarbuiten taptemelk afleve
ren, dienen bij inlevering van hun bon
nen bij den distributiedienst op te geven
voor tjoeveel bonnen zij een toewijzing
voor melk en voor hoeveel bonnen zij
'n toewijzing voor taptemelk wenschen te
ontvangen. Zij moeten hierbij rekening
houden met het aantal klanten, aan het
welk zij op taptemelkbonnen volle melk
afleveren. Zij dienen de melktoewij zingen
voor zoover zij zelf producent zijn, aan
de producenten, van wie zij volle melk
betrekken, af te geven, evenals tot dus
verre geschiedde met de taptemelktoewij-
zingen. De verantwoording door dé pro
ducenten tegenover het Bedrijfschap voor
Zuivel dient uitsluitend te geschieden aan
de hand van de melktoewij zingen. Tapte-
melktoe Wij zingen mogen deze producenten
niet meer aannemen. Op de melktoewij-
zlngen moeten zij 1 liter volle melk per
rantsoen afleveren.
Toewijzingen magere kaas.
Van 10 t.m. 14 Jan. 1944 zullen de de
taillisten van wie destijds bij de inleve
ring van de bestelbonnen voor vette kaas
„Algemeen 696" een aantal toewijzingen
voor magere kaas is ingejaouden, deze
ingehouden toewijzingen alsnog van den
distributiedienst ontvangen. Zij dienen
hiertoe het ontvangstbewijs MD 24203
hetwelk zij bij de inlevering van de bon
nen „Algemeen 696" op 4 of 5 Nov. 1943
hebben ontvangen, bij de diensten ln te
leveren.
Havermout en gort.
De distributiediensten zullen bij inleve
ring van de bonnen „Algemeen 03" en
„Algemeen 04" onderscheidenlijk aange
wezen voor gemengd meel en gort, voor
de helft van het aantal ingeleverde bon
nen toewijzingen voor havermout en voor
de helft toewijzingen voor gort uitreiken
Tezamen met bovengenoemde bonnen
kunnen detaillisten ten hoogste 19 bon
nen „Algemeen 720" en „Algemeen 721'
inleveren.
Poeder ter bereiding van kinderdrank.
Detaillisten die bonnen hebben ingewis
seld bij den distributiedienst tegen een
toewijzing „cacao", kunnen zich ter ver
krijging van poeder voor kinderdrank
met deze toewijzingen wenden tot hun ge
bruikelijke leveranciers (grossiers of fa
brikanten). Er worden drie soorten poe
der voor kinderdrank in den handel ge
bracht, namelijk met anijs-, cacao- qf
caramelsmaak. De detaillisten kunnen bij
hun bestelling opgeven, hoeveel zij, wen
schen te ontvangen van elke soort. De
grossiers moeten hun verzameltoewljzin-
gen met een begeleidend schrijven op
zenden aan de Stichting het Cacaobureau,
Vijgendam 2, Amsterdam. In dat schrijven
moet de verlangde hoeveelheid en soort
poeder voor kinderdrank en desgewenscht
de naam van den cacao-fabrikant, van
wien men wil betrekken, worden opge
geven. Het Cacaobureau zorgt er dan voor
dat de bestellingen worden onderge
bracht bij den fabrikant, die tot leveren
in staat is en dat de aangevraagde soor
ten worden geleverd. Bij deze eerste be
voorrading zal het wellicht nog niet
mogelijk zijn de gewenschte soort te le
veren in de gevraagde hoeveelheid. Ter
voorkoming van oponthoud zal dan een
gedeelte van de aangevraagde hoeveel
heid in een andere soort worden gele
verd.
Inschrijving ln centraal rassenregister.
De Raad voor het Kweekersrecht, He-
lenastraat 35, 's-Gravenhage, brengt ter
kermis, dat thans voor alle landbouw
gewassen de mogelijkheid is geopend tot
het indienen van aanvragen tot inschrij
ving in het Centraal Rassenregister van
nieuwe rassen. Aanvragen moeten worden
ingediend bij het Bureau van den Raad
door Inzending ln vijfvoud van een aan
vraagformulier met beschrijvingsblad,
welke tegen den gezamenlijken prijs van
f 0.50 (extra exemplaren f0.10 per stel),
aldaar verkrijgbaar zijn en worden toe
gezonden na overmaking van het bedrag
op postrekening no. 198113 ten name van
den Raad. Bij de bestelling dient te wor
den opgegeven voor welke gewas
sen de beschrijvingsbladen worden
verlangd. De aanvragen voor de zo
mergewassen (daaronder begrepen over-
gangstarwe), moeten uiterlijk 24 Januari
bij den Raad zijn ingediend, terwijl het
beproevingsmateriaal, in nader door den
Raad aan te geven hoeveelheden, uiterlijk
1 Februari, (voor aardpeen, boekweit,
gierst en mais uiterlijk 1 Maart) ter be
schikking van het I. van R. O. te Wage-
ningen moet zijn. Bij niet inachtneming
■"in deze termijnen kan het desbetreffen
de ras in het algemeen niet meer dit jaar
voor onderzoek in aanmerking komen,
Kinderen, die
voldoende hoeveel
heden eten, maar toch bleek
zien en spoedig kouvatten,
hebben meestal gebrek aan
noodzakelijke minerale voe-
dingszouten. Die vindt U in
dit doosje.
NOURYPHARMA - DEVENTER
Heeft een verpakking
waarde
Wanneerop een verpakking
de naam W. A. Scholten
voorkomt, dan heeft deze
waarde. Dan bestaat de in
houd uit goede waar, samen
gesteld uit zuivere, verant
woorde grondstoffen. Voor
beelden daarvan zijn W.
A. Scholten's Albumona.
Butaroma. Transparanta,
sago, verpakt aardappel
meel, etc.
W. A. SCHOLTEN'S
A ardappelmeellabrieken
KOFFIE-SURROGAAT
.Aspirin
Ut AauS